Prikkeldraad 3 Van de Pers-tribune 3 Mr. Heemskerk t HEEMSKERK OVERLEDEN Onze Schatkist Geen tekort van Orang pendek Groot Staatsman 170 millioen over 1933 heengegaan IS NOOD TUINBOUW MAANDAG 13 JUNI A Is minister Zijn jeugd t r Zijn officieele betrekkingen GEEN PROSELYTEN De vragen van ds. van der Heide Het clubje van Alexander Raadslid en Wethouder Als student KRU1SERBOUW GAAT DOOR Niet in dien hoek! Over versobering Zijn overgang Meer steun gevraagd m. Niet door de gemeente vergoed NOODLIJDENDE TUINDERS DR. POSTHUMA TE PARIJS Voorschotten in We*t-Friesland Mr. Heemskerk als redenaar Succesvolle onderhandelingen I CRISISINVOERWET Spreekuur commissie van advies Minister van Staat, Oud-minister van Binnenlandsche Zaken en van Justitie SS ZIEKTEVERZEKERING WERKLOOZEN e er otan. ra 4 L bw. a troon den bur. Mr. Th. Heemskerk UM Theo de jonge 5°. P. S. Kt M gewone nooit ent. echt. SM tai. 43H Minister De Graaff heeft in de memorie van antwoord naar aanleiding van de aanvullende Indische begroeting medegedeeld, dat de .regee ring geen vrijheid kan vinden gevolg te geven aan den drang van verscheidene Tweede Ka merleden tot opschorting van den bouw van den derden kruiser. Zlcb Celn- itraat. TlH nd De Standaard geeft antwoord op de vraag van een lezer, hoe hij nu eigenlijk met die leuze van versobering aan moet. Naar het Nederlandsch Correspondentie bu reau vermeldt Is geheel onjuist het bericht In een der bladen dat de commissie Welter op de begrooting«voor 1933 een tekort van 170 millioen gulden zou hebben becijferd. bood» kun- M» i trant 4M9 >kea Am- sven L d- en ll« van te Ja! - uitsondering beetje gelijk? Is onze teergevoeligheid niet ietwat on billijk verdeeld? dan slagen.” So net ra tal. rar n. op rijs over zuivel. s bekw. IER. werk- Hjn- trt. iteda UM De jeugdsuccessen van den heer Heemskerk dankten voor een niet gering deel hun ontstaan aan zijn oratorische gaven, aan zijn talent als redenaar. Een .schitterend spreker” noemt hem de heer O. K. Elout, als hij mr. Heemskerk In diens besten tijd beschrijft. „Indrukwekkend of meesleepend niet" zegt hij in zjjn „Heeren in Den Haag”, maar aardig, geestig soms en altijd elegant Van geen gemaakte, aangeleer de elegantie, spontaan, zoodat het „uit zijn we zen zelf te komen blijkt". In verband met een adres. Waarbij verzocht wordt de premiebetaling voor werkloozen we gens vrijwillige verzekering voor rekening der gemeente te nemen, hebben B. en W. van Rotterdam de meening der Regeering gevraagd, omdat, wat de werkloozenzorg betreft geen maatregel mag worden genomen alvorens het gemeentebestuur zich heeft vergewist van het standpunt der Regeering. Van den Minister is daarop antwoord inge komen. dat boven de steunuitkeering geen premie voor ziekteverzekering mag worden ver goed. Men moet wel volslagen blind zijn om dit geval gelijk te stellen met het niet- candideeren na afloop van een periode.” In 1908 kwam het in 1905 opgetreden mini sterie De Meester in den .nacht van Staal” ten val. De heer Heemskerk vormde, ondanks het feit, dat er geen meerderheid was. een Kabinet, om de loopende zaken gaande te houden. In 1909 werd zijn werk bevestigd. De rechtsche partijen behaalden 60 zetels. Andermaal trad de heer Heemskerk als Kabinetsformateur op en tot de volgende verkiezingen, in 1913. hield dit Kabinet stand. Gedurende zijn minister schap bezigde hjj de bekende uitdrukking over de Sociaal-Democrateneen roode vaan in den mist! Nadat het ministerie Cort van der Linden was opgetreden, werd mr. Heemskerk tot Lid van den Raad van State benoemd; tot 1918 had hy in dat college zitting en toen trad hij voor de derde maal als minster op en wel als Minister van Justitie. Na zijn ministerschap werd hij weer door de kiezers naar de Tweede Kamer afgevaardigd, waarin hij een van de sprekers was, die nog steeds het meest de aandacht trokken. Met genoegen zien we, dat de R. K. Par tijraad ook volgens „De Avondpost” niet thuis behoort in den hoek, waarin de Am- sterdamsche roode partij-federatie zich ge plaatst heeft door drie afgevaardigden tot heengaan' te dwingen, omdat dezen niet