Kroonprins Michaël naar Engeland HONDSDAGEN RADIO-PROGRAM ZIJN ZWARE GANG Het Rozen*Kasteel Alle abonné’s on^vaUen1 veraekeM vMr een der MAANDAG 25 JULI VERHAAL VAN DEN DAG LEERLING VAN ETON *1 Kroonprins Michaël by zyn auto Dat kwam goedkooper uit *n Uitvlucht FEUILLETON Wordt vervolgd. Zeven maanden in de doodscel Maar eerst moet hij examen maken rette ».p. t P- ned. ^AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL „Ben ik honing of nietT** o f ,Jk waJ het eerder” De automobilist Dinsdag 26 Juli o totdat VL) toerde hy door het slotpark .De jeugdige chauf- rtje. M.: 3.20 138, XXX VII VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS nis (027 1506 r?38 1353 1780 H20 019 «29 He den «Un tige 7 i *an- kti- TÜS- ndel (327 [71® 117® 1421 (011 (293 1807 630 006 (236 668 161 405 061 «71 564 gen ▼an ge zel f." Hoe den door oJ.v. er 1 100 337 974 601 006 1244 038 (006 345 >374 >907 >3ea >944 >347 1040 >943 Wn luk ■it «r- «e- 'en. xw. M 934 ekt. ibor. eien. 1 mers 230 ■uin- mep uien Roo- tuks af. chi- reer ge- rer- sdlg Het la je rer- re- aar- Je dere »3 rette t 39 cht; «pen 1060 110 vet- hrdl icht, acht ode dels t 2 tan. den t er Hll dacht, dat aan dien rit geen einde kwam. Toch ging nog een schok* door hem heen, toen de auto stil stond. En nu ineens kreeg hy moed. >137 «34 043 1337 I4M^ 1747 '207 «47 1433 >384 >711 >203 «74 >990 >395 «45 1797 brief, die den wreeden Indruk uit lang ver vlogen tyd wederom hernieuwde? Waarom zocht hy na zooveel jaren nog altyd een spoor van de liefde, die hy verloren had? Waarom werd steeds zijn hand weerhouden, wanneer hij op het punt stond dit papier te verscheuren? Met beklemd hart overwoog hy nog eens deze plechtige, profetische woorden: „Wanneer we elkander ooit terugzien, zal het lyden van leder onzer een wezen gemaakt hebben, den ander onbekend".... Hy kon niet aannemen, dat nu, op den zoom des ouderdom» het teedere gevoel van weleer zou herleven. Daarom was hij zoo bang voor deze nieuwe Valérle, wier omschepping dagteekende van het uur. waarin ze dien brief geschreven had, haar fortuin, haar leven zelfs aanbiedend, zonder een woord van sp\jt of liefde te uiten. massief schryfbureau beladen met papieren en registers, vervangt de sleriyke secretaire op fyne pootjes, het behangsel is verflenst en opeens begint zyn hart te kloppen, nu hy een veranderd gelaat aanschouwt, voller, strenger, met scherpe trekken, dikke, zwarts vlechten, opgenomen zonder eenlge rekening met de mode te houden, en waarin hier en daar een grijs straaltje schittert Heeft zyn gestalte het licht onderschept, of voelt Valérle als by Intuïtie iemands nabij heid? Snel staat ze op. opent de glazen deu ren, en een kreet klinkt van haar lippen, els ze eensklaps tegenover Estëve de Marguenave staat Is het een droom? Dat fijne, teere gelaat, met zooveel rimpels doorploegd, ia dat haar vroe gere verloofde? Zwygend staan ze tegenover elkander, verschrikt door beider verandering, die ze wel verwacht, maar tevergeefs zich voor- gesteld hadden. zy echter komt byna terstond weer tot zich zelf, gewoon als ze la haar ontroering te be- heerschen. Foei. Esteve. zoo onverwacht te komen l Zonder eenig bericht! En Elzéar is afwezig! Ik heb hem willen verrassen I Nieuwe ontgoocheling: Estéve’s stem heeft het accent van het land der ballingschap aan genomen I ZU reikt hem de hand, leidt hem naar een fauteuil, en opnieuw zwygen ze. met droeve ontroering elkander aanziende. In zijn oogen leest zij dezelfde treurige verwondering, die zU by den markies de Salnt-Meuron opmerkte. Echtgenoote: Wat een ontgoocheling, Tt had gedacht, dat myn man mij voor mijn verjaar dag het geld voor een nieuw gebit zou gegeven hebben, waaraan ’k zoon groote behoefte heb, omdat ’k het vleesch niet meer goed bijten kan, en wat heeft hy my nu gegeven....? een vleeschhak-machine. wel eens met be een vaart door de het slot Staal rijdt, steeds met de snelheid van alle tranen ge- zlelen schoon God heid en dientengevolge met een te wyden