Het Mirakel van La Salette
l
1
fl
EEN PRIESTER IN DIENST
ZOMERTIJD
RADIO-PROGRAM
ALS VEEHOEDER
Hemelsche
waarschuwing
HET BIJENDORP
DE VIJANDEN VAN
Gabriël
Garcia Moreno
HEERENBAAI
I
0
B
VERHAAL VAN
DEN DAG
DE TANDENBORSTEL
Een verzamelaar van
gouden tanden
irmfflimiiwiiii
FEUILLETON
f
Zondag 22 Mei
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
Maandag 23 Mei
Eenvoudigen werden
uitverkoren
De venchyning van de~H. Maagd
was noodig voor Frankryk’s
katholieke bevolking
ZATERDAG 21 MEI
AVRO.
Concerten
(1153)
Voordrachten
Causerie
AVRO,
230
over
orkest-
Huisen. KRO. Koor-
en
BBC-theater-
(1554)
te lossen en wil slechts vaststellen,
(1153). Omroeporkest.
Persberichten
Hilversum
Tooneel en opera
300
A.V.R.O., „Salto mor-
8.20
(473) Operette „Des
(1635)
.JDon
(441) Operette
..De
kulsche
▼an
1000
„De klapekster”, blU-
Voordraehten
Persberichten
Concerten
7.50
5.30
sprong terug, de
Gnunof oon pis ten
20-50<f.perom
zadue tn ftunft moktaAaicf
4.50
5.20
5.50
6.30
8.00
720
930
9.30
1130
12.00
9.15
930
9.50
11.20
8.20
1.30
2.10
4.30
10.40
7.25
8.00
8.05
8.15
11.30
11 40
1205
2.20
3.10
5.00
6 50
1030
11 00
12.00
4.30
9.15
P.rlJi
P a r U s
Vaz Dlas
Vaz Dlas
10.00
10.10
2.45
3.15
4.30
630
7.00
Hilversum, Vaz Dlas
Hulzen, Vaz Dias
r n ietwat verlegen
-.en doen doorgaan
jogstens zeventien
,Jk had bijna m’n schoonmoeder
overreden."
„En?"
„M’n wagen
lafaard!"
KRO. Zlekenhalfuur
K.R.O., Epiloog
KR.O.
(508)
K.R.O.
(1554) Militair orkest
K.R.O., Zang en piano
KRO., Orkestconcert
(1153) Dansmuziek
KRO., Morgenwijding
K R O.. Lezing
Toch had Jaap gelUk gehad. Toen de bijen verder wandelden kwamen
ze aan de pakhuizen van de bommels. „Kantoren onder den grond.”
stond er op een bord ta lesen. Gelukkig dat do portier aat ta slapen,
zoodoende konden do büen stiUetJes dan gang In krulpen.
I
ECHTE FRIESCHE
4
1*1
Jaap de Blo en de andere bUen waren zoover gekomen, dat ze door
een raam op het prlvé-kantoor van den Hommelbaaa konden kijken.
Deze zat rustig achter zijn lessenaar. Kr hingen toto’s aan den wand,
dia met een vlleginacblen genomen waren en het sag er verder
echt deftig uit.
Huizen
Hulzen
Huizen K.R.O.. Lezing
Huizen
Huizen
Hilversum
H u 1 z en
Langenberg (473)
Hilversum. AVRO
Parijs (1725)
Huizen, NCRV
Huizen. NCRV
Langenberg (473)
Parijs (1725)
Huizen, NCRV
Daventry (1554)
Ktlundborg (1153)
Huizen. NCRV
Brussel (508)
Hulzen. NCRV
11.00 Hilversum, AVRO
(1725)
l (506)
(1725)
(441)
Hilversum,
Rossini
NCRV, Gezinsopvoeding
Huizen, NCRV, Knipcursus
Hilversum. AVRO. Kindcruur
Hulzen, NCRV, Vragenuur
Hilversum, AVRO. Boekenhalfuur
Zelden is er zomerhitte
Als de zomertijd er is.
Want het is, als hij er zijn moet.
Met den zomer meestal mis.
Dit keer echter heeft hl) maling
Aan het wettelijk beslutt,
Want de zomer loopt warempel
Reeds den zomertijd vooruit!
Maar dit mag niet, want gelijkheid
Moet er wezen, dus vannacht
Wordt de tijd weer met den zomer
In het evenwicht gebracht!
