Het Mirakel van La Salette l 1 fl EEN PRIESTER IN DIENST ZOMERTIJD RADIO-PROGRAM ALS VEEHOEDER Hemelsche waarschuwing HET BIJENDORP DE VIJANDEN VAN Gabriël Garcia Moreno HEERENBAAI I 0 B VERHAAL VAN DEN DAG DE TANDENBORSTEL Een verzamelaar van gouden tanden irmfflimiiwiiii FEUILLETON f Zondag 22 Mei AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL Maandag 23 Mei Eenvoudigen werden uitverkoren De venchyning van de~H. Maagd was noodig voor Frankryk’s katholieke bevolking ZATERDAG 21 MEI AVRO. Concerten (1153) Voordrachten Causerie AVRO, 230 over orkest- Huisen. KRO. Koor- en BBC-theater- (1554) te lossen en wil slechts vaststellen, (1153). Omroeporkest. Persberichten Hilversum Tooneel en opera 300 A.V.R.O., „Salto mor- 8.20 (473) Operette „Des (1635) .JDon (441) Operette ..De kulsche ▼an 1000 „De klapekster”, blU- Voordraehten Persberichten Concerten 7.50 5.30 sprong terug, de Gnunof oon pis ten 20-50<f.perom zadue tn ftunft moktaAaicf 4.50 5.20 5.50 6.30 8.00 720 930 9.30 1130 12.00 9.15 930 9.50 11.20 8.20 1.30 2.10 4.30 10.40 7.25 8.00 8.05 8.15 11.30 11 40 1205 2.20 3.10 5.00 6 50 1030 11 00 12.00 4.30 9.15 P.rlJi P a r U s Vaz Dlas Vaz Dlas 10.00 10.10 2.45 3.15 4.30 630 7.00 Hilversum, Vaz Dlas Hulzen, Vaz Dias r n ietwat verlegen -.en doen doorgaan jogstens zeventien ,Jk had bijna m’n schoonmoeder overreden." „En?" „M’n wagen lafaard!" KRO. Zlekenhalfuur K.R.O., Epiloog KR.O. (508) K.R.O. (1554) Militair orkest K.R.O., Zang en piano KRO., Orkestconcert (1153) Dansmuziek KRO., Morgenwijding K R O.. Lezing Toch had Jaap gelUk gehad. Toen de bijen verder wandelden kwamen ze aan de pakhuizen van de bommels. „Kantoren onder den grond.” stond er op een bord ta lesen. Gelukkig dat do portier aat ta slapen, zoodoende konden do büen stiUetJes dan gang In krulpen. I ECHTE FRIESCHE 4 1*1 Jaap de Blo en de andere bUen waren zoover gekomen, dat ze door een raam op het prlvé-kantoor van den Hommelbaaa konden kijken. Deze zat rustig achter zijn lessenaar. Kr hingen toto’s aan den wand, dia met een vlleginacblen genomen waren en het sag er verder echt deftig uit. Huizen Hulzen Huizen K.R.O.. Lezing Huizen Huizen Hilversum H u 1 z en Langenberg (473) Hilversum. AVRO Parijs (1725) Huizen, NCRV Huizen. NCRV Langenberg (473) Parijs (1725) Huizen, NCRV Daventry (1554) Ktlundborg (1153) Huizen. NCRV Brussel (508) Hulzen. NCRV 11.00 Hilversum, AVRO (1725) l (506) (1725) (441) Hilversum, Rossini NCRV, Gezinsopvoeding Huizen, NCRV, Knipcursus Hilversum. AVRO. Kindcruur Hulzen, NCRV, Vragenuur Hilversum, AVRO. Boekenhalfuur Zelden is er zomerhitte Als de zomertijd er is. Want het is, als hij er zijn moet. Met den zomer meestal mis. Dit keer echter heeft hl) maling Aan het wettelijk beslutt, Want de zomer loopt warempel Reeds den zomertijd vooruit! Maar dit mag niet, want gelijkheid Moet er wezen, dus vannacht Wordt de tijd weer met den zomer In het evenwicht gebracht! Voordat u dus dezen avond Opgaat naar het warme bed, Dient het, dat u alle klokken Eerst een uurtje verder zet. En als Phoebus, Zondagmorgen, Weer den aardbol fel verlicht, Staat u op, maar heel, heel langzaam. Met een slaperig gezicht! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) A co dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorw aarden tegen f Hflflfi bij levenslange geboete ongeschiktheid tot werken door f bU een ongeval met f *JCf) bij verlies van oen hand f 1 9C MJ vertlee van oen f Cf) bij oen breuk van QOOnilC 3 ongevallen verzekerd voor oen der volgende ultkeerlngen i OUW.