l
Met
kleine uitgave ’n groote variatie
Het feest
HET WONDERKIND EN T CIRCUS
van
Onderpak je voor jongens van ongeveer 7 jaar
WAT ZULLEN WE KOKEN?
HOE BEWAAR IK MIJN BONT
de schoon e gordijnen
Z.E
bS
’n
HH
i
A
Gevulde pannekoeken
Bakkerswagen
Badpak voor jongens
De gebreide sprei
A
te
--r2-
TT
OP VERZOEK
boord van 1 broekje op dat van het lijfje
en meet zoo af, hoe lang men te breien
heeft tot aan het armsgat. Dit breit men
als bjj het voorpand. Den hals breit men
iets hooger.
Ai
deksel
W?
i
lijkheid
van de mode:
J
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN
van
hebt,'
zei moeder. „Je moet je nagels be-
POLA.
DORA.
leek
t
iWM ui
mm
--4U.Jk.
„Astublieft mijnheer,
dank u mlieer!
ren hoed te nemen” etc., etc. Toch kunnen
op het oogenblik, als we ’n beetje prac-
tlsch zijn, allerlei combinaties maken, die
werkelijk bij ’n kleine uitgave een groote
variatie brengen In onze garderobe.
Hier zien we b.v. In het midden een ja
pon met een kort jakje van zwarte afha-
laine, origineel versierd met een moderne
gestreepte stof In wit, zwart, rood en grijs.
het plezier duurde niet lang. Ze
opeens allebei 'n stevigen schop
Ier. Knip
ten om.
mi
deze
men
'stond daar ’n kleine,
dikke man met een
Men dient dezen vleeschpannekoek warm
op en presenteert hem aan punten gesne
den.
naar juffrouw Verwiel liep,
alle menschen naar ’t circus -gln-
Toen hij
*t wel of
gen. Daar had je Henk Meesters ook.
,,Ik mag mee naar t circus ik heb al
m’n huiswerk al af! Ken jij je sommen?”
Felix ging daar liever niet op in.
,Jk moet vanmiddag op *n concert spe-
kleine opstaande kraagje van voren eindigt
in een strikje, ook de ceintuur sluit op deze
wijze. Voor ’n zonnlgen dag en ook bij wijze
van variatie maken we dan nog het bole-
rotje van ons derde figuurtje er bij. Het
heeft breede revers, die met ’n streep zijn
opgevroolijkt en sluit van voren met twee
punten over elkaar.
WJj klagen wel eens over de verander- De rok Is van onderen *n beetje klokkend
lijkheid van de mode: „we kunnen geen en heeft rechts een punt van de gestreepte
twee jaar hetzelfde tollet dragen, we zijn stof. Voor donkere dagen kunnen we er ‘n
gedwongen om bij elk costuum een ande- kort manteltje op maken, waarvan het
Knip de figuur van stevig papier,
alle lijnen in en vouw alle stlppellijrii
Nu plakken we eerst de vierkanten 1 en 2
op de vierkanten 3. De twee vierkantjes,
die je in het deksel ziet, worden om den
voorkant van het deksel geplakt. De hand
vatten plak je aan de beide zijkanten van
den wagen en door d? gaatjes steek je een
stokje. Lijm onder aan den wagen een
reepje kurk en prik de wielen met een
speld, waaraan eerst een stukje karton is
gestoken, in het kurk. Plak nu nog aan den
voor- en achterkant van den wagen een
reepje papier en maak wat broodjes van
klei. Nu kan je brood gaan venten.
Flensje» met roomvla. Hiervoor maakt
men banketbakkersroom, waarvoor men
noodlg heeft: 2 eieren, K liter melk, 1 ons
suiker. 65 gram bloem. stokje vanille, 20
gram boter en 'n tikje zout.
In een niet te groot pannetje worden
bloem, suiker en zout door elkaar geroerd;
men voegt er, een voor een, de eieren bij en
als dit alles goed vermengd is, roert men
er langzamerhand de melk door, dan de
vanille en de boter en ten slotte zet men
het pannetje op een klein pitje en roert
het mengsel met een houten lepel, tot de,
roomvla gaar is en goed gebonden.
