1 Vaticaansche spoorweg geopend L RADIO-PROGRAM Onder pratennen breien DE VROEGERE LIJNEN van Z. H. Pias IX DE VIJANDEN VAN HET BIJENDORP Alia abonné’s Historische trein ■De Mug" De geheimzinnige brand van Lintforth //ft-SSS-SÜ VRIJDAG 3 JUNI VERHAAL VAN DEN DAG Zaterdag 4 Jvfni Blauwkousen Een gelukkig toeval EVEN LACHEN’ Tijdverdrijf Klimaat en schoonheid j FEUILLETON x. Niet zeer geruststellend AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL t f La 10.50 de 101 r52j dat ml Ward, HET BRANDENDE HUIS (Wordt wvolgdJ VOOR NA. WIJZEN Hermann m. Concert o. L HIRE BIJZONDERHEDEN VER- IJ NAAR DEN KATHOLIEKEN - RADIOGIDS „Ros le het ongeluk eigenlijk ifkomin," vroegen de hoepltaelbUen aan mevrouw de Ble. „HU wilde Meereen gaan maken." luidde het antwoord on natuurlUk moesten de twee bijen daar verschrikkelijk om lachen, maar torwlllo van mevrouw do Bie konden as slch nog oen beetje ernstig houden on kalm gingen as vorder. gramma. Ed. Kilnneke. 12.50 Dansmuziek door Otto Kermbach en zijn orkest. Refrelnzang: Alex. Fleszburg. Ie. feest daarc geen een en Om aan schoj alle 1 den ,2 verso) ultst* VrJJd scher aanb: 3e. plech avoni Hart L ken oils Goë bag wie gen wU ont' gav WU niet tljn geer tenj en digd ons hooi vers Ier i El een getr gele: verb u gi voor vani gem de n gena kom In wij 1 In d volbi het gesti loezl Vrjjd den, vlees dat 1 bovei eemr nem« 5e. durei den nood bü t< te a Oo leder door «Dn, Va 10 Jt dus i dere krimi ven. spaar 3e. hun te dr Do ZC 1832, zelle eerst mun beds half H.H bUzc kerk cran voor zont Ut* pred In Lot W te 9 Bert D met lede Na eerii VI van men Uta Te acht 2b •ere bek Toen mevrouw do Bis en do twee dragers thuis kwamen was alles nog net aooaJs eerst, alleen hoorde men Jaap niet meer. HU was intusochên van s'n eigen gevallen. .,t Is oen srnstlg geval." was de uitspraak der verplegers, „ws sullen hem in een ketel moeten uit branden." BU dat geaegde rilde mevrouw de Ble en keek do anderen verschrikt aan. De verplegen haalden nu een grooten ketel met een thermometer er aan en doden Jaap er In Het was niets dan Mn groots klomp was. Europa, de Itallaanschen en de Spaanschen, verwelkt snel in de felle son. Het groot aantal blondines la een andere aan trekkelijkheid van de schoonheid der Engelsche vrouwen, maar het zün hoofdzakelijk de don kerblonden. die het meest bewonderd worden en deze brulnachtige schakeering der oorspron kelijke blondheid la een product van rassenver menging en van het vochtige klimaat. Het don kerblonde type neemt onder de Engelsche vrou wen toe en zal baar schoonheid nog verhoogen Je hoort haar weer Dat steek-serpent Rondom je hoofd Heen snorren, Al heb je ook De ramen dicht Of goed voorzien Van horren/ Je slaat haar weg. Maar zij komt t' rug, Want zij wil met Je spelen; Het gaat wel u, Maar nimmer hddr, Al duurt het lang, Vervelen. En slaat u raak, Dan komt haar pa, Haar ma of broer Of zuster. Want wraak is zoet, Gelijk uw bloed, Dus u slaapt niet Geruster! De mug is klein, En u zift groot, Maar kleintjes zijn Te vreezen En dit staat thans In muggenschrift Op uw gelaat Te lezen! Nu werd 'ik toch ongeduldig en daar m’n vrouw teekenen van slaap begon te vertoonen, zei ik: „Ik geloof Adèle, dat je beter doet naar bed De vrouwen van vele volken en landen ge nieten een bijzondere schoonheidsreputatie en de vraag doet zich voor, in hoeverre ras en klimaat er toe bijgedragen hebben. Voor de Engelsche dame, die over het algemeen minder door de regelmatigheid der gelaatstrekken dan door de bijzondere delicaatheid van haar Jjèint opvalt, tracht Mortimer als volgt de weldadige rol van het klimaat van Groot-Brlttannlë aan te toonen: De vochtigheid van onze lucht schrijft hij is het beste middel voor den teint, dat er bestaat. De Invloed van den regen op het huid- weefsel en