naar den zin der federatie gestemd hadden. Een van de vele bochten waarin „Het Volk” zich wringt om zichzelf en de fede ratie te verdedigen is dat, wat nu in Am sterdam gebeurd is, precies hetzelfde be- teekent als het nlet-candideeren van af tredende leden. Veel en velerlei zijn de betrelfklngen geweest, die door den heer Heemskerk, na zijn vestiging als advocaat te Amsterdam achtereenvolgens zijn bekleed. Meer algemeen bekend werd hij echter in 6ns land, toen hij zich ook op het gebied der politiek ging bewegen. Maar we ontmoetten hem daar eerst, nadat hij zich aan de zijde der anti-revolutionnaire partij had geschaard en een krijger was ge worden in de gelederen van dr. Kuyper. De eerst stap, dien hjj op dit terrein zette, was op het gebied der provinciale politiek en wel in 1883. Hij werd toen door de anti-revo- lutlonnalre partij candidaat gesteld voor het lidmaatschap der Provinciale Staten in het district Weesp en gekozen ook. In 1880 ging hU aan de .Jioogere politiek” doen en werd naar de Tweede Kamer af gevaardigd. waarin hij, met onderbreking van een paar tusschenpoozen tot aan zijn eerste mi nisterschap zitting heeft gehad. Mr. Heemskerk heeft als politicus ook pech gehad, misschien méér dan eenig ander poli ticus. Zuiver tengevolge van verkiezingspech is mr. Heemskerk van 1897 tot 1901 geen Kamer lid geweest. In het Diaconessenhuis te Utrecht is Zon dagmiddag om half twee op 79-jarigen leeftijd overleden mr. Th. Heemskerk, minister van Staat, lid der Tweede Kamer en oud-minister van Justitie. ziens verkeerde wijze heeft toegepast.” Dit is het, wat te Amsterdam in het geding is, zooals het ook in het pachtwet-geschil tus- schen de r. k. Staatspartij en zes senatoren in het geding is. Het verschil is alleen, dat die partij twee der zes vertegenwoordigers wier ambtstijd juist ten einde liep, niet we der gecandideerd heeft, terwijl onze Am- sterdamsche partij tusschentjjds haar drie vertegenwoordigers tot het neerleggen van hun mandaat ultgenoodigd heeft, dat zij anders In een zwaren tijd nog drie jaar lang hadden kunnen uitoefenen op een wij ze, die door hun partij in strijd met een juiste toepassing der partljbeginselen geacht werd.” Deze redeneerlng, deze vergelijking is er zoo schrijft „De Avondpost volslagen naast. Een raadslid wordt voor zekeren tijd ge kozen. Is deze periode afgeloopen, dan staat het ieder van zijn vroegere mandatarissen vrjj, om te beoordeelen of hij wederom voor een candidatuur in aanmerking komt en ieder heeft het recht die vraag ontkennend te beantwoorden. Maar tijdens de “omdat” hët”'zoo'losjes en zoo luchtig was, per iode moet men hem vr h e 1 d k> makkelijk alles onbedacht gezegd wat in laten w a a r o p h Ij binnen de it brein maar opkwam, kreeg men den indruk grenzen van het p r o gram in weinia ernst. waarop hij gekozen ia, aan- spraak heeft. Dat de drie Am- sterdamsche raadsleden die grenzen heb ben geëerbiedigd, staat vast, en het is ook door „Het Volk" uitdrukkelijk er kend. Aan hun program zijn ze niet on trouw geweest. Toch worden ze op staanden voet tot aftreden gedwongen, omdat men verlangt dat ze buiten het principe van hun politiek om precies zullen doen wat ■de Federatie hun beveelt 6°. Is het waar, dat de Voogdijraad van Maastricht eerst mededeellng van de ontzet ting uit de ouderlijke macht over een meis je vonnis van 4 Sept. 1931) aan de ouders heeft gedaan, nadat de termijn voor appél verstreken was? 7°. Wil de Minister maatregelen treffen, die ten gevolge hebben, dat aan ouders op duidelijke wijze wordt medegedeeld, dat zij ontzet zijn uit of ontheven zijn van de ouder lijke macht, onmiddellijk nadat het vonnis is uitgesproken, opdat althans appél moge lijk zij? Telegram van de V eilingsvereeni- gingen in West-Frietland aan den* Minister van Landbouw In de algemeene vergadering van den Kring van Vellingsvereenlgingen In West-Friesland, op 9 Juni te Hoorn gehouden, werd bij het bespre ken van den noodtoestand in den tuinbouw, verontwaardigd als men was over de beperkte en langzame wijze waarop de regeeringssteun af kwam, eenstemmig besloten het volgend