Prikkeldraad
Van de Pers-tribune
STEUN AAN DE MELKVEEHOUDERIJ
De kracht van ’n volk'.
ONDRAGELIJKE BOTERPOLITIEK
VAN DUITSCHLAND
ONTSTELLEND
Nederlandsche invoer
ingekrompen
De oplossing
van
Profanatie.
Zedelijke verwording
NIJVERHEIDSRAAD
CRITISEERT
EMIER FEISAL IN DE
RESIDENTIE
De export
der zuivelproducten
Gedwongen verwerking
van melk in brood
Speciale bevoorrechting
Rusland en de randstaten
Oppositie-Kamerlid
en verantwoordelijk
wethouder
Chocolade-industrie
Het meng gebod
WOENSDAG 18 MEI
den export te vermeerderen? Wie voeren
voor ons de onderhandelingen te Berlijn?
want het is vooral Duitschland, dat ons
tegenwoordig op het gebied van den export
den voet dwars zet. Op welke wijze wordt
er ten slotte onderhandeld? Het zijn alle
vragen, die wij ons stellen, na lezing van
het telegram van het comité en het ver
slag van den Nijverheldsraad en waarop de
regeerlng toch zeker aan de Kamer bij de
behandeling van de steunwet voor de zui
vel een antwoord behoort te geven; het
gaat hier toch om heel groote belangen,
waarbij het ganache land betrokken is. De
commissie onder voorzitterschap van Dr.
Colljn, welke met Duitschland onderhan-
Zware last op het volk gelegd
de hem verstrekte gegevens meent de
Raad te mogen opmaken, dat. om de veehou
derij bü de tegenwoordige wereldprüzen van
zuivelproducten In staat te stellen haar bedrüf
voort te zetten, een steun zal moeten worden
verleend, waarvoor naar gelang van de hoogte
een bedrag noodlg zal zijn, dat becüferd wordt
OP 38.000 000 tot 65.000.000. Bü 0.03 toe
slag per KG melk kan dit bedrag zelfs tegen
de 100.000.000 oploopen.
de margarine-industrie
geldt eveneens, dat door een gebod, om 50 pet.
boter In de margarine te mengen, het elgenlüke
bedrüf tot de helft zal worden teruggebracht
Bovendien zal het ten gevolge van het meng
gebod duurder worden van margarine er toe
lelden dat het publiek inplaats van dit pro
duct zich meer van dierlijke vetten zal gaan
bedienen.
BIJZONDERS POSTZEGELS
aan te teekenen.
t-
Uit
op
zeer
wisselverpllchtlngen
Voor
loof,
de
„Avond-
Ernstige bezwaren beeft de Raad tegen toe-
Naar aanleiding van het wetsontwerp
Dit citaat geeft weer, wat er in roman
vorm in toenemende mate in onze maat
schappelijke kringen gepredikt wordt, n.l.
dat het normaal moet geacht worden, dat
in een huwelijk plaats blijft voor coquet-
teeren met een derde. En dat mannen, die
daar niet tegen kunnen, maar als jaloer-
sche, wantrouwende typen beschouwd moe
ten worden.
„De Standaard” schrijft naar aanleiding
van dit boek en deszelfs recensie:
Het is voor ons een teleurstelling, dat de
ethisch-religieuse schrijver In de .Avond
post” zich, In zijn verheerlijking van het
liberalisme, tot deze profanatie van het al
lerheiligste heeft laten verleiden.
Is het op zichzelf al zéér profaneerend.
de waar-
waarheid
30.000
2.000
18.000
2.000
2.000
33.000
44.000
5 000
39 000
15 000
16.000
31 000
4.000
de
geen
stelling, waarna de prins zich dan onmiddellUk
naar Amsterdam zal begeven, waar hem dour
de maatschappU Nederland een lunch zal war
den aangeboden aan boord van de Johan van
Oldenbamevelt.
Naar wij voorts vernemen, zal de prins na het
diner dat hem Donderdagavond door den mi
nister van Bultenlandsche’ Zaken zal worden
aangeboden, naar* Berlijn vertrekken, vermoe-
delljk per vliegtuig van de KLM.
De secretaris van Emler Feisal zal bezoeken
afleggen bij de Poolsche en Dultsche gezanten.
wie haar als
groetten, later
193!
100.000
37.000
12.000
Rendorp, chef van het protocol van dit minis
terie, die hen naar de groote zaal van het
departement geleidde, waarna de minister. Jhr
Beelaerts van Blokland, zich In zijn kabinet
met de hooge bezoekers gerulmen tijd heen
onderhouden.
Bjj het bezoek was mede aanwezig de heer
van der Meulen, oud-consul van Nederland te
Djeddah, die gedurende het verblijf van Emler
Feisal aan dezen Is toegevoegd.
