BEROEMD REKENKUNSTENAAR
RADIO-PROGRAM
Zomermaand
Maurits Frankl gestorven
<r
I
De geheimzinnige
brand
van Lintforth
f
HET BRUGGETJE
OVER DE SLOOT
H
VERHAAL VAN
DEN DAG
Buitengewoon begaafd
Een jager «avontuur
W?
De Echo
Alle abonné
FEUILLETON
s
Hoe onbeschaafde»
tellen
t
--»-
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
Dinsdag 7 Juni
1P
Ik°qo.
r
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
arm
en
En zco trad Maurits Frankl,
uitgesproken was het nooit tusschen
Boosaardig
her
rit
De zon-eclips
„Hou op, babv slaapt."
is
degelijk voor een toe-
n
a
(Wordt vervolgd)
i
0
De moeilykste rekensommen wiet
hy reedt als vyfjarig kind
op te loeeen
Tl.
DE SPELER.
I-
it
it
4
Et
l*
es
f-
n<
to
ar*
de
be
r-
iw
eb
ff
rt
r-
taan
uro-
Rram
dat
nid«
een
ulks
lanf
een
tian,
ibo-
van
be^
Su-
niet
)unt
mo
del
rltfk
dek
De
een
>dra
aan
oek
ieb-
ho-
in-
>re-
tn
ien
nd.
ran
de
n-
dn
te-
van
i tu
fte-
ich-
last
dek
.eve
[ere
in
pen-
tru-
1 da
ivat-
■zena
den
2 op
pen-
leln*
lem-
laar,
rose
ach-
aben
orta
teen
op-
at
Maar is nimmer positief!
Maar toch levert de maand Juni,
Als het meest voldongen feit,
Ons weer fijne jonge groenten
Van de beste kwaliteit!
En asperges en de aardbei
En wat ieder gaarne mag:
Nieuwe haring, nieuwe piepers
En den all erving sten dag!
Ook examens.... maar dit laatste
Dient meer tot. getuigenis
Dat een zomermaand ten slotte
Nimmer zonder.... schaduw is!
'fi.
In 'n vergadering werd de voorzitter
haalde! ijk door geschreeuw onderbroken. Ein
delijk werd hy ongeduldig en riep sarcastisch:
„Wie maakt daar toch dat ezelsgebelk?"
„Het was maar een echo,” riep een snaak
uit den boezem der vergadering.
Scotland Yard. Het station is zoo scherp moge
lijk bewaakt.
Wat den schelm niet verhinderd heeft den
trein te nemen, al was het dan onderweg.
De trein stopt niet.
Maar hü heeft den trein doen stoppen
antwoordde Ward en vertelde de geschiedenis
van den brand.
Te drommel, aeide de directeur, de vent
staat voor niets.
Maar nu hü In Frankrük en waarschün-
lük in Parijs is. wordt het voor hem gevaar-
lüker. Hü zal zich daar moellüker kunnen ver
bergen dan In Londen, sprak de detective van
den geheimen politiedienst en hü nam daarna
afscheid, om rapport uit. te brengen van het
geen hü gehoord had.
Toen hü weg was, zeide de directeur van de
Bank: Ze zullen van uw ontdekking op Scot
land Yard gebruik maken.
Laat ze hun gang gaan. Ik hoop dat ze
Dlcksee In Parü» vinden, maar Intusschcn zet
ik hier mün nasporingen voort. Die kunnen ook
nog wel Iets opleveren. Maar ik wilde gaarne
eenlge inllcht ngen van u. Kent u al de num
mers van de gestolen papieren?
Neen, we «ün nog niet veel gevorderd. Van
een deel der effecten en banknoten kennen wü
maar de nummers, want de lüsten zün ook op
onverklaarbare wüze verdwenen. De nummers,
die wü kennen, hebben we met veel moeite
hier en daar opgezocht. Onze bank bezit een
filiaal te Parijs en een der onzen is er heen ge
reisd om de noodlge Inlichtingen te geven. Ons
Elaal zorgt er dan voor, dat die stukken op de
Parüsche Beun niet verhandeld worden. We
vermoeden dat de schurken zullentrachten ze
isar te verzilveren.
Prachtig! Daar Is dus voor gezorgd en als
er nu nog een pasr (•'■•■ctlves na^r Parüs gaan
aal Dlcksee er weinig kans hebben. Maar ik
moet u nogmaals de vraag stellen, of gü niet de
minste verdenking koestert tegen een van uw
personeel. Kük eens, die Inbraak maakt toch
op mü den Indruk, dat een van uw beambten
er in betrokken moet zün.
Onmogelük, mynheer Ward, of het zou een
der mindere klerken moeten zün. De beambten,
die bü ons aan de Bank verantwoordelüke pos
ten bekleeden, zün alle vertrouwde personen
voor een goed deel in onzen dienst vergrijsd,
van wie het onmogelük is zoo Iets te gelooven
En de mindere klerken zouden niet veel
Inlichtingen hebben kunnen geven.
