Prikkeldraad Van de Pers-tribune I Verband tusschen Partij en Program BOEREN EN TUINDERS BIJEEN I I 8 In 't vergeetboekje I De nijpende nood I I sJ WOENSDAG 25 MEI Hun belang bjj de Zuiderzee I En verder? I i Geen hulp aan den landbouw Stuurliedenexamen* geen Mr. N. Stuiken* Jr. aeide op de Pink-1 beaoroken en wel aldus: - t Vereeniging om een politiek program plicht Inleiding van den heer H. Ruijter VERLAGING DUITSCH INVOERRECHT OP BOTER HET ONTSTAAN VAN DEN WIERINGERMEERPOLDER DE URKER NOORDZEEVISSCHERS Het Eerste Kamerlid J. Arntz niet herkiesbaar ij „Het” telegram I I I „Op den koop toe** -- In ons land Historisch Genootschap opgericht „Wij deden onzen plicht” De Tarwewef Renteloos voorschot het aardappelmeel Een tijdwoord De toestand in de bedry ven Waardoor deze lage pryzen? Taak en Plicht der organisaties -O be- 7 eenheid te =ljn, pleegt dat de 1 Xid» 41 Wvl Uv 1 ■elf* schei conservat.. katholieken voorstanders een groote het aantal Op 20 Mei verzond het Comité van Econo misch Verweer het bekende telegram, waarin antwoord werd gevraagd op verzoek van 29 Februari. I Taak en Plicht van den Staat. Het is misschien niet verkeerd een enkel woord te wijden aan onze opvattignen van de taak der Overheid, vooral om het verwijt te ontgaan, dat wij ons te veel tot de Regeering om hulp wenden. De Staatsoverheld moet dienen het algemeen welzijn. Niet dus de belangen uitsluitend van één groep of stand, doch de belangen van heel ons volk. Daar waar de belangen van een deel dreigen onder den voet geloopen te worden, wat nen wü vaststellen, dat eenerzjjds he* buiten land aan den Invoer van onze producten allerlei belemmeringen In den weg legt, door toltarieven, contlngenteerlngen en deviezenrege lingen en anderzijds door het feit, dat tot voor korten tijd hier practlsch alle producten vrije lijk werden toegelaten. Ons land was, om de uitdrukking van Mr. van Haastert te gebruiken, de vuilnisbak van heel de wereld, waardoor ook is ons land de prijzen daalden tot beneden elk redelijk peil.. Men voert in de ons omringende landen een nationale politiek, gericht dus voor alles op de belangen van het eigen volk. Wat deden de organisaties, de Regeering en de Volksvertegenwoordiging? Ik stel de vraag aldus, omdat het onze plicht 1* de belangen van den boerenstand te behar- ^^.ud-minister Posthuma 1» boo* op ml“ QJnlster Verschuur, omdat die niet tijdig genoeg maatregelen nam tot steun aan den landbouw in den geest van het Comité voor Economisch Verweer, en hU zond den Minister een nijdig tele gram Minister Verschuur maakte zich boos over dit .grof” telegram en zond op zijn beurt ’n telegrammetje van niet al te vr lende lij ken Inhoud: „Uw toon is zoo grof, dat sa- menspreking, welke m.l. nut kon hebben, ónmogelijk wordt”..,. „Daar u persoonlijk de activiteit der Regeering in bijzonderhe den kent, is mij uw houding onbegrijpelijk.’' Over dit telegram maakte oud-mlnlster Posthuma zich op zijn beurt weer boos en hjj schreef in de bladen een pootigen „Open Brief”: t was juist de bedoeling geweest, aan de regeering „zoo grof mogelijk” voor te houden, dat de georganiseerde landbouw zich zóó niet langer wilde laten behandelen, en wat de activiteit der regeering betreft die activiteit was in deze „meer dan bene den nul" Een ruzie in optima forma dus tusschei Minister en Oud-mlnlster! Een ruzie, waaromheen al heel gauw - als bij een straatrelletje de noodige om- standers zijn komen samengroepen, om toe te luisteren en om een „opinie” te geven: „De Telegraaf”, tuk op zoo’n heibeltje, vond ’t fijn, dat de minister nu een* flink af gedroogd werd, maar de overige pers acht te des Oud-minlsters optreden niet zoo als ’t hoort: hij bokste Inderdaad te grof, hij bedacht te weinig, met wlen hij te doen had, hij onderschatte moeilijkheden, hij vergat, ja, nu komt het! hij vergat, welke kritiek men op hém als krisisminister in de jaren 19141918 had geoefend. Een snuffelaar ging in oude papieren zoe ken en hij vond daar o.a. een „Open Brief’ aan den heer Minister Posthuma, af komstig van den heer Kruseman, die zich over het ministerieele beleid van den thans zoo heftig tekeer gaanden heer Posthuma o.a. als volgt beklaag'4*- Ook in „De Strijd”, het weekblad van het N. V. V., wordt het boek der Wibauts De eerste mededeeling