1
Vaticaansche
spoorweg geopend
L
RADIO-PROGRAM
Onder pratennen breien
DE VROEGERE LIJNEN
van
Z. H. Pias IX
DE VIJANDEN VAN
HET BIJENDORP
Alia abonné’s
Historische trein
■De Mug"
De geheimzinnige
brand
van Lintforth
//ft-SSS-SÜ
VRIJDAG 3 JUNI
VERHAAL VAN
DEN DAG
Zaterdag 4 Jvfni
Blauwkousen
Een gelukkig toeval
EVEN LACHEN’
Tijdverdrijf
Klimaat en schoonheid
j
FEUILLETON
x.
Niet zeer geruststellend
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
t
f
La
10.50
de
101
r52j
dat ml
Ward,
HET BRANDENDE HUIS
(Wordt wvolgdJ
VOOR NA.
WIJZEN
Hermann m.
Concert o. L
HIRE BIJZONDERHEDEN VER-
IJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
- RADIOGIDS
„Ros le het ongeluk eigenlijk ifkomin," vroegen de hoepltaelbUen
aan mevrouw de Ble. „HU wilde Meereen gaan maken." luidde het
antwoord on natuurlUk moesten de twee bijen daar verschrikkelijk
om lachen, maar torwlllo van mevrouw do Bie konden as slch nog
oen beetje ernstig houden on kalm gingen as vorder.
gramma.
Ed. Kilnneke.
12.50 Dansmuziek door Otto Kermbach en zijn
orkest. Refrelnzang: Alex. Fleszburg.
Ie.
feest
daarc
geen
een
en
Om
aan
schoj
alle 1
den ,2
verso)
ultst*
VrJJd
scher
aanb:
3e.
plech
avoni
Hart
L
ken
oils
Goë
bag
wie
gen
wU
ont'
gav
WU
niet
tljn
geer
tenj
en
digd
ons
hooi
vers
Ier i
El
een
getr
gele:
verb
u gi
voor
vani
gem
de n
gena
kom
In
wij 1
In d
volbi
het
gesti
loezl
Vrjjd
den,
vlees
dat 1
bovei
eemr
nem«
5e.
durei
den
nood
bü t<
te a
Oo
leder
door
«Dn,
Va
10 Jt
dus i
dere
krimi
ven.
spaar
3e.
hun
te dr
Do
ZC
1832,
zelle
eerst
mun
beds
half
H.H
bUzc
kerk
cran
voor
zont
Ut*
pred
In
Lot
W
te 9
Bert
D
met
lede
Na
eerii
VI
van
men
Uta
Te
acht
2b
•ere
bek
Toen mevrouw do Bis en do twee dragers thuis kwamen was alles
nog net aooaJs eerst, alleen hoorde men Jaap niet meer. HU was
intusochên van s'n eigen gevallen. .,t Is oen srnstlg geval." was de
uitspraak der verplegers, „ws sullen hem in een ketel moeten uit
branden." BU dat geaegde rilde mevrouw de Ble en keek do anderen
verschrikt aan. De verplegen haalden nu een grooten ketel met een
thermometer er aan en doden Jaap er In Het was niets dan Mn
groots klomp was.
Europa, de Itallaanschen en de Spaanschen,
verwelkt snel in de felle son.
Het groot aantal blondines la een andere aan
trekkelijkheid van de schoonheid der Engelsche
vrouwen, maar het zün hoofdzakelijk de don
kerblonden. die het meest bewonderd worden
en deze brulnachtige schakeering der oorspron
kelijke blondheid la een product van rassenver
menging en van het vochtige klimaat. Het don
kerblonde type neemt onder de Engelsche vrou
wen toe en zal baar schoonheid nog verhoogen
Je hoort haar weer
Dat steek-serpent
Rondom je hoofd
Heen snorren,
Al heb je ook
De ramen dicht
Of goed voorzien
Van horren/
Je slaat haar weg.
Maar zij komt t' rug,
Want zij wil met
Je spelen;
Het gaat wel u,
Maar nimmer hddr,
Al duurt het lang,
Vervelen.
En slaat u raak,
Dan komt haar pa,
Haar ma of broer
Of zuster.
Want wraak is zoet,
Gelijk uw bloed,
Dus u slaapt niet
Geruster!
De mug is klein,
En u zift groot,
Maar kleintjes zijn
Te vreezen
En dit staat thans
In muggenschrift
Op uw gelaat
Te lezen!