~ verlies van belde armen, belde beenen ot belde oogen f t tzlr.” doodelijken afloop oen voet ot oen oog duim of wijsvinger We boen et arm eerste spoorweg gelegd. Een maatschappij be gon een vasten dienst met diligences. De on derneming, 10 Jaar geleden als een krankzin nige dwaasheid gebrandmerkt, was werkelijk heid geworden en Garcia Moreno gewroken! Al het materiaal, de palen en de draden, voor een telegrafische verbinding tusschen Guaya quil en Quito, lagen gereed, toen hij in 1875 zijn leven beëindigde. Nadien duurde het ech ter nog 12 jaren, vóór deze verbinding tot stand kwam. En het begin van den spoorweg, op hetzelfde traject in 1873 begonnen, onder vond door zijn dood mede groote vertraging Eerst in 1908 kwam de eerste trein uit Guaya quil in Quito aan! Reeds om deze onderneming verdiende Gar cia Moreno naam en faam, doch hierbij bleef het niet. Nog 4 andere groote wegen werden aangelegd om het binnenland met de hoofd stad te verbinden. De Tiavens aan de kust wer den bevaarbaar gemaakt voor groote stoom schepen en de kust van vuurtorens voorzien. Niets moeder dan de rust gaf Garcia Moreno ook zijn aandacht aan de hoofdstad zelf Qui to. gelegen in ben kuil, in een van de ultloo- pers van den Puichlncha. den 4500 M. hoogen vulcaan. was als een adelaarsnest verborgen in den Andes. Te dien tijde was de oude stad nog in een deplorabelen toestand, slechts een der straten was voor wagens bereidbaar. Gedu rende de zware regenbuien was het zelfs ge vaarlijk de straten te voet over te steken, daar het water van den berg door de amphitheaters- gewijze gebouwde stad in donderende vaartje stelle straten afkwam ztroomen. ‘Nauwelijks aan De verschijning. Op Zaterdag 19 September 1846 bevonden zich een meisje en een jongen, Frangoise Melanie Calvat en Pierre Maximin Girand op den Mont des Baisses, waar ze de koeien weidden voor hun respectie”elljke meesters. Het meisje, kortweg Melanie genoemd en vijftien jaar oud, was sinds haar prilste jeugd herderinnetje, terwijl de elfjarige Maximin eerst sedert vijf dagen in dienst was bij boer Selme, die in het dorp Corps woonde. De belde kinderen hadden elkaar nooit eerder gezien en daar Melanie een zeer gesloten karakter had, werd er wei nig tusschen hen gesproken. Beide kinderen kenden slechts een paar woorden Fransch; het plaatselijk dialect was hun moedertaal. Van lezen of schrijven wisten ze niets en van den godsdienst slechts zooveel, dat er een God en een Lieve Vrouwe bestond. Catechismus hadden ze nooit geleerd. Dicht bij de plaats, waar hun koeten graasden, bevond zich «en bron, die slechts bij rijkelijken regenval vloeide. En daar het juist een week lang droog weer was ge weest, sieperde er slechts een dun straaltje uit de bron. Toen ze- hoorden dat beneden in het dal de middagklok werd geluld, begaven zich belden naar de bron om hun brood in het water te doopen en aldus hun sober 2.00 Onze Lieve Vrouw van la Salette in gesprek met Maximim en Mélanie de woorden, die Zij tot de beide herders kinderen sprak waren zoo onheilspellend en machtig, dat de eerlijke, ernstige onderzoe ker zal moeten zeggen: „De verschijning van de Heilige Maagd was noodzakelijk voor het wel en wee van Frankrjjk’s katholieke bevolking!” Dezelfde onderzoeker zal ech ter tevens op de knieën vallen en den Al- lerhelligsten Verlosser ootmoedig danken voor de genade, dat Hij Zijn Moeder naar de aarde zond voor het heil der menschheld. (473) Concert