die verscheen begin October 1931 luidde: „Geüen Het ontstaan van den Wieringenneerpolder is de sluitsteen van meerdere vroeger droog gemaakte belangrijke polders, waaruit het aller-noordelükste deel van Noord-Holland be staat, Archief-navorschlngen hebben geleld tot oprichting van een „Historisch Genootschap”. De kop van Noord-Holland 1- Texel, Vlieland en Terschelling. De zuidgrens van het Genootschap is de Oude West-Friesche Zeedijk van Medembllk af tot aan de zuidzijde van de Hondsbossche Zeewering en sluit zich onmlddellijk aan tegen het Historisch Genoot schap „Oud-West-Friesland”. - dat reeds vele jaren bestaat. De zetel van het Genootschap is gevestigd te Den Helder, terwijl met het secretariaat is sterconferentie van 't Verbond van Chr. Letterkundige kringen. Deze spreker ver weet, volgens het verslag in de bladen, het Christendom, dat het, afgeschrikt door de uiterlijke methoden, zich apart gesteld had, dat het zich had Ingesloten in eigen grenzen, in eigen organisaties, in eigen clubjes. Volgens Mr. Stufkens kent het Evangelie geen scheiding Christenniet- Christen. En de eisch tot n 1 e t-apart staan, dien de spreker in Jezus’ houding beluister de, is door de Christenen zijns inziens niet gehoord. Niet zorider bevreemding hebben wij deze woorden gelezen. Natuurlijk trekken wij ons niet uit t leven terug, Calvijn heeft ons wel waarlijk den eisch van Gods Woord anders doen verstaan en alle ras echte „issus du Calvin” elschen heel ’t leven dezer wereld voor Jezus op. Maar wie daaruit distilleert een v e r- oordeeling van de eigen Christelijke organisatie, die kent zijn tijd n 1 e t en heeft ook geen woord voor dezen tijd. Dat past het pauselijk woord heel wat beter bij dien tijd. En hoezeer daardoor de vinger op een wondeplek van onzen tijd gelegd werd, bewijzen wel de op elkaar vol gende berichten over de Llndbergh-tragedie, die ontstellende uitingen van gelddorst- openbarlng te zien geven. En nu meene men nlet,*dat dit alleen in Amerika zoo is. Wie dit denken zou, heeft feitelijk de poort van de eigen veste van be waking ontbloot. De geestelijke verdedi- dan ontbreken. En daarom zeggen we mét de nieuwe encycliek: bidtr bidt ook gezamenlijk; bidt zonder op houden. Opdat wij, met name in dezen don keren tijd, ons geloof behouden. En daar mee ons verweermiddel tegen den verwoes tenden geest van dezen tij 4. •s GRAVEnmAGE. Gert, voor 3en stuurm. gr. stoomv. de hoeren O. KUa en H. v, GinknL De motie-Utrecht, welke in de a*. ver gadering van den Partijraad aan de orde komt, brengt weer eens de vraag naar vo ren van het verband tusschen partij en program. Dat zulk een verband bestaat en moet bestaan, is onbetwistbaar. Juist om aan de partij kraclit en sta biliteit te geven en haren uitgroei tot vollen wasdom te verzekeren, ontwierp dr. Schaep man, toen hij nog slechts enkele jaren in de Tweede Kamer zitting had, zijn „Proeve van een Program,” daarbij uitvoerig de wenschelijkheid of liever de noodzake lijkheid van zulk een grondslag voor de staatkundige actie der katholieken betoo- gende. Onomwonden sprak hij het uit, dat voor de katholieken in Nederland de vereeniging om een politiek program plicht was, plicht ook met het oog op den staatkundigen toe stand van het ééne vaderland. Het pleidooi kwam te vroeg, om reeds terstond een tastbaar resultaat op te le veren. Maar de stoot was gegeven, de idee ge lanceerd, de steen aan het rollen gebracht. En hoezeer ook het denkbeeld van den doctor tegenspraak vond en zijne „Proeve" lerne bestrijding uitlokte bij de .tier-gezinden onder ons, de zaak den steun voor de nationale belangen van den land- en tuinbouw. De politiek der Fransche regeering is een voudig gericht op het voorkomen van verarming van den boerenstand. Dultschland gaat op den weg der tarlefs- Verhooglng en invoerbemoeilljklng vla de de viezen door. In Engeland stond de komende verkiezings strijd ook geheel in het teeken van wijziging der handelspolitiek en wij weten dat ook, daar de overwinning behaald is. WU zagen dus October 1931, dat onze nabuur- staten ten sterkste hun eigen landbouw schermden. En in ons land? Naar wij uit goede bron vernemen, heeft bet Eerste Kamerlid, de heer J. F. o. Arntz, die reeds lang voornemens was het Eerste Kamer- lldschap neer te leggen, aan