Voordat u dus dezen avond
Opgaat naar het warme bed,
Dient het, dat u alle klokken
Eerst een uurtje verder zet.
En als Phoebus, Zondagmorgen,
Weer den aardbol fel verlicht,
Staat u op, maar heel, heel langzaam.
Met een slaperig gezicht!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
A co dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorw aarden tegen f Hflflfi bij levenslange geboete ongeschiktheid tot werken door f bU een ongeval met f *JCf) bij verlies van oen hand f 1 9C MJ vertlee van oen f Cf) bij oen breuk van
QOOnilC 3 ongevallen verzekerd voor oen der volgende ultkeerlngen i OUW.~ verlies van belde armen, belde beenen ot belde oogen f t tzlr.” doodelijken afloop oen voet ot oen oog duim of wijsvinger We boen et arm
eerste spoorweg gelegd. Een maatschappij be
gon een vasten dienst met diligences. De on
derneming, 10 Jaar geleden als een krankzin
nige dwaasheid gebrandmerkt, was werkelijk
heid geworden en Garcia Moreno gewroken!
Al het materiaal, de palen en de draden, voor
een telegrafische verbinding tusschen Guaya
quil en Quito, lagen gereed, toen hij in 1875
zijn leven beëindigde. Nadien duurde het ech
ter nog 12 jaren, vóór deze verbinding tot
stand kwam. En het begin van den spoorweg,
op hetzelfde traject in 1873 begonnen, onder
vond door zijn dood mede groote vertraging
Eerst in 1908 kwam de eerste trein uit Guaya
quil in Quito aan!
Reeds om deze onderneming verdiende Gar
cia Moreno naam en faam, doch hierbij bleef
het niet. Nog 4 andere groote wegen werden
aangelegd om het binnenland met de hoofd
stad te verbinden. De Tiavens aan de kust wer
den bevaarbaar gemaakt voor groote stoom
schepen en de kust van vuurtorens voorzien.
Niets moeder dan de rust gaf Garcia Moreno
ook zijn aandacht aan de hoofdstad zelf Qui
to. gelegen in ben kuil, in een van de ultloo-
pers van den Puichlncha. den 4500 M. hoogen
vulcaan. was als een adelaarsnest verborgen in
den Andes. Te dien tijde was de oude stad nog
in een deplorabelen toestand, slechts een der
straten was voor wagens bereidbaar. Gedu
rende de zware regenbuien was het zelfs ge
vaarlijk de straten te voet over te steken, daar
het water van den berg door de amphitheaters-
gewijze gebouwde stad in donderende vaartje
stelle straten afkwam ztroomen. ‘Nauwelijks aan
De verschijning.
Op Zaterdag 19 September 1846 bevonden
zich een meisje en een jongen, Frangoise
Melanie Calvat en Pierre Maximin Girand
op den Mont des Baisses, waar ze de koeien
weidden voor hun respectie”elljke meesters.
Het meisje, kortweg Melanie genoemd en
vijftien jaar oud, was sinds haar prilste
jeugd herderinnetje, terwijl de elfjarige
Maximin eerst sedert vijf dagen in dienst
was bij boer Selme, die in het dorp Corps
woonde. De belde kinderen hadden elkaar
nooit eerder gezien en daar Melanie een
zeer gesloten karakter had, werd er wei
nig tusschen hen gesproken. Beide kinderen
kenden slechts een paar woorden Fransch;
het plaatselijk dialect was hun moedertaal.
Van lezen of schrijven wisten ze niets en
van den godsdienst slechts zooveel, dat er
een God en een Lieve Vrouwe bestond.
Catechismus hadden ze nooit geleerd.
Dicht bij de plaats, waar hun koeten
graasden, bevond zich «en bron, die slechts
bij rijkelijken regenval vloeide. En daar het
juist een week lang droog weer was ge
weest, sieperde er slechts een dun straaltje
uit de bron.