boog, waardoor hy tegen een boom reed en de auto ernstig werd beschadigd. De twee kinderen kwamen er echter zonder letsel af, maar het mlnisters-dochtertje heeft nooit meer met den kroonprins willen ryden. Doch kroonprins Michael besteedt zyn dag niet alleen aan het beoefenen van sport; ook de studie neemt een belangryke plaats in zyn daglndeehng in. Hy moet veel meer leeren dan een ander kind van zijn leeftijd, hoewel hy het niet graag doet. Maar hy moet, want, ofschoon hy niet op school gaat, worden zyn vorderingen toch gere geld gecontroleerd en moet, hy elk jaar een examen afleggen. Het examen van dit jaar zal moeten beslissen of Michael genoeg kennis be zit om naar Eton te gaan. Het rijtuig houdt voor het bek. stil. Bloemen omgeven als vroeger den weg, alleen zijn hoo rnen en struiken wat grooter geworden. Het is een dag, geiyk aan dien, waarop hy vertrokken is; ook toen woel de lleflyke geur van hel pynbosoh hem tegen. De gevel van het kasteel vertoont bleeke strepen, verkleurde plekken, als hadden stfoomen van tranen zyn vroeger zoo heldere kleur verdoezeld. Evenals voorbeen biyft hy voor de glazen deuren staan, waar destyds zich Valérie’s salon bevond. Het gordyn is weggeschoven, hy kan naar binnen zien, en begeerig zoekt zyn blik de oude meublleertag. Maar alles is veranderd; een Het maakt misschien wat onrustig. Het klinkt ook een beetje verhit, Als u er aan denkt, dat u nu weer Te midden der hondsdagen zit! Ze geven gedachten aan dolheid, Aan braden, aan puffen, aan heet. Aan vallende brandende stralen _Der vuur-vaste zonne-planeet! De hondsdagen doen ons steeds den ken Aan hitte, doch uiterst compact, Zooals wij, bijvoorbeeld, bij eten Graag praten van Maggi-extract! Maar joeer blijkt die wijsheid gewij zigd. Althans voor de temperatuur, De zon, tegenwoordig, is spaarzaam En speelt dus niet gaarne met vuur! Doch mocht zich de zon eens bezinnen En maakt zij het u wat te bont. Dangaat u maar stil met vacan- tie. Want u zijt toch immers geen hond? MARTIN BERDEN de liefde niet had kunnen behoeden voor onverstoorbare onvoorzichtigheid niet al- Voorlooplg zit Gordon echter nog In zyn doodscel, waaruit hy klaarbiykeiyk heelemaal niet zoo graag vandaan komt. Zooals Immers bekend, is de behandeling en de verpleging der ter dood veroordeelden byzonder goed. Mevr.: Waarom pak je die schoenen zoo mooi in; de schoenmaker woont toch vlak tegenover. Dienstmeisje: Maar, mevrouw, moet dan de heele buurt zien, wat voor groote voeten u hebt. In Sing Stag, het bekende New-Yorksche tuchthuis, zit in een doodscel sinds meer dan 7 maanden Benjamin Gordon, wiens executie op den electrischen stoel alleen daarom voortdu rend weer uitgesteld moet worden, wyi men den moordenaar als „beloonlng" voor zyn waarde- noodig heeft. Daar U deze processen zich nog maandenlang zullen rekken, is ook niet vast te stellen wanneer Gordon naar de andere wereld zal geholpen worden. Gordon werd zynerzyds wegens moord op een politieman ter dood ver oordeel Hy is Ud van een bekende mlsdadigers- bende geweest, die talryke misdaden op haar geweten heeft en die voor en na onschadelyk gemaakt wordt. De verklaringen van Gordon zyn naar de meenlng van het gerecht zoo waardevol, dat zyn terechtstelling de doorvoe ring van het gerechteiyk onderzoek zeer be- nadeelen zou. Het is overigens niet uitgesloten, dat men den moordenaar als „beloonlng’ voor zyn waarde volle verklaringen, die hy alle beëedlgt en die zyn compagnons stuk voor stuk voor langeren of korteren tyd. zelfs voor levenslang ta het tuchthuis brengen, verklaringen, die door de aangeklaagden als gelogen worden bestempeld, een herziening van zyn proces zal toestaan en niemand gelooft er nog ernstig aan, dat het doodvonnis voltrokken zal worden. Men neemt veeleer aan, dat Gordon door de politie als lok vogel geëngageerd is. Men herinnert in dit ver band eraan, dat in Chicago eenlge bandieten uit de geldwereld politielokvogels geworden zyn en er zyn er niet weinigen, die meenen, dat alleen door de werkzaamheid van deze men- schen de politie slechts in- de mogeiykheld is, eenigermate werkzaam tegen de onderwereld zyn kan. w. «i. veraekerinnvoorwaarden tegen by levenslangs geheels ongeschiktheid tot werken door f 7Cfl b|) een ongeval met f O Cf} tal verlies van een hand f 1 OC tal verlies van een f Cf) byeen breuk van f Af) b|| verlies van T» ^^vaUen «raketa l«>r ultkeerlrlen t oUUU.- verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen I OU.- doodelyken afloop ZJl/.- een voet of een oog 1 £O.-duim of wijsvinger f OU.-been of armf »<ƒ.- anderen vinger Lang reeds is de vraag verklonken of Roald Amundsen, die In 1928 opsteeg om Nobile te redden en sindsdien verdwenen is, nog terug keeren kon. Lang reeds bestaat de zekerheid dat de oneindige yswoestyn onvefbiddelyk t lot van den groeten onderzoeker bezegeld heeft. En het zou Immers ook niet In het leven en by den onderzoeklngsdrang van Amundsen hebben ge past. wanneer hy, als b.v. Nansen, na een vre- dlgen levensavond, thuis gestorven was In Juni 1928 steeg hy met de vliegmachine „Latham” op, om naar den verongelukten No bile te zoeken, ofschoon er groote oneenigheid was, die beide mannen van elkaar scheidde. En dit is het schoonste, wat Amundsen door ztjn voorbeeld de menschheki heeft getoond: dat hy in het oogenblik van nood zyn leven waagde voor een man, die, tenminste volgens zyn inricht, zyn leven en dat zyner kameraden lichtvaardig op het spel had gezet. Nobile Is teruggekeerd. Amundsen echter Is het offer van zyn onbaatzuchtige, zelfverloo chenende behulpzaamheid geworden. En wan neer nauwelyks iemand zich nog den man zal herinneren voor wlen hy stierf, aal Amundsen’s naam met gouden letters in de geschiedenis der menschheid staan oiTgeteekend en dat niet alleen om zyn onderzoekingen aan de Zuidpool Voor Amundsen voor zyn laatste vlucht op steeg, had hy reeds al zyn onderzoeklngsp'an- nen afgewerkt en zich ta rust teruggetrokken. In zyn vaderland zou hij thans zyn «Osten ver jaardag hebben kunnen vieren onder de geluk- wenschen van de geheele wereld, want den 16en Juli 1872 werd dan reeder Jens Amundsen ta de Noorsche kustplaats Borge een zoon geboren. Van den dag af, dat hy schuchter ta de werk kamer van den toenmallgen directeur der Ham burger Zeewacht, dr. Neumaler trad, om den beroemden geleerde zyn vermetel plan voor te leggen om de zoo veelvuldig gezochte Noord- westelyke doorvaart te vinden, d. w. z. den weg uit den Atlantischen naar den Stillen Oceaan langs de Noordeiyke kunst van Amerika; van het oogenblik af, dat de Hamburgsche geleerde over het plan verrukt was en den jongen Amundsen dadeiyk een paar maanden bij zich hield om hem de wetenschappeiyke voorwaar den in te pompen en hem op de gevaren voor te bereiden, van dat oogenblik is Amundsen tot byna het eind toe, niet meer door het geluk verlaten. Nadat hy rich ta 1901 een klein zeilschip „OJÖa", gekocht had, begon hy, gesteund door Nansen ta 1903 zyn eersten tocht. Tofen hy na de magnetische Noordpool te Rebben vastge steld en de gezochte doorvaart te hebben ge vonden ta 1908, nadat hy reeds een tyd ver. dwenen was geweest, weer terugkeerde, was hy al wereldberoemd. Thans eerst was het hem mogeiyk voor een Pool-expeditie over meer geldmiddelen de beschikking te krijgen. In Augustus 1910 voer hy met de oude „Fram” van Nansen uit en na een sledevaart van nauwelyks 46 dqgen bereikte hy den 14den December 1911 de Zuidpool. In den wedstrijd tegen Robert Scott was hy overwinnaar gebleven, terwijl de laatste, die eerst een maand later de Pool be reikte, nimmer is teruggekeerd. Maar Amundsen zelf is iets dergeiyks weder varen, toen hy de vliegexpeditie naar de Noord pool reeds geheel en al had uitgerust en op het punt stond te vertrekken. De Amerikaan Byrd was hem, die niet alleen de eerste mensch wilde zyh die de Zuidpool zag, maar ook de Noord pool het eerst wilde zien, voor. Het was teeke- nend voor Amundsen's karakter, dat hy niet tegenstaande de