UIT HET BAGNO ONTSNAPT
Dieudonné vrij
RADIO-PROGRAM
De Pic-nic
VERMAGERINGSKUUR
in Brazilië
Het
Rozen*Kasteel
Alle abonné
19a honger, dorst, ziekte,
koade, eindelijk
VERHAAL VAN
DEN DAG
In üreemd land
n.
Stamtafel door den
dood verrast
De 9tad
FEUILLETON
xxxn
DINSDAG 19 JULI
!•-
Victor Emanuel 111 als
muntenverzamelaar
Woensdag 20 Juli
Op zee
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
In een
soms
bondigheden uit hun schuilplaats.
o-
de
ik ben zélf die Paul Wer-
zei Wemer schertsend. „Volle permis
even
„Nou,
Mijnheer.
M
Maar
Je
Ontvang, enz."
Wordt vervolgd.
v
lat
ng
Daar dobberde eindelijk de prauw over de
golven. Ze vochten weer tegen den stroom, het
drijfzand en de modderbanken. Zij rilden weer
in de buurt van de Eendenplaat en de Bank
van Frankrijk, ze beefden niet minder om de
griezelverhalen, die de neger ophing betreffen
de de onmenschelljke menschenjagers. Zeven
dagen duurde de strijd op de zee, tot de prauw
eindelijk de z.g. Bannelingenkreek binnendob
berde. Eerst nog een wervelwind, waaruit bet
bootje als bü mirakel werd gered; dan nog een
bevigen strijd tegen plotselinge zwermen mus
kieten en dan eindelijk na uren en uren pa
gaaien, omdat gebrek aan wind de zeilen over
bodig maakte, kwam de kust van Brazilië In
zicht. Als gekken gingen de vluchtelingen te
keer, toen zij In de verte het land der vrijheid
sagen opdoemen. Ze begonnen direct over thuis
te praten, alsof zij de kust van Frankrijk zagen.
De monding van de rivier Oyapock lag vóór
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
ROME, Ml M. 9.05 symphonle concert o. L
Sergio Failonl;
MILAAN 331 M. 8.50 Radiotooneeldaarna
dansmuziek uit het Lunapark Lido te Milaan;
er
Is-
et
at
tal
28
ra
:n
>1-
WARSCHAU 1*11 M. 5.20 Pupulalr concert
door het Omroeporkest o.l.v. Cas WUkomirski;
9.20 planocecltal; 10.20 dansmuziek.
KALUNDBORG 1135 M. 3 20 Concert door X
Omroeporkest o.l.v. Laung Gröadahl; 10 35 bal
letmuziek door het Omroeporkest o.l.v. Launy
Oröndahl; 11.10 dansmuziek uit het ..Industrie
restaurant; dansorkest o.l.v. Heinz Jaatn
WEENEN 517 M. 7 50 Fucik concert door het
Wilhelm Wacek orkest; 10.25 populair concert.
HAMBURG 372 M.
4.50 concert;
PARIJS EIFFEL IMS M. 8.50 vocaal kwartet
■Le sol Majar"; 9.25 concert oJ.v. Ed. Flament;
PARIJS R. 172S M. 12.50 Gramofoonmuzlek;
7.50 Idem; 9.05 concert; 9.50 vervolg concert.
De verrassing belette Elzéar aanvankelijk den
ju 1sten zin van dit schrijven te vatten. Hij las
het nog eens en reikte dan bedaard, halt on-
geloovig juffrouw d'Albrègue den brief toe. ZIJ
las op haar beurt, verbleekte en Uet zich met
een diepe ademhaling In een armstoel vallen
Dan gaf ae het papier aan Marle-Claire.
de
re-
is-
is-
It-
oe
a-
ar
in
t-
le
re
Is.
g.
ht
Lie
te
•n
sn
ïo
te
te
ar
e-
a-
;n
n,
tg
sn
de
J-
P-
58-
ük
on
li
eer
an
en
n-
>e-
00
o;
rs
r-
60.
G.
.30
ro;
la-
i
n-
im
he
n-
P-
1
Lg-
de
ou
en
at
en
iet
sse
211
tr
ed
e-
n-"13
DAVENTRY 1154 M. 1.50 Concert door Jac.
Martin en zijn Majestic orkest; 3.50 concert;
5.05 orgelconcert;' 7.50 concert door het BJ.C -
orkest; 11.10 Roy Fox en zijn band.
Men ptcnict gaarne in het botch,
Omdat het daar too schoon is,
En ook de stilte, die er heerscht,
Zoo heerlijk ongewoon te.
Vooral ook in den zomertijd.
Omdat het daar zoo koel it.
En op te frisschen, als je puft,
Een zeer natuurlijk doel te.
Ook, wijl de stad conventie kent,
Men in het bosch meer vrij te
En voor manieren daar dus eb.
Voor losheid hoog-getij is!
Omdat de grond de tafel is
En voor gebruik gereed is.
Geen enkel standje wordt gehoord,'
Daar morspot niemands leed is!
