Prikkeldraad
3
Van de Pers-tribune
3
Mr. Heemskerk t HEEMSKERK OVERLEDEN
Onze Schatkist
Geen tekort van
Orang pendek
Groot Staatsman
170 millioen over 1933
heengegaan
IS
NOOD TUINBOUW
MAANDAG 13 JUNI
A Is minister
Zijn jeugd
t
r
Zijn officieele betrekkingen
GEEN PROSELYTEN
De vragen van ds. van der Heide
Het clubje van Alexander
Raadslid en Wethouder
Als student
KRU1SERBOUW GAAT DOOR
Niet in dien hoek!
Over versobering
Zijn overgang
Meer steun gevraagd
m.
Niet door de gemeente vergoed
NOODLIJDENDE TUINDERS
DR. POSTHUMA TE PARIJS
Voorschotten in We*t-Friesland
Mr. Heemskerk als redenaar
Succesvolle onderhandelingen
I
CRISISINVOERWET
Spreekuur commissie van advies
Minister van Staat, Oud-minister
van Binnenlandsche Zaken
en van Justitie
SS
ZIEKTEVERZEKERING
WERKLOOZEN
e
er
otan.
ra
4
L bw.
a troon
den
bur.
Mr. Th. Heemskerk
UM
Theo
de jonge
5°.
P. S.
Kt
M
gewone
nooit
ent.
echt.
SM
tai.
43H
Minister De Graaff heeft in de memorie van
antwoord naar aanleiding van de aanvullende
Indische begroeting medegedeeld, dat de .regee
ring geen vrijheid kan vinden gevolg te geven
aan den drang van verscheidene Tweede Ka
merleden tot opschorting van den bouw van den
derden kruiser.
Zlcb
Celn-
itraat.
TlH
nd
De Standaard geeft antwoord op de vraag
van een lezer, hoe hij nu eigenlijk met die
leuze van versobering aan moet.
Naar het Nederlandsch Correspondentie bu
reau vermeldt Is geheel onjuist het bericht In
een der bladen dat de commissie Welter op de
begrooting«voor 1933 een tekort van 170 millioen
gulden zou hebben becijferd.
bood»
kun-
M»
i trant
4M9
>kea
Am-
sven
L
d-
en
ll«
van
te
Ja! -
uitsondering
beetje gelijk?
Is onze teergevoeligheid niet ietwat on
billijk verdeeld?
dan
slagen.”
So
net
ra
tal.
rar
n.
op
rijs
over
zuivel.
s
bekw.
IER.
werk-
Hjn-
trt.
iteda
UM
De jeugdsuccessen van den heer Heemskerk
dankten voor een niet gering deel hun ontstaan
aan zijn oratorische gaven, aan zijn talent als
redenaar.
Een .schitterend spreker” noemt hem de heer
O. K. Elout, als hij mr. Heemskerk In diens
besten tijd beschrijft. „Indrukwekkend of
meesleepend niet" zegt hij in zjjn „Heeren
in Den Haag”, maar aardig, geestig soms en
altijd elegant Van geen gemaakte, aangeleer
de elegantie, spontaan, zoodat het „uit zijn we
zen zelf te komen blijkt".
In verband met een adres. Waarbij verzocht
wordt de premiebetaling voor werkloozen we
gens vrijwillige verzekering voor rekening der
gemeente te nemen, hebben B. en W. van
Rotterdam de meening der Regeering gevraagd,
omdat, wat de werkloozenzorg betreft geen
maatregel mag worden genomen alvorens het
gemeentebestuur zich heeft vergewist van het
standpunt der Regeering.
Van den Minister is daarop antwoord inge
komen. dat boven de steunuitkeering geen
premie voor ziekteverzekering mag worden ver
goed.
Men moet wel volslagen blind zijn om
dit geval gelijk te stellen met het niet-
candideeren na afloop van een periode.”
In 1908 kwam het in 1905 opgetreden mini
sterie De Meester in den .nacht van Staal” ten
val. De heer Heemskerk vormde, ondanks het
feit, dat er geen meerderheid was. een Kabinet,
om de loopende zaken gaande te houden. In
1909 werd zijn werk bevestigd. De rechtsche
partijen behaalden 60 zetels. Andermaal trad
de heer Heemskerk als Kabinetsformateur op
en tot de volgende verkiezingen, in 1913. hield
dit Kabinet stand. Gedurende zijn minister
schap bezigde hjj de bekende uitdrukking over
de Sociaal-Democrateneen roode vaan in den
mist!
Nadat het ministerie Cort van der Linden was
opgetreden, werd mr. Heemskerk tot Lid van
den Raad van State benoemd; tot 1918 had hy
in dat college zitting en toen trad hij voor de
derde maal als minster op en wel als Minister
van Justitie.
Na zijn ministerschap werd hij weer door de
kiezers naar de Tweede Kamer afgevaardigd,
waarin hij een van de sprekers was, die nog
steeds het meest de aandacht trokken.
