Prikkeldraad Steun Scheepvaart Van de Pers-tribune De Pachtwetten WERKTIJDENBESLUIT VOOR WINKELS F F Rondom haar verwerping regeling Ze kunnen niet wachten uw inkomen Tegen de demo- kratie en anti- nationaal Nog een en ander over nieuwe p „Betaal uit Raadseltje VRUDAG 20 MEI V TOESTAND EISCHT MAATREGELEN AZAe/pen o<m klont voor een rusttyd *- nt te Staat zal crediet verleenen Verplaatsing van den vryen halven dag naar een feest dag in de week Afwyking van de arbeidslijst Arbeid aan winkel- interieur De inwonende filiaal houder 53 de desen en a ff e s i I I I zijn I 1 i i. t t b 1 B B rs i. Ie heer Albarda maakt dat volstrekt ónmogelijk; tenzij andere elementen In de partij hem désavoueeren. Regeeren met de kans, dat men door de genen. op wie de regeering steunt, in den het als de andere winkelbedienden: d. W. z. Het afhelp-halfuurtje Het afhelp-halfuurtje mag voortaan niet alleen gebruikt worden voor het bedienen van degenen, die bij het sluiten van den beid verricht, en vrije halve dag wol <r\ i et A A I- !fS tn en te. ui bet tr- neelvoorstelllngen mogen bedienden, die daarmede sijn belast, ook op de eerste vijf werkdagen van de week gedurende 11 uur In totaal werken, met dien verstande, dat het weekmaxlmum blijft bepaald op uren. te onderzoeken en een voorstel te formu- leeren, waarover in den gedachten zou kunnen pen moet tot aan het In werking treden dier steunwet. Zou het daarom niet mogelij- zijn, zoo wagen wij te vragen, dat de Minister van Economische Zaken, in zijn Memorie van Beantwoording op het Voorlooplg Verslag der Kamér inzake de Steunwet, de onver wijlde indiening van zulk een garantie wet aankondlgde? Dan kon men, in afwachting van de aanneming van zulk een maatregel, alvast met den opslag in de koelhuizen be ginnen. Zulk een mededeeling ware op haar plaats, omdat die tusschenmaatregel voor waarde schijnt voor het slagen van den voorgenomen steunmaatregel. En ten slotte rijst, in verband hiermee, opnieuw de vraag, of het niet noodzakelijk is de algemeene bevoegdheden der Regee ring uit te breiden. Zij het, als bij de Duit- sche noodverordeningen, met goedkeuring der Staten-Generaal achterna. Wij vreezen, dat men anders altijd achter de feiten blijft aanloopen, nu de omstan digheden zóó snel veranderen. rug zal worden aangevallen dat kan niet. Regeeren met de kans, dat een deel der regeerders een beroep doet op de straat dat kan ook niet. En dat kan tn tijden van zwaren nood nog veel minder dan anders. Begrijpt deze leider van een kwart uit ons volk in desen geweldigen tijd zijn po sitie niet?” Nederlandscbe reederljen om Staatssteun, als uit verzoeken om hulp van de zijde van in- dlvldueele maatschappijen. Voorop gesteld moge worden, dat men In het scheepvaartbedrijf met moeilijkheden te kampen heeft, welke vermoedelijk niet van voorbljgaanden aard zullen zijn. De Ne<Jerland- Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging en verhooglng van het tiende hoofdstuk en wijziging van het zevende hoofdstuk B der RÜksbegrootlng voor het dienstjaar 1933; wij ziging der wet van 4 Februari 1932 tot aan wijzing van de middelen tot dekking van de uitgaven, begrepen In de RÜksbegrootlng voor het dienstjaar 1933 (Behartiging van de Na tionale Bcheepvaartbelangen). In een discussie met partij genooten over de waarde, die aan een uitspraak van stembus en van Kamer gehecht moet wor den, heeft de soc.-dem.-lelder Albarda aan leiding gevonden, zijn standpunt ten deze nog eens duidelijk te formuleeren, en wél in de „Soclaal-Demokraat." Ziehier een belangrijke tirade uit uiteenzetting: Hulp aan de K.H.L. In aansluiting aan de voorgaande publi catie volge hier *t slot van ons overzicht over de wijzigingen, die per 1 Mei J.l. zijn aangebracht In het Werktijdenbesluit voor Winkels. Oprichting financierings maatschappij De toelichting zegt o. a.: De noodtoestand, welke in een groot deel van de Nederlandscbe zee-scheepvaart is in getreden. beeft er toe geleld, dat de Regee ring zich genoodzaakt heeft gezien, maatre gelen te beramen, ten einde te voorkomen, dat hier een van onze belangrijkste takken van bedrijf aan den ondergang wordt prijsgegeven. Deze maatregelen vinden hunne