op de huidkleur vertoont zich in den teint der vrouwen, die in de natste streken van Groot-BrittanniS wonen. De .Bchotsche mist" maakt de huid zacht en teer, en hetzelfde kan men van den .sproelregen" van Devonshire en de vochtige winden van Cornwall beweren. In Ierland, wasu- het eveneens veel regent, zün de vrouwen beroemd om de rose zuiverheid van haar wangen en de glanzende helderheid van haar oogen. Onze vochtige lucht voorkomt, dat het gelaat vroeg rimpels krijgt, zooals dat het geval is in warmer en droger landen. De schoonheid van de vrouwen in Zuidelijk Mj» hebt MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Dt zat Juist behaaglijk in een gemakkelljken stoel om *n dutje te doen, toen er eensklaps hard werd gebeld. „Natuurlijk weer een telegram", zei m’n vrouw geërgerd; „die eeuwige redactietelegrammen, ze laten je ook geen oogenblik met rust; *t is werkelijk een schandaal" „Och vrouw", zei Ik. toen er al voor de derde maal gebeld werd.vertel me dat nu straks en maak eerst even open." t Was inderdaad een redactle-telegram. Het luidde als volgt: „Dichter Krakemeyer zoo juist gestorven; Verwacht doodsbericht voor het ochtendblad. Loopknecht zal kopy halen om 12 uur. Redactie." Dadelijk ging ik voor m'n lessenaar zitten en begon: „Krakemeyer, de bekende Krakemeyer Is niet meer. Vol weemoed staan we bij...." „Zeg, Frits.” zei mijn vrouw, tusschen twee naadjes van haar breikous. ..heb ik je al verteld van dien dollen streek, dien onze Frans gisteren heeft uitgehaald toen ik...." „Hm. ja. jaWat zeg je? Echt snoezig.” zei ik verstrooid en schreef verder: „Onze hedendaagsche detterkunde verliest in hem een roeren als „Die De meeste menschen zjjn bekend met het woord „blauwkousen", hetwelk gebruikt wordt om daarmede de vooruitstrevende vrouwen van onzen tijd aan te dulden, doch slechts weinigen zullen weten, waarvan dit woord afkomstig is. Een Engelsch tijdschrift ontsluierd thans den oorsprong van dit woord. De blauwkousenbe weging nam in de 18de eeuw met een aantal Fransche dames een aanvang, waarvan de voor naamste waren mevr. Montagu en mevr. Trim mer. die zich ten doel stelden om met alle con- ventloneele vormen te breken. Omstreeks dien tijd mocht geen heer in pen salon binnentreden zonder dat hij in feestcos- tuum gekleed was en voorzien van prachtige zwarte kousen. De belde vooruitstrevende dames lieten er zich op voorstaan, dat zü heelemaal onbevooroor deeld waren en allen in hare salons wenscheen te ontvangen. Ieder jaar ontving mevr. Montagu de menschen van hare stad in haar huis en opdat niemand zich geringer zou achten dan een ander was het het gebruik, dat men daar heen ging in dagelüksche kleeren en met blauwe wollen kousen, die destijds door de arbeiders gebruikt werden. Blauwkousen waren aanvankelijk de gasten der geleerde vrouwen en thans worden dezen daarmede zelf betiteld. Voor de PauselUke Staten waren twee spoor lijnen ontworpen, één van Rome naar Frascati en de andere van Rome naar Civitavecchia. In 1848 werd door de spoorwegmaatschappij .Dlo- Latlno" begonnen met den aanleg van eerst genoemde lijn. Zeven Jaar duurde het alvorens de verbinding met Frascati gereed was. De ope ning van de eerste Romelnsche spoorbaan met Frascati ging met groote plechtigheden gepaard. Alle kardinalen, onder wie de staats-secretaris Antonelli, de geheele PauselUke hofstaat en de Romelnsche adel namen hieraan deel. BU de Porta Maggiore was de tent met den pauselUken troon opgericht, waarvoor de eerste trein stond opgesteld. Deze werd voor zün vertrek plechtig ingezegend door den toenmallgen pauselUken sacrists. Mgr. Palermo. Het koor der Slxtünsche kapel zong de hymne van Palestrina „Benedlc- tus Domlne Deus Israël", waarna de trein werd gezegend. Na deze Indrukwekkende plechtigheid namen alle aanwezige