Toen ze- hoorden dat beneden in het dal
de middagklok werd geluld, begaven zich
belden naar de bron om hun brood in het
water te doopen en aldus hun sober 2.00
Onze Lieve Vrouw van la Salette
in gesprek met Maximim
en Mélanie
de woorden, die Zij tot de beide herders
kinderen sprak waren zoo onheilspellend en
machtig, dat de eerlijke, ernstige onderzoe
ker zal moeten zeggen: „De verschijning
van de Heilige Maagd was noodzakelijk voor
het wel en wee van Frankrjjk’s katholieke
bevolking!” Dezelfde onderzoeker zal ech
ter tevens op de knieën vallen en den Al-
lerhelligsten Verlosser ootmoedig danken
voor de genade, dat Hij Zijn Moeder naar
de aarde zond voor het heil der menschheld.
(473) Concert
AVRO. Kamer-
„Maria nu stond op In die dagen en
ging met spoed naar het gebergte,
naar een stad van Judea”.
(Luc. 1—39).
te doen. En nu begint hét merkwaardige.
Ondanks hun jeugd voelden zich belden
plotseling slaperig. Ze gingen op een soort
steenen bank zitten, waarvan er eenige om
de bron stonden. Vlak bij de bron, ongeveer
een meter noordelijker, stopd eveneens een
bank.
Het is ónmogelijk, precies vast te stellen,
hoe lang de beide kinderen geslapen heb
ben, doch na een later ingesteld onderzoek
neemt men aan, dat het ruim een uur was.
(Wordt vervolgd).
hij op sterken weerstand, doch hjj wist dit in
het belang van den Staat te breken. Maar dit
alles was slechts kinderspel bij het eigenlijke
werk zelf. Vooreerst was het noodzakelijk ab
soluut capabele ingenieurs te vinden om het
werk uit te voeren. Het was een Hercules-
arbeid. Bergen nlvelleeren, reusachtige bruggen
en viaducten bouwen. Vervolgens het recru-
teeren van groote groepen arbeiders arbei
der van Ecuador, liever lui dan moe dezen
ten spijt van loomheid en lamlendigheid om
te vormen voor een moeilijke, langdurige taak
en hen continu In het gareel te houden. Maar
met den President viel niet te spotten, dat wist
nu wel zoo ongeveer Iedereen In Ecuador. Gauw
en goed en vooral geen gezeur was het motto.
Tien jaren werkten duizenden en duizenden
arbeiders aan dit gigantische project. Meester
lijk had hij weer alles weten ensceneeren. De
arbeiders werden in verschillende groote groe
pen verdeeld. Elke groep was als ‘t ware een
mobiele kolonie, die een speciaal deel van den
weg kreeg aangewezen. Een dokter was aan
wezig bij elke groep, voor lichamelijke hulp,
evenals een priester voor de zielzorg, ‘s Zondags
werd in de open lucht de H. MIs gelezen, er
gens hoog, ver weg In de eenzaamheid. In 1862
begonnen, was het belangrijkste deel in 1872
voltooid. Om eenlg begrip van dezen Titanen
arbeid te verkrijgen is het voldoende te ver
melden, dat over een lengte van 250 KM., van
Quito tot Slsambe, het laatste punt der Cor
dilleras, 100 bruggen en 400 viaducten gebouwd
moesten worden. Van Guayaquil tot den voet
van de Cordilleras, de z.g. Kuststreek, werd de
Een Dultsche professor heeft de geschiedenis
van den tandenborstel geschreven. Hjj is uit
gevonden door de Chlneezen aan wie de
menschheld meer aanwinsten der beschaving
dankt. Men weet, vertelt Victor Aubertln In
de Dultsche bladen, zelfs oen datum, waarop
de tandenborstel werd uitgevonden, 25 Juni
1498. Tot dezen gedenkwaardlgen dag heeft de
menschheld het zonder tandenborstel moeten
stellen. De Romeinen poetsten hun tanden
met gedroogde 'vnulzenmest, zooals Pllnius in
zijn „Natuurgeschiedenis" mededeelt. Later
werd het gewoonte, zich ’s morgens den mond
met wijn te spoelen, maar toen gebeurde het
een enkelen keer, dat men den wijn inslikte,
zonder zich daarna te kunnen herinneren, of
men wel gespoeld had. Daarna kwam de tan
denborstel uit China en begon zijn triomftocht
over de wereld. Wanneer overigens, vraagt de
schrijver, zal de vraag beantwoord wordèn of
de beschaving, de hygiëne en al deze proper
heid een zegen of een dwaling is? De negers
poetsen nooit hun tanden, denken er niet
aan en zjj hebben het mooiste gebit der we
reld. De Amerikanen, die dag en nacht de
tanden poetsen, hebben van alle menschen
het meest tandpijn en de meeste tandartsen.