En.... als men uit-gepicnict is,
Wat ook een groot gemak is,
Dan zegt men 't niet, maar doet alsof
Het bosch ookvuilnisbak is!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
HUIZEN, 296 M. 8.00 N. C. R. V. schrift
lezing 815 morgenconcert 10.00 Zang
door NCRV.-dameskoor 10.30 korte zieken
dienst door De. P Boes 11.00 harmonlumbe-
spellng door M. F Jurjaanz 1200 politiebe
richten 1215 middagconcert 200 verzor.
ging zender 230 lenen van chr. lectuur door
mej. M. Wentlng:
van
500
KONIGSWUSTERHAUSEN 1635 M. 2 20 gra-
mofoonmuziek.
..Beleefd verzoek Ik 17 Maandagmorgen op
ml)n kantoor te wtllen komen om kennis te
nemen van een codldl. dat mijn betreurde cliënt,
de markies de Saint-Meuron te uwen gunste aan
Zijn testament heeft toegevoegd.
Ik kan U nu reeds mededeelen. dat de U
toekomende som honderd twintig duizend
frank bedraagt, evenals de legaten aan de ove
rige neven van den heer de Saint-Meuron toe
gekend. De rest van zijn fortuin te bestemd
voor verschillende liefdadige doeleinden.
„Gouden Teugels” van A.
HoogstratenSchoch 3 00 concert
klnderuurtje door mej. 8. Groeneweg
6.00 Chr. Liederenuurtje 7.00 Op Last van
den Minister van Waterstaat afgestaan 7 30
politieberichten 7.45 persberichten van het
Ned Chr. Persbureau 8.00 concert door de
Chr. Harmonlevereenlglng „Soil Deo Gloria”
8.00 orkest 9.00 Mr. P Borët: „De leeken-
rechter In het Nederlandsche bedrijfsleven”
10.00 Persberichten van het Persbureau Vaz
Dlas 10.40 gramofoomuzlek.
zouden ze naar C
zouden zoeken, v
een weigering val
weerde niets In Carcoenne te maken te heb
ben. Toen een ultnoodlglng van een zestal
negers op de kust, die de opvarenden gaarne
hadden willen braden. Toen moest de baas
weer worden overgehaald om hen tóch naar
Carcoenne te brengen, maar dat kostte weer
enkele honderden francs. Bovendien moest de
ellendeling nog een voorraadje goud hebben en
dan pas zou hij zijn vrachtje naar de Amazone
brengen. Vandaar konden de lui dan naar
Belem gaan, een stad van.over de tweehonderd
duizend Inwoners. Ze gingen In zee en bereik
ten eindelijk de kust, uitgeplunderd door al het
geboefte, daat hen onderweg hd geholpen om
er aan te verdienen. Hoeveel jaren was het
geleden, dat zü een stad hadden gezien en wat
was er In si die jaren niet met hen voorgeval
len In de hel van Cayenne?
Daar begon de ellende opnieuw. Nummer
drie werd ziek, begon te Ijlen en dacht, dat hü
in Parijs was. Ook Jean Marie begon koorts
te krijgen en alle drie waren ze zwaar van den
regen, die hun kleeren en hun bagage had
doordrenkt. Ze dronken het water, dat langs
de hoornen drupte. Ze volgden de telegraaf
draden In den nacht en tegen den morgen
waren ze twintig kilometer van de stad. Toen
bleven ze enkele uren, doodvermoeid, in de
modder liggen. Dan weer verder, door wouden
langs de Amazone. Een trein naar Belem kon
den ze natuurlijk niet betalen. Toen verkochten
ze hun spaarpotten, waar toch niets meer In
zat. Eindelijk zaten ze In den trein. De mede
reizigers begonnen allen te eten. ZU echter
stierven van den honger en hadden niets. Al
hun geld was opgegaan aan de treinreis. Toen
zU In Belem aankwamen, was nummer drie er
erg aan toe, maar hü leefde nog.
geweest, een gansch leven aldus doelloos te
moeten zien voorbij gaan, terwijl ze zelf aan
de treurigste eenzaamheid was overgeleverd?
ZU verzocht Elzéar de begrafenis te gaan
bü wonen.
Van ganscher harte, antwoordde hü. maar
niet als bloedverwant. X Zou me kwalük pas
sen met een titel te pralen, dien hU me ont
zegd heeft.
Gods ultver-
Uefde be
BERLIJN 418 M. 730 Planosecltal
2.30 gramofoonmuzlek
4.50 concert; 7.40 gramofoonmuzlek; 8.55' Ri
chard Wagnercèncert; 10.40 concert in het ,A1-
sterpa vlllon;
de zuster het juiste oogenbllk kenden, waarop
hU ontslapen was.
ZU laat Marle-Claire door Virginie waarschu
wen en daalt het steenachtige pad af, waar de
auto van den markies haar wacht.