de R. K. Staten fractie medegedeeld dat hü bü de as. Kamer verkiezing geen candldatuur aanvaardt. „U brengt het platteland van Nederland tot wanhoop en daarmee tot verzet. U veroordeelt de zandboeren om hun rogge geheel af te staan zonder hun de minste zekerheid te geven, dat zij voeder voor hun vee en varkens terug kunnen krijgen. U veroordeelt de bouwboeren van Neder land om al hun haver af te staan, terwijl hun wellicht twee derden van hetgeen zij dringend noodig hebben, zal worden ge laten. U veroordeelt de bouwboeren om al hun producten af te staan en voor zaaigoed andere waar te koopen tegen veel hoogeren prijs zonder de zekerheid het op tijd te zul len ontvangen. U veroordeelt de varkenshouders om hun beesten te laten doodhongeren. U veroordeelt de veehouders om al hun weidevee zelf op stal te houden of zij daar toe ruimte genoeg hebben of niet. U heeft de varkenshouders verzocht om door te gaan met hun bedrijf. Nu de boel spaak loopt, laat U hen in den steek. Excellentie, de boeren nemen het U in zeer hooge mate kwalijk, dat u uwe toezeg gingen niet nakomt en dat niemand er op kan rekenen, dat uw beslissingen na een week nog geldig zijn. U heeft den handel in erwten verleden jaar rustig zijn gang laten gaan tot de prij zen hoog opgejaagd werden, toen heeft u ingegrepen, terwijl daarna haast niet* ge distribueerd werd. U heeft het kanariezaad tot 41.— laten o; loopen en het voor ƒ31.onteigend. U heeft officieel medegedeeld, dat u het koolzaad niet zoudt vorderen en toen de prijs, die normaal ƒ18.per 100 K.G. is.’ tot 65.was gestegen, heeft U het voor dien tijd onteigend. U heeft medegedeeld, dat u de consump tie winteraardappelen niet zoudt dlstribu- eeren; nu men allerwegen maatregelen treft om aardappelen op te gaan doen, deelt u mede deze te gaan distribueeren. U heeft jL voorjaar minlmum-prijzen voor de voornaamste producten vastgesteld. Nu het op leveren aankomt, worden deze mini- mum-prijzen de maximum-prijzen voor de allerbeste kwaliteit, die er door het slechte weer niet is. Iedereen blijft daar dus ver onder. De boeren klagen uit den aard over min- der Inkomsten dan zij meenden te gillen hebben; dat is klein gedacht, doch men- schelijk, zij keuren het streng af, dat er geen vast vertrouwen op uw regeling moge- Noch de boeren, noch de handelaren, noch de koopers, kunnen op die wijze vertrouwen in de leiding behouden.” 4: Daarna werd uitgetrokken op 11 Maart 1931 een bedrag van 960.000 voor de teelt en ver werking van 6000 HA vlas. De bebouwde op pervlakte schijnt ongeveer 2000 H A. te rijn, dat bedrag behoeft dus slechts voor 1/3 deel te worden uitgegeven. Op 27 April had het buitengewoon gewich tige feit plaats, dat het Comité van Economisch Verweer, waarin zün opgenomen alle centrale land- en tuinbouworganisaties en de drie groote Werkgeversvereenlgingen. dus de gebeele land en tuinbouw en de Nüverheid, In een manifest aan de Regeering vroeg meer actieve handels politiek te voeren, onder het dreigement, anders gaan wü over de Regeering heen een boycot tegen Dultschland beginnen. De politiek die gevraagd werd van de Regeering was dus: wU koopen alleen bü hen. die bü ons koopen en ook betalen. In welingelichte kringen te Berlijn bestaat er, Baar de „Trt.” bericht, bü de rUksregeerlng het plan de huidige invoerrechten op boter te ver lagen, in verband met het feit, dat deze rechten den Dultschen landbouw geen hulp hebben ge bracht, terwijl de Duitsche exporteurs als ge volg dezer rechten nadeel hebben ondervonden. polsen aan elkander, maar legt de handen ineen.” Ook bij een latere gelegenheid kwam dr. Schaepman onder verwijzing naar een boekje over het Duitsche Centrum, op voor de „onontbeerlijke vrijheid van handeling,” welke, naar gelang de omstandigheden, hare rechtmatige ruimte moet hebben, wat het doen en laten eener partljvertegen- woordiging betreft. De katholieke partij heeft zich, meenen wij, altijd op dit standpunt geplaatst. Maar natuurlijk volgt hieruit geenszins, dat men zich niet op het program zou mogen beroepen en evenmin, of nog min der, dat er geen rekening mee te houden zou zijn! Daarvoor toch is zijn beteekenis te groot, en zijn bestaan voor de partij en voor het algemeen belang, dat deze moet nastre ven, van te hooge waarde. Partij en program