Met genoegen zien we, dat de R. K. Par
tijraad ook volgens „De Avondpost” niet
thuis behoort in den hoek, waarin de Am-
sterdamsche roode partij-federatie zich ge
plaatst heeft door drie afgevaardigden tot
heengaan' te dwingen, omdat dezen niet
naar den zin der federatie gestemd hadden.
Een van de vele bochten waarin „Het
Volk” zich wringt om zichzelf en de fede
ratie te verdedigen is dat, wat nu in Am
sterdam gebeurd is, precies hetzelfde be-
teekent als het nlet-candideeren van af
tredende leden.
Veel en velerlei zijn de betrelfklngen geweest,
die door den heer Heemskerk, na zijn vestiging
als advocaat te Amsterdam achtereenvolgens
zijn bekleed.
Meer algemeen bekend werd hij echter in
6ns land, toen hij zich ook op het gebied der
politiek ging bewegen.
Maar we ontmoetten hem daar eerst, nadat
hij zich aan de zijde der anti-revolutionnaire
partij had geschaard en een krijger was ge
worden in de gelederen van dr. Kuyper.
De eerst stap, dien hjj op dit terrein zette,
was op het gebied der provinciale politiek en
wel in 1883. Hij werd toen door de anti-revo-
lutlonnalre partij candidaat gesteld voor het
lidmaatschap der Provinciale Staten in het
district Weesp en gekozen ook.
In 1880 ging hU aan de .Jioogere politiek”
doen en werd naar de Tweede Kamer af
gevaardigd. waarin hij, met onderbreking van
een paar tusschenpoozen tot aan zijn eerste mi
nisterschap zitting heeft gehad.
Mr. Heemskerk heeft als politicus ook pech
gehad, misschien méér dan eenig ander poli
ticus. Zuiver tengevolge van verkiezingspech is
mr. Heemskerk van 1897 tot 1901 geen Kamer
lid geweest.
In het Diaconessenhuis te Utrecht is Zon
dagmiddag om half twee op 79-jarigen leeftijd
overleden mr. Th. Heemskerk, minister van
Staat, lid der Tweede Kamer en oud-minister
van Justitie.
ziens verkeerde wijze heeft toegepast.” Dit
is het, wat te Amsterdam in het geding is,
zooals het ook in het pachtwet-geschil tus-
schen de r. k. Staatspartij en zes senatoren
in het geding is. Het verschil is alleen, dat
die partij twee der zes vertegenwoordigers
wier ambtstijd juist ten einde liep, niet we
der gecandideerd heeft, terwijl onze Am-
sterdamsche partij tusschentjjds haar drie
vertegenwoordigers tot het neerleggen van
hun mandaat ultgenoodigd heeft, dat zij
anders In een zwaren tijd nog drie jaar
lang hadden kunnen uitoefenen op een wij
ze, die door hun partij in strijd met een
juiste toepassing der partljbeginselen geacht
werd.”
Deze redeneerlng, deze vergelijking is er
zoo schrijft „De Avondpost volslagen
naast.
Een raadslid wordt voor zekeren tijd ge
kozen. Is deze periode afgeloopen, dan staat
het ieder van zijn vroegere mandatarissen
vrjj, om te beoordeelen of hij wederom voor
een candidatuur in aanmerking komt en
ieder heeft het recht die vraag ontkennend
te beantwoorden. Maar tijdens de
“omdat” hët”'zoo'losjes en zoo luchtig was, per iode moet men hem vr h e 1 d
k> makkelijk alles onbedacht gezegd wat in laten w a a r o p h Ij binnen de
it brein maar opkwam, kreeg men den indruk grenzen van het p r o gram
in weinia ernst. waarop hij gekozen ia, aan-
spraak heeft. Dat de drie Am-
sterdamsche raadsleden die grenzen heb
ben geëerbiedigd, staat vast, en het
is ook door „Het Volk" uitdrukkelijk er
kend. Aan hun program zijn ze niet on
trouw geweest. Toch worden ze op staanden
voet tot aftreden gedwongen, omdat men
verlangt dat ze buiten het principe van
hun politiek om precies zullen doen wat
■de Federatie hun beveelt
6°. Is het waar, dat de Voogdijraad van
Maastricht eerst mededeellng van de ontzet
ting uit de ouderlijke macht over een meis
je vonnis van 4 Sept. 1931) aan de ouders
heeft gedaan, nadat de termijn voor appél
verstreken was?
7°. Wil de Minister maatregelen treffen,
die ten gevolge hebben, dat aan ouders op
duidelijke wijze wordt medegedeeld, dat zij
ontzet zijn uit of ontheven zijn van de ouder
lijke macht, onmiddellijk nadat het vonnis
is uitgesproken, opdat althans appél moge
lijk zij?