Er zijn verzamelaars van postzegels, van mun
ten, van schilderijen, maar verzamelaars van
gouden tanden zullen wel zeldzaam zijn.
In Calcutta is er thans echter zoo een gesig
naleerd en, wat lang niet lederen verzamelaar
gebeurt, gearresteerd. Deze heer, een Indiër,
maakte er namelijk een gewoonte van, des
nachts binnen te dringen In de lichtgebouwde
hutten zijner landgenooten en hun gouden tan
den te stelen. Nu moet men niet denken, dat
hij ze hun uit de kaak trok, onder zoo’n be
werking zou zelfs een getrainde Indische fakir
ontwaakt zijn, neen, hij koos als slachtoffers uit
degenen, die bij het ter ruste gaan van hun ge
bit scheidden. Hij was ook precies op de hoogte
van de plaatsen, waar goud kon worden gevon
den. want hjj vervulde de betrekking van huis
knecht bjj *n Engelschen tandarts, die ’n groote
inlanderspractljk had. De gouden tanden, die
de baas overdag in de inlandsche gebitten zette,
haalde de huisknecht er ’s nachts weer uit.
Jarenlang bleef hij aan het verzamelen, nooit
nog heeft hij een enkelen tand verkocht. Winst
bejag scheen er dus bjj hem niet vóór te zitten.
Het was zuiver l’art pour l’art. Nu heeft de po
litie aan zijn verzamelwoede paal en perk ge
steld.
Toen Zijn Eerwaarde zijn H. MIs uit had en
zich achter het altaar van zjjn Misgewaad
ontdeed, kwam de arme pachteres tot hem en
verlegen en beschaamd op haar knteën val-'
lend, sprak ze stotterend: „Duizendmaal ver-
schooning. Eerwaarde heer, dat ik u zoo be-
gromd en gescholden heb. doch waarom ken-
det gij uw gebeden niet beter van bulten?"
Een aardige episode uit de Pransche Revo
lutie ten jare 1793.
In de parochie 8t. Elol was te dien tijde
tot kapelaan benoemd de abbé Terrlon, zoo
van het (Seminarie en dat nog wel de jongste,
pas priester gewijd. Zijn kleine gestalte, zgn
bijna kinderlijk gela'
voorkomen zouden hei
voor een jongeling
jaar. Nletemin hdd hu juist den vereischten
ouderdom bereikt om priester te kunnen wor
den.
Zooals al de geestelijken in die noodlottige
dagen, was ook hij verplicht zich te verbergen
om aan de vervolging der revolutiemannen te
ontkomen Hij was dan naar een nabijgelegen
parochie gevlucht en had een qnderkomen ge
vonden In een groote boerderij, waar hij zich
als scliaapsberder en koeherder verhuurde om
zoo In het geheim toch zijn priesterlijke be
diening te kunnen uitoefenen en ongelukkigen
bij te staan. Alleen de pachter der hoeve wist,
wie de huurling was.
Wees voorzichtig. Eerwaarde, had hij hem
reeds verschillende malen gewaarschuwd, en
laat er aan niemand iets van uitlekken; neem
u vooral voor mijn vrouw In acht. Ze Is wel
iswaar een door en door vroom tnensch, maar
als ze wist wie ge waart, zou ze u onwillekeurig
verraden door den eerbied, welken ze u zou
willen bewijzen. Ook zou ze zoo trotsch zijn
een priester te mogen huisvesten, dat ze het
weldra aan de groote klok zou hangen en dan
waart gij een verloren man!
De geestelijke, van een vrooljjk. opgeruimd
karakter, zelfs snakerig aangelegd, beloof^,
dat hjj de rol van koejongen netjes zou spe
len en. dank zijn kinderlijk voorkomen, zeer
naar het leven den onnoozele zou uitbeelden.
Reeds was hij een paar dagen bewoner der
hoeve, toen op zekeren keer de vrome pach
teres gewetensangsten kreeg, of zij den koe-
knaap niet eens moest polsen aangaande zijn
Catechismus.
Alex, als ge strakjes thuis komt, aal ik
de Regeering gekomen, bracht hij ook hier ver
betering. „Aux grands maux, les grands re-
mèdes.” Zoo ook hier.