vreeseiyke ontgoocheling, zon der afgunst zich naar Byrd spoedde en hem de hand drukte. zyn, in de oneindige schoonheid van dikwijls had hij dezen brief herlezen, eersten keer met schaamte, toornig zelfs want dezen dichter en gevoelsmensch moes ten zulke berekeningen, zulk een koude za- kendoenery wel afschuweiyk voorkomen, voor al op het oogenblik van hopelooze scheiding. DergeUJke opvatting walgde hem. en hy begon zich te verbazen, dat hil ooit een vrouw had kunnen beminnen, zoo ontbloot van alle ziels verheffing, van alle gevoel, meende hy zelfs. Zeer euvel duldde hy het haar, dat ze met zooveel koele zelfbeheerschtag de winsten be rekende, die zU uit haar voorvaderlik famllle- goed zou kunnen trekken, uit het Ueve plek je, waar zy een gelukkigen haard meende te stichten. Als ze hem werkelyk had liefgehad, zou ze dan zoo helderziend geweest zyn? Hy kon zulk een zielstoestand niet begrypen, hij, die een leen, maar zelfs voor een zwakheid, een fout, door lieden van strenge opvatting als hoogst onkiesch gebrandmerkt. En toch kon hy aan haar liefde niet twyfelen. Ja, zy had uitsluitend hem bemind van de dagen-Ttarer jeugd af; ta stilte had ee ge leden, toen hij met een ander trouwde. We duwnaar geworden, bad hij plotseling bemerkt, dat ze mooi was en verstandig, dat ze nog niet alle hoop had opgegeven, en hij had de diepte van deze zwygzame ziel gepeild, waarin slechts zyn beeld leefde. Maar zy beminde hem niet meer, toen zy dezen yskouden brief schreef; zij beminde hem niet meer, niet omdat hy zich zoo dwaas geruïneerd had, maar omdat hy het geld verspeeld had, ontvangen of geleend om zyn schulden te betalen. Na zooveel jaren kleurden zijn bleeke wan gen nog by deze herinneringen. HIJ dacht weer aan zyn onoverwinljjken afkeer om aldus de Uefdeglfte van een vrouw aan te nemen. Doch hy had zijn soon tanig lief, en de gedachte, dat zyn aandenken ongeschonden ta Elzéar's hart zou voortleven, deed hem zijn weerzin overwinnen. En hy was te zwak om niet te buigen voor een wil, die hem redde, zQns on danks. Van dien tyd af had Valérle rich met zijn zaken belast. HIJ wist, dat zij elk jaar al het geld, met harden arbeid verworven, aan zyn schuldelschers afdroeg, als kwam het van zij nentwege. Hy was haar innig dankbaar, doch voelde zich niettemin diep vernederd. Daarom ontstelde hem de gedachte haar weldra terug te zullen zien. Waarom las hy nogmaals dien verwondering haar zoo veranderd, zoo verouderd te vinden. Er lijkt een afgrond tusschen hen. zy syn, geiyk ze voorzegd heeft, elkander zoo onbekend, dat ze hun toevlucht tot alledaagsche praatjes moeten nemen. Gelukkig zaJ Elater vanavond weer hier zijn.... Waarom hebt u uw komst niet ge meld?.... Het zou toch aangenamer geweest syn, als u by het aan wal stappen iemand onzer gevonden had. En myn vriendinnetje, Marie-Claire de Solliès, van wie ik u in myn brieven sprak, is op het oogenblik juist te Bordeaux; zij zou biy geweest zijn u te mogen verwelkomen. Ja. zuchtte hy, verrassingen vallen dtkwyis in het water. Hoe het zy. hernam ae, Elzéar aal van avond allergelukkigst wezen. Komt u dezen morgen regelrecht van Bordeaux? Maar dan zult u nog niet gedéjeuneerd hebben? U riet zoo bleek; ik ga dadelijk koffie voor u halen. De Marguenave’s lippen plooiden zich ietwat spottend: de ontroering van dit oogenblik, van deae ontmoeting, schreef zy toe aan de beboet te aan een ontbyt! zy had haastig de kamer verlaten, en hij voelde zich verlicht. Hf) keek eens rondom zich: alles, wat vroeger dit vertrek aangenaam en vrooiyk gemaakt had. was verdwenen. Dia boeken en paperassen, dat afschuweiyk bureau met zyn groen leeren bekleedsel vol inktvlekken, het wees alles op een vennoelenden, laag-blj- den-grondschen arbeid. WeLschrok hy op, toen hy binnentredend, drie bont-geschorte vrouwen hard hoorde lachen, maar kordaat liep hy door. Even verwarde heur stllzwygen hem weer by s'n binnenkomst, deed hem voelen, dat hij ta een sfeer kwam, die de zijne niet was. Maar, toen de