Prikkeldraad
Uit den boedel-Verschuur
INDIE EN DE HUIDIGE CRISIS
e
SOCIALE VERZEKERINGSWETTEN
De Kamerdebatten
Opening Volksraad
De rede van den G.-G.
De bliksemafleider
Een forsche
waarschuwing
Nog niet genoeg
leergeld
DONDERDAG 16 JUNI
opgevangen
Loonsverlaging N.S.
OP HET BINNENHOF
Duitschlands boterinvoerpolitiek
DE BEVOEGDHEID VAN
TANDTECHNICI
Het standpunt der medici
Droefenis der doctoren
MR. TH. HEEMSKERK
Beruchte categorie
De schrijver besluit zijn stukje met het
Wetsontwerp met 44 tegen
30 stemmen gesneuveld
De ontzettende schok, zonder
weerga, waaraan dit land
heeft blootgestaan.
Jhr. mr. B. C. de Jonge,
G.-G. van Ned. Oost-lndië
OUD-MINISTER POSTHUMA
NAAR BERLIJN
d'
Ministerieel bezoek
Conclusie op een adres
Allemaal liberaal
c
■elf niet, maar we sljn
i
hetgeen
niet
on-
be-
t te
Nog geen beterschap
P. 8.
O
1
reeds gezegde als volgt te herhalen en te
onderstrepen
een
af-
dat beroep de zoogenaamde tandprothese
ook door de tandtechnlcl uitgeoefend. Dit ge
schiedde In overtreding van de bestaande wet.
En de Hooge Raad legde dit in een arrest vast.
In 1925 is toen, om deze menschen niet van
hun bestaan te berooven. een wet tot stand ge
komen, die hen in staat stelde, een examen af
te leggen. Bleek daarbij hun voldoende prac
tteche bekwaamheid, dan mochten zij de tand
prothese blijven uitoefenen.
Tallooze malen is deze groep, die de kunst
van ageeren en zelfs op de tribune der Kamer
applaudisseeren verstaat. In de Volksvertegen
woordiging besproken. Maar meestal ging het
dan over de niet-geslaagden, die zich om aller
lei redenen verongelijkt achtten.
Onze
er den
ken, u_
Dit groots verschil van meenlng betrof een
ontwerp, dat de In de Ifamer door haar voort
durend meer in de debatten opduiken berucht
geworden categorie der tandheelkundigen be
trof, tandtechnlcl, die oorspronkelijk de tand
artsen terzijde stonden, doordat zjj gebitten,
bruggen en dergelijke apparaten vervaardigden
Hoewel voor 1925 het monopolie, om de ge-
heele tandheelkunde te beoefenen, bij de art
sen en tandartsen berustte, werd een deel van
de propere .huwelijksmoraal van 'n Lind
sey; we herinneren ons, dat b.v. Lulklnga
in het offlcieele tijdschrift der 8. D. A. P.
het pleit voerde vóór Lindsey en zijn „mo
raal".
Jawel! Best mogelijk! Maar dat was ’n
kwestie van individueele opvatting. Later
hebben wij 'n anderen socialist toch immers
'n beetje in tegenovergestelde richting la
ten schrijven?
En nu dat boek van de Wlbauten: „Het
Volk" schrijft daarover nog eens:
Bij de behandeling van het wetsontwerp
tot tijdelijke hulp aan de melkveehouderij,
dat met schier ondenkbaren spoed door de
Eerste Kamer is afgehandeld, moest wel een
historische herinnering rijzen.
Onwillekeurig gingen de gedachten terug
tot 19 Februari 1931, toen na harden strijd
door diezelfde Kamer de Tarwewet aan
vaard werd, schrijft de „Standaard":
Heden evenwel waren de ongeveer tachtig
geslaagden, die dus de tandprothese beoefenen,
in het geding. De Minister wilde hun thans
verdere bevoegdheden geven en hen In staat
stellen, de volledige tandheelkunde in practijk
te brengen. Tot groote droefenis van de twee
medici, dr. Vos en mevr, de Vries Bruins
Vooral dr. Vos legde het er zeer dik op en heeft
blijkens den uitslag een groot deel van de
Kamer overtuigd. Baseerde de sociaal-demo-
cratteche arts haar betoog voornamelijk op de
stellingen, dat de betrokkenen de meerdere
bevoegdheden voor hun bestaan niet absoluut
noodig hebben en dat de Regeering hen alleen
als groep ziet en niet stuk voor stuk haar
Pappenheimers aanziet op de betrouwbaarheid
van hun kennis, de liberale medicus zong den
lof der universitaire studie en vond dit voor
nemen, om aan menschen, die nooit eenige me
dische opleiding hebben gehad, dezelfde be
voegdheid te geven als aan tandartsen, een aan
fluiting voor de kennis, ter Alma Mater onder
de hoede van hoogleeraren der geneeskundige
faculteit opgedaan, en een onrecht tegenover
degenen, die zich de moeite en de kosten van
die studie getroosten.
