ONZE FOTO-WEDSTRIJD De stroom houdt aan Kodak WOLVEN in Siberië W KODAK.™™ 6-20 DIE WAAGT, DIE WINT! Een wilde jacht Het is de moeite waard De nieuwste Vacantie-souvenirs en kans op een prijs! ZATERDAG 23 JULI Ingezonden door B. J. Arens, Hengelo IN DE KORENSCHOOF Proeve van een vacant iefoio.... EEN KRUIS IS NIET ALTIJD EEN KRUIS Ingezonden door P. J. Soepnel, Hilversum ALLE EENDJES ZWEMMEN IN HET WATER DE DRIE GRATIËN IN DE KAMPEERTENT Ingezonden door J. Voskuil, Winterswijk Ingezonden door J. N. Pieper, Soestdijk SERIE-SIX re ■ra re re: tel ro |U de va te ro an Ki DEN HAAG - AMSTERDAM - ROTTERDAM ge- DE REDACTIE •n s gillende Zij komen! De «ér 3 De nieuwste modellen „Kodak”, die der Scrie-Six, munten niet alleen uit door den eenvoud waarmee zij te Ijpnteeren zijn, doch zij zijn bovendien zóó compact, dat men een nieuwe, kleinere &lmspoel moest maken voor deze camera’s. zwaardere zoodat het de ru Deze nieuwe „Kodak" bezit ook de zoo veelvuldig geprezen ronde hoeken, doch die zijn eenigszins „verstrakt", waardoor het toestel een zeer modern aanzien krijgt. Ook in den sluiter is die „strakke" lijn aangehouden. De zwart geëmailleerde zij kanten geven bet toestel een voornaam aanzien. ..✓2*5.- f 27,50 ICZ30.— ra »P »e Er 1 ke tel ro te ro Ki ül 1 de kir ooi ini In on 1 nu vei on let les on be pr< hy lui 1 vr< dii va. 1 th< na pa tot bel da, on: wa 1 tü< OUl 0V1 eei dl| op' is. hei cai exi go< ree mi en 1 m< we ne ge: aa aa Uil 18 all he ge Is al be ga Ia ec ds ee ge aj oc hi le vi m si di U O! VI E d n n o d X h n d t v a e a «f. Een „Kodak" is een camera waarmee iedereen zonder moeite of hoofdbrekens de beste opnamen maken kan, van welken aard die ook zijn. De naam „Kodak" is uw garantie. scholen is goed beschouwd niet juist, want daarvoor is hij te goed zichtbaar. Doch zeg het maar eens anders! Zijn gelaat toont aan, dat er iets geslaagd is. Is dat de kiek? Of is hij het zelf? In elk geval, als je ge zakt bent, kijk je niet zóó, al zal je wel neigingen gevoelen om je te verschuilen. Bepaald als symboliek met betrekking tot de hondsdagen liggen de vier jongemannen in een houding, welke niets te denken geeft Zoo lig je niet, wanneer de ijsheiligen op bezoek zijn. Of ze met hun armen de swastika volledig willen maken, valt moei lijk uit te maken. Intusschen zijn ze geen voorloopers van Hitler, want volgens de berichten nemen zijn naloopers, al fungee- ren zij dan dikwijls als voorloopers, een actievere houding aan! Maar dat moeten zij weten. Wij genieten hier liever van dorp. Het paard bleef staan, snuivend, hij gend het dampte Ik sprong uit de slee en wierp het beest een deken over den rug. Daar kwam ook reeds de slee van den boer achter mij aan. Ik vloog erheen.... De boer was alleen! Toen ik op hem aanviel, hem schudde, hem toeschreeuwde waar de vrouw was, keek hij mij zonder begrijpen aan. „Zij was Immers niet uit mijn dorp!* Dat was alles wat hij mij te zeggen wist. En dat was typeerend genoeg voor den 81- beriër. Ik schreeuwde het dorp bijeen. Een half uur later waren wij weer aan den weg.... op de bewuste plaats.... Wij vonden al leen een schoen, waarin nog een voet stik. AAN DE’DEELNEMERS Verschillende inzenders vragen ons, of zij méér dan één foto mogen inzenden. Wij antwoorden: alle deelnemers kunnen meerdere foto’s inzenden, die stuk voor stuk nauwkeurig wor den bekeken en waarvan de beste ten slotte wordt vergeleken met het conteurreerend materiaal. Men zende dus lustig zooveel foto’s als men maar wil. De sneeuw sloeg mij met scherpe bran dende wolken in het gezicht. Achter mij hijgde het paard van den boer, met voor- uitgestrekten hals en