Emler Feisal zal vermoedelijk morgenochtend
een bezoek brengen aan de Indische tentoon-
Er is toen op gewezen, dat de motie on
aanvaardbaar was, omdat de korting niet
werd ingevoerd „in de gegeven omstandig
heden”, doch eerst in een periode, waarvan
het op dat oogenblik, gezien de snelle ver
anderingen, welke zich voordeden en nog
moesten worden verwacht, onmogelijk was
te beoordeelèn, of die korting dan te bil-,
lijken zou zijn.
De „Morgen” wijst nu op het volgende:
Totaal
Waarvan uit
Nederland
Denemarken
Finland
Balt. Staten
en Rusland
Andere landen
Duitschland in tonn.
1929
136.000
Gisterochtend om 11 uur is Emler Feisal,
vergezeld van zijn minister, per auto bü het
Departement van Bultenlandsche Zaken aan
gekomen. Belde heeren, die gekleed waren In
Oostersch gewaad, werden op het bordes van
het departement ontvangen door Jhr. Mr. Dr.
De Raad spreekt de verwachting uit, dat op
melkpoeder, hetwelk een grondstof is voor de
chocolade-industrie, geen toeslag zal worden
geheven. Deze tak van nijverheid, die door de
crisis 1- zeer moeilijke omstandigheden ver
keert en nu reeds geen loonende prijken voor
haar producten kan bedingen, zou een prüs
verhooging va' de grondstof melkpoeder waar
schijnlijk niet meer kunnen verdragen, zoodat.
als dat gebeurt, ernstig moet worden gevreesd,
dat haar fabrieken zullen worden stopgezet en
een groot aantal arbeiders werkloos zal wor
den.
bijzondere
S, 7H en
Resumeerende, geeft de NUverheidsraad als
zijn oordeel te kennen, dat alleen in uiterste
noodzakelijkheid een steunregeling voor de
veehouderij mag worden getroffen, terwijl dan
nog een regeling op Indlvldueelen grondslag de
voorkeur verdient. Komt er een regeling, dan
zij deze van tljdeUJken aard, terwijl men met
de belangen der daarbij betrokken takken van
industrie in afdoende mate rekening boude.
De oplossing van het zuivelvraagstuk Is vol
gens den Raad In den export der zuivelproduc
ten gelegen en daarom moet de Regeerlng vóór
alles haar aandacht op dat punt gevestigd
blijven houden. Elke gelegenheid, die zich voor
doet, moet door de Regeerlng worden aan
gegrepen, om dien export niet alleen op peil
te houden, doch hem weder tot redelijke ver
houdingen op te voeren.
schled, werd tot heden niet medegedeeld.
Het schijnt (als wij ons, evenals het comité
delde over een herziening van. het handels
voer Economisch Verweer, óók eens mogen
beroepen op hetgeen ons van betrouwbare
zijde Is medegedeeld), dat thans enkele
hooge ambtenaren te Berlijn onderhande
lingen hebben gevoerd. Het was een drie
manschap, en wel bestaande uit een afge
vaardigde van bet departement van Finan
ciën, een van het nieuwe economische de
partement en een van Bultenlandsche Za
ken.
Hetgeen over die onderhandelingen wordt
medegedeeld, is echter zoo ontstellend, dat
al de bezwaren van het comité er bij in het
niet verzinken. Van eenige overeenstemming
tusschen de drie onderhandelaars, die daar
toch voor Nederlandsche belangen moesten
opkomen, was te Beflijn geen sprake. Het
is bijna niet te gelooven, maar *t moet wéér
zijn: iedere onderhandelaar moet een eigen
instructie hebben gehad van zijn mlnls-
verdrag, heeft reeds sedert eenlgen tijd het
ter, waaraan hij wenschte vast te houden,
met het gevolg dat de drie heeren bet vol
maakt onderling oneens waren.
Het is natuurlijk volkomen overbodig,
hieraan nog toe te voegen, dat er van de
onderhandelingen of wil men liever:
voorlooplge besprekingen? niets is te
recht gekomen en dat het geld, aan deze
reis besteed, als weggeworpen kan worden
aangemerkt. Wat voor indruk moet men
daar hebben gekregen van de Nederland
sche handelspolitiek, of (waar we tegen
woordig toch altijd werken met afkortingen)
van de NJHJP.? Een lijn was er niet in te
vinden, want drie Instructies beteekenden:
drie afwijkende standpunten. Men beweert,
dat de Duitschers, die ook in sombere da
gen nog wel eens geestig kunnen zijn, van
de P van politiek een R hebben gemaakt,
zoodat zij nu spreken van de Nederlandsche
Handels Ratjetoe of de N. H. R. Dat po
lets in deze dagen van economischen strijd
in heel de wereld, bier te lande mogelijk
bleek, is zelfs meer dan ontstellend. Onze
anders zoo woordenrijke taai heeft zelfs
geen woord, waarmede dit naar waarde is
uit te drukken.