AVRO. Kamer- „Maria nu stond op In die dagen en ging met spoed naar het gebergte, naar een stad van Judea”. (Luc. 1—39). te doen. En nu begint hét merkwaardige. Ondanks hun jeugd voelden zich belden plotseling slaperig. Ze gingen op een soort steenen bank zitten, waarvan er eenige om de bron stonden. Vlak bij de bron, ongeveer een meter noordelijker, stopd eveneens een bank. Het is ónmogelijk, precies vast te stellen, hoe lang de beide kinderen geslapen heb ben, doch na een later ingesteld onderzoek neemt men aan, dat het ruim een uur was. (Wordt vervolgd). hij op sterken weerstand, doch hjj wist dit in het belang van den Staat te breken. Maar dit alles was slechts kinderspel bij het eigenlijke werk zelf. Vooreerst was het noodzakelijk ab soluut capabele ingenieurs te vinden om het werk uit te voeren. Het was een Hercules- arbeid. Bergen nlvelleeren, reusachtige bruggen en viaducten bouwen. Vervolgens het recru- teeren van groote groepen arbeiders arbei der van Ecuador, liever lui dan moe dezen ten spijt van loomheid en lamlendigheid om te vormen voor een moeilijke, langdurige taak en hen continu In het gareel te houden. Maar met den President viel niet te spotten, dat wist nu wel zoo ongeveer Iedereen In Ecuador. Gauw en goed en vooral geen gezeur was het motto. Tien jaren werkten duizenden en duizenden arbeiders aan dit gigantische project. Meester lijk had hij weer alles weten ensceneeren. De arbeiders werden in verschillende groote groe pen verdeeld. Elke groep was als ‘t ware een mobiele kolonie, die een speciaal deel van den weg kreeg aangewezen. Een dokter was aan wezig bij elke groep, voor lichamelijke hulp, evenals een priester voor de zielzorg, ‘s Zondags werd in de open lucht de H. MIs gelezen, er gens hoog, ver weg In de eenzaamheid. In 1862 begonnen, was het belangrijkste deel in 1872 voltooid. Om eenlg begrip van dezen Titanen arbeid te verkrijgen is het voldoende te ver melden, dat over een lengte van 250 KM., van Quito tot Slsambe, het laatste punt der Cor dilleras, 100 bruggen en 400 viaducten gebouwd moesten worden. Van Guayaquil tot den voet van de Cordilleras, de z.g. Kuststreek, werd de Een Dultsche professor heeft de geschiedenis van den tandenborstel geschreven. Hjj is uit gevonden door de Chlneezen aan wie de menschheld meer aanwinsten der beschaving dankt. Men weet, vertelt Victor Aubertln In de Dultsche bladen, zelfs oen datum, waarop de tandenborstel werd uitgevonden, 25 Juni 1498. Tot dezen gedenkwaardlgen dag heeft de menschheld het zonder tandenborstel moeten stellen. De Romeinen poetsten hun tanden met gedroogde 'vnulzenmest, zooals Pllnius in zijn „Natuurgeschiedenis" mededeelt. Later werd het gewoonte, zich ’s morgens den mond met wijn te spoelen, maar toen gebeurde het een enkelen keer, dat men den wijn inslikte, zonder zich daarna te kunnen herinneren, of men wel gespoeld had. Daarna kwam de tan denborstel uit China en begon zijn triomftocht over de wereld. Wanneer overigens, vraagt de schrijver, zal de vraag beantwoord wordèn of de beschaving, de hygiëne en al deze proper heid een zegen of een dwaling is? De negers poetsen nooit hun tanden, denken er niet aan en zjj hebben het mooiste gebit der we reld. De Amerikanen, die dag en nacht de tanden poetsen, hebben van alle menschen het meest tandpijn en de meeste tandartsen. Er zijn verzamelaars van postzegels, van mun ten, van schilderijen, maar verzamelaars van gouden tanden zullen wel zeldzaam zijn. In Calcutta is er thans