Kunt u mü een lüst verstrekken van uw
personeel?
Zeker. Ik heb er hier een liggen, daar ook
de detective van Scotland Yard er om gevraagd
heeft.
Ward kreeg de HJst en ging vlug de namen
na.
Apropos, zeide hü. Ik zie hier den naam
van Edward Dutton. Is dat niet een neef van
Lord Harrington?
Ja. juist. Lord Harrington is een van onze
voornaamste aandeelhouders en zün neef werkt
nu bü ons als volontair. HU heeft veel kans
door den Invloed van zün oom later in de di
rectie van de Bank te worden opgenomen.
Ah zoo, waar sou ik hem kunnen vinden?
Hü is het juist, die naar Parüs reisde met
Je nummers van de vermiste stukken.
Dan kon hü toch terug zün.
Het zou kunnen, ja, maar ik heb hem niet
willen haasten HU zal allicht een paar dagen
te Parüs blüven.
Zoo? Nu hU zou mü toch geen inlichtin
gen kunnen geven.
Neen, zeker niet. Helaas, de Inlichtingen
die Ik geven kon, zün ook van we nig waarde
Wat dunkt u ai(|'’!”r W'i.d, zouden de stukken
nog weer terecht komen?
v
Denzelfden avond nog, dat detective Ward
voor James Walker de vraag had opgelost, wie
zün huls in brand stak, was hü in Londen terug
Hü begaf zich naar Mr. Addick, den directeur
van de Victoria-Bank, daar hü van dezen nog
eenlge inlichtingen verlangde. HU werd dadelük
bü den directeur toegelaten en trof er een de
tective van Scotland Yard.
De heeren kennen elkaar natuurlük, zeide
münheer Addick, Uw collega, münheer Ward
was mü juist komen mededeelen, dat men ver
moedt. dat John Dlcksee de hand in het spel
heeft.
ja zeker.
En dat hü Londen nog niet verlaten heeft
Lange John is al naar Frankrijk overge
stoken.
Watblief?
Ik weet het zeker. John Dlcksee Is eergis
teren met den nachttrein van Charing Cross
via Dover naar Parüs gegaan.
Onmogelük. antwoordde de beambte van
die „Welvaart” haatte? En liep in dat gro^te
woonhuis, In die ultgestrekte stallen en schuren
niet trotsch Jan Bartels rond, minachtend neer,
ziend op „Eigen Hulp”? Neen, t kon niet, *t
g’.ng niet
„t Gaat niet. Ward," zei ze beesch en keek
lem weemoedig aan. „1 Verschil is te groot."
„Als je zooveel van mü hield als ik van jou.
ging t wel.’” antwoordde hü.
„Als Je wist wat Je sei. sprak Je zoo niet."
verweet ze treurig, „maar t ga l niet, heusch
et. Ward; zoek een vrouw die beter bü je
omgeving past.”
Toen stond ze op en ging met haar breikous
vlug naar binnen.
„Alsof ik ooit zoo van een andere vrouw zou
kunnen houden,” mompelde Ward onder *t naar
huls gaan.
Nu zat Tine *s avonds voortaan alleen op de
donkergroene bank en „Welvaart” bleef zonder
meesteres.
Totdat, een paar weken daarna, op een avond
dat Tine weer zat te breien. Ward kwam aan-
geloopen, angstig en bleek.
„Tinivader!”
Haastig vouwde het meisje de kous samen.
,,’n Beroerte." hUgde de jonge boer, „de meL
len zün als gek. kom toch helpen Tine!”
„Ik kom," sprak ze bedaard en schoot naar
binnen.
„Wat is er?” bromde de oude Sanders, „wat
moet die Ward hier?”
.Bartels kreeg een beroerte, vader," zei Tina
en nam een paar fleschjes uit het medlcünen-
kastje.
.Daar heb JU niet bij noodlg. begrepen?"
Maar .mstig, vastbesloten, wees Tine op haar
christenplicht.
Sanders moest bukken.
„Ga dan maar.” bromde hü barzch, „en blijf
niet lang
Maar Tine bleef er wel lang „helpen en aa
kwam er ook verder dage.Uks.
Wel morde en mokte de oude Sanders nog
achter de groene gordüntjes. maar het werd al
minder en minder, nu hü Z’n vüand daar ver
slagen wist en deze niet meer zün ronde kon
doen, stappend als een pauw zoo Her.
En de minachtende trots jegens „Eigen Hulp"
verliet Bartels, nu hü Tlne leerde kennen, die
hem even goed en even geduldig verzorgde als
een volleerd verpleegstertje.
Toen kwam er een stevig bruggetje over da
donkere sloot tusschen „Welvaart” en „Eigen
Hulp” En n jaar later werden ze Wn.
besloot den aanval van het beest af te wach
ten.