autoriteiten in den trein plaats en voor het eerst werd het traject Rome —Frascati per trein afgelegd. De heenreis werd volbracht in 28 minuten, terwUl de terugrit slechte 22 minuten duurde. Dit was niet alleen voor dien tUd een prestatie, doch selfs in nze dagen beteekent het nog een record, daar^te- genwoordig de reis van Rome naar Frascati nog ongeveer drie kwartier duurt. Twee Jaar later werd met dezelfde plechtig heden het traject RomeCivitavecchia geopend. Toen de eerste trein van de pauselUke haven terugkeerde, kwamen er ruim tweehonderd vls- schers mede, die Plus IX een groote partü, ver- sche zeevisch ten geschenke gaven. Dit was wel een doorslaand bewijs van de noodzakelUkhctd van spoorwegen in het belang van een vlug ver keer. daar men voordien te Rome nog nimmer versche zeevisch had genoten. De Mü .Jho-La- tlno", welke de beide spoorlUnen had aangelegd, schonk aan den Paus een speclalen trein, be staande uit drie wagons. In den eersten wagon was de PauselUke kapel onderbracht, terwUl de andere wagon bestemd was voor eetzaal, woonkamer en slaapkamer. De derde wagon was aan alle zUden open, opdat de Paus op zün reis door het geheele volk zou kunnen worden gezien en naar alle kanten den zegen zou kun nen schenken. De drie wagons van den Pau selUken trein werden te ParUs gebouwd door de firma Délébry; het interieur werd geschonken door voorname dames uit Weenen. Paus Plus IX heeft slechte korten tUd van zün trein gebruik kunnen maken, daar de toestan den in den kerkelUken stemt voortdurend on gunstiger werden. De pauselUke trein werd voor het laatst gebruikt op 10 Mei 1862. Na 4e in name van Rome door de Garibaldlsten werd de pauselUke trein naar Florence overgebracht en vandaar in 1911 naar Rome, waar dit histori sche vervoermiddel in de kazernes van den En gelenburg werd opgesteld. BU de opening van het nieuwe Museum te Rome in April 1930 werd deze trein aldaar ter bezichtiging opge steld. vaart te minderen en hied weldra stil voor het kleine nette station van Lintforth. Men steeg uit en moest nu een eind terug wandelen om de woning van mUnheer Walker te bereiken. Deze wilde zün gast eerst *n verversching aanbieden, maar Ward sloeg dit af en verzocht alleen den tuin en het afgebrande huis in oogenschouw te mogen nemen. NatuurlUk moest Walker dit goed vinden, ofschoon hU meende, dat hU mee moest gaan om aanwijzingen en inlichtingen te geven Maar de detective scheen die nog te kunnen missen. HU slenterde op s'n gemak door den grooten tuin, plukte zich een bloempje om dit In s'n knoopsgat te steken en bleef belangstel lend voor den bouwval staan. Toen liep hU er eens omheen en nam alles op. gelük Iemand sou doen, die met het geheele geval niets te maken had, doch uit bloote nieuwsgierigheid een kijkje nam. Dus u denkt, vroeg Bake, dat ds brand stichter met den trein meegegaan is? Welja, hU zal wal zoo wüs geweest zijn. Maar wie was hü? Waarom stak hü dat leege huls in brand? Zie, dat zijn vragen, dis ep een antwoord wachten. En waarop ik thans nog niet, maar naar ik hoop zeer spoedig wel, een antwoord aal kunnen geven. U heeft Immers een telephoon thuis, mUnheer Walker? vervuld met zün uitvindingen. Op een goeden dag had hU eens een neefje bu rich en om dit heer nu nuttig en aangenaam bezig te houden, terwUl hU zelve aan zün ambts bezigheden was, gaf hü hem een amandel en een stuk suiker, wat in dien tUd een veel groo- ter cadeau mocht heeten dan nu. daar de sui ker zoo duur was. Ons ventje was zeer ingenomen met zün present, doch scheen op het oogenbllk nog geen lust te hebben, bet op te eten, en kraakte slechts de amandel. Voor tUdverdrUf legde hü die in één der, tallooee pannetjes, die op het vuur stonden, waardoor het amandeltje gebak ken werd. Na eenlgen tUd vlschte ons ventje zün gebakken