echter zoo een gesig naleerd en, wat lang niet lederen verzamelaar gebeurt, gearresteerd. Deze heer, een Indiër, maakte er namelijk een gewoonte van, des nachts binnen te dringen In de lichtgebouwde hutten zijner landgenooten en hun gouden tan den te stelen. Nu moet men niet denken, dat hij ze hun uit de kaak trok, onder zoo’n be werking zou zelfs een getrainde Indische fakir ontwaakt zijn, neen, hij koos als slachtoffers uit degenen, die bij het ter ruste gaan van hun ge bit scheidden. Hij was ook precies op de hoogte van de plaatsen, waar goud kon worden gevon den. want hjj vervulde de betrekking van huis knecht bjj *n Engelschen tandarts, die ’n groote inlanderspractljk had. De gouden tanden, die de baas overdag in de inlandsche gebitten zette, haalde de huisknecht er ’s nachts weer uit. Jarenlang bleef hij aan het verzamelen, nooit nog heeft hij een enkelen tand verkocht. Winst bejag scheen er dus bjj hem niet vóór te zitten. Het was zuiver l’art pour l’art. Nu heeft de po litie aan zijn verzamelwoede paal en perk ge steld. Toen Zijn Eerwaarde zijn H. MIs uit had en zich achter het altaar van zjjn Misgewaad ontdeed, kwam de arme pachteres tot hem en verlegen en beschaamd op haar knteën val-' lend, sprak ze stotterend: „Duizendmaal ver- schooning. Eerwaarde heer, dat ik u zoo be- gromd en gescholden heb. doch waarom ken- det gij uw gebeden niet beter van bulten?" Een aardige episode uit de Pransche Revo lutie ten jare 1793. In de parochie 8t. Elol was te dien tijde tot kapelaan benoemd de abbé Terrlon, zoo van het (Seminarie en dat nog wel de jongste, pas priester gewijd. Zijn kleine gestalte, zgn bijna kinderlijk gela' voorkomen zouden hei voor een jongeling jaar. Nletemin hdd hu juist den vereischten ouderdom bereikt om priester te kunnen wor den. Zooals al de geestelijken in die noodlottige dagen, was ook hij verplicht zich te verbergen om aan de vervolging der revolutiemannen te ontkomen Hij was dan naar een nabijgelegen parochie gevlucht en had een qnderkomen ge vonden In een groote boerderij, waar hij zich als scliaapsberder en koeherder verhuurde om zoo In het geheim toch zijn priesterlijke be diening te kunnen uitoefenen en ongelukkigen bij te staan. Alleen de pachter der hoeve wist, wie de huurling was. Wees voorzichtig. Eerwaarde, had hij hem reeds verschillende malen gewaarschuwd, en laat er aan niemand iets van uitlekken; neem u vooral voor mijn vrouw In acht. Ze Is wel iswaar een door en door vroom tnensch, maar als ze wist wie ge waart, zou ze u onwillekeurig verraden door den eerbied, welken ze u zou willen bewijzen. Ook zou ze zoo trotsch zijn een priester te mogen huisvesten, dat ze het weldra aan de groote klok zou hangen en dan waart gij een verloren man! De geestelijke, van een vrooljjk. opgeruimd karakter, zelfs snakerig aangelegd, beloof^, dat hjj de rol van koejongen netjes zou spe len en. dank zijn kinderlijk voorkomen, zeer naar het leven den onnoozele zou uitbeelden. Reeds was hij een paar dagen bewoner der hoeve, toen op zekeren keer de vrome pach teres gewetensangsten kreeg, of zij den koe- knaap niet eens moest polsen aangaande zijn Catechismus. Alex, als ge strakjes thuis komt, aal ik de Regeering gekomen, bracht hij ook hier ver betering. „Aux grands maux, les grands re- mèdes.” Zoo ook hier. Er was maar één afdoend middel om he water te keeren. De bovenstad afgraven en d’ benedenstad ophoogen. Ook hier werd de ont werper krankzinnig en stapelgek verklaart Moest die man