De schoone gordijnen in ons huls zetten
de kroon op den schoonmaaktijd. Pas als
overal de schoone gordijnen voor de ramen
nangen, voelen we ons voldaan als ten,*
minste die gordijnen er zóó uitzien, dat we
er naar kunnen kijken met dat welbehaag
lijke gevoel van hulsvrouwelijken trots,
waarop we, na de schoonmaakweken
P'assen en ploeteren, recht hebben.
Maar waar halen we dat trotsche gevoel
vandaan, als onze gordijnen te stijf zijn, of
alg ze te veel geleden hebben In de wasch,
j x „ze scheet hangen en „lubberen”? En
dat alles misschien nadat we er nog méér
moeite en last mee gehad hebben dan noo
dlg was!
ter schoon maken, hoor. Nou, wij gaan. Let
op de klok, Felix. Over tien minuten moet
je weg. Pas op, dat je je niet vuil maakt.
En vergeet Je muziek niet.”
„Heb ik niet noodig. Ik ken ’t heele stuk
van buiten.”
Toen moeder met haar bei^f oudsten
vertrokken was, bouwde Felix verder aan
z’n luchtkasteelen. ’n Wonderkind! Fijn!
Als je speelde, klapten alle menschen in de
handen. En je verdiende ’n hoop geld. Nou,
dan kocht hij dadelijk ’n auto. En hij ging
alle dagen naar *t circus!
Dat circus zat toch leelljk dwars.
Vleeschpannekoek. Ditzelfde vulsel kan
men ook gebruiken voor een grooten koek.
Voor het beslag neemt men dan: 1 ons
bloem, 3 theekopjes melk, 2 eieren en n
tikje zout. Als het beslag op de gewone
manier is klaar gemaakt, smelt men ’n hal-
ven lepel boter in de koekepan, doet de
helft van het beslag daarop en bakt daar
een stevigen koek van. De pannekoek
wordt slechts aan één kant gebakken, moet
__li door en door gaar worden,
daarom kan men hem het beste bakken
met ’n deksel er op en op niet te groote
vlam. Is de eerste koek gebakken, dan laat
men hem op ’n verwarmden schotel glij
den en terwijl de tweede helft van het be
slag aan één kant gebakken wordt, strijkt
men de warme vleesch-farce op den onge
bakken kant van den eersten koek uit en
legt den tweeden koek, zoodra hij gaar is,
met den ongebakken kant hier boven op.
De gemakkelijkste en meest economische
tanker van gordijnen wasschen lijkt ons
►Als het heele huis schoon Is, wascht
alle gordijnen tegelijk. Ze worden
eerst nagezien en zoo noddlg versteld Dan
worden ze eerst 'n poosje in schoon koud
water gezet, waarin al heel wat vuil uit
trekt. Intusschen maakt men 'n vet sop
klaar en giet dat kokend heet over de uit
gespoelde gordijnen Men dekt de tobbe
toe en laat de gordijnen zoo ongeveer ’n
uur staan. Dan krlj-cn ze hun tweede sop.
en nadat ze ook hierin ’n poos hebben
ült te?
vochtfS
Henk’s moeder kwam de deur uit om met
haar zoontje mee te gaan.
„Ga JU niet naar 1 circus, Felix?”
„Hij geeft 'n concert bij Mengelberg!”
spotte Henk. „Nou, veel plezier, hoor, met
je concert en met je auto!”
Henk was jaloersch, dacht Felix. Zeker
omdat hjj heelemaal nlkk van muziek
kende. Hij mocht op school niet eens mee
zingen, omdat hij er altijd zoo valsch bo
ven uit kraaide. Toch wel jammer, dat dat
circus eL4iou net vandaag was. Anders had
hij misschien toch wel mee mogen gaan.
Nou was hij naast bij juffrouw Verwiel. Hoe
moest hij ook weer beginnen? Och lieve
hemeltje, had hij nou de muziek maar mee
genomen, dan kon hij even kijken! Wacht,
hij liep nog gauw terug om ze te halen. Het
was nog vroeg genoeg.
Toen Felix z'n muziek gehaald had, be
dacht hjj, dat h}j pas heel op ’t laatst aan
de beurt kwam bij juffrouw Verwiel. HIJ
kon best ’n eindje omloopen en even langs
t circus gaan je zag toch allicht wat.