Het baart dan ook geen verwondering,
dat men te Berlijn aan het ministerie, thans
verklaart: van voorstellen Is ons niets be
kend!
Aangezien over de vraag, of het overtollige
botervet In de margarine moet worden ver
werkt of in den vorm van boter en kaas moet
worden uitgevoerd; de meeningen van de ge
organiseerde belanghebbenden bjj de zuivel
industrie ulteenloopen en aangezien ook op
andere punten geen overeenstemming tusschen
deze groepen is bereikt, is het voor den Raad
bezwaarlijk een oordeel uit te spreken over die
punten, waarbij het toch in de eerste plaats
om zuiver technische vraagstukken, de zuivel
industrie betreffende, gaat. Dit besluit houdt
tevens in, dat de Raad ook niet kan antwoorden
op de vraag, of bjj bet verjeenen van steun aan
de veehouderij de voorkeur moet worden gege
ven aan een menggebod van boter in marga
rine of aan een accijns op spijsvetten.
Het onvermijdelijk gevolg van een menggebod
van boter in margarine zal ook zijn, dat de
olie-industrle gedeeltelijk zal moeten worden
stopgezet, waardoor de werkgelegenheid in
Nederland wederom kleiner zal worden. Ook is
het gevaar niet denkbeeldig, dat er onderne
mingen zullen zjjn, die na dien slag den strijd
om het bestaan zullen moeten opgeven.
Naar aanleiding van het wetsontwerp tot
hulpverleenlng aan de melkveehouderij heeft de
Nijver he idsraad den Minister van Economische
Zaken en Arbeid een ultvoerlgen brief gezon
den, waaraan wjj het volgende ontleenen:
Eere wlen eere toekomt!
A. B. K., de man, die nu al la Jaar of
twintig oproerig krabbelt in „Het Volk”,
weet mooie dingen vaak op *n mooie ma
nier te zeggen.
Hij is getroffen geweest door wat hij
heeft gelezen over de begrafenis van den
arbeldersleider Albert Thomas, „een groot
burger der wereld, gelijk alléén onze al-
omvademende tijden hebben mogelijk ge
maakt.”
Het oude moedertje gaf hem het laatste
uitgeleide en zoo schrijft A. B. K.
geen konlngsvrotrwe was ooit het middel
punt van zóóveel eerbiedig ontzag; A. B. K.
heeft in den geest daarbij toegeschouwd
en hij mediteert:
„Toen begreep ik wat het beteekent.
het vierde Gebod, dat wie tot in lengte
van dagen op zijn geboortegrond blijven
wil, moet eeren Zijnen Vader en Zijne
MoederDit is de kracht
volk!"
Vader en moeder te eeren, - dat is de
kracht van een volk.
We zijn A. B. K. dankbaar voor zijn me
ditatie, maar nog dankbaarder zouden
wij hem zijn, ais hij de consequentie van
zijn overweging niet alleen zélf zou willen
aanvaarden, maar ook In den kring zijner
geestverwanten zou willen propageeren.
„Eert uw vader en moeder I”
Dit schoone gebod verdraagt zich niet
wel met het streven, den huwelijks- en den
gezins-band voortdurend losser te maken,
en steeds zeldzamer zullen de kinderen
worden, die dit gebod onderhouden, naar
mate er meer „huwelijken” worden geslo
ten In den geest van Lindsey en naar de
vrije opvatting van Wlbaut, naarmate de
kinderen meer tot het besef komen, dat
hun komst het ouderenpaar onwelkom was,
naarmate de kinderen klaarder Inzien, dat
niet hun geluk, maar het zingenot en het
egoïsme der Intusschen al dan niet ge
scheiden ouders drijfveer waren....
„Eert uw vader en moeder!”
Schoon gebod.
Maar vader en moeder moeten beginnen
met die eere te verdienen, zij moeten
haar waardig zijn en waardig blijven.
Zoo niet, dan kan de eerbied der kin
deren voor vader en moeder niet gedijen.
ondanks de groote natuurlijke groeikracht,
zoo niet, dan Is het ergste te vreezen
voor „de kracht van een volk."
Het .Alg- Handelsblad” van Zaterdag
avond 7 Mei recenseert een boek van Mevr.
Annie de Hoog-Nooy, getiteld „Als ouders
schelden”. Uit de weergave van den Inhoud
van dit moderne boek clteeren wij:
„Een mooie, levenslustige vrouw is gehuwd
met een wantrouwenden, jaloerschen man.