In een of twee seconden rolde de zware steen
eenlge voeten het hol in; de jaguar bracht
haar kop vooruit, dan haar schouders en ten
slotte bracht een sprong haar op vUt voet af
stand van Borne, die op dit kritieke oogenbllk
a! zün krachten verzan.elde voor een bes’ls-
senden slag en haar schedel tot gruis sloeg.
Vader (tot huwelükscandidaat)Waarin hebt
u gestudeerd?
In de veeartsenijkunde.
Vader: Mooi, mooi, dat zal u wel goed te
pas komen.
op dit blad zijn Ingevolge da versekenngsvoorwaarden tegen f by levenslange geheel^ongeschlktheid tot werken door f 7CJÏ ny een ongeval met f “JCfl oijojerllee van oen hand f /9C by verllee van een f Cfl by een breuk van
ongevallen verzekerd voor een der vagende ultkeeringen t v/lztzlz.» verlies van belde armen, beide boenen of beide oogen S t aft/»" doodelyken afloop een voet of een oog s «w duim of wysvlnger tzt/v» been of arm
Och t geval was eenvoudig. Het huls werd
in brand gestoken en de sneltrein, die anders
onderweg niet ophoudt, stopte. Dus kon het
huls In brand gestoken zün juist'met de be
doeling den trein te doen stoppen. De brand
stichter moet toch een motief voor zün daad
hebben. Als dit zün motief was, mocht hü In
derdaad een vernuftige mldadlger heeten en
vernuftige misdadigers zün er zooveel niet. Ik
tclephoneerde naar Scotland Yard en vernam,
dat Charing Cross streng bewaakt werd, omdat
men vermoedde, dat de dieven, die bü de Vlc-
toria-Bank Inbraken, zouden willen ultwUken.
Ik had al tamelUke zekerheid, dat John Dlcksee
tot hen behoort. Welnu, deze John heeft net
jes den trein doen stoppen en plaats geno
men misschien voor een ander, die van een
doorgaand biljet naar Parüs voorzien was.
De streek was Inderdaad heel slim bedacht en
net Iets voor langen John En ge begrüpt toen
>k ultvtechte, dat de vrouw van uw knecht een
zuster van dien schelm was, toen was de rest
gemakkelük te begrüpen.
Het Is prachtig, riep Bake, de eer van mün
vriend is gered. Blüf maar een paar dagen hier,
münheer Want en gü suit de overwinning kun-
Reeds lang voor het uitbreken van den we
reldoorlog verbleekte de roem van Maur.ts
Frankl. Zün kunst trok niet meer en ook
begon hü van lieverlede zün rekentalent te
verliezen. HU probeerde het met verschillen
de bercepen, zonder er bü een te kunnen bhi-
ven. Zün rljdommen verdwenen nog sneller
dan hü ze verworven had. In 1930 was hü
gedwongen zich in het stad-armenasyl te la
ten opnemen, waar hü thans is overleden.
Dat wilde en onbeschaafde stammen geen
helden tn het tellen en rekenen zün, mag als
algemeen bekend verondersteld worden Dat
het daarmede zoo slecht gesteld is, als blükt
uit hetgeen daarover wordt medegedeeld, echter
zeker niet.
Zoo moet het bepaald grappig zün om aan
te zien, als de bewoners van Kamschatka be
proeven boven de tien te rekenen, want als
zü eenmaal de vingers van hun belde handen
geteld hebben, slaan zü ze dicht en dat oe-
teekent tien, dasirna beginnen zü aan hun
teenen te tellen tot twintig, maar dan worden
ze verlegen en roepen: „Matcha”, hetgeen zeg
gen wil, „waar moet ik meer vandcan halen?”
Een Moravisch zendeling verhaalt van da
Groenlanden, dat zü. bü het tellen, met groo-
ten tegenzin boven de twintig gaan en door
gaans aan alle getallen daar boven een naam
geven, die „ontelbaar” beteekent.
Peary, de groote onderzoeker In de poolstreken
vertelt van sommige stammen der Eskimo’s,
dat zü er hunne vingers bü noodlg hebben
om tot drie te tellen en zich doorgaans reeds
vergissen, voordat zü aan de zeven zün
Verscheidene Zuid-Afrlkaansche stammen
hebben niet meer dan vier /erschlllende cüfers;
vandaar dat zü zich moetlük een begrip van
groote getallen kunnen vormen. Humbolt deelt
daarvan een aardig staaltje mede als hü ver.
haalt, dat bü nooit een Indiaan ontmoette,
wien hü naar zün leeftijd vroeg, of het ant
woord was onverschillig „zestien” of „zestig",
alsof daartusschen weinig verschil ♦as.
Dit wordt bevestigd door de volgende anec
dote van een reiziger in Zuld-Amerlka. Op een
tocht, vergezeld van tien of twaalf indianen,
vroeg hü een hunner:
^ün wü met veel?"
,4a, zün met veel!"
„Zün wü ontelbaar?"
..Als de Indianen van dien stam”„ zegt hü.
wilden zeggen hoeveel gevangenen zü gemaakt
hadden, konden zü net getal niet opgeven, maar
teekenden eene ruimte af, en zelden, dat er
zooveel waren, als daarin staan konden.”