Daar had je de groote tent al. Ze waren
vast al begonnen, want van binnen hoorde
je lachen en muziek. Hè, kon hij er nou
maar in.
Felix liep om de tent heen en strui
kelde toen haast over ’n paar beenen. Die
beenen kwamen hem bekend voor. Zulke
geruite sportkousen had enkel Jan Delaat.
En de eigenaar van die kousen lag op z’n
bulk op den grond. Van z’n hoofd was niets
te zien. In het volgende oogenblik lag Fe
lix naast Jan op den grond.
„Kan je daar wat zien?” fluisterde hij.
Het hoofd van Jan kwam even te voor
schijn uit een spleet In het tentdoek
„Reuze! Heb je ook geen centen?"
En kameraadschappelijk schoof hij ’n
beetje opzij.
Felix was opeens z’n concert en z’n auto
en z'n heele beroemdheid vergeten. Zoo
grappig als je alles zien kon! Of alles
eigenlijk niet, maar toch *n boel, hoor, en
zoo van onderen af gezien leek alles heel
anders dan anders. Eigenlijk nog leuker.
De twee jongens grinnikten zachtjes nu
en dan en dan stieten ze elkaar aan van
plezier.
Maar
voelden
tegen hun beenen, ze voelden zich achter
uit sleuren en toen ze overeind krabbelden,
stond daar *n kleine dikke man met een
langen, mageren politle-agent.
De kleine dikke man zei ’n boel leelljks
en de lange magere agent zei enkel:
„Vooruit, mee naar “t bureau.”
Och, lieve deugd, wat liepen die twee er
gesjochten bij! Het leek wel, of ze 'n pak
slaag gehad hadden. Ze moesten op *t bu
reau hun namen opgeven en toen wachten
tot ze gehaald werden.
Felix werd door z’n vader gehaald en toen
hij naast hem liep met gebogen hoofd, z’n
nieuwe pak vol vlekken, voelde hij zich
allerminst ’n wonderkind, hoor!
„Het concert van het wonderkind Felix
Vanstralen kon, wegens omstandigheden,
niet doorgaan,” zei Elly later spottend.
>Jk ben bang, dat er van m'n impresa-
riobaantje niets komt,” zuchtte Otto.
mattenklopper!). Bontmantels worden bo
vendien herhaaldelijk met een groven kam
luchtig gekamd in de richting der haren.
Motteneitjes zijn vrij teer en kleven niet
aan de stof vast, zoodat ze door een derge-
lijke behandeling losgeschud of vernietigd
worden. Men denke er aan, zoo’n bewer
king niet uit te voeren in een kamer, waar
een tapijt op den grond ligt, maar bij voor
keur buiten!
Ten slotte komt de tijd voor het defini
tieve wegbergen. Als ik u een goeden raad
mag geven: laat dan uw eenigszins kostba
ren bontmantel altijd opbergen bij een ver
trouwden bonthandelaar. Het is beter geen
risico te nemen!
Gewone wintermantels met bontkraag,
b.eerenjassen en dergelljke, bewaart u thuis achter toch
in de daarvoor speciaal in den handel
zijnde geprepareerde motzakken. Een
tweede goede raad: gebruik die zakken en
ga niet zelf aan t knoeien met pakpapier
of katoenen Omhulsels. Het komt nl. wel
eens voor, dat motten, die een bijzonder
scherp speurorgaan voor de aanwezigheid
van bontwerk hebben, kans zien, door de
onwaarschijnlijkste spleetjes en vouwtjes te
krulpen. Door de constructie van de „offi-
Het hieronder beschreven pakje wordt
Ongeveer 56 cAl lang en op het wijdste ge
deelte, precies boven het kruisje, 40 c M
breed. Zijn deze maten té groot of te klein,
dan neemt men eenige steken meer of min
der dan hieronder zijn opgegeven. De
broekspijpen zijn kort gehouden, wat men,
zoo men wil, kan wijzigen.
Het voorste gedeelte van het pakje wordt
geheel aan één stuk gebreid.
