Prikkeldraad
Steun
Scheepvaart
Van de Pers-tribune
De
Pachtwetten
WERKTIJDENBESLUIT
VOOR WINKELS
F
F
Rondom haar
verwerping
regeling
Ze kunnen niet
wachten
uw inkomen
Tegen de demo-
kratie en anti-
nationaal
Nog een en ander
over nieuwe
p
„Betaal uit
Raadseltje
VRUDAG 20 MEI
V
TOESTAND EISCHT
MAATREGELEN
AZAe/pen o<m klont
voor een rusttyd
*-
nt
te
Staat zal crediet verleenen
Verplaatsing van den vryen
halven dag naar een feest
dag in de week
Afwyking van de
arbeidslijst
Arbeid aan winkel-
interieur
De inwonende filiaal
houder
53
de
desen
en
a
ff
e
s
i
I
I
I
zijn
I
1
i
i.
t
t
b
1
B
B
rs
i.
Ie
heer
Albarda maakt dat volstrekt ónmogelijk;
tenzij andere elementen In de partij hem
désavoueeren.
Regeeren met de kans, dat men door de
genen. op wie de regeering steunt, in den
het
als
de andere winkelbedienden: d. W. z.
Het afhelp-halfuurtje
Het afhelp-halfuurtje mag voortaan niet
alleen gebruikt worden voor het bedienen
van degenen, die bij het sluiten van den
beid verricht, en
vrije halve dag wol
<r\
i
et
A
A
I-
!fS
tn
en
te.
ui
bet
tr-
neelvoorstelllngen mogen bedienden, die
daarmede sijn belast, ook op de eerste vijf
werkdagen van de week gedurende 11 uur
In totaal werken, met dien verstande, dat
het weekmaxlmum blijft bepaald op
uren.
te onderzoeken en een voorstel te formu-
leeren, waarover in den
gedachten zou kunnen
pen moet tot aan het In werking treden dier
steunwet.
Zou het daarom niet mogelij- zijn, zoo
wagen wij te vragen, dat de Minister van
Economische Zaken, in zijn Memorie van
Beantwoording op het Voorlooplg Verslag
der Kamér inzake de Steunwet, de onver
wijlde indiening van zulk een garantie wet
aankondlgde? Dan kon men, in afwachting
van de aanneming van zulk een maatregel,
alvast met den opslag in de koelhuizen be
ginnen. Zulk een mededeeling ware op haar
plaats, omdat die tusschenmaatregel voor
waarde schijnt voor het slagen van den
voorgenomen steunmaatregel.
En ten slotte rijst, in verband hiermee,
opnieuw de vraag, of het niet noodzakelijk
is de algemeene bevoegdheden der Regee
ring uit te breiden. Zij het, als bij de Duit-
sche noodverordeningen, met goedkeuring
der Staten-Generaal achterna.
Wij vreezen, dat men anders altijd achter
de feiten blijft aanloopen, nu de omstan
digheden zóó snel veranderen.
rug zal worden aangevallen dat kan
niet. Regeeren met de kans, dat een deel
der regeerders een beroep doet op de straat
dat kan ook niet.
En dat kan tn tijden van zwaren nood
nog veel minder dan anders.
Begrijpt deze leider van een kwart uit
ons volk in desen geweldigen tijd zijn po
sitie niet?”
Nederlandscbe reederljen om Staatssteun, als
uit verzoeken om hulp van de zijde van in-
dlvldueele maatschappijen.
Voorop gesteld moge worden, dat men In
het scheepvaartbedrijf met moeilijkheden te
kampen heeft, welke vermoedelijk niet van
voorbljgaanden aard zullen zijn. De Ne<Jerland-
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
en verhooglng van het tiende hoofdstuk en
wijziging van het zevende hoofdstuk B der
RÜksbegrootlng voor het dienstjaar 1933; wij
ziging der wet van 4 Februari 1932 tot aan
wijzing van de middelen tot dekking van de
uitgaven, begrepen In de RÜksbegrootlng voor
het dienstjaar 1933 (Behartiging van de Na
tionale Bcheepvaartbelangen).
In een discussie met partij genooten over
de waarde, die aan een uitspraak van
stembus en van Kamer gehecht moet wor
den, heeft de soc.-dem.-lelder Albarda aan
leiding gevonden, zijn standpunt ten deze
nog eens duidelijk te formuleeren, en
wél in de „Soclaal-Demokraat."
Ziehier een belangrijke tirade uit
uiteenzetting:
Hulp aan de K.H.L.
In aansluiting aan de voorgaande publi
catie volge hier *t slot van ons overzicht
over de wijzigingen, die per 1 Mei J.l. zijn
aangebracht In het Werktijdenbesluit voor
Winkels.