niet opgesloten worden, die bijn de heele stad onderste boven wilde gooien. Ee- lawine van critiek en van verwenschingen start te zich över hem uit. Zij, wier hulzen afge broken zouden moeten worden, bliezen natuur lijk het hardst van den toren. Zjjn gewoont getrouw. Het Garcia Moreno de schreeuwei schreeuwen en begon de afbraak en den oj bouw tevens. De smerige, moerassige strate werden in mooie bestrate wegen verander, met zeer kleine helling, zoodat de wagens zot der gevaar konden voortgaan. Het water uit c bergen werd afgeleid en aan het waterbait in de stad kwam een einde. Toen hjj hiermee gereed was. begon hij de publieke gebouwe die totaal verwaarloosd waren, te restaureere Het hoofdplein van Quito de pi»»» May< een groote modderpoel gewoonlijk, herschl. hij in een plein met prachtige bloemen en bo men. Zijn ideaal was van Quito een kle Parijs te maken en de nieuwe gebouwen, c hij oprichtte, getuigden van zijn ijver in richting. En Quito herkende zich zelf niet me enleder eerlijk burger ging trotsch op den g nlalen man. die zijn hart en zijn liefde asm h en aan hunne stad verpand had. (Wordt vervolgi I Trotsch en ongenaakbaar zijn de bergreu zen, die het land van Corps en La Salette omsluiten; trotsch en ongenaakbaar zijn de menschen, die in kleine gehuchtjes op de hellingen wonen. De machtige kruinen der Alpen moeten de eeuwige sneeuw tor sen; de bergbewoners hebben dagelijks een harden strijd te leveren om een karig stukje brood. Zoo was het nu en zoo was het ook in den tijd, toen het mirakel van La Salette geschiedde. Meir werkte en zwoegde om in het leven te kunnen blijven en had geheel vergeten, dat er een God bestond. En her innerde zich soms iemand hetbe staan van God, dan was het slechts om Hem te lasteren. Zoo was het in de Alpen, vele streken van Frankrijk en In een groot gedeelte van Europa. Zou niemand boete doen? Was het lijden Christi geheel nutteloos gebleven? Het scheen bijna zoo, want niemand minder dan de Moeder der Zeven Smarten verscheen op aarde om „Haar volk te waarschuwen voor het ge vaar, dat het bedreigde”. En de verschij ning der Heilige Maagd was zóó imminent, Mont Blanc. Bruggen, was een onbekende luxe, door het water waden, waar dit mogelijk was, het consigne. Voeg hierbij nog het kolossale verschil in temperatuur, in een k twee dagen een overgang van de tropische warme hitte der kust naar vorst en sneeuw In het hooggebergte en gij kunt denken dat na alle doorgestane vermoeienissen en gevaren een goed bed in Quito een bijzondere weldaad beteekende. Wie dit ritje van 250 K.M. achter den rug had, mocht in waarheid zeggen: .Als men verre reizen doet, dan kan men veel verhalen." Men had wel eens gehoord van diligences, spoorwe gen en locomotieven, maar dat waren luxe ar tikelen, meende men in Ecuador, waaraan niet te denken Viel. Niemand had er ooit aan ge dacht een weg te maken voor voertuigen. Gar cia Moreno had dit grootsche plan opgevat om Quito met den Stillen Oceaan over de Cor dilleras met Guayaquil te verbinden, reeds ge durende zijn eerste presidentschap, gelijk hier boven reeds verhaald. Garcia Moreno ontwierp den weg In groote trekken en wilde zoo spoedig mogeljjk beginnen, doch hem trof hetzelfde lot als Columbus, die de Westelijke landen zocht te ontdekken. Men vroeg of hij gek geworden was. Schold hem voor een droomer, een utopist, wiens krank zinnige ondernemingen de laatste hulpbronnen van den Staat zouden doen opteren. Hij Het ze praten en begon de groote