vrouwen opechulvend, hem voorlieten, herkreeg hy z*n bezinning. Met beefhanden pakte hy voor het loket uit, en gaf aan den wachtenden bediende het theeblad. „Dat zou Ik gaarne beleenen”, ael hy flink, hoeveel zou u er voor kunnen geven?” „Ik zal het even laten taxeeren, wacht U maar even," antwoordde de man veel beleefder dan hy verwacht had. Kyk. waarvoor had hy zich nu zoo angstig gemaakt? Alles ging veel gemakkelyker in wer kelijkheid, dan hy zich had voorgesteld. De vrouwen praatten zachtjes door. Haar spot- blikken waren in medelyden veranderd, of schoon ook die blikken schrijnden, maar niet zóó. En die bediende was niet, zooals hy ver wacht had. een norsche kerel, maar een beleefd jongmensch, dat hem zelfs by het uitpakken behulpzaam geweest was. Hy wachtte..Nu taxeerden ze het theeblad daar achter.... Nu keken ze naar hemNet doen of hy t niet zag. Daar kwam het jongmensch terug. „Het spyt me, mynheer, maar dat theeblad is niets waard, 't is geen zilver.” Hy begreep het niet goed. „Dat kan niet", stamelde hU, „1 moet zilver zyn. We kregen het theeblad van onze kinderen by onze zilveren bruiloft.... V moet zich ver gissen, heusch, 't is zilver....” De bediende lachte zelfs niet, ofschoon het verband ta den zin niet erg duideiyk was. De vrouwen zagen zwygend toe. „We hebben het nagezien, mynheer. we kunnen er niets voor geven....” stamelde het jongmensch, nog meer in de war dan de oude man Langzaam drong het tot hem door, dat hy nu weg moest gaan.... ze konden er niets voor gevenWerktuigeiyk pakte hy het blad weer in. Met een kletterenden slag viel bet op den grond. De vrouwen schoten tóe. raapten het op en hielpen hem bit bet Inpakken. Hy bedankte ze zacht en strompelde met het waardelooze prul de deur uit. Buiten wachtte nog de. auto. Neen, hy reed niet terug, zei hy; hy wilde nu maar betalen, hy liep wel naar huis. Als zinloos ging hy door dc straten. In een stille wyk rustte hy even en veegde met t zwitet dat op zyn voorhoofd parelde, een traan weg van onder z’n bril. En aldaar drong het onderweg ta z’n kop: het theeblad hadden ze toch op hun zilveren bruiloft gekregen.... van de kinderen.... en nou was ’t geen zilver.... ’t was ordinaire namaakHy slikte 'n brok weg. dat hem de keel haast dichtkneep. En Ineens formuleerden z’n gedachten heel juist en scherp de viymend scherpe realiteit: Dat s'n zware gang vergeefsch geweest waa.... Ik vrees, dat wy dien afgrond nooit zul len kunnen dempen. Maar de poging daartoe is op zichzelf al een eerherstel, al ware het alleen voor God.... Het is onze plicht! Zoo wy elkander nog ooit wederzien, dan zal het zyn na lange, lange jaren. en we Tiillen dezelfden niet meer wezen: het leven, het lijden zal van leder onzer een wezen gemaakt hebben, den ander onbekend. En Eens kwam Michaël geheel onverwacht aan het kasteel Controcenl, waar zyn grootmoe der verbiyf hield. Daar men niet op de Komst van den kleinen konlng had gerekend, was er ook niemand om hem te ontvangen, waarover Michael diep beleedigd was! De officier van de garde, die hem tegemoet kwam, ontving hy met een uiterst koel gericht en met de vraag: £«ur nam echter een bocht met te groote snel- „Waarom is er geen muziek." De officier legde hem toen uit, dat niemand te Controcenl iets van zjjn komst wist, zoodat het heel begrypeiyk was, dat men niet het gebrulkeiyke ceremb- nieel in acht had kunnen nemen. Michaël nam den officier toen van het hoofd tot de voeten op en zelde op autoritairen toon: .Maar ben ik dan de konlng van Roemenië of ben Ik het niet!” Deze woorden hebben zyn onderdanen heel wat vroolykheid verschaft. Toen zyn va der Carol weer in Roemenië terugkeerde en »ot konlng werd uitgeroepen, moest Michaël zyn waardigheid neerleggen en zich vergenoegen met den titel van kroonprins. Dat hij echter nog niet vergeten is. dat hy konlng is geweest, biykt wel uit het volgende grappige voorval. Ter gelegenheid van de opening van het Roe- meensche parlement nam Koning Carol zyn zoontje verleden jaar