Nu werd 'ik toch ongeduldig en daar m’n
vrouw teekenen van slaap begon te vertoonen,
zei ik:
„Ik geloof Adèle, dat je beter doet naar bed
De vrouwen van vele volken en landen ge
nieten een bijzondere schoonheidsreputatie en
de vraag doet zich voor, in hoeverre ras en
klimaat er toe bijgedragen hebben. Voor de
Engelsche dame, die over het algemeen minder
door de regelmatigheid der gelaatstrekken dan
door de bijzondere delicaatheid van haar Jjèint
opvalt, tracht Mortimer als volgt de weldadige
rol van het klimaat van Groot-Brlttannlë aan
te toonen:
De vochtigheid van onze lucht schrijft
hij is het beste middel voor den teint, dat er
bestaat. De Invloed van den regen op het huid-
weefsel en op de huidkleur vertoont zich in den
teint der vrouwen, die in de natste streken van
Groot-BrittanniS wonen. De .Bchotsche mist"
maakt de huid zacht en teer, en hetzelfde kan
men van den .sproelregen" van Devonshire en
de vochtige winden van Cornwall beweren. In
Ierland, wasu- het eveneens veel regent, zün de
vrouwen beroemd om de rose zuiverheid van
haar wangen en de glanzende helderheid van
haar oogen. Onze vochtige lucht voorkomt, dat
het gelaat vroeg rimpels krijgt, zooals dat het
geval is in warmer en droger landen.
De schoonheid van de vrouwen in Zuidelijk
Mj»
hebt
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Dt zat Juist behaaglijk in een gemakkelljken
stoel om *n dutje te doen, toen er eensklaps
hard werd gebeld.
„Natuurlijk weer een telegram", zei m’n vrouw
geërgerd; „die eeuwige redactietelegrammen,
ze laten je ook geen oogenblik met rust; *t is
werkelijk een schandaal"
„Och vrouw", zei Ik. toen er al voor de derde
maal gebeld werd.vertel me dat nu straks
en maak eerst even open."
t Was inderdaad een redactle-telegram. Het
luidde als volgt: „Dichter Krakemeyer zoo juist
gestorven; Verwacht doodsbericht voor het
ochtendblad. Loopknecht zal kopy halen om 12
uur. Redactie."
Dadelijk ging ik voor m'n lessenaar zitten en
begon: „Krakemeyer, de bekende Krakemeyer
Is niet meer. Vol weemoed staan we bij...."
„Zeg, Frits.” zei mijn vrouw, tusschen twee
naadjes van haar breikous. ..heb ik je al verteld
van dien dollen streek, dien onze Frans gisteren
heeft uitgehaald toen ik...."
„Hm. ja. jaWat zeg je? Echt snoezig.”
zei ik verstrooid en schreef verder:
„Onze hedendaagsche detterkunde verliest in
hem een
roeren als
„Die
De meeste menschen zjjn bekend met het
woord „blauwkousen", hetwelk gebruikt wordt
om daarmede de vooruitstrevende vrouwen van
onzen tijd aan te dulden, doch slechts weinigen
zullen weten, waarvan dit woord afkomstig is.
Een Engelsch tijdschrift ontsluierd thans den
oorsprong van dit woord. De blauwkousenbe
weging nam in de 18de eeuw met een aantal
Fransche dames een aanvang, waarvan de voor
naamste waren mevr. Montagu en mevr. Trim
mer. die zich ten doel stelden om met alle con-
ventloneele vormen te breken.
Omstreeks dien tijd mocht geen heer in pen
salon binnentreden zonder dat hij in feestcos-
tuum gekleed was en voorzien van prachtige
zwarte kousen.
De belde vooruitstrevende dames lieten er zich
op voorstaan, dat zü heelemaal onbevooroor
deeld waren en allen in hare salons wenscheen
te ontvangen. Ieder jaar ontving mevr. Montagu
de menschen van hare stad in haar huis en
opdat niemand zich geringer zou achten dan
een ander was het het gebruik, dat men daar
heen ging in dagelüksche kleeren en met blauwe
wollen kousen, die destijds door de arbeiders
gebruikt werden.
Blauwkousen waren aanvankelijk de gasten
der geleerde vrouwen en thans worden dezen
daarmede zelf betiteld.
Voor de PauselUke Staten waren twee spoor
lijnen ontworpen, één van Rome naar Frascati
en de andere van Rome naar Civitavecchia. In
1848 werd door de spoorwegmaatschappij .Dlo-
Latlno" begonnen met den aanleg van eerst
genoemde lijn. Zeven Jaar duurde het alvorens
de verbinding met Frascati gereed was. De ope
ning van de eerste Romelnsche spoorbaan met
Frascati ging met groote plechtigheden gepaard.