In het algemeen gezien, had dr. Vos zeer
zeker gelijk. Want het moge waar zijn, wat
Minister Ruys opmerkte, dat de practijk van
den tandarts voor 90 pCt. techniek Is. er kunnen
zich ongetwijfeld zij het sporadisch ge
vallen voordoen met allerlei complicaties, die
van den behandelenden tandarts bekwaam
heden vragen, waarbij alle mogelijke vakken
der medische wetenschap te pas komen.
in Ned.-Indië is beterschap nog niet
hetgeen op zeer pijnlijke wijze
bij de beschouwing van onze
Inheemsche exportbedrijven,
regelingen zijn niet langer af-
Den Haag, 15 Juni 32
Minister Ruys de Beerenbrouck Is met de
afdeeling: Volksgezondheid, die hij van zijn
ambtgenoot Verschuur overnam, niet gelukkig
Was hij gisteren door den vrijwel algemeenen
tegenzin der Kamer tegen de voorgestelde wij
ziging van de „Geneesmiddelenwet" genoopt, in
zooverre te retireeren, dat hjj den Voorzitter
eene schorsing van de beraadslagingen tn der.
mond moest geven, heden zag hjj het tweede
ontwerp uit den boedel-Verschuur met vrij
flinke meerderheid (44 tegen 30 stemmen) ver
worpen. een uitspraak, waarbij behalve de
anti-revolutlonnalren en de ondulbare een-
Ungfractles alle partijen dusdanig verdeeld
stemden, dat bijvoorbeeld zelfs een tweetal als
het soclaal-democratlsch broederpaar Ter Laan
het niet eens was. Van de Katholieke fractie
schaarden alleen de heeren Teullngs en Ament
zich bij de tegenstanders.
De Poolsche Gezant heeft aan de Neder
landsche Regeering de deelneming der Pool
sche Regeering betuigd In het overlijden van
mr. Th. Heemskerk, die lid was van de Neder-
LandJch-Poolsche Conclllantie-commissie.
Ziedaar het eenige verschil:
Als van ons maar niet geëischt werd.^tfat
wij ons in de R.K. Staatspartij organlsee-
ren, konden wij allemaal liberaal zijn!
Zóó pleegt men staatsmanskunde in onze
dagen, nadat de Pausen van Rome telkens
weer het liberalisme ten sterkste hebben
veroordeeld, nu wij nog lederen dag moe
ten vechten tegen de liberale opvatting op
welhaast elk gebied.
Toch zijn we liberaal.
De heer De Leyer uit Den Bosch heeft
ons geannexeerd.
Waarom ook eigenlijk niet?
Is in den gedachtengang der liberalen
niet heel de wereld.... him?
De bliksemafleider werkt uitstekend.
Maar.hoe komt het toch, dat juist de
leidende geest in de 8. D. A. P. zoo anti
godsdienstig en anti-chrlstelljk van zede-
lljkheids-opvatting is? Hoe komt het toch,
dat de meeste antl-godsdienstige agitatie
en de meeste nieuwlichterij op (on-)zede-
lijkheidsgebied juist uit socialistische krin
gen voortkomen en vandaar uit gepropa
geerd worden? Hoe komt het toch, dat de
roode pers zich bijna steeds op het aan de
christelijke opvattingen vijandige stand
punt plaatst?
Zelfs in bovenstaand stukje, waarin „Het
Volk" zoo verheugd constateerde, dat er
partijgenooten zijn, die eenigszins afwij
kend denken over het boek van de Wibau-
ten, kon de redactie niet nalaten te schrij
ven van „het belangwekkende geschrift".
Het moge waar zijn, dat de 8. D. A. P.
zich officieel voordoet als een partij, waar
in volkomen vrijheid van oordeel op- gods
dienstig en zedelijk gebied bestaat en ge
lijke waardering voor ieders standpunt
(dat is op zichzelf voor den katholiek al
allesbehalve een recommandatie!), zij,
die de leiding en de stroomingen in de S.
D. A. P. nagaan en bestudeeren, weten wel
beter.
En laten zich niets wijs maken.
De Minister van Waterstaat, mr. Retjmer, Ml
zich Donderdag, vergezeld van den administra
teur van zijn departement, mr. dr. Schönfeld,
naar Velsen begeven, teneinde tegenwoordig te
zijn bij de opening va een nieuwe centrale van
bet P.K.M.