belichaming in eene speciaal op te lichten financierings maatschappij voor de scheepvaart, waarvan de meerderheid der aandeelen in handen der re geering zal zijn en welke In bet bijzonder zal werken met voorschotten uit "s Rijks kas. De regeering gaat verder na de oorzaken die lelden tot uitbreiding van de wereldvloot. Thans is de situatie zoo, dat 54 pet. der we- reldvloot zich bevindt In handen van reederjjen, gevestigd In landen met een gedeprecieerde va luta. Nederland, dat ruimschoots zjjn aandeel had In de uitbreiding van de wereldvloot, kwam daardoor in een uiterst precaire situatie te ver keeren. Voor menige scheepvaartmaatschappij Is de toestand nagenoeg onhoudbaar geworden en voor een groot deel der Nederlandscbe ree derljen mag de toestand zóó geschetst worden, dat onder gelijkblijvende omstandigheden uit oefening van het bedrijf vrijwel onmogelijk wordt. Dit is der Regeering overtuigend ge lden wij goed, dan zou het aanbeveling verdienen om een deel van de thans te over vloedige boter uit de markt te nemen, door opslag in koelhuizen, om deze dan na den zomer geleidelijk in het verkeer te brengen. En daarnevens zou verruiming van den uit roer baat brengen. Mogen we even de aandacht van onze lezers vragen voor enkele citaatjes? Hier komen ze: „Door een uitermate onbillijke, volstrekt on-proportloneele boter-contlngenteerlng zijn in Duitschland de Nederlandscbe ex porteurs evenzeer benadeeld als de Austra lische en Russische bevoordeeld; zoo krij gen de anderen, die vroeger niet tegen ons konden concurreeren, de baan vrij. En die andere landen zijn in de verste verte niet zulke goede klanten van Duitschland, of zulke goede betalers als Nederland, dat Dultschland's allerbeste afnemer Is en veel meer in voert dan uitvoert.” „Is het geen schande, dat, terwijl al onze schulden op de meest coulante wijze be taald worden, een zeer aanzienlijk deel der leveranties aan Duitschland onbetaald blijft? Had onze regeering op eenlgerlel wijze hierin niet sinds lang moeten voor zien; had zij ook de sinds 1930 (Dultsch Flnsch arrangement) on-proportloneele boter-contlngenteerlng niet met effectieve middelen moeten voorkomen?” „Terwijl onze regeering in gebreke blijft, is het comité voor economisch verweer (d. w. z. de geheele georganiseerde landbouw die op den vollen steun der geheele Ne- derlandsche industrie kan rekenen) sinds ettelijke maanden in actie.” „Desnoods schrikke men zelfs voor paar denmiddelen niet terug. Aangezien Duitsch land zooveel meer aan ons levert dan van ons betrekt, kan het voor een regeering, die zichzelf respecteert, niet moeilijk zijn, onze exporteurs te behoeden voor gepaten teerde buitenlandsche wanbetaling." „Er zijn verschillende wegen, om tot dit doel te geraken, denkbaar. Maar zij moe ten bewandeld worden. Een regeering, die den bestaanden toestand laat voort zieken, brengt niet slechts de welvaart van het eigen volk in het allergrootste gevaar, maar mist elk zelfrespect. Het Nederlandscbe volk wacht, met een mengeling van angst en verontwaardiging. Wat doet onze regeering? Wanneer verne men wij, dat zij zij het dan ook veel te laat positieve resultaten bereikt heeft?” Nu geven wij u te raden:' uit welk blad hebben wij deze opgewon den citaatjes geknipt? v Tenslotte is in het nieuwe werktijdenbe sluit voor winkels de volgende nieuwe be paling opgenomen: Als een bediende in een winkel op het tijdstip van aanvang van een zijner rust tijden bezig is met het bedienen van een klant, mag hij afwijken van het voor hem Tenslotte mogen bedienden, mannelijke en vrouwelijke, van 18 jaar of ouder, kap persarbeid voor tooneelvoorstelllngen ver richten Op Zondag tusschen 12 uur des middags en 11 uur des namiddags, en door de week tusschen >K en 11 uur. In verband met kappersarbeid voor too neelvoorstelllngen mogen bedienden. „De vergadering van den Partijraad der RK. Staatspartij, kennis genomen hebben de van de verwerping van het ontwerp Pachtwet door de Eerste Kamer der Sta ten-Oeneraal; constateerende. dat deze verwerping me de is veroorzaakt, doordat zes R.K. leden dier Kamer tegen het ontwerp hun stem hebben uitgebracht; overwegende, dat het partijprogram 1929 der