tele gram te zenden aan den Minister van Land bouw: „De algemeene vergadering van Velllngsver- eeniglngen in West-Frlesland, bijeen op 9 Jnnl te Hoorn, waarop twaalf groentenveilingen uit dat deel van Noord-Holland zijn vertegenwoor digd, dankend voor den reeds verstrekten steun aan het grove tuinbouwgebied van Noord-Hol land, spreekt er haar diep leedwezen over uit, dat deze slechts voor de helft Is verstrekt, niet tegenstaande de aanvragen reeds tot het tater- ste waren beperkt en verzoekt Uwe Ex. met ge- pasten eerbied, doch dringend, zoo spoedig mo gelijk het resteerend deel dezer aanvragen te verstrekken, om in den allergrootsten nood dezer meest getroffen tuinders te voorzien." ken opgedragen, dat hij tot zijn heengaan is blijven bekleeden. Bij afwezigheid van den burgemeester genoot hij het voorrecht den ouden president Krilger in Amsterdam welkom te heeten. In den Raad ziet hij zjjn voordracht tot aanleg van de U- en Ertskade aangenomen; in 1903 kon hij het contract met de Maatschappij ..Electra" afslui ten en werden de gemeentelijke Electricltelts- werken gegrondvest. In 1905 volgde de totstand koming van het werkliedenreglement, niettegen staande den hevlgen tegenstand werd de Bouw verordening ingevoerd en in 1906 werd de Duin waterleiding uitgebreid. Verzocht wordt te melden dat het gewone spreekuur van den voorzitter van de commis sie van Advies Crlsislnvoerwet (dn ocutingen- teeringscomissle), Laan van Meerdervoort 84, zoo dat brein maar van weinig ernst. „Als deze redenaar eens minder makkelijk dacht en sprak, als hij een minder vluggen kop had. die niet alles spelend en vanzelf haast op nam. als hij eens blokken moest vóór hU wat In mekaar gedacht en uit mekaar gezegd had vrat een tegenstander zou het dan zijn! Nu is hij er toch een, die met recht vooraan kan zitten. Maar hij heeft, als Calvinist, wat wilde haren, en wat losse allures. En ais redenaar wat al te groote gaven.” tegen de in ons land gemaakte regeling ge opperd werd, was. dat een deel van de winsten, door de exporteurs op Frankrijk in ons land ge maakt. door den Staat worden geïnd en be schikbaar werden gesteld voor algemeene land bouwbelangen. Men achtte dit hier een ver momde ultvoerbelasting. De heer Posthuma heeft ten aanzien van onze zuivelproducten duidelijk gemaakt dat er geen sprake is van een „belasting" op de uit voeren. Deze heffing kan ook niet den minsten in vloed hebben op de prijzen, die '.orden bepaald door vraag en aanbod op de Pransche markt zelf. Wordt het verschil tusschen de Pransche en de Nederlandsche prijzen voor boter zeer gering of nul, dan is er geen heffing, aange zien immers deze heffing bestaat uit het ver schil tusschen de Nederlandsche prijzen plus vervoer en een behoorlijke winst en .ien Pran- schen prijs minus belastingen en de winst van den Franschen Importeur. Nadat eenige gesprekken waren gehouden met de Pransche belanghebbenden, zoowel im porteurs als producenten, werd een algemeene overeenstemming bereikt en de stemming is, door beter begrip van elkanders positie en be langen. ten slotte weer goed geworden. Besloten werd, dat men. voor zoover de zui velproducten betreft, hier in Frankrijk een speciale commissie zal benoemen, waarin ver tegenwoordigers zullen zitten van de organi satie van belanghebbenden, die met de Neder landsche overleg zal plegen, om moellükheden bij de uitvoering van de contingentenregeling op te lossen en te maken, dat alles zoo goed mogelyk loopt. Daarover zullen over eenige we ken, hetzij hier, hetzij te Brussel, nog nadere besprekingen gehouden worden. te ’s-Gravenhage, bepaald op Donderdagmki- dag ran 3—4 uur, in stede van Donderdag 16 Juni as. aal worden gehouden op LMnaoag M Juni aa. eveneens van 4 mar. „Het Volk” schreef: „Er is ook nog iets anders In de politieke praktijk dan „socialistische beginselen” en de heer Jitta is op het juiste spoor, wan neer hij schrijft, dat „de kiezers het volste recht hebben een vertegenwoordiger niet meer te herkiezen, die de beginselen, waar omtrent tusschen kiezers en afgevaardig- Geachte Redactie! Uit deze gegevens kan ik