Prikkeldraad Uit den boedel-Verschuur INDIE EN DE HUIDIGE CRISIS e SOCIALE VERZEKERINGSWETTEN De Kamerdebatten Opening Volksraad De rede van den G.-G. De bliksemafleider Een forsche waarschuwing Nog niet genoeg leergeld DONDERDAG 16 JUNI opgevangen Loonsverlaging N.S. OP HET BINNENHOF Duitschlands boterinvoerpolitiek DE BEVOEGDHEID VAN TANDTECHNICI Het standpunt der medici Droefenis der doctoren MR. TH. HEEMSKERK Beruchte categorie De schrijver besluit zijn stukje met het Wetsontwerp met 44 tegen 30 stemmen gesneuveld De ontzettende schok, zonder weerga, waaraan dit land heeft blootgestaan. Jhr. mr. B. C. de Jonge, G.-G. van Ned. Oost-lndië OUD-MINISTER POSTHUMA NAAR BERLIJN d' Ministerieel bezoek Conclusie op een adres Allemaal liberaal c ■elf niet, maar we sljn i hetgeen niet on- be- t te Nog geen beterschap P. 8. O 1 reeds gezegde als volgt te herhalen en te onderstrepen een af- dat beroep de zoogenaamde tandprothese ook door de tandtechnlcl uitgeoefend. Dit ge schiedde In overtreding van de bestaande wet. En de Hooge Raad legde dit in een arrest vast. In 1925 is toen, om deze menschen niet van hun bestaan te berooven. een wet tot stand ge komen, die hen in staat stelde, een examen af te leggen. Bleek daarbij hun voldoende prac tteche bekwaamheid, dan mochten zij de tand prothese blijven uitoefenen. Tallooze malen is deze groep, die de kunst van ageeren en zelfs op de tribune der Kamer applaudisseeren verstaat. In de Volksvertegen woordiging besproken. Maar meestal ging het dan over de niet-geslaagden, die zich om aller lei redenen verongelijkt achtten. Onze er den ken, u_ Dit groots verschil van meenlng betrof een ontwerp, dat de In de Ifamer door haar voort durend meer in de debatten opduiken berucht geworden categorie der tandheelkundigen be trof, tandtechnlcl, die oorspronkelijk de tand artsen terzijde stonden, doordat zjj gebitten, bruggen en dergelijke apparaten vervaardigden Hoewel voor 1925 het monopolie, om de ge- heele tandheelkunde te beoefenen, bij de art sen en tandartsen berustte, werd een deel van de propere .huwelijksmoraal van 'n Lind sey; we herinneren ons, dat b.v. Lulklnga in het offlcieele tijdschrift der 8. D. A. P. het pleit voerde vóór Lindsey en zijn „mo raal". Jawel! Best mogelijk! Maar dat was ’n kwestie van individueele opvatting. Later hebben wij 'n anderen socialist toch immers 'n beetje in tegenovergestelde richting la ten schrijven? En nu dat boek van de Wlbauten: „Het Volk" schrijft daarover nog eens: Bij de behandeling van het wetsontwerp tot tijdelijke hulp aan de melkveehouderij, dat met schier ondenkbaren spoed door de Eerste Kamer is afgehandeld, moest wel een historische herinnering rijzen. Onwillekeurig gingen de gedachten terug tot 19 Februari 1931, toen na harden strijd door diezelfde Kamer de Tarwewet aan vaard werd, schrijft de „Standaard": Heden evenwel waren de ongeveer tachtig geslaagden, die dus de tandprothese beoefenen, in het geding. De Minister wilde hun thans verdere bevoegdheden geven en hen In staat stellen, de volledige tandheelkunde in practijk te brengen. Tot groote droefenis van de twee medici, dr. Vos en mevr, de Vries Bruins Vooral dr. Vos legde het er zeer dik op en heeft blijkens den uitslag een groot deel van de Kamer overtuigd. Baseerde de sociaal-demo- cratteche arts haar betoog voornamelijk op de stellingen, dat de betrokkenen de meerdere bevoegdheden voor hun bestaan niet absoluut noodig hebben en dat de Regeering hen alleen als groep ziet en niet stuk voor stuk haar Pappenheimers aanziet op de betrouwbaarheid van hun kennis, de liberale medicus zong den lof der universitaire studie en vond dit voor nemen, om aan menschen, die nooit eenige me dische opleiding hebben gehad, dezelfde be voegdheid te geven als aan tandartsen, een aan fluiting voor de kennis, ter Alma Mater onder de hoede van hoogleeraren der geneeskundige faculteit opgedaan, en een onrecht tegenover degenen, die zich de moeite en de kosten van die studie getroosten. In het algemeen gezien, had dr. Vos zeer zeker gelijk. Want het moge waar zijn, wat Minister Ruys opmerkte, dat de practijk van den tandarts voor 90 pCt. techniek Is. er kunnen zich ongetwijfeld zij het sporadisch ge vallen voordoen met allerlei complicaties, die van den behandelenden tandarts bekwaam heden vragen, waarbij alle mogelijke vakken der medische wetenschap te pas komen. in Ned.-Indië is beterschap nog niet hetgeen op zeer pijnlijke wijze bij de beschouwing van onze Inheemsche exportbedrijven, regelingen zijn niet langer af- Den Haag, 15 Juni 32 Minister Ruys de Beerenbrouck Is met de afdeeling: Volksgezondheid, die hij van zijn ambtgenoot Verschuur overnam, niet gelukkig Was hij gisteren door den vrijwel algemeenen tegenzin der Kamer tegen de voorgestelde wij ziging van de „Geneesmiddelenwet" genoopt, in zooverre te retireeren, dat hjj den Voorzitter eene schorsing van de beraadslagingen tn der. mond moest geven, heden zag hjj het tweede ontwerp uit den boedel-Verschuur met vrij flinke meerderheid (44 tegen 30 stemmen) ver worpen. een uitspraak, waarbij behalve de anti-revolutlonnalren en de ondulbare een- Ungfractles alle partijen dusdanig verdeeld stemden, dat bijvoorbeeld zelfs een tweetal als het soclaal-democratlsch broederpaar Ter Laan het niet eens was. Van de Katholieke fractie schaarden alleen de heeren Teullngs en Ament zich bij de tegenstanders. De Poolsche Gezant heeft aan de Neder landsche Regeering de deelneming der Pool sche Regeering betuigd In het overlijden van mr. Th. Heemskerk, die lid was van de Neder- LandJch-Poolsche Conclllantie-commissie. Ziedaar het eenige verschil: Als van ons maar niet geëischt werd.^tfat wij ons in de R.K. Staatspartij organlsee- ren, konden wij allemaal liberaal zijn! Zóó pleegt men staatsmanskunde in onze dagen, nadat de Pausen van Rome telkens weer het liberalisme ten sterkste hebben veroordeeld, nu wij nog lederen dag moe ten vechten tegen de liberale opvatting op welhaast elk gebied. Toch zijn we liberaal. De heer De Leyer uit Den Bosch heeft ons geannexeerd. Waarom ook eigenlijk niet? Is in den gedachtengang der liberalen niet heel de wereld.... him? De bliksemafleider werkt uitstekend. Maar.hoe komt het toch, dat juist de leidende geest in de 8. D. A. P. zoo anti godsdienstig en anti-chrlstelljk van zede- lljkheids-opvatting is? Hoe komt het toch, dat de meeste antl-godsdienstige agitatie en de meeste nieuwlichterij op (on-)zede- lijkheidsgebied juist uit socialistische krin gen voortkomen en vandaar uit gepropa geerd worden? Hoe komt het toch, dat de roode pers zich bijna steeds op het aan de christelijke opvattingen vijandige stand punt plaatst? Zelfs in bovenstaand stukje, waarin „Het Volk" zoo verheugd constateerde, dat er partijgenooten zijn, die eenigszins afwij kend denken over het boek van de Wibau- ten, kon de redactie niet nalaten te schrij ven van „het belangwekkende geschrift". Het moge waar zijn, dat de 8. D. A. P. zich officieel voordoet als een partij, waar in volkomen vrijheid van oordeel op- gods dienstig en zedelijk gebied bestaat en ge lijke waardering voor ieders standpunt (dat is op zichzelf voor den katholiek al allesbehalve een recommandatie!), zij, die de leiding en de stroomingen in de S. D. A. P. nagaan en bestudeeren, weten wel beter. En laten zich niets wijs maken. De Minister van Waterstaat, mr. Retjmer, Ml zich Donderdag, vergezeld van den administra teur van zijn departement, mr. dr. Schönfeld, naar Velsen begeven, teneinde tegenwoordig te zijn bij de opening va een nieuwe centrale van bet P.K.M. Van den anderen kant echter diende niet te worden vergeten ook dit beklemtoonde de Minister nog 'eens dat het hier in het ge heel niet ging om het scheppen van een stuk blijvend recht, doch dat slechts een maatregel werd voorgesteld ten behoeve van een zeer be perkte en geleidelijk uitstervende groep, een maatregel. die toch eigenlijk onvermijdelijk was, gezien de zeer rare toestanden, waartoe het feit, dat deze tandheelkundigen zich alleen met de tandprothese mogen inlaten, leidt. In het geheel niet in de verwachting van een aantal processen want wilde men daar als belanghebbend spreker over dit ontwerp op aansturen,- dan diende men volgens Mr. Duys voor verwerping van den helderheid scheppenden maatregel te pleiten hebben de advocaten Boon. Oud en Duys daarvan eenige staaltjes opgehangen. Zoo mag de tandheelkundige niet plombeeren. niet op andere wijze voor bet be houd van landen en kiezen zorg dragen En trekken mag hij óók niet, tenzij hij voor de ver wijderde kiezen nieuwe In de plaats zet. Ge volg hiervan is, dat bij deze menschen eene neiging ontstaat, om lederen patiënt maar on- middeUijk van zijn gebit of een deel daarvan te ontdoen en hem van een of ander kunst matig kauwapparaat te voorzien. Dit is toch óók geen belang van de volksge zondheid. En wanneer de wet was aanvaard, zouden in tal van monden de van Moeder Na tuur meegekregen tanden en kiezen heel wat minder gevaar hebben geloopen. De Kamer intusschen bleek in meerderheid het meer starre standpunt van de medici toe gedaan. Behalve de reeds genoemde afgevaar digden spraken nog mevrouw Bakker -Nort, Floris Vos en Mr. Beumer tegen en de heer Bakker voor het ontwerp. Prof. Blotemaker wilde alleen een Inlichting hebben en moti veerde zijn stem niet. Door de verwerping blijft dus de toestand bestendigd, waardoor de Ka mer nog wel eens meer dit onderwerp zal moe ten aansnijden. En het te toch heusch zoo on gelooflijk taal! rlngswetgevlng niet bereikt wordt, wat men zich voorgesteld had, en die verder beweer de, dat de verzekerden eigenlijk de vruch ten dezer verzekering niet verkregen, blijkt dus absoluut onhoudbaar te zijn. Zooals dikwijls, of doorgaans het geval is, had de staatkundig-gereformeerde pre dikant er ook weer de coalitie bijgehaald en zich veroorloofd de Rechtsche voorstanders der sociale verzekering als „verzekerings- aanbldders" te quallflceeren. In forsche bewoordingen wees de antl- rev. afgevaardigde deze qüalificatle terug. „Wij zijn geen verzekerlngs-aanbldders”, zelde hij. .Maar wel danken wij God, dat Hij ons in de sociale verzekering zulk een grooten zegen heeft bereid, waardoor zoo ontzaglijk veel leed wordt gelenigd en zoo veel zorg wordt weggenomen en waardoor een groot stuk van onze volkskracht Intact wordt gehouden, dat anders verloren ging.” En hjj besloot: „Ik et, dat het thans voor verschillen de kleine werkgevers en boeren moeilijk is de premie voor de sociale verzekering op te brengen. Maar hier sluit Ik mij geheel aan bij hetgeen de geachte afgevaardigde, de heer van Voorst tot Voorst en de geach te afgevaardigde, de heer Loerakker gezegd hebben. De sociale verzekering moet intact blijven. Geen afbreuk van de sociale ver zekering, maar steun aan het bedrijf, opdat dit weer zooveel mogelijk loonend produ- ceeren kan en het ook de sociale lasten kan dragen; dat is de juiste weg.” Hiermede was uitgesproken, wat leeft in den kring van de groote partijen der Rech terzijde. Ook de verzekeringswetgeving kan, als alle menschenwerk, hare gebreken heb ben. Maar dan is verbetering de leus en niet afbraak. De „prlncipieele” bestrijding dier wetge ving blijkt steeds in hooge mate, of liever uitsluitend, negatief te zijn. Het waren verouderde klanken, waarmee men ook thans weer tegen haar alarm sloeg. Maar dat daardoor tevens gelegenheid geboden werd, met cijfers en feiten haar groote be teekenls voor het volkswelzijn te belichten, maakte het debat op dit punt interessant en leerzaam. P. 8. „Wil men de beste kans scheppen, dat ons volk zonder ernstige schokken dezen tijd zal teboven komen, dan moeten de feiten en de werkelijke toestand in volle klaarheid aan het volk worden blootgelegd. Zij moeten niet onnood ig zwart worden af geschilderd, maar de moeilijkheden moeten nog veel minder worden voorgesteld als gemakkelijker op te lossen dan zij in werkelijkheid zijn. In de tweede plaats móeten de flnancieele moge lijkheden, moet de capaciteit van de schat-, kist in volledige klaarheid aan het volk voor' oogen staan. Het wekken van een waan van mogelijkheden, die niet bestaan, hetzij uit onkunde, hetzij desbewust, is thans roe keloos, zoo niet misdadig. Alle ernstige men schen, die alleen onheil zien komen van revolutlonnairê ultsjsattingen, moeten te zamen zch keeren tegen de onverantwoor delijk optredende leidslieden, of zij zich zelf revolutionnalr noemen of niet.” doende, ingrijpende restrictie is niet in staat de prijzen der artikelen op een winstgevend peil te houden. Afzetgebieden gaan verloren en aan moordende concurrentie, oa. door munt- depreclatle. moet bet hoofd worden geboden. Vandaar allerwege inperking der werkzaamhe den, afdanking van personeel en sluiting van ondernemingen De Invloed hiervan op de In- landsche maatschappij Is begrijpelijk, n.1. door gebrek aan werk, sterke loonsverlaging en geld- schaarschte. De goede oogsten doen de voed selvoorziening voorshands geen gevaar loopen. doch de marktwaarde van alle producten ver zwakt de economische kracht van de bevol king. In het bijzonder valt de aandacht op de werkloosheid onder alle groepen der bevolking De regeering te natuurlijk volledig bereid het noodige en mogeljjke te doen, doch particulier Initiatief en onderling hulpbetoon verdienen ver de voorkeur boven ambtelijke bemoeienis. Spreker doet een beroep op aller medewer king. Ieder bedenke, dat elk hulpbetoon aan den werkloozen naaste den grooteten dienst te. welke thans aan de gemeenschap kan worden Men kan niet zeggen, dat de bouwmees ters van de 8. D. A P. In Nederland niet met overleg te werk gegaan zijn: zij hebben hun bouwwerk tijdig en voor alle tijden van een securen bliksemafleider voorzien. ï)ie bliksemafleider heet „de individueele opvatting". Is de 8. D. A. P. tegen den godsdienst? Wel neen! Welke lasteraar durft zooiets beweren? Ja maar: In de roode pers en elders komt toch vaak zoo hevig godsdienst-vijandigheid tot uiting Best mogelijk! Doch dat is dan telkens de Individueele opvatting van hem of haar, die zich aldus uitlaat; de partij heeft daar mee niets te maken En.... de partij kent toch ook „reli gieuze" leden. U ziet dus wel: kwestie van Individueele opvatting) Coquetteert de 8. D. A P. niet 'n beetje of ’n beetje véél! met „moderne” opvat tingen omtrent het huwelijk? De 8. D. A P? Hoe kómt u er aan!? Ja. maar: we herinneren ons, dat in Frankrijk ‘n Blum, in Nederland ’n Lul- klnga zich nogal sterk interesseerden voor „Het was in de dagen, toen het crisisvlak zich in hoofdzaak tot akkerbouw en veen kolonialen landbouw uitstrekte, en de vee houderij nog plet door de crisls-ellende fel geteisterd werd. Een der krachtigste argumenten, waar mee de oppositie zich tegen den steun aan de tarweteelt keerde, was: de tarwebouw Is niet meer loonend, blijkbaar heeft deze cultuur haar tijd gehad. Welaan zoo heette het verder de landbouw trekke zich terug van deze in verval gekomen cul tuur en wende zich tot de véeteelt. waar nog allerhande ongedachte mogelijkheden zich openen. Aan het vermaan werd onder meer door dr Wibaut kracht bijgezet met het verhaal van de meekrap in Zeeland, die ook ten ondergang gedoemd was. In den beginne scheen dit een verlies, maar al spoedig bleek het een voordeel, dat deze bedrijfstak door meer loonende pro ductie vervangen werd. Wie huivert niet bij de gedachte, dat des tijds gevolg ware gegeven aan den raad om de tarwe aan zichzelf over te laten en den overgang tot de zuivel te bevorderen? Wie ook verwondert zich niet, dat blijk baar niet genoeg leergeld betaald is, en dezelfde groep, <|je anderhalf jaar terug de Tarwewet bestookte, thans wederom tegen de hulpverleenlng aan de veehouderij in het geweer kwam!” Bij den aanvang der vergadering vereenigde de Kamer zich met de conclusie van de Com missie voor de Verzoekschriften tn de zaak van de N V. I. van de Velde Cos Aannemers Maatschappij, die in het eerste stadium van de Zuiderzeewerken mede door fopten van den Rijksdienst groote schade beeft geleden. Ook deze kwestie te al meer In behandeling geweest De Regeering heeft tenslotte besloten, aan de maatschappij alsnog eene schadevergoeding van 43.916.60 toe te kennen De Commissie vond, dat adressante hiermede tevreden kon zijn. En na een amendement-Bongaerts-van Dijk, om alsnog aan de Regeering te verzoeken, door een commissie bet bedrag nog eens aan etechen van billijkheid te toetsen, te hebben verworpen, zette de Kamer thans de eindstreep onder deze ook al niet verkwikkelijke affaire. Woensdag heeft de Personeelraad der Neder landsche Spoorwegen een bespreking gehad met den Minister van Waterstaat over de voornemens der directie omtrent de lopnsver^. laglng aan net spoorwegpersoneel. Verslag daarvan zal worden uitgebracht aan de vergadering van de Hoofdbesturen der aan gesloten organisaties, die Vrijdag as. te Utrecht zal plaats hebben. we pit van de liberale grondwet, dan blijkt, dat de R.K. Staatspartij even als onze partij voorstandster van handha ving te. Beide partijen gaan uit van het beginsel te regeeren volgens de bestaande grondwet. Onze partij te vóór evenredige vertegen woordiging en dus evenals de R.K. Staats partij bereid tot samenwerking met andere partuen Ook in getreden, wordt gevoeld Europeesche en Internationale Op scherpe wijze velt mr. Marchant in het weekblad de „Vrijzinnig-Democraat vonnis over .het Indienen van moties als er dezer dagen weer eenige de Tweede Kamer bezighielden, waar zij met groote en over- groote meerderheid werden verworpen. In krasse bewoordingen keurt hij "t voorstellen en samenstellen van dergelijke moties af. HIJ qualificeert dit als „gevaarlijk werk” en richt er de volgende forsche waarschu wing tegen: De heer Marchant is, naar men weet, sinds eenigen tijd behalve Kamerlid, ook wethouder van de Residentie. Zijn ervaring kan er slechts bij hebben ge wonnen. En ook zijn gezag om tegen ondoordachte en niet te verwezenlijken moties een krach tig vermaan te doen hooren. Moge het worden verstaan in zijn eigen partij en daarbuiten! Het gevaar, dat hij signaleert, Is inder daad niet denkbeeldig. ..De rechtsche pers heeft haar best ge daan, het belangwekkende geschrift onzer beide partijgenooten Wibaut over huwel.jks- moraal op rekening van onze partij te zet ten, hoewel de auteurs duidelijk deden blijken slechts hun persoonlijke meenlngen te willen geven, en hoewel prof Kuyper als recensent in ons blad van menig meeglngs- verschll met het boekje rekenschap gaf. Hoe onwerkelijk deze rechtsche persvoor stelling te. blijkt nog eens duidelijk uit het artikel, dat In ons vrouwenblad .De Prole tarische Vrouw" de weduwe van ons Ka merlid Sannes aan de brochure wijdt. Zij toont daarin op de fundamenteels punten een tegengestelde opvatting als die der Wibaut* aan te hangen, terwijl op het eene punt, ten aanzien waarvan zij het standpunt van het echtpaar ten deele aanvaardt, de redactrice van het blad onze se na trice Pot huisSmit, verklaart, dat dit het eenige punt te. waarop zij met de beoordeelaarster van meenlng verschilt. Hiermee te nog verder komen vast te staan, dat de In het boek neergelegde be schouwingen slechts de individueele opvat tingen zijn van het echtpaar Wibaut, dat overigens ook niet anders pretendeerde." Naar de „Tel.” bericht, zal oud minister Poet, hums een bezoek van denzelfden aard aan BerlUn brengen, als dat aan Parijs In wel. Ingelichte kringen blijft men de kans op een verbetering van de bepalingen Inzake onzen landbouwexport naar Dultschland als gering beschouwen. De tegenwoordige regeering acht men te afhankelijk van de protectionistische agrarische kringen, die zelfs de politiek van minister Schiele als te slap beschouwden. Bo vendien sou het nieuwe kabinet zoozeer met zorgen overstelpt zijn, dat het nauwelijks ge legenheid zou kunnen vinden, om In de naaste toekomst zich bezig te houden met belangrijke problemen, die ons in de eerste plaats «angaan. Wat in het bijzonder de boterkwestie betreft’ vreest men. dat voor ons land een nieuwe rege ling bijna zeker een verslechtering zal worden. Het te niet buitengesloten, dat vereenigde po gingen van Nederland en Denemarken ten slotte het tegenwoordige contlngenteering-systeem ten val zullen kunnen brengen. De Deensche en Nederlandsche belangen loopen echter geens zins parallel. Indien in plaats van de tegen woordige contlngenteerlng de proportloneele contlngenteerlng zou treden, zal Denemarken dan recht hebben op bijna de dubbele import- hoeveelheld, die aan Nederland aal worden toe- geweaen. Daar het In de bedoeling der Dult- sche regeering ligt bij de wijziging der bepalin gen over den boterinvoer tegelijkertijd den va- lutatoeslag op te heffen, verkrijgt Denemar ken een eenzijdig voordeel, dat de concurren tie tegen ons land buitengewoon moet verg» makkelijken. Wat zegt men daarvan? Werkt de bliksemafleider of werkt hij niet? Komt er wanneer er geruchtmakende antl-godsdienstige of onzedelijke opvattin gen uit soclalfstlschen kring uitgedragen worden niet steeds de een of ander ver kondigen, dat hij of zij *t er niet precies heelemaal mee ééns is? Staat de 8. D. A. P. dus zelf niet dood onschuldig buiten het geval? „Het voorstellen van een motie kan zijn nut hebben, wanneer van waarde is, dat ten aanzlén van een bepaald voor regeling vatbaar onderwerp de meenlng blljke van' de volksvertegenwoordiging: moties zijn uit den booze, wanneer zij niet meer dan den schijn kunnen wekken, alsof aan hongeren den voedsel werd onthouden uit onwil. Nu het scherm is gevallen, moge het niet meer worden opgehaald.” Nederlandsche liberalen schijnen laatsten tijd een sport van te ma- alle katholieken bij de liberalen in te lijven. Wat scheidt ons eigenlijk? Heeft de Paus b.v. in Zijn „Quadragesi- mo Anno” geen zuiver liberale taal gespro ken? Wij weten t heusch liberaal! Dat blijkt ons weer eens uit een ingezon den stuk in het jongste nummer van „De Vrijheid", waarin de heer L. de Leyer uit ’s Bosch os schrijft: „Onwillekeurig vraagt men zich af waar om. dan wel waardoor, worden de staat kundig liberalen aangezien voor zoo onge veer de aartsvijanden van de R K. Staats partij. eventueel de R.K. Kerk •t Is wel de moeite waard dit eens na te gaan. Gaan Onze partij te een economische en sociale. uit de geheele liberale wetgeving blijkt, terwijl de R.K Staatspartij toch wel zal willen beweren wel sociaal, doch niet economisch te zijn. In deze zaken te dus het vijandelijke niet te bespeuren, evenmin te dat te vinden in de overige punten voor practteche po litiek van beide partijen. Verschil bestaat Intusschen wel hierin, dat onze partij hare deunen openzet voor iedereen, belijdend kerkdijk of niet, mits de binnenkomenden het met haar beginsel en werkprogram eens zijn. De R.K. Staatspartij zet haar deur alleen open voor Roomsch-Katholleken.” Ofschoon het Tweede Kamer-debat over de moties inzake de sociale verzekering een negatief resultaat opleverde en de tijd daaraan besteed voor een belangrijk deel nuttiger had kunnen worden gebruikt, was er althans déze goede kant aan. dat nog eens de groote beteekenls en de hooge waarde dier verzekering in het licht kon den worden gebracht. Men weet, dat er tegen de verzekerings wetgeving in ons land lang en stelselmatig oppositie is gevoerd. Men sprak dan bij voorkeur van „ver- Kkeringsdwang”, zooals men ook sprak over den „leerdwang”, om den leerplicht te disqualificeeren. En aan Prinzlpienreiterei was daarbij geen gebrek. In naam van het „beginsel” en m«ï een beroep op de H. Schrift gordde men zich ten strijde tegen de verzekerings wetten en pok wel tegen de sociale wet geving in *t algemeen. Dat deze strijd nog niet heeft opgehou den, althans wat de verzekering betreft, daarvan heeft het Kamer-debat weer eens de overtuigende bewijzen geleverd. Ds. Ker sten vooral, die nog maar kort geleden over dit onderwerp een scherpe woordenwisse ling had met dr. Colijn, kwam ook ditmaal met zijn zwaarste geschut de verzekerings wetten bestoken. En zóó fel was zijn taal, dat de voorzitter hem moest aansporen, zich een beetje te matigen in zijne woorden. Oa. herinnerde hij aan een motie in de jongste algemeene vergadering van de Staatkundig Gereformeerde Partij aangenomen, waarin werd uitgesproken, dat „de verzekeringa- dwang ons in strijd met de beginselen, ge bouwd op Gods Woord, is opgelegd”, en tevens werd verklaard, dat zij een ondraag- Ujken last legt op de bedrijven. Zijn geestverwanten spraken in denaelf- den geest, eveneens gewagende van „sociale wetgeving, die wij principieel keuren.” Natuurlijk bleef een en ander niet weersproken. Wel verre van In strijd met de beginselen en met de volksbelangen te zijn, moeten de verzekeringswetten worden schouwd als een zegen. Het was vooral de anti-rev. afgevaardig de Amelink, die dit den staatkundig-gere- formeerden aanvoerder in den breede en met klem van redenen voorhield. Beginnende met de Ongevallen-wet, over welker toepassing ds. Kersten ook geklaagd -had, zeide de heer Amelink: r ,De geaahte afgevaardigde heeft blijkbaar de materie waarover hij sprak niet vol doende bestudeerd. Dat op een totaal van 180.000 gevallen in 1930, waarvoor schade loosstelling krachtens de.. Ongevallenwet werd toegekend, gelijk uit het verslag der Rijksverzekeringsbank over 1930 blijkt, ook wel gevallen voorkomen die worden afge wezen, spreekt vanzelf. Dat zegt niets tegen de werking der sociale verzekering. En het is hoogst onbillijk, op dien grond te bewe ren, dat de sociale verzekering niet aan haar doel beantwoordt. Datzelfde geldt ook voor de Invaliditeits wet. Volgens het zooeven door mij genoem de verslag der Rijksverzekeringsbank kwa men in 1930 in: 5671 aanvragen ex artikel 99 der Invaliditeitswet. En werd in 4485 ge vallen toestemming gegeven tot geneeskun dige behandeling; 1158 aanvragen werden afgewezen, terwijl 15 aanvragen buiten be schouwing bleven. Bij de beoordeeling van het aantal aan vragen en het aantal dat afgewezen werd, dient men in het oog te houden, dat de Ra den van Arbeid alleen tot geneeskundige behandeling en verpleging kunnen over gaan, wanneer aangenomen mag worden, dat daarmede bereikt kan worden, dat blij vende Invaliditeit v -komen wordt. Dat ook in dat opzicht de Invaliditeits wet aegenrijk werkt, blijkt uit het reeds' meer door mij genoemde verslag der Rijks verzekeringsbank. Dat verslag deelt toch mede: „Uit een door den Verzekeringsraad in gesteld onderzoek is gebleken, dat van de in sanatoria behandelde lijders aan long- tuberculose 1 jaar na het eindigen der be handeling 62.4 pet., 2 jaar na die eindiging 65.7 pet. en 3 jaar daarna 65.6 pet. hetzelfde loon verdienden als vóór de behandeling en respectievelijk 12 pet., 7 pet. en 8.2 pft. minder dan vóór de behandeling. Respec tievelijk waren 2 pet., 2.1 pet. en 2 pet. der behandelden «overleden. Van hen, die werk ten, verrichtten 58.3 pet. na 1 jaar, 63.2 pet. na 2 jaar en 61.4 pet. na 3 jaar hetzelfde werk, terwijl respectievelijk 19.3 pet. 13.4 pet. en 17.5 pet. ander werk verrichtten.” Uit deze gegevens blijkt wel de zegenrijke werking der Invaliditeitswet, zelde de spre ker terecht. De stand op 1 April van dit jaar was, dat sedert de in werking tredlng der Invaliditeitswet in 41900 gevallen ge neeskundige behandeling of verpleging door de Raden van Arbeid werd toegestaan. En naar dienzelfden stand berekend wordt thans per jaar door in valid! teits-, ouder- doms-, weduwen- en weezenrente een be drag uitgekeerd van bijna 