Telegram van de V eilingsvereeni-
gingen in West-Frietland aan
den* Minister van
Landbouw
In de algemeene vergadering van den Kring
van Vellingsvereenlgingen In West-Friesland, op
9 Juni te Hoorn gehouden, werd bij het bespre
ken van den noodtoestand in den tuinbouw,
verontwaardigd als men was over de beperkte en
langzame wijze waarop de regeeringssteun af
kwam, eenstemmig besloten het volgend tele
gram te zenden aan den Minister van Land
bouw:
„De algemeene vergadering van Velllngsver-
eeniglngen in West-Frlesland, bijeen op 9 Jnnl
te Hoorn, waarop twaalf groentenveilingen uit
dat deel van Noord-Holland zijn vertegenwoor
digd, dankend voor den reeds verstrekten steun
aan het grove tuinbouwgebied van Noord-Hol
land, spreekt er haar diep leedwezen over uit,
dat deze slechts voor de helft Is verstrekt, niet
tegenstaande de aanvragen reeds tot het tater-
ste waren beperkt en verzoekt Uwe Ex. met ge-
pasten eerbied, doch dringend, zoo spoedig mo
gelijk het resteerend deel dezer aanvragen te
verstrekken, om in den allergrootsten nood dezer
meest getroffen tuinders te voorzien."
ken opgedragen, dat hij tot zijn heengaan is
blijven bekleeden.
Bij afwezigheid van den burgemeester genoot
hij het voorrecht den ouden president Krilger in
Amsterdam welkom te heeten. In den Raad
ziet hij zjjn voordracht tot aanleg van de U-
en Ertskade aangenomen; in 1903 kon hij het
contract met de Maatschappij ..Electra" afslui
ten en werden de gemeentelijke Electricltelts-
werken gegrondvest. In 1905 volgde de totstand
koming van het werkliedenreglement, niettegen
staande den hevlgen tegenstand werd de Bouw
verordening ingevoerd en in 1906 werd de Duin
waterleiding uitgebreid.
Verzocht wordt te melden dat het gewone
spreekuur van den voorzitter van de commis
sie van Advies Crlsislnvoerwet (dn ocutingen-
teeringscomissle), Laan van Meerdervoort 84,
zoo
dat brein maar
van weinig ernst.
„Als deze redenaar eens minder makkelijk
dacht en sprak, als hij een minder vluggen kop
had. die niet alles spelend en vanzelf haast op
nam. als hij eens blokken moest vóór hU wat
In mekaar gedacht en uit mekaar gezegd had
vrat een tegenstander zou het dan zijn! Nu
is hij er toch een, die met recht vooraan kan
zitten. Maar hij heeft, als Calvinist, wat wilde
haren, en wat losse allures. En ais redenaar
wat al te groote gaven.”
tegen de in ons land gemaakte regeling ge
opperd werd, was. dat een deel van de winsten,
door de exporteurs op Frankrijk in ons land ge
maakt. door den Staat worden geïnd en be
schikbaar werden gesteld voor algemeene land
bouwbelangen. Men achtte dit hier een ver
momde ultvoerbelasting.
De heer Posthuma heeft ten aanzien van
onze zuivelproducten duidelijk gemaakt dat er
geen sprake is van een „belasting" op de uit
voeren.
Deze heffing kan ook niet den minsten in
vloed hebben op de prijzen, die '.orden bepaald
door vraag en aanbod op de Pransche markt
zelf. Wordt het verschil tusschen de Pransche
en de Nederlandsche prijzen voor boter zeer
gering of nul, dan is er geen heffing, aange
zien immers deze heffing bestaat uit het ver
schil tusschen de Nederlandsche prijzen plus
vervoer en een behoorlijke winst en .ien Pran-
schen prijs minus belastingen en de winst van
den Franschen Importeur.
Nadat eenige gesprekken waren gehouden
met de Pransche belanghebbenden, zoowel im
porteurs als producenten, werd een algemeene
overeenstemming bereikt en de stemming is,
door beter begrip van elkanders positie en be
langen. ten slotte weer goed geworden.
Besloten werd, dat men. voor zoover de zui
velproducten betreft, hier in Frankrijk een
speciale commissie zal benoemen, waarin ver
tegenwoordigers zullen zitten van de organi
satie van belanghebbenden, die met de Neder
landsche overleg zal plegen, om moellükheden
bij de uitvoering van de contingentenregeling
op te lossen en te maken, dat alles zoo goed
mogelyk loopt. Daarover zullen over eenige we
ken, hetzij hier, hetzij te Brussel, nog nadere
besprekingen gehouden worden.
te ’s-Gravenhage, bepaald op Donderdagmki-
dag ran 3—4 uur, in stede van Donderdag 16
Juni as. aal worden gehouden op LMnaoag M
Juni aa. eveneens van 4 mar.
„Het Volk” schreef:
„Er is ook nog iets anders In de politieke
praktijk dan „socialistische beginselen” en
de heer Jitta is op het juiste spoor, wan
neer hij schrijft, dat „de kiezers het volste
recht hebben een vertegenwoordiger niet
meer te herkiezen, die de beginselen, waar
omtrent tusschen kiezers en afgevaardig-
Geachte Redactie!