geen anders oplossing formuleeren dan deze: „Waren wjj allen maar een Orang pen dek, dan zou de Vredesconferentie beter 1°. Is het onlangs voorgekomen, dat een minderjarig meisje van Protestantschen huize, voorloopig toevertrouwd aan oen Voog dijraad te Maastricht, gedurende een jaar verpleegd en geestelijk verzorgd is in een R. K. ziekenhuis aldaar en buiten goed vinden van hare ouders R. K. is gedoopt? Heeft deze inzender (bij hooge J dan natuurlijk!) niet ’n •A- In China, etc., b. massamoord met voorbedachten rade. En oorlogen zijn voorgekomen en.... komen nog voor. c. Men kan het in Genève niet zoover brengen, dat de oorlogen onmogelijk wor den. Van de zijde van Ged. Staten van Noord-Hol- land wordt medegedeeld dat het bij de Regee ring in overweging is om het bedrag uit Rijks kas van f 700.000, ingevolge de wet van 11 Febr 1932. te verdubbelen. Dit bedrag toch was beschikbaar gesteld ten behoeve van een vijftigtal gemeenten tot het verleenen van voor, schotten aan de Jioodlijdende tuinders in West- Friesland, onde* voorwaarde, dat deze 30 ten honderd van elk aan tuinders te verleenen ere miet zouden bijpassen. Ged. Staten meenen verder dat aan het ver. ®oek der Regeering om deel te nemen door de Provincie aan de credletverleenlng recht- •J*'eeks aan de tuinders niet opnieuw kan wor. “eo voldaan, nu de Provincie wegens de in v°rige jaren verleende voorschotten nog voor «roote bedragen garant Is. ^Wel zou de Provincie naar de meening van Ged. Staten aan de deelnemende gemeenten, indlen deze niet in staat blijken zich de voor dit doel noodlge geldmiddelen op andere wijze verschatten, daartoe voorschotten kunnen verstrekken tegen de rente die de Provincie telf te betalen heeft en met getnakkeiyke aflos. ■mgsvoorwaarden. o Ged. Staten stellen daarom aan de Prov. staten voor ben daartoe te willen machtigen. Het sociaaldemocratische predikant-Kamer- lid van der Heide heeft een dezer degen aan den Minister van Justitie de volgende vragen gesteld: In mr. Heemskerk is een man heen gegaan, die een groote rol heeft gespeeld in ons openbaar en staatkundig leven en die, zl werd hij sinds lang reeds tot de oude garde gerekend, toch nog altijd tot de feoofdfiguren van ons Parlement behoorde. Onder de vele andere staatslieden In bin nen- en buitenland heeft hij zich tot op boogen ouderdom kunnen geven aan den dienst der zaak en der beginselen, welke hem dierbaar waren. Het klimmen der jaren scheen hem niet te deren. Hij droeg hun toenemenden last met opgewektheid en zonder dat zijn werk lust en werkkracht er orider leden. Zijn gansche leven had hij zich een man van stoeren arbeid getoond en dit is hij gebleven tot het laatste toe. Ook op hem is het woord toepasselijk, dat hij in het harnas is gestorven. Want niet slechts een werker was Heems kerk, maar ook een strijder. In zijn rede voeringen en hoevele heeft hij er niet gehouden! schitterde het vernuft en tintelde de humor; maar de ondergrond van zijn optreden was altijd diepe ernst, voortspruitende uit een christelijke levens opvatting en onverzettelljke trouw aan het beginsel. Voor de partij, waartoe hjj met hart en ziel behoorde, is hij een geweldige kracht geweest. In den Amsterdamschen gemeenteraad, in de Tweede Kamer, als wethouder en minister om slechts van zijne voor naamste functies te spreken heeft hij haar onschatbare diensten bewezen. Maar dit hield tevens in, dat hij zich ook op bizondere wijze verdienstelijk maakte voor het land. Hij was van het hout, waaruit de groote parlementariërs, de wetgevers en staats lieden worden gesneden. Hij was de waardige drager van eeh fllustren naam. Een naam welke zooals wij vroeger al eens schreven steeds herinnerde aan mannen, die in vroeger en later tijd het vaderland aan zich ver plichtten door groote kloekheid, door groo te kunde en groote werkkracht. In ons openbare leven zal hij zeer worden gemist en wel het allermeest in de Kamer. Zijn woord vond altijd een gunstig gehoor, om den inhoud, èn om den vorm. Ontelbaar zijn de „bons mots”, de geestige woordspe lingen, de rake zetten, waarmee hij zijne redevoeringen wist