Van den anderen kant echter diende niet te
worden vergeten ook dit beklemtoonde de
Minister nog 'eens dat het hier in het ge
heel niet ging om het scheppen van een stuk
blijvend recht, doch dat slechts een maatregel
werd voorgesteld ten behoeve van een zeer be
perkte en geleidelijk uitstervende groep, een
maatregel. die toch eigenlijk onvermijdelijk
was, gezien de zeer rare toestanden, waartoe
het feit, dat deze tandheelkundigen zich alleen
met de tandprothese mogen inlaten, leidt.
In het geheel niet in de verwachting van een
aantal processen want wilde men daar als
belanghebbend spreker over dit ontwerp op
aansturen,- dan diende men volgens Mr. Duys
voor verwerping van den helderheid scheppenden
maatregel te pleiten hebben de advocaten
Boon. Oud en Duys daarvan eenige staaltjes
opgehangen. Zoo mag de tandheelkundige niet
plombeeren. niet op andere wijze voor bet be
houd van landen en kiezen zorg dragen En
trekken mag hij óók niet, tenzij hij voor de ver
wijderde kiezen nieuwe In de plaats zet. Ge
volg hiervan is, dat bij deze menschen eene
neiging ontstaat, om lederen patiënt maar on-
middeUijk van zijn gebit of een deel daarvan
te ontdoen en hem van een of ander kunst
matig kauwapparaat te voorzien.
Dit is toch óók geen belang van de volksge
zondheid. En wanneer de wet was aanvaard,
zouden in tal van monden de van Moeder Na
tuur meegekregen tanden en kiezen heel wat
minder gevaar hebben geloopen.
De Kamer intusschen bleek in meerderheid
het meer starre standpunt van de medici toe
gedaan. Behalve de reeds genoemde afgevaar
digden spraken nog mevrouw Bakker -Nort,
Floris Vos en Mr. Beumer tegen en de heer
Bakker voor het ontwerp. Prof. Blotemaker
wilde alleen een Inlichting hebben en moti
veerde zijn stem niet. Door de verwerping blijft
dus de toestand bestendigd, waardoor de Ka
mer nog wel eens meer dit onderwerp zal moe
ten aansnijden. En het te toch heusch zoo on
gelooflijk taal!
rlngswetgevlng niet bereikt wordt, wat men
zich voorgesteld had, en die verder beweer
de, dat de verzekerden eigenlijk de vruch
ten dezer verzekering niet verkregen, blijkt
dus absoluut onhoudbaar te zijn.
Zooals dikwijls, of doorgaans het geval
is, had de staatkundig-gereformeerde pre
dikant er ook weer de coalitie bijgehaald en
zich veroorloofd de Rechtsche voorstanders
der sociale verzekering als „verzekerings-
aanbldders" te quallflceeren.
In forsche bewoordingen wees de antl-
rev. afgevaardigde deze qüalificatle terug.
„Wij zijn geen verzekerlngs-aanbldders”,
zelde hij. .Maar wel danken wij God, dat
Hij ons in de sociale verzekering zulk een
grooten zegen heeft bereid, waardoor zoo
ontzaglijk veel leed wordt gelenigd en zoo
veel zorg wordt weggenomen en waardoor
een groot stuk van onze volkskracht Intact
wordt gehouden, dat anders verloren ging.”
En hjj besloot:
„Ik et, dat het thans voor verschillen
de kleine werkgevers en boeren moeilijk is
de premie voor de sociale verzekering op
te brengen. Maar hier sluit Ik mij geheel
aan bij hetgeen de geachte afgevaardigde,
de heer van Voorst tot Voorst en de geach
te afgevaardigde, de heer Loerakker gezegd
hebben. De sociale verzekering moet intact
blijven. Geen afbreuk van de sociale ver
zekering, maar steun aan het bedrijf, opdat
dit weer zooveel mogelijk loonend produ-
ceeren kan en het ook de sociale lasten kan
dragen; dat is de juiste weg.”
Hiermede was uitgesproken, wat leeft in
den kring van de groote partijen der Rech
terzijde. Ook de verzekeringswetgeving kan,
als alle menschenwerk, hare gebreken heb
ben. Maar dan is verbetering de leus
en niet afbraak.
De „prlncipieele” bestrijding dier wetge
ving blijkt steeds in hooge mate, of liever
uitsluitend, negatief te zijn. Het waren
verouderde klanken, waarmee men ook
thans weer tegen haar alarm sloeg. Maar
dat daardoor tevens gelegenheid geboden
werd, met cijfers en feiten haar groote be
teekenls voor het volkswelzijn te belichten,
maakte het debat op dit punt interessant
en leerzaam. P. 8.