heirbaan. Toen de weg definitief was uitgestippeld kwamen de gewone moeilijkheden met de eigenaars der gronden. BIJ deze onteigeningen ging hl) met stipte eerlijkheid te werk. Hier en daar stuitte Gnunof eenpla ten SI HU wees op het verheven toeken van de ver lossing en den eerbied, welke men daaraan ver schuldigd was. De processie door de straten der stad moest een triomf worden voor den Goddeliiken Verlosser. HU herinnerde er aan. dat Keizer Heraclius het heilig kruishout van Calvarie op zUne schouders had gedragen ik hoop, voegde hij eraan toe, dat gü allen, zonder menschelUk opzicht, zult verlangen naar dezelfde eer. NauwelUks had de Pater deze woorden uitgesproken of Garcia Moreno verliet zijn zetel. Uep naar het kruis toe, nam het op zijn schouders en droeg het ten aanschouwe van het geheels volk, met zijn minister* door de stad. Met den snellen fabelachtlgen groei van het Christelijk leven en de geestelijke waarden van bet volk, hield de materieele welvaart gelijken tred. Garcia Moreno was als t ware bet lev®“' <te voorbeeld van het bekende Schriftuurwoord „Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijne ge rechtigheid en tiet overige zal u worden toe- s.05 120 130 140 1.55 4.30 6.06 6.20 8.20 8.25 1130' Hilversum 8 15 8.20 920 Job en orkest Daventry Huizen Hulzen Kalundborg (1735) (1725) Hulzen Brussel Hulzen Hilversum AVRO. P d r U a Brussel Parijs Rome Hilversum tale” hoorspel van George en Kober Langenberg verwunschene Schlosz” van C. Mollöcker. 8.20 Zeesen (1635) ..Don Caesar" A«n Wallace. 9.05 Rome Suzanna” van J. Gilbert. Hilversum spel van R. Benjamin. aange troffen, opspringend. Wat ‘n ezel. Ga maar naar je vee, dat eer dan JU zal leeren bidden. Zooals ge verkiest, madame! sprak de herder in goedgespeelde onschuld en ging weer naar de wet. ■s Nachts zou een verborgen priester In t open boech nabU de hoeve het H. Bacrlficatie der H. MIs opdragen, vertelde de pachter aan zUn vrouw, opdat deze de andere belangstel lenden zou waarschuwen-. De pachteres deed de rondte bU alle buur vrouwen met verzoek van stipte geheimhou ding. Vooral moesten ze zorgen, dat haar koe jongen er niets van te weten kwnm. want In zUn ocnoozelheld zou hU alles wel eens kun nen verraden! Des nachts was een menigte landlieden te samen gekomen op de bepaalde plaats. Een eenvoudig altaar was onder een boom opgeslagen, waarachter de priester zich kleed de voor den EL Dienst. Aan alle kanten van het bosch stonden wachten op uitkUk. In de voorste rijen naast het altaar zat de pachteres in diep gebed ver zonken. Toen de priester zich naar het altaar begaf, moest hU vlak voor haar doorgaan, zoodat ze hem bU het heldere maanlicht goe<f in het gelaat kon zien. Maar wat schrok ze! De priester leek als twee druppelen water op haar koeknaap ja ze verwedde alles, dat hU het was.... Maar neen, dat kan toch nietDat zou al te gek zjjnEen stumperd, die nog niet eens het Onze Vader kendeEn tochals hij het niet Is. Is het toch zeker zUn tweelingbroe der! Ze luisterde naar zUn stem en zag hem nog eens aan....; het kon niet anders, hU was het! Maar hoe kon dat nu toch bestaan. hU de H. MIs lezen? HU kon nog niet eens bidden! katechlsmus eens overhooren. Ver- je den staan? jSu, als gU dat verlangt, madame, goed, antwoordde Alex heel onnooeel. Bid eens het Onze Vader jongen, zoo be gon des avonds de eerste godsdienstles. De jongen begon, maar bleef na eenige woor den steken, stotterde opnieuw: Onze Vader, die In de hemelen zUt... geef