te kruiden; en slechts een enkele maal verscherpte zich zijn spe lend vernuft tot bijtenden spot, of strie mend sarcasme. Verbluffend ook was de scherpzinnigheid, welke hem in staat stelde snel tot de kern van een zaak, of onderwerp, hoe ingewik keld ook, door te dringen, en er vervol gens op klare wijze zijn oordeel over te geggen. Hij gaf z .hiervan menigmaal treffende staaltjes, vooral in den ttjd, toen hij nog wethouder was in de hoofdstad, met al de beslommeringen aan dat ambt verbonden, en terzelfder tijd lid, en een zeer bedrijvig lid, van de Tweede Kamer. Ben man van flfcitengewone gaven, inder daad, die een der gloriën zal blijven van de partij, waarvan hij sinds tientallen van jaren reeds een der leiders was. Maar ook bulten de partij zal men met respect en waardeering de herinnering be waren aan zijn krachtige persoonlijkheid. En zeer zeker zal dit het geval wezen bij de Katholieken, die jaren en jaren lang in den thans ontslapen staatsman een trou wen bondgenoot hadden leeren kennen. Toen wij hem eens in een persgesprek de vraag stelden, of hij samenwerking tus- sahen zijn partij en de onze gewenscht achtte, luidde zeer beslist het antwoord: „Gewenscht en noodzakelijk. Daarop kan niet genoeg de nadruk gelegd worden." De heer Heemskerk sprak deze woorden aan den vooravond van een verkiezings campagne, toen er nog geen Evenredige Vertegenwoordiging bestond, en de Recht- sche partijen aan de stembus geregeld sa mengingen. Maar ook in later jaren heeft hij getoond de samenwerking met de Katholieken op hoogen prijs te stellen. En hoe afkeerig hij was van anti-papisme, bewees hij o.a. door zijn houding in de quaestie van het gezant schap bij den H. Stoel, een houding, welke niet slechts pleitte voor zijn helder inzicht, maar evenzeer voor zijn vastberadenheid en moed. De Antl-Revolutionnaire Partij, de Twee de Kamer, het Nederlandsche volk hebben dit zij ons slotwoord bij dit verscheiden door mr. Heemskerk’s dood een zwaar verlies geleden. Theodorus Heemskerk, die 20 Juli 1852 te Am sterdam geboren werd, bracht het grootste deel van z(jn jeugd, zijn school Jongensjaren ten minste, door in Den Haag. Als jongen bezocht h(j eerst de lagere school en daarna de H.B.S., want het lag in zijn voornemen destijds om naar Delft te gaan en daar voor ingenieur te studeeren. Zijn liefhebberij leidde hem toen in een geheel andere richting, dan die, welke hy later zou opgaan. De kinderen van mr. J. Heemskerk hadden van hun emlnenten vader diens bijzonderen intellectueelen aanleg, diens scherp vernuft, diens sterk geheugen, vlug be grip en intuïtief bevattingsvermogen geërfd. Op school reeds muntten zij uit, waren zjj hun medeleerlingen steeds voor. En zoo was ook Theo Heemskerk een primus inter pares: vlug, scherpzinnig, intellectueel, begaafd en intuïtief weter. Mr. Th. Heemskerk was opgewekt, vroolyk van aard, joviaal, minnaar van een bon mot, ■sprudlend" van levenslust, prettig in den om gang. Als jongen was hjj al getapt en nooit zou hjj iemand opzettelijk grieven. Zijn huiselijke omgeving was ook oorzaak, dat hU veel van en over politiek hoorde en zoo was hij als schoolknaap al aardig op de hoogte van wat er op het Binnenhof voorviel. Wil de Minister een onderzoek doen instellen naar de gronden waarop het in de tweede vraag bedoelde meisje zoo lang bleef toevertrouwd aan den Voogdijraad te Maas tricht en wil de Minister zijn oordeel over deze gronden kenbaar maken? Gelijk dat aan het Hof gebruikelijk te, waar men voor de jonge prinsen kameraden zoekt uit de zoons der voorname families in de resi dentie, had men omstfeeks de zeventiger jaren ook voor Prins Alexander eenige Haagschc jon gelui uitgezocht, die ten paleize kwamen voor gezelschap en omgang van den jongsten zoon van koning Willem III. Onder hem behoorde ook Heemskerk. Kort daarop werd hjj echter tijdelijk van dit gezelschap gescheiden. Hij had eindexamen H. B. S. gedaan en liet zich nu aan de Polytechnische School te Delft inschrijven. Prins Alexander ging te Leiden stu deeren en de debatingclub „Serva Fidem” ge- beeten, werd van Den Haag naar Leiden ver plaatst. maar zonder den jongen Heemskerk. Na een jaar had de jonge student echter al genoeg van zijn Delftsche studiën; de rechts kundige studiën trokken hem meer aan. Hij besloot van studievak te veranderen. 