De bewoners van eenlge West.Indlsche eilan
den roepen, als een getal boven'de tien is:
„Zooveel als hare op mün hoofd", af: ,jUs
het zand der see."
De Yancos, die in de nabüheid der Amaso-
nenrlvier wonen, hebben geen naam voor een
getal boven de drie, „en dat is gelukkig voor
degenen die met hen te doen hebben", zegt de
reiziger, die dit vermeldt, went hun woord voor
drie is: „Poe-et-far-ra-to-rin-co-a-ro-as”. een
woord van 10 lettergrepen.
In het armenhuis te Budapest is de eens zoo
beroemde rekenkunstenaar Maurits Frankl, in
zün 60ste levensjaar, na een lang lüden over
leden.
Een fabelachtige loopbaan, gevolgd door een
plotsellngen val vanaf het toppunt van zün
roem, werd door den dood afgesloten. Mau
rits Frankl, die vergeten en verlaten In het
armenasyl zün oogen voor Immer sloot, was
eenmaal, nog In de gouden vóóroorlogsjaren
een schatrijk man, minstens even beroemd en
gevierd als tegenwoordig de filmsterren. Het
geluk, dat reeds In zün kinderjaren In over
vloeiende mate zün deel was, bleef hem echter
niet trouw. Het ontnam hem van lieverlede
alles, wat het hem eerst zoo gemakkelljk en
met volle handen geschonken had. Zün verba
zingwekkende begaafdheid, die op een büzon-
dere beschikking van zün kolossaal geheugen
voor getallen berustte, verdween In den loop
der jaren volkomen. Zün rijkdommen had hü
tengevolge van ongelukkige speculaties totaal
verloren. En zoo was den man, die als kind
voor een wereldwonder had gegolden, êen tra
gische levensavond beschoren.
nen vieren van Walker. Die heele geschiedenis
wordt nu een reclame vor hem.
Ik geloof u graag, antwoordde de detective,
maar van uw uitnoodlging te blüven kan ik
geen gebruik maken. Ik ga dien John verder
vervolgen.
Maar hü is In Frankrük en tiet is Immers
voor onze zaak absoluut onnoodlg.
Zeker, doch Ik heb opdracht van anderen
den Inbreker te helpen vatten. x
Nu. antwoordde Bake, laat hem dan maar
oppassen, want u krügt hem natuurlük.
Dat 'is nog zeer twüfelachtlg.
O neen, zei Walker nn ook met diepe over
tuiging, aan u ontsnapt hü niet.
De verwachting is gespannen
Wat de zomermaand ons brengt;
Zomerzon of regenbuien
Of wat door elkaar gemengd!
Hoe het sjjn zal is onzeker.
Dus voorspellen is naïef.
Ook de Btldt spreekt steeds var
„kansen”
Borne, een Amerlkaansche jager van buiten
gewone grootte en lichaamskracht, was eens
toen hü door eenlge Indianen achtervolgd was
In een rotsspleet gevallen en had zün geweer
gebroken. Hü was echter voor het oogenbllk
van gevaar gered en besloot te blüven waar
hü was. tot zü hun zoeken zouden opgeven.
Toen hü zün schuilplaats onderzocht, bevond
hü dat het een natuur'Uk hol was, dat geen
anderen Ingang had dan de spleet of opening
waardoor hü gevallen was. HU bedankte de
Voorzienigheid voor deze gelukkige ontdekking
daar hü nu In het vervolg een veilige plaats
had om zün hulden en provisie te verbergen
maar een oogenbllk later bemerkte hü, dat het
hol reeds bewoond was. In een hoek zaten twee
jaguars, die zün bewegingen met glinsterende
ooven volgden
Een enkele blik zeide hem dat het jongen
waren, maar een razend-makende gedachte
schoot door zün brein; het wüfje was uit,
waarschünlük niet ver; zü kon elk oogenbllk
tervgkeeren en hü had geen wapens dan zün
mes en den loop van zün gebroken geweer
Terwü' hü over zün gevaarlüken toestand na
dacht, hoorde hü een gebrul. Hü rolde een los
rotsblok naar den ingang, en bevestigde dit
zoo hecht als hü kon met andere steenen. stak
zün mes op den geweerloop en wachtte kalm
het einde af.
Een minuut ging voorbü toen plotseling een
geweldige jaguar tegen het rotsblok sprong,
en Bome had al zün reuzenkracht noodlg om
te voorkomen dat dit toegaf. Bemerkend dat
kracht den doorgang niet kon openen, begon
het beest te krabben en te graven bü den In
gang, en haar vreeselük gebrul werd beant-
doord door de welpen, die zich op Borne wier
pen. HÜ wierp ze terug, maar niet zondet
eenlge leelüke schrammen opgeloopen te hebben,
en het lemmet van zün mes tusschen de stee
niet
de
Toch,
de twee.