Men begint met de helft van ’n been,
■waarvoor 64 st. worden opgezet. Men breit
eerst ’n boord van 1 r., 1 aver., tot men 3
a 4 C-M. heeft. Dan breit men verder in
tricot-steek, dus r. aan den rechter- en
aver, aan den linkerkant. Heeft men in
het geheel ongeveer 8 c.M.. dan breit men
de tweede halve pijp op dezelfde manier,
waarna men op beide pijpen, dus op 128 st.
verder breit. Nu breit men 6 toeren, waarna
men aan eiken kant van de naald 1 st. min
dert. Op dezelfde wijze mindert men, om
den 8sten toer, tot men nog 112 st. op de
naald heeft Men breit dan nog ongeveer 17
C.M., zonder minderen, waarna men aan
weerszijden van de naald 4 st. af kant voor
de armsgaten. Verder mindert men 1 st.
aan weerszijden van de naald in de eerst
volgende 8 toeren. Men heeft dan nog 80
st. op de naald.
.Voor dep bals kant men 10 st. af als
volgt: 35 st. breien, 10 st. afkanten, 35 st.
breien, op deze 35 st. breit men den eersten
■^houder. BIJ het begin van de naald, aan
den kant van den hals, kant, men, om dên
anderen toer, 3 naaai 5 st af, en vervol
gens 10 keer, om den anderen toer, 1 st.
Men heeft jian nog 10 st. op de naald,
waarop men nog eenige toeren breit tot
aan den schouder. Afkanten.
Den achterkant breit men op dezelfde ma
nier, tot men, na het minderen, nog 3 c.M..
heeft gebreid. Dan breit men ’n boord van
12 naalden 1 r., 1 aver., waarin men 3
knoopsgaten breit, 1 in ’t midden en 1 aan
weerskanten. Na de knoopsgaten breit men
nog ’n paar toeren. waarna men afkant.
Het lijfje wordt in tweeën gebreid. Men
zet voor iedere helft 58 steken op, breit
eerst ’n boord van 12 naalden 1 r., 1 aver.,
en verder in tricot-steek. Men legt het
Felix hoorde het men.. Die was voor straf
naar bed gestuurd en piekerde over den be
dorven middag en over alle narigheid, die
hem nog te wachten stond.
TANTE LINA.
Na het pannekoeken-praatje van verle
den week zullen we het nu eens hebben
over verschillende vullingen voor panne
koeken. Laten we beginnen met ’n vleesch-
vulllng, waardoor onze pannekoek in ’n
feestelijk lunch-gerecht verandert.
Voor een hoeveelheid als ik verleden week
opgaf 120 gram bloem en 3 eieren op ‘n
halven liter melk heeft men voor de
vulling noodlg: 150 k 200 gram vleeschres-
ten, 1 theekopje vol verdunde jus, bouillon
of melk, IK afgestreken eetlepel bloem, 1
8 fgestreken eetlepel boter, wat peper, zout,
geraspte noot en gehakte peterselie.
Op ’n klein pitje verwarmt men, onder
voortdurend roeren, de boter met de bloem,
roert daar, langzamerhand, de vloeistof
door, laat alles even doorkoken en voegt er
dan het gehakte vleesch bij. Men maakt
het mengsel op smaak af met peper, zout,
noot en kruiden, strijkt een deel er van op
ieder pannekoekje en rolt die dan op.
Er zullen niet veel vrouwen in Holland
zijn, die na dit koude, miezerige voorjaar
haar bontjas en wintermantel met bont
kraag al 'n „vaarwel, tot weerziens” heb
ben toegeroepen! Maar nu wordt *t toch
langzamerhand hoog tijd! Half a einde
Mei beginnen de motten te vliegen en ze
worden gezien tot in September. Daarna is
dus het gevaar geweken, als-... het on
heil tenminste in dien tusschentijd niet
geschied is!
Heel veel huisvrouwen koesteren de meest
naïeve denkbeelden omtrent die gevreesde
motten. Als ze er een zien fladderen, be
ginnen ze een wilde jacht, omdat ze blijk
baar overtuigd zijn, dat het diertje, zoodra
het ergens ne ars .rij kt. onmiddellijk hun
dierbare bezittingen zal gaan „opeten”.