2°. Heeft zich eenigen tijd geleden het geval voorgedaan, dat een ander minder jarig Protestantsch meisje, voorloopig toe vertrouwd aan den Voogdijraad te Maas, trlcht. meer dan een half jaar verpleegd en geestelijk verzorgd is in een klooster aldaar en aan haar ouders gevraagd heeft R. K. te worden gedoopt? Dien grooten stap op zijn levensweg heeft hjj niet aan de Universiteit gezet. Daarvoor moest hij Lelden eerst verlaten hebben. Dat gebeurde dus (ja 1876. In 1876 promoveerde hU op een proefschrift over „Huwelijken van Nederlanders buitens lands". Daarna trok hij naar zijn geboortestad en vestigde zich daar te Amsterdam als advocaat. De advocatuur heeft hij tot zijn benoeming tot Minister van Binnenlandsche Zaken Fe bruari 1908 uitgeoefend. Niet lang na zijn vestiging te Amsterdam heeft de groote verandering in de overtuiging van den heer Heemskerk plaats gegrepen en is hij de orthodoxe Calvinist, de trouwe volgeling van den antl-revolutionnalren leider geworden, den overeenstemming bestaat, op huns in- Hoogstwaarschljnlijk heeft ook zijn eerste huwelijk tot zijn overgang medegewerkt. Op vrU jeugdigen leeftijd huwde de heer Heemskerk met een freule Hartsen, een hoog begaafde vrouw van orthodoxe richting. Reeds kort na dit huwelijk liet zich een verandering In de godsdienstige opvattingen van den heer Heemskerk waarnemen. Na een kort, gelukkig huwelijk ontviel hem zijn vrouw en dit -verlies moet een zeer diepen indruk op hem hebben gemaakt. algemeen mag toch geen enkele plaats hebben zonder 3°. Zoo het antwoord op bovenstaande vragen bevestigend mocht zijn, is het dan naar de meening van den Minister goed te achten, dat. buiten noodzaak. Protestant, sche minderjarigen, toevertrouwd aan den Voogdijraad in R. K. Inrichtingen worden verpleegd en verzorgd, zooals dit ten aan zien van de twee minderjarigen, waarvan hier sprake te, het geval te geweest en wil de Minister maatregelen treffen om herha ling van dergelijke gevallen te voorkomen? Vlug ging hij Grieksch en Latijn leeren. een kleinigheid voor een vluggen kop als hjj en na korten tijd liet hü zich té Leiden bij de juridische faculteit inschrijven. Hier vond hij de Haagsche cénacle van Prins Alexander terug. Daar te Leiden heeft hij een zijner jeugd- trlomfen gevierd, die tevens getuigenis aflegde van zijn buitengewone capaciteiten. Zoo heeft de heer Heemskerk in 1875 by het feest van het 300-jarig bestaan der Uulversi- teit een rede in het Latyn gehouden hy, die het toch slechts een paar jaar te -voren was gaan leeren, zoo schitterend, dat de ge leerden en professoren er verstomd van stonden. Nog iets anders hielp mede hem als student een reputatie te verschaffen. En dat was we derom een oratorische triomf Er bestond nJ. onder de studenten een dis puut-gezelschap. waarvan de leden de verplich ting hadden een of ander voorwerp in het openbaar te verdedigen. Toen de beurt aan den heer Heemskerk was gekomen, kwam dr. A. Kuyper, speciaal voor die gelegenheid over om met den student Heemskerk te debatteeren. Later, nadat zjjn academiejaren achter den rug waren, ging de toenmalige advocaat te Am sterdam naar Kuyper’s gelederen over. 4°. Wil de Minister, als wél de noodzaak bestaat, dat kinderen wier ouders in de uit oefening va nde ouderlijke maoht zijn ge schorst, in R. K. inrichtingen worden ver pleegd, bevorderen, dat de Voogdijraad ten spoedigste daarvan bericht zendt >aan een predikant ter plaatse? Daitschland, Frankryk. Japan, Rusland.... Europa. Amerika, waren echte mensohen. Iedere oorlog te in zekere mate een met Zijn stadgenooten, de Amsterdammers, droe gen hem ook in engeren kring op, hun belangen te behartigen en zonden, hem naar den ge meenteraad, waarinJupTn eerste instantie zit ting had van 1889 tot 1895 en in tweede in stantie van 1900 tot 1908. Een jaar na zjjn tweede verkiezing tot Lid van den Raad, in 1901 dus, werd hem het