Daar zit ze in het sierhjke rijtuig, dat het
hare had kurihen zün. Haar versleten zwarte ja
pon schUnt op deze groen-marokkünen kussens
nog armzaliger. Snel voert de auto haar nu op
welbekende wegen, eens getuige van haar Jeugd-
blUdschap, door zonnige plaatsen, die eenmaal
hoopvol haar toelachten. De stad is zü reeds
VoorbU. Alles is hier vol licht en leven, terwUl
het elders stormt en sneeuwt! Velden met vlool-
tj«s doorgeuren de lucht, de mimosa siert het
donkergroen der pUnboomen en de lichte kleur
der olijven als met goud. En met beklemd hart
overdenkt ze, dat hU, die daar ginds te midden
van dit tooverland ligt uitgestrekt, deze beminde
streken nooit meer zal terugzien.
Het rijtuig vliegt door de lange palmlanen,
langs weelderige hotels, en houdt elndelUk vóór
•en villa stU, In de dadelboomen al* genesteld.
*?en_,e" nam hen op' N<* eens een stormpje op
de rivier en toen gleed de boot de haven van
Demonty binnen. ZU gingen aan wal, omhels
den den neger, hun redder, die onmlddelIUk
weer zee koos, en trokken op enkele hulzen af.
die onder geboomte stonden.
Tn een vorige vertelling hebben wU Eugène
Dieudonné. den z.g. autobandiet, gevolgd op
gjjn vlucht uit Cayenne tot op een afstand van
twintig kilometer van het Bagno. HU en *Un
kameraad Jean Marie hadden zich In het oer
woud verscholen om van daar uit nieuwe hulp
te zoeken. Doodsbenauwd voor de menschen-
jagers hielden zü rich zooveel mogelük verbor
gen en kwamen pas onder absoluut veilige om-
Hoort u eens, meneer Wemer te» gaat
X niet langer. U hebt ballast aan uw hart.
Dat moet er af. U suit lichaamsbeweging moe
ten nemen lichaamsbeweging, tot u «r bü
neervalt!”
„Halteren of zoo?”
.Jawel, maarWeet u wat?? U trekt er
op uit een groote voetreis net als de land-
loopers van dorp tot dorp. Als u over een paar
maanden terugkomt, bent u "n heel ander
mensch."
Paul Wemer pakte dus een tasch vol. en
ging op stap. Verlof vragen aan zUn patroon
of aan zUn vrouw hoefde hU niet, want hU
bezat geen van tweeën. Na lang zoeken koos
hu het liefelUke dorp Muggendal als operatie
basis. HU nam zUn Intrek bü de deduwe
Dremmler, maar hü zwierf gewoonlQk,
dagen achtereen, door de bergen rond.
Magerder werd hU niet. Zün baard groeide
daarentegen nog lang en breed uit, en wUl hU
ook aan zijn hoofdhaar niet veel Het doen, zag
hü er weldra uit als een natuunnensch, en
deed zün aanbllk aan sprookjes denken.
Toen wou hü aan X houthakken. Hü huurde
een bül en sloeg er op los. maar den eersten
dag al kreeg een jongetje een blok tegen *Un
wang, en dus een wonde, en daar moest Werner
zoo bloedig voor betalen, dat hü het hout
hakken afzwoer.
Gelukkig vond hü In de struiken een üseren
staaf, en .daarmee probeerde hü allerlei athle-
tenkunsten strekken en zwaaien en sprln.
gen en wel viel hü menigmaal, en moest hü
door de knecht» met geweld worden afgespoeld,
maar magerder werd hü niet. Toen gaf hü ook
het staafwerk op.
Dus ging hü maar weer aan X wandelen. De
steilste bergpaden klom hü op. In de herberg
van Slakkenhuize trof hü den dorpsarts.
„U loopt nogal'wat.” zei de dokter.
„Ja,” zei Wemer, „wat doet een menzeh al
niet voor zün gezondheid!”
„Zooals u loopt is X anders allesbehalve ge
zond!” zei de arts. „Wie zich moe en warm
maakt moet zün hoofd vrü hebben en zün po
riën openhpuden. Met zoon haar- en baard
groei gaat het niet. Levensgevaarlük zelfs!”
Wemer gaf toen de schaar en het m« wat
te doen, bekeek zün ronde gladde hoofd in
den spiegel, en ging met een genist hart ver
der.
Maar Brazilië was voor vluchtelingen een
door en door vreemd land. Waar moesten zü
heen? Hier stonden zeven houten krotten, dat
was de heele .stad". Maar het was ook de vrü-
held! Nu behoefden zü niet langer zich als
beesten te verbergen. Daar het nacht was,
zochten zü een schuurtje op, om te slapen. Den
volgenden dag waren zü spoedig door inwoners
omringd, die het rare tweetal bekeken. Ze kon
den elkaar natuurlük niet verstaan, maar Ieder
een begreep, dat hü met ontsnapte gedepor
teerden te doen had. Ze werden gevoed en ge
laafd en de douane Uet hen met rust. Inmid
dels had een derde ontsnapte zich bü hen ge
voegd en met hun drieën trokken zü verder.