Het was een zoele zomeravond met diep d<m-
kerblauwen hemel en hier en daar *n flikker,
lichtje van vroeg zichtbare ster. Op de groene
bank zat weer Tlne, tegenover haar aan een
boom leunde Ward.
Tlne breide en boog dieper d’r hoofd je; zü
voelde den warmen blik van Ward die haar van
avond zoo veel te zeggen scheen
..Tlne!”
’t Klonk zoo vreemd In de zoele stilte, zoo
ze wist het zelf niet hoe, maar ze moest
opzlen naar z’n oogen die zoo spraken.
„Tlne, „Welvaart" heeft een vrouw noodlg.
t Gaat daar niet langer alleen met dat mel-
denvolk
Tlne knikte; zü begreep.
,£n wie anders zal die vrouw daar binnen
brengen dan ik?”
Ward deed een schrede naderbü. tot naast
haar en boog zich als beschermend over 1
meisje.
„Tnie, begrijp je me niet, jü en ik dat zou
zoo mooi zün.”
O, ze beg.eep hem zoo goed. Hü bood haar
het geluk aan. dat ze grijpen wilde, o zoo graag,
maar verhief zich daar niet die kapitale
hofstede „Welvaart Lag hier niet het kleine,
onaanzieniüke boeren gedoe en lag daar tusschen
niet die donkere sloot zonder brug? Leefde
hier achter die kleine vensters d'r vader niet.
f Afl - verllea van
anderen ringer
Och, münheer Addick. daar Is weinig van
te zeggen. Alleen dit. de kans te dunkt mü, nog
tamelük groot.
Dus u wanhoopt nog niet?
Welneen, maar Ik zal u niet langer op
houden.
Ward vertrok en begaf zich dadelük naar zün
bureau, waar hü zün helper Parker nog aan
trof.
Zeg eens, vroeg hü aan dezen, wü hadden
vroeger al eens een opdracht van Lord Har
rington. niet waar? Oü hebt die zaak toen be
handeld.
Zeker, het was om een neef van hem na
te gaan, die er wat al te royaal op insloeg en
nogal schulden maakte.
Ja, zoo was het.
En ik geloof, dat de waarde neef zelfs een
handteekenlng van oomlief had nagemaakt.
Maar de Lord heeft betaald, de neef heeft be
terschap beloofd en te weer In genade aange
nomen.
Heeft hü zich werkelük bekeerd?
Ja, dat zal wel. Maar een brave Hendrik
te hü nog alles behalve geworden. Hü bezocht
nog al eens speelzalen en dergelüke.
Ah zoo. En zoudt ge iAü er een kunnen
noemen, waar hü nog al eens komt?
Jawel. In de nachteocletelt In de Bond
street. waar we voor een paar maanden nog
dien maker van valsch geld opplkten.
Precle». Dank u. Ge züt goed op de hoogte.
Geen half uur later was Ward op weg. Hü
bezocht vaker dergelüke Inrichtingen en het
kostte hem weinig moeite er te worden toege
laten.
De zalen vertoonden den gewonen aanbllk
Het was er tamelük vol, er werd gespeeld en
aepraat, doch de Inzetten waren niet büzonder
noog. De detective zag een paar lieden, die hü
i wel eerder gezien had. Hü nam alles en allen
Jan Bartels en Martin Sanders haatten elkaar
Niet zoo echter Ward, de robuste boerenzoon,
de toekomstige heerscher op „Welvaart” en line
Sanders, het tengere, füne meisje. Ook tus
schen hen lag de sloot zonder brug Maar
's avonds, als Wa d zün werk af had. liep hü
om langs den grooten weg om bü Tlne te pra
ten, die In "t hofke op de donker-groene bank
zat. En als Tlne hem zag komen, lichtte het
mool-teere gezichtje en de groote blauwe oogen
keken blijzoo blü
Hoe het gekomen was, wisten ze niet
3tH. heel stil was het in de harten gegleden.
En heel, heel diep zat het bü Ward en bü
Tlne. Maar trotsch en dreigend verhief zich
daar ..Welvaart” en nederig lag daar tegenover
het kleine boerengedoe ..Eigen Hulp”. En er
tusschen lag de sloot zonder brug.
Ward In onbesulsden jongen'moed telde het
Tlne. ernstig, zorgvol meisje, peins-
man voort.
Hü won vüfhonderd pond, vroeg hü. mta-
schlen kwamen hem die goed te pas.
Och, hü durft anders wel te verliezen. Hü
heeft de laatste dagen zelfs heel wat verloren.
Is hü dan zoo rük?
Hü heeft een rüken oom, dat te -n~r W»w
ik wU eens gaan Hen, hoe het loopt.
Ward liet den man gaan, maar later ging
hü ook naar de speeltafel en lette scherp op
Er werd grof gespeeld en Edward Dalton bleek
ditmaal niet gelukkig.
Ate het zoo doorgaat, riep hü luid, ia ovw
een half uur mün winst van gisteren weer v«r-
dwenen.