RK. Staatspartij elscht „herziening van de wettelijke regeling van het pacht- contact, ter verzekering van de belangen en rechten der pachters," en dat door het ont- werp-pachtwet aan dezen eisch werd be antwoord; betreurt ten Zeerste, dat zes RK. leden der Eerste Kamer desondanks hun stem te gen het ontwerp-pachtwet hebben uitge bracht; besluit deze motie te publlceeren in de Pers en gaat over tot de orde van den dag. „Wij betreuren deze uiting van den leider der SDA.P. zeer uit nationale overwegin gen. En het troost ons daarbij slechts matig, dat zeker niet alle partljgenooten ook niet die in Bestuur en Kamer «het met hem eens zijn. Wat toch is het geval? Bij den al ernstiger wordenden economl- schen toestand, van de wereld en van ons land al mede, zien wij het uur naderen, waarop de vorming van een Kabinet met minstens uit alle groote partijen verre de beste oplossing zou zijn. Allen saam moeten onmiddellijke ver antwoordelijkheid dan dragen gaan. Maar een uiting als nu van den Algemeen wordt geklaagd, dat het den grooten nood in aanmerking genomen zoo vreeselijk langzaam gaat met de steun- verleening aan de melkveehouderij. Het* wetsontwerp liet maanden op zich wachten en nu duurt de schriftelijke ge dachtenwisseling tusschen Regeering en Kamer weer zoo lang. En intusschen blijven de boterprljzen da len, zoodat bet steeds moellljker wordt straks door prijszetting een prijspeil te verkrijgen, waarbij een redelijke opbrengst voor de melk verkregen wordt. Aan de „Standaard” merkte men nu uit deskundigen kring op, dat er noodlg wat gedaan moest worden tusschen vandaag en het tijdstip, waarop de in behandeling zijn de steunwet In werking zou kunnen treden. verkiezing per algemeen kiesrecht, evenre dige vertegenwoordiging en stemplicht een Kamer wordt samengesteld, die beslist in tegenstelling met den wil der groote massa van het volk. En in zoo’n geval heeft het volk volgens hem dan recht om zich te doen gelden tegen den wil der Kamer. Hoezeer Albarda door deze verklaring in strijd komt met de elschen der demokratie, blijkt reeds terstond, als we slechts deze twee vragen stellen: hoe is het met ons kiesstelsel mogelijk, dat zulk een situatie ontstaat? en hoe kan men constateeren, of Inderdaad „de groote massa des volks” afwijkt van een besluit der Kamer? Het ontstaan van zoo’n situatie kan men toch niet aannemen, zonder het algemeen kiesrecht als voorwaarde of orgaan van de demokratie in den hart-ader aan te tasten, en als men het bestaan van zoo’n situa tie constateeren wil, kan dit toch alleen maar geschieden uit straat-demonstratles, protestmeetings, kranten-mlsbaar, allemaal dingen, die veel onzuiverder graadmeters zijn dan algemeen kiesrecht. Derhalve richt „De Nederlander” tegen den heer Albarda het verwijt van een dub bel verraad aan de demokratie. Nog belangrljker is ol. echter de volgen de opmerking, welke genoemd blad naar aanleiding van Albarda's Jongste uitlating maakt: Als de vrije halve dag van een bediende In een week, waarin een algemeen erkende Christelijke, een Roomsch-Katholleke of een Israëlletlsche dan wel een nationale of een plaatselijke feestdag valt, op dien feest dag wordt gegeven, mag de bediende ge durende de tijdruimte, die de arbeidslijst of de rooster als vrijen halven dag voor hem in die week vermeldt, arbeid verrich ten, onder voorwaarde, dat naast de ar beidslijst of den rooster een door het hoofd of den bestuurder der onderneming of een door dezen daarmede belast persoononder- teekend geschrift Is opgehangen, waarop is aangegeven welke werktijdregeling voor hem gevolgd wordt tijdens den halven dag, waarop hij Ingevolge het hier bepaalde ar- op welken feestdag de >rdt gegeven. Reorganisatie der be trokken reederyen Er zal in het algemeen geen steun verleend worden, dan nadat de betrokken maatschappij een aannemelijk reorganisatieplan heeft inge- dlend, waarvan de uitvoering verzekerd is en dat eene voldoende bezuiniging waarborgt. Voorts zal van geval tot geval moeten worden nagegaan, of samensmelting of een andere vorm van nauwe samenwerking tusschen de hulpbehoevende maatschappijen mogeltjk is en betere resultaten voor de toekomst waarborgt en ten slotte