Eenige reden van jaloezie heeft hij zonder
twijfel, zij het, dat zijn vroüw het hebben
van flirtations rekent tot de normale vrij
heid van de gehuwde vrouw, zonder er ove
rigens aan te denken met een vanhaar
bewonderaars een liaison aan te gaan. De
man heeft niet de overtuiging, dat zijn
vrouw standvastig zal kunnen blijven en
de lezer, die van den aard der vrouw uit
den verderen loop van het verhaal een In
druk krijgt, moet hem gelijk geven. Deze
vrouw behoort tot het type van die, welke
een gelukkig huwelijksleven kunnen heb
ben en toch nog, daarbuiten om, Iets anders,
Iets bijzonders zoeken bjj een anderen man,
zonder dat zij daarom minder houden van
haar echtgenoot. Soms Is het alleen maar
het avontuurlijke, romantische, dat haar
naar andere mannen trekt, dan weer de
behoefde aan adoratie van een kunstenaar
of beroemd persoon. Dat gevoel staat in t
hart van dergelijke vrouwen geheel naast
en afgescheiden van l.aar liefde voor den
Deze bedragen stelt de Raad voorop, om aan
te toonen, eenerzüds welk een zwanen last de
invoering van de ontworpen regeling op net
Nederlandsche volk zal leggen, anderzüds dat
het op den duur niet mogelük zal blijken, om
bepaalden groepen hier te lande ten koste van
zware offers, op andere groepen gelegd, een
bestaan te verzekeren.
De Raad is van oordeel, dat, als een steun
regeling voor de veehouderü moet worden ge
troffen, deze slechts van tüdeiüken aard mag
zün en dat daardoor het herstel van meer nor
male verhoudingen zoo mln mogelük moet wor
den vertraagd.
In dit verband heeft de Raad zich af gevraagd,
of een stelsel voor individueele steunverleemng
niet de voorkeur verdient boven een regeling,
welke ten gevolg,. zal hebben, dat bedrüven,
die steun geheel kunnen ontberen of met min
der steun dan andere zün- geholpen, op den
zelfden voet zullen worden behandeld als be
drüven. die in den uitersten nood verkeeren.
Een onafwüsbare eisch. die aan eiken steun
maatregel voor de veehouderü moet worden
gesteld is deze, dat zü geen stimulans mag zün,
om de veehouderü kunstmatig op te drüven of
op peil te houden. Een dergelük stimulans moet
in elk geval worden voorkomen. De ervaring
met de Tarwewet opgedaan, maant in deze tot
voorzichtigheid.
Uit dit oogpunt bezien acht de Raad het
verkeerd, dat in het wetsontwerp wordt uitge
gaan van richtprüzen, welk principe er toe kam
lelden, dat het In de memorie van toelichting
becüferd bedrag van 38.600.000 verre zal war
den overschreden. Naar 's Raads meenlng moet
de opzet aldus worden gewüzigd, dat aan de
veehouders te verleenen steun maximaal ge
noemde som zal bedragen. De kans mag niet
worden geloopen, dat de berekende toeslagen
op de zuivelproducten voor blnnenlandsch ge
bruik later moeten worden verhoogd.
Technisch brengt menging van een eenigszins
belangrük percentage boter In de margarine
groote bezwaren met zich mede, vooral in de
zomermaanden. Ook de houdbaarheid van het
product gaat achteruit, als er teveel boter in
wordt verwerkt.
Een ander punt, waarop van de züde der
margarinefabrikanten de aandacht is gevestigd
en hetwelk de Raad geheel onderschrüft is. dat
dien tak van nüverheid bü een menggebod de
vrijheid moet worden gelaten, de boter zelf te
koopen, om zekerheid te verkrügen, dat hem
goede waar wordt geleverd. Gevreesd wordt,
dat bü dl ‘-ibutle de minder goede kwaliteiten
boter aan de margarine-industrie zullen worden
toegewezen.
Van de margarine verwerkende industrieën
zullen voomamelük de blscuitfabrlkanten de
nadeellge gevolgen van de wet tot hulpverlee
nlng aan de veehouderü ondervinden. Voor de
bereiding van haar producten kan die tak van
nüverheid zuivere margarine evenmin als ver
schillende soorten plantaardige vetten missen
Bovendien zal de prüsverhooging van de grond
stof, margarine, van grooten Invloed zün op het
product, de biscuits.
De Raad Is van meenlng, dat, indien deze
prüsverhooging gehandhaafd blüft. men voor
de blscuitfabrlkanten een uitzondering zal
moeten maken en baar margarine zonder merk
zal moeten leveren. Van zulk een beslissing zal
mogelük de consequentie zün. dat ook den ban
ketbakkerijen en den gemengden bakkerijen
eenzelfde bevoorrechting zal moeten warden
toegestaan. In dat geval dient naar de meennlg
van den Raad de biscuitlndustrie te worden
gevrüwaard tegen de onblllükheld, dat zü, die
door overheidsmaatregelen gedwongen wordt
duurdere grondsto'fen te koopen. op de binnen
landsche markt zal worden geconcurreerd door
bultenlandsche ondernemingen, welke goedkoo-
pere grondstoffen gebruiken.