De nacht kwam en Borne begon te wan
hopen. Er was geen sprake van het hol te ver
laten, want het wi’de beest wachtte ongetwü-
feld op hem; en toch: blüven was eveneens
gevaarlük, want het lange wachten en de
voortdurende Inspanning drukten zün oogleden
Hü besloot te blüven waar hü was en na een
uur gewerkt te hebben aan de versterking van
den ingang, legde hü zich te slapen, met den
geweerloop naast zich, voor het geval van een
nieuwen aanval.
HU had ongeveer drie of vier uur geslapen,
toen hü gewekt werd door een geluld dicht bü
zün hoofd. De maan scheen en schoot haar
stralen door de rotsspleten In de versperring.
Een voorgevoel van gevaar Het Bome niet
meer met rust; hü wachtte met groote vrees
toen hü bemerkte dat eenlge kleinere steenen.
die hü rondom het rotsblok geplaatst had. naar
hem toerolden, en dat de stralen der maan
die In het hol stroomden nu en dan verduis
terd werden door een er tusschen geplaats I
lichaam. Het was de jaguaar. die de rots on 1
dermünde. De eene steen na de andere gaf
toe. Borne stond op, greep zün geweerloop en I
HUIZEN. 1S7S M. Uitsluitend KRO-altzen-
ding. 8.008.IS en 10.00 Gramofoonpl.
11 30 Godsd. Halfuurtje 12 15 Trioconcert
1.45 Gramofoonpl. 2.00 Vrouwenuurtje
3.00 Modecursus 4.00 Het Paul Godwln-orkest
5 DO O-kestconcert. «00 Onderwijs Bin
nenvaart- 6.30 Orkestconcert. 7.1© Lezing
7,45 Qauserie 8.00 Orkest-concert m. m
v. piano-sollst. ca. 9.15 Vaz Dlas. 11.0012.00
Gramofoonplaten.
HILVERSUM. 296 M. Uitsluitend AVRO-
uitzending. 8.00 Gramofoonpl. 1000 Mor-
genwüdlng. 10.15 Gramofoonplaten 10 30
Mevr. 8- Loopult-Roeper (piano) en Henri
Tibbe (vlooi); 1100 Kookpraatje 11.30
Vervolg concert. —12.00—215 AVRO-klelnor-
kest oJ. v. Nico Treep en gramofoonplaten.
2.30 Gramofoonpl. 3D0 Knipcursus 4.00
Piano recital door D. Schipper 430 Radlo-
klnderkoorzang. 5.00 Gramofoonpl. 5 15
AVRO-kamerorkest. 7.00 Cyclus Moderne
Fransche Kamermuziek. 730 Een reis naar
Griekenland. 800 Gevarieerd programma.
Kovacs Lajos en zün orkest. 10 45 Vaz Dlas
11.0012 00 Gramofoonplaten.
DAVENTRY, 1554 M. 12 20 Orgelconcert
Reg. Poort. 130 Leonardo’s Piccadilly Ho-
tel-orkest. 450 Grosvenor House-orkest oJ
v. J. Meeus. 5.25 Klnderuur. 650 Piano
recital 7 40 Radio-Mllltair-orkest. 9 40
Koor- en orkestconcert. Radlo-koor en BBC-
orkest oJ. v. J. Lewis os. Lochlnvarr, Haydn
Wood 105012.20 Bertini en zün band-
Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS” 1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 8 30 Radio-tooneel.: Let.
tre d’une Inconnue". van Stefan Zwelg. 9.05
Gramofoonpl o.a. Fragm. uit „Rlgoletto", Ver
di en uit ..Alda", Verdl.
KALUNBBORO. 1153 M. 12 20—230 Con
cert uit Hotel Angleterre 3 205.20 C. Ry-
dahls Orkest m. m. v. H. Bagger, zang en V.
Fischer (piano). 8.20 „Mlle Frelon". operette In
1 acte met muziek van Offenbach. Dirigent:
Reesen. 9.35 Plano-recltal door Folmer Jen
sen en Ove Peters, oa. Scherzo, Saint-Saëns
10.30 Zang door Adèle We Ine m. m.v. plano
1040 Moderne muziek door Omroeporkest oJ
v. Reesen. os. Uit .Xe Tricorne”, de Falla.
LANGENBERG, 473 M. 7.35—8 20 Concert
uit Bad Salzuflen. 114012.30 Gramofoonpl.
130—250 Concert 0-1. v. Wolf. 5.20—6 35
Concert o.l.v. Wolf, m.m.v. O. Wetzel (plano)
MO Dansmuziek. 9.20 Verdl-Donlzettl-
Mascagnlconcert. Omroeporkest o.l. v. Hans
Rosbaud m.mv. E. Joseph (sopraan), o.a. uit
.Trejnd Fritz”. Mascagni.
ROME. 441 M 835 Gramofoonpl. 905
Concert o.a. Trio (plano-vlool-cello), Turina.