Uit deze gegevens kan ik geen anders
oplossing formuleeren dan deze:
„Waren wjj allen maar een Orang pen
dek, dan zou de Vredesconferentie beter
1°. Is het onlangs voorgekomen, dat een
minderjarig meisje van Protestantschen
huize, voorloopig toevertrouwd aan oen Voog
dijraad te Maastricht, gedurende een jaar
verpleegd en geestelijk verzorgd is in een
R. K. ziekenhuis aldaar en buiten goed
vinden van hare ouders R. K. is gedoopt?
Heeft deze inzender (bij hooge
J dan natuurlijk!) niet ’n
•A- In
China,
etc.,
b.
massamoord met voorbedachten
rade. En oorlogen zijn voorgekomen en....
komen nog voor.
c. Men kan het in Genève niet zoover
brengen, dat de oorlogen onmogelijk wor
den.
Van de zijde van Ged. Staten van Noord-Hol-
land wordt medegedeeld dat het bij de Regee
ring in overweging is om het bedrag uit Rijks
kas van f 700.000, ingevolge de wet van 11
Febr 1932. te verdubbelen. Dit bedrag toch
was beschikbaar gesteld ten behoeve van een
vijftigtal gemeenten tot het verleenen van voor,
schotten aan de Jioodlijdende tuinders in West-
Friesland, onde* voorwaarde, dat deze 30 ten
honderd van elk aan tuinders te verleenen ere
miet zouden bijpassen.
Ged. Staten meenen verder dat aan het ver.
®oek der Regeering om deel te nemen door de
Provincie aan de credletverleenlng recht-
•J*'eeks aan de tuinders niet opnieuw kan wor.
“eo voldaan, nu de Provincie wegens de in
v°rige jaren verleende voorschotten nog voor
«roote bedragen garant Is.
^Wel zou de Provincie naar de meening van
Ged. Staten aan de deelnemende gemeenten,
indlen deze niet in staat blijken zich de voor
dit doel noodlge geldmiddelen op andere wijze
verschatten, daartoe voorschotten kunnen
verstrekken tegen de rente die de Provincie
telf te betalen heeft en met getnakkeiyke aflos.
■mgsvoorwaarden.
o Ged. Staten stellen daarom aan de Prov.
staten voor ben daartoe te willen machtigen.
Het sociaaldemocratische predikant-Kamer-
lid van der Heide heeft een dezer degen
aan den Minister van Justitie de volgende
vragen gesteld:
In mr. Heemskerk is een man heen
gegaan, die een groote rol heeft gespeeld in
ons openbaar en staatkundig leven en die,
zl werd hij sinds lang reeds tot de oude
garde gerekend, toch nog altijd tot de
feoofdfiguren van ons Parlement behoorde.
Onder de vele andere staatslieden In bin
nen- en buitenland heeft hij zich tot op
boogen ouderdom kunnen geven aan den
dienst der zaak en der beginselen, welke
hem dierbaar waren.
Het klimmen der jaren scheen hem niet
te deren. Hij droeg hun toenemenden last
met opgewektheid en zonder dat zijn werk
lust en werkkracht er orider leden.
Zijn gansche leven had hij zich een man
van stoeren arbeid getoond en dit is hij
gebleven tot het laatste toe.
Ook op hem is het woord toepasselijk,
dat hij in het harnas is gestorven.
Want niet slechts een werker was Heems
kerk, maar ook een strijder. In zijn rede
voeringen en hoevele heeft hij er niet
gehouden! schitterde het vernuft en
tintelde de humor; maar de ondergrond
van zijn optreden was altijd diepe ernst,
voortspruitende uit een christelijke levens
opvatting en onverzettelljke trouw aan het
beginsel.
Voor de partij, waartoe hjj met hart en
ziel behoorde, is hij een geweldige kracht
geweest.
In den Amsterdamschen gemeenteraad,
in de Tweede Kamer, als wethouder en
minister om slechts van zijne voor
naamste functies te spreken heeft hij
haar onschatbare diensten bewezen.
Maar dit hield tevens in, dat hij zich ook
op bizondere wijze verdienstelijk maakte
voor het land.
Hij was van het hout, waaruit de groote
parlementariërs, de wetgevers en staats
lieden worden gesneden.
Hij was de waardige drager van eeh
fllustren naam. Een naam welke zooals
wij vroeger al eens schreven steeds
herinnerde aan mannen, die in vroeger en
later tijd het vaderland aan zich ver
plichtten door groote kloekheid, door groo
te kunde en groote werkkracht.
In ons openbare leven zal hij zeer worden
gemist en wel het allermeest in de Kamer.