„Hoe gerechtvaardigd deze reserve was.
en hoe onlogisch het moest heeten, ook na
het uitstel door de Regeerlng, toch de motie
te handhaven, aldus de afkeuring handha
vend ook voor die toekomstige periode, !s
nu wel door de feiten op de meest afdoende
wijze aangetoond.
Wat toch is het geval?
Kort na het verwerpen dezer motie, is de
heer Marchant wethouder geworden van
een zeer rijke gemeente, een der rijkste,
zoo niet de rijkste van het land: ’s-Graven-
hage.
Welnu, In deze kwaliteit van wethouder
van s-Gravenhage, heeft de heer Marchant
zélf, het voorbeeld volgend van den secre
taris der partij, waarvan hij voorzitter is,
den heer Sllngenberg te Haarlem, in den
vorm van een verhooging der pensioenbij
drage met 3% pCt., een verlaging van de
inkomsten van het personeel der gemeente
’s-Gravenhage voorgesteld en verdedigd en
dit niet alleen op grond van het feit, dat
J gemeente anders minder Rijkssteun
krijgen, maar ook met den economi-
Geen beter leerschool, maar ook geen
bitterder ironie, dan die der feiten!
Men zal zich herinneren, dat bij de al-
gemeene beschouwingen over de Staats-
begrootlng in November 1931 de heer
Marchant een motie voorstelde, waarin
werd uitgesproken, dat er ,Jn de gege
ven omstandigheden” geen reden bestond
voor de, door de Regeerlng voorgestelde
salariskorting van gemiddeld 3 pCt.
Deze motie werd ook gehandhaafd, toen
de Regeerlng, ten gevolge vooral van den
aandrang van de katholieke fractie, besloot
de korting op de salarissen uit te stellen,
zoodat de verkorte salarissen voor het eerst
men met.... Socrates en de hervormings
mannen, nog treuriger noemen wij het,
als men Christus als mede-stichter van
het liberalisme-aller-eeuwen wil laten op
treden.
Christus is niet gevallen voor de geeste
lijke vrijheid, zooals de liberalen zich deze
denken en Idealiseeren, en nog minder
voor „de erkenning en de eerbiediging van
het recht der menschelljke persoonlijk
heid” naar de liberale opvatting.
Christus kwam op aarde brengen de
Goddelüke wijsheid en de eeuwige waar
heid, welke de menschheld knielend aan
vaarden moest.... tot haar heil.
Christus predikte géén „vrijheid van ge-
van geweten, van overtuiging,”
Christus predikte, Christus was
held, en buiten Hem was
niet.
Tot schrijverij, als welke
De lib. „Avondpost,” welk blad zich om
zijn ethisch-religieusen inslag vaak met
voldoening lezen en waardeeren laat, be
toogt in een artikel „De liberale gedachte”,
dat het liberalisme ondanks alle som
bere en minder welwillende voorspellingen
en verklaringen nog steeds springle
vend Is.
Als men maar goed weet te onderschei
den, behoeft men het blad in dit betoog
geenszins geheel ongelijk te geven.
Maar dat terzijde.
Ons trof in het betoog een passage, wel
ke dienen moest om de oer-voortreffelijk-
heid van het liberalisme aan te toonen,
maar waarin terloops een enormiteit gede
biteerd wordt, welke niet on-gesignaleerd
blijven mag.
Ziehier de passage in kwestie:
„De liberale gedachte, de ideëele, geeste
lijke, wijsgeerige inhoud van het Liberalis
me vindt zijn geboortebewijs vlak bij dat
van de menschheld zélve.
Toen Socrates den gifbeker dronk, en
niet wilde buigen voor zijn rechters, stierf
hij voor het beginsel der geestelijke vrij
heid. Jezus van Nazareth viel voor dat
zelfde vrijheidsbeginsel, omdat hij gepre
dikt had: „Gij hebt gehoord wat tot de
ouden gezegd is, maar Ik zeg u....!” De
christenvervolgingen, later, brachten den
marteldood van velen, die volgden de stem
van overtuiging en geweten. De Hervor
ming hoe zeer ook verscheidenen van
dageraad van bevrljdlng be-
r zelf als geestelijke Inquisi
teurs optraden was een vrijheidsbewe
ging. Als Willem van Oranje en, nog méér,
de grootste van alle Oranje’s, de Konlng-
Stadhouder, hun historlschen strijd voer
den, dan, al wederom, geschiedde dit voor
het groote vrijheidsbeginsel: vrijheid van
geloof, van geweten, van overtuiging. De
geheele geschiedenis der menschheld door
is het dezelfde heroïsche worsteling:
om de geestelijke vrijheid, om de erken
ning en de eerbiediging van het recht der
menschelijke persoonlijkheid.”
De invoer van boter in
1913
54.000
In de jaren na den wereldoorlog heeft de
boterlnvoer In Duitschland een groote
vlucht genomen. Men wil ons in Duitsch
land nu te verstaan geven, dat dit een
abnormale toestand was. op het verdwij
nen waarvan dat buitenland zich maar bij
tijds had moeten voorbereiden, tegen het
tijdstip n.l. dat Duitschland op het gebied
der botervoorzienlng „zichzelf zou worden”.