wapperende manen, bleef het zoo vlak achter mij, dat Ik soms den heeten adem uit zijn neusgaten meen de te voelen. Daar hoorde Ik achter mij de stem van den boer. „Vooruit! Zij komen! zweep! Sla er op!” Ik keek even om. Achter ons, nog hon derden meters achter ons, kwam een troep wolven aangejaagd, twintig, dertig dieren misschien. Eerst had ik gedacht, dat ze ai bij ons waren. Nu begreep ik het: op mijn paard moest ik slaan. Maar, waarom? Het goede beest raasde toch al voort..,, opge zweept door de duizendmaal zweep van wilden doodsangst, schuim van zijn bek vloog. Gelukkig, dat ik het gespaard had en niet zooals de boer in de slee gebleven was, toen het bergop ging. Langzaam kwam de troep nader. Eenlge wolven waren zijwaarts uitgebroken en be proefden blijkbaar ons voorbij te snellen en ons van voren den weg af te snijden. De boer bleef met zijn slede meter voor meter achter.... Als razend beukte hij op zijn paard, dat drijfnat was van het zweet. Het landschap vloog langs ons heen. Wanneer de volgende uitsprong van het namelijk voorgedaan, dat zijn vriend wat lang onder water bleef. Gelijk het een waar vriend betaamt, was hij daarop gedoken om naar zijn vriend te zoeken. Juist was hij gedoken, toen zijn vriend boven kwam en hèm miste. Deze dacht toen niet anders of zijn vriend verkeerde In gevaar en hij dook opnieuw. De andere vriend kwam in middels weer boven en zijn vacantle-kame- raad niet ziende dook hij andermaal.... in het kort nummer 1 en nummer 2 doken telkens naar elkaar, omdat de een den ander niet zag zoodra hij bovenkwam, en dat spelletje duurde zoo ongeveer een kwartier, waarna ze elkander doodmoe op het strand ontmoetten! Een derde vriend, die aan het strand was gebleven, had het grapje aanschouwd en wilde hun plezier niet bederven. Hij had ondertusschen het kiekje gemaakt op het moment, waarop ze geen van belden zichtbaar waren geweest! Met den besten wil van de wereld mogen wij de fantasie van onze lezers niet op zulk een harde proef stellen. Dan hadden wij liever een kiek gezien van de beide uitge putte duikers. Maar de inzender deed beter zich met een filmmaatschappij in verbin ding te stellen. Filmen van „half watt” en „heel watt” doen nog steeds opgeld en aan paljassen is in deze wereld van gal en azijn behoefte. Wij mogen nog geen oordeel uitspreken. Men moet den dag niet prijzen voordat de avond is gevallen. De avond van onzen wedstrijd is gelukkig nog niet daar, zelfs het middaguurtje is nog niet bereikt, want wij plaatsen heden pas voor den tweeden keer de beste Inzendingen. En er zullen er nog veel méér komen, al zijn de dagen geteld, wat tenslotte met alle dagen van het jaar het geval Is. Ziet u dien jongen, verscholen tusschen korenschooven? Ver- beschouwen als een witte raaf op een kerk hof, schrijft, dat hij het dezen zomer zeer druk heeft. Vermoedelijk zal er deze maan den van vacantle wel niet veel komeft, om dat zijn patroon hem niet wil missen. Of hij nu een foto mag insturen van zich zelf aan den arbeid? Deze abonné gaat dus schijnbaar van de veronderstelling uit, dat werken ook va cantle is. Maar om het plezier van onze andere inzenders niet te bederven, moe ten wij zulke Inzendingen absoluut weren. Onze fotoproeven, waarvan er nog een op deze pagina voorkomt, hebben overigens tot deze navolging geïnspireerd. Een grappenmaker stuurde ons een foto in, waarop niets anders te zien is dan de zee. Een klein reepje strand, verder wat schulmrandjes en vervolgens hooge golven. Als toelichting geeft hij er bij: hier zwem men mijn vriend en ik. Het geval had zich Reeds een uuf gleden onze sleden zwij gend voort. Opééns links van ons in het woud het gehuil van een wolf: lang ge bekte geluiden, onderbroken door korte blaffende Het gaf me een schok. Plotseling zag Ik het heele tooneel van mijn eerste ontmoe ting met wolven weer voor mij, dat was 10 jaar geleden, in den tijd toen ik nog als piepjonge, grasgroene nieuweling In Kausk vertoefde. a Imquill keerde mij zijn spottend gezicht toe, dat rood zag van de vorst. 