wet- houdersschap van Financiën en Publieke Wer- Naar aanleiding hiervan had onze corres pondent een onderhoud met mr. dr. Ch. Oppen, voorzitter van den Voogdijraad Maastricht. Deze kon. daar de interpellatie nog niet in zijn Voogdijraad behandeld was, slecht zjjn persoonlijke meening tot uiting brengen. Het incident is aan het rollen gebracht door den heer B. C. Gladder, predlkant-advocaat te Gln- neken, die over het onderwerp een open brief richtte aan Ben Minister van Justitie, een schrijven, waarvan de publicatie door mr. van Oppen ten zeerste werd betreurd, omdat de noodeloos kwetsende vorm geëigend is. om de verstandhouding tusschen Protestanten en Ka tholieken. die hier in Limburg niets te wen- schen overlaat, ten ongunste te beïnvloeden. De gevallen, waarop de vragen van Ds. v. d. Heide betrekking hebben, betreffen twee Pro. testantsche meisjes, die Katholiek zyn gewor den. althans het voornemen daartoe hebben te kennen gegeven. Het meisje G„ 19 jaar oud, werd aan de zorgen van den Voogdijraad toevertrouwd en door dezen omdat het ziek was. ondergebracht in het ziekenhuis te Maastricht. Gedurende haar verbiyf aldaar gaf het meisje den wensch te kennen om Katholiek gedoopt te worden, aan welken wensch gevolg is gegeven. De Voogdijraad werd eerst van dit feit op de hoogte gebracht, nadat het meisje gedoopt was. Het andere meisje 8., 16 jaar oud, was, volgens betrouwbare Informatie, van gods- dlenstlooze ouders. Toen de Voogdijraad het meisje onder zyn hoede nam. verklaarde het pertinent, dat het katholiek wilde worden, eerst aan de secretaresse, daarna in de ver. gaderlng van den Voogdijraad. Hierop werd het toevertrouwd aan het Liefdewerk voor Kinder- bescherming. De ouders bleken later daartegen bezwaar te hebben en het slot der geschiede nis was. dat over het kind een Protestantsche gezinsvoogd werd benoemd. Mr. van Oppen zeide het vooral te betreu- ren, dat ten deze de goede trodbr van den Voogduraad door mr. Cladder in twyfel werd getrokken. Gedurende zyn 27-jarlg bestaan heeft de Voogdyraad in tal van grensgevallen een beslissing moeten nemen over de vraag, of de opvoeding van een verwaarloosd kind In Protestantsche dan wel Katholieke rich, ting moest worden gedirigeerd. Steeds werd by zulke gelegenheden op de eerste plaats het advies ingewonnen van de nlet-katholieke le den van den Raad, en zonder eenige uitzon dering ook in de thans geïncrimineerde ge vallen zyn de ter zake genomen besluiten met eenstemmigheid genomen. Steeds wordt, waar het geval daartoe aanleiding geeft, voe ling gehouden met den predikant ter plaatse. By de beoordeeling van de aangelegenheid speelt ook de principieele kwestie een rol of een minderjarige, wanneer hy een zekeren leeftyd bereikt heeft, over de keuze van zyn godsdienst zelf kan beslissen, dan wel of deze keuze uitsluitend ter beoordeeling van de ouders staat, een vraag, waarover de Protes tanten een andere meening hebben dan de Katholieken. Over de zesde, door ds. van der yeide ge stelde vraag zeide mr. van Oppen, dat het niet onmogeiyk is, dat, daar de Voogdyraad te Maastricht slechts over één klerk beschikt en liet werk een buitengewonen omvang heeft bereikt, een kennisgeving te laat verzonden is. wy kennen ds. van der Heide als een ern stig en welmeenend man en het verwondert ons daarom, dat hy. die door zyn relaties spe ciaal In het gevangenis- en voordyraadswezen gemakkeiyk te voren ook deze informaties had kunnen krygen, gemeend heeft op deze wyze de reeds bestaande, betreurenswaardige publi citeit, die zeer licht doer antipapistische ele. menten wordt uitgebuit op een manier, welke ds. van der Heide zeker niet gewild heeft, te versterken. Zooals reeds gemeld, is dr. F. E. posthuma verzoek van minister Verschuur naar Pa. gegaan, om daar besprekingen te voeren de moeiiykheden, voortvloeiende uit de en vee-ccntingenteerlngén. Omtrent dit bezoek aan de Pransche hoofd stad telefoneerde de Parysche correspondent van het .Jlandelsblad" Vrijdagavond uit die stad: Enkele Pransche klachten over moeilijkhe den, die gerezen zouden zyn by de regeling van de Invoeren