„Wil men de beste kans scheppen, dat
ons volk zonder ernstige schokken dezen tijd
zal teboven komen, dan moeten de feiten en
de werkelijke toestand in volle klaarheid aan
het volk worden blootgelegd. Zij moeten niet
onnood ig zwart worden af geschilderd, maar
de moeilijkheden moeten nog veel minder
worden voorgesteld als gemakkelijker op te
lossen dan zij in werkelijkheid zijn. In de
tweede plaats móeten de flnancieele moge
lijkheden, moet de capaciteit van de schat-,
kist in volledige klaarheid aan het volk voor'
oogen staan. Het wekken van een waan
van mogelijkheden, die niet bestaan, hetzij
uit onkunde, hetzij desbewust, is thans roe
keloos, zoo niet misdadig. Alle ernstige men
schen, die alleen onheil zien komen van
revolutlonnairê ultsjsattingen, moeten te
zamen zch keeren tegen de onverantwoor
delijk optredende leidslieden, of zij zich zelf
revolutionnalr noemen of niet.”
doende, ingrijpende restrictie is niet in staat
de prijzen der artikelen op een winstgevend peil
te houden. Afzetgebieden gaan verloren en
aan moordende concurrentie, oa. door munt-
depreclatle. moet bet hoofd worden geboden.
Vandaar allerwege inperking der werkzaamhe
den, afdanking van personeel en sluiting van
ondernemingen De Invloed hiervan op de In-
landsche maatschappij Is begrijpelijk, n.1. door
gebrek aan werk, sterke loonsverlaging en geld-
schaarschte. De goede oogsten doen de voed
selvoorziening voorshands geen gevaar loopen.
doch de marktwaarde van alle producten ver
zwakt de economische kracht van de bevol
king.
In het bijzonder valt de aandacht op de
werkloosheid onder alle groepen der bevolking
De regeering te natuurlijk volledig bereid het
noodige en mogeljjke te doen, doch particulier
Initiatief en onderling hulpbetoon verdienen
ver de voorkeur boven ambtelijke bemoeienis.
Spreker doet een beroep op aller medewer
king. Ieder bedenke, dat elk hulpbetoon aan
den werkloozen naaste den grooteten dienst te.
welke thans aan de gemeenschap kan worden
Men kan niet zeggen, dat de bouwmees
ters van de 8. D. A P. In Nederland niet
met overleg te werk gegaan zijn:
zij hebben hun bouwwerk tijdig en voor
alle tijden van een securen bliksemafleider
voorzien.
ï)ie bliksemafleider heet „de individueele
opvatting".
Is de 8. D. A. P. tegen den godsdienst?
Wel neen! Welke lasteraar durft zooiets
beweren?
Ja maar: In de roode pers en elders komt
toch vaak zoo hevig godsdienst-vijandigheid
tot uiting
Best mogelijk! Doch dat is dan telkens
de Individueele opvatting van hem of haar,
die zich aldus uitlaat; de partij heeft daar
mee niets te maken
En.... de partij kent toch ook „reli
gieuze" leden.
U ziet dus wel: kwestie van Individueele
opvatting)
Coquetteert de 8. D. A P. niet 'n beetje
of ’n beetje véél! met „moderne” opvat
tingen omtrent het huwelijk?
De 8. D. A P? Hoe kómt u er aan!?
Ja. maar: we herinneren ons, dat in
Frankrijk ‘n Blum, in Nederland ’n Lul-
klnga zich nogal sterk interesseerden voor
„Het was in de dagen, toen het crisisvlak
zich in hoofdzaak tot akkerbouw en veen
kolonialen landbouw uitstrekte, en de vee
houderij nog plet door de crisls-ellende fel
geteisterd werd.
Een der krachtigste argumenten, waar
mee de oppositie zich tegen den steun aan
de tarweteelt keerde, was: de tarwebouw Is
niet meer loonend, blijkbaar heeft deze
cultuur haar tijd gehad. Welaan zoo
heette het verder de landbouw trekke
zich terug van deze in verval gekomen cul
tuur en wende zich tot de véeteelt. waar
nog allerhande ongedachte mogelijkheden
zich openen.
Aan het vermaan werd onder meer door
dr Wibaut kracht bijgezet met het verhaal
van de meekrap in Zeeland, die ook ten
ondergang gedoemd was.
In den beginne scheen dit een verlies,
maar al spoedig bleek het een voordeel, dat
deze bedrijfstak door meer loonende pro
ductie vervangen werd.
Wie huivert niet bij de gedachte, dat des
tijds gevolg ware gegeven aan den raad om
de tarwe aan zichzelf over te laten en den
overgang tot de zuivel te bevorderen?