4 „Jongen, daar verschrik je, omdat er een hond huilt,” lachte hij. „Vroeger was je toch zoo’n bangerd niet. Wat ter wereld scheelt je dan toch?” Ik gaf geen antwoord. Bij den ijzigen wind, die ons in het gezicht blies, viel het spreken zwaar. Maar toen wij twee uur la ter onze tent opgeslagen en rondom meters hoog met sneeuw bedekt hadden om het binnen in warm te houden, toen uit het droge beuken- en dennehout, dat wij opge stapeld hadden een heerlijk vuur brandde, toen van de nabije bergen het gehuil der wolven tot een huiveringwekkende nacht muziek aanzwol, toen verjeldé ik hem mijn eerste avontuur met den grijzen bloeddor- stigen, mageren en valschen wolf der Sibe rische oerwouden en der eenzame steppen. Het was in den middag van een helderen lentedag. Ik kwam met de slede van Kausk en was op weg naar Ilausk. Ik ging langs een hollen weg, die heele- maal dichtgewaaid was met sneeuw. Bijna had ik hem achter mij; voor mij lag de hoogte, welke de waterscheiding tusschen Kan en Dan vormt. Ik was daar zeer blij om, want ik was om t kleine, ruwe Siberische paardje niet te zeer vermoeien uitgestegen en stapte naast de slede voort. Ik kon immers al spoedig weer tusschen de pelzen zitten. Achter my kwam ’n Siberische boer, die zich in ‘t laat ste dorpje bij mij aangesloten had. Hij wilde eveneens naar Ilausk. Het was bitter koud. De zon stond stralend boven het land, de hemel was blauw en er was geen wolkje aan te bekennen. De zon gaf echter geen érarmte, zij deed alleen de kou niet meer gevoelen. De sneeuw zat in mijn laarzen, drong zich door alle naden der schuba, en als het paardje in een opgewaalden hoop sneeuw raakte en er zich met groote moeite doorheen werkte, stoof een droge glinste rende verblindende sneeuwwolk op. Rondom ons strekte het land zich uit... de vlakten, waarop de zon straalde, schit terden in verblindend wit.... de hellingen in de schaduw waren donkerblauw. Het donkere woud van het Kan-dal lag ver achter ons, thans verhief zich aan onze linkerzijde de Taiga, het Siberische oer woud.... het stond daar als een muur. Plotseling werden de paarden onrustig begonnen zachtjes te snuiven, bleven staan, weigerden verder te gaan. Ik keek om naar den boer; zijn oogen in het baardige gezicht Met „Kodak” Doublet lens f. 8.8 Met „Kodak" Aoastigmaat f. 77 Met „Kodak” Anastigmaat f. 6.3 «V Deze camera wordt ook gemaakt voor bes formaat 6| x U cm. model 6-16 4 Vraagt „VerichrotriT (de- Meester) Fltm Verkrijgbaar j weten, vacantle! Die andere kiek zou je wel Kleuterdorp kunnen noemen. Dit zijn vroolijke en ge zonde kameraden, waarmede je het bosch kunt intrekken om de echo te probeerem En aangezien alle eendjes in het water zwejrfmen, behoeft u zich niet te verwon deren, dat op de vierde foto geen stukje land ziet! Het is mogelijk, dat die eenden ook op vacantle zijn. Misschien dat de amateur hiermede een stukje verlangen uitbeeldt, zooals hij gaarne door het leven zou waden. Maar we kunnen ons ook ver gissen, namelijk dat het geen eenden zijn, maar zwanen! woud ons het uitzicht vrij maakte, moest het reddende dorp voor ons liggen. Ik draaide mij half om. Het korte, keffend ge blaf van den troep klonk reeds vervloekt dichtbij. De boer was bijna 20 meter achtergeble