moeten daarbij een éénheid vormen, welke niet toozeer uit de letter spreekt, dan wel uit den geest. P. 8. Ugen en het dus onze taak is geweest de Re geering tUdig te waarschuwen. De crisis in den akkerbouw trad in 1930 in alle scherpte op. Midden Juni 1930 werd door de 3 Centrale Landbouworganisaties een Urgentieprogram aan de Regeering aangeboden, waarin als voornaam ste punten waren opgenomén: Steun aan sui kerbietenteelt, graanbouw en aardappelenindu strie en het geven van ruilobjecten aan onze on derhandelaars om de meest-begunstlgingsclausulé effectief te maken. Dus steun met name aan den akkerbouw en een krachtige handelspolitiek. Het eerste wat de Regeering voor den Akker bouw deed, was de Indiening van de tarwewet. De wet van 21-2-1931. En wjj stellen het op nieuw dankbaar vast, dat deze wet een zegen is voor de bouwboeren. Niet minder dankbaar blijven wU erkennen, dat bü de behandeling dezer wet het alleen aan bet krachtig optreden van Minister Ruys Is te danken geweest, dat de wet In de Tweede Kamer is aangenomen ge worden. De steun door die wet aan de boeren gegeven is van den oogst in 1931 te ramen op 'n oogst van 150.000 ton op 10 millioen gulden. BU dit wetsontwerp werd gegeven een rente loos voorschot van 4.500.000. Uit dit bedrag zou worden gegeven als voorschot aan de boe ren 20 ct. per HL. geleverde aardappelen en 800.000 voor aflossing van het voorschot van het A.VS. bU de Amsterdamsche Bank. Dit bedrag is ’n rentedragend voorschot. Van terugbetaling zal natuurlijk wel geen sprake zijn. Daarna kwam bet laatste ontwerp in behan deling, de steun aan de verbouwers van suiker bieten. Hiervoor werd aanvankelUk gerekend op een steunbedrag van 7.000.000. Deze wet is uitsluitend aangenomen om de arbeidsgelegenheid op het platteland te bevor deren. De motlveering van de beruchte com missie voor de Economische politiek nam de Regeering over. Het is hier thans tüd de opmerking te plaat sen, dat het ondertijsschen met varkens, vee en zuivelproducten ook al lang niet goed meer ging, en dat in het bUzonder de onbeperkte Invoer van vertuit Denemarken de boeren ra deloos en de Jwzen redeloos maakten. Hierop is de RegeerinAherhaaldelük gewezen, doch maatregelen blevRi uit. Geheel wUzigde de houding echter einde Juni 1931, toen de heer ColUn in zijn bekende radio- reflé~''op 12 Juni over handelspolitiek mede deelde, >geen enkel lichtpunt voor den landbouw op internationaal terrein te zien en zei, dat wU moesten rekenen op langdurigen en uitgebrei- In het dagblad ,X>e Banier”, het orgaan der Staatkundig Gereformeerde Partij, is dezer dagen nog eens weer de staf gebroken over bet woord van Kuyper, dat er In den strijd tegen de heerschappij van ongeloof en Godsverzaking, tusschen de R.-Kath. en ons een geestelijke band bestaat. Het Is opmerkenswaard, schrijft de „Stan daard.” naar aanleiding daarvan, hoe tel kens, als de macht van den geest dezer eeuw zich op één of andere wijze openbaart, tegelijk de waarheid van Kuypers woord blijkt, ondanks alle antipapistische protes ten. Dat komt ook wederom uit in het zoo ernstige en juiste tijdwoord, voorkomend In de pas verschenen encycliek van den Paus „(Jaritate Christi compulsi” (door de liefde van Christus gedrongen). Daarin wordt gewezen op de toenemende verwar ring in deze wereld en gevraagd naar de oorzaak daarvan. Die oorzaak ziet de Paus ort. In de jacht naar aardsche goederen, van welke begeerte de oproerige elementen profijt trekken, om de massa te exploiteeren in hun strijd tegen God, door dien strijd te verbinden met den kamp, dien de mensch voor zijn dagelijksch brood te strijden heeft. De encycliek wijst op de toenemende goddeloosheid, die al meer georganiseerd optreedt. Als het groote mid del ziet dit tijdwoord de vermenigvuldiging van het gebed tot Jezus, het gemeen- schappelljk gebed vooral. Maar daarbij wijst het ook met zeer sterke klem op de 'gingsmlddelen gaan noodzaak der Christelijke samen we rjdng. Er moet, zoo klinkt het, één groot front komen tegen al die. vijanden Gods en der menschheid. Gebed en boete zijn noodzakelijk. En alle krachten moeten ten strijde vereenlgd worden. Met terzij delating van specifiek Room- sche passages, hebben wij zoo gaat de „Standaard” voort, dit ernstig tijdwoord met dankbaarheid