amandeltje op we! ten koste van een paar gebrande vingertoppen en be gon dat lekker op te knabbelen, om beurten ook eens van zün stuk Suiker proevend. Dat smaakte niet kwaad samen, en toen die eerste amandel op was, vroeg hü oom Lassagne om een tweede en nog „een beetje suiker ook!”11,0 Hiermee deed hij op gelüke wUze en zooH' heerlUke geur steeg op van dit geval, r confiseur dadelUk begreep, hoe dit iets moest zijn, ook eens proefde, en zelve nu aan den gang ging, met amandelen en suiker, en elndelUk geestdriftig zUn neefje omhoog tilde, al voorspellende: T „BlUf JU maar bU oom went, die zal een knap kok van je maken, de wereld zal nog eens van je spreken. Lassagne trok zich nu terug in zijn laboratorium enbedacht de „prAllne" soo- als hU dit nieuw product zUner bakkunst noem de. Met de sierlUk in rose en witte suiker gebran de amandel had hU én zichzelf beroemd gemaakt én den naam van den maarschalk op aller lippen gebracht. Een Engelschman op Ceylon, die een bad wou nemen, vroeg een inboorling naar een plaats waar zich geen krokodillen ophielden. De In boorling bracht hem naar de monding van een kleine rivier, waar de Engelschman naar harte lust baadde. Toen hU weer aan land gekomen was. vroeg hU zijn geleider, waarom daar geen krokodillen gevonden werden. „Omdat zU bang zUn voor haaien", luidde het antwoord: „die houden zich hier gewoonlljk in grooten getale op”. Meester: Vandaag zullen we zinnen maken met personlUke voornaamwoorden: |k. gU. hU. wU. zU. Als bUvoorbeeld je vader zegt: ik ga uit, wath zegt dan je moeder? Jan: Je blUft thuisI Ik wil het wel beproeven. Hoe laat gaat u naar Lintforth terug? Met den trein van 12.40 van Charing Cross station. Het is geen sneltrein, doch ik ben dan vóór twee uur thuis. Prachtig, ik ga dan met u mee. WU ont moeten elkaar dus half één op het perron. Duid het mU niet ten kwade, maar mün tUd is baset. En voor hU het feitelUk wist, stond mUnheer James Walker, candldaat voor den Oraaf- schapsraad. weer buiten, in het geheel niet tevreden over den detective, dien hu zich heel anders had voorgesteld. Hoe dan? Ja, dat wist hU feitelUk zelf niet, doch in elk geval anders dan als een kalm jongmensch van dertig jaar, die er uitzag als duizenden andere heeren van dien leeftijd. James Walker twUfelde erg. of die hem kon helpen, al had hU dan den naam reeds heel wat geheimzinnige zaken tot klaarheid te hebben gebracht. In tusschen met den trein van 12.40 gingen zU samen naar Lintforth en toen zU het doel van hun reis genaderd waren, zeide Walker; Zoo dadelUk kunt gij uit het raampje'het afgebrende huis zien. WU komen er dicht langs. Ward zag nu spoedig een nog rookenden puin hoop. Het nieuwe huis aan den anderen kant van den tuin is zeker uw tegenwoordige woning? vroeg hU- Ja, antwoordde Walker. Mooi, we sullen straks sens zien, ant woordde de detective, maar reeds begon de train Intusschen vloog mUn trouwe pen zonder op houden over t papier. „Wie had gedacht dat deze levenslustige, kal me man, die....” .Die loopknecht,” zei m'n vrouw weer, ter wUl ze een gevallen steek opraapte, „die loop knecht bevalt me niet erg; ik geloof vast dat die te veel van *n glaasje houdt”. Nu werd ik toch ongeduldig en Koningin Maria de Médlcis. echtgenoote van Hendrik IV, was zeer op allerlei lekkernijen gesteld, en had daarom haar eigen kok. den Flo rentUn Pastllla, uit Italië meegebracht. Pastllla's hoofdbezigheid bestond daarin, dat hU ..pastilles” fabriceeren moest, een soort bonbons van chocolade, met vruchten-' of ro zengeur. Hier was hU specialist en zün lek kernijen werden in Parüs al even lekker ge vonden, als In Italië. Toen de koningin naar Keulen verbannen was, mocht de trouwe kok haar echter volgen en bedacht weer allerlei nieuwe lekkernijen, als eenige douceur stoor zijn geliefde