met zich-mede. In den auto zelde hij tegen den kroonprins: „En dan, moet een rechte, stramme houding aannemen, je moet stijf salueeren, je mag de etiquette niet uit het oog verliezen, je moet...” Verder kwam konlng Carol niet, want zyn zoon onderbrak hem door op beleedigden toon uit te roepen: „Vader, U vergeet, dat ik ai eeraer dan U konlng ben geweest!” Gelukkig voor den kleinen prins heeft’ hy ook zyn amusementen en als hy in den slottuin te Sinai paard rijdt of fietst, is taj in zjjn element en vergeten, dat hy een kroonprins is. Paardraden doet hij het liefste, al klaagt hy er wel eens over. «Ut hy niet ta het publiek mag uitrijden, maar zich al tijd moet vergenoegen met den paleistwn en het binnenplein. Zyn pikeur, overste Scheletti, is niet weinig trotsch op zyn leerling en hij be weert, dat kroonprins Michaël te paatd zit: al» een oude huzarenoverste, die zyn geheele leven ta den zadel heeft gezeten.” Dit zal een weinig overdreven zyn, maar toch staat het vast, dat Michaël reeds op 5-jarigen leeftijd op de pony reed, welke hy van zyn onderdanen ten geschenke had ontvangen. Ook op tennis sen, fietsen en autoryden is hij verzot. Eenlge Jaren geleden heeft prins Michael van zijn oom Nlki (prins Nlcolaas), van wlen de jongen zeer veel houdt, een kleinen auto ten geschenke gekregen. Dit geschenk is heet be- grtjpeiyk, daar pril® Nlcolaas zelf een harts- tochteiyk automobilist is. In het wagentje kun nen twee kinderen plaatd nemen. In plaats van een benzinemotor is een electromotor Inge, bouwd; de auto is voorzien van remmen, kop pelingen en versnellingen en is dus heelemaal echt” zooals Michael met voldoening consta teerde.’ nadat h« het geschenk aan een onderzoek had onderworpen. Sinds Micnael den auto heeft, is zyn fiets niet meer zoo in trek als vroeger; hy doet thans alles met zijn auto zyn omgeving riet soms zorgdheid aan, als hy met lanen van bet park van 1 bergop, bergaf, en t—- een geroutineerd automobilist. Slechts éénmaal heeft de kroonprins een auto-ongeluk gehad, dat nog betrekkeiyk goed is afgeloopen. Met bet 7-jarlg dochtertje van Minister Manlleecu wordt dit ver verwijderd wederzien ons ge weigerd, dan zullen we elkander in ’n andere wereld terugvinden, waar droogd worden, waar alle BU z’n komst hadden ze hun verteld, dat ze niet veel meer dan een zilveren theeblad be zaten. van de kinderen gekregen by hun zil veren bruiloft. Dat wilden ze nu niet graag missen, zelden ze. maar of Samuel het pensioengeld kwam daar geen voorschot op kon geven? Toen had hy het hoofd geschud- Dan moet U by my niet wezen", had hy ge zegd. ..Beleenen doe Ik nooit; ik wil het wel koopen". Daar waren de oudjes niet op Ingegaan, zoo dat Samuel heenging, zonder zelfs het theeblad bekeken te hebben. Hun verslagenheid was groot. Zy had het plannetje geopperd en by de bespreking had de uitvoering er van zoo gemakkelyk gesche nen Doch Samuel's weigering om een dergeiyke transactie aan te gaan, had de idee waardeloos gemaakt. Toch het geld hadden ze noodlg, dringend en direct. Een geheelen dag hadden ze overlegd en eln- deiyk waren ze tot een besluit gekomen. Stil sloop hy de trappen af, de oude man, die vreezend dat het minste gerucht de aan dacht van de buren tot zich trekken zou. zacht de voordeur achter zich sloot. Op straat ge komen. sloeg hy den hoek om en liep voort. Hy poogde zich zelf moed ta te spreken, al zou een kennis hem nu zien, dan kon toch niemand ver moeden waarheen hy ging. Doch ondanks dit weten en het zich herhalen bftéf de angst, die hem schuw deed rondkyken. Als een van die menschen eens begrepen, wat er ta dat pak. dat hy onder den arm droeg, verborgen was- Noch altyd weifelend, liep hy verder Plots ging hem een schok door de leden Een bekende stevende recht oa hem aan. „Zoo aan den wandel?” vroeg h® en wierp een nieuwsgie rigen blik op<nëtT>ak. „Ach neen", legde hy uit. Hy moet ergens wat bezorgen en er was haast by. als de ander het hem niet kwalyk nam. liep hy meteen weer door. Hy