Oprichting financierings
maatschappij
De toelichting zegt o. a.:
De noodtoestand, welke in een groot deel
van de Nederlandscbe zee-scheepvaart is in
getreden. beeft er toe geleld, dat de Regee
ring zich genoodzaakt heeft gezien, maatre
gelen te beramen, ten einde te voorkomen, dat
hier een van onze belangrijkste takken van
bedrijf aan den ondergang wordt prijsgegeven.
Deze maatregelen vinden hunne belichaming
in eene speciaal op te lichten financierings
maatschappij voor de scheepvaart, waarvan de
meerderheid der aandeelen in handen der re
geering zal zijn en welke In bet bijzonder zal
werken met voorschotten uit "s Rijks kas.
De regeering gaat verder na de oorzaken
die lelden tot uitbreiding van de wereldvloot.
Thans is de situatie zoo, dat 54 pet. der we-
reldvloot zich bevindt In handen van reederjjen,
gevestigd In landen met een gedeprecieerde va
luta. Nederland, dat ruimschoots zjjn aandeel
had In de uitbreiding van de wereldvloot, kwam
daardoor in een uiterst precaire situatie te ver
keeren. Voor menige scheepvaartmaatschappij
Is de toestand nagenoeg onhoudbaar geworden
en voor een groot deel der Nederlandscbe ree
derljen mag de toestand zóó geschetst worden,
dat onder gelijkblijvende omstandigheden uit
oefening van het bedrijf vrijwel onmogelijk
wordt. Dit is der Regeering overtuigend ge
lden wij goed, dan zou het aanbeveling
verdienen om een deel van de thans te over
vloedige boter uit de markt te nemen, door
opslag in koelhuizen, om deze dan na den
zomer geleidelijk in het verkeer te brengen.
En daarnevens zou verruiming van den uit
roer baat brengen.
Mogen we even de aandacht van onze
lezers vragen voor enkele citaatjes?
Hier komen ze:
„Door een uitermate onbillijke, volstrekt
on-proportloneele boter-contlngenteerlng
zijn in Duitschland de Nederlandscbe ex
porteurs evenzeer benadeeld als de Austra
lische en Russische bevoordeeld; zoo krij
gen de anderen, die vroeger niet tegen
ons konden concurreeren, de baan vrij. En
die andere landen zijn in de verste verte
niet zulke goede klanten van Duitschland,
of zulke goede betalers als Nederland, dat
Dultschland's allerbeste afnemer Is en veel
meer in voert dan uitvoert.”
„Is het geen schande, dat, terwijl al onze
schulden op de meest coulante wijze be
taald worden, een zeer aanzienlijk deel der
leveranties aan Duitschland onbetaald
blijft? Had onze regeering op eenlgerlel
wijze hierin niet sinds lang moeten voor
zien; had zij ook de sinds 1930 (Dultsch
Flnsch arrangement) on-proportloneele
boter-contlngenteerlng niet met effectieve
middelen moeten voorkomen?”
„Terwijl onze regeering in gebreke blijft,
is het comité voor economisch verweer (d.
w. z. de geheele georganiseerde landbouw
die op den vollen steun der geheele Ne-
derlandsche industrie kan rekenen) sinds
ettelijke maanden in actie.”
„Desnoods schrikke men zelfs voor paar
denmiddelen niet terug. Aangezien Duitsch
land zooveel meer aan ons levert dan van
ons betrekt, kan het voor een regeering,
die zichzelf respecteert, niet moeilijk zijn,
onze exporteurs te behoeden voor gepaten
teerde buitenlandsche wanbetaling."
„Er zijn verschillende wegen, om tot dit
doel te geraken, denkbaar. Maar zij moe
ten bewandeld worden. Een regeering,
die den bestaanden toestand laat voort
zieken, brengt niet slechts de welvaart van
het eigen volk in het allergrootste gevaar,
maar mist elk zelfrespect.
Het Nederlandscbe volk wacht, met een
mengeling van angst en verontwaardiging.
Wat doet onze regeering? Wanneer verne
men wij, dat zij zij het dan ook veel te
laat positieve resultaten bereikt heeft?”
Nu geven wij u te raden:'
uit welk blad hebben wij deze opgewon
den citaatjes geknipt? v
Tenslotte is in het nieuwe werktijdenbe
sluit voor winkels de volgende nieuwe be
paling opgenomen:
Als een bediende in een winkel op het
tijdstip van aanvang van een zijner rust
tijden bezig is met het bedienen van een
klant, mag hij afwijken van het voor hem
Tenslotte mogen bedienden, mannelijke
en vrouwelijke, van 18 jaar of ouder, kap
persarbeid voor tooneelvoorstelllngen ver
richten
Op Zondag tusschen 12 uur des middags
en 11 uur des namiddags,
en door de week tusschen >K en 11 uur.
In verband met kappersarbeid voor too
neelvoorstelllngen mogen bedienden.