Alle kardinalen, onder wie de staats-secretaris
Antonelli, de geheele PauselUke hofstaat en de
Romelnsche adel namen hieraan deel. BU de
Porta Maggiore was de tent met den pauselUken
troon opgericht, waarvoor de eerste trein stond
opgesteld. Deze werd voor zün vertrek plechtig
ingezegend door den toenmallgen pauselUken
sacrists. Mgr. Palermo. Het koor der Slxtünsche
kapel zong de hymne van Palestrina „Benedlc-
tus Domlne Deus Israël", waarna de trein werd
gezegend. Na deze Indrukwekkende plechtigheid
namen alle aanwezige autoriteiten in den trein
plaats en voor het eerst werd het traject Rome
—Frascati per trein afgelegd. De heenreis werd
volbracht in 28 minuten, terwUl de terugrit
slechte 22 minuten duurde. Dit was niet alleen
voor dien tUd een prestatie, doch selfs in nze
dagen beteekent het nog een record, daar^te-
genwoordig de reis van Rome naar Frascati
nog ongeveer drie kwartier duurt.
Twee Jaar later werd met dezelfde plechtig
heden het traject RomeCivitavecchia geopend.
Toen de eerste trein van de pauselUke haven
terugkeerde, kwamen er ruim tweehonderd vls-
schers mede, die Plus IX een groote partü, ver-
sche zeevisch ten geschenke gaven. Dit was wel
een doorslaand bewijs van de noodzakelUkhctd
van spoorwegen in het belang van een vlug ver
keer. daar men voordien te Rome nog nimmer
versche zeevisch had genoten. De Mü .Jho-La-
tlno", welke de beide spoorlUnen had aangelegd,
schonk aan den Paus een speclalen trein, be
staande uit drie wagons. In den eersten wagon
was de PauselUke kapel onderbracht, terwUl de
andere wagon bestemd was voor eetzaal,
woonkamer en slaapkamer. De derde wagon
was aan alle zUden open, opdat de Paus op zün
reis door het geheele volk zou kunnen worden
gezien en naar alle kanten den zegen zou kun
nen schenken. De drie wagons van den Pau
selUken trein werden te ParUs gebouwd door de
firma Délébry; het interieur werd geschonken
door voorname dames uit Weenen.
Paus Plus IX heeft slechte korten tUd van zün
trein gebruik kunnen maken, daar de toestan
den in den kerkelUken stemt voortdurend on
gunstiger werden. De pauselUke trein werd voor
het laatst gebruikt op 10 Mei 1862. Na 4e in
name van Rome door de Garibaldlsten werd de
pauselUke trein naar Florence overgebracht en
vandaar in 1911 naar Rome, waar dit histori
sche vervoermiddel in de kazernes van den En
gelenburg werd opgesteld. BU de opening van
het nieuwe Museum te Rome in April 1930
werd deze trein aldaar ter bezichtiging opge
steld.
vaart te minderen en hied weldra stil voor het
kleine nette station van Lintforth. Men steeg uit
en moest nu een eind terug wandelen om de
woning van mUnheer Walker te bereiken. Deze
wilde zün gast eerst *n verversching aanbieden,
maar Ward sloeg dit af en verzocht alleen den
tuin en het afgebrande huis in oogenschouw te
mogen nemen. NatuurlUk moest Walker dit goed
vinden, ofschoon hU meende, dat hU mee moest
gaan om aanwijzingen en inlichtingen te geven
Maar de detective scheen die nog te kunnen
missen. HU slenterde op s'n gemak door den
grooten tuin, plukte zich een bloempje om dit
In s'n knoopsgat te steken en bleef belangstel
lend voor den bouwval staan. Toen liep hU er
eens omheen en nam alles op. gelük Iemand sou
doen, die met het geheele geval niets te maken
had, doch uit bloote nieuwsgierigheid een kijkje
nam.
Dus u denkt, vroeg Bake, dat ds brand
stichter met den trein meegegaan is?
Welja, hU zal wal zoo wüs geweest zijn.
Maar wie was hü? Waarom stak hü dat
leege huls in brand? Zie, dat zijn vragen, dis
ep een antwoord wachten.
En waarop ik thans nog niet, maar naar
ik hoop zeer spoedig wel, een antwoord aal
kunnen geven. U heeft Immers een telephoon
thuis, mUnheer Walker?
vervuld met zün uitvindingen.
Op een goeden dag had hU eens een neefje
bu rich en om dit heer nu nuttig en aangenaam
bezig te houden, terwUl hU zelve aan zün ambts
bezigheden was, gaf hü hem een amandel en
een stuk suiker, wat in dien tUd een veel groo-
ter cadeau mocht heeten dan nu. daar de sui
ker zoo duur was.
Ons ventje was zeer ingenomen met zün
present, doch scheen op het oogenbllk nog geen
lust te hebben, bet op te eten, en kraakte
slechts de amandel. Voor tUdverdrUf legde hü
die in één der, tallooee pannetjes, die op het
vuur stonden, waardoor het amandeltje gebak
ken werd. Na eenlgen tUd vlschte ons ventje
zün gebakken amandeltje op we! ten koste
van een paar gebrande vingertoppen en be
gon dat lekker op te knabbelen, om beurten ook
eens van zün stuk Suiker proevend.