zal geen steun mogen plaats vin den in een vorm, die de lasten van het budget te veel verzwaart, of door ongedekte voorschot ten het Staatscrediet in gevaar brengt. De te verleenen credleten zullen dus alleen tegen za kelijk onderpand en tegen eene billijke rente vergoeding mogen worden verstrekt. Teneinde den bovenstaanden drieledlgen eisch zoo goed mogelijk te kunnen verwezenlijken en toch anderzijds aan de scheepvaart den tjjde- UJk onmlsbaren steun niet te onthouden. Is het wenschelljk, dat overgegaan wordt tot de op richting van eene onder objectieve scheep vaartkundige leiding staande maatschappij, die haar werkkapitaal grootendeels zou moeten ont kenen aan een Rfjksvoorschot en die om die reden onder Regeerlngstoezlcht moet staan. Het maatschappelijk kapitaal zal op 5.000.000 bepaald worden, waarvan de meerderheid. t. w. ƒ3.600.000, in handen van den Staat zal zljr» Behalve de Staat kunnen scheepvaartmaat schappijen aandeelhouder zijn; de maatschap pijen, welke een voorschot krijgen, zullen ver plicht zijn aandeelen te nemen. De vennootschap wordt bestuurd door eene directie, bestaande uit ten hoogste twee direc teuren. winkel of den kapperssalon voor het pu bliek, daarin reeds aanwezig waren, maar ook voor het daarmede verband houdende opruimen.. Als het verrichten van arbeid, bestaande in den verkoop van brandstof en smeer middelen enz. voor voertuigen en den ver koop van winkelwaren ten behoeve van doorgaande schepen, van kappersarbeid voor tooneelvoorstelllngen of van arbeid aan het Interieur van een winkel, het noodzakelijk maakt, dat wordt af ge weken van de voor bepaalde personen geldende arbeidslijst, dan mag Incidentieel voor de betreffende personen een andere arbeids regeling worden aangehouden, maar dan moeten daarvan aanstonds aanteekenlngen worden gemaakt, die gedurende drie maan den beschikbaar moeten worden gehouden ter Inzage door de Arbeidsinspectie. Wat dit laatste betreft, zal het wel tot vechten moeten komen, willen we iets be reiken. Aan het resultaat van „vertoogen” bij buitenlandsche regeeringen gelooven we niet. Maar laat dit dan niet te lang uit gesteld worden, als men er hulp van ver wacht. Immers, als men denkt er iets mee te kunnen winnen, dan moet men het doen, zoolang er nog iets te behouden is. En niet wanneer de afbraak geheel of bijna geheel voltooid zou Zijn. De opslag in koelhuizen, in een mate die thans werkelijke verlichting brengen zou. zal waarschijnlijk garantie van de zijde der Regeering noodlg maken, in den geest als voor de eieren voorgesteld werd. Maar dat elscht weer een wet. Zonder wettelijke machtiging kan de Regeering niets doen. En zulk een wet kan weer niet eerder tot stand komen dan de reeds in be handeling zijnde Steunwet, terwijl de tus schenmaatregel juist sou moeten dienen Ziekte van den patroon Bij ziekte van den patroon behoeft de mannelijke of vrouwelijke bediende van 18 jaar of ouder, die hem vervangt, zich niet aan de bepalingen van het werktijdenbe sluit te houden. (Jongere bedienden, die den zieken patroon vervangen, moeten zich voortaan wel aan het werktijdenbesluit houden). Het is niet meer noodlg kennis te geven aan de Arbeidsinspectie, wie den patroon vervangt. Voldoende is het, de vervanging onverwijld bekend te maken door het op hangen naast de arbeidslijst of den roos ter van een desbetreffend geschrift, waar in tevens is vermeld den naam van den persoon, die den patroon vervangt. De citaatjes zijn geknipt de lezer bou de zich vast, dat hij niet omvalt, en be reide zich op het ongelooflijkste voor’ uit een hoofdartikel in.... „De Vrijheid,” het offlcieele orgaan van de Nederlandscbe liberalen I T Kan verkeeren, zei Breeroo. En met dat „verkeeren” kunnen wij in dit geval natuurlijk uitstekend genoegen nemen. Het kan ons slechts voldoening schenken en het kan ons slechts bemoedigen, dat de liberalen, onder den drang der omstandig heden, eindelijk zij het dan ook veel te laat hebben ingezien, hoe verkeerd en antl-natlonaal zij stééds gehandeld hebben, door alle overheidsbemoeiing met onze handelspolitiek uit den booze te ver klaren en te contrarieeren; we kunnen blij zijn om de bekeering van zóóveel ver