gelezen. Het vond bij ons meer weerklank dan wat wij lazen over het- Wat is er verder gebeurd? Het wetsontwerp met steunmaatregelen voor den eierprUs ligt reeds geruimen tUd bU de Ka mer. Voor de varkens niets. Voor de rogge niets. Voor den tuinbouw niets. Voor de hypotheekboeren niets. Voor de pachters door de regeering niets, doch ligt het wetsontwerp-Ebels bü de Eerste Kamer MUn volle overtuiging is, dat de Regeering te. weinig deed en veelal achter de feiten aan liep, waardoor wU in dezen hoogen nood zUn ge komen. Een enkel woord nog over de klachten, het leven wordt duurder door de maatregelen, die de Regeering neemt ten behoeve vart den boe ren- en tuindersstand. WU weten drommels goed, dat er zeer velen zUn die beweren de loonen moeten naar bene den wij moeten goedkooper produceeren en daarom moeten wU zoo weinig mogelUk maat regelen hebben tot steun der boeren, die het le ven duurder maken. Nu is het duurder maken niet juist. Het gaat er alleen om, dat een einde wordt gemaakt aan de onteigening van het be zit van de boeren en tuinders door de consu menten en het voorkomen van het ondergaan van den boeren- en tuindersstand. Men kan tóch niet spreken van duurder worden als de Regeering een einde maakt aan het onrecht, dat de producent der eerste levens behoeften deze moet verkoopen tegen zoodanl- gen prijs, dat hU. noch zUn arbeider kan leven in de meest sobere omstandigheden. Als onze Regeering zulke maatregelen neemt, dat ons volk den kostprijs der land- en tuinbouwpro ducten betaalt, dan betaalt ons volk geen cent meer dan rechtvaardig is. Wat wij verlangen? Eerst wU herhalen meer actieve han delspolitiek en daarna maatregelen dat ons eigen volk de productiekosten der eerste levens- artlkelen betaalt. Dat is ons recht! WU staan aan den rand van den afgrond. Velen der onzen zUn niet meer te helpen. Laat ons één zUn in deze bange uren en te zamen trachten zoo te werken, dat wU de ineenstor ting voorkomen. Vandaag ga vanuit deze ver gadering een noodschreeuw om hulp over het land. Een noodschreeuw, zoo noodig een smeek bede. Eerst en voor alles tot de Regeering. Ver zaak Regeering Uw plicht niet en laat het boe renvolk niet ten onder gaan. Tot onze volks vertegenwoordiging. Geef toch de Regeering de noodige macht om daden te stellen. Tot ons volk. Volk van Nederland leef niet langer ten koste van het loon van den boer en zUn ar beider. de staat optreden. Immers het kan het geheel niet goed gaan, als bet een deel slecht gaat. Het wil mU voorkomen, dat het In deze vei* gadering overbodig is, om cijfers te verstrekken over den noodtoestand waarin onze boeren verkeeren. Toch wil ik met het oog op de vtr- tegenwoordigers der Koningin der Aarde, H. M. de Pers eenig eenvoudig c-fermateriaal geven en dan wel van de hoofdproducten, de melk, de varkens en de rogge. De kosten der melk kunnen worden gerekend te liggen zoo gemiddeld bU en om de 6 cent per Liter Ten einde een beeld te geven van de gevolgen aUeen door de d»Hns der melkprijzen, toonde met de eilanden 5pr e*11 8ToeP «Ufers uit de gegevens van de Centrale Landbouwboekhouding! in Friesland over 1930-31. Uit dit overzicht blUkt, volgens spr. toestand eenvoudig onhoudbaar is. Het is vopr deze vergadering overbodig te achten, eene bespreking te houden over oor- zaak van de wereldcrisis. Voor ons is «slechts belast: KL F. Óortgijsen, Westgracht 80, aldaar, de feltelUke toestand van belang. En dan kyn- gezinden onder ons, de 'bleef aan de orde, en zij werd ten slotte het middel, om de verbroken hetstellen! Toen In 1896 het kiesrecht uitbreiding had ondergaan en kiesvereenigingen gestadig toenam, formu leerde dr. Schaepman een program, dat de onderteekening kreeg van alle toenmalige leden der Tweede Kamer, en eeflige maan den later, aan den vooravond der verkle- ■ingen, door een groote vergadering van de afgevaardigden der katholieke kiesver eenigingen werd gesanctidhneerd. Daarmee had het program zijn Intrede gedaan in onze partij, om tot op den dag van beden In zijne principieele grondge dachten en uitspraken bestendigd te blij ven. Maar natuurlijk werden er, wat het meer zakelijke en practische gedeelte aan gaat, In den loop der jaren wijzigingen aangebracht, en nieuwe, aan de ver anderde tijdsomstandigheden beantwoor dende