Met, een kano, die de douane hun bezorgd had,
ireoenne varen, waar zü werk
'eer nieuwe avonturen. Eerst
i den „commandant", die be-
HILVERSUM 1875 M. 8 00 VARA. TUd-
seln en gramofoonmuzlek 9.00 Vara-septet
o.Lv. Is. Eyl 10.00 VPRO, morgepwüdlng
VARA 10.15 uitzending voor de arbeiders In
de Conttnubedrüven 12 00 Vara-orkeet o.l.v.
Hugo de Groot; afgewisseld door gramofoon
muzlek 2.00 Onderbreking voor verzorging
van den zender 2.15 Onze keuken door P. J.
Kers Jr. 3.00 Vara-klnderkoor o.l.v. Mej.
Leida Hulscher 5.30 Vara-septet o.l.v Is.
Eyl afgewisseld door gramofoonmuzlek 7.00
gramofoonmuzlek 715 Vara.mandoline en
semble oJ.v. Joh. B. Kok 7.30 A. M. de Jong
vertelt over zün Roemeenache reis „Naar het
dorp Stankontza In de Baragan" 7 50 Vara-
mandollne ensemble 8.00 Het eerste Consult.
Radioblljspel In 2 acten; door Hutb Wouters
op te voeren door het Groot Volkstooneel oJ.v.
Herman Bouber en Ben Groeneveld 8 30
Vara-orkest o.Lv. Hugo de Groot 900 Uit
zending voor den Alg. Ned. Bond van Handels.
en
945
Dit Uefelük dak achünt alleen het geluk te kun
nen beschermen; thans echter verbergt het
slechte den doodstrüd.
Marius, de oude kamerdienaar van den mar
kies, komt het portier openen.
het gevaarlük zou zün hem hier te laten
sterven. Ze trokken dus weer af en brachten
den lüder naar een ziekenhuis, waar hü den
volgenden) dag stierf.
Dat was voor hem het einde van den strüd
om de vrüheid. Na weken en weken van ellen
de en honger, elndelUk de vrüheid in zicht en
de dood als beloonlng.
Maar ook Dieudonné en zün vriend waren
nog niet aan het einde der wederwaardigheden.
Er zou nog heel wat gebeuren, voor de onschul
dige de kust van zün vaderland, waarnaar hü
zoo verlangde, sou betreden. Dit verhalen we
een volgende maal In een slotvertelling.
LANGENBERG, 472 M. 150 Concert o. 1. V
Wolf; 530 Vesperconcert; 10.40 populair con
cert.
Konlng Victor Emanuel III van Italië Is één
der beroemdste muntenverzamelaars. Hoe hü
tot dit verzamelen Is gekomen, heeft hü zelf
verteld:
„Het toeval speelde me, toen ik nog een jon
gen was, een soldo van Paus Pius IX In de
hand. Tenslotte had ik 15 van deze munten
bü elkaar. Nu gaf mün vader mü 60 verschil
lende munten, die, met dié welke ik had, de
kern van mün verzameling vormden.”
Wat voor den jongen een tüdverdrüf was.
werd voor den man een bron van ernstig werk
en bezigheid. Konlng Victor Emanuel is een
bekende autoriteit op het gebied van rnunteé-
kunde, eere-presldent van de vereeniging voor
numismatiek In Italië en bezitter van één der
beroemdste verzamelingen der wereld. De ver
zameling bestaat uit niet minder dan 50.000
munten, waaronder vele van onschatbare
waarde.
Het duurde achtenveertig uren, eer hü ver
hoord werd; In die achtenveertig uren had hü
nagedacht.
„Een twintig of dertig mark moete is niet
zoo erg," peinsde hü. ..maar dan zit Ik mün
heele leven met de vlek van „voorbestrafte" op
mün naamIk moest maar een anderen
naam opgeven MUHee of Krüger of Weber.
Het was volop feest In Belem. Een luidruch
tig carnaval. Nu begon weer een nieuw gevaar
te dreigen: de Brazlllaansche politie nj. Ze
trokken dan maar verder en vermeden zooveel
mogelük op te vallen. Geen van drieën sprak
Portugeesch. Hoe zouden ze het adres te weten
komen van een vriend, die hier woonde en
wiens naam en adres Dieudonné op een stuk
papier had geschreven? ElndelUk trok hü de
stoute schoenen aan en klampte een vriendelük
oude dame aan. Toen maar weer verder, te
midden van het feestgedrulsch. De tram sou
wel te duur geweest zün. Na een groot uur
wandelen en slenteren kwamen ze elndelUk aan
het adres van den vriend, Rondlère genaamd.
De man ontving hen gastvrü- Maar nummer
drie moest de deur uitgewerkt worden, omdat
Dan houdt Werner een schoon register en
in 'n paar dagen is X zaakje weer vergeten!"
ElndelUk werd hü voor den burgemeester ge
bracht.
„U heet?"