Voor t geval, dat u ’t niet reeds lang
wist: de mot. die u ziet /ladderen, doet zich
haar heele leven lang nooit of te nimmer
te goed aan iets, dat u toebehoort! Ze zou
*t niet eens kunnen, al wilde ze nog zoo
graag, want haar kaken zijn onvoldoende
ontwikkeld en ze kan er niet mee knagen.
De schade, die ze aanricht, komt uitslui
tend voort uit de eitjes, die ze legt in wol
len stoffen en bont: de larven voeden zich
Ijverig met dien heerlijken voorraad, vanaf
het oogenblik, dat ze te voorschijn krulpen
tot ze zich gaan verpoppen, om dan ook
d&Arvoor nog het pluis en de vezels van uw
kostelijke winterstoffen te benutten.
Lang niet elk klein, kleurloos motje, dat
*8 avonds om onze lamp komt fladderen, is
een gevaarlijke kleerenmot! Men kan ze
zonder eenige moeite leeren onderscheiden.
Onschuldige kleine nachtmotjes, die toe
vallig door een openstaand raam in onze
woning verzeild zijn, vliegen altijd recht
streeks naar het licht en blijven daar rond
vliegen tot ze er bij neervallen. De kleeren
mot daarentegen ziet men zelden of nooit
in de onmiddellijke nabijheid der lamp; ze
vliegt bij voorkeur rond In schemerige hoe
ken, juist bulten den lichtcirkel. Maakt
men jacht op haar, dan bemerkt men dik
wijls, hoe ze haastig in een donkere spleet
of plooi tracht te kruipen. Ze kan merk
waardig hard loopen!
Hoe beschermen we onze kostbaarheden
nu 1 beste tegen die verraderlijke gasten?
Het is heusch niet zoo’n heksentoer als men
wel denkt. Integendeel, ik durf gerust be
weren, dat geen enkele huisvrouw schade
lijdt door motten, tenzij door haar eigen
schuld en slordigheid!
Zoodra de „mottentijd” is aangebroken,
beginnen we alle wintergoed, dat nog niet
dadelijk wordt weggehangen, minstens elke
week zorgvuldig te borstelen en uit te klop
pen. Dit geschiedt door twee personen; de
eene houdt het kleedingstuk ultgespreid en
de andere klopt er zachtjes, maar regelma
tig op met een leeren klopper (geen rieten
- f --
v. een sterker geur verspreiden dan het
bont zelf, en daar motten bont „ruiken”,
vinden, ze dan minder licht den weg. Ko
men ze echter door een toeval tóch bij het
bont terecht, dan hebben al die reukwer
ken verder niet 1 minste nut meer. Alleen
naphtallne, mits van goede, “Sterke kwali
teit, doodt met de dampen, die er uit op
stijgen, motten in alle stadia van haar
leven.
Minder kostbare kleedingstukken zijn ge
woonlijk wel veilig in driedubbel kranten
papier, stevig gewikkeld en gevouwen.
Men moet bedenken, dat vuile, speciaal
vettige plekken het eerst door motten wor
den aangetast. Indien dit noodlg is, reinigt
men het bont dus steeds vóór het wegber
gen door er heete zemelen of heet zand in
te strpoVn en dit na afkoeling zachtjes
rstelen. En nooit mag het bont
►orden weggehangen; is er regen
op gekomen, dan droge men het bij voor
keur op den tocht.
Eens in de maand wórdt de kleerkast,
waarin het bont bewaard wordt, voor alle
veiligheid nog eens uitgespoten met Flit,
om eventueele indringers en hun eieren te
vernietigen.
Ja, nu kan 1 k er niets aan doen, als u dit
najaar uw spullen nóg te voorschijn haalt
met die geniepige gaatjes en die ongure
leege coconnetjes! KAJA.
Flensjes met kastanjepurée zijn bijzonder
fijn. Voor dit vulsel geeft men de goed ge-
wasschen kastanjes een insnijding door de
buitenste schil, waarna ze in kokend water
’n minuut of tien worden opgeweld. Dan
gaat eerst de buitenste schil er af en ver
volgens het binnenste huidje, wat gemak
kelijk gebeurt zoolang de kastanjes nog
heet zijn.