vorstinne! Maar toen hU Frankrük verliet, was dit eenerzüds met een beswaard hart: de laatste jaren had hü een mededinger gekregen, een Partjzenaar. die enorm opgang maakte en door iedereen al voor den eersten confiseur gehouden werd! Die zoozeer geduchte mededinger was: Lassagne. opperkok van maarschalk Duplessis- Praslln, een oude smullebroer, wiens feestmaal- tijden een algemeene beroemdheid hadden. Lassagne had nu een ontdekking gedaan, d. W2. een soort bonbon uitgevonden, die Pastille nog nooit had kunnen maken. En dit was volgenderwUs in zün werk ge gaan: de maarschalk verklaarde op een goeden dag, dat hU meer dan genoeg had van al dat koksgeknoei, dat alle cuisiniers, toch al heel weinig vlndingrük waren, en dergelUke belee- digende dingen meer! Lassagne wilde dit logen straffen en lag heele nachten wakker, slechte Gepakt wordt, beraam niet gaan. Waarom niet? Wie zag den brand het eerst? Het treinpersoneel van den avond-snel- treln. Precies, dat hoorde ik ook en de ma chinist heeft gestopt, niet waar? Dank u. doch die verzekering is niet genoeg. De kwestie is soo; ik heb een nieuw huls gebouwd, het oude was goed voor afbraak. Ik wilde het ook laten afbreken, doch nu is het gisternacht afgebrand., en het was nog al hoog verzekerd. Toch geen reden om dadelUk aan brand stichting te denken Neen, maar het huis is inderdaad in brand gestoken. Het vuur begon op een paar plaatsen tegelük, men heeft petroleum en an der licht brandbaar materiaal gevonden. En omdat ik ds eenige ben, die bU het afbranden voordeel zou hebben, word ik verdacht. Dit alles geschiedde tot onulteprekelUke erger nis van James Walker, die voor een raam van de bovenste verdieping zün oogen den kost gaf en die expres naar boven geklommen was om den detective althans van verre aan hst werk te zien. Ward vatte, naar zün zin, dat werk 41 te licht op. HU wandelde maar wat rond, zag met belangstelling een trein voorbü vliegen en slenterde dan den tuin weer door terug naar het nieuwe huls. HU trad er evenwel niet bin nen. doch liep op sü het huls langs, bet bek door en verder den dorpsweg op. MUnheer Walker was diep teleurgesteld en •00 int hem «en half uur later zUn wisnd Xs u mUnheer Ward, de detective? Ja, dis ben ik. Kan ik u van dienst zün? Zeker, mUnheer Ward, daarvoor kwam ik juist naar Londen om uw hulp in te roepen. En u moet mü helpen. Ik ben James Walker, candldaat voor den Graafschapsraad. Mis schien weet u. dat bU ons in Lintforth de verkiezing Donderdag zal plaats hebben. Vóór Donderdag most u bet raadasi oplossen. Wat dunkt u. kan dat? Mün waarde bear Walker, u dient mü dan toch sent bet raadsel op te geven. Dat Is waar, bes dom toch van me. Maar Ik ben erg senuwachtig en ik heb er reden voer. Ik werd beschuldigd van brandstich ting. V sést ar andsrs niet als esn brandstich ter uit. Het station van den Vaticaanschen Spoorweg dezer dagen in gebruik genomen, toen de Kardinaal-legaat met een speclalen trein naar Padua vertrok. Dit vertrek ging met buitenge wone plechtigheid gepaard, omdat het de eer ste maal was, dat het Pauselük station officieel Werd gebruikt. Alle Romelnsche corpsen namen deel aan de militaire eerbewüzen, welke den vertegenwoordiger van den Paus werden ge bracht De gouverneur van Rome, de Nuntius Mgr. Ottaviana deden den Legaat op het Matton uitgeleide. BU het wegrijden van den trein speelde het militaire muziekcorps den Paustnarach. De aanleg van den Vaticaanschen Spoorweg geschiedde Ingevolge artikel 8 van het Verdrag van Lateranen en de werkzaamheden hebben ongeveer twee jaar in beslag genomen. De wa gons voor den PauselUken trein zün in Italië door Itallaansche arbeiders vervaardigd: het •Un metalen wagens donker karmozijnrood van kleur en versierd met het pauselük wapen, in brons uitgevoerd. Inwendig zün