stokte zondaars. Maar dat diezelfde zondaars nu zoo’n toon aanslaan, kijk! dat lusten we toch niet graag. Ze mogen als bekeerlingen onder ons wonen, goed! maar praatjes kunnen van hen niet worden afgewacht. ’t Is Immers voor t grootste deel hun schuld, dat Nederland alle handelspolitiek bleef» missen en daardoor zoo diep in de misère raakte. „Van de Woestljne neemt slechts de mo gelijkheid aan van een tegenstelling tus schen den wil der regeering en dien des volks. Naar onze meenlng is het evenmin uitgesloten, dat een beslissing der volks vertegenwoordiging indruischt tegen den wil van de groote massa des volks. Indien dit het geval is bij een beslissing, die het bestaan en het leven van het volk geldt, zal geen enkel staatsrechtelijk betoog en geen enkel beroep op de beginselen der de mocratie het verzet van het volk kunnen De achteruitgang In het scheepvaartbedrijf Is uiteraard ook niet zonder invloed gebleven op den gang van zaken bij den Koninklijken Hollandschen Lloyd. Deze zal ook nadat de reorganisatie, waartoe hij verplicht is. zal zijn tot stand gekomen, niet zonder verdere hulp kunnen voortbestaan. De Regeering is van mee nlng. dat deze hulp alleen verschaft zal kun nen worden op de wijze, welke door het aan hangige voorstel wordt mogelijk gemaakt. Het overleg, dat de directie van den Ko ninklijken Hollandschen Lloyd met de Regee ring ter zake heeft gepleegd, heeft geleld tot een reorganisatie-voorstel. waarover thans over eenstemming met de crediteuren en de aan deelhouders dier vennootschap moet worden verkregen. Dit voorstel omvat o. a. de voorwaar den. waaronder de Regeering bereid Is aan eene regeling voor de schulden aan den Staat uit hoofde van de verstrekte kasvoorschotten mede te werken. Wat den Staat betreft, kan hier reeds worden medegedeeld, dat in principe geen afstand kan worden gedaan van de vor dering op den Koninklijken Hollandschen Lloyd. In verband met de verschillende omstandighe den, welke niet konden worden voorzien, heeft de Staat echter gemeend een offer te moeten brengen in dien zin, dat voor zijne vordering genoegen genomen kan worden met eene re geling, waarbij verkregen worden 1.337.500 aan inkomstobligatiën en 3.562.500 aan uit winst af te lossen renteloose amortlsatle- bewijzen. De Regeering is van meenlng. dat bet haar door den Koninklijken Lloyd gedane voorstel aanvaardbaar Is. Het ligt uiteraard In de bedoeling, dat de bestaande overeenkomst met den Koninklijken Hollandschen Lloyd wordt opgezegd, zoodat het kasvoorschot voor het tweede halfjaar komt te vervallen. Eventueele nadere voorwaarden voor nieuwe credleten aan den Koninklijken Hollandschen Lloyd zullen te zijner tijd door de op te richten flnancierings-maatschapplj gesteld moeten worden. In de gegeven omstandigheden heeft de Re geering geen bedenkingen tegen het feit, dat de reorganisatie van den Koninklijken Holland schen Lloyd, naar alle waarschijnlijkheid, op bleken, zoowel uit een algemeen verzoek der 31 Mei as. nog niet zal zijn voltrokken. sche koopvaardijvloot heeft een groot deel van hare concurrentiekracht Ingeboet, omdat zij zich, wat hare kosten betreft, tengevolge van de depreciatie der valuta In het buitenland, op een te hoog niveau, bevindt. De* Regeering meent, dat de saneering, welke de tegenwoor dige situatie elscht, geen oogenblik vertraagt sou mogen worden door het verleenen van subsidies. tijdstip van aanvang van dien rusttijd, on der voorwaarde, dat dat tijdstip niet vexw der wordt verschoven dan voor het bedie-. nen van dien klant noodzakelijk is en M elk geval niet verder dan een half uur, en dat het tijdstip van einde van dien rast- tijd over een even groote tijdruimte woed* verschoven. -- Door deze motie zag het Partijbestuur zich genoodzaakt, een prae-advies betref fende het moeilijke geval aan den Partij raad uit te brengen, en in de elfde vergadering van onzen Partijraad op 27 en 28 Mei as. te Nijmegen zullen motie en prae-advies in discussie komen. In zijn praeadvies heeft het Partijbestuur zich op het ol eenig-juiste standpunt ge steld: het valt momenteel niet uit te maken, of het bewuste programpunt, waarin een be tere regeling van de pacht wordt geëlscht, de gekozen vertegenwoordigers ook ver plichtte, het in de voorgestelde Pachtwet ten vervatte contlnuatie-recht het recht op voortzetting eener pacht onder zekere voorwaarden te aanvaarden en daarvóór te stemmen; „want” zoo lezen wij in het prae-advies: .Alhoewel zéér velen voor zich het contl- nuatierecht als zoodanig beschouwen als een uitvloeisel van dat program-punt bij de openbare behandeling van dat punt in de partij-organen is geen enkele uitspraak te vinden, welke dit duidelijk en onbetwist baar vastlegt.’’ Mr. Van Haastert zegt weliswaar, dat het programpunt betreffende de pacht destijds letterlijk is opgenomen zóó als de Boeren bond het adviseerde, en dat in het betref fende advies van den Boerenbond een toe lichting is opgenomen, waarin als eerste punt werd uitgesproken, dat het continua tierecht wel degelijk als in de bedoeling van het programpunt liggende moet wor den beschouwd, maar Baron Van Wijn bergen, de toenmalige Partij-voorzitter, verklaart laconiek, dat men alle dergelijke adviezen in zijn persoonlijk archief kan vinden, doch dat de Bondsvergadering in dertijd niet het continuatierecht bedoeld heeft. Zoo moest het Partijbestuur zich voor- loopig wel in de ruimte houden, temeer wijl naast de omstreden kwestie nog de ▼raag rijst, in hoeverre gekozenen het recht behouden een concreten wetsmaatregel zelf te beoordeelen en in die beoordeeling af te wijken van de gangbare partijmeenlng of van een in een advies uitgedrukte wen- ■chelljkheld. Het Partijbestuur kón in deze omstan digheden wel tot geen ander advies komen dan dat de Partijraad besluite: „aan het P. B. opdracht te geven een studie-commlssie samen te stellen, welke De kappers Ook voor de kapperszaken zijn in het nieuwe Werktijdenbesluit verschillende be langrijke wijzigingen gekomen. Naar thans is bepaald, mag een bediende van 18 jaar of ouder een vrouwelljke evengoed als een mannelijke In een bar biers- of kapperswinkel, op Zaterdag, op den dag voorafgaande aan Goeden Vrijdag en Hemelvaartsdag, op 14 Augustus, 31 Oct. 24 December in de Israëlletlsche zaken bovendien op de dagen, genoemd In «ut. 5, 3e lid der Winkelsluitingswet en op da gen, waarop Ingevolge gemeentelijke bepa ling krachtens art. 9 der Winkelsluitings wet, die winkel na acht uur des namiddags geopend is, tusschen 8.30 en 11 uur des na middags en gedurende ten hoogste 12 uren arbeid verrichten, onder voorwaarde, dat zoodanige bediende na 10.30 uur des namid dags uitsluitend arbeid verricht, bestaande uit barbiers- en kapperswerkzaamheden. Aan deze verruimingen zijn geen verdere voorwaarden meer verbonden, zooals vroe ger het geval is geweest. Wel blijft natuur lijk het week-maximum van 53 uren ge handhaafd. Volgens de Winkelsluitingswet mogen op de hier genoemde dagen, als dit voorzoo- ver het niet de uitzonderingen voor Israë litische zaken betreft werkdagen zijn, de kappers- en barbierswinkels tot 11 uur des namiddags voor het publiek geopend zijn, doch na 10 uur des namiddags uitsluitend voor het verrichten van kappers- en bar- bierswerkzaamheden. Voor de winkelklan- ten geldt het afhelp-halfuurtje dus vanaf 10 uur. Voor de klanten in den salon echter vanaf 11 uur. Het kapperspersoneel mag op de genoemde dagen tot half twaalf blijven werken om de klanten af te helpen, die om 11 uur In den salon aanwezig waren. (Op de bovengenoemde dagen, dus o.a. op lederen Zaterdag Is thans ook toege staan, dat een bediende van 16 jaar of ou der, behoorende tot de bloed- of aanver wanten van het hoofd of den bestuurder van de zaak tot den derden graad Ingeslo ten, die bij hem inwonen, In een barblers- of kappersondememing In de eigen woning van het hoofd of den bestuurder arbeid mag verrichten tusschen 8 en 10 uur des namiddags). In de weken, voorafgaande aan Paschen en Pinksteren mag voor de kappersbedien den van 16 jaar of ouder de vrije middag of morgen worden achterwege gelaten en mogen deze bedienden gedurende 58 uren per week werken, onder oerwaarde, dat de betrokkenen op Tweeden Paaschdag Tweeden Pinksterdag niet arbeiden. Voor de kappersbedienden geldt in algemeen dezelfde rusttijdenregeling voor „1—1—1^--!