eischen, opgenomen. Men ging onderscheiden zonder het verband te verbreken tusschen het be ginselprogram, dat uiteraard duurzaam was, en het program van actie, of van urgentie, dat bij de algemeene verkiezin gen aaijeen nieuwe parlementaire zlt- le voorafgaande, werd vastge- In de heden gehouden vergadering van den .Jt.K. Boeren- en Tulndersbond” in het Con certgebouw te ’s Hertogen bosch, hield de heer H. RuUter, secr. van den Aartsdiocesanen Bond, een rede, waaraan het volgende is ontleend: Gaarne heb ik de taak op mU genomen in deze vergadering een inleiding te houden over het onderwerp: ,De noodtoestand in den land en tuinbouw”. Ik zeg gaarne omdat, nu dui zenden boeren- en tuinders in een wanhoops- stemmlng verkeeren, het goed is, dat wü min of meer in deze vergadering rekening en ver antwoording afleggen aan onze leden voor wat wü als leiders in de R.K boerenbeweging voor de boeren en tuinders hebben gedaan, om daar na gemeenschappelük te beraadslagen wat ons In de toekomst staat te doen. Gaarne ook, omdat het leed en de zorgen onzer leden, die wanhopig tot de besturen hun ner organisatie opeien en die wü zelf niet kun nen helpen, hier kan worden uitgezegd, opdat de pers dit leed, zal uitdragen en ter kennis brengen van het Ned. Volk, de Regeering en de volksvertegenwoordiging. Ten einde een goede basis te hebben voor fie verdere besprekingen wil Ik achtereenvolgens eenlge korte beschouwingen houden over de volgende punten. 1. De taak en plichten van de organisatie. 1 De taak en plicht var den Staat. Wü zün een katholieke organisatie, opgericht onder goedkeuring onzer Kerkelüke Overheid en ons Doorluchtig Episcopaat vordert, dat de RK boeren en tuinders leden zün onzer or ganisaties. ..Het doel is, de godsdienstige, zedelUke, maatschappelijke en stoffelUke belangen der boeren en tuinders te behartigen, om zoodoen de een degelüken en welvarenden boeren- en tuindersstand te vormen op pden grondslag der katholieke beginselen”. Wü zün dus geen congregatie of broeder schap, wü zün een sociale organisatie, welke mede door het Invloed uitoefenen op het eco nomisch leven, de maatschappij moet veran deren in een meer Christelijke maatschappü Een organisatie dus, die mede door te werken op economisch gebied volgens de beginselen der rechtvaardigheid en liefde haar doel tracht te bereiken. De verantwoordelijkheid der bestuursleden is dus zeer groot en uit dien hoofde hebben zü het recht te eischen, dat de leiding wordt ge volgd evengoed als de leden het recht hebben met hunne opbouwende critiek te komen. Ik heb dit hier weer willen verklaren, omdat wü met gezag en met recht spreken, namens de 75.000 boeren en tuiners, namens de 75.000 gezinnen. Zondagmorgen antwoordde de heer Posthuma in een open brief den Minister. Het voornaamste uit den brief van den heer Posthuma komt hier op neer. „Ja Excellentie, ik ken de activiteit der Re geering. Het doet mü leed U in deze geen illu sie te kunnen laten: de activiteit der regeering is meer dan beneden nul”. Zaterdagmorgen is de Memorie van Antwoord verschenen over het wetsontwerp tot steun aan de Melkveehouderij. Hoewel wü betreuren, dat het menggebod er in staat, kunnen wü niet anders dan dankbaar zün. dat de Minister heeft vastgelegd, dat: ..Het streven van ondergetekende zal er op gericht zün een richtprijs van ten minste 5 cent per K.G. melk te bereiken dver de geheele pe riode, waarvoor de ontworpen regeling zal gel den.” Hier komt dan tenminste een regeling die hoe laat zü dan ook komt redelük belooft te worden. Ja, dit kan men inderdaad wel „op den koop toenemen,” wanneer men toejuicht, „dat ook eens een paar menschen zijn op gestaan, die den moed hebben gevonden, om enkele z.g. heilige huisjes, welke er rondom den huwelljkstuln zijn opgebouwd onderstboven te schoppen”.... Deze „heilige huisjes” zijn dan voor schriften van christelijke huwelijksmoraal, heilig voor ieder, die nog geloovig Is en de maatschappij niet wil zien verloren gaan aan het heidendom, dat met zijn dlerenmoraal het levensgeluk ondermijnt. Maar wat het belangrijkste van deze boekbespreking is? „De Volkskrant” wijst er nadrukkelijk op: Het is het orgaan van het N. V. V. dat aldus zijn oordeel geeft over het verderfe lijke boek der Wibauts. Toch zal hetzelfde orgaan en zullen