Wie ook verwondert zich niet, dat blijk
baar niet genoeg leergeld betaald is, en
dezelfde groep, <|je anderhalf jaar terug de
Tarwewet bestookte, thans wederom tegen
de hulpverleenlng aan de veehouderij in
het geweer kwam!”
Bij den aanvang der vergadering vereenigde
de Kamer zich met de conclusie van de Com
missie voor de Verzoekschriften tn de zaak van
de N V. I. van de Velde Cos Aannemers
Maatschappij, die in het eerste stadium van
de Zuiderzeewerken mede door fopten van den
Rijksdienst groote schade beeft geleden. Ook
deze kwestie te al meer In behandeling geweest
De Regeering heeft tenslotte besloten, aan de
maatschappij alsnog eene schadevergoeding van
43.916.60 toe te kennen De Commissie vond,
dat adressante hiermede tevreden kon zijn. En
na een amendement-Bongaerts-van Dijk, om
alsnog aan de Regeering te verzoeken, door een
commissie bet bedrag nog eens aan etechen van
billijkheid te toetsen, te hebben verworpen,
zette de Kamer thans de eindstreep onder deze
ook al niet verkwikkelijke affaire.
Woensdag heeft de Personeelraad der Neder
landsche Spoorwegen een bespreking gehad
met den Minister van Waterstaat over de
voornemens der directie omtrent de lopnsver^.
laglng aan net spoorwegpersoneel.
Verslag daarvan zal worden uitgebracht aan
de vergadering van de Hoofdbesturen der aan
gesloten organisaties, die Vrijdag as. te Utrecht
zal plaats hebben.
we pit van de liberale grondwet,
dan blijkt, dat de R.K. Staatspartij even
als onze partij voorstandster van handha
ving te. Beide partijen gaan uit van het
beginsel te regeeren volgens de bestaande
grondwet.
Onze partij te vóór evenredige vertegen
woordiging en dus evenals de R.K. Staats
partij bereid tot samenwerking met andere
partuen
Ook
in getreden,
wordt gevoeld
Europeesche en
Internationale
Op scherpe wijze velt mr. Marchant in
het weekblad de „Vrijzinnig-Democraat
vonnis over .het Indienen van moties als er
dezer dagen weer eenige de Tweede Kamer
bezighielden, waar zij met groote en over-
groote meerderheid werden verworpen. In
krasse bewoordingen keurt hij "t voorstellen
en samenstellen van dergelijke moties af.
HIJ qualificeert dit als „gevaarlijk werk”
en richt er de volgende forsche waarschu
wing tegen:
De heer Marchant is, naar men weet,
sinds eenigen tijd behalve Kamerlid, ook
wethouder van de Residentie.
Zijn ervaring kan er slechts bij hebben ge
wonnen.
En ook zijn gezag om tegen ondoordachte
en niet te verwezenlijken moties een krach
tig vermaan te doen hooren.
Moge het worden verstaan in zijn eigen
partij en daarbuiten!
Het gevaar, dat hij signaleert, Is inder
daad niet denkbeeldig.
..De rechtsche pers heeft haar best ge
daan, het belangwekkende geschrift onzer
beide partijgenooten Wibaut over huwel.jks-
moraal op rekening van onze partij te zet
ten, hoewel de auteurs duidelijk deden
blijken slechts hun persoonlijke meenlngen
te willen geven, en hoewel prof Kuyper als
recensent in ons blad van menig meeglngs-
verschll met het boekje rekenschap gaf.
Hoe onwerkelijk deze rechtsche persvoor
stelling te. blijkt nog eens duidelijk uit het
artikel, dat In ons vrouwenblad .De Prole
tarische Vrouw" de weduwe van ons Ka
merlid Sannes aan de brochure wijdt. Zij
toont daarin op de fundamenteels punten
een tegengestelde opvatting als die der
Wibaut* aan te hangen, terwijl op het eene
punt, ten aanzien waarvan zij het standpunt
van het echtpaar ten deele aanvaardt, de
redactrice van het blad onze se na trice Pot
huisSmit, verklaart, dat dit het eenige
punt te. waarop zij met de beoordeelaarster
van meenlng verschilt.
Hiermee te nog verder komen vast te
staan, dat de In het boek neergelegde be
schouwingen slechts de individueele opvat
tingen zijn van het echtpaar Wibaut, dat
overigens ook niet anders pretendeerde."
Naar de „Tel.” bericht, zal oud minister Poet,
hums een bezoek van denzelfden aard aan
BerlUn brengen, als dat aan Parijs In wel.