ven en de eerste wolven waren nog ternau wernood 30 meter van hem verwijderd Hij had zich diep in de slee verstopt zwaaide zijn zweep, het knalde voortdu rend en daartusschen het schreeuwen dat kwam van den boer haast als het huilen der wolven.... het had niets men- schehjks meer. Daar hoorde ik voor mij *n gillenden lul den roepik rukte me om. Een vrouw stond langs den weg, hield een kind van ongeveer 4 jaar met opgeheven armen naar mij uitgestrekt. Wat zij riep verstond ik niet, maar ik begreep wat zU wilde: ik moest het kind meenemen. Ik rukte aan de teugels, een oogenblik stokte de wilde jacht, nauwelijks merkbaar maar juist voldoende om het schreiende meisje in de slede te trekken toen raas de het paard opnieuw, thans bulten zich zelf van angst, voort. De vrouw zal bU den boer In de slee springen! flitste het even door mUn hoofd. Bovendien hoorde ik bet gehuil der wolven langzamerhand achterbUjven. Daar lag ook reeds het dorpje voor mij. De laffe beesten, dacht ik, wagen zich toch niet zoo dicht bU het dorp. Enkele oogenblikken later was Ik in het aan onzen vacantie-fotowedstrijd deel te nemen, want niet alleen heeft u de voldoening, dat uw werk, indien het de goedkeuring der jury kan wegdragen, in uw lijfblad wordt gereproduceerd, u heeft kans op een veel grootere belooning, omdat wij voor dezen wedstrijd een pracht-col- lectie prijzen beschikbaar stellen. De kampioen van onzen wedstrijd, de eerste prijswinnaar, komt in het be zit van een schitterende Zak Kodak Speciaal No. I ter waarde van bon der dvijf ent wintig gulden. Het is een luxe model met Kodamatiesluiter. Degene, dié zich met den tweeden prijs tevreden moet stellen, komt in Ket bezit van de Supra- phoonkoffergramo- foon, welke een waar de vertegenwoordigt van vijfenveertig gul den, waarvan een af beelding hierbij gaat. De derde prijs is een elegant aantrekkelijk Kodaktoestel ter waarde van vijfentwintig gulden. Als vierden prijs stellen wtj de Nieuwe Kodak Juvier beschikbaar ter waarde van negentien gulden en ten slotte nog vijftig prijzen in den vorm van vijftig Hawk Eyes-toestellen, ter waarde van vijf gulden per stuk; EEN TOTAAL DUS VAN VIERHONDERD- ZESTIG GULDEN AAN PRIJZEN. NEEMT UW KANS NOG HEDEN WAAR en stuurt uw beste en aardigste vacantie-foto in onder het motto „Foto-vacantie- wedstrijd. goed beschouwd alleen te vergelijken met gasten! De foto, welke zij inzenden is hun visite-kaartje, en wanneer dit vlsite-kaartje ons bevalt, dan zeggen wjj niet: gaat u Kitten! of: steek eens op, doch wU zeggen: Jxier, neem dit, toestel onder den arm en yrandel er mee weg! Leerzaam zUn vele kiekjes. Men krijgt te zien hoe de menschen vacantle houden, welke opvatting zij hebben van ontspan ning en hoe ze hun vrijen tUd met de daar aan noodzakehjk verbonden uitgaven be nutten. Dan is daaruit nog wel eens te zien, dat vele menschen met weinig geld een massa plezier kunnen beleven. Vacan- tle genieten is ook geen kwestie van geld. Ontspanning behoeft, goed beschouwd, niet Veel te kosten. Een onzer abonné’s, die men gerust mag z'-'i e woon lijk beginnen de geleerden te \J eindigen met een conclusie. Maar aan gezien wij geen geleerden zUn, hoewel wij voor een beetje wijsheid niet uit den weg gaan, vangen wij met een conclusie aan. En onze conclusie is: dat het resul taat van de afgeloopen week de bewijzen heeft opgeleverd, dat onze inzenders hun beste beentje hebben voorgezet! Het is precies als wanneer je een nieuwe zaak hebt geopend. Je begint met te éta- leeren, bloemstukjes voor de ramen te zet ten, waarvoor wij tusschen haakjes onze prijzen hebben gebruik^ en bekendheid te geven aan het