.Mün naam is Krüger."
De burgemeester keek hem doorborend aan.
„Krüger werkelük Krüger?"
„Ja. waarom zou Ik geen Krüger heeten?"
„Hm. En hoe komt u aan die mand?"
„Die wou ik een poosje dragen voor den Jon
gen man die ermee liep. Ik moet namelük ma
ger worden."
„En waar is die jongeman?"
Dat wist de rentenier niet. De burgemeester
lachte.
„Hoe komt u aan die schram op uw voor
hoofd?" -
„O,” zei Wemer. ..dat ik nietsIk heb
voor een paar dagen op een boerderü met een
Uzeren stang gewerkt, en
De burgemeester lachte luid.
„Je komt er nogal rond voor uitl” zei hü-
„Maar we wisten er natuurlük al van. Het
was de boerderü van de weduwe Dremmler, is
X niet?"
„Jawel edelachtbare."
..En toen ben je met dezen valschen sleutel,
dien we In je zak gevonden hebben, een afge
sloten kamer binnengedrongen, en hebt alles
meegepakt, wat je leek. We hebben al vastge
steld. dat de sleutel op de bewuste deur past.
Hoe kom je aan dien sleutel?”
Wemer bekeek den sleutel en zei: „Nou
die heeft juffrouw Dremmler me toch zelf ge
geven!”
De burgemeester sloeg de armen over elkaar
en zei:
.Met zólke uitvluchten hoef je bü mü niet
aan te komen. We hebben gisteren vastgesteld,
dat er van de bewuste kamer maar één sleutel
bestaat, en dien heeft de huurder van de ka.
mer, een zekere meneer Paul Wemer, mee op
reis genomen.”
„Jawel maar
ner!”
Toen werd de burgemeester boos.
.Adolf Krüger.” riep hü uit, ,Je bent er al
dlkwüls tusschendoor geglipt maar dat je
eerst bekent, en Je dan midden In X verhoor
voor den bestolene zelf uitgeeft, dat Is X top.
punt! Maar X zal je niet helpen! We
„U kunt X toch onderzoeken?” jammerde
Wemer, die eerst nu begreep, waar hü aan
toe was. „X Was onvoorzichtig van me, een
valschen naam op te geven, maar
.Jlalt.” riep de burgemeester, „je erkent dus
opnieuw dat Je Adolf Krüger bent.”
..Nee, nee. Paul Wemer!" schreide de ren
tenier.
„Zoo begin je weer met je oude kunsten!
Dus je wou me wüsmaken, dat Wemer bü
Wemer Ingebroken heeft, zün eigen spullen
gestolen heeft en er mee de bergen In gevlucht
Zü leefden van wilde vruchten, blaren en
wortels, die de apen In de boomen boven hen
als onbruikbaar wegsmeten.
Jean-Marle bracht elndelük twee kerels mee,
een sekere Rpbiron, vroeger dansleeraar Jn
éeh zekere Blaise, een zwerver.
1 (ontslagen gevangenen, die In de
De laatste ultgravlngen In Pompejl hebben
tot de ontdekking van een herberg geleld, die
een soort moderne bar geweest schünt te zün.
Het geheele meubilair verkeerde nog in goeden
staat, men vond zelfs in een bronzen ketel nog
water en de laatste stamgasten, die midden In
hun vrorrtük leventje door den dood verrast en
onder dé asch begraven werden.
De Romeinen hadden een waren hartstocht
voor dit soort herbergen, waar zü de gezellig
heid vonden, die hun kleine ongemoedelüke
hulzen niet .vermochten te bieden. Er waren
stamgasten, die. zooals tegenwoordig ook nog
moet voorkomen heele dagen daar door
brachten. Men at er in hoofdzaak lichte spü-
zen, zooals het overgebleven menu aantoont
Het luidt:
.Mededeeling aan de fünproevers".
U zult In de herberg van de Syrische in het
teeken van Bacchaus, Cerus en der liefde ver-
sche kaas vinden, die In biezen matjes geser
veerd worden, benevens alle vruchten van het
jaargetüde: pruimen, nooten, appels, bessen en
augurken.
Dit lokaal werd op de eerste plaats bezocht
om Iets te drinken. Men dronk bü voorkeur
warm water, waarin men een lepel wün ge
mengd had. De wün der ouden was Immers tot
een soort dikke siroop gekookt. Men vermengde
hem nog met bloem-essence. honing, kaars en
hars. Ingrediënten, die er nog echt toe bü-
dragen om de vloeistof nog dikker te maken.
Kantoorbedienden o 15 Vara.orkest
„The Super-Detective,* Groteske voor de
radio in vijf scènes door Wilhelm Lichtenberg
Op te voeren door het Qroot Volkstooneel
10.00 Vara-orkest 1030 persberichten van
het Persbureau Vaz Dlas 10.00 Tweede be
drijf revue „Alles wordt weer goed". Daarna
gramofoonmuzlek.