935 „II rapldo 1905", comedie van E. Grel-
la. 10.05 Concert o.a. uit „Cavallerla rustl-
cana". Mascagni.
BRUSSEL 508 en 338 M. 508 M 12 20
Gramofoonpl. 5.30 Concert oJ. v. Meulemans
6 20 en 6.50 Gramofoonpl. 8 20 Gramofoonpl.
850 Concert uit Parüs. Orkest oJ. v. Pierre
Monteur m.mv. Ch. Panzera (zang), M. Ma-
réchal (cello) en M. Cellier (orgel), oa. Ouv.
Carneval Romain", Berlioz en .X'apprentl
Jrcler”, Dukas. Hierna Dansmuziek (gramo
foonplaten).
33g M 12 20 Gramofoonpl. 5.20 Concert
oj.v. Walpot. 6.50 Gramofoonpl. 8 20 Con
cert o.l.v. ft. Meulemans, m m.v. Jo Hekkert
I van Eysden (sopraan) en Frits Uyttenbogiard
(piano), o.a. Rhapsodie in g kl. t., Llszt (pla
no en orkest) en uit .Lohengrin", Wagner,
103011.20 Dansmuziek (gramofoonplaten).
ZEESEN. 1635 M. 7 50 .Die Geschlchte
des Aften Wun", hoorspel van L. Matthias.
8.50 Europeesch concert uit Parüs door orkest
en solisten ol. v Pierre Monteux. 1030 Be
richten en tot 1230 Concert uit Hamburg o.J.
v. H. Platen.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
bedaard op en wendde zich tot een heer, die
naast hem stond.
Niet veel animo vanavond, dunkt me, zeide
hü. het te hier tamelük vervelend. Is er den
laatsten tijd niet hoog gespeeld?
Hoog gespeeld? Ja zeker, of er hoog ge»
speeld te. Maar het te nog te vroeg. En misr-hten
komt Dalton nog. die won gisteren vüfhonderd
pond.
De detective liet bü het hooren van den naam
Dalton niet de minste verwondering blüken.
Edward Dalton, vroeg hü.
Ja, kük daar te hü juist.
Een lange Jonge man van goed venorgd ulter-
Ujk was de speelzaal Mnnengetreden door
eenlge vrienden met zacht gejuich begroet.
Ta. ta, mompelde Ward, sou die al terug
zün van Parüs. Maar dan te bet, zonder dat de
directeur van de Bank er iete van weet. Dat
te minstens genomen verdacht. De jonge men
wil hier misschien een paar dagen naar harte
lust kunnen dobbelen, terwül men meent, dat
hü in Parüs te. dfrg degelük voor een toe
komstig bankdirecteur!
Ward xette toen het gesprek met zün buur-
nen door stekend, brak het af in den schouder
van den jaguar, die brullend wegsprong.
Deze pauze was Bome's geluk, daar zün
krachten uitgeput waren. Hü maakte gebruik
van dezen tüd. door de hinderpalen, in geval
van aanval te vermeerderen; bedenkend dat
het gemauw der welpen de moeder hierheen
zou trekken en haar woedend maken, sloeg hij
hun den kop in met zün geweerloop. Gedurende
twee uren kon hü uitrusten van zün Inspan
ning en hü begon te denken dat het beest
verschrokken was, toen een nieuwe vreeselük»
sprong tegen het rotsblok het eenlge duimen
In het hol drong. Een uur lang worstelde hü.
totdat de jaguar vermoeid en het gemauw
harer welpen niet meer hoorend, met huive
ringwekkend gehuil aftrok.
De compagnles-conunandant deelde aan een
sergeant mede, dat er een zon-éclips zou ko
men. die hü aan de manschappen moest uit
leggen. De sergeant kweet zich op de volgen
de wüze van zün opdracht:
„Woensdag zal er op order van den kapi
tein een zon-éclips komen. Op het exercitie
veld zal de kapitein de écllps In persoon lel
den. Als het regent dan komt de écllps In de
gymnastiekzaal."
Over bet heele vriendolüke dorpje lag zonne-
chün; bü glansde op de frtech-groene blaadjes
□er boomen, tintelde tusschen al de kleine gras
sprietjes en deed de helrood* pannen der daken
pflikkeren van het licht.
Moe. als afgemat door de zonnehitte, rezen
daar de vierkante gebouwen der kapitale boer-
derü „Welvaart”.
„Eigen Hulp” stond er tegenover als een sim.
pel gedoetje met kleine venstertjes en groen
leve.fde huls- en staldeur. Er tusschen In: een
sloot met »®el stilstaand water, weelderig van
planten.
Groot en grootsch verhief zich daar „Wel-
vaart". Nietig lag daar „Eigen Hulp", weg krui
pend voor de hoogmoedige blikken van de over,
züde achter heerlük f:lsch groen. En even vü-
andlg als de gebouwen daar tegenover elkander
lagen, leken ook de bewoners.
