Kroonprins Michaël naar Engeland
HONDSDAGEN
RADIO-PROGRAM
ZIJN ZWARE GANG
Het
Rozen*Kasteel
Alle abonné’s on^vaUen1 veraekeM vMr een der
MAANDAG 25 JULI
VERHAAL VAN
DEN DAG
LEERLING VAN ETON
*1
Kroonprins Michaël by zyn auto
Dat kwam
goedkooper uit
*n Uitvlucht
FEUILLETON
Wordt vervolgd.