-----: -- - een half uur rust telkens na 5H uur arbeid en bovendien, als de bediende vóór 1 uur ’s middags begonnen is en tevens later dan tot 6H uur des namiddags doorwerkt, een rust van IK uur, gelegen tusschen HM en 2K uur of tusschen 4 en 7 uur. De rust van 1% uur moet precies, met aanvangsuur en tijdstip van einde, op de arbeidslijst zijn vermeld. Gedurende deze rust mag de bediende ook niet in den salon of den winkel verblijven. Wel mag echter de kappersbediende dit gedurende de overige rustpauzen. T. a. v. deze overige rustpauzen Is voorts de rege ling voor wat betreft de vermelding op de arbeidslijst voor de kappersbedienden ge bleven wat zij was, zoodat deze overige rustpauzen voor de kappersbedienden niet met tijdstip van aanvang en einde op de arbeidslijst behoeven te zijn aangegeven. Van een groote handelsonderneming vloog een reclameblUet op onze schrijftafel, ver telt „De Volkskrant”. In dit reclamebHjet worden de lezers uit genood igd, een bezoek te brengen aan de magazijnen dier onderneming. Deze geeft toepassing aan een >rAmerlkaansch inkoop systeem”. Wat dit is? t Is het systeem om te „betalen uit zijn inkomen”. Nog zoo kwaad niet, zal men zeggen. Maar wacht even: „Verder staat te lezen: „WIJ leveren aan elk een, die een vaste positie heeft, hetzij in weke- Hjksche of maandelljksche termijnen, al naar ge lang wordt overeengekomen, terwijl bij contante b**-aling of bjj vereffening binnen drie maanden 5 pet. korting wordt gegeven Dit laatste staat er wel bU. maar behoort eigenlijk niet tot het .Amerlkaansche Inkoop systeem." Dit systeem is: koopen op crediet. Het wordt nog eens goed Ingescherpt op de laatste bladzijde van het biljet. Daar kan men ook de betalingscondltles lezen. Tot 135 Is betaalbaar met 10 per maand; tot 300 met 15, tot 400 met 35 en tot 1000 met 50. Niets dan misleiding. Argelooae koojpers wil men er toe brengen, niet om te betalen „uit hun Inkomen", maar om inkoopen te doen boven hun inkomen. Alleen menschen met „vaste po sitie* wil men slachtoffers maken. Maar wie hebben tegenwoordig nog een vaste positie? Alles wankelt, ook en vooral de zekerheid van bestaan. Onder zulke omstandigheden de menschen verleiden, zich in schulden te steken, is onver antwoordelijk. WU kunnen niet genoeg waarschuwen tegen dergeljjk woekerbedrljf. In Amerika en overal, waar het op groote schaal werd toegepast r en in modernen stljll heeft bet onnoemelijk op de arbeidslijst of den rooster 'vermelda veel slachtoffers gemaakt. Het oude „pofsysteem" *««^-*«----- was noodlottig In zijn werking; bet nieuwe met zijn uitgebreide reclame en onder leiding van groote handelsondememlngen ia eenvoudig een maatschappelijk gevaar. Wanneer worden hiertegen wettelijke maat regelen genomen? Het wordt boog tijd, dat men paal ca perk stelt aan dese volksmisleiding.* Behalve voor schoonmaak- en bewa- kingsarbeid is thans nog voor een ander soort arbeid in den winkel een afwijkende regeling getroffen. Bepaald is nJ., dat in een winkel manne lijk personeel van 18 Jaar of ouder, dat niet deelneemt aan den bedrijfsarbeld in dien winkel, tusschen 8K uur des namiddags en 6 uur des voormlddags arbeid mag ver richten, bestaande In of onmlddellljk ver band houdende met het onderhouden, her stellen of veranderen van dien winkel of het hersteUen of monteeren van werktui gen, toestellen of leidingen, een en ander voor zoover die arbeid noodzakelijk op dien tjjd moet worden verricht om den geregel- den gang van den bedrijf sar beid in dien winkel niet te beletten ot dezen zooveel mogelijk te verzekeren. In het oude werktijdenbesluit vermeldde art. 15 uitdrukkelijk, dat de inwonende fi liaalhouder in beginsel onder het werk tijdenbesluit viel. Dit artikel Is in het nieuwe besluit komen te vervallen. In de positie van den inwonenden filiaal houder brengt dit intusschen geen wijzi ging. In verband met den tekst van art. 44 der Arbeidswet blijft de Inwonende filiaalhou der evenals de uitwonende In beginsel on der het werktijdenbesluit vallen. De filiaalhouder in het algemeen Volgens het oude besluit waren van de bepalingen van het werktijdenbesluit o.a. ontheven: a. personen, die, niet zijnde hoofd of be stuurder der onderneming, aan het hoofd