Zijn woord vond altijd een gunstig gehoor,
om den inhoud, èn om den vorm. Ontelbaar
zijn de „bons mots”, de geestige woordspe
lingen, de rake zetten, waarmee hij zijne
redevoeringen wist te kruiden; en slechts
een enkele maal verscherpte zich zijn spe
lend vernuft tot bijtenden spot, of strie
mend sarcasme.
Verbluffend ook was de scherpzinnigheid,
welke hem in staat stelde snel tot de kern
van een zaak, of onderwerp, hoe ingewik
keld ook, door te dringen, en er vervol
gens op klare wijze zijn oordeel over te
geggen.
Hij gaf z .hiervan menigmaal treffende
staaltjes, vooral in den ttjd, toen hij nog
wethouder was in de hoofdstad, met al de
beslommeringen aan dat ambt verbonden,
en terzelfder tijd lid, en een zeer bedrijvig
lid, van de Tweede Kamer.
Ben man van flfcitengewone gaven, inder
daad, die een der gloriën zal blijven van de
partij, waarvan hij sinds tientallen van
jaren reeds een der leiders was.
Maar ook bulten de partij zal men met
respect en waardeering de herinnering be
waren aan zijn krachtige persoonlijkheid.
En zeer zeker zal dit het geval wezen bij
de Katholieken, die jaren en jaren lang in
den thans ontslapen staatsman een trou
wen bondgenoot hadden leeren kennen.
Toen wij hem eens in een persgesprek de
vraag stelden, of hij samenwerking tus-
sahen zijn partij en de onze gewenscht
achtte, luidde zeer beslist het antwoord:
„Gewenscht en noodzakelijk. Daarop kan
niet genoeg de nadruk gelegd worden."
De heer Heemskerk sprak deze woorden
aan den vooravond van een verkiezings
campagne, toen er nog geen Evenredige
Vertegenwoordiging bestond, en de Recht-
sche partijen aan de stembus geregeld sa
mengingen.
Maar ook in later jaren heeft hij getoond
de samenwerking met de Katholieken op
hoogen prijs te stellen. En hoe afkeerig hij
was van anti-papisme, bewees hij o.a. door
zijn houding in de quaestie van het gezant
schap bij den H. Stoel, een houding, welke
niet slechts pleitte voor zijn helder inzicht,
maar evenzeer voor zijn vastberadenheid
en moed.
De Antl-Revolutionnaire Partij, de Twee
de Kamer, het Nederlandsche volk hebben
dit zij ons slotwoord bij dit verscheiden
door mr. Heemskerk’s dood een zwaar
verlies geleden.
Theodorus Heemskerk, die 20 Juli 1852 te Am
sterdam geboren werd, bracht het grootste deel
van z(jn jeugd, zijn school Jongensjaren ten
minste, door in Den Haag. Als jongen bezocht
h(j eerst de lagere school en daarna de H.B.S.,
want het lag in zijn voornemen destijds om
naar Delft te gaan en daar voor ingenieur te
studeeren. Zijn liefhebberij leidde hem toen in
een geheel andere richting, dan die, welke hy
later zou opgaan. De kinderen van mr. J.
Heemskerk hadden van hun emlnenten vader
diens bijzonderen intellectueelen aanleg, diens
scherp vernuft, diens sterk geheugen, vlug be
grip en intuïtief bevattingsvermogen geërfd. Op
school reeds muntten zij uit, waren zjj hun
medeleerlingen steeds voor. En zoo was ook
Theo Heemskerk een primus inter pares: vlug,
scherpzinnig, intellectueel, begaafd en intuïtief
weter.
Mr. Th. Heemskerk was opgewekt, vroolyk
van aard, joviaal, minnaar van een bon mot,
■sprudlend" van levenslust, prettig in den om
gang. Als jongen was hjj al getapt en nooit zou
hjj iemand opzettelijk grieven.
Zijn huiselijke omgeving was ook oorzaak,
dat hU veel van en over politiek hoorde en zoo
was hij als schoolknaap al aardig op de hoogte
van wat er op het Binnenhof voorviel.
Wil de Minister een onderzoek doen
instellen naar de gronden waarop het in de
tweede vraag bedoelde meisje zoo lang bleef
toevertrouwd aan den Voogdijraad te Maas
tricht en wil de Minister zijn oordeel over
deze gronden kenbaar maken?
Gelijk dat aan het Hof gebruikelijk te, waar
men voor de jonge prinsen kameraden zoekt
uit de zoons der voorname families in de resi
dentie, had men omstfeeks de zeventiger jaren
ook voor Prins Alexander eenige Haagschc jon
gelui uitgezocht, die ten paleize kwamen voor
gezelschap en omgang van den jongsten zoon
van koning Willem III.
Onder hem behoorde ook
Heemskerk.
Kort daarop werd hjj echter tijdelijk van dit
gezelschap gescheiden.