alle propagandisten van het N. V. V. blijven beweren, dat katholieke arbeiders zonder hun geloofsovertuiging geweld aan te doen, zich kunnen aansluiten bij de socialistische vakbeweging. Men ziet uit dit voorbeeld weer eens, dat onze bisschoppen, de Inderdaad van God gegeven leiders, niet ten onrechte het lid maatschap van die vakbeweging streng verboden. Wij herinneren ons niet meer hoe de heer Posthuma indertijd op deze acte van beschuldiging gereageerd heeft, maar wij hebben een vaag vermoeden, dat de toenmalige krisisminister na lezing van dit document een verzuchting geel» «kt heeft, welke, nog heel wat on vriendelijker was dan minister Verschuur’* telegram. t Is van belang dat deze en dergelijke dingen thans nog weer eens in herinnering worden gebracht. De heer Posthuma was ia 19141918 een knap krisisminister, maar naar het oor deel van belanghebbenden deed hij niets goed. De moeilijkheden zijn thans zeker aoo groot als toen, en Minister Verschuur aou wel ’n wonder wrochten, indien hij 1 allen krlsislljders naar den zin maakte. ’n Beetje meer consideratie, m*nhaer Posthuma! En *n beetje meer.... herinnering! tingsperi< Bteld. En zoo hebben wij reeds een aantal van zulke programs gehad, waarvan menig punt, dank zij het krachtig optreden van de katholieke Staatspartij, tot werkelijk heid kon worden gemaakt. Het bezit van een program demonstreer de zich als een element van kracht in de partij, schragende de eenheid en leiding gevende aan hare politieke en parlemen taire handelingen. Het Is dan ook volkomen begrijpelijk, dat men het wenscht te bestendigen in ons partljleven. en evenzeer, dat men er In be paalde gevallen naar verwijst, of zich er op beroept. Hier wordt een punt aangeraakt, dat ▼oor sommigen altijd een ietwat teer punt is. De katholieken 3ijn, naar men weet, geen voorstanders van het zooi imperatief mandaat, en de partij aan hare afgevaardigden een behoorlijke yrijheid van beweging te laten. „Een program voor katholieke Neder landers moet ten doel hebben vereeniging, niet scheiding,” schreef Schaepman reeds ▼oor bijna een halve eeuW. „Het moet de eenheid mogelijk maken op vasten, breeden grondslag. In de vaste omlijning der be ginselen, In de scherpe afsluiting tegen de revolutie moet het toch voor de eigen mee- ning vrijheid en ruimte van beweging la- ten. Het moet geen onderwerping opleggen, altijd schade voor het gtiaeel medebrengt, moet maar kracht versterken. Het boeit geen Op de vragen van het Tweede Kamerlid Heemskerk betreffende toepassing der Zul- derzeesteunwet ten aanzien van de Urker Noordzeevisscbers heeft Minister Reymer. Mi nister van Waterstaat, om. geantwoord: Dat Urker Noordzeevisschers bü onvoldoende of min der loonende uitkomsten van de Noordzeevis- scherü steeds de visscherü op de Zuiderzee be oefend hebben, is hem niet zoozeer bekend dan wel dat, wanneer met de visscherü op de Zui derzee gunstige resultaten zün te bereiken met name In den haring- en ansjövistüd, aan de Zuiderzeevisscherü tevens werd deelgenomen door een deel van de te Urk woonachtige Noord- zMvisschers. 2. Uit een en ander volgt, dat niet alle Noord zeevisschers bü de Zulderzeevisscherü op zoo danige wüze betrokken zün. dat zü geacht kun nen worden in de uitoefening van die visscherü hun voornaamste bron van inkomsten te vin den. In de mate, waarin de Urkervlsschers de Zulderzeevisscherü hebben beoefend, zal dus 'n aanwüzlng worden gevonden ter beoordeeling van de schade, die zü van de afsluiting der der Zuiderzee ondervinden en dus ook ter be- oordeeling van hun aanspraak op gelükselling met belanghebbenden in den zin der Zulder- zeesteunwet. Wetswüziglng acht de Minister hiervoor niet noodig. „Wij kunnen ons voorstellen, dat er bla den zijn, welke aan dit boek kolommen druks gaan wijden. Ons blad zal niet on der deze bladen behooren. Wij zeggen al leen van dit boek, dat Wibaut en zijn vrouw over het huwelijk en huwelijksverhoudin gen dingen hebben gezegd, die zij zeggen kunnen, omdat zij zijn degenen, die ze zijn. Dingen die anderen nooit zouden durven zeggen; opmerkenswaardige dingen, die de moeite van het lezen loonen. Men behoeft het niet met alles wat het echt paar Wibaut als goed en behartigingswaard voorstelt eens te zijn om tot de conclusie te kunnen komen, dat het