BRUSSEL 509 M. 5.50 Gramofoonmuzlek; 6.50
gramofoonmuzlek; 9 20 jlt de JCurzaaJ te Os
tende concert oJ.v. J. Toussant; 11 uur dans
muziek uit de Kursaal te Ostende.
Hü leeft nog. mejuffrouw, en Is bü volle
kennis, maar hü spreekt geen woord meer.
Valérie zucht. Zelfs In dit oogenbllk heeft haar
die ééne gedachte nog niet verlaten: de hoop,
den stervende hier gunstig voor den banneling
daar ginds te kunnen stemmen.
Een sterke etherlucht vervult de groote weel
derige kamer waar de markies tusschen een
religieuze en een geneesheer zün laatste oogen
bllk afwacht.
Hü Uet niet te bed; ondersteund door kussens
en met dekens omwlkkeld zit hü hügend In een
armstoel vóór het groote geopende venster. De
hemel waarnaar hü staart, Is blauw, evenals de
bergen, die sich tegen den horizon afteekenen.
bloemengeur stügt uit het park omhoog.
De zuster treedt terzüde en de nog heldere blik
van den zieke wendt zich tot Valérie. Zü leest
er eenige verrassing op, een poging om haar te
vergelüken met het beeld, dat hü zich van haar
gevormd had. Zü buigt zich naar hem toe en
vat de wasbleeke hand, die zich met de eigen
aardige beweging der stervenden onrustig over
de dekens beweegt.
Het doet haar grievend leed hem zoo dicht
aan zün einde te zien, doch zü is zoo gewoon
hart en gelaat te bedwingen, dat haars ondanks
beur trekken even hard blüven als altüd.
X Is wel lang geleden, vele Jaren-
begint ze, maar X is, of haar de keel toege-
ls. Niet? Kük eens naar dat tafeltje daar. Her
ken je die voorwerpen?”
.Ja zeker," riep de rentenier. ..Dat hoort al
lemaal aan mü! Op mün eerewoord! Als juf
frouw Dremmler hier was. kon ze X getuigen!"
„ZU is hier," antwoordde de burgemeester.
Hü stond op, deed een deur open en riep:
„Vrouw Dremmler, komt u eens hier!" Zü
kwam binnen, en hü ging voort. ,XÜkt u dien
man eens goed aan; kent u hem?"
De dorpe’Inge kéék hem aan en verklaarde:
„Nee. dien ken Ik niet.”
„Maar juffrouw Dremmler, hoe kunt- u
zeggen!” kreunde Wemer. ..Ik woon toch bü
u Ik ben toch Paul Wemer
„Nee. dat ben je niet! Meneer Wemer ziet
er heel anders uit. Die heeft een langen
baard!"
Wemer sloeg wanhopig de handen In de
lucht
„Ik heb mün baard af laten scheren!” riep
hü wanhopig.
„Dat klopt.” zei de burgemeester droogje*.
„In X signalement van Adolf Krüger staat:
baardje, zoogenaamde sik. Dien hebt u dus af
laten scheren. We kunnen X onderzoek voor-
looplg wel sluiten.”
Dien avond was het een Zaterdag, en de
Jonge man zou den volgenden dag geheel op
het Roeen-kasteel doorbrengen. Die Zondagen
waren zoo heerlijkI Gezamenlük gingen ze naar
de kleine kapel, die Marle-Claire elke week
met haar mooiste bloemen versierde. Samen
knielden ze voor het altaar en ontvingen het
Brood der sterken, dat de opperste vereeni
ging der zielen uitmaakt. Dan voelden ze
zich den ganschen dag boven alle droefheid
verheven, boven de onvermüdelüke ontmoedl
ging, die een zware taak en onbegrensd af
wachten steeds meebrengen.
De avond was reeds ver gevorderd, toen het
dienstmeisje Elzéar verschrikt kwam mede
deelen. dat een matroos hem te spreken vroeg.
Pardon, majoor, maar er is een dringende
brief voor u aan boord bezorgd, en daar Ik
toch met verlof dezen kant ultglng, heeft de
onder commandant mü opgedragen u dien ter
hand te stellen.
Dank Je wel! Vlrgtnle. geef dien besten
kerel eens een goed glas wün.
Met den brief In de hand kwam Elzéar in
het salon terug.
Maak u maar niet ongerust, zei Marle-
Claire, Elzéar tegemoet gaande. Hedenmiddag
Is tante Valérie diep geschokt door het over-
lüden van münheer de Saint-Meuron Zü was
getuige van zün laatste oogvnbllkken en kwam
zoo ontsteld terug, dat Ik haar gedwongen heb
wat te rusten.
Hü heeft dus vrede met haar willen
sluiten? zei Elzéar. De arme man! X Heeft
mü moeite gekost hem zün strengheid te ver
geven en den haat, dien hü mün vader toe
droeg. Ook heb ik het steeds hard gevonden,
dat hü den naam de Marguenave. die ook de
züne was, met afschuw verworpen h<
Ik bid God oprecht hem de rust te schenken,
die hü In zün zwervend leven zeker weinig
gekend heeftAlles wel beschouwd, voegde
hü er eensklaps bü, hebt u eigenlük deze ver
zoening bewerkt.