trilde op z’n beenen, terwyi de ken nis hem pleizierige wandeling wenschte. Ook dat nog„ Neen hy durfde niet. Hy keerde terug. Dezen taak kon hy niet volbrengen. Hy ging al op huls aan, toen een aankomende leege huur auto hem een idee gaf. Als hy eens.... Hy wenkte reeds. De chauffeur stopte, sprong van z’n zitplaats. Ineens drong het tot hem door, dat hy nu dien man deelgenoot moest maken van z’n geheim. Hy aarzelde. „Nu mijnheer, stap in!" drong de chauffeur; ..waarheen?” Vooruit nu, het moet. „Naar den lommerd”, fluisterde hy. Nadat Samuel de deur achter rich had dicht geslagen, beseften de oude menschen eerst recht, hoe moellyk bet hun vallen, nu een andere oplossing te vinden. Tot nu toe was het steeds Samuel geweest, die hun 't geld, dat ze te kort kwamen by 't al duurder worden van alles, verschafte. Als ze ta nood zaten, wyi z’n pensioen, vroeger toereikend, dit niet meer was. dan werd er altyd tot Samuel een schrijven gericht met verzoek denr volgenden dag even aan te komen. Steeds op tyd was de redder-uit-den-nood verschenen en had een of ander voorwerp, in betere dagen gekocht, tegen contanten omge wisseld. Ze marchandeerden nooit. Samuel was reëel, hy gaf. wat het hem als koopman waard was. Nooit had hy gepoogd hen af te zetten- Voor het verlaten van het huls, had hy steeds de verzekering moeten geven, dat ae op s'n stilzwijgendheid konden rekenen. En getrouw had hy dit op handslag beloofd en woord ge houden. En nu, voor t eerst hadden ze geen zaken gedaan TV heb op het Rozen-Kasteel geld opgeno men. Eerst wilde Ik het- verkoopen. om u de opbrengst ter hand te stellen, doch Ik heb bedacht, dat ik er genoeg uit zou kunnen ha len om uw zoon op te voeden, zonder het ’.«wheiden erfdeel rijner moeder te moeten aanspreken, en dat Ik allicht iets zou kunnen opsparen om elk jaar uw schuld eenlgsrins te kunnen verminderen Maar by dit allee stel ik een dubbele voorwaarde: vooreerst mag nooit of te nimmer iemand, wie het ook zij, weten, welk nooit, versta me ten. dat ik i deel Ik ta dit alles heb; wel nooit zal iemand we- randers handel dan als uw zaak gelastigde. Ten tweede: u suit me ook iets zenden, al was het maar een penningske, opdat Ik zonder onwaarheid te spreken, tot uw zoon kunne zeggen, dat u aan uw be- vrijding werkt, om zoodoende in hem de liefde en den eerbied voor u onaantastbaar te bewaren. HUIZEN, 298 M. 8.00 K R O.-morgenwy- dlng 10.00 'gramofoonmuziek 11.30 gods dienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquln O P. 12.00 Politieberichten 12.15 K. R. O.- trio o. I v. Plet Lustenhouwer 1.45 gramo foonmuziek 2.00 vrouwenuurtje 3.00 gra mofoonmuziek 3.20 verzorging zender 4.00 gramofoonmuziek 5.30 K. R. O.-kunstensem- ble o. 1. v. Piet Lustenhouwer 7.10 mej. Suze Proot: „VergeUJkende studie tusschen Haydn Mozart en Beethoven” 7.30 Politieberichten 7.45 Verbonds-radlokwartiertje"—‘8.00 Gro ninger Orkestvereeniging o. L v. Jonny Ponten 9.00 Nieuwsberichten van Vaz Dias 11.00 gramofoonmuziek. HILVERSUM 1875 M. 8.00 Tijdsein A. V. R. O. gramofoonmuziek 10.00 morgenwydlng 10.15 gramofoonmuziek 1030 plano-recltal door Annie de Ridder o.a. muziek van Chopin 11.00 R.V.U. 1130 orgelconcert door Plet van Egmond Jr„ m. m. v. SaJ Rodiiguez, viool; OA. muziek van Handel en Bach 12.30 lunch- muzlek door het ensemble Rentmeester; tus- schenspel van gramofoonmuziek 2.15 rustpoos voor het verzorgen van den zender 2.30 cau serie door Drs. P. Dykema: „Kinderiyke be langstelling" 3.00 gramofoonmuziek 4.00 solisten-con ert, Julle de Stuers, zang en Jan Govers, piano 430 kinderuur door mevr. Antoinette van Dyk 530 S. H. Eysden zingt Afrikaansche liedjes 8.00 Les vanwege het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart 630 R.V.U. 7.00 concert door het Utrechtsch Stedelyk Orkest o. L v. Albert van Raalte. So listen: Julle de Stuers, zang en Stephan Berg mann, plano 8.00 gramofoonmuziek „Non- stop” Internationaal Oabaret-programma 9.00 Het Utrechtsch Stedelyk Orkest o. I v. Albert