staan van een winkel of van een afdeellng daarvan en uitsluitend of in hoofdzaak met de leiding van het daarin werkzame perso neel zijn belast; b. personen, die, niet zijnde hoofd of be stuurder der onderneming, aan het hoofd staan van een winkel, waarin, behalve het hoofd van dien winkel tenminste drie per sonen arbeid plegen te verrichten. De ontheffing onder b geldt thans slechts als de drie personen ieder gedurende ten minste 32 uren per week arbeid in den winkel verrichten. Het behoeft niet verbloemd te worden, dat de geste der zes katholieke Eerste Ka- jaerleden, die door hun stem-tegèn de door de regeering voorgestelde Pachtwetten hielpen verwerpen, in katholieke land- en tuinbouwkringen (en elders!) veel kwaad bloed gezet heeft. De teleurstelling over deze verwerping was te grooter, nu de regeering eindelijk tot veler opluchting met deze voorstellen ge komen was en nu de katholieke Tweede Ka- mer-fractie zich onder leiding van Mgr. Nolens z.g. zoo demonstratief-homogeen vóór het wetsontwerp had uitgesproken. Hier werd een ernstige poging ge waagd om aan vele, waarlijk vaak ergerlij ke misstanden op pachtgebied een einde te maken; de belanghebbenden achtten het doel bijna bereikt, en zie, daar kwam de Eerste Kamer en sloeg aan alle verwachtin gen den bodem in, doordat niet minder dan ses katholieke afgevaardigden In dit col lege zich tegen het ontwerp verklaarden! Was dat behoorlijk? Was dat gerecht vaardigd? De verwerping der Pachtwetten gaf in katholieken kring aanleiding tot een heel verklaarbaren, zij het ook niet steeds ver- kwikkelijken strijd. Land- en tuin bouw-organisaties kwamen in t geweer; er ontstond een polemiek tus schen Baron van Wijnbergen en Mr. Van Haastert, secretaris van den federatieven Katholieken Boeren- en Tuindersbond, over de vraag, of het continuatierecht in het pachtwezen (waarover de strijd eigenlijk liep) ai dan niet inbegrepen was in de pachtparagraaf in het program der R. K. Staatspartij; Pater Vrijinoed O. F. M. verklaarde in een vergadering te Eindho ven, dat de eenheid van onze partij geen innerlijke, maar slechts een schljneenheid moet heeten. zoolang binnen onze fractie in de Eerste Kamer enkele katholieken on gestraft een Pachtwet kunnen afstemmen en hij maande de politieke instanties, lx. de kieskringen, aan binnen het verband der politieke organisatie ernstig te protestve ren tegen het gebeurde; de protesten bleven 'niet uit: er verschenen afkeurende moties van Den Haag, Sittard, Utrecht, Goes, Helmond, Zwolle, Den Bosch en vele andere afdeelingen, en de Rijkskies- kringUtrecht bond de kat de bel aan, door bij den Partijraad de volgende motie in te dienen: Iraad dan van - t -- -en gewisseld. Hierbij zit de bedoeling voor, dit vraag stuk, dat tot verschil van inzicht in onzen kring aanleiding heeft gegeven, grondig door te_ spreken om tot een duidelijk, zoo eenlgszlns mogelijk eensgezind standpunt te geraken. Dit is ook daarom noodzakelijk, omdat de partij zich natuurlijk niet bij den thans geschapen toestand kan neerleggen. Nog ongewijzigde indiening der verworpen wetsvoorstellen, noch aandrang oefenen op de Regeering om met een gewijzigd ont werp te komen, waarbij de bezwaren der eerste-Kamer-meerderheid zouden zijn on dervangen, zijn echter geëigende middelen om tot een goede en bevredigende oplossing te komen. Beide middelen zouden de be langen der betrokkenen allerminst dienen, wijl de beoordeeling van den rake lij ken in houd van zulke voorstellen dan noodwendig wordt doorkruist, ja zelfs op den achter grond wordt gedrongen door staatsrechte lijke bedenkingen, rakende de juiste ver houding tusschen de beide deelen der Sta ten-Generaal.” Uitgemaakt zal dus moeten worden: ie. of in het pacht-programpunt ook het continuatierecht vervat was; 2e. of de zes Eerste Kamerleden dus al dan niet tegen het partijprogram gehan deld hebben, en 3e. hoe onze vertegenwoordigers in toekomst het bewuste programpunt waaromtrent thans strijd bestaat zullen hebben op te vatten. Inderdaad zijn de belangen der betrok kenen het meest gediend met een con structieve oplossing der gerezen moeilijk heden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5