BU allen haat en wrok is er gewoonlijk
misverstand In het spel, antwoordde Marle-
Claire. Van één ding Is tante Valérie Over
tuigd; zoo hü had kunnen spreken, zou hü haar
een vredeboodschap voor hem meegegeven
hebben.
Bü het diner verscheen Juffrouw d’Albrègue
echter weer. Zü sprak over haar jeugd en over
dengene, die daar straks heengegaan was. Een
schaduw evenwel bleef haar bü. Was het niet
droevig het voorwerp van zulk een liefde te zün
knepen wordt, en zü kan den zin niet vol
eindigen.
Nu tracht hü op zün beurt te spreken, en
zü brengt haar oor bü den mond van den
zieltogende; doch zü hoort niet*.... X 1* te laat!
HU maakt een beweging met de hand omhoog
en blikt naar den hemel. Dan. terwül ze nog
steeds de trillende hand omsluit, die zich aan
de hare vastklemt, voelt ze een allerdiepst
medelUden met den man, die zoo geheel en
al verlaten heen gaat. Met zachte stem noemt
ae hem bü zün voornaam, zooals in de dagen
hunner jeugd, en de terugroeping van het verre
verleden.
Raoul, een vriendin Is hier bü u, een
vriendin, die voor u bidt, die op dit oogenbllk
al de dierbaren wil vervangen, die u verloren
hebt. Op onze zoo verschillende wegen hebben
we belden geleden, maar wü gaan naar het
zelfde doel, naar het hemelach vaderland, waar
geen zorg of pün meer Is. waar de tranen
gedroogd worden, waar de schoone. Innige
vriepdschap weer opbloeit, en
korenen elkander met volmaakte
minnen.
Op eens. terwül de reeds omnevelde bük van
den lijder nog eenmaal haar gelaat trachtte
te onderscheiden, vloeide een zeldzame traan
uit haar donkere, droeve oogen. die het weenen
reeds lang verleerd hadden, en viel op de koude
hand van den zieltogende, als rtn laatste in
druk van de dingen dezer aarde.
En terwül de eenmaal zoo welbeminde stem
hem als In slaap wiegde, ging hü heen, zoo
zacht, zoo onmerkbaar, dat noch Valérie, noch
Opnieuw kreeg Wemer in het brandspult-
hulsje tüd om na te denken. ZUn fantasie too-
verde hem tralies en gevangeniskleren voor
oogen.
Maar reeds den volgenden dag had het lot
medelUden. De burgemeester van Muggendal
had trótsch naar Dresden geseind: „Wü heb
ben Krüger signalement klopt precies.”
Waarop er een telegram terugkwam: „Vergi*.
sing Krüger zit al twaalf uren te Dresden
achter slot.”
En toen brak de zon der waarheid door. De
barbier van Slakkenhuize deelde mede, dat hü
geen sik. maar een vollen baard had neergesa-
beld en na dat bericht herkende de weduwe
Dremmler haar logé. Alles werd duidelük: de
rentenier had bü zün vertrek vergeten, zün
kamerdeur te sluiten. de jongen van het
bergpad was naar binnengeslopen, had de ka
mer geplunderd en had zich bü den aanblik
van den veldwachter uit de voeten gemaakt.
Toen Paul Wemer weer vrü was had hü
genoeg van de lichaamsbeweging. Hü ging naar
huls. En den volgenden dag constateerde de
dokter, dat zün hart volkomen van den ballast
bevrüd was.
„Nou!” zei Paul Werner. „En toch heb Ik
In den laatsten tüd van mün vacantle een ab
soluut zittende levenswüze gevoerd!"
„Zoo ziet u alweer,” zei de dokter, ,Ae
wetenschap raakt nooit uitgeleerd.”
„Als Ik weer eens zoon geval behandelen
moet, zal Ik den patiënt een dag of wat voor
arrest voorschrijven!"
o
zekere 1
Toulouse, en
Belden waren
buurt waren gebleven. Er werd onderhandeld
en de twee kerels besloten de vluchtelingen
voor duizend francs naar Oyapock te brengen,
waar de neger hen In den steek had gelaten.