goed is, dat er ook eens een paar menschen zijn opge staan, die den moed hebben gevonden om enkele z.g. heilige huisjes, welke er rond om den huwelljkstuln zijn opgebouwd on derstboven te schoppen. Dat nu hebben de belde Wibauts niet onverdienstelijk gedaan. Jammer, dat de schrijftrant, waarin het boek gesteld werd, den lezer gaat ver moeien op den duur. Maar.... dat zijn van die dingen, welke ihen er gaarne op den koop toe bij neemt.” den toestand van ’s Rüks schatkist meent zü deze garantleleenlng (voor de suiker bieten) niet verder te mogen doen gaan, dan die voor de campagne 1931.” Het was grof! En op 16 October schreef ik dan ook in het Boeren- en Tuindersblad het vol gende: „Wü zien slechts twee wüzen van afdoende hulp en deze is of de regeering komt met voor stellen waarbü zü inzake de invoerpolitlek de zelfde vrüheld krügt als in 1914, want met een Invoerrecht van b.v. 10 pCt. extra op het bul- tenlandsch vleesch worden wü niet geholpen, hier zal de invoer moeten worden beperkt, of de Kamer elscht dit van de regeering en zoo de regeering aan dezen eisch niet voldoet, dan kome er een andere regeering, welke geen her senschimmen op internationaal terrein najaagt, doch nationale politiek voert, waarbü ons volk blüft behouden.” Nog erger maakte het dit kabinet, toen in de Memorie van Antwoord op Hoofdstuk I der Staatsbegrooting het volgende werd verklaard: ,De regeering vleit zich de agrarische deside rata, welke de landbouworganisaties in haar request van Juni 1930 hebben samengevat op de hierboven aangegeven wüze reeds zoover mogelük te hebben verwezenlükt.” Dat werd geschreven, nadat slechts op één punt voldoende hulp was gegeven, n.l. aan de verbouwers van tarwe. Sprekend over de leiders der rechtsche Kamerfractie over hulp aan de boeren, haalt spr. citaten aan uit redevoeringen van de heeren Aalberse, Colün en Schokking. Onmiddellük hierna, gaat spr. verder, kwam de tarlefsverhooglng in de Kamer, waarbü twee amendementen werden ingediend. Een amende ment Lovink, waarbü de invoer van vleesch ge durende twee Jaar met 10 pCt. extra zou worden belast en een amendement van den Heuvel, waarbü het invoerrecht op suiker van 2.40 op 5.40 zou komen. Het eerste amendement werd aangenomen met de stemmen van rechts en de liberale afgevaardigden. Boon, Bierema, van Rappard en Braat, het suikeramendement werd verworpen met alle linksche stemmen tegen. De totale mislukking der eerste regeling voor steun aan de suikerbietenteelt en vooral dit debat, hebben er later toe geleid, dat thans voor de suikerbieten een bedrag van 14.000.000. is beschikbaar gesteld. Voor de ultkeeringen ten behoeve van de aardappelmeelfabrieken werd 2.400.000. als jubsidlf egeven. Verdere ultkeeringen zuilen voor de aard appelmeelfabrieken volgens de meening der regeering niet meer behoeven te worden ge geven. In de kringen der Maatschappüen van Land bouw waren ook de meenlngen geheel gekeerd. Spr. citeert daarna een artikel van den heer Louwes, secretaris der C. L. M. Intusschen had eind October de Regeering de bevoegdheidswet Ingediend ten doel hebbende tot contingenteering te kunnen overgaan. Het duurde twee maanden eer de Kamers tüd vonden deze wet te behandelen. In de Kerstweek werd ze aangenomen. Diep te betreuren is het, dat de Regeering het amendement-Oud niet onaanne melijk verklaarde en dat de Kamer dit aannam, waardoor de Kamer nu weer over alle besluiten kan gaan nakaarten en de Regeering dus slechts een zeer beperkte volmacht heeft. De practük van de contingenteering is echter voor ons bedroevend. Besproken werd daarna de interpellatle-Weit- kamp op 1 Maart 1932. De Minister achtte de Interpellatie niet op een gunstigen tüd gehouden. Het antwoord van den Minister was bedroevend en het is dan ook volkomen te begrüpen, dat de heer Baron van Voorst tot Voorst heftig verontwaardigd was. De ontstemming van den Minister over de scherpe rede van den heer van Voorst tot Voorst was blükbaar zoo groot, dat hü met geen enkel woord antwoordde op de voorstellen van den heer van Voorst gedaan over een practische steunregeling voor de rogge en het uit de markt nemen van boter evenmin als hü antwoordde op een gelük voorstel voor de eieren van het Kamerlid Jac. Vos.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5