artikel dat je verkoopt door het plaatsen van advertenties. Nu is - bet wel niet voor de hand liggend een zaak met een wedstrUd te vergelijken, maar zegt u eens zelf, hebben wij niet hetzelfde ge daan? Was onze foto-wedstrUd-pagina niet een reuze-advertentie? Voor ons zelf. Ook de advertentie van Kodak heeft getrokken, waaruit wU de zekerheid hebben gekregen van de doeltreffendheid onzer publiciteit Maar nu moet u niet meenen, dat wij hier reclame zitten te maken voor onze adver- tentie-rubrieken. Voor die aangelegenheid zorgt een andere afdeeling en dat gaat ze best af! WU willen alleen maar zeggen, dat de resultaten prachtig zijn. Nu zUn onze Inzenders geen koopers. WU vragen niet eerst: heeft u geld bU u? Onze inzenders en Inzendsters zUn eerder te vergelUken, ja hadden een verschrikte uitdrukking kregen. „Wlki!” riep hU ontsteld. Nooit zal ik den eigenaardigen klank van de letter 1 in dit woord vergeten. Het leek niet meer op de letter 1 zooals wU die zeggen, zU klonk mU dik, plomp in de ooren als werd zij moel- Ujk, met gezwollen tong uitgesproken. „Wolven, nu wat zou dat!” zei ik niets vermoedend en onbetorgd lachend. „Wol ven heb ik wel honderden ontmoet". Dat was zeker een brutale overdrijving, want het waren er zeker in totaal niet meer dan tien geweest. „Wolven, dat zUn immers niets anders dan laffe, schuwe beesten, «He zich verber gen, zoodra ze maar *n mensch in de verte ‘bemerken. Ik ben toch Immers al van Mei af in dit gezegend land en ik ken het dus al voldoende!” De boer staarde mU, het groentje, poosje onbegrijpeUjk aan. „Wolven in den zomer!” mompelde hU, „dan zUn zU immers zoo tam als honden.” Plotseling staarde hU naar den rand van het woud en ik zag, dat hU ondanks de koude, nog bleeker werd. „Daar!” Op een afstand van ongeveer 200 Meter bewogen zich smalle, donkere lichamen in de sneeuw: een, twee, drie, vier.... zeven!” Het waren wolven.... geen twUfel! Nu een geweer! Maar ik had niet eens ’n pistool bU me. In onverantwoordelUke lichtzinnigheid had ik het in Ilausk gela ten. De wolven wendden geen blik naar ons, renden een poos langzaam langs den rand der Taiga en verdwenen weer. „Zie je nu, domkop!” zei ik, ,^e zUn bang voor ons.” De boer schudde het hoofd. ,^e hebben ons niet geroken, barin. De wind is gunstig voor ons. De bellen van de paarden! Als de kleppers niet loopen als hazen HU zweeg. Ik zag, dat hU een bUgeloovige, vrees had, het verschrikkeHjke ook maar in woorden uit te drukken. Ook ik voelde onrust in me opkomen. De bellen waren spoedig van de duga, het tuig, afgedaan en in de slee gelegd. WU wikkel den ons in de dekens en dreven de paar den voort. Onwillig zetten zy zich in bewe ging. Toen, vlak voor de hoogte, kwam uit het woud het langgerekte hongergehuil van "n wolf, zooals ik dat thans weer voor 1 eerst hoorde en dat wU den heelen winter door nog ontelbare malen zouden te hooren krijgen. Ik kan het niet helpen, maar voor mU klinkt het telkens weer onuitsprekelUk griezelig qn spookachtig en ik kan mU er< niet aan wennen. DestUds, toén ik ’t vooe ets eerste maal in de onmiddellUke nabUheid gehoord had, werd het beantwoord door een dozUn de zelfde tonen, verder en dichterbU- Het was, alsof het woud zelf in de vallende avond schemering uit honderden kelen een onbe- schrijfeUjk klagend gezang aangeheven had. MUn zelfbewustheid was nu met één slsjg verdwenen! De zweep suisde éénmaal slechts over het paard! Toen was de hoogte bereikt en nu ging t in adembeklemmende wilde jacht naar be neden.... altUd langs de Taiga, altijd. In hetzelfde razende tempo. w< K n te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 6