van Nederlandsche zuivelproduc ten en versch vleeech, overeenkomstig de daar voor aan Nederland toegekende contingenten, hadden het wenscheiyk doen voorkomen, daar, over van gedachte te wisselen. Te dien einde zyn Donderdag en Vrijdag te Parijs besprekingen gevoerd met autoriteiten en belanghebbenden door dr. P. E. Posthuma, voorzitter, en den heer J. H. Geluk, lid van het crlsis-xulvelbureau voor onze zulveiproductle en door den heer Zwanenberg uit Oss voor het vee. De wwmaatmrte griet, die ven Franuche etfde Allereerst dan wordt versobering aanbe volen met het oog op de publieke diensten. De Overheid lands en gemeentelijke bezit zelf niets. Zij moet haar inkomen ha len uit het volksinkomen. Daarom is versobering in de openbare uitgaven een onvermijdelijke noodzakelijk heid. Toch blijft die noodzakelijkheid van ver sobering niet tot de publieke uitgaven be perkt. Ze kan voor de indivldueele perso nen even noodzakelijk zjjn. Er zijn nog altijd luchthartigen, die mee nen, dat morgen of anders overmorgen de economische zon wel weer schijnen zal en die, bij verminderd Inkomen, op den ouden voet blijven leven, omdat de zorgen van he den morgen of ulterlljk overmorgen wel weer verdwenen zullen zijn. Ook tot deze komt de vermaning: versober! Want uw vroeger inkomen komt, zoo het al ooit ge beurt, althans voorloopig niet terug. Anders staat het met hen, wier inkomen nog niet, of niet noemenswaard, afnam. Hen zouden we, over het algemeen, niet willen aansporen om hun uitgaven gefor ceerd te verminderen. Wèl echter om ge paste voorzichtigheid te betrachten. De morgen is niet altijd gelijk aan het heden. Ook gezinnen met vaste inkomens kunnen voor vermindering komen te staan. En vie dan het bekende „appeltje voor den dorst” op zij legde, komt den moeilijken tijd beter door dan hij, die altijd op den rand van het inkomen leefde. Wie 10 pet. op zij wist te leggen en straks 20 pet. in inkomen achter uit mocht gaan, kan dan, door wat van het bespaarde te nemen, blijven leven zooals hij gewoon was. Onjuist is stellig de opvatting, dat het beter is alles op te maken dan een paar duizend gulden over te houden en die te beleggen, omdat op beleggingen altijd 30 a 35 pct. verloren wordt. Zeker komt dit voor; zelfs zijp de verliespercentages vaak hooger. Maar vooreerst behoeft dit verlies voor den rustigen belegger niet blijvend te zijn, en ten andere zijn er ook nlet-speculati’ve beleggingen, die afgezien van kleine schommelingen over een reeks van jaren gezien, vrijwel een constante waarde be houden Zuinigheid en sparen hebben nog iemand armer gemaakt. Maar overigens moet men in dezen tijd niet onnoodlg zijn persoonlijke uitgaven verminderen. Niet méér dan noodig is met het oog op een onzekere toekomst •n Eigenaardig geval doet zich op Suma tra voorin de rimboe moeten daar wezens rondloopen, die méér nog dan eenige vroegere mensch-aap op echte men- schen gelijken, onbehaarde blanke gezich ten hebben, recht overeind gaan, enz. De mogelijkheid wordt zelfs geopperd, dat deze zonderlinge wezens orang pen dek genaamd heuschelijke menschen zijn. De Europeesche geleerden hebben X zaakje eens precies willen onderzoeken en ze hebben op deze zonderlinge wezens met behulp van het geweer jacht laten ma ken; naar het heet, zou er al een orang pendek getroffen zijn en gedood. We laten in 't midden, of dit wel door den beugel kan: mag, in een dergelijk ge val van twijfel, het geweer gehanteerd wor den? en was het schot ook indien de orang pendek géén mensch was verant- woord? In 1 levensvernietiging uoodzR k Maar hoe dan ook: een storm van ver ontwaardiging is over het geval opgegaan, de humaniteit kwam fel in actie, een Tweede Kamerlid sprak zelfs van „moord met voorbedachten rade”.... Wij wenschen er den orang pendek geluk mee, dat de humaniteit zich zoo hartelijk voor hem interesseert. Maar nu is een zekere m’nheer Van Bentum. die zich als „mensch”' aandient, in de „Residentiebode” met 'n paar scham pere notities komen aandragen; die noti ties zijn kort, maar.... afijn, leest u zélf:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5