ons.keek dan verlegen voor zich, om dan verlegen de pach teres aan te zien, op wier gelaat diep mede lijden te lezen stond. Ken JU nog niet eens het Onze Vader? Hoe oud ben JU dan? Toch al zeker zestien, dunkt me. Zeker, madame. En schaam JU je niet, niet eens het Onze Vader te kunnen bidden, zeg? Jawel, madame! Heeft niemand je dat geleerd? Jawel, eerwaarde priesters. Zoo! Dan hoorde je het toch wel wat be ter te kennen. Nu, Ik zal je dan leeren bidden! Best madame! En nu begon het goede mensch met engelen geduld het Onse Vader aan het knechtje voor te zeggen, deed hem elke zinsnede herhalen; doch waren ze aan het eind gekomen, dan scheen hU het begin alweer vergeten, zoodat de huisvrouw den moed eindelUk verloor en de kans op slagen verloren waande. Zoo’n dommen jongen heb ik nog nooit dacht ze ten slotte, ongeduldig Mijn eerste bedevaart begon met een tragi-comedieik raakte verdwaald ta de Franache Alpen Aan wien de schuld? Aan de vriéndelijke juffrouw van het ver keersbureau, die mij had gezegd, den grintweg te volgen van Grenoble tot Ita Mure en vandaar langs een gazellen- paadje omhoog te klauteren, zonder er echter bU te voegen, dat ik bij St. Georges de Commlers links af moest slaan? Of was het de schuld van ondergeteekende, die al te zeer vertrouwde op de topogra fische kennis van genoemde juffrouw? Ik heb niet den minsten lust, dit vraagstuk op „ciwueii, dat ik, na ruim dertig kilometer in een ver- aengende hitte te hebben geklommen, on geveer» twaalfhonderd meter boven den zeespiegel sta. De helft van mijn fiets voor een glas wijn met water! Ergens ver weg, aan het andere einde der we reld, ligt de Bossche raadskelder, waar men voor weinig geld geweldige potten bier drinkt. Nog verder, oneindig verder, in een lachend dorp tusschen Rosmalen en Schljndel, Ugt een groote tuin met schaduwrijke kastan jeboomen. Dorst, dorst en nog eens dorst. Wanneer ver schijnt de Basiliek van Notre Dame de La Salette? Op den witgeblakerden weg nadert een punt, die ten slotte een menschelljk wezen blijkt te zijn. De inlichting, welke ik ont vang, is kort en verpletterend. „Notre Dame de La Salette, s’il vous plait?” „Eerst naar St. Georges de Commiers, dan naar La Mure, vervolgens naar Corps en dan heb je nog slechts tien kilo meter.” „Goeie genade, ik kom net van St. Georges de Commlers!” „Dan heb je twintig kilometer voor niets geklommen. Je moet weer terug!” Het was heel, heel erg, maar er zat niets anders op. Tot overmaat van ramp be gon het vrij plotseling donker te worden en alhoewel het bergaf gemakkeiijker gaat dan bergop, durfde ik het toch niet wagen; de straatverlichting in de Fran- sche Alpen functionneert minder goed dan die in de Amsterdamsche Kalverstraat en bovendien heb ik er nog geen enkelen wlt-gegarneerden verkeers-agent ontmoet. Doch in geen geval kon ik blijven op de plaats, waar ik nu stond. Ik stapte dus weer op mijn fiets en reed bergaf. Na aldus vier of vijf kilometer gegleden te hebben, zag ik links van den weg een bouwvallige hu», waarin een of andere herdersjongen misschien wel eens voor den regen school. Mijn reisdeken werd op den grond gespreid, mijn rugzak diende tot hoofdkussen en na vijf minuten sliep ik, zoo niet den slaap der rechtvaardigen, dan toch zeker dien der vermoeiden. Tegen drie uur ’s morgens ging ik weer op weg en na een zwerftocht, die het uiterste vergde van de krachten van den ongeoefen- den bergklimmer, bereikte ik om twee uur ’s middags het dorpje La Salette, elfhon derd meter boven den zeespiegel. Negenhon derd meter hooger, op den top van den Mont des Baisses, stond een machtig kruis en Achter het kruis, op een klein plateau, ongeveer vijftien meter lager, de Basiliek van Onze Lieve Vrouwe van La Salette. 1.20 2.30 muziek 2.30 concert. 320 Daventry orkest. 3.20 Kalundborg. 435 Daventry (1554), BB. C.-orkest. Langenberg (473) Concert Brussel (508) Concert Daventry (1554) Cembalo-recital H11 ver»nm. VPRO, Orgelconcert Hilversum. A.VRO., Concertgebouw orkest. Hulzen KRO., Orkestconcert. Kalundborg (1153) Concert AVRO., Kovaca La- f Afl bU ▼•rllea van 71 andazan vinger geworpen". Ecuador had voortdurend in ar moede geleefd. Hier en daar lag vereenzaamd leen enkele welvarende bezitting, doch deze waren zeer gering in aantal. Een der oorzaken was zeer zeker de luiheid en onverschilligheid der bevolking, waaraan de rUke vruchtbare bodem maar al te getnakkelUk en in overvloed het noodlge om te leven opleverde. Voeg hler- bU nog. dat geen Regeering moeite gedaan had om de menschen aan het werk te zetten. Inte gendeel, hen dikwijls alleen had gebruikt als dankbaar object om uit te persen en het laat zich denken, dat zelf* een matige welvaart ver te zoeken waa. Doch behalve dit alle* belette het gebrek aan verkeersmiddelen den opbloel van landbouw en industrie. De natuur was hier het groote obstakel. De Cordilleras de* lo* Andes, die Ecuador van Noord tot Zuid In twee helften doorsneed was de hoofdschuldige. Een der geweldigste berg ketenen der wereld, van formidabelen structuur, een opstopping van reuzen, waartusschen stelle afgronden met bruisende watervallen en don- Langenberg (473), Havenconcert. Hilversum VARA -orkest Hulzen N CR V., orgelspel Hilversum VARA., strijkorkest Hilversum A.V.R.O„ Omroep orkest. 12.15 Huizen K.R.O.. sextet-concert 12.40 Parijs (1725) K.R.O., ReUgleusee muziek 1230 Kalundborg (1153) Omroep orkest. 12.50. Brussel (508) Orgelconcert Lirngenbérg Hilversum derende bergstroomen. Een ontoegankelUk oord. De Ecuatoriaan reisde te paard en de handels- waren werden op muilezels getransporteerd of op de ruggen van Indlaansche dragers Van Guayaquil naar Quito was. zooals hier boven reed* vermeld, een krachttoer eerste klasse. Lang* onbegaanbare paden, die voort durend nog door regens werden weggespoeld, langs duizelingwekkende afgronden ging de moeizame tocht omhoog. waarbU men den Ko lossus Chimborazo passeerde, een knaap van 6300 M, dat is altUd 1500 M. hooger dan onze Langenberg (473) Concert uit Stutt gart Hilversum, AVRO. Orgelconcert Hilversum, AVRO. Kamerorkest 12.20 Daventry (1554) Klassiek concert. 12 20 Kalundborg (1153) Concert 12 30 Hulzen. NCRV. Orgelconcert 1.06 Daventry (1554) Orkest 1.20 Langenberg (473) Concert 3.30 Hilversum, AVRO, orkest 3 50 Kalundborg (1153) Radlo-orkest 4.06 Daventry (1554) Concert 5.20 Langenberg (473) Sollstenconcert 5 30 Hul sen. NCRV, zang Hilversum, AVRO, Kovacs-Lajos en orkest 7.30 Hilversum, AVRO, Acordeon-muxlek 8.00 H u 1 s e n, NCRV, Concert HOV 8.00 Hilversum, AVRO, Operette-muzlek 8 20 Brussel (508) vloolrecltal 8.20 Daventry (1504) Concert 8 20 Kalundborg (1153) Concert 820 Langenberg (473) Concert 8 20 Rome (441) Concert 8.45 Hilversum, AVRO, Mannenkoor 9.50 Brussel (338) Concert 10.10 Hilversum, AVRO, Omroeporkest 10.20 Kalundborg (1153) Deensche muziek 1120 Daventry (1554) Dansmuziek 1120 Kalundborg (1153) Dansmuziek ITÖMOIMI DEI HOMMELES bUSAJVSI ÖOOW

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5