de wagens be kleed met roode damasten gouden ornamenten, terwUl een pauselük tiaar het plafond versiert' Buitengewone zorg is besteed aan den troon- wagen, welke is gemaakt naar het ontwerp van s«n bekend kunstenaar. Ook de salonwagen, welke tot kapel is ingericht en waarin ook een altaar is aangebracht, is gedecoreerd door een kunstenaar van naam. Ook voor de voornaam ste prelaten van het Vaticaan zün salonrütui- gen beschikbaar gesteld. De goederenwagens van den Vaticaanschen Spoorweg zün donker blauw van kleur en versierd met het pauselük wapen. In het Museo dl Roma, hetwelk twee jaar ge leden werd geopend, bevindt rich een andere pauselUke trein, n.l. de historische trein van Z. H. Plus IX, onder wiens bestuur de eerste «poorlUn in de Vaticaansche staten tot stand kwam. Reeds tijdens den voorganger van Plus EX, Gregorius XVI, deed zich in de KerkelUke Staten de behoefte aan een spoorlün gevoelen Hoe modern dese Paus ook overigens was. van een spoorlUn wilde hU niet weten, daar er maar al te veel ongelukken mede gebeuren; ook voor de PauselUke Staten achtte hü een spoorlün van geen groot nut. Ter vergoeding stond hü stoombootenverkeer op den Tiber toe en beloof de hü ook andere moderne dingen, welke „wer- kelük nut hadden”. De bevolking der KerkelUke Staten was hier echter maar half mede tevre den; afgunstig sagen zü naar de bewoners van naburige gebieden, die zich snel en vlug per trein konden verplaatsen en ook zU begonnen om vlugger verkeer te roepen. Een der eerste daden van Plus IX. den opvolger van Gregorius XVI. was dan ook het instellen van een com missie van onderzoek voor den bouw van spoor wegen in de KerkelUke Staten. De .Diaro dl Roma” van 1 November 1846 gaf de bekend making van den Staatssecretaris Kardinaal Gtzzl. waarin de kardinaal verklaart, dat hü: „gezien den uitslag van de werkzaamheden van voornoemde commissie tot voorbereiding van den aanleg van spoorwegen, op last van Z. H. de genomen besluiten publiceert, en dat de Paus beschouwend, dat dese verkeersmiddelen eiken dag meer Ingang vonden, de toepassing daarvan voor de PauselUke Staten niet lang meer kon uitstellen, daar het passend was. dat Rome, middelpunt van den waren godsdienst gemakkelük te bereiken zün sou voor allen, die zouden komen om de graven der Apostelen te vereeren en om zich te troosten aan de tegen woordigheid van den Plaatsbekleeder van Christus”. Ja, het huls staat vlak aan de lün en hü meende, dat er menschen in gevaar konden zün. Juist, maar als de brandstichter lummel geweest is. dan heeft hü van prachtige gelegenheid gebruik gemaakt zich in veiligheid gesteld. U bedoelt, dat hü met den train meege gaan is? Ja. Hü had niets beters te doen, dan met den train mee te gaan, die zoo onver wachts stopte. In de ontstane verwarring kon dat niet moeilük geweest zün. Is de politie bu u geweest? De politie. BU mü? Welneen. begrijp mü goed, mUnheer. Niemand beschuldigt mü open- lük. maar ik word verdacht Men mompelt soo iets, men meesmuilt en mün politieke tegen standers maken er gebruik van. Aha. maar dan hebben nog anderen dan u eenlg voordeel van dien brand. Uw tegen- candidaat bü voor beeld. Ja, maar hü 1» een braaf man. En u moet niet gelooven, dat mün huls in brand gesto ken to door mün politieke tegenstanders; tot soo iets Zün zü niet in staat. Nu t huis even wel afgebrand to, en nu het aangestoken blükt, nu moeten die geruchten wel van zelf ontstaan en ze kosten mü mün eerlijken naam en mün setel in den Graafschapsraad. Ato u tenminste niet vóór Donderdag h* «P u losaen. te gaan, terwUl Ik *t bericht afmaak, vind je ook niet?" ,4e hebt gelük Frits, ik ga dan maar.” Dit zeggend, ging ze de deur uit, terwUl m'n pen dapper verder schreef, altUd verder. Het werd een lang, zeer lang bericht. Ik was er zóó in verdiept, dat