Hoe deze dingen nu precies liggen, daar
over geeft volgend staatje (ontleend aan de
gegevens van de Dultsche invoerstatlstiek)
een inzicht:
Zijne
van een
Daaruit blijkt dat Nederland en het Kei
zerrijk Rusland steeds (trouwens reeds lang
voor den oorlog) de grootste boterleveran-
.clers van Duitschland zijn geweest en te
vens zelfs practisch de eenigste leveran
ciers waren (48 van de 54 millioen K.O.
kwam uit Nederland en het oude Rusland).
Na den oorlog is het anders geworden en
er zijn eenige nieuwelingen op de Dultsche
botermarkt verschenen, m. n. Denemarken,
Finland, Estland, Letland en Litauen. Deze
zijn er bij gekomen, want onze boter heeft
zich nimmer laten verdringen, integendeel,
in vrije concurrentie met de andere boter-
leversnciers zijn importquantum weten op
tee voeren.
Wanneer er intusschen sprake is van
abnormale, wat dan in het oor van den
Duitschen agrariër klinkt als „ongezonde”
uitbouw van den Duitschen boterlnvoer,
dan is dit een odium, dat in elk geval niet
zoodat het Meicijfer voor den Russischen
import bijzonder groot moet uitvallen.
Deze toename van den Invoer van Rus
sische boter is een gevolg van het feit, dat
deze bij den tnvoer en de betaling* wordt -
voorgetrokken. Zoo Is bekend, dat de Rus
sische boterleveranties niet aan de devisen-
regellng onderworpen zijn, daar de betaling
meestal in Marken plaats heeft en de ten
deel vallende bedragen ter dekking van
Russische wisselverpllchtlngen gebruikt
worden.
Zooals bekend, is voorts aan alle meest-
begunstlgde landen, waartoe ook Rusland
behoort, op grond van het Finsche han-
delsverdrag een douanecontlngent van
5.000 ton tegen een invoerrecht van 50
Mark per 100 K.G. toegestaan, waarvan
echter maar ten hoogste 500 ton per maand
ingevoerd mag worden. In handelskringen
Is men echter tot het vermoeden gekomen,
dat Rusland speciale toestemming heeft
van 500 ton te overschrijden en dat voor
Rusland alleen het jaarcontlngent geldt.
Er werd naar schatting In de maand April
n.l. 700 ton Russische boter ingevoerd en
al deze leverlngen zouden tot nu toe uit
sluitend tegen het tarief van 50 Mark be
handeld zijn. Daardoor konden Russische
offerten In den laatsten tijd zoo buitenge
woon^ laag worden gehouden: nog aan het
eind van de afgeloopen week bedroegen zij
slechte 116 R. M vrij Berlijn!
Zoo verklaart men in Duitschland het
goedkoope aanbod van bultenlandsche
lees Russische boter, dat momenteel op
den Duitschen boterprljs drukt. Daarvoor
zorgt het systeem. Den Duitschen agrariërs
gaan thans de oogen open. Ze zijn teleur
gesteld. ontgoocheld. De verhoopte extra
winst, die dit douanesysteem den Duitschen
boer zou brengen, blijft uit.
Maar voor den Nederlandschen boer be
zorgt deze druk van het „goedkoope aan
bod bultenlandsche boter” op de Dultsche
markt een niet meer te overzien verlies. Bij
een Duitschen boterprljs van 1.13 Mark per
pond en bij onze gemiddelde April prijzen
van pijn, 1.per K.G. werkt het Dult
sche invoerrecht dat onze boter boven ons
schamele contingent moet betalen, als een
formeel invoerverbod. Men kan het ook an
ders zeggen. De laatste weken betaalde
onze boter bij Import in Duitschland het
berekende gemiddelde Invoerrecht van 75
RM.,; maar blijkens de pas verschenen cij
fers van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek schrompelde onze boterultvoer naar
Duitschland over April j.l. in tot netto 630
ton (vorig jaar April nog 1700 ton) en dat
In een der twee topmaanden van onzen
boterverkoop naar Duitschland!
Nu komt Mei. Het mooie weer doet de
boterproductle opnieuw aanzwellen. De
laatste veertien dagen Is de Leeuwarder
Commissienoteering met 18 ets. gedaald tot
82 ets. per K.G. Hoe komt dit? Het meer
dere moest nu naar Duitschland, over de
Invoerrechten van 75 Mark, van 100 Mark
heen, met het directe gevolg dezer prijsver
laging.
Denemarken, dat niet zoo’n omvangrijk
blnnenlandsch boterdebiet heeft als wij
(dat de aanhoudende prijsverlagingen na
eenlgen tijd door toenemende consumptie
kan opnemen), dus steeds op export Is aan
gewezen, m. n. naar Duitschland, zit thans
reeds op een boterprljs van 74 >4 ct. per
K.G.