Er was maar één afdoend middel om he
water te keeren. De bovenstad afgraven en d’
benedenstad ophoogen. Ook hier werd de ont
werper krankzinnig en stapelgek verklaart
Moest die man niet opgesloten worden, die bijn
de heele stad onderste boven wilde gooien. Ee-
lawine van critiek en van verwenschingen start
te zich över hem uit. Zij, wier hulzen afge
broken zouden moeten worden, bliezen natuur
lijk het hardst van den toren. Zjjn gewoont
getrouw. Het Garcia Moreno de schreeuwei
schreeuwen en begon de afbraak en den oj
bouw tevens. De smerige, moerassige strate
werden in mooie bestrate wegen verander,
met zeer kleine helling, zoodat de wagens zot
der gevaar konden voortgaan. Het water uit c
bergen werd afgeleid en aan het waterbait
in de stad kwam een einde. Toen hjj hiermee
gereed was. begon hij de publieke gebouwe
die totaal verwaarloosd waren, te restaureere
Het hoofdplein van Quito de pi»»» May<
een groote modderpoel gewoonlijk, herschl.
hij in een plein met prachtige bloemen en bo
men. Zijn ideaal was van Quito een kle
Parijs te maken en de nieuwe gebouwen, c
hij oprichtte, getuigden van zijn ijver in
richting. En Quito herkende zich zelf niet me
enleder eerlijk burger ging trotsch op den g
nlalen man. die zijn hart en zijn liefde asm h
en aan hunne stad verpand had.
(Wordt vervolgi I
Trotsch en ongenaakbaar zijn de bergreu
zen, die het land van Corps en La Salette
omsluiten; trotsch en ongenaakbaar zijn
de menschen, die in kleine gehuchtjes op
de hellingen wonen. De machtige kruinen
der Alpen moeten de eeuwige sneeuw tor
sen; de bergbewoners hebben dagelijks een
harden strijd te leveren om een karig stukje
brood. Zoo was het nu en zoo was het ook
in den tijd, toen het mirakel van La Salette
geschiedde. Meir werkte en zwoegde om in
het leven te kunnen blijven en had geheel
vergeten, dat er een God bestond. En her
innerde zich soms iemand hetbe
staan van God, dan was het slechts om
Hem te lasteren. Zoo was het in de Alpen,
vele streken van Frankrijk en In een
groot gedeelte van Europa. Zou niemand
boete doen? Was het lijden Christi geheel
nutteloos gebleven? Het scheen bijna zoo,
want niemand minder dan de Moeder der
Zeven Smarten verscheen op aarde om
„Haar volk te waarschuwen voor het ge
vaar, dat het bedreigde”. En de verschij
ning der Heilige Maagd was zóó imminent,
Mont Blanc. Bruggen, was een onbekende luxe,
door het water waden, waar dit mogelijk was,
het consigne. Voeg hierbij nog het kolossale
verschil in temperatuur, in een k twee dagen
een overgang van de tropische warme hitte der
kust naar vorst en sneeuw In het hooggebergte
en gij kunt denken dat na alle doorgestane
vermoeienissen en gevaren een goed bed in
Quito een bijzondere weldaad beteekende. Wie
dit ritje van 250 K.M. achter den rug had,
mocht in waarheid zeggen: .Als men verre
reizen doet, dan kan men veel verhalen." Men
had wel eens gehoord van diligences, spoorwe
gen en locomotieven, maar dat waren luxe ar
tikelen, meende men in Ecuador, waaraan niet
te denken Viel. Niemand had er ooit aan ge
dacht een weg te maken voor voertuigen. Gar
cia Moreno had dit grootsche plan opgevat om
Quito met den Stillen Oceaan over de Cor
dilleras met Guayaquil te verbinden, reeds ge
durende zijn eerste presidentschap, gelijk hier
boven reeds verhaald.