Ingelichte kringen blijft men de kans op een
verbetering van de bepalingen Inzake onzen
landbouwexport naar Dultschland als gering
beschouwen. De tegenwoordige regeering acht
men te afhankelijk van de protectionistische
agrarische kringen, die zelfs de politiek van
minister Schiele als te slap beschouwden. Bo
vendien sou het nieuwe kabinet zoozeer met
zorgen overstelpt zijn, dat het nauwelijks ge
legenheid zou kunnen vinden, om In de naaste
toekomst zich bezig te houden met belangrijke
problemen, die ons in de eerste plaats «angaan.
Wat in het bijzonder de boterkwestie betreft’
vreest men. dat voor ons land een nieuwe rege
ling bijna zeker een verslechtering zal worden.
Het te niet buitengesloten, dat vereenigde po
gingen van Nederland en Denemarken ten slotte
het tegenwoordige contlngenteering-systeem ten
val zullen kunnen brengen. De Deensche en
Nederlandsche belangen loopen echter geens
zins parallel. Indien in plaats van de tegen
woordige contlngenteerlng de proportloneele
contlngenteerlng zou treden, zal Denemarken
dan recht hebben op bijna de dubbele import-
hoeveelheld, die aan Nederland aal worden toe-
geweaen. Daar het In de bedoeling der Dult-
sche regeering ligt bij de wijziging der bepalin
gen over den boterinvoer tegelijkertijd den va-
lutatoeslag op te heffen, verkrijgt Denemar
ken een eenzijdig voordeel, dat de concurren
tie tegen ons land buitengewoon moet verg»
makkelijken.
Wat zegt men daarvan?
Werkt de bliksemafleider of werkt hij
niet?
Komt er wanneer er geruchtmakende
antl-godsdienstige of onzedelijke opvattin
gen uit soclalfstlschen kring uitgedragen
worden niet steeds de een of ander ver
kondigen, dat hij of zij *t er niet precies
heelemaal mee ééns is?
Staat de 8. D. A. P. dus zelf niet dood
onschuldig buiten het geval?
„Het voorstellen van een motie kan zijn
nut hebben, wanneer van waarde is, dat
ten aanzlén van een bepaald voor regeling
vatbaar onderwerp de meenlng blljke van'
de volksvertegenwoordiging: moties zijn uit
den booze, wanneer zij niet meer dan den
schijn kunnen wekken, alsof aan hongeren
den voedsel werd onthouden uit onwil.
Nu het scherm is gevallen, moge het niet
meer worden opgehaald.”
Nederlandsche liberalen schijnen
laatsten tijd een sport van te ma-
alle katholieken bij de liberalen in te
lijven.
Wat scheidt ons eigenlijk?
Heeft de Paus b.v. in Zijn „Quadragesi-
mo Anno” geen zuiver liberale taal gespro
ken?
Wij weten t
heusch liberaal!
Dat blijkt ons weer eens uit een ingezon
den stuk in het jongste nummer van „De
Vrijheid", waarin de heer L. de Leyer uit
’s Bosch os schrijft:
„Onwillekeurig vraagt men zich af waar
om. dan wel waardoor, worden de staat
kundig liberalen aangezien voor zoo onge
veer de aartsvijanden van de R K. Staats
partij. eventueel de R.K. Kerk
•t Is wel de moeite waard dit eens na te
gaan.
Gaan
Onze partij te een economische en sociale.
uit de geheele liberale wetgeving
blijkt, terwijl de R.K Staatspartij toch wel
zal willen beweren wel sociaal, doch
niet economisch te zijn.
In deze zaken te dus het vijandelijke
niet te bespeuren, evenmin te dat te vinden
in de overige punten voor practteche po
litiek van beide partijen.
Verschil bestaat Intusschen wel hierin,
dat onze partij hare deunen openzet voor
iedereen, belijdend kerkdijk of niet, mits
de binnenkomenden het met haar beginsel
en werkprogram eens zijn.
De R.K. Staatspartij zet haar deur alleen
open voor Roomsch-Katholleken.”
Ofschoon het Tweede Kamer-debat over
de moties inzake de sociale verzekering een
negatief resultaat opleverde en de tijd
daaraan besteed voor een belangrijk deel
nuttiger had kunnen worden gebruikt, was
er althans déze goede kant aan. dat nog
eens de groote beteekenls en de hooge
waarde dier verzekering in het licht kon
den worden gebracht.
Men weet, dat er tegen de verzekerings
wetgeving in ons land lang en stelselmatig
oppositie is gevoerd.
Men sprak dan bij voorkeur van „ver-
Kkeringsdwang”, zooals men ook sprak
over den „leerdwang”, om den leerplicht te
disqualificeeren.
En aan Prinzlpienreiterei was daarbij
geen gebrek. In naam van het „beginsel”
en m«ï een beroep op de H. Schrift gordde
men zich ten strijde tegen de verzekerings
wetten en pok wel tegen de sociale wet
geving in *t algemeen.