Hij had eindexamen H. B. S. gedaan en liet
zich nu aan de Polytechnische School te Delft
inschrijven. Prins Alexander ging te Leiden stu
deeren en de debatingclub „Serva Fidem” ge-
beeten, werd van Den Haag naar Leiden ver
plaatst. maar zonder den jongen Heemskerk.
Na een jaar had de jonge student echter al
genoeg van zijn Delftsche studiën; de rechts
kundige studiën trokken hem meer aan. Hij
besloot van studievak te veranderen.
2°. Heeft zich eenigen tijd geleden het
geval voorgedaan, dat een ander minder
jarig Protestantsch meisje, voorloopig toe
vertrouwd aan den Voogdijraad te Maas,
trlcht. meer dan een half jaar verpleegd en
geestelijk verzorgd is in een klooster aldaar
en aan haar ouders gevraagd heeft R. K.
te worden gedoopt?
Dien grooten stap op zijn levensweg heeft
hjj niet aan de Universiteit gezet. Daarvoor
moest hij Lelden eerst verlaten hebben. Dat
gebeurde dus (ja 1876.
In 1876 promoveerde hU op een proefschrift
over „Huwelijken van Nederlanders buitens
lands".
Daarna trok hij naar zijn geboortestad en
vestigde zich daar te Amsterdam als advocaat.
De advocatuur heeft hij tot zijn benoeming
tot Minister van Binnenlandsche Zaken Fe
bruari 1908 uitgeoefend.
Niet lang na zijn vestiging te Amsterdam
heeft de groote verandering in de overtuiging
van den heer Heemskerk plaats gegrepen en is
hij de orthodoxe Calvinist, de trouwe volgeling
van den antl-revolutionnalren leider geworden, den overeenstemming bestaat, op huns in-
Hoogstwaarschljnlijk heeft ook zijn eerste
huwelijk tot zijn overgang medegewerkt.
Op vrU jeugdigen leeftijd huwde de heer
Heemskerk met een freule Hartsen, een hoog
begaafde vrouw van orthodoxe richting. Reeds
kort na dit huwelijk liet zich een verandering
In de godsdienstige opvattingen van den heer
Heemskerk waarnemen.
Na een kort, gelukkig huwelijk ontviel hem
zijn vrouw en dit -verlies moet een zeer diepen
indruk op hem hebben gemaakt.
algemeen mag toch geen enkele
plaats hebben zonder
3°. Zoo het antwoord op bovenstaande
vragen bevestigend mocht zijn, is het dan
naar de meening van den Minister goed te
achten, dat. buiten noodzaak. Protestant,
sche minderjarigen, toevertrouwd aan den
Voogdijraad in R. K. Inrichtingen worden
verpleegd en verzorgd, zooals dit ten aan
zien van de twee minderjarigen, waarvan
hier sprake te, het geval te geweest en wil
de Minister maatregelen treffen om herha
ling van dergelijke gevallen te voorkomen?
Vlug ging hij Grieksch en Latijn leeren.
een kleinigheid voor een vluggen kop als hjj
en na korten tijd liet hü zich té Leiden bij
de juridische faculteit inschrijven. Hier vond
hij de Haagsche cénacle van Prins Alexander
terug.
Daar te Leiden heeft hij een zijner jeugd-
trlomfen gevierd, die tevens getuigenis aflegde
van zijn buitengewone capaciteiten.
Zoo heeft de heer Heemskerk in 1875 by het
feest van het 300-jarig bestaan der Uulversi-
teit een rede in het Latyn gehouden hy, die
het toch slechts een paar jaar te -voren was
gaan leeren, zoo schitterend, dat de ge
leerden en professoren er verstomd van
stonden.
Nog iets anders hielp mede hem als student
een reputatie te verschaffen. En dat was we
derom een oratorische triomf
Er bestond nJ. onder de studenten een dis
puut-gezelschap. waarvan de leden de verplich
ting hadden een of ander voorwerp in het
openbaar te verdedigen. Toen de beurt aan den
heer Heemskerk was gekomen, kwam dr. A.
Kuyper, speciaal voor die gelegenheid over om
met den student Heemskerk te debatteeren.
Later, nadat zjjn academiejaren achter den
rug waren, ging de toenmalige advocaat te Am
sterdam naar Kuyper’s gelederen over.
4°. Wil de Minister, als wél de noodzaak
bestaat, dat kinderen wier ouders in de uit
oefening va nde ouderlijke maoht zijn ge
schorst, in R. K. inrichtingen worden ver
pleegd, bevorderen, dat de Voogdijraad ten
spoedigste daarvan bericht zendt >aan een
predikant ter plaatse?
Daitschland, Frankryk. Japan,
Rusland.... Europa. Amerika,
waren echte mensohen.
Iedere oorlog te in zekere mate een
met
Zijn stadgenooten, de Amsterdammers, droe
gen hem ook in engeren kring op, hun belangen
te behartigen en zonden, hem naar den ge
meenteraad, waarinJupTn eerste instantie zit
ting had van 1889 tot 1895 en in tweede in
stantie van 1900 tot 1908.