ik schrikte, toen de klok boven m’n lessenaar 12 sloeg en er tegelUkertüd hard werd gebeld. ■tWas de loopknecht. Een beetje waggelend kwam hü binnen. „Ik moet.... Ik moet.... mUnheer.... i> moet de kopü-...” „Wacht maar even," zei ik. ,Jk moet nog even nalezen." „Neen, meneer." „Wat neen?” Die kerel was nog brutaal ook. .Neen meneer, de nachtredacteur heeft gs- zegd, dat ik in 'n kwartier, een kwartier...." .Dat is büna om met je gezeur!” Kwartier", ging hü hardnekkig voort, .moest ik de kopy brengen.... in leder geval heeft hü gezegd en als 't niet lukte, dan. dan „Vooruit dan maar, daar heb je ’t ding; 1 zg] wel in orde zün. Zeg aan den nachtredacteur dat hü t ten minste nog even naleest, heb js 1 verstaan?" ,4a.ik zal t.zeggen”, en hü strompel de de trap af naar buiten. Den volgenden morgen greep ik opgefrtocht en in m’n schik naar de krant en vouwde die open. Ja. daar stond ’t, mün artikel En nog wel als hoofdartikel. Ik las: .Krakemeyer, de bekende Krakemeyer to niet meer. Vol weemoed staan we bü dien dollen streek. „Pas op. gooi je koffie niet om,” zei m’n vrouw. „Onze hedendaagzehe letterkunde verliest in hem een dichter, wiens scheppingen ons ont roeren, als waren ze iets voor ’n roodhuid”.... „Wat heb Je toch, Frits?” vroeg m’n vrouw; ,Je bent al soo vroeg zenuwachtig.” „Als men bedenkt, dat deze dichter ons leder Jaar een bundel verzen heeft geschonken, die allemaal eender zün Js er lets, Frits, Je ziet zoo wit!” „Wie het gedicht dat deze levensheillge, kalme man. die te veel van ’n glaasje houdt - .Jlemelsche goedheid!” riep m’n vrouw; ,jnu gooi je toch het kopje om. Maar Frits wat mankeert je toch?” Op dit oogenbllk ratelde de telefoon, woe- dend, heftig. .Daar heb je t al dacht ik: .De redactie! De redactie!" HUIZEN. 1875 M. Ultel. K.R.O.-Uitzending. 8—9.15 Gramofoonpl. 10.00 Orkestcöncert. 11.30 Godsd. Halfuurtje. 12.151.45 Sextetconcert. 2.00 Gramofoonpl. 2.30 Klnderuurtje4.00 Zwemcur- sus. 430 Gramofoonpl. 5.30 Berichten. 5.45 Gra mofoonpl. 6.20 Lezing. 6.40 Gramofoonpl. 7J0 Lezing. 7.45 Causerie 8.00 Orkestcöncert. 9.15 Vaz Dl as. 9.30 Orkestcöncert. 11.0012.00 Gra- mofoonplaten. HILVERSUM. 296 m.tsl. VARA-Uitsendlng. 10.00 v.m. VPRO. 6.45—7.00 en 730—7.45 Gym nastiekles. 8.00 Gramofoonpl. 9.00 Trio Drukker. 10.15 Trio Drukker. 12.001.45 VARA-septet en Gramofoonplaten. 2.30 Fluit-recital. 3.00 Gra- mophoonplaten. 3.30 Prof. Dr. J. G. Sleeswük: Geneeskundige Sportkeuring. 3.45 „The Hol- landia Three” (accordeon). 4.00 M. Sluyser: Joden in nood. 440 Vervolg accordeon. Koor „De Roodborstjes”. 6.00 Beoefening der Huis muziek. 6.45 Gramofoonpl. 7.00 Bonte Avond m. ca. 11.00 Vaz Dlas. Voetbalnieuws en VARA- Varia. 12.00 Sluiting. DA VENTRY. 1554 m. 11.05 Verjaardag van Z. M. de Koning. Troepenparade te Londen). 1235 Northern Studlo-orkest. 1.05 Orgelconcert Reg. New. 1.502.50 Commodore Grand-orkest. 3.50 Fred. Hartley's kwintet. 5.05 Orgelconcert Reg. Foort. 7.05 Zang door Rita Mackay (so praan). 7.50 Leslie Bridgewater’s Harpkwlntet. 8.20 Vaudeville. Henry Hall's BBC-Dansorkest en Alfredo en zün Vagabond-Orchestra. 10.10 HBC-orkest, Russisch programma. 10.551230 Ambrose en zün Band (Dansmuziek). PARIJS „RADIO-PARIS”, 1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 9.05 Radio-tooneel „La Vie dröle”. 