Hü was een trotsche, heerschsuchtlge boer,
die Jan Bartels, de eigenaar van „Welvaart”.
Met veel praats en gebaar heerschte hü als
een koning, luid z'n bevelen gevend. En als hü
z'n rondgang deed op z'n weidach gedoe, stapte
hü als "n pa>fw zoo fie-- en keek met minach
tenden trots naar zün buurman.
HU vond dat „Eigen Hulp” daar tegenover
hem de grootschheld van „Welvaart” afbreuk
dééd. „Eigen Hulp", met z’n kleine venstertjes,
waarvoor zorgvuldig gescheiden, groene gordü-
nen en dat ouderwetsche, eenvoudige tuintje
aan de voorzü.
En achter die venstertjes, achter die groene
gordüntjes mokte Martin Sanders, de oude. kop.
ulge boer en met nüd In 't hart zag hit, hoe
„Welvaart” zich meer en meer ultbreldde. hoe
schuur en stallen verrezen naast de trotsche
boerenwoning.
„Eigen Hulp” bleef wat het was: oud, degelük
boerderütje.
Tusschen belde boerderüen lag als scheiding
een sloot, zonder brug.
Maurits Frankl was als de zoon van een
kleermakers baas je te Fünfklrchen geboren. HU
had zün vüfde levensjaar nog niet voleindigd
toen de kleermaker tet de ontdektng kwam,
dat zün zoon, die niet lezen of schrüven kon.
in enkele seconden de meest gecompliceerde
berekeningen uit het hoofd kon maken. Hü
kwam tot deze ervaring bü het optellen van
rekeningen. Zün zoon gaf hem de eindcijfers
lang voordat de man zelf de optelling op pa
pier gereed had Teen de kleine Frankl zes
Jaar oud was. bereikte zün begaafdheid zulk
een hoogte, dat de kleermaker besloot uit de
buitengewone rekentalenten van zün zoon
voor dezen zoowel als voor hem zelf kapitaal
te maken.
het eerst te
Budapest als wonderkind op. Hü had een bui
tengewoon succes. Een groot aantal mathema
tici van naam. die deze eerste séance bü-
woonden, moesten verklaren, dat het zesjar ge
kind vermenigvuldlgsommen met tien en twaalf
cüfers, machten, vierkant en kubiek wortel
trekken enz. In veel minder tüd zonder eenlg
hulpmiddel, geheel uit het hoofd en zonder
fouten uitrekenen kon, dan deze geleerde hee
ren die hunne berekeningen op papier met
petfood maakten met behulp van logarlthmen-
tafels. In enkele jaren was Maurits wereld
beroemd. Hü ondernam met zün vader, die
tevens zün impressario was, een tournée door
het buitenland en behaalde in Parüs. Londen.
Berlijn, New-York etc. groot succes. Daarna
kreeg hü door bemiddeling van bulten'andsche
theater-agentschappen engagementen, die
hem avond aan avond dezelfde hooge gages
opleverden als de groctste operazangers ont
vingen.
Zün roep” was tot het Weensche hof door
gedrongen en aoo ontving de jonge knaap een
uitnoodlging voor keteer Frans Joeeph zün
kunH te demonstreeren. De keizer cntvlng
hem In tegenwoordigheid van de keizerin en
eenlge hoofdofficieren. Een generaal gaf hem
de vraagstukken op. Een dezer vraagstukken
betrof de vraag hoeveel soldü Jaarlijks aan het
gezamenlijk aantal manschappen van het le
ger betaald werd, waarbü natuurlük het aan
tal manschappen en de gages per dag bekend
gesteld was. Maurits was In 2% seconde met
zün antwoord klaar. Nu vergeleek de géneraal
het getal van den jongen rekenkunstenaar met
zün eigen cüfers, die van te voren waren ge
reed gemaakt, en het scheen, dat Maurits
Frankl een fout had gemaakt, want zün uit
komst was Iets lager dan het bedrag van den
generaal Nu kwam het uit, dat Maurits Juist
gerekend had, maar dat men had vergeten
hem te zeggen, dat de manschappen op 's
keizers verjaardag één dag extra tractement
ontvingen.
f56
Maar terwijl da familieleden eondom het portret van Jaap stonden
geechaard ging plotseling een der deuren vanzelf open en zagen
ze Jaap aankomen. HU had drie brandende kaarsjes op zn hoofd.
„Ik leer weer,” riep Jaap de bijen toe en eerst wUden ae dat natuur
lijk niet gelooven. maar ten slotte durfde mevrouw de Ble toch naar
^-m toe te gaan en zag ze dat hij echt leefde.
Toen mevrouw de Ble weer tot bewustzün kwam stonden er buur
vrouwen om haar been, die baar troostwoorden toespraken. Dien
selfden avond zouden de familieleden bij elkaar komen en bü Jaap
z’n portret een krans komen hangen. Het kleine zoontje Plet de Ble
had ook een hooge hoed op en vond allee verachrlkkeiyk.
’o o'\
,oc ori
k5o“