Dat smaakte niet kwaad samen, en toen die
eerste amandel op was, vroeg hü oom Lassagne
om een tweede en nog „een beetje suiker ook!”11,0
Hiermee deed hij op gelüke wUze en zooH'
heerlUke geur steeg op van dit geval, r
confiseur dadelUk begreep, hoe dit iets
moest zijn, ook eens proefde, en zelve nu aan
den gang ging, met amandelen en suiker, en
elndelUk geestdriftig zUn neefje omhoog tilde,
al voorspellende: T
„BlUf JU maar bU oom went, die zal een knap
kok van je maken, de wereld zal nog eens van
je spreken. Lassagne trok zich nu terug in zijn
laboratorium enbedacht de „prAllne" soo-
als hU dit nieuw product zUner bakkunst noem
de. Met de sierlUk in rose en witte suiker gebran
de amandel had hU én zichzelf beroemd gemaakt
én den naam van den maarschalk op aller
lippen gebracht.
Een Engelschman op Ceylon, die een bad wou
nemen, vroeg een inboorling naar een plaats
waar zich geen krokodillen ophielden. De In
boorling bracht hem naar de monding van een
kleine rivier, waar de Engelschman naar harte
lust baadde. Toen hU weer aan land gekomen
was. vroeg hU zijn geleider, waarom daar geen
krokodillen gevonden werden. „Omdat zU bang
zUn voor haaien", luidde het antwoord: „die
houden zich hier gewoonlljk in grooten getale
op”.
Meester: Vandaag zullen we zinnen maken
met personlUke voornaamwoorden: |k. gU. hU.
wU. zU. Als bUvoorbeeld je vader zegt: ik ga uit,
wath zegt dan je moeder?
Jan: Je blUft thuisI
Ik wil het wel beproeven. Hoe laat gaat
u naar Lintforth terug?
Met den trein van 12.40 van Charing
Cross station. Het is geen sneltrein, doch ik
ben dan vóór twee uur thuis.
Prachtig, ik ga dan met u mee. WU ont
moeten elkaar dus half één op het perron.
Duid het mU niet ten kwade, maar mün tUd
is baset.
En voor hU het feitelUk wist, stond mUnheer
James Walker, candldaat voor den Oraaf-
schapsraad. weer buiten, in het geheel niet
tevreden over den detective, dien hu zich heel
anders had voorgesteld. Hoe dan? Ja, dat
wist hU feitelUk zelf niet, doch in elk geval
anders dan als een kalm jongmensch van
dertig jaar, die er uitzag als duizenden andere
heeren van dien leeftijd. James Walker twUfelde
erg. of die hem kon helpen, al had hU dan den
naam reeds heel wat geheimzinnige zaken tot
klaarheid te hebben gebracht.
In tusschen met den trein van 12.40 gingen zU
samen naar Lintforth en toen zU het doel van
hun reis genaderd waren, zeide Walker;
Zoo dadelUk kunt gij uit het raampje'het
afgebrende huis zien. WU komen er dicht langs.
Ward zag nu spoedig een nog rookenden puin
hoop.
Het nieuwe huis aan den anderen kant van
den tuin is zeker uw tegenwoordige woning?
vroeg hU-
Ja, antwoordde Walker.
Mooi, we sullen straks sens zien, ant
woordde de detective, maar reeds begon de train
Intusschen vloog mUn trouwe pen zonder op
houden over t papier.
„Wie had gedacht dat deze levenslustige, kal
me man, die....”
.Die loopknecht,” zei m'n vrouw weer, ter
wUl ze een gevallen steek opraapte, „die loop
knecht bevalt me niet erg; ik geloof vast dat
die te veel van *n glaasje houdt”.
Nu werd ik toch ongeduldig en
Koningin Maria de Médlcis. echtgenoote van
Hendrik IV, was zeer op allerlei lekkernijen
gesteld, en had daarom haar eigen kok. den Flo
rentUn Pastllla, uit Italië meegebracht.
Pastllla's hoofdbezigheid bestond daarin, dat
hU ..pastilles” fabriceeren moest, een soort
bonbons van chocolade, met vruchten-' of ro
zengeur. Hier was hU specialist en zün lek
kernijen werden in Parüs al even lekker ge
vonden, als In Italië. Toen de koningin naar
Keulen verbannen was, mocht de trouwe kok
haar echter volgen en bedacht weer allerlei
nieuwe lekkernijen, als eenige douceur stoor
zijn geliefde vorstinne!
Maar toen hU Frankrük verliet, was dit
eenerzüds met een beswaard hart: de laatste
jaren had hü een mededinger gekregen, een
Partjzenaar. die enorm opgang maakte en door
iedereen al voor den eersten confiseur gehouden
werd! Die zoozeer geduchte mededinger was:
Lassagne. opperkok van maarschalk Duplessis-
Praslln, een oude smullebroer, wiens feestmaal-
tijden een algemeene beroemdheid hadden.