Een jaar na zjjn tweede verkiezing tot Lid
van den Raad, in 1901 dus, werd hem het wet-
houdersschap van Financiën en Publieke Wer-
Naar aanleiding hiervan had onze corres
pondent een onderhoud met mr. dr. Ch.
Oppen, voorzitter van den Voogdijraad
Maastricht.
Deze kon. daar de interpellatie nog niet in
zijn Voogdijraad behandeld was, slecht zjjn
persoonlijke meening tot uiting brengen. Het
incident is aan het rollen gebracht door den
heer B. C. Gladder, predlkant-advocaat te Gln-
neken, die over het onderwerp een open brief
richtte aan Ben Minister van Justitie, een
schrijven, waarvan de publicatie door mr. van
Oppen ten zeerste werd betreurd, omdat de
noodeloos kwetsende vorm geëigend is. om de
verstandhouding tusschen Protestanten en Ka
tholieken. die hier in Limburg niets te wen-
schen overlaat, ten ongunste te beïnvloeden.
De gevallen, waarop de vragen van Ds. v. d.
Heide betrekking hebben, betreffen twee Pro.
testantsche meisjes, die Katholiek zyn gewor
den. althans het voornemen daartoe hebben
te kennen gegeven.
Het meisje G„ 19 jaar oud, werd aan de
zorgen van den Voogdijraad toevertrouwd en
door dezen omdat het ziek was. ondergebracht
in het ziekenhuis te Maastricht. Gedurende
haar verbiyf aldaar gaf het meisje den wensch
te kennen om Katholiek gedoopt te worden,
aan welken wensch gevolg is gegeven. De
Voogdijraad werd eerst van dit feit op de
hoogte gebracht, nadat het meisje gedoopt
was.
Het andere meisje 8., 16 jaar oud, was,
volgens betrouwbare Informatie, van gods-
dlenstlooze ouders. Toen de Voogdijraad het
meisje onder zyn hoede nam. verklaarde het
pertinent, dat het katholiek wilde worden,
eerst aan de secretaresse, daarna in de ver.
gaderlng van den Voogdijraad. Hierop werd het
toevertrouwd aan het Liefdewerk voor Kinder-
bescherming. De ouders bleken later daartegen
bezwaar te hebben en het slot der geschiede
nis was. dat over het kind een Protestantsche
gezinsvoogd werd benoemd.
Mr. van Oppen zeide het vooral te betreu-
ren, dat ten deze de goede trodbr van den
Voogduraad door mr. Cladder in twyfel werd
getrokken. Gedurende zyn 27-jarlg bestaan
heeft de Voogdyraad in tal van grensgevallen
een beslissing moeten nemen over de vraag,
of de opvoeding van een verwaarloosd kind
In Protestantsche dan wel Katholieke rich,
ting moest worden gedirigeerd. Steeds werd by
zulke gelegenheden op de eerste plaats het
advies ingewonnen van de nlet-katholieke le
den van den Raad, en zonder eenige uitzon
dering ook in de thans geïncrimineerde ge
vallen zyn de ter zake genomen besluiten
met eenstemmigheid genomen. Steeds wordt,
waar het geval daartoe aanleiding geeft, voe
ling gehouden met den predikant ter plaatse.
By de beoordeeling van de aangelegenheid
speelt ook de principieele kwestie een rol of
een minderjarige, wanneer hy een zekeren
leeftyd bereikt heeft, over de keuze van zyn
godsdienst zelf kan beslissen, dan wel of deze
keuze uitsluitend ter beoordeeling van de
ouders staat, een vraag, waarover de Protes
tanten een andere meening hebben dan de
Katholieken.
Over de zesde, door ds. van der yeide ge
stelde vraag zeide mr. van Oppen, dat het
niet onmogeiyk is, dat, daar de Voogdyraad
te Maastricht slechts over één klerk beschikt
en liet werk een buitengewonen omvang heeft
bereikt, een kennisgeving te laat verzonden is.
wy kennen ds. van der Heide als een ern
stig en welmeenend man en het verwondert ons
daarom, dat hy. die door zyn relaties spe
ciaal In het gevangenis- en voordyraadswezen
gemakkeiyk te voren ook deze informaties had
kunnen krygen, gemeend heeft op deze wyze
de reeds bestaande, betreurenswaardige publi
citeit, die zeer licht doer antipapistische ele.
menten wordt uitgebuit op een manier, welke
ds. van der Heide zeker niet gewild heeft, te
versterken.
Zooals reeds gemeld, is dr. F. E. posthuma
verzoek van minister Verschuur naar Pa.
gegaan, om daar besprekingen te voeren
de moeiiykheden, voortvloeiende uit de
en vee-ccntingenteerlngén.