Men zit thans in de Tweeds Kamer aan
een steunregeling voor de melkveehouderij
te werken. De regeerlng moet straks haar
ontwerp verdedigen. Op welke basis? Aan
de hand van welke vaste gegevens, zoolang
Duitschland voortgaat, onze boterprijzen af
te tappen?
Zoolang de Dultsche boterpolltiek voort
gaat, aan Rusland ca. cadeautjes te geven
op kosten van onzen export, zal de prljs-
afbraak van Leeuwarden en Kopenhagen
nooit tot stilstand kunnen komen.
Tot het Inzicht, dat het Dultsche afzet
gebied speciaal voor onze boter een levens
kwestie is, en dat de Dultsche botermarkt
bet lot onver prijzen bepaalt, schijnt onze
regeerlng nog niet gekomen te zijn.
deze
zou
schen toestand als uitgesproken motief.
In.de rede toch, waarin de heer Marchant
deze korting verdedigde, verklaarde hij, dat
de economische en flnancieele toestand,
naar zijn wijze van zien geen enkel licht
punt biedt, en dat hij daarom met vrees en
beven de toekomst tegemoet ziet. Hij voeg
de er aan toe, dat het gemeentebestuur
enkele toezegging kan doen, dat de
thans ingevoerde korting niet door verdere
zou moeten worden gevolgd, want, zei hij,
de flnancieele toestand is nu slecht, en:
„het is de phcht der democratie om te
trachten te verhinderen, dat de toestand
zoo wordt, als hij thans In Duitschland is.”
Men versta ons wel: wij maken den heer
Marchant geenszins een verwijt van zijn
thans blijkbaar veranderd Inzicht. Integen
deel. het eert den regent In hem, dat hij zoo
openlijk voor dit veranderde Inzicht is uit
gekomen. Wanneer wij echter bedenken,
met welk een hoon en spot degenen werden
overladen, die nog slechte een half jaar ge
leden, weigerden te stemmen voor een mo
tie, welke de salariskorting óók afkeurde
voor een toekomstige periode, waarvan ge
bleken is, nu zij Intrad, dat zij den voor
steller der motie zelf noopte, salariskorting
voor te stellen, dan hebben wij toch wel
het recht op deze ironie en deze les der fei
ten te wijzen, ook al laten de omstandig
heden niet toe dit te doen met de Mephls-
tophellaansche opmerking: „Héb' ich doch
het gebod, om melk in brood te verwerken.
Een dergelük voorschrift leidt tot een ver
hooging van den prijs der allereerste levens
behoeften en zal daardoor weer het proces, om
tot een verlaging der kosten van levensonder
houd te komen, tegenhouden. De Raad aarzelt
dan ook niet, om dezen maatregel, door welken
een brood van 800 gram tot pijn. 3 ct. in prijs
zal kunnen stügen. ontoelaatbaar te noemen, in
het blzonder, nu de broodprijs door de Tarwe
wet kunstmatig is verhoogd en men reeds ver
neemt. dat door den te verwachten grooteren
oogst van binnenlandsche tarwe aan een verdere
prüsverhooging op grond van de Tarwewet
niet zal kunnen worden ontkomen. Tegen dit
06 bU voorb“t verzet bijltje er bij neergelegd. Waarom dit Is ge-
Zielkundig Is het reeds een dwaasheid te
beweren, dat naast echte liefde voor een
echtgenoot nog zelfstandig plaats is, zon
der conflict, voor minnarijen met een an
der. Een mensch is een eenheid, ondanks
veel schijn van uiterljjke tegenstrijdigheden.
En zeker In 't liefhebben is de eenheid der
ziel de kracht der liefde, die haar demon
stratie heeft in de trouw.
Maar daarom te meer spreekt uit een
geest, als hierboven geschetst, ook zulk een
zedelijke verwording.
Wij vestigen daarop nu weer eens de aan
dacht, omdat wij op het lezen van boeken
geattenteerd worden door de z.g. boeken
week. Wij kunnen niet genoeg aandringen
op het bewaren van onze heiligste volksgoe-
deren ook in de litteratuur.
Wjj kunnen niet genoeg er op aandringen,
dat ouders èn andere opvoeders én de be
sturen van onze leeszalen èn tenslotte onze
boekhandelaren zich van hun groote ver
antwoordelijkheid ten deze bewust blijven.
Van de Overheid kan men hier niets ver
wachten. Wat In vele boeken tot uiting
komt, is kortweg slecht, .zonder dat daar
om de Overheid nog ingrijpen kifh. Effectie
ve censuur, tegelijk geogrlofde censuur,
kan alleen door gezin en maatschappij
beoefend worden.
op Nederland drukt, dat op de Dultsche
botermarkt de oudste en tot op den dag
van vandaag de meest sollede brieven
heeft. Denemarken b.v. heeft zijn boterln
voer naar Duitschland na den oorlog ver-
twintigvoudigd, de „andere landen" ver-
zevenvoudigd. Sovjet-Rusland heeft zich
laten verdringen, maar in Letland, Litau
en, Estland. Polen heeft zich een nieuwe
zuivelexportindustrle, vnl. op Duitschland,
ingesteld.
Wat geschiedt nu onder de vlgueur van
de huidige Dultsche handelspolitiek inzake
boter gelijke douanecontlngenteerlng
van max. 500 ton per maand per land en
Devisenafgifte, niet per land, maar per ar
tikel?
Ie. Denemarken en Finland, die vóór den
oorlog le0er 2000 ton jaarlijks In voerden,
krijgen tnans ieder 5000 ton toegewezen.
2e. Het Russische botergebied, dat voor
den oorlog 30.000 ton invoerde maar na
den oorlog' in vijf staten uiteen viel, doch
het niet verder wist te brengen dan 39.000
ton, krijgt 5 x 5.000 ton 25.000 ton toe
gewezen.
En Nederland, dat vóór den oorlog reeds
18.000 ton In voerde en in 1929 31.000 ton,
krijgt 5.000 ton toegewezen!
Het principe, waarvan deze politiek uit
gaat, is willekeurig en de grootste boter-
importeur met de oudste brieven, Neder
land, wordt eenvoudig opgeofferd, nog niet
eens aan de eigen binnenlandsche zuivel
industrie van Duitschland, maar aan een
politiek „met den komenden en gaanden
man" op de Dultsche boterimportmarkt.
Hoe het bij deze boterpolltiek thans toe
gaat kan het ook anders, waar het prin
cipe willekeur Is? moge den lezer duide
lijk worden uit mededeellngen van de
..Deutsche Landwlrtschaftsrat”. Deze be
klaagt zich over het feit, dat ondanks den
gerlngen binnenlandsche aanvoer en de
huidige Invoerrechten de priizen te Berlün
en Hamburg zoo laag blijven en wijt dit
aan de goedkoope bultenlandsche aanbie
dingen, m. n. die van Rusland.
„De Russische boterexport naar Duitsch
land Is den laatsten tijd sterk toegenomen.
De Invoer over April wordt op 700 ton ge
schat, terwijl In de maanden Februari en
Maart maar 379 resp. 308 ton Russische
boter Ingevoerd werd. In de eerste dagen
van Mei waren zelfs nog aanmerkelijk
grootere leverlngen van Russische boter
over Hamburg en Stettin te vermelden.
de
post” zich veroorloofde, komt men, als de
vaste normen van geloof en godsdienst
zich vervagen In ethische aandoeningen.
Ten bate van de Ned. Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer zullen
postzegels verkrijgbaar gesteld worden in de frankeerwaarden van 2%,
12% cent.
Het telegram. Inzake den boter-export
naar Duitschland, door het comité Econo
misch Verweer gericht aan den minister
van Bultenlandsche Zaken, onthult in-
dlen hetgeen het comité van betrouwbare
zijde vernomen heeft waar is toestan
den Op het gebied van onze handelspolitiek,
die eenvoudig ontstellend zijn.
Onze boter-export naar Duitschland
wordt volgens het thans geldende systeem
vernietigd. Drie maanden geleden doet het
comité djn minister-president voorstellen
toekomen, waardoor mogelijk wijziging in
de Dultsche Invoerbeperking te brengen zal
zijn. Op 12 Maart. 15 April en 6 Mei schrijft
het comité daarover nogmaals aan de
regeerlng, maar er gebeurt niets.
Ja, toch, de regeerlng dient bij de Twee
de Kamer een wetsontwerp in tot steun
aan de melkveehouderij, waarbij een
hooge indirecte belasting dienst moet doen
om het benoódlgde geld te krijgen. Deze
steun is volgens den minister noodlg, om
dat de export sterk verminderd Is.
De. Nljverheldsraad waarschuwt met klem
tegen dit wetsontwerp. De oplossing van het
zuivelvraagstuk is volgens den Réad alleen
gelegen in den export van de zuivelproduc
ten en daarom moet de regeerlng vóór alles
hare aandacht op dat punt gevestigd blij-,
ven houden. Elke gelegenheid, die zich
voordoet, moet door de regeerlng worden
aangegrepen om dien export niet alleen op
peil te houden, doch hem verder tot rede
lijke verhoudingen op te voeren. Men
schijnt daar eenvoudig niet aan te denken,
want men heeft voorstellen, waardoor de
export tot redelijke verhoudingen kan wor
den opgevoerd, maar na drie maanden weet
men er te Berlijn aan het Landwirtechafts-
minlsterium nog niets van. Nooit van ge
hoord, zegt men daar.
Wordt er dan werkelijk niets gedaan om
It
et
!t
ie
k