„De vergadering van den Partijraad der
RK. Staatspartij, kennis genomen hebben
de van de verwerping van het ontwerp
Pachtwet door de Eerste Kamer der Sta
ten-Oeneraal;
constateerende. dat deze verwerping me
de is veroorzaakt, doordat zes R.K. leden
dier Kamer tegen het ontwerp hun stem
hebben uitgebracht;
overwegende, dat het partijprogram 1929
der RK. Staatspartij elscht „herziening
van de wettelijke regeling van het pacht-
contact, ter verzekering van de belangen en
rechten der pachters," en dat door het ont-
werp-pachtwet aan dezen eisch werd be
antwoord;
betreurt ten Zeerste, dat zes RK. leden
der Eerste Kamer desondanks hun stem te
gen het ontwerp-pachtwet hebben uitge
bracht;
besluit deze motie te publlceeren in de
Pers en gaat over tot de orde van den dag.
„Wij betreuren deze uiting van den leider
der SDA.P. zeer uit nationale overwegin
gen. En het troost ons daarbij slechts matig,
dat zeker niet alle partljgenooten ook
niet die in Bestuur en Kamer «het met
hem eens zijn.
Wat toch is het geval?
Bij den al ernstiger wordenden economl-
schen toestand, van de wereld en van ons
land al mede, zien wij het uur naderen,
waarop de vorming van een Kabinet met
minstens uit alle groote partijen verre de
beste oplossing zou zijn.
Allen saam moeten onmiddellijke ver
antwoordelijkheid dan dragen gaan.
Maar een uiting als nu van den
Algemeen wordt geklaagd, dat het den
grooten nood in aanmerking genomen
zoo vreeselijk langzaam gaat met de steun-
verleening aan de melkveehouderij.
Het* wetsontwerp liet maanden op zich
wachten en nu duurt de schriftelijke ge
dachtenwisseling tusschen Regeering en
Kamer weer zoo lang.
En intusschen blijven de boterprljzen da
len, zoodat bet steeds moellljker wordt
straks door prijszetting een prijspeil te
verkrijgen, waarbij een redelijke opbrengst
voor de melk verkregen wordt.
Aan de „Standaard” merkte men nu uit
deskundigen kring op, dat er noodlg wat
gedaan moest worden tusschen vandaag en
het tijdstip, waarop de in behandeling zijn
de steunwet In werking zou kunnen treden.
verkiezing per algemeen kiesrecht, evenre
dige vertegenwoordiging en stemplicht een
Kamer wordt samengesteld, die beslist in
tegenstelling met den wil der groote massa
van het volk.
En in zoo’n geval heeft het volk volgens
hem dan recht om zich te doen gelden
tegen den wil der Kamer.
Hoezeer Albarda door deze verklaring in
strijd komt met de elschen der demokratie,
blijkt reeds terstond, als we slechts deze
twee vragen stellen:
hoe is het met ons kiesstelsel mogelijk,
dat zulk een situatie ontstaat? en
hoe kan men constateeren, of Inderdaad
„de groote massa des volks” afwijkt van
een besluit der Kamer?
Het ontstaan van zoo’n situatie kan men
toch niet aannemen, zonder het algemeen
kiesrecht als voorwaarde of orgaan van de
demokratie in den hart-ader aan te tasten,
en als men het bestaan van zoo’n situa
tie constateeren wil, kan dit toch alleen
maar geschieden uit straat-demonstratles,
protestmeetings, kranten-mlsbaar, allemaal
dingen, die veel onzuiverder graadmeters
zijn dan algemeen kiesrecht.
Derhalve richt „De Nederlander” tegen
den heer Albarda het verwijt van een dub
bel verraad aan de demokratie.
Nog belangrljker is ol. echter de volgen
de opmerking, welke genoemd blad naar
aanleiding van Albarda's Jongste uitlating
maakt:
Als de vrije halve dag van een bediende
In een week, waarin een algemeen erkende
Christelijke, een Roomsch-Katholleke of
een Israëlletlsche dan wel een nationale of
een plaatselijke feestdag valt, op dien feest
dag wordt gegeven, mag de bediende ge
durende de tijdruimte, die de arbeidslijst
of de rooster als vrijen halven dag voor
hem in die week vermeldt, arbeid verrich
ten, onder voorwaarde, dat naast de ar
beidslijst of den rooster een door het hoofd
of den bestuurder der onderneming of een
door dezen daarmede belast persoononder-
teekend geschrift Is opgehangen, waarop is
aangegeven welke werktijdregeling voor
hem gevolgd wordt tijdens den halven dag,
waarop hij Ingevolge het hier bepaalde ar-
op welken feestdag de
>rdt gegeven.
Reorganisatie der be
trokken reederyen
Er zal in het algemeen geen steun verleend
worden, dan nadat de betrokken maatschappij
een aannemelijk reorganisatieplan heeft inge-
dlend, waarvan de uitvoering verzekerd is en
dat eene voldoende bezuiniging waarborgt.