Omtrent dit bezoek aan de Pransche hoofd
stad telefoneerde de Parysche correspondent
van het .Jlandelsblad" Vrijdagavond uit die
stad:
Enkele Pransche klachten over moeilijkhe
den, die gerezen zouden zyn by de regeling van
de Invoeren van Nederlandsche zuivelproduc
ten en versch vleeech, overeenkomstig de daar
voor aan Nederland toegekende contingenten,
hadden het wenscheiyk doen voorkomen, daar,
over van gedachte te wisselen.
Te dien einde zyn Donderdag en Vrijdag te
Parijs besprekingen gevoerd met autoriteiten
en belanghebbenden door dr. P. E. Posthuma,
voorzitter, en den heer J. H. Geluk, lid van het
crlsis-xulvelbureau voor onze zulveiproductle
en door den heer Zwanenberg uit Oss voor het
vee.
De wwmaatmrte griet, die ven Franuche etfde
Allereerst dan wordt versobering aanbe
volen met het oog op de publieke diensten.
De Overheid lands en gemeentelijke
bezit zelf niets. Zij moet haar inkomen ha
len uit het volksinkomen.
Daarom is versobering in de openbare
uitgaven een onvermijdelijke noodzakelijk
heid.
Toch blijft die noodzakelijkheid van ver
sobering niet tot de publieke uitgaven be
perkt. Ze kan voor de indivldueele perso
nen even noodzakelijk zjjn.
Er zijn nog altijd luchthartigen, die mee
nen, dat morgen of anders overmorgen de
economische zon wel weer schijnen zal en
die, bij verminderd Inkomen, op den ouden
voet blijven leven, omdat de zorgen van he
den morgen of ulterlljk overmorgen wel
weer verdwenen zullen zijn. Ook tot deze
komt de vermaning: versober! Want uw
vroeger inkomen komt, zoo het al ooit ge
beurt, althans voorloopig niet terug.
Anders staat het met hen, wier inkomen
nog niet, of niet noemenswaard, afnam.
Hen zouden we, over het algemeen, niet
willen aansporen om hun uitgaven gefor
ceerd te verminderen. Wèl echter om ge
paste voorzichtigheid te betrachten. De
morgen is niet altijd gelijk aan het heden.
Ook gezinnen met vaste inkomens kunnen
voor vermindering komen te staan. En vie
dan het bekende „appeltje voor den dorst”
op zij legde, komt den moeilijken tijd beter
door dan hij, die altijd op den rand van het
inkomen leefde. Wie 10 pet. op zij wist te
leggen en straks 20 pet. in inkomen achter
uit mocht gaan, kan dan, door wat van het
bespaarde te nemen, blijven leven zooals
hij gewoon was.
Onjuist is stellig de opvatting, dat het
beter is alles op te maken dan een paar
duizend gulden over te houden en die te
beleggen, omdat op beleggingen altijd 30
a 35 pct. verloren wordt. Zeker komt dit
voor; zelfs zijp de verliespercentages vaak
hooger.
Maar vooreerst behoeft dit verlies voor
den rustigen belegger niet blijvend te zijn,
en ten andere zijn er ook nlet-speculati’ve
beleggingen, die afgezien van kleine
schommelingen over een reeks van jaren
gezien, vrijwel een constante waarde be
houden
Zuinigheid en sparen hebben nog
iemand armer gemaakt.
Maar overigens moet men in dezen tijd
niet onnoodlg zijn persoonlijke uitgaven
verminderen. Niet méér dan noodig is met
het oog op een onzekere toekomst
•n Eigenaardig geval doet zich op Suma
tra voorin de rimboe moeten daar wezens
rondloopen, die méér nog dan eenige
vroegere mensch-aap op echte men-
schen gelijken, onbehaarde blanke gezich
ten hebben, recht overeind gaan, enz.
De mogelijkheid wordt zelfs geopperd,
dat deze zonderlinge wezens orang pen
dek genaamd heuschelijke menschen
zijn.
De Europeesche geleerden hebben X
zaakje eens precies willen onderzoeken en
ze hebben op deze zonderlinge wezens met
behulp van het geweer jacht laten ma
ken; naar het heet, zou er al een orang
pendek getroffen zijn en gedood.
We laten in 't midden, of dit wel door
den beugel kan: mag, in een dergelijk ge
val van twijfel, het geweer gehanteerd wor
den? en was het schot ook indien de
orang pendek géén mensch was verant-
woord?
In 1
levensvernietiging
uoodzR k
Maar hoe dan ook: een storm van ver
ontwaardiging is over het geval opgegaan,
de humaniteit kwam fel in actie, een
Tweede Kamerlid sprak zelfs van „moord
met voorbedachten rade”....
Wij wenschen er den orang pendek geluk
mee, dat de humaniteit zich zoo hartelijk
voor hem interesseert.
Maar nu is een zekere m’nheer Van
Bentum. die zich als „mensch”' aandient,
in de „Residentiebode” met 'n paar scham
pere notities komen aandragen; die noti
ties zijn kort, maar.... afijn, leest u zélf: