UIT HET BAGNO ONTSNAPT Dieudonné vrij RADIO-PROGRAM De Pic-nic VERMAGERINGSKUUR in Brazilië Het Rozen*Kasteel Alle abonné 19a honger, dorst, ziekte, koade, eindelijk VERHAAL VAN DEN DAG In üreemd land n. Stamtafel door den dood verrast De 9tad FEUILLETON xxxn DINSDAG 19 JULI !•- Victor Emanuel 111 als muntenverzamelaar Woensdag 20 Juli Op zee AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL In een soms bondigheden uit hun schuilplaats. o- de ik ben zélf die Paul Wer- zei Wemer schertsend. „Volle permis even „Nou, Mijnheer. M Maar Je Ontvang, enz." Wordt vervolgd. v lat ng Daar dobberde eindelijk de prauw over de golven. Ze vochten weer tegen den stroom, het drijfzand en de modderbanken. Zij rilden weer in de buurt van de Eendenplaat en de Bank van Frankrijk, ze beefden niet minder om de griezelverhalen, die de neger ophing betreffen de de onmenschelljke menschenjagers. Zeven dagen duurde de strijd op de zee, tot de prauw eindelijk de z.g. Bannelingenkreek binnendob berde. Eerst nog een wervelwind, waaruit bet bootje als bü mirakel werd gered; dan nog een bevigen strijd tegen plotselinge zwermen mus kieten en dan eindelijk na uren en uren pa gaaien, omdat gebrek aan wind de zeilen over bodig maakte, kwam de kust van Brazilië In zicht. Als gekken gingen de vluchtelingen te keer, toen zij In de verte het land der vrijheid sagen opdoemen. Ze begonnen direct over thuis te praten, alsof zij de kust van Frankrijk zagen. De monding van de rivier Oyapock lag vóór VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS ROME, Ml M. 9.05 symphonle concert o. L Sergio Failonl; MILAAN 331 M. 8.50 Radiotooneeldaarna dansmuziek uit het Lunapark Lido te Milaan; er Is- et at tal 28 ra :n >1- WARSCHAU 1*11 M. 5.20 Pupulalr concert door het Omroeporkest o.l.v. Cas WUkomirski; 9.20 planocecltal; 10.20 dansmuziek. KALUNDBORG 1135 M. 3 20 Concert door X Omroeporkest o.l.v. Laung Gröadahl; 10 35 bal letmuziek door het Omroeporkest o.l.v. Launy Oröndahl; 11.10 dansmuziek uit het ..Industrie restaurant; dansorkest o.l.v. Heinz Jaatn WEENEN 517 M. 7 50 Fucik concert door het Wilhelm Wacek orkest; 10.25 populair concert. HAMBURG 372 M. 4.50 concert; PARIJS EIFFEL IMS M. 8.50 vocaal kwartet ■Le sol Majar"; 9.25 concert oJ.v. Ed. Flament; PARIJS R. 172S M. 12.50 Gramofoonmuzlek; 7.50 Idem; 9.05 concert; 9.50 vervolg concert. De verrassing belette Elzéar aanvankelijk den ju 1sten zin van dit schrijven te vatten. Hij las het nog eens en reikte dan bedaard, halt on- geloovig juffrouw d'Albrègue den brief toe. ZIJ las op haar beurt, verbleekte en Uet zich met een diepe ademhaling In een armstoel vallen Dan gaf ae het papier aan Marle-Claire. de re- is- is- It- oe a- ar in t- le re Is. g. ht Lie te •n sn ïo te te ar e- a- ;n n, tg sn de J- P- 58- ük on li eer an en n- >e- 00 o; rs r- 60. G. .30 ro; la- i n- im he n- P- 1 Lg- de ou en at en iet sse 211 tr ed e- n-"13 DAVENTRY 1154 M. 1.50 Concert door Jac. Martin en zijn Majestic orkest; 3.50 concert; 5.05 orgelconcert;' 7.50 concert door het BJ.C - orkest; 11.10 Roy Fox en zijn band. Men ptcnict gaarne in het botch, Omdat het daar too schoon is, En ook de stilte, die er heerscht, Zoo heerlijk ongewoon te. Vooral ook in den zomertijd. Omdat het daar zoo koel it. En op te frisschen, als je puft, Een zeer natuurlijk doel te. Ook, wijl de stad conventie kent, Men in het bosch meer vrij te En voor manieren daar dus eb. Voor losheid hoog-getij is! Omdat de grond de tafel is En voor gebruik gereed is. Geen enkel standje wordt gehoord,' Daar morspot niemands leed is! En.... als men uit-gepicnict is, Wat ook een groot gemak is, Dan zegt men 't niet, maar doet alsof Het bosch ookvuilnisbak is! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) HUIZEN, 296 M. 8.00 N. C. R. V. schrift lezing 815 morgenconcert 10.00 Zang door NCRV.-dameskoor 10.30 korte zieken dienst door De. P Boes 11.00 harmonlumbe- spellng door M. F Jurjaanz 1200 politiebe richten 1215 middagconcert 200 verzor. ging zender 230 lenen van chr. lectuur door mej. M. Wentlng: van 500 KONIGSWUSTERHAUSEN 1635 M. 2 20 gra- mofoonmuziek. ..Beleefd verzoek Ik 17 Maandagmorgen op ml)n kantoor te wtllen komen om kennis te nemen van een codldl. dat mijn betreurde cliënt, de markies de Saint-Meuron te uwen gunste aan Zijn testament heeft toegevoegd. Ik kan U nu reeds mededeelen. dat de U toekomende som honderd twintig duizend frank bedraagt, evenals de legaten aan de ove rige neven van den heer de Saint-Meuron toe gekend. De rest van zijn fortuin te bestemd voor verschillende liefdadige doeleinden. „Gouden Teugels” van A. HoogstratenSchoch 3 00 concert klnderuurtje door mej. 8. Groeneweg 6.00 Chr. Liederenuurtje 7.00 Op Last van den Minister van Waterstaat afgestaan 7 30 politieberichten 7.45 persberichten van het Ned Chr. Persbureau 8.00 concert door de Chr. Harmonlevereenlglng „Soil Deo Gloria” 8.00 orkest 9.00 Mr. P Borët: „De leeken- rechter In het Nederlandsche bedrijfsleven” 10.00 Persberichten van het Persbureau Vaz Dlas 10.40 gramofoomuzlek. zouden ze naar C zouden zoeken, v een weigering val weerde niets In Carcoenne te maken te heb ben. Toen een ultnoodlglng van een zestal negers op de kust, die de opvarenden gaarne hadden willen braden. Toen moest de baas weer worden overgehaald om hen tóch naar Carcoenne te brengen, maar dat kostte weer enkele honderden francs. Bovendien moest de ellendeling nog een voorraadje goud hebben en dan pas zou hij zijn vrachtje naar de Amazone brengen. Vandaar konden de lui dan naar Belem gaan, een stad van.over de tweehonderd duizend Inwoners. Ze gingen In zee en bereik ten eindelijk de kust, uitgeplunderd door al het geboefte, daat hen onderweg hd geholpen om er aan te verdienen. Hoeveel jaren was het geleden, dat zü een stad hadden gezien en wat was er In si die jaren niet met hen voorgeval len In de hel van Cayenne? Daar begon de ellende opnieuw. Nummer drie werd ziek, begon te Ijlen en dacht, dat hü in Parijs was. Ook Jean Marie begon koorts te krijgen en alle drie waren ze zwaar van den regen, die hun kleeren en hun bagage had doordrenkt. Ze dronken het water, dat langs de hoornen drupte. Ze volgden de telegraaf draden In den nacht en tegen den morgen waren ze twintig kilometer van de stad. Toen bleven ze enkele uren, doodvermoeid, in de modder liggen. Dan weer verder, door wouden langs de Amazone. Een trein naar Belem kon den ze natuurlijk niet betalen. Toen verkochten ze hun spaarpotten, waar toch niets meer In zat. Eindelijk zaten ze In den trein. De mede reizigers begonnen allen te eten. ZU echter stierven van den honger en hadden niets. Al hun geld was opgegaan aan de treinreis. Toen zU In Belem aankwamen, was nummer drie er erg aan toe, maar hü leefde nog. geweest, een gansch leven aldus doelloos te moeten zien voorbij gaan, terwijl ze zelf aan de treurigste eenzaamheid was overgeleverd? ZU verzocht Elzéar de begrafenis te gaan bü wonen. Van ganscher harte, antwoordde hü. maar niet als bloedverwant. X Zou me kwalük pas sen met een titel te pralen, dien hU me ont zegd heeft. Gods ultver- Uefde be BERLIJN 418 M. 730 Planosecltal 2.30 gramofoonmuzlek 4.50 concert; 7.40 gramofoonmuzlek; 8.55' Ri chard Wagnercèncert; 10.40 concert in het ,A1- sterpa vlllon; de zuster het juiste oogenbllk kenden, waarop hU ontslapen was. ZU laat Marle-Claire door Virginie waarschu wen en daalt het steenachtige pad af, waar de auto van den markies haar wacht. Daar zit ze in het sierhjke rijtuig, dat het hare had kurihen zün. Haar versleten zwarte ja pon schUnt op deze groen-marokkünen kussens nog armzaliger. Snel voert de auto haar nu op welbekende wegen, eens getuige van haar Jeugd- blUdschap, door zonnige plaatsen, die eenmaal hoopvol haar toelachten. De stad is zü reeds VoorbU. Alles is hier vol licht en leven, terwUl het elders stormt en sneeuwt! Velden met vlool- tj«s doorgeuren de lucht, de mimosa siert het donkergroen der pUnboomen en de lichte kleur der olijven als met goud. En met beklemd hart overdenkt ze, dat hU, die daar ginds te midden van dit tooverland ligt uitgestrekt, deze beminde streken nooit meer zal terugzien. Het rijtuig vliegt door de lange palmlanen, langs weelderige hotels, en houdt elndelUk vóór •en villa stU, In de dadelboomen al* genesteld. *?en_,e" nam hen op' N<* eens een stormpje op de rivier en toen gleed de boot de haven van Demonty binnen. ZU gingen aan wal, omhels den den neger, hun redder, die onmlddelIUk weer zee koos, en trokken op enkele hulzen af. die onder geboomte stonden. Tn een vorige vertelling hebben wU Eugène Dieudonné. den z.g. autobandiet, gevolgd op gjjn vlucht uit Cayenne tot op een afstand van twintig kilometer van het Bagno. HU en *Un kameraad Jean Marie hadden zich In het oer woud verscholen om van daar uit nieuwe hulp te zoeken. Doodsbenauwd voor de menschen- jagers hielden zü rich zooveel mogelük verbor gen en kwamen pas onder absoluut veilige om- Hoort u eens, meneer Wemer te» gaat X niet langer. U hebt ballast aan uw hart. Dat moet er af. U suit lichaamsbeweging moe ten nemen lichaamsbeweging, tot u «r bü neervalt!” „Halteren of zoo?” .Jawel, maarWeet u wat?? U trekt er op uit een groote voetreis net als de land- loopers van dorp tot dorp. Als u over een paar maanden terugkomt, bent u "n heel ander mensch." Paul Wemer pakte dus een tasch vol. en ging op stap. Verlof vragen aan zUn patroon of aan zUn vrouw hoefde hU niet, want hU bezat geen van tweeën. Na lang zoeken koos hu het liefelUke dorp Muggendal als operatie basis. HU nam zUn Intrek bü de deduwe Dremmler, maar hü zwierf gewoonlQk, dagen achtereen, door de bergen rond. Magerder werd hU niet. Zün baard groeide daarentegen nog lang en breed uit, en wUl hU ook aan zijn hoofdhaar niet veel Het doen, zag hü er weldra uit als een natuunnensch, en deed zün aanbllk aan sprookjes denken. Toen wou hü aan X houthakken. Hü huurde een bül en sloeg er op los. maar den eersten dag al kreeg een jongetje een blok tegen *Un wang, en dus een wonde, en daar moest Werner zoo bloedig voor betalen, dat hü het hout hakken afzwoer. Gelukkig vond hü In de struiken een üseren staaf, en .daarmee probeerde hü allerlei athle- tenkunsten strekken en zwaaien en sprln. gen en wel viel hü menigmaal, en moest hü door de knecht» met geweld worden afgespoeld, maar magerder werd hü niet. Toen gaf hü ook het staafwerk op. Dus ging hü maar weer aan X wandelen. De steilste bergpaden klom hü op. In de herberg van Slakkenhuize trof hü den dorpsarts. „U loopt nogal'wat.” zei de dokter. „Ja,” zei Wemer, „wat doet een menzeh al niet voor zün gezondheid!” „Zooals u loopt is X anders allesbehalve ge zond!” zei de arts. „Wie zich moe en warm maakt moet zün hoofd vrü hebben en zün po riën openhpuden. Met zoon haar- en baard groei gaat het niet. Levensgevaarlük zelfs!” Wemer gaf toen de schaar en het m« wat te doen, bekeek zün ronde gladde hoofd in den spiegel, en ging met een genist hart ver der. Maar Brazilië was voor vluchtelingen een door en door vreemd land. Waar moesten zü heen? Hier stonden zeven houten krotten, dat was de heele .stad". Maar het was ook de vrü- held! Nu behoefden zü niet langer zich als beesten te verbergen. Daar het nacht was, zochten zü een schuurtje op, om te slapen. Den volgenden dag waren zü spoedig door inwoners omringd, die het rare tweetal bekeken. Ze kon den elkaar natuurlük niet verstaan, maar Ieder een begreep, dat hü met ontsnapte gedepor teerden te doen had. Ze werden gevoed en ge laafd en de douane Uet hen met rust. Inmid dels had een derde ontsnapte zich bü hen ge voegd en met hun drieën trokken zü verder. Met, een kano, die de douane hun bezorgd had, ireoenne varen, waar zü werk 'eer nieuwe avonturen. Eerst i den „commandant", die be- HILVERSUM 1875 M. 8 00 VARA. TUd- seln en gramofoonmuzlek 9.00 Vara-septet o.Lv. Is. Eyl 10.00 VPRO, morgepwüdlng VARA 10.15 uitzending voor de arbeiders In de Conttnubedrüven 12 00 Vara-orkeet o.l.v. Hugo de Groot; afgewisseld door gramofoon muzlek 2.00 Onderbreking voor verzorging van den zender 2.15 Onze keuken door P. J. Kers Jr. 3.00 Vara-klnderkoor o.l.v. Mej. Leida Hulscher 5.30 Vara-septet o.l.v Is. Eyl afgewisseld door gramofoonmuzlek 7.00 gramofoonmuzlek 715 Vara.mandoline en semble oJ.v. Joh. B. Kok 7.30 A. M. de Jong vertelt over zün Roemeenache reis „Naar het dorp Stankontza In de Baragan" 7 50 Vara- mandollne ensemble 8.00 Het eerste Consult. Radioblljspel In 2 acten; door Hutb Wouters op te voeren door het Groot Volkstooneel oJ.v. Herman Bouber en Ben Groeneveld 8 30 Vara-orkest o.Lv. Hugo de Groot 900 Uit zending voor den Alg. Ned. Bond van Handels. en 945 Dit Uefelük dak achünt alleen het geluk te kun nen beschermen; thans echter verbergt het slechte den doodstrüd. Marius, de oude kamerdienaar van den mar kies, komt het portier openen. het gevaarlük zou zün hem hier te laten sterven. Ze trokken dus weer af en brachten den lüder naar een ziekenhuis, waar hü den volgenden) dag stierf. Dat was voor hem het einde van den strüd om de vrüheid. Na weken en weken van ellen de en honger, elndelUk de vrüheid in zicht en de dood als beloonlng. Maar ook Dieudonné en zün vriend waren nog niet aan het einde der wederwaardigheden. Er zou nog heel wat gebeuren, voor de onschul dige de kust van zün vaderland, waarnaar hü zoo verlangde, sou betreden. Dit verhalen we een volgende maal In een slotvertelling. LANGENBERG, 472 M. 150 Concert o. 1. V Wolf; 530 Vesperconcert; 10.40 populair con cert. Konlng Victor Emanuel III van Italië Is één der beroemdste muntenverzamelaars. Hoe hü tot dit verzamelen Is gekomen, heeft hü zelf verteld: „Het toeval speelde me, toen ik nog een jon gen was, een soldo van Paus Pius IX In de hand. Tenslotte had ik 15 van deze munten bü elkaar. Nu gaf mün vader mü 60 verschil lende munten, die, met dié welke ik had, de kern van mün verzameling vormden.” Wat voor den jongen een tüdverdrüf was. werd voor den man een bron van ernstig werk en bezigheid. Konlng Victor Emanuel is een bekende autoriteit op het gebied van rnunteé- kunde, eere-presldent van de vereeniging voor numismatiek In Italië en bezitter van één der beroemdste verzamelingen der wereld. De ver zameling bestaat uit niet minder dan 50.000 munten, waaronder vele van onschatbare waarde. Het duurde achtenveertig uren, eer hü ver hoord werd; In die achtenveertig uren had hü nagedacht. „Een twintig of dertig mark moete is niet zoo erg," peinsde hü. ..maar dan zit Ik mün heele leven met de vlek van „voorbestrafte" op mün naamIk moest maar een anderen naam opgeven MUHee of Krüger of Weber. Het was volop feest In Belem. Een luidruch tig carnaval. Nu begon weer een nieuw gevaar te dreigen: de Brazlllaansche politie nj. Ze trokken dan maar verder en vermeden zooveel mogelük op te vallen. Geen van drieën sprak Portugeesch. Hoe zouden ze het adres te weten komen van een vriend, die hier woonde en wiens naam en adres Dieudonné op een stuk papier had geschreven? ElndelUk trok hü de stoute schoenen aan en klampte een vriendelük oude dame aan. Toen maar weer verder, te midden van het feestgedrulsch. De tram sou wel te duur geweest zün. Na een groot uur wandelen en slenteren kwamen ze elndelUk aan het adres van den vriend, Rondlère genaamd. De man ontving hen gastvrü- Maar nummer drie moest de deur uitgewerkt worden, omdat Dan houdt Werner een schoon register en in 'n paar dagen is X zaakje weer vergeten!" ElndelUk werd hü voor den burgemeester ge bracht. „U heet?" .Mün naam is Krüger." De burgemeester keek hem doorborend aan. „Krüger werkelük Krüger?" „Ja. waarom zou Ik geen Krüger heeten?" „Hm. En hoe komt u aan die mand?" „Die wou ik een poosje dragen voor den Jon gen man die ermee liep. Ik moet namelük ma ger worden." „En waar is die jongeman?" Dat wist de rentenier niet. De burgemeester lachte. „Hoe komt u aan die schram op uw voor hoofd?" - „O,” zei Wemer. ..dat ik nietsIk heb voor een paar dagen op een boerderü met een Uzeren stang gewerkt, en De burgemeester lachte luid. „Je komt er nogal rond voor uitl” zei hü- „Maar we wisten er natuurlük al van. Het was de boerderü van de weduwe Dremmler, is X niet?" „Jawel edelachtbare." ..En toen ben je met dezen valschen sleutel, dien we In je zak gevonden hebben, een afge sloten kamer binnengedrongen, en hebt alles meegepakt, wat je leek. We hebben al vastge steld. dat de sleutel op de bewuste deur past. Hoe kom je aan dien sleutel?” Wemer bekeek den sleutel en zei: „Nou die heeft juffrouw Dremmler me toch zelf ge geven!” De burgemeester sloeg de armen over elkaar en zei: .Met zólke uitvluchten hoef je bü mü niet aan te komen. We hebben gisteren vastgesteld, dat er van de bewuste kamer maar één sleutel bestaat, en dien heeft de huurder van de ka. mer, een zekere meneer Paul Wemer, mee op reis genomen.” „Jawel maar ner!” Toen werd de burgemeester boos. .Adolf Krüger.” riep hü uit, ,Je bent er al dlkwüls tusschendoor geglipt maar dat je eerst bekent, en Je dan midden In X verhoor voor den bestolene zelf uitgeeft, dat Is X top. punt! Maar X zal je niet helpen! We „U kunt X toch onderzoeken?” jammerde Wemer, die eerst nu begreep, waar hü aan toe was. „X Was onvoorzichtig van me, een valschen naam op te geven, maar .Jlalt.” riep de burgemeester, „je erkent dus opnieuw dat Je Adolf Krüger bent.” ..Nee, nee. Paul Wemer!" schreide de ren tenier. „Zoo begin je weer met je oude kunsten! Dus je wou me wüsmaken, dat Wemer bü Wemer Ingebroken heeft, zün eigen spullen gestolen heeft en er mee de bergen In gevlucht Zü leefden van wilde vruchten, blaren en wortels, die de apen In de boomen boven hen als onbruikbaar wegsmeten. Jean-Marle bracht elndelük twee kerels mee, een sekere Rpbiron, vroeger dansleeraar Jn éeh zekere Blaise, een zwerver. 1 (ontslagen gevangenen, die In de De laatste ultgravlngen In Pompejl hebben tot de ontdekking van een herberg geleld, die een soort moderne bar geweest schünt te zün. Het geheele meubilair verkeerde nog in goeden staat, men vond zelfs in een bronzen ketel nog water en de laatste stamgasten, die midden In hun vrorrtük leventje door den dood verrast en onder dé asch begraven werden. De Romeinen hadden een waren hartstocht voor dit soort herbergen, waar zü de gezellig heid vonden, die hun kleine ongemoedelüke hulzen niet .vermochten te bieden. Er waren stamgasten, die. zooals tegenwoordig ook nog moet voorkomen heele dagen daar door brachten. Men at er in hoofdzaak lichte spü- zen, zooals het overgebleven menu aantoont Het luidt: .Mededeeling aan de fünproevers". U zult In de herberg van de Syrische in het teeken van Bacchaus, Cerus en der liefde ver- sche kaas vinden, die In biezen matjes geser veerd worden, benevens alle vruchten van het jaargetüde: pruimen, nooten, appels, bessen en augurken. Dit lokaal werd op de eerste plaats bezocht om Iets te drinken. Men dronk bü voorkeur warm water, waarin men een lepel wün ge mengd had. De wün der ouden was Immers tot een soort dikke siroop gekookt. Men vermengde hem nog met bloem-essence. honing, kaars en hars. Ingrediënten, die er nog echt toe bü- dragen om de vloeistof nog dikker te maken. Kantoorbedienden o 15 Vara.orkest „The Super-Detective,* Groteske voor de radio in vijf scènes door Wilhelm Lichtenberg Op te voeren door het Qroot Volkstooneel 10.00 Vara-orkest 1030 persberichten van het Persbureau Vaz Dlas 10.00 Tweede be drijf revue „Alles wordt weer goed". Daarna gramofoonmuzlek. BRUSSEL 509 M. 5.50 Gramofoonmuzlek; 6.50 gramofoonmuzlek; 9 20 jlt de JCurzaaJ te Os tende concert oJ.v. J. Toussant; 11 uur dans muziek uit de Kursaal te Ostende. Hü leeft nog. mejuffrouw, en Is bü volle kennis, maar hü spreekt geen woord meer. Valérie zucht. Zelfs In dit oogenbllk heeft haar die ééne gedachte nog niet verlaten: de hoop, den stervende hier gunstig voor den banneling daar ginds te kunnen stemmen. Een sterke etherlucht vervult de groote weel derige kamer waar de markies tusschen een religieuze en een geneesheer zün laatste oogen bllk afwacht. Hü Uet niet te bed; ondersteund door kussens en met dekens omwlkkeld zit hü hügend In een armstoel vóór het groote geopende venster. De hemel waarnaar hü staart, Is blauw, evenals de bergen, die sich tegen den horizon afteekenen. bloemengeur stügt uit het park omhoog. De zuster treedt terzüde en de nog heldere blik van den zieke wendt zich tot Valérie. Zü leest er eenige verrassing op, een poging om haar te vergelüken met het beeld, dat hü zich van haar gevormd had. Zü buigt zich naar hem toe en vat de wasbleeke hand, die zich met de eigen aardige beweging der stervenden onrustig over de dekens beweegt. Het doet haar grievend leed hem zoo dicht aan zün einde te zien, doch zü is zoo gewoon hart en gelaat te bedwingen, dat haars ondanks beur trekken even hard blüven als altüd. X Is wel lang geleden, vele Jaren- begint ze, maar X is, of haar de keel toege- ls. Niet? Kük eens naar dat tafeltje daar. Her ken je die voorwerpen?” .Ja zeker," riep de rentenier. ..Dat hoort al lemaal aan mü! Op mün eerewoord! Als juf frouw Dremmler hier was. kon ze X getuigen!" „ZU is hier," antwoordde de burgemeester. Hü stond op, deed een deur open en riep: „Vrouw Dremmler, komt u eens hier!" Zü kwam binnen, en hü ging voort. ,XÜkt u dien man eens goed aan; kent u hem?" De dorpe’Inge kéék hem aan en verklaarde: „Nee. dien ken Ik niet.” „Maar juffrouw Dremmler, hoe kunt- u zeggen!” kreunde Wemer. ..Ik woon toch bü u Ik ben toch Paul Wemer „Nee. dat ben je niet! Meneer Wemer ziet er heel anders uit. Die heeft een langen baard!" Wemer sloeg wanhopig de handen In de lucht „Ik heb mün baard af laten scheren!” riep hü wanhopig. „Dat klopt.” zei de burgemeester droogje*. „In X signalement van Adolf Krüger staat: baardje, zoogenaamde sik. Dien hebt u dus af laten scheren. We kunnen X onderzoek voor- looplg wel sluiten.” Dien avond was het een Zaterdag, en de Jonge man zou den volgenden dag geheel op het Roeen-kasteel doorbrengen. Die Zondagen waren zoo heerlijkI Gezamenlük gingen ze naar de kleine kapel, die Marle-Claire elke week met haar mooiste bloemen versierde. Samen knielden ze voor het altaar en ontvingen het Brood der sterken, dat de opperste vereeni ging der zielen uitmaakt. Dan voelden ze zich den ganschen dag boven alle droefheid verheven, boven de onvermüdelüke ontmoedl ging, die een zware taak en onbegrensd af wachten steeds meebrengen. De avond was reeds ver gevorderd, toen het dienstmeisje Elzéar verschrikt kwam mede deelen. dat een matroos hem te spreken vroeg. Pardon, majoor, maar er is een dringende brief voor u aan boord bezorgd, en daar Ik toch met verlof dezen kant ultglng, heeft de onder commandant mü opgedragen u dien ter hand te stellen. Dank Je wel! Vlrgtnle. geef dien besten kerel eens een goed glas wün. Met den brief In de hand kwam Elzéar in het salon terug. Maak u maar niet ongerust, zei Marle- Claire, Elzéar tegemoet gaande. Hedenmiddag Is tante Valérie diep geschokt door het over- lüden van münheer de Saint-Meuron Zü was getuige van zün laatste oogvnbllkken en kwam zoo ontsteld terug, dat Ik haar gedwongen heb wat te rusten. Hü heeft dus vrede met haar willen sluiten? zei Elzéar. De arme man! X Heeft mü moeite gekost hem zün strengheid te ver geven en den haat, dien hü mün vader toe droeg. Ook heb ik het steeds hard gevonden, dat hü den naam de Marguenave. die ook de züne was, met afschuw verworpen h< Ik bid God oprecht hem de rust te schenken, die hü In zün zwervend leven zeker weinig gekend heeftAlles wel beschouwd, voegde hü er eensklaps bü, hebt u eigenlük deze ver zoening bewerkt. BU allen haat en wrok is er gewoonlijk misverstand In het spel, antwoordde Marle- Claire. Van één ding Is tante Valérie Over tuigd; zoo hü had kunnen spreken, zou hü haar een vredeboodschap voor hem meegegeven hebben. Bü het diner verscheen Juffrouw d’Albrègue echter weer. Zü sprak over haar jeugd en over dengene, die daar straks heengegaan was. Een schaduw evenwel bleef haar bü. Was het niet droevig het voorwerp van zulk een liefde te zün knepen wordt, en zü kan den zin niet vol eindigen. Nu tracht hü op zün beurt te spreken, en zü brengt haar oor bü den mond van den zieltogende; doch zü hoort niet*.... X 1* te laat! HU maakt een beweging met de hand omhoog en blikt naar den hemel. Dan. terwül ze nog steeds de trillende hand omsluit, die zich aan de hare vastklemt, voelt ze een allerdiepst medelUden met den man, die zoo geheel en al verlaten heen gaat. Met zachte stem noemt ae hem bü zün voornaam, zooals in de dagen hunner jeugd, en de terugroeping van het verre verleden. Raoul, een vriendin Is hier bü u, een vriendin, die voor u bidt, die op dit oogenbllk al de dierbaren wil vervangen, die u verloren hebt. Op onze zoo verschillende wegen hebben we belden geleden, maar wü gaan naar het zelfde doel, naar het hemelach vaderland, waar geen zorg of pün meer Is. waar de tranen gedroogd worden, waar de schoone. Innige vriepdschap weer opbloeit, en korenen elkander met volmaakte minnen. Op eens. terwül de reeds omnevelde bük van den lijder nog eenmaal haar gelaat trachtte te onderscheiden, vloeide een zeldzame traan uit haar donkere, droeve oogen. die het weenen reeds lang verleerd hadden, en viel op de koude hand van den zieltogende, als rtn laatste in druk van de dingen dezer aarde. En terwül de eenmaal zoo welbeminde stem hem als In slaap wiegde, ging hü heen, zoo zacht, zoo onmerkbaar, dat noch Valérie, noch Opnieuw kreeg Wemer in het brandspult- hulsje tüd om na te denken. ZUn fantasie too- verde hem tralies en gevangeniskleren voor oogen. Maar reeds den volgenden dag had het lot medelUden. De burgemeester van Muggendal had trótsch naar Dresden geseind: „Wü heb ben Krüger signalement klopt precies.” Waarop er een telegram terugkwam: „Vergi*. sing Krüger zit al twaalf uren te Dresden achter slot.” En toen brak de zon der waarheid door. De barbier van Slakkenhuize deelde mede, dat hü geen sik. maar een vollen baard had neergesa- beld en na dat bericht herkende de weduwe Dremmler haar logé. Alles werd duidelük: de rentenier had bü zün vertrek vergeten, zün kamerdeur te sluiten. de jongen van het bergpad was naar binnengeslopen, had de ka mer geplunderd en had zich bü den aanblik van den veldwachter uit de voeten gemaakt. Toen Paul Wemer weer vrü was had hü genoeg van de lichaamsbeweging. Hü ging naar huls. En den volgenden dag constateerde de dokter, dat zün hart volkomen van den ballast bevrüd was. „Nou!” zei Paul Werner. „En toch heb Ik In den laatsten tüd van mün vacantle een ab soluut zittende levenswüze gevoerd!" „Zoo ziet u alweer,” zei de dokter, ,Ae wetenschap raakt nooit uitgeleerd.” „Als Ik weer eens zoon geval behandelen moet, zal Ik den patiënt een dag of wat voor arrest voorschrijven!" o zekere 1 Toulouse, en Belden waren buurt waren gebleven. Er werd onderhandeld en de twee kerels besloten de vluchtelingen voor duizend francs naar Oyapock te brengen, waar de neger hen In den steek had gelaten. De heeren verkwikten zich eerst in het hutje van een oude negerin in het oerwoud en moes ten toen onmlddelIUk hun schuilplaats, een hoogen boom, weer opzoeken, terwül de twee helpers wegtrokken om hun voorbereidingen te treffen. Een volle maand hebben zü aldus In een boom geleefd en alleen 's avonds kwamen s(j naar beneden om te onderhandelen met hun helpers. Van hen vernamen zü. dat hun kameraden, die zü verloren hadden, waren op gepakt en terug naar het Bagno waren ge tracht door de menschenjagers. ElndelUk. na weken strüd tegen muskieten, koorts, regen vlagen, wormen en ander ongedierte, versche nen de twee mannen met een derde, wederom een neger, die hen zou overvaren. De neger was buitengewoon zeker van zün zaak en voor spelde, dat hü hen veilig zou overbrengen. Eerst betalen natuurlük en toen op reis. Ze wisten te ontkomen aan menschenjagers, doch meer door het toeval dan door list. Een Arabier had hen nJ. ontdekt, doch toen hü Dieudonné her kende, Uet hü hen met rust, omdat Dieudonné een van zün vrienden eens gered had. f op dit blad rijn ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen f 9bü levenslange geheele^ongeschiktheid tot werken door f ‘7C/1 bü «n ongeval met f DC(Ï bü varlles van een hand f 1QP oü verlies van een f Cn bü een breuk vu J/l bü verlies van tl 5 ongevaUen verzekert voor een der volgende ultkeerlrgen «J1/</(/.-verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelyken afloop ZOU.' een voet of een oog f X Jij.-duim of Wijsvinger O “been of arm f 4 aSderen vl?g«r Onderweg na het volgende dorp ontmoette hü een jongmensch van aoowat twintig, dat djep gebukt ging onder den last van een zware mand. Dót was wat voor jou dacht Werner. Zoo krügen de anderespieren óók eens een beurt! „Hoor eens jongeman." zei hü. Jaat mü die mand voor Je dragen. Ik moet me inspannen van den dokter.” .Met alle plezier.” zei de Jongen. ,Jk heb haast geen schouders mees." De mand werd overgeladen, en samen wan delden zü verder. „Wat heb Je er toch In?” Vroeg Wemer, toen de zwaarte van de mand hem 'n groote zwaar, te werd. „O. van alles.” zei de Jongen. „Kleeren en zoo. al wat je zoo hier of daar verkoopen kunt.” Het pad werd steeds steiler, en bü een scer. pe bocht stond Wemer plotseling voor den veldwachter. „Wat doe je met die mand?" vroeg die. „Nou, dragen zie je toch!" zei Wemer. „Wat zit er In?" .Als je zoo nieuwsgierig bent, kük dan maar even," sle." De veldwachter stak zün hand In de mand en trok er een zakdoek uit. „Wou Je dien ver koopen?" vroeg hü „Natuurlük!” gaf de rentenier joviaal ten antwoord. „Je ziet toch zeker wel zóó, dat Ik aan X venten ben?" „Dat treft Ik heb net *n zakdoek noodlg.” zei de veldwachter, even schertsend-joviaal. „Wat kost-le?” „Omdat u X bent, een mark," zei Wemer. en hü stelde zich al voor, hoe gelukkig het Jongmensch zou zün met zün handgeld. De veldwachter betaalde en zei toen droog jes weg: „Zoo. laat me nu je vergunning eens zien.” Wemer scheen het niet te hooren. dag hoor,” zei hü. „Halt!" riep de veldwachter. „Laat je ver gunning zien!” „Nou, nou.” zei Wemer geërgerd. „Je ziet toch zóó wel, dat ik geen venter ben? De mand Is van dien Jongen achter me vraag hém maar*hü zal wel een vergunning hebben.” „Ik heb met een jongen niets te maken. U bent verantwoorde! Uk. Trouwens Ik zie geen Jongen." Wemer keek om samen liepen ze een eindje terug maar de jongeman was ver dwenen. „O zoo!” xel de veldwachter. „Ga nu maar eens mee Toen werd Wemer boos, en set leelüke woor den. Dat was een tweede vergrüp. De veldwachter voerde hem mee naar het dorp, al zün roerende goederen werden hem afgenomen en het brandspulthuisje werd hem als voorlooplg verbluf aangewezen. Ik ben maar zoo vrij geweest, tante Valérie, den brenger een dronk te doen geven. Je bent hier Immers thuis? Was er zulk een haast bij dat schrijven? Je wordt toch niet vóór morgenavond teruggeroepen, hoop ik? Neen, *t is een brief uit de stad. Mi* ik hem openen? Het schrijven droeg het hoofd van een nota riskantoor te Toulon en luidde: En toen de jongens haar sagen aankomen en soo vriéndelijk tegen haar waren, was de juffrouw ook niet boos meer en speelde ver stoppertje met hen. Gelukkig maar, dat de juffrouw zelf gauw moe was en dat het tijd werd om naar huls te gaan, anders zou de hoofdonderwljzer dit niet goedgekeurd hebben. Was het een wonder, dat de koningin, toen ze ook haar raadsheeren zoo gek springend vond, naar haarvertrekken vluchtte. ..Hoe komen we van zooleta af." pelnsde.de koningin, doch ze kon er geen oplossing voor vinden en vertoonde zich dien dag aan niemand meer. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 7