Voorts zal van geval tot geval moeten worden
nagegaan, of samensmelting of een andere
vorm van nauwe samenwerking tusschen de
hulpbehoevende maatschappijen mogeltjk is en
betere resultaten voor de toekomst waarborgt
en ten slotte zal geen steun mogen plaats vin
den in een vorm, die de lasten van het budget
te veel verzwaart, of door ongedekte voorschot
ten het Staatscrediet in gevaar brengt. De te
verleenen credleten zullen dus alleen tegen za
kelijk onderpand en tegen eene billijke rente
vergoeding mogen worden verstrekt.
Teneinde den bovenstaanden drieledlgen eisch
zoo goed mogelijk te kunnen verwezenlijken en
toch anderzijds aan de scheepvaart den tjjde-
UJk onmlsbaren steun niet te onthouden. Is het
wenschelljk, dat overgegaan wordt tot de op
richting van eene onder objectieve scheep
vaartkundige leiding staande maatschappij, die
haar werkkapitaal grootendeels zou moeten ont
kenen aan een Rfjksvoorschot en die om die
reden onder Regeerlngstoezlcht moet staan.
Het maatschappelijk kapitaal zal op 5.000.000
bepaald worden, waarvan de meerderheid. t. w.
ƒ3.600.000, in handen van den Staat zal zljr»
Behalve de Staat kunnen scheepvaartmaat
schappijen aandeelhouder zijn; de maatschap
pijen, welke een voorschot krijgen, zullen ver
plicht zijn aandeelen te nemen.
De vennootschap wordt bestuurd door eene
directie, bestaande uit ten hoogste twee direc
teuren.
winkel of den kapperssalon voor het pu
bliek, daarin reeds aanwezig waren, maar
ook voor het daarmede verband houdende
opruimen..
Als het verrichten van arbeid, bestaande
in den verkoop van brandstof en smeer
middelen enz. voor voertuigen en den ver
koop van winkelwaren ten behoeve van
doorgaande schepen, van kappersarbeid
voor tooneelvoorstelllngen of van arbeid
aan het Interieur van een winkel, het
noodzakelijk maakt, dat wordt af ge weken
van de voor bepaalde personen geldende
arbeidslijst, dan mag Incidentieel voor de
betreffende personen een andere arbeids
regeling worden aangehouden, maar dan
moeten daarvan aanstonds aanteekenlngen
worden gemaakt, die gedurende drie maan
den beschikbaar moeten worden gehouden
ter Inzage door de Arbeidsinspectie.
Wat dit laatste betreft, zal het wel tot
vechten moeten komen, willen we iets be
reiken. Aan het resultaat van „vertoogen”
bij buitenlandsche regeeringen gelooven
we niet. Maar laat dit dan niet te lang uit
gesteld worden, als men er hulp van ver
wacht.
Immers, als men denkt er iets mee te
kunnen winnen, dan moet men het doen,
zoolang er nog iets te behouden is. En niet
wanneer de afbraak geheel of bijna geheel
voltooid zou Zijn.
De opslag in koelhuizen, in een mate die
thans werkelijke verlichting brengen zou.
zal waarschijnlijk garantie van de zijde der
Regeering noodlg maken, in den geest als
voor de eieren voorgesteld werd.
Maar dat elscht weer een wet. Zonder
wettelijke machtiging kan de Regeering
niets doen. En zulk een wet kan weer niet
eerder tot stand komen dan de reeds in be
handeling zijnde Steunwet, terwijl de tus
schenmaatregel juist sou moeten dienen
Ziekte van den patroon
Bij ziekte van den patroon behoeft de
mannelijke of vrouwelijke bediende van 18
jaar of ouder, die hem vervangt, zich niet
aan de bepalingen van het werktijdenbe
sluit te houden. (Jongere bedienden, die
den zieken patroon vervangen, moeten zich
voortaan wel aan het werktijdenbesluit
houden).
Het is niet meer noodlg kennis te geven
aan de Arbeidsinspectie, wie den patroon
vervangt. Voldoende is het, de vervanging
onverwijld bekend te maken door het op
hangen naast de arbeidslijst of den roos
ter van een desbetreffend geschrift, waar
in tevens is vermeld den naam van den
persoon, die den patroon vervangt.
De citaatjes zijn geknipt de lezer bou
de zich vast, dat hij niet omvalt, en be
reide zich op het ongelooflijkste voor’
uit een hoofdartikel in.... „De Vrijheid,”
het offlcieele orgaan van de Nederlandscbe
liberalen I
T Kan verkeeren, zei Breeroo.
En met dat „verkeeren” kunnen wij in
dit geval natuurlijk uitstekend genoegen
nemen.
Het kan ons slechts voldoening schenken
en het kan ons slechts bemoedigen, dat de
liberalen, onder den drang der omstandig
heden, eindelijk zij het dan ook veel
te laat hebben ingezien, hoe verkeerd
en antl-natlonaal zij stééds gehandeld
hebben, door alle overheidsbemoeiing met
onze handelspolitiek uit den booze te ver
klaren en te contrarieeren; we kunnen
blij zijn om de bekeering van zóóveel ver
stokte zondaars.