De gepelde kastanjes worden dan aan de
kook gebracht met zoo veel melk, dat ze
er geheel mee bedekt zijn. Men voegt er ’n
tikje zout bij en wat vanille en laat ze on
geveer drie kwartier koken, tot ze door en
door gaar zijn. Dan wrijft men de kastan
jes onmiddellijk door een zeef, vermengt de
puree, die niet te dik mag zijn, naar smaak
met suiker en ’n stukje boter en houdt ze
warm tot ze op de flensjes kan worden
uitgestreken.
Men kan den smaak van deze kastanje
purée nog verhoogen door er gepelde en
fijngehakte amandelen of hazelnoten
doorheen te roeren.
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.
len,” zei hij met groote waardigheid.
Dat maakte werkelijk indruk.
,,’n Concert? Waar?”
„Bij juffrouw Verwiel.”
„O, bij juffrouw Verwiel! Ik dacht bij
Mengelberg! Nou, jij liever dan Ik!”
„Ik ga zelf ook concerten geven,” blufte
Felix. „En dan verdien ik ’n hoop geld, en
dan koop ik ’n auto.”
„Allemaal naar 't circus vanmiddag?”
vroeg vader dien Woensdag aan de koffie
tafel.
„Ik niet,” zei Felix met ’n verongelijk^
gezicht.
„Fellx moet ’n stukje spelen op de ma
tinee van juffrouw Verwiel,” verklaarde
moeder. „Als hij op school net zoo goed z’n
best doet als bij de pianolessen, mag hij 'n
volgenden keer ook mee.”
„Onze Felix geeft vanmiddag ‘n concert,”
zei Elly deftig. „O zeg, misschien wordt
hij wel ’n wonderkind zooiets als Jackie
Coogan! Dan verdient hjj ’n hoop geld!”
„Knallig!” riep Otto enthousiast. „Dan
hoeven wij allemaal niets meer te doen,
vader
Vader verslikte zich haast in z’n koffie.
„Goed,” zei Felix waardig. „Misschien
mag je wel m’n impresario worden.”
Otto tikte aan 'n denkbeeldige pet.
„Astublieft mheer, dank u mheer, graag
mheer.” En hij en Elly proestten het uit.
„Niet zoo plagen,” vermaande moeder.
Och ja, Fellx wist eigenlijk wel, dat ze
hem voor den mal hielden, maar hjj moest
er toch aldoor over denken. Zoo iets zou
Immers best mogelijk wezen hij speelde
prachtig piano, dat zei iedereen en juf
frouw Verwiel liet enkel haar allerbeste
leerlingen spelen als ze zoo’n matinee gaf
en dan kwamen er vreemde menschen en
misschien wel iemand van de krant en als
hij dan heel erg mooi speelde en die me
neer zette dat in de krant.
„Kijken of je je ooren wel gewasschen
hoht Tal rnAArlar Ta io rtotvalc ka_
cieele” motzakken is zulk binnendringen
absoluut uitgesloten. Naast de lange zakken
voor jassen kunnen we ook aardige korte
zakjes krijgen om wollen ondergoed, dassen
e.d. in te bewaren. De prijs is miniem en
deze artikelen gaan jaren mee.’
Men moet er aan denken, dat eitjes, die
zich in het bont bevonden vóór dit werd
weggehangen, niet gedood worden, ook al
is de zak geprepareerd met een motten-af-
schrlkkend middel. Het is dus van het
grootste belang, dat het bont van te voren
afdoende behandeld wordt. Daags vóór het
weghangen wordt ’t dan ten overvloede
nog eens bestoven met Flit of een dergeltjk
middel.
De koelste en donkerste plaats van het
huls is het best geschikt om bont te be
waren, niet alleen omdat koelte de beste
verdediging tegen motten vormt, maar ook,
omdat het bont er een glans van krijgt, die
op geen enkele andere manier kan verkre
gen worden. In bontzakken, die daar ge
heel op ingericht zijn, wordt het bont dan
ook steeds in een zeer lage temperatuur
bewaard.