Lassagne had nu een ontdekking gedaan, d.
W2. een soort bonbon uitgevonden, die Pastille
nog nooit had kunnen maken.
En dit was volgenderwUs in zün werk ge
gaan: de maarschalk verklaarde op een goeden
dag, dat hU meer dan genoeg had van al dat
koksgeknoei, dat alle cuisiniers, toch al heel
weinig vlndingrük waren, en dergelUke belee-
digende dingen meer! Lassagne wilde dit logen
straffen en lag heele nachten wakker, slechte
Gepakt wordt, beraam
niet gaan.
Waarom niet?
Wie zag den brand het eerst?
Het treinpersoneel van den avond-snel-
treln.
Precies, dat hoorde ik ook en de ma
chinist heeft gestopt, niet waar?
Dank u. doch die verzekering is niet
genoeg. De kwestie is soo; ik heb een nieuw
huls gebouwd, het oude was goed voor afbraak.
Ik wilde het ook laten afbreken, doch nu is
het gisternacht afgebrand., en het was nog
al hoog verzekerd.
Toch geen reden om dadelUk aan brand
stichting te denken
Neen, maar het huis is inderdaad in
brand gestoken. Het vuur begon op een paar
plaatsen tegelük, men heeft petroleum en an
der licht brandbaar materiaal gevonden. En
omdat ik ds eenige ben, die bU het afbranden
voordeel zou hebben, word ik verdacht.
Dit alles geschiedde tot onulteprekelUke erger
nis van James Walker, die voor een raam van
de bovenste verdieping zün oogen den kost gaf
en die expres naar boven geklommen was om
den detective althans van verre aan hst werk
te zien. Ward vatte, naar zün zin, dat werk 41
te licht op. HU wandelde maar wat rond, zag
met belangstelling een trein voorbü vliegen en
slenterde dan den tuin weer door terug naar
het nieuwe huls. HU trad er evenwel niet bin
nen. doch liep op sü het huls langs, bet bek
door en verder den dorpsweg op.
MUnheer Walker was diep teleurgesteld en
•00 int hem «en half uur later zUn wisnd
Xs u mUnheer Ward, de detective?
Ja, dis ben ik. Kan ik u van dienst zün?
Zeker, mUnheer Ward, daarvoor kwam ik
juist naar Londen om uw hulp in te roepen.
En u moet mü helpen. Ik ben James Walker,
candldaat voor den Graafschapsraad. Mis
schien weet u. dat bU ons in Lintforth de
verkiezing Donderdag zal plaats hebben. Vóór
Donderdag most u bet raadasi oplossen. Wat
dunkt u. kan dat?
Mün waarde bear Walker, u dient mü
dan toch sent bet raadsel op te geven.
Dat Is waar, bes dom toch van me. Maar
Ik ben erg senuwachtig en ik heb er reden
voer. Ik werd beschuldigd van brandstich
ting.
V sést ar andsrs niet als esn brandstich
ter uit.
Het station van den Vaticaanschen Spoorweg
dezer dagen in gebruik genomen, toen de
Kardinaal-legaat met een speclalen trein naar
Padua vertrok. Dit vertrek ging met buitenge
wone plechtigheid gepaard, omdat het de eer
ste maal was, dat het Pauselük station officieel
Werd gebruikt. Alle Romelnsche corpsen namen
deel aan de militaire eerbewüzen, welke den
vertegenwoordiger van den Paus werden ge
bracht De gouverneur van Rome, de Nuntius
Mgr. Ottaviana deden den Legaat op het
Matton uitgeleide. BU het wegrijden van den
trein speelde het militaire muziekcorps den
Paustnarach.
De aanleg van den Vaticaanschen Spoorweg
geschiedde Ingevolge artikel 8 van het Verdrag
van Lateranen en de werkzaamheden hebben
ongeveer twee jaar in beslag genomen. De wa
gons voor den PauselUken trein zün in Italië
door Itallaansche arbeiders vervaardigd: het
•Un metalen wagens donker karmozijnrood van
kleur en versierd met het pauselük wapen, in
brons uitgevoerd. Inwendig zün de wagens be
kleed met roode damasten gouden ornamenten,
terwUl een pauselük tiaar het plafond versiert'
Buitengewone zorg is besteed aan den troon-
wagen, welke is gemaakt naar het ontwerp van
s«n bekend kunstenaar. Ook de salonwagen,
welke tot kapel is ingericht en waarin ook een
altaar is aangebracht, is gedecoreerd door een
kunstenaar van naam. Ook voor de voornaam
ste prelaten van het Vaticaan zün salonrütui-
gen beschikbaar gesteld. De goederenwagens
van den Vaticaanschen Spoorweg zün donker
blauw van kleur en versierd met het pauselük
wapen.
In het Museo dl Roma, hetwelk twee jaar ge
leden werd geopend, bevindt rich een andere
pauselUke trein, n.l. de historische trein van
Z. H. Plus IX, onder wiens bestuur de eerste
«poorlUn in de Vaticaansche staten tot stand
kwam. Reeds tijdens den voorganger van Plus
EX, Gregorius XVI, deed zich in de KerkelUke
Staten de behoefte aan een spoorlün gevoelen
Hoe modern dese Paus ook overigens was. van
een spoorlUn wilde hU niet weten, daar er maar
al te veel ongelukken mede gebeuren; ook voor
de PauselUke Staten achtte hü een spoorlün
van geen groot nut. Ter vergoeding stond hü
stoombootenverkeer op den Tiber toe en beloof
de hü ook andere moderne dingen, welke „wer-
kelük nut hadden”. De bevolking der KerkelUke
Staten was hier echter maar half mede tevre
den; afgunstig sagen zü naar de bewoners van
naburige gebieden, die zich snel en vlug per
trein konden verplaatsen en ook zU begonnen
om vlugger verkeer te roepen. Een der eerste
daden van Plus IX. den opvolger van Gregorius
XVI. was dan ook het instellen van een com
missie van onderzoek voor den bouw van spoor
wegen in de KerkelUke Staten. De .Diaro dl
Roma” van 1 November 1846 gaf de bekend
making van den Staatssecretaris Kardinaal
Gtzzl. waarin de kardinaal verklaart, dat hü:
„gezien den uitslag van de werkzaamheden van
voornoemde commissie tot voorbereiding van
den aanleg van spoorwegen, op last van Z. H.
de genomen besluiten publiceert, en dat de
Paus beschouwend, dat dese verkeersmiddelen
eiken dag meer Ingang vonden, de toepassing
daarvan voor de PauselUke Staten niet lang
meer kon uitstellen, daar het passend was. dat
Rome, middelpunt van den waren godsdienst
gemakkelük te bereiken zün sou voor allen, die
zouden komen om de graven der Apostelen te
vereeren en om zich te troosten aan de tegen
woordigheid van den Plaatsbekleeder van
Christus”.
Ja, het huls staat vlak aan de lün en hü
meende, dat er menschen in gevaar konden
zün.
Juist, maar als de brandstichter
lummel geweest is. dan heeft hü van
prachtige gelegenheid gebruik gemaakt
zich in veiligheid gesteld.
U bedoelt, dat hü met den train meege
gaan is?
Ja. Hü had niets beters te doen, dan
met den train mee te gaan, die zoo onver
wachts stopte. In de ontstane verwarring kon
dat niet moeilük geweest zün.
Is de politie bu u geweest?
De politie. BU mü? Welneen. begrijp mü
goed, mUnheer. Niemand beschuldigt mü open-
lük. maar ik word verdacht Men mompelt soo
iets, men meesmuilt en mün politieke tegen
standers maken er gebruik van.
Aha. maar dan hebben nog anderen dan
u eenlg voordeel van dien brand. Uw tegen-
candidaat bü voor beeld.
Ja, maar hü 1» een braaf man. En u moet
niet gelooven, dat mün huls in brand gesto
ken to door mün politieke tegenstanders; tot
soo iets Zün zü niet in staat. Nu t huis even
wel afgebrand to, en nu het aangestoken blükt,
nu moeten die geruchten wel van zelf ontstaan
en ze kosten mü mün eerlijken naam en mün
setel in den Graafschapsraad. Ato u tenminste
niet vóór Donderdag h* «P u
losaen.
te gaan, terwUl Ik *t bericht afmaak, vind je
ook niet?"
,4e hebt gelük Frits, ik ga dan maar.”
Dit zeggend, ging ze de deur uit, terwUl m'n
pen dapper verder schreef, altUd verder. Het
werd een lang, zeer lang bericht. Ik was er
zóó in verdiept, dat ik schrikte, toen de klok
boven m’n lessenaar 12 sloeg en er tegelUkertüd
hard werd gebeld.
■tWas de loopknecht. Een beetje waggelend
kwam hü binnen.
„Ik moet.... Ik moet.... mUnheer.... i>
moet de kopü-...”
„Wacht maar even," zei ik. ,Jk moet nog even
nalezen."
„Neen, meneer."
„Wat neen?” Die kerel was nog brutaal ook.
.Neen meneer, de nachtredacteur heeft gs-
zegd, dat ik in 'n kwartier, een kwartier...."
.Dat is büna om met je gezeur!”
Kwartier", ging hü hardnekkig voort,
.moest ik de kopy brengen.... in leder geval
heeft hü gezegd en als 't niet lukte, dan.
dan
„Vooruit dan maar, daar heb je ’t ding; 1 zg]
wel in orde zün. Zeg aan den nachtredacteur
dat hü t ten minste nog even naleest, heb js
1 verstaan?"
,4a.ik zal t.zeggen”, en hü strompel
de de trap af naar buiten.
Den volgenden morgen greep ik opgefrtocht
en in m’n schik naar de krant en vouwde die
open. Ja. daar stond ’t, mün artikel
En nog wel als hoofdartikel. Ik las:
.Krakemeyer, de bekende Krakemeyer to niet
meer. Vol weemoed staan we bü dien dollen
streek.
„Pas op. gooi je koffie niet om,” zei m’n
vrouw.
„Onze hedendaagzehe letterkunde verliest in
hem een dichter, wiens scheppingen ons ont
roeren, als waren ze iets voor ’n roodhuid”....
„Wat heb Je toch, Frits?” vroeg m’n vrouw;
,Je bent al soo vroeg zenuwachtig.”
„Als men bedenkt, dat deze dichter ons leder
Jaar een bundel verzen heeft geschonken, die
allemaal eender zün
Js er lets, Frits, Je ziet zoo wit!”
„Wie het gedicht dat deze levensheillge,
kalme man. die te veel van ’n glaasje houdt -
.Jlemelsche goedheid!” riep m’n vrouw; ,jnu
gooi je toch het kopje om. Maar Frits wat
mankeert je toch?”
Op dit oogenbllk ratelde de telefoon, woe-
dend, heftig.
.Daar heb je t al dacht ik: .De redactie!
De redactie!"
HUIZEN. 1875 M. Ultel. K.R.O.-Uitzending.
8—9.15 Gramofoonpl. 10.00 Orkestcöncert. 11.30
Godsd. Halfuurtje. 12.151.45 Sextetconcert. 2.00
Gramofoonpl. 2.30 Klnderuurtje4.00 Zwemcur-
sus. 430 Gramofoonpl. 5.30 Berichten. 5.45 Gra
mofoonpl. 6.20 Lezing. 6.40 Gramofoonpl. 7J0
Lezing. 7.45 Causerie 8.00 Orkestcöncert. 9.15
Vaz Dl as. 9.30 Orkestcöncert. 11.0012.00 Gra-
mofoonplaten.
HILVERSUM. 296 m.tsl. VARA-Uitsendlng.
10.00 v.m. VPRO. 6.45—7.00 en 730—7.45 Gym
nastiekles. 8.00 Gramofoonpl. 9.00 Trio Drukker.
10.15 Trio Drukker. 12.001.45 VARA-septet en
Gramofoonplaten. 2.30 Fluit-recital. 3.00 Gra-
mophoonplaten. 3.30 Prof. Dr. J. G. Sleeswük:
Geneeskundige Sportkeuring. 3.45 „The Hol-
landia Three” (accordeon). 4.00 M. Sluyser:
Joden in nood. 440 Vervolg accordeon. Koor
„De Roodborstjes”. 6.00 Beoefening der Huis
muziek. 6.45 Gramofoonpl. 7.00 Bonte Avond m.
ca. 11.00 Vaz Dlas. Voetbalnieuws en VARA-
Varia. 12.00 Sluiting.
DA VENTRY. 1554 m. 11.05 Verjaardag van
Z. M. de Koning. Troepenparade te Londen).
1235 Northern Studlo-orkest. 1.05 Orgelconcert
Reg. New. 1.502.50 Commodore Grand-orkest.
3.50 Fred. Hartley's kwintet. 5.05 Orgelconcert
Reg. Foort. 7.05 Zang door Rita Mackay (so
praan). 7.50 Leslie Bridgewater’s Harpkwlntet.
8.20 Vaudeville. Henry Hall's BBC-Dansorkest
en Alfredo en zün Vagabond-Orchestra. 10.10
HBC-orkest, Russisch programma. 10.551230
Ambrose en zün Band (Dansmuziek).
PARIJS „RADIO-PARIS”, 1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 9.05 Radio-tooneel „La Vie
dröle”. 9.50 Bela Rex en zün Weensch orkest.
O.a. Léhar-Potpourri en „Das Lied 1st aus”,
Stolz.
op dit blad «Un ingevolge de vereekenng.voorwaartlsn tegon bU levenslangs goheote ongescblkttisid tot werken door TCfl bü eon ongeval met 9CQ bü verlies van son hand f bQ vsrllas van sen f Cfi Moan breuk van
mgevaUen vsrzekerd voor son der volgends ultkeertngen J «JVf/CPe** verlies van belde armen, belde boenen of bolde oogen f f doodeUJken afloop S Ais/V,- een voet of oen oog duim of wijsvinger f We" boon et arm
Bake, die belangstellend kwam informeeren
naar den uitslag van de Londensche reis.
En hebt gü den detective gesproken?
vroeg hü-
Ja zeker, meer
Wat, wil hü niet helpen?
Toch wel, hü to al hier.
Dan zal de dader spoedig ontdekt zün.
Ho. ho, daar twijfel Ik sterk aan. Ik ge
loof, dat die Ward zün beroemden naam niet
verdient. Hü vat s’n taak al heel raar op.
En Walker vertelde nu zün wedervaren en
besloot met te zeggen: Ik weet niet, ot hü
licht zal brengen in deze duistere zaak.
Het kan meevallen, die detectives
vreemde lieden, troostte de ander, gü 1
hem toch alle inlichtingen gegeven?
Dat is het Juist. HU vroeg er veel te
weinig van. En nu is hü het dorp Ingegaan.
Zou hü meenen ze daar beter te kunnën krü-
gen?
Belden praatten nog eenlgen tijd soo voort
en waren nog in gesprek, toen Ward terug
kwam. MUnheer Bake werd aan hem voorge-
steld.
En wat dunkt u, mUnheer? vroeg dras,
riet u licht in bet geval?
Het aal wel gaan, glimlachte Ward, we
sullen er wol achter komen, wis de werke-
UJke brandstichter to En dan staan uw kan
sen soo slecht niet. mUnheer Walker
O, als de dader gepakt wordt Is de ver
kiezing van mün vriend zeker, antwoordde
Bake.
De ongelukkige Marie Antoinette hield zich
In de gevangenis bezig, met draden uit een
ouden zakdoek te trekken, waarvan zü met be
hulp van een beenen tandenstokertje op kunst
vaardige wüze een kouseband vlocht. Dit kunst
werk kwam later in het bezit van de hertogin
d'Angouléme, die het bü haar dood aan graaf
de Chambord als aandenken vermaakte.
dichter, wiens scheppingen ons ont
waren zü-
nleuwerwetsche voorjaarshoeden met
zoo n slip op je rug vind ik net iets voor een
roodhuid”, beweerde m’n vrouw.
.Jim. ja, inderdaad, daar heb je gelük tn,
Adèle*
Geduldig schreef mün aan oponthoud ge
wende pen verder:
„Als men bedenkt, dat deze dichter ons ieder
jaar een bundel verzen heeft geschonken, die
alle...’
,,’t is tegenwoordig bar”, zei m’n vrouw, „de
■werklui zün allemaal eender. Nu heb ik den
timmerman al drie weken geleden laten zeg
gen. dat.
„Zeker, zeker, je hebt groot gelük, 1 is ge
woonweg hm, een, ja schande, zooals
deze
KALUNDBORG, 1153 M. 12 20—2.20 Concert
uit Hotel Angleterre. 2.56340 Gramofoonpl
3.505.50 Orkest- en sollstenconcert, o. L v.
Reesen. 8.20 Internationale Arbeldersllederen
en gedichten m. m. v. Fischer (piano). 9.05
Concert o. L v. Gröndahl. O.a. Fragm. .Der
Bettelstudent”, Millöcker. 10.05 Zang door I. S.
m. v. V. Fischer (piano). 10.40
r. Gröndahl. O.a. Perpetuum mo
bile. Btrausz. 11.061235 Dansmuziek o.l.v. Kal
Julian.
LANGENBERG. 473 M. 7.25—8.20 Orkestcon-
cprt. 12.201.10 Concert door werklooze musici
o. 1. v. A. Eberhard. 1.202.50 Concert o. 1 v
Wolf. 2.553.45 Gramofoonpl. 530635 Vesper
concert. 8.20 Vroolüke avond. 10.4012.20 Dans
muziek o 1 v Wolf. 1230140 Gramofoonpl
ROME, 441 M. 840 Gramofoonpl 9.05 Melo
drama ,j Purltanl” van V. Bellini.
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M: 12.20 Max
Alexys' orkest. 5.20 Concert o 1 v Walpot. 6.20
Gramofoonpl. 840 Concert o 1 v Kumps. M.m.v.
Mej. Btrulens (zang). Os. Symphonic In g
(XVI), Maydn. 8.05 Radio-tooneel. 840 Vervolg
concert O.a. Aria uit ..Faust”, Gounod 10.30
Tearoom-orkest. O.a. Btrausz-Potpourri, Weber.
338 M: 12.20 Gramofoonpl. 140 Trio-concert.
540 Concert o 1 v Kumps. 6.20 en 6.50 Gramo
foonpl. 8.20 „Knokkelbeen”, operette in 3 actes
van Caspeele met muziek van E. Hullebroeck.
Koor en orkest o 1 v Walpot. (In de pauze:
Radio-tooneel). 10 50 Dansmuziek. (Gramo
foonpl.).
ZEESEN, 1635 M. 840 Gevarieerd Avondpro-
O.*. Solisten- en orkestcöncert o 1 v
10.40 Berichten en hierna tot
„Meneer Jansen schrijft, dat hjj niet komen kan. Hij heeft
pech met zijn auto.”
„Of met de afbetaling?”