Maar dat diezelfde zondaars nu zoo’n
toon aanslaan, kijk! dat lusten we toch
niet graag.
Ze mogen als bekeerlingen onder ons
wonen, goed! maar praatjes kunnen van
hen niet worden afgewacht.
’t Is Immers voor t grootste deel hun
schuld, dat Nederland alle handelspolitiek
bleef» missen en daardoor zoo diep in de
misère raakte.
„Van de Woestljne neemt slechts de mo
gelijkheid aan van een tegenstelling tus
schen den wil der regeering en dien des
volks. Naar onze meenlng is het evenmin
uitgesloten, dat een beslissing der volks
vertegenwoordiging indruischt tegen den
wil van de groote massa des volks. Indien
dit het geval is bij een beslissing, die het
bestaan en het leven van het volk geldt,
zal geen enkel staatsrechtelijk betoog en
geen enkel beroep op de beginselen der de
mocratie het verzet van het volk kunnen
De achteruitgang In het scheepvaartbedrijf
Is uiteraard ook niet zonder invloed gebleven
op den gang van zaken bij den Koninklijken
Hollandschen Lloyd. Deze zal ook nadat de
reorganisatie, waartoe hij verplicht is. zal zijn
tot stand gekomen, niet zonder verdere hulp
kunnen voortbestaan. De Regeering is van mee
nlng. dat deze hulp alleen verschaft zal kun
nen worden op de wijze, welke door het aan
hangige voorstel wordt mogelijk gemaakt.
Het overleg, dat de directie van den Ko
ninklijken Hollandschen Lloyd met de Regee
ring ter zake heeft gepleegd, heeft geleld tot
een reorganisatie-voorstel. waarover thans over
eenstemming met de crediteuren en de aan
deelhouders dier vennootschap moet worden
verkregen. Dit voorstel omvat o. a. de voorwaar
den. waaronder de Regeering bereid Is aan eene
regeling voor de schulden aan den Staat uit
hoofde van de verstrekte kasvoorschotten mede
te werken. Wat den Staat betreft, kan hier
reeds worden medegedeeld, dat in principe
geen afstand kan worden gedaan van de vor
dering op den Koninklijken Hollandschen Lloyd.
In verband met de verschillende omstandighe
den, welke niet konden worden voorzien, heeft
de Staat echter gemeend een offer te moeten
brengen in dien zin, dat voor zijne vordering
genoegen genomen kan worden met eene re
geling, waarbij verkregen worden 1.337.500
aan inkomstobligatiën en 3.562.500 aan uit
winst af te lossen renteloose amortlsatle-
bewijzen.
De Regeering is van meenlng. dat bet haar
door den Koninklijken Lloyd gedane voorstel
aanvaardbaar Is.
Het ligt uiteraard In de bedoeling, dat de
bestaande overeenkomst met den Koninklijken
Hollandschen Lloyd wordt opgezegd, zoodat het
kasvoorschot voor het tweede halfjaar komt te
vervallen.
Eventueele nadere voorwaarden voor nieuwe
credleten aan den Koninklijken Hollandschen
Lloyd zullen te zijner tijd door de op te richten
flnancierings-maatschapplj gesteld moeten
worden.
In de gegeven omstandigheden heeft de Re
geering geen bedenkingen tegen het feit, dat
de reorganisatie van den Koninklijken Holland
schen Lloyd, naar alle waarschijnlijkheid, op
bleken, zoowel uit een algemeen verzoek der 31 Mei as. nog niet zal zijn voltrokken.
sche koopvaardijvloot heeft een groot deel van
hare concurrentiekracht Ingeboet, omdat zij
zich, wat hare kosten betreft, tengevolge van
de depreciatie der valuta In het buitenland, op
een te hoog niveau, bevindt. De* Regeering
meent, dat de saneering, welke de tegenwoor
dige situatie elscht, geen oogenblik vertraagt
sou mogen worden door het verleenen van
subsidies.
tijdstip van aanvang van dien rusttijd, on
der voorwaarde, dat dat tijdstip niet vexw
der wordt verschoven dan voor het bedie-.
nen van dien klant noodzakelijk is en M
elk geval niet verder dan een half uur, en
dat het tijdstip van einde van dien rast-
tijd over een even groote tijdruimte woed*
verschoven. --
Door deze motie zag het Partijbestuur
zich genoodzaakt, een prae-advies betref
fende het moeilijke geval aan den Partij
raad uit te brengen, en in de elfde
vergadering van onzen Partijraad op 27 en
28 Mei as. te Nijmegen zullen motie en
prae-advies in discussie komen.