Dat deze strijd nog niet heeft opgehou
den, althans wat de verzekering betreft,
daarvan heeft het Kamer-debat weer eens
de overtuigende bewijzen geleverd. Ds. Ker
sten vooral, die nog maar kort geleden over
dit onderwerp een scherpe woordenwisse
ling had met dr. Colijn, kwam ook ditmaal
met zijn zwaarste geschut de verzekerings
wetten bestoken. En zóó fel was zijn taal,
dat de voorzitter hem moest aansporen, zich
een beetje te matigen in zijne woorden. Oa.
herinnerde hij aan een motie in de jongste
algemeene vergadering van de Staatkundig
Gereformeerde Partij aangenomen, waarin
werd uitgesproken, dat „de verzekeringa-
dwang ons in strijd met de beginselen, ge
bouwd op Gods Woord, is opgelegd”, en
tevens werd verklaard, dat zij een ondraag-
Ujken last legt op de bedrijven.
Zijn geestverwanten spraken in denaelf-
den geest, eveneens gewagende van
„sociale wetgeving, die wij principieel
keuren.”
Natuurlijk bleef een en ander niet
weersproken. Wel verre van In strijd met de
beginselen en met de volksbelangen te zijn,
moeten de verzekeringswetten worden
schouwd als een zegen.
Het was vooral de anti-rev. afgevaardig
de Amelink, die dit den staatkundig-gere-
formeerden aanvoerder in den breede en
met klem van redenen voorhield.
Beginnende met de Ongevallen-wet, over
welker toepassing ds. Kersten ook geklaagd
-had, zeide de heer Amelink:
r
,De geaahte afgevaardigde heeft blijkbaar
de materie waarover hij sprak niet vol
doende bestudeerd. Dat op een totaal van
180.000 gevallen in 1930, waarvoor schade
loosstelling krachtens de.. Ongevallenwet
werd toegekend, gelijk uit het verslag der
Rijksverzekeringsbank over 1930 blijkt, ook
wel gevallen voorkomen die worden afge
wezen, spreekt vanzelf. Dat zegt niets tegen
de werking der sociale verzekering. En het
is hoogst onbillijk, op dien grond te bewe
ren, dat de sociale verzekering niet aan
haar doel beantwoordt.
Datzelfde geldt ook voor de Invaliditeits
wet. Volgens het zooeven door mij genoem
de verslag der Rijksverzekeringsbank kwa
men in 1930 in: 5671 aanvragen ex artikel
99 der Invaliditeitswet. En werd in 4485 ge
vallen toestemming gegeven tot geneeskun
dige behandeling; 1158 aanvragen werden
afgewezen, terwijl 15 aanvragen buiten be
schouwing bleven.
Bij de beoordeeling van het aantal aan
vragen en het aantal dat afgewezen werd,
dient men in het oog te houden, dat de Ra
den van Arbeid alleen tot geneeskundige
behandeling en verpleging kunnen over
gaan, wanneer aangenomen mag worden,
dat daarmede bereikt kan worden, dat blij
vende Invaliditeit v -komen wordt.
Dat ook in dat opzicht de Invaliditeits
wet aegenrijk werkt, blijkt uit het reeds'
meer door mij genoemde verslag der Rijks
verzekeringsbank. Dat verslag deelt toch
mede:
„Uit een door den Verzekeringsraad in
gesteld onderzoek is gebleken, dat van de
in sanatoria behandelde lijders aan long-
tuberculose 1 jaar na het eindigen der be
handeling 62.4 pet., 2 jaar na die eindiging
65.7 pet. en 3 jaar daarna 65.6 pet. hetzelfde
loon verdienden als vóór de behandeling en
respectievelijk 12 pet., 7 pet. en 8.2 pft.
minder dan vóór de behandeling. Respec
tievelijk waren 2 pet., 2.1 pet. en 2 pet. der
behandelden «overleden. Van hen, die werk
ten, verrichtten 58.3 pet. na 1 jaar, 63.2 pet.
na 2 jaar en 61.4 pet. na 3 jaar hetzelfde
werk, terwijl respectievelijk 19.3 pet. 13.4
pet. en 17.5 pet. ander werk verrichtten.”
Uit deze gegevens blijkt wel de zegenrijke
werking der Invaliditeitswet, zelde de spre
ker terecht. De stand op 1 April van dit
jaar was, dat sedert de in werking tredlng
der Invaliditeitswet in 41900 gevallen ge
neeskundige behandeling of verpleging
door de Raden van Arbeid werd toegestaan.