Garcia Moreno ontwierp den weg In groote
trekken en wilde zoo spoedig mogeljjk beginnen,
doch hem trof hetzelfde lot als Columbus, die
de Westelijke landen zocht te ontdekken. Men
vroeg of hij gek geworden was. Schold hem
voor een droomer, een utopist, wiens krank
zinnige ondernemingen de laatste hulpbronnen
van den Staat zouden doen opteren. Hij Het ze
praten en begon de groote heirbaan. Toen
de weg definitief was uitgestippeld kwamen de
gewone moeilijkheden met de eigenaars der
gronden. BIJ deze onteigeningen ging hl) met
stipte eerlijkheid te werk. Hier en daar stuitte
Gnunof eenpla ten
SI
HU wees op het verheven toeken van de ver
lossing en den eerbied, welke men daaraan ver
schuldigd was. De processie door de straten
der stad moest een triomf worden voor den
Goddeliiken Verlosser. HU herinnerde er aan.
dat Keizer Heraclius het heilig kruishout van
Calvarie op zUne schouders had gedragen
ik hoop, voegde hij eraan toe, dat gü allen,
zonder menschelUk opzicht, zult verlangen
naar dezelfde eer. NauwelUks had de Pater deze
woorden uitgesproken of Garcia Moreno verliet
zijn zetel. Uep naar het kruis toe, nam het op
zijn schouders en droeg het ten aanschouwe
van het geheels volk, met zijn minister* door
de stad.
Met den snellen fabelachtlgen groei van het
Christelijk leven en de geestelijke waarden van
bet volk, hield de materieele welvaart gelijken
tred. Garcia Moreno was als t ware bet lev®“'
<te voorbeeld van het bekende Schriftuurwoord
„Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijne ge
rechtigheid en tiet overige zal u worden toe-
s.05
120
130
140
1.55
4.30
6.06
6.20
8.20
8.25
1130' Hilversum
8 15
8.20
920
Job en orkest
Daventry
Huizen
Hulzen
Kalundborg
(1735)
(1725)
Hulzen
Brussel
Hulzen
Hilversum AVRO.
P d r U a
Brussel
Parijs
Rome
Hilversum
tale” hoorspel van George en Kober
Langenberg
verwunschene Schlosz” van C. Mollöcker.
8.20 Zeesen (1635) ..Don Caesar" A«n
Wallace.
9.05 Rome
Suzanna” van J. Gilbert.
Hilversum
spel van R. Benjamin.
aange troffen,
opspringend.
Wat ‘n ezel. Ga maar naar je vee, dat eer
dan JU zal leeren bidden.
Zooals ge verkiest, madame! sprak de
herder in goedgespeelde onschuld en ging weer
naar de wet.
■s Nachts zou een verborgen priester In t
open boech nabU de hoeve het H. Bacrlficatie
der H. MIs opdragen, vertelde de pachter aan
zUn vrouw, opdat deze de andere belangstel
lenden zou waarschuwen-.
De pachteres deed de rondte bU alle buur
vrouwen met verzoek van stipte geheimhou
ding. Vooral moesten ze zorgen, dat haar koe
jongen er niets van te weten kwnm. want In
zUn ocnoozelheld zou hU alles wel eens kun
nen verraden!
Des nachts was een menigte landlieden te
samen gekomen op de bepaalde plaats.
Een eenvoudig altaar was onder een boom
opgeslagen, waarachter de priester zich kleed
de voor den EL Dienst.
Aan alle kanten van het bosch stonden
wachten op uitkUk. In de voorste rijen naast
het altaar zat de pachteres in diep gebed ver
zonken. Toen de priester zich naar het altaar
begaf, moest hU vlak voor haar doorgaan,
zoodat ze hem bU het heldere maanlicht goe<f
in het gelaat kon zien.
Maar wat schrok ze! De priester leek als
twee druppelen water op haar koeknaap
ja ze verwedde alles, dat hU het was.... Maar
neen, dat kan toch nietDat zou al te gek
zjjnEen stumperd, die nog niet eens het
Onze Vader kendeEn tochals hij het
niet Is. Is het toch zeker zUn tweelingbroe
der!
Ze luisterde naar zUn stem en zag hem nog
eens aan....; het kon niet anders, hU was het!
Maar hoe kon dat nu toch bestaan. hU de
H. MIs lezen? HU kon nog niet eens bidden!
katechlsmus eens overhooren. Ver-
je den
staan?
jSu, als gU dat verlangt, madame, goed,
antwoordde Alex heel onnooeel.
Bid eens het Onze Vader jongen, zoo be
gon des avonds de eerste godsdienstles.
De jongen begon, maar bleef na eenige woor
den steken, stotterde opnieuw: Onze Vader, die
In de hemelen zUt... geef ons.keek dan
verlegen voor zich, om dan verlegen de pach
teres aan te zien, op wier gelaat diep mede
lijden te lezen stond.
Ken JU nog niet eens het Onze Vader?
Hoe oud ben JU dan? Toch al zeker zestien,
dunkt me.
Zeker, madame.
En schaam JU je niet, niet eens het Onze
Vader te kunnen bidden, zeg?
Jawel, madame!
Heeft niemand je dat geleerd?
Jawel, eerwaarde priesters.
Zoo! Dan hoorde je het toch wel wat be
ter te kennen. Nu, Ik zal je dan leeren bidden!
Best madame!
En nu begon het goede mensch met engelen
geduld het Onse Vader aan het knechtje voor
te zeggen, deed hem elke zinsnede herhalen;
doch waren ze aan het eind gekomen, dan
scheen hU het begin alweer vergeten, zoodat de
huisvrouw den moed eindelUk verloor en de
kans op slagen verloren waande.
Zoo’n dommen jongen heb ik nog nooit
dacht ze ten slotte, ongeduldig
Mijn eerste bedevaart begon met een
tragi-comedieik raakte verdwaald ta de
Franache Alpen Aan wien de schuld?
Aan de vriéndelijke juffrouw van het ver
keersbureau, die mij had gezegd, den
grintweg te volgen van Grenoble tot Ita
Mure en vandaar langs een gazellen-
paadje omhoog te klauteren, zonder er
echter bU te voegen, dat ik bij St. Georges
de Commlers links af moest slaan? Of
was het de schuld van ondergeteekende,
die al te zeer vertrouwde op de topogra
fische kennis van genoemde juffrouw? Ik
heb niet den minsten lust, dit vraagstuk op
„ciwueii, dat
ik, na ruim dertig kilometer in een ver-
aengende hitte te hebben geklommen, on
geveer» twaalfhonderd meter boven den
zeespiegel sta. De helft van mijn fiets
voor een glas wijn met water! Ergens
ver weg, aan het andere einde der we
reld, ligt de Bossche raadskelder, waar
men voor weinig geld geweldige potten
bier drinkt. Nog verder, oneindig verder,
in een lachend dorp tusschen Rosmalen
en Schljndel, Ugt een groote tuin met
schaduwrijke kastan jeboomen. Dorst,
dorst en nog eens dorst. Wanneer ver
schijnt de Basiliek van Notre Dame de La
Salette?
Op den witgeblakerden weg nadert een
punt, die ten slotte een menschelljk wezen
blijkt te zijn. De inlichting, welke ik ont
vang, is kort en verpletterend.
„Notre Dame de La Salette, s’il vous
plait?”
„Eerst naar St. Georges de Commiers,
dan naar La Mure, vervolgens naar
Corps en dan heb je nog slechts tien kilo
meter.”
„Goeie genade, ik kom net van St.
Georges de Commlers!”
„Dan heb je twintig kilometer voor
niets geklommen. Je moet weer terug!”
Het was heel, heel erg, maar er zat niets
anders op. Tot overmaat van ramp be
gon het vrij plotseling donker te worden
en alhoewel het bergaf gemakkeiijker
gaat dan bergop, durfde ik het toch niet
wagen; de straatverlichting in de Fran-
sche Alpen functionneert minder goed dan
die in de Amsterdamsche Kalverstraat en
bovendien heb ik er nog geen enkelen
wlt-gegarneerden verkeers-agent ontmoet.
Doch in geen geval kon ik blijven op de
plaats, waar ik nu stond. Ik stapte dus
weer op mijn fiets en reed bergaf.
Na aldus vier of vijf kilometer gegleden
te hebben, zag ik links van den weg een
bouwvallige hu», waarin een of andere
herdersjongen misschien wel eens voor
den regen school. Mijn reisdeken werd op
den grond gespreid, mijn rugzak diende tot
hoofdkussen en na vijf minuten sliep ik, zoo
niet den slaap der rechtvaardigen, dan toch
zeker dien der vermoeiden.
Tegen drie uur ’s morgens ging ik weer op
weg en na een zwerftocht, die het uiterste
vergde van de krachten van den ongeoefen-
den bergklimmer, bereikte ik om twee uur
’s middags het dorpje La Salette, elfhon
derd meter boven den zeespiegel. Negenhon
derd meter hooger, op den top van den
Mont des Baisses, stond een machtig kruis
en Achter het kruis, op een klein plateau,
ongeveer vijftien meter lager, de Basiliek
van Onze Lieve Vrouwe van La Salette.
1.20
2.30
muziek
2.30
concert.
320 Daventry
orkest.
3.20 Kalundborg.
435 Daventry (1554), BB. C.-orkest.
Langenberg (473) Concert
Brussel (508) Concert
Daventry (1554) Cembalo-recital
H11 ver»nm. VPRO, Orgelconcert
Hilversum. A.VRO., Concertgebouw
orkest.
Hulzen KRO., Orkestconcert.
Kalundborg (1153) Concert
AVRO., Kovaca La-
f Afl bU ▼•rllea van 71
andazan vinger
geworpen". Ecuador had voortdurend in ar
moede geleefd. Hier en daar lag vereenzaamd
leen enkele welvarende bezitting, doch deze
waren zeer gering in aantal. Een der oorzaken
was zeer zeker de luiheid en onverschilligheid
der bevolking, waaraan de rUke vruchtbare
bodem maar al te getnakkelUk en in overvloed
het noodlge om te leven opleverde. Voeg hler-
bU nog. dat geen Regeering moeite gedaan had
om de menschen aan het werk te zetten. Inte
gendeel, hen dikwijls alleen had gebruikt als
dankbaar object om uit te persen en het laat
zich denken, dat zelf* een matige welvaart ver
te zoeken waa. Doch behalve dit alle* belette
het gebrek aan verkeersmiddelen den opbloel
van landbouw en industrie.
De natuur was hier het groote obstakel. De
Cordilleras de* lo* Andes, die Ecuador van
Noord tot Zuid In twee helften doorsneed was
de hoofdschuldige. Een der geweldigste berg
ketenen der wereld, van formidabelen structuur,
een opstopping van reuzen, waartusschen stelle
afgronden met bruisende watervallen en don-
Langenberg (473), Havenconcert.
Hilversum VARA -orkest
Hulzen N CR V., orgelspel
Hilversum VARA., strijkorkest
Hilversum A.V.R.O„ Omroep
orkest.
12.15 Huizen K.R.O.. sextet-concert
12.40 Parijs (1725) K.R.O., ReUgleusee muziek
1230 Kalundborg (1153) Omroep
orkest.
12.50. Brussel (508) Orgelconcert
Lirngenbérg
Hilversum
derende bergstroomen. Een ontoegankelUk oord.
De Ecuatoriaan reisde te paard en de handels-
waren werden op muilezels getransporteerd of
op de ruggen van Indlaansche dragers
Van Guayaquil naar Quito was. zooals hier
boven reed* vermeld, een krachttoer eerste
klasse. Lang* onbegaanbare paden, die voort
durend nog door regens werden weggespoeld,
langs duizelingwekkende afgronden ging de
moeizame tocht omhoog. waarbU men den Ko
lossus Chimborazo passeerde, een knaap van
6300 M, dat is altUd 1500 M. hooger dan onze
Langenberg (473) Concert uit Stutt
gart
Hilversum, AVRO. Orgelconcert
Hilversum, AVRO. Kamerorkest
12.20 Daventry (1554) Klassiek concert.
12 20 Kalundborg (1153) Concert
12 30 Hulzen. NCRV. Orgelconcert
1.06 Daventry (1554) Orkest
1.20 Langenberg (473) Concert
3.30 Hilversum, AVRO, orkest
3 50 Kalundborg (1153) Radlo-orkest
4.06 Daventry (1554) Concert
5.20 Langenberg (473) Sollstenconcert
5 30 Hul sen. NCRV, zang
Hilversum, AVRO, Kovacs-Lajos en
orkest
7.30 Hilversum, AVRO, Acordeon-muxlek
8.00 H u 1 s e n, NCRV, Concert HOV
8.00 Hilversum, AVRO, Operette-muzlek
8 20 Brussel (508) vloolrecltal
8.20 Daventry (1504) Concert
8 20 Kalundborg (1153) Concert
820 Langenberg (473) Concert
8 20 Rome (441) Concert
8.45 Hilversum, AVRO, Mannenkoor
9.50 Brussel (338) Concert
10.10 Hilversum, AVRO, Omroeporkest
10.20 Kalundborg (1153) Deensche muziek
1120 Daventry (1554) Dansmuziek
1120 Kalundborg (1153) Dansmuziek
ITÖMOIMI
DEI HOMMELES
bUSAJVSI ÖOOW