25 millioen gul den. Wat de Ongevallenwet en de Ziektewet betreft kan het den heer Kersten bekend *ljn ging de heer Amelink voort dat, in tegenstelling met de bewering van dien geachten afgevaardigde, voor het aller- grootste deel wel bereikt wordt, dat de ver zekerde uit de opbrengst van zijn arbeid leven kan. ook dan. als hem een ongeval is overkomen, of wanneer hij ziek is. Uit een door den heer dr. H. W. Groene- teld opgezette berekening, die voorkomt in Sociale Verzekeringsglds” van Mei van dit jaar, blijkt, dat aan ultkeering krach tens de Ongevallenwet 1931, de Land- en Tulnbouwonge vallen wet 1922. de Invalidi teitswet en de Ziektewet thans per jaar wordt uitgekeerd 66.200 000. De critlek *ah den geachten afgevaardigde, den heer Kersten, die beweerde, dat met de verzeke- BATAVIA, 15 Juno (Aneta). De witte mu ren van de zaal van den Volksraad omllist- ten hedenmorgen een kleurig tafereel van een verscheidenheid van in het zwart en in uni formen gekleede gasten. De plechtigheid van de opening van de zit. ting van den Volksraad, werd, als gewoonlijk, opgelulsterd door de aanwezigheid van het consulaire corps en veel publiek. De nieuwe leden van den Volksraad, de hee ren Everts. Mr. Hart en Zuyderhoff bevonden zich eveneens onder de aanwezigen. Om negen uur werd de aandacht van alle aanwezigen gecopter.treerd op den hoofdin. gang, waar de Gouvemeur.Generaal van Ned.. Indlë, de Vice-President en leden in dei Raad van Ned -Indlë en de Algemeen Secretaris zouden verschijnen. Nadat Z. Exc. de Gouverneur.Generaal van Ned .Indlë Jhr Mr B. C. de Jonge, in de zaal an den Volksraad was aangekomen, sprak Z. Exc op zeer rustige en zeer ernstige wijze de volgende rede uit, ter opening van de zM- ting van den Volksraad. Z E memoreert dat het slechts negen maan den geleden te dat Zij In deze zaal aanwezig was ter aanvaarding van haar ambt. .Dit te een korte spanne tijds. maar een periode vol van gebeuftn. van beklemmende beteekenls en groote moeilijkheid.” De Gouvemeur.Generaal memoreert dat hij allerwege loyale medewerking ondervond van goede krachten, welke zich met onvolprezen ijver en toewijding aan de behartiging van de zaken des Lands wijden, zoodat zijn kennis making met de bestuursvoering niet de groo te moeilijkheid vormde. Deze lag in bijzondere omstandigheden. Het bestaan van een em. stige crisis was bekend, maar hoe ernstig die crisis zou worden werd slechte door enkelen voorzien. De duidelijke taal, gesproken door den val van het pond sterling, kan niet worden mis verstaan De Regeering moest aarztonds rekening houden met den daardoor verscherpten toe stand en zich opnieuw oriënteeren in den korten tijd, welke aan de zitting van den Volksraad van Januari jJ. voorafging. Z. E. betreurt, dat daardoor de indiening bewezen, van belangrijke voorstellen later geschiedde dan dc regeering wenschte. Spreker pleit ten deze torce majeure Sindsdien zijn de omstandigheden niet in gunstigen zin gewijzigd. Nergens te rust, terug keer van vertrouwen of zelfs maar het begin van stabiliteit te bespeuren. Spreker memoreert de oorlogsschulden. de herstelbetalingen, de tariefmuren en den poll- tleken toestand van sommige landen, waardoor honderden millioenen buiten normale productie en consumptie blijven, terwijl ook de toestand van Nederland allerminst teekenen van beter schap vertoont. Wat wy van Nederland hooren. wijst op een noodtoestand van handel, industrie, land- en tuinbouw. Het gevoel van saamhoorigheld doet ons daarin dubbel belang stellen en meeleven. Bovendien kunnen wij voorshands den steun van het moederland bij de financiering van onze geldbehoeften niet missen, zoodat het niet alleew een passende uiting van eenheidsbesef, maar ook practteche politiek te, te doen wat gedaan kan worden ter behartiging van de be langen van het moederland, zonder die van Ned.-Indië schade te doen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5