In zijn praeadvies heeft het Partijbestuur
zich op het ol eenig-juiste standpunt ge
steld:
het valt momenteel niet uit te maken, of
het bewuste programpunt, waarin een be
tere regeling van de pacht wordt geëlscht,
de gekozen vertegenwoordigers ook ver
plichtte, het in de voorgestelde Pachtwet
ten vervatte contlnuatie-recht het recht
op voortzetting eener pacht onder zekere
voorwaarden te aanvaarden en daarvóór
te stemmen; „want” zoo lezen wij in het
prae-advies:
.Alhoewel zéér velen voor zich het contl-
nuatierecht als zoodanig beschouwen als
een uitvloeisel van dat program-punt bij
de openbare behandeling van dat punt in
de partij-organen is geen enkele uitspraak
te vinden, welke dit duidelijk en onbetwist
baar vastlegt.’’
Mr. Van Haastert zegt weliswaar, dat het
programpunt betreffende de pacht destijds
letterlijk is opgenomen zóó als de Boeren
bond het adviseerde, en dat in het betref
fende advies van den Boerenbond een toe
lichting is opgenomen, waarin als eerste
punt werd uitgesproken, dat het continua
tierecht wel degelijk als in de bedoeling
van het programpunt liggende moet wor
den beschouwd, maar Baron Van Wijn
bergen, de toenmalige Partij-voorzitter,
verklaart laconiek, dat men alle dergelijke
adviezen in zijn persoonlijk archief kan
vinden, doch dat de Bondsvergadering in
dertijd niet het continuatierecht bedoeld
heeft.
Zoo moest het Partijbestuur zich voor-
loopig wel in de ruimte houden, temeer
wijl naast de omstreden kwestie nog de
▼raag rijst, in hoeverre gekozenen het recht
behouden een concreten wetsmaatregel
zelf te beoordeelen en in die beoordeeling af
te wijken van de gangbare partijmeenlng
of van een in een advies uitgedrukte wen-
■chelljkheld.
Het Partijbestuur kón in deze omstan
digheden wel tot geen ander advies komen
dan dat de Partijraad besluite:
„aan het P. B. opdracht te geven een
studie-commlssie samen te stellen, welke
De kappers
Ook voor de kapperszaken zijn in het
nieuwe Werktijdenbesluit verschillende be
langrijke wijzigingen gekomen.
Naar thans is bepaald, mag een bediende
van 18 jaar of ouder een vrouwelljke
evengoed als een mannelijke In een bar
biers- of kapperswinkel, op Zaterdag, op
den dag voorafgaande aan Goeden Vrijdag
en Hemelvaartsdag, op 14 Augustus, 31 Oct.
24 December in de Israëlletlsche zaken
bovendien op de dagen, genoemd In «ut. 5,
3e lid der Winkelsluitingswet en op da
gen, waarop Ingevolge gemeentelijke bepa
ling krachtens art. 9 der Winkelsluitings
wet, die winkel na acht uur des namiddags
geopend is, tusschen 8.30 en 11 uur des na
middags en gedurende ten hoogste 12 uren
arbeid verrichten, onder voorwaarde, dat
zoodanige bediende na 10.30 uur des namid
dags uitsluitend arbeid verricht, bestaande
uit barbiers- en kapperswerkzaamheden.
Aan deze verruimingen zijn geen verdere
voorwaarden meer verbonden, zooals vroe
ger het geval is geweest. Wel blijft natuur
lijk het week-maximum van 53 uren ge
handhaafd.
Volgens de Winkelsluitingswet mogen op
de hier genoemde dagen, als dit voorzoo-
ver het niet de uitzonderingen voor Israë
litische zaken betreft werkdagen zijn, de
kappers- en barbierswinkels tot 11 uur des
namiddags voor het publiek geopend zijn,
doch na 10 uur des namiddags uitsluitend
voor het verrichten van kappers- en bar-
bierswerkzaamheden. Voor de winkelklan-
ten geldt het afhelp-halfuurtje dus vanaf
10 uur. Voor de klanten in den salon echter
vanaf 11 uur. Het kapperspersoneel mag op
de genoemde dagen tot half twaalf blijven
werken om de klanten af te helpen, die om
11 uur In den salon aanwezig waren.
(Op de bovengenoemde dagen, dus o.a.
op lederen Zaterdag Is thans ook toege
staan, dat een bediende van 16 jaar of ou
der, behoorende tot de bloed- of aanver
wanten van het hoofd of den bestuurder
van de zaak tot den derden graad Ingeslo
ten, die bij hem inwonen, In een barblers-
of kappersondememing In de eigen woning
van het hoofd of den bestuurder arbeid
mag verrichten tusschen 8 en 10 uur des
namiddags).
In de weken, voorafgaande aan Paschen
en Pinksteren mag voor de kappersbedien
den van 16 jaar of ouder de vrije middag
of morgen worden achterwege gelaten en
mogen deze bedienden gedurende 58 uren
per week werken, onder oerwaarde, dat de
betrokkenen op Tweeden Paaschdag
Tweeden Pinksterdag niet arbeiden.