En naar dienzelfden stand berekend wordt
thans per jaar door in valid! teits-, ouder-
doms-, weduwen- en weezenrente een be
drag uitgekeerd van bijna 25 millioen gul
den.
Wat de Ongevallenwet en de Ziektewet
betreft kan het den heer Kersten bekend
*ljn ging de heer Amelink voort dat,
in tegenstelling met de bewering van dien
geachten afgevaardigde, voor het aller-
grootste deel wel bereikt wordt, dat de ver
zekerde uit de opbrengst van zijn arbeid
leven kan. ook dan. als hem een ongeval is
overkomen, of wanneer hij ziek is.
Uit een door den heer dr. H. W. Groene-
teld opgezette berekening, die voorkomt in
Sociale Verzekeringsglds” van Mei van
dit jaar, blijkt, dat aan ultkeering krach
tens de Ongevallenwet 1931, de Land- en
Tulnbouwonge vallen wet 1922. de Invalidi
teitswet en de Ziektewet thans per jaar
wordt uitgekeerd 66.200 000. De critlek
*ah den geachten afgevaardigde, den heer
Kersten, die beweerde, dat met de verzeke-
BATAVIA, 15 Juno (Aneta). De witte mu
ren van de zaal van den Volksraad omllist-
ten hedenmorgen een kleurig tafereel van een
verscheidenheid van in het zwart en in uni
formen gekleede gasten.
De plechtigheid van de opening van de zit.
ting van den Volksraad, werd, als gewoonlijk,
opgelulsterd door de aanwezigheid van het
consulaire corps en veel publiek.
De nieuwe leden van den Volksraad, de hee
ren Everts. Mr. Hart en Zuyderhoff bevonden
zich eveneens onder de aanwezigen.
Om negen uur werd de aandacht van alle
aanwezigen gecopter.treerd op den hoofdin.
gang, waar de Gouvemeur.Generaal van Ned..
Indlë, de Vice-President en leden in dei Raad
van Ned -Indlë en de Algemeen Secretaris
zouden verschijnen.
Nadat Z. Exc. de Gouverneur.Generaal van
Ned .Indlë Jhr Mr B. C. de Jonge, in de zaal
an den Volksraad was aangekomen, sprak
Z. Exc op zeer rustige en zeer ernstige wijze
de volgende rede uit, ter opening van de zM-
ting van den Volksraad.
Z E memoreert dat het slechts negen maan
den geleden te dat Zij In deze zaal aanwezig
was ter aanvaarding van haar ambt.
.Dit te een korte spanne tijds. maar een
periode vol van gebeuftn. van beklemmende
beteekenls en groote moeilijkheid.”
De Gouvemeur.Generaal memoreert dat hij
allerwege loyale medewerking ondervond van
goede krachten, welke zich met onvolprezen
ijver en toewijding aan de behartiging van de
zaken des Lands wijden, zoodat zijn kennis
making met de bestuursvoering niet de groo
te moeilijkheid vormde. Deze lag in bijzondere
omstandigheden. Het bestaan van een em.
stige crisis was bekend, maar hoe ernstig die
crisis zou worden werd slechte door enkelen
voorzien.
De duidelijke taal, gesproken door den val
van het pond sterling, kan niet worden mis
verstaan
De Regeering moest aarztonds rekening
houden met den daardoor verscherpten toe
stand en zich opnieuw oriënteeren in den
korten tijd, welke aan de zitting van den
Volksraad van Januari jJ. voorafging.
Z. E. betreurt, dat daardoor de indiening bewezen,
van belangrijke voorstellen later geschiedde dan
dc regeering wenschte. Spreker pleit ten deze
torce majeure
Sindsdien zijn de omstandigheden niet in
gunstigen zin gewijzigd. Nergens te rust, terug
keer van vertrouwen of zelfs maar het begin
van stabiliteit te bespeuren.
Spreker memoreert de oorlogsschulden. de
herstelbetalingen, de tariefmuren en den poll-
tleken toestand van sommige landen, waardoor
honderden millioenen buiten normale productie
en consumptie blijven, terwijl ook de toestand
van Nederland allerminst teekenen van beter
schap vertoont.
Wat wy van Nederland hooren. wijst op een
noodtoestand van handel, industrie, land- en
tuinbouw. Het gevoel van saamhoorigheld doet
ons daarin dubbel belang stellen en meeleven.
Bovendien kunnen wij voorshands den steun
van het moederland bij de financiering van
onze geldbehoeften niet missen, zoodat het niet
alleew een passende uiting van eenheidsbesef,
maar ook practteche politiek te, te doen wat
gedaan kan worden ter behartiging van de be
langen van het moederland, zonder die van
Ned.-Indië schade te doen.