9.50 Bela Rex en zün Weensch orkest. O.a. Léhar-Potpourri en „Das Lied 1st aus”, Stolz. op dit blad «Un ingevolge de vereekenng.voorwaartlsn tegon bU levenslangs goheote ongescblkttisid tot werken door TCfl bü eon ongeval met 9CQ bü verlies van son hand f bQ vsrllas van sen f Cfi Moan breuk van mgevaUen vsrzekerd voor son der volgends ultkeertngen J «JVf/CPe** verlies van belde armen, belde boenen of bolde oogen f f doodeUJken afloop S Ais/V,- een voet of oen oog duim of wijsvinger f We" boon et arm Bake, die belangstellend kwam informeeren naar den uitslag van de Londensche reis. En hebt gü den detective gesproken? vroeg hü- Ja zeker, meer Wat, wil hü niet helpen? Toch wel, hü to al hier. Dan zal de dader spoedig ontdekt zün. Ho. ho, daar twijfel Ik sterk aan. Ik ge loof, dat die Ward zün beroemden naam niet verdient. Hü vat s’n taak al heel raar op. En Walker vertelde nu zün wedervaren en besloot met te zeggen: Ik weet niet, ot hü licht zal brengen in deze duistere zaak. Het kan meevallen, die detectives vreemde lieden, troostte de ander, gü 1 hem toch alle inlichtingen gegeven? Dat is het Juist. HU vroeg er veel te weinig van. En nu is hü het dorp Ingegaan. Zou hü meenen ze daar beter te kunnën krü- gen? Belden praatten nog eenlgen tijd soo voort en waren nog in gesprek, toen Ward terug kwam. MUnheer Bake werd aan hem voorge- steld. En wat dunkt u, mUnheer? vroeg dras, riet u licht in bet geval? Het aal wel gaan, glimlachte Ward, we sullen er wol achter komen, wis de werke- UJke brandstichter to En dan staan uw kan sen soo slecht niet. mUnheer Walker O, als de dader gepakt wordt Is de ver kiezing van mün vriend zeker, antwoordde Bake. De ongelukkige Marie Antoinette hield zich In de gevangenis bezig, met draden uit een ouden zakdoek te trekken, waarvan zü met be hulp van een beenen tandenstokertje op kunst vaardige wüze een kouseband vlocht. Dit kunst werk kwam later in het bezit van de hertogin d'Angouléme, die het bü haar dood aan graaf de Chambord als aandenken vermaakte. dichter, wiens scheppingen ons ont waren zü- nleuwerwetsche voorjaarshoeden met zoo n slip op je rug vind ik net iets voor een roodhuid”, beweerde m’n vrouw. .Jim. ja, inderdaad, daar heb je gelük tn, Adèle* Geduldig schreef mün aan oponthoud ge wende pen verder: „Als men bedenkt, dat deze dichter ons ieder jaar een bundel verzen heeft geschonken, die alle...’ ,,’t is tegenwoordig bar”, zei m’n vrouw, „de ■werklui zün allemaal eender. Nu heb ik den timmerman al drie weken geleden laten zeg gen. dat. „Zeker, zeker, je hebt groot gelük, 1 is ge woonweg hm, een, ja schande, zooals deze KALUNDBORG, 1153 M. 12 20—2.20 Concert uit Hotel Angleterre. 2.56340 Gramofoonpl 3.505.50 Orkest- en sollstenconcert, o. L v. Reesen. 8.20 Internationale Arbeldersllederen en gedichten m. m. v. Fischer (piano). 9.05 Concert o. L v. Gröndahl. O.a. Fragm. .Der Bettelstudent”, Millöcker. 10.05 Zang door I. S. m. v. V. Fischer (piano). 10.40 r. Gröndahl. O.a. Perpetuum mo bile. Btrausz. 11.061235 Dansmuziek o.l.v. Kal Julian. LANGENBERG. 473 M. 7.25—8.20 Orkestcon- cprt. 12.201.10 Concert door werklooze musici o. 1. v. A. Eberhard. 1.202.50 Concert o. 1 v Wolf. 2.553.45 Gramofoonpl. 530635 Vesper concert. 8.20 Vroolüke avond. 10.4012.20 Dans muziek o 1 v Wolf. 1230140 Gramofoonpl ROME, 441 M. 840 Gramofoonpl 9.05 Melo drama ,j Purltanl” van V. Bellini. BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M: 12.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Concert o 1 v Walpot. 6.20 Gramofoonpl. 840 Concert o 1 v Kumps. M.m.v. Mej. Btrulens (zang). Os. Symphonic In g (XVI), Maydn. 8.05 Radio-tooneel. 840 Vervolg concert O.a. Aria uit ..Faust”, Gounod 10.30 Tearoom-orkest. O.a. Btrausz-Potpourri, Weber. 338 M: 12.20 Gramofoonpl. 140 Trio-concert. 540 Concert o 1 v Kumps. 6.20 en 6.50 Gramo foonpl. 8.20 „Knokkelbeen”, operette in 3 actes van Caspeele met muziek van E. Hullebroeck. Koor en orkest o 1 v Walpot. (In de pauze: Radio-tooneel). 10 50 Dansmuziek. (Gramo foonpl.). ZEESEN, 1635 M. 840 Gevarieerd Avondpro- O.*. Solisten- en orkestcöncert o 1 v 10.40 Berichten en hierna tot „Meneer Jansen schrijft, dat hjj niet komen kan. Hij heeft pech met zijn auto.” „Of met de afbetaling?”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 10