De heeren verkwikten zich eerst in het hutje
van een oude negerin in het oerwoud en moes
ten toen onmlddelIUk hun schuilplaats, een
hoogen boom, weer opzoeken, terwül de twee
helpers wegtrokken om hun voorbereidingen te
treffen. Een volle maand hebben zü aldus In
een boom geleefd en alleen 's avonds kwamen
s(j naar beneden om te onderhandelen met
hun helpers. Van hen vernamen zü. dat hun
kameraden, die zü verloren hadden, waren op
gepakt en terug naar het Bagno waren ge
tracht door de menschenjagers. ElndelUk. na
weken strüd tegen muskieten, koorts, regen
vlagen, wormen en ander ongedierte, versche
nen de twee mannen met een derde, wederom
een neger, die hen zou overvaren. De neger
was buitengewoon zeker van zün zaak en voor
spelde, dat hü hen veilig zou overbrengen. Eerst
betalen natuurlük en toen op reis. Ze wisten
te ontkomen aan menschenjagers, doch meer
door het toeval dan door list. Een Arabier had
hen nJ. ontdekt, doch toen hü Dieudonné her
kende, Uet hü hen met rust, omdat Dieudonné
een van zün vrienden eens gered had.
f op dit blad rijn ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen f 9bü levenslange geheele^ongeschiktheid tot werken door f ‘7C/1 bü «n ongeval met f DC(Ï bü varlles van een hand f 1QP oü verlies van een f Cn bü een breuk vu J/l bü verlies van tl
5 ongevaUen verzekert voor een der volgende ultkeerlrgen «J1/</(/.-verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelyken afloop ZOU.' een voet of een oog f X Jij.-duim of Wijsvinger O “been of arm f 4 aSderen vl?g«r
Onderweg na het volgende dorp ontmoette hü
een jongmensch van aoowat twintig, dat djep
gebukt ging onder den last van een zware
mand. Dót was wat voor jou dacht Werner.
Zoo krügen de anderespieren óók eens een
beurt!
„Hoor eens jongeman." zei hü. Jaat mü die
mand voor Je dragen. Ik moet me inspannen
van den dokter.”
.Met alle plezier.” zei de Jongen. ,Jk heb
haast geen schouders mees."
De mand werd overgeladen, en samen wan
delden zü verder.
„Wat heb Je er toch In?” Vroeg Wemer, toen
de zwaarte van de mand hem 'n groote zwaar,
te werd.
„O. van alles.” zei de Jongen. „Kleeren en
zoo. al wat je zoo hier of daar verkoopen kunt.”
Het pad werd steeds steiler, en bü een scer.
pe bocht stond Wemer plotseling voor den
veldwachter.
„Wat doe je met die mand?" vroeg die.
„Nou, dragen zie je toch!" zei Wemer.
„Wat zit er In?"
.Als je zoo nieuwsgierig bent, kük dan maar
even,"
sle."
De veldwachter stak zün hand In de mand
en trok er een zakdoek uit. „Wou Je dien ver
koopen?" vroeg hü
„Natuurlük!” gaf de rentenier joviaal ten
antwoord. „Je ziet toch zeker wel zóó, dat Ik
aan X venten ben?"
„Dat treft Ik heb net *n zakdoek noodlg.”
zei de veldwachter, even schertsend-joviaal.
„Wat kost-le?”
„Omdat u X bent, een mark," zei Wemer.
en hü stelde zich al voor, hoe gelukkig het
Jongmensch zou zün met zün handgeld.
De veldwachter betaalde en zei toen droog
jes weg: „Zoo. laat me nu je vergunning eens
zien.”
Wemer scheen het niet te hooren.
dag hoor,” zei hü.
„Halt!" riep de veldwachter. „Laat je ver
gunning zien!”
„Nou, nou.” zei Wemer geërgerd. „Je ziet
toch zóó wel, dat ik geen venter ben? De mand
Is van dien Jongen achter me vraag hém
maar*hü zal wel een vergunning hebben.”
„Ik heb met een jongen niets te maken. U
bent verantwoorde! Uk. Trouwens Ik zie geen
Jongen."
Wemer keek om samen liepen ze een
eindje terug maar de jongeman was ver
dwenen.
„O zoo!” xel de veldwachter. „Ga nu maar
eens mee
Toen werd Wemer boos, en set leelüke woor
den. Dat was een tweede vergrüp.
De veldwachter voerde hem mee naar het
dorp, al zün roerende goederen werden hem
afgenomen en het brandspulthuisje werd hem
als voorlooplg verbluf aangewezen.
Ik ben maar zoo vrij geweest, tante
Valérie, den brenger een dronk te doen geven.
Je bent hier Immers thuis? Was er zulk
een haast bij dat schrijven? Je wordt toch niet
vóór morgenavond teruggeroepen, hoop ik?
Neen, *t is een brief uit de stad. Mi*
ik hem openen?
Het schrijven droeg het hoofd van een nota
riskantoor te Toulon en luidde:
En toen de jongens haar sagen aankomen en soo vriéndelijk tegen
haar waren, was de juffrouw ook niet boos meer en speelde ver
stoppertje met hen. Gelukkig maar, dat de juffrouw zelf gauw moe
was en dat het tijd werd om naar huls te gaan, anders zou de
hoofdonderwljzer dit niet goedgekeurd hebben.
Was het een wonder, dat de koningin, toen ze ook haar raadsheeren
zoo gek springend vond, naar haarvertrekken vluchtte. ..Hoe komen
we van zooleta af." pelnsde.de koningin, doch ze kon er geen
oplossing voor vinden en vertoonde zich dien dag aan niemand meer.
I