Voor de kappersbedienden geldt in
algemeen dezelfde rusttijdenregeling
voor „1—1—1^--!-----: -- -
een half uur rust telkens na 5H uur arbeid
en bovendien, als de bediende vóór 1 uur
’s middags begonnen is en tevens later dan
tot 6H uur des namiddags doorwerkt, een
rust van IK uur, gelegen tusschen HM en
2K uur of tusschen 4 en 7 uur.
De rust van 1% uur moet precies, met
aanvangsuur en tijdstip van einde, op de
arbeidslijst zijn vermeld. Gedurende deze
rust mag de bediende ook niet in den salon
of den winkel verblijven.
Wel mag echter de kappersbediende dit
gedurende de overige rustpauzen. T. a. v.
deze overige rustpauzen Is voorts de rege
ling voor wat betreft de vermelding op de
arbeidslijst voor de kappersbedienden ge
bleven wat zij was, zoodat deze overige
rustpauzen voor de kappersbedienden niet
met tijdstip van aanvang en einde op de
arbeidslijst behoeven te zijn aangegeven.
Van een groote handelsonderneming vloog
een reclameblUet op onze schrijftafel, ver
telt „De Volkskrant”.
In dit reclamebHjet worden de lezers uit
genood igd, een bezoek te brengen aan de
magazijnen dier onderneming. Deze geeft
toepassing aan een >rAmerlkaansch inkoop
systeem”. Wat dit is? t Is het systeem om
te „betalen uit zijn inkomen”.
Nog zoo kwaad niet, zal men zeggen. Maar
wacht even:
„Verder staat te lezen: „WIJ leveren aan elk
een, die een vaste positie heeft, hetzij in weke-
Hjksche of maandelljksche termijnen, al naar ge
lang wordt overeengekomen, terwijl bij contante
b**-aling of bjj vereffening binnen drie maanden
5 pet. korting wordt gegeven
Dit laatste staat er wel bU. maar behoort
eigenlijk niet tot het .Amerlkaansche Inkoop
systeem." Dit systeem is: koopen op crediet. Het
wordt nog eens goed Ingescherpt op de laatste
bladzijde van het biljet. Daar kan men ook de
betalingscondltles lezen. Tot 135 Is betaalbaar
met 10 per maand; tot 300 met 15, tot
400 met 35 en tot 1000 met 50.
Niets dan misleiding. Argelooae koojpers wil
men er toe brengen, niet om te betalen „uit hun
Inkomen", maar om inkoopen te doen boven
hun inkomen. Alleen menschen met „vaste po
sitie* wil men slachtoffers maken. Maar wie
hebben tegenwoordig nog een vaste positie? Alles
wankelt, ook en vooral de zekerheid van bestaan.
Onder zulke omstandigheden de menschen
verleiden, zich in schulden te steken, is onver
antwoordelijk.
WU kunnen niet genoeg waarschuwen tegen
dergeljjk woekerbedrljf. In Amerika en overal,
waar het op groote schaal werd toegepast r
en in modernen stljll heeft bet onnoemelijk op de arbeidslijst of den rooster 'vermelda
veel slachtoffers gemaakt. Het oude „pofsysteem" *««^-*«-----
was noodlottig In zijn werking; bet nieuwe met
zijn uitgebreide reclame en onder leiding van
groote handelsondememlngen ia eenvoudig een
maatschappelijk gevaar.
Wanneer worden hiertegen wettelijke maat
regelen genomen? Het wordt boog tijd, dat men
paal ca perk stelt aan dese volksmisleiding.*
Behalve voor schoonmaak- en bewa-
kingsarbeid is thans nog voor een ander
soort arbeid in den winkel een afwijkende
regeling getroffen.
Bepaald is nJ., dat in een winkel manne
lijk personeel van 18 Jaar of ouder, dat niet
deelneemt aan den bedrijfsarbeld in dien
winkel, tusschen 8K uur des namiddags
en 6 uur des voormlddags arbeid mag ver
richten, bestaande In of onmlddellljk ver
band houdende met het onderhouden, her
stellen of veranderen van dien winkel of
het hersteUen of monteeren van werktui
gen, toestellen of leidingen, een en ander
voor zoover die arbeid noodzakelijk op dien
tjjd moet worden verricht om den geregel-
den gang van den bedrijf sar beid in dien
winkel niet te beletten ot dezen zooveel
mogelijk te verzekeren.
In het oude werktijdenbesluit vermeldde
art. 15 uitdrukkelijk, dat de inwonende fi
liaalhouder in beginsel onder het werk
tijdenbesluit viel.
Dit artikel Is in het nieuwe besluit komen
te vervallen.
In de positie van den inwonenden filiaal
houder brengt dit intusschen geen wijzi
ging.
In verband met den tekst van art. 44 der
Arbeidswet blijft de Inwonende filiaalhou
der evenals de uitwonende In beginsel on
der het werktijdenbesluit vallen.