Lang niet iedereen weet, dat de middel
tjes als peper, kamfer e.d., die door onze
grootmoeders met kwistige hand tusschen
het op te bergen wintergoed werden ge
strooid, motten volstrekt niet dooden, niet
eens verjagen! Het eenige nut er van is, dat
Ten slotte breit men nog een kruisje.
Men zet er 18 st. voor op en breit 18 naal
den. Dit vierkante lapje wordt schuin inge
zet. Dan worden pijpen, zijnaden en schou
ders dicht genaaid. Voor de klep van de
broek laat men de zijnaden open.
Het boord van het lijfje en dat van de
broek voert men met ’n reep katoen, waar
door de knoopen steviger kunnen worden
aangezet en ook de knoopsgaten, die met
’n gewonen knoopsgatensteek omwerkt
worden, meerdere stevigheid krijgen. Ook
aan weerskanten bij de sluiting naait toen
een katoenen zoom op het lijfje. Ter af
werking haakt men langs halsopening «en
armsgaten ’n vasten steek.
Volgen., het hierboven beschreven pa
troon kan men ook een zwempak breien.
Men breit dan echter den achterkant pre
cies eender als den voorkant en naait beide
helften aan elkaar, nadat men het kruisje
heeft Ingezet. Alleen een der schoudema-
den blijft opert en wordt met knoopjes en
lussen of met drukkers gesloten.
Voor een badpak neemt men wol of ge
kleurd onverschletbaar katoen. Hals en
schouders worden omhaakt met een of
meer vaste toeren van afstekende kleur.
Ik ontving nog dezelfde patroontjes voor
’n gebreide sprei van vriéndelijke lezeres
sen, waarvoor hartelijk dank.
Bjj de beschrijving van verleden week
staat gedrukt: De 14 toeren herhalen. Dit
moet natuurlijk zijn: De^e 4 toeren herha
len, zooals de schrandere lezeres reeds zal
hebben opgemerkt.
S Q -
schoon water, dat herhaaldelijk wordt ver-
verscht, en dan gesteven.
Gordijnen mag men nooit wringen; ze
worden tusschen beide handen uitgekne
pen. Men moet niet te veel stijfsel nemen;
met 1 ons stijfsel kan men Al heel wat gor-
dijiyn de nood!ge stijfheid geven. Wil men
5°\dijnen geel maken> dan lengt men de
stijfsel aan met thee of met geel geverfd
water, wgarvoor speciale verf in den han
del is.
Zijn de (fordijpen gesteven, dan laat men
ze buiten even ultdrulpen, of, als dit niet
kan, rolt men ze in schoone handdoeken
Na een poosje wórden ze, nog nat, voor de
vensters gehangen om te drogen. Men kan
ze dan gemakkelijk naar de vereischte
lengte en breedte uitrekken. Zijn de gor
dijnen op deze wijze gedroogd, dan kan
men ze zeer gemakkelijk strijken, nader
hand.
T°J:h kan het nog voorkomen, dat de
gordijnen langs de kanten lubberen. Dat is
echter op ’n heel eenvoudige manier te
verhelpen. Men haalt ’n stevigen draad D.
M. C.-garen door zelfkanten of zijzoompjes,
haalt dien op de juiste lengte aan en het
te veel aan ruimte verdeelt men over.de
geheele lengte der gordijnen door middel
- -van dien draad. De gordijnen hangen dan
staan trekken, worden ze flink gespoeld in onberispelijk. T o
OVERNEMINS UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN
BODE.M
ZUKANT
Ze haden er echter niet op gerekend,
dat de matrozen op dit schip echte die
ven waren, die hen naar het leven
stonden.
Meneer Hendriks en Mangelemot be
sloten hun tocht voort te zetten met een
klein Turksch scheepje, dat hen naar
Constantinopel zou brengen.
en toen de bandieten dichterbij waren
gekomen begon hij aan den slinger te
.raaien. De ontploffing was zóó ver-
schrlkke’ijk, dat de matrozen de lucht in
vlogen. Mangelemot heeft ze nooit meer
zien neerkomen.
„Wacht eens even,” dacht meneer Hen
driks en hij deed een flinke hoop bus
kruit, dat hij ergens in een hoekje ge
vonden had in zijn filmtoestel....
e
e
e
f
f
e
e
e
f
e
e
e
ZUKANT