van Raalte 10.00 Nieuwsberichten van het Persbureau Va» Dias 10.10 Boekenhalf uur Dr. P. H. Rltter Jr.: „Het wordende Huwe lijk" van Dr. F. M. Wlbaut en mevr. Wibaut Berdenls van Berlekom 10.30 Kovacs Lajos en zyn orkest; tusschenspel van gramofoonmuziek BRUSSEL, 509 M.: 530 Concert door het Omroeporkest oJ.v. Jean Kumpe 8.50 Gra mofoonmuziek 8.20 Concert door het Radio- orkest oJ.v. Karei Walpot. KALINOBOKG, 1153 M.: 330 Deensche lie deren door Ester Laessöe Müller 10.20 Fran- sche operette-muziek door het Omroeporkest o.l.v. Emil Reesen 11.20 Dansmuziek. BERLIJN, 419 M.: 9.20 Dansmuziek door de Ilja Llvschakoff kapel HAMBURG, 372 M.1.35 Gramofoonmuziek 230 idem 4.50 Concert 7.40 Populair Concert door het Norag-kwartet 8.10 Duit- te:he dansen 1035 Concert door het Norag- orkest oJ.v. Fritz Gartz. KONIGWUSTERHAUSEN, 1635 Gramofoonmuziek 4.50 Concert. LANGENBERG, 472 M.: 130 Concert een orkest van werklooze beroepsmusici Prof. Anton Nowakowski 5.20 Vesperconcert 8.20 Concert o.l.v. Wolf. DAVENTRY, 1554 M-: 1.20 Concert 2.20 Gramofoonmuziek 430 Moschetto en zyn orkest in het Dorchester orkest 7.40 Concert 10.55 Bertini’s dans band. PARIJS EIFFEL, 1446 M.: 9.00 Kamermuziek. PARIJS R., 1725 M.: 7.50 Gramofoonmuziek 8.20 ,Ue barbier de Sévllla”, Rossini. MILAAN, 331 M.: 8.50 „Amore fral Pamptal”, operette in drie actes van de Michell. ROME, 441 M.: 9.05 Concert 10.20 idem. WEENEN, 517 M.: 8.20 ,Jm weiszen Röszl”, zangspel in drie bedryven 11.10 Dansmuziek. WARSCHAU, 1411 M.5 20 Concert door het Philharmonie-orkest van Warschau 6.40 Dansmuziek 8 20 Populair concert door het Philharmonic orkest van Warschau oJ.v. Cas Wilkomlrski 930 Voortzetting concert 10.20 Dansmuziek. By de Roemeensche konlnkiyke familie be staan plannen, om den thans tienjarigen kroonprins Michaël binnenkort naa- het be kende Etoncollege in Engeland te zenden ter voltooiing van zyn opvoeding. Voordat hiertoe echter definitief zal wórden besloten, zal kroonprins Michaël eerst proeven van be kwaamheid moeten afleggen voor een examen commissie onder voorzitterschap van prof Gustl, den Roemeenschen Minister van On derwijs. Konlng Carol, de vader van den klei, nen prins, zal by het examen tegenwoordig zyn. Een benydenswaardlge jeugd heen pnns Michaël niet, hoewel zyn omstandigheden thans veel zyn verbeterd, vergeleken by den tijd, toen hjj als konlng Michaël I aan het hoofd van den Roemeenschen staat stond Drie jaar lang, van zyn vyfde tot zyn achtste jaar, heeft Michaël als konlng over Roemenië geregeerd en hoe klein hy ook was, toch was rijn dag reeds gevuld met allerlei konlnkiyke plichten. Zoo moest hy aan de rijde van zyn grootmoeder. Koningin Maria, die als regentes optrad en begeleid door zyn oom, prins Nlco laas, de troepen taspecteeren, tentoonstellingen en weldadlgheidsbazars openen. Overal waar hy kwam, werd de kleine konlng met het mees, te ceremonieel ontvangen, hetgeen niet heeft nagelaten zyn sporen in het karakter van het ventje achter te laten. Als konlng Michaël moest hy vroeger geregeld naar het famille- diner, dat zyn grootmoeder wekeiyks gaf. Dan werd hy met allerlei plichtplegingen ontvan gen, de wacht kwam in het geweer, terwyi de militaire kapel een fanfare speelde. ,’Sen. tw««. drie, hup.” commandeerde veder, maar Pietje deed niets dan clUen en blns net als een dief aan de galg te bengelen. ..Ik kan ja niet langer meer houden, vlieg ’toch," riep Jaap eindelijk uit. maar hoe ondeugend Pietje anden ook waa en welke gevaariyte toeren hij andere verrichtte, nu hij moest durfde hij niet „Kom Piet niet bang en netjes je vleugels uitspreiden en met je armen slaan.” ael Jaap de Ble tegen het jonge bijtje. Maar hoe riet ook probeerde, hij vloog geen meter verder. „Dan maar In de lua hangen.” zei vader de Ble. die aelf ook een hoop moeite bad gehad, toen le vUegen moest leeren en hoe Pietje ook schreide veder stoorde er zich niet aan en tilde zijn zoontje naar boven

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 7