De filiaalhouder in het
algemeen
Volgens het oude besluit waren van de
bepalingen van het werktijdenbesluit o.a.
ontheven:
a. personen, die, niet zijnde hoofd of be
stuurder der onderneming, aan het hoofd
staan van een winkel of van een afdeellng
daarvan en uitsluitend of in hoofdzaak met
de leiding van het daarin werkzame perso
neel zijn belast;
b. personen, die, niet zijnde hoofd of be
stuurder der onderneming, aan het hoofd
staan van een winkel, waarin, behalve het
hoofd van dien winkel tenminste drie per
sonen arbeid plegen te verrichten.
De ontheffing onder b geldt thans slechts
als de drie personen ieder gedurende ten
minste 32 uren per week arbeid in den
winkel verrichten.
Het behoeft niet verbloemd te worden,
dat de geste der zes katholieke Eerste Ka-
jaerleden, die door hun stem-tegèn de door
de regeering voorgestelde Pachtwetten
hielpen verwerpen, in katholieke land- en
tuinbouwkringen (en elders!) veel kwaad
bloed gezet heeft.
De teleurstelling over deze verwerping
was te grooter, nu de regeering eindelijk tot
veler opluchting met deze voorstellen ge
komen was en nu de katholieke Tweede Ka-
mer-fractie zich onder leiding van Mgr.
Nolens z.g. zoo demonstratief-homogeen
vóór het wetsontwerp had uitgesproken.
Hier werd een ernstige poging ge
waagd om aan vele, waarlijk vaak ergerlij
ke misstanden op pachtgebied een einde te
maken; de belanghebbenden achtten het
doel bijna bereikt, en zie, daar kwam de
Eerste Kamer en sloeg aan alle verwachtin
gen den bodem in, doordat niet minder dan
ses katholieke afgevaardigden In dit col
lege zich tegen het ontwerp verklaarden!
Was dat behoorlijk? Was dat gerecht
vaardigd?
De verwerping der Pachtwetten gaf in
katholieken kring aanleiding tot een heel
verklaarbaren, zij het ook niet steeds ver-
kwikkelijken strijd.
Land- en tuin bouw-organisaties kwamen
in t geweer; er ontstond een polemiek tus
schen Baron van Wijnbergen en Mr. Van
Haastert, secretaris van den federatieven
Katholieken Boeren- en Tuindersbond, over
de vraag, of het continuatierecht in het
pachtwezen (waarover de strijd eigenlijk
liep) ai dan niet inbegrepen was in de
pachtparagraaf in het program der R. K.
Staatspartij; Pater Vrijinoed O. F. M.
verklaarde in een vergadering te Eindho
ven, dat de eenheid van onze partij geen
innerlijke, maar slechts een schljneenheid
moet heeten. zoolang binnen onze fractie
in de Eerste Kamer enkele katholieken on
gestraft een Pachtwet kunnen afstemmen
en hij maande de politieke instanties, lx.
de kieskringen, aan binnen het verband der
politieke organisatie ernstig te protestve
ren tegen het gebeurde; de protesten
bleven 'niet uit: er verschenen afkeurende
moties van Den Haag, Sittard, Utrecht,
Goes, Helmond, Zwolle, Den Bosch en vele
andere afdeelingen, en de Rijkskies-
kringUtrecht bond de kat de bel aan,
door bij den Partijraad de volgende motie
in te dienen:
Iraad dan van
- t -- -en gewisseld.
Hierbij zit de bedoeling voor, dit vraag
stuk, dat tot verschil van inzicht in onzen
kring aanleiding heeft gegeven, grondig
door te_ spreken om tot een duidelijk, zoo
eenlgszlns mogelijk eensgezind standpunt
te geraken. Dit is ook daarom noodzakelijk,
omdat de partij zich natuurlijk niet bij den
thans geschapen toestand kan neerleggen.
Nog ongewijzigde indiening der verworpen
wetsvoorstellen, noch aandrang oefenen op
de Regeering om met een gewijzigd ont
werp te komen, waarbij de bezwaren der
eerste-Kamer-meerderheid zouden zijn on
dervangen, zijn echter geëigende middelen
om tot een goede en bevredigende oplossing
te komen. Beide middelen zouden de be
langen der betrokkenen allerminst dienen,
wijl de beoordeeling van den rake lij ken in
houd van zulke voorstellen dan noodwendig
wordt doorkruist, ja zelfs op den achter
grond wordt gedrongen door staatsrechte
lijke bedenkingen, rakende de juiste ver
houding tusschen de beide deelen der Sta
ten-Generaal.”
Uitgemaakt zal dus moeten worden:
ie. of in het pacht-programpunt ook het
continuatierecht vervat was;
2e. of de zes Eerste Kamerleden dus al
dan niet tegen het partijprogram gehan
deld hebben, en
3e. hoe onze vertegenwoordigers in
toekomst het bewuste programpunt
waaromtrent thans strijd bestaat zullen
hebben op te vatten.
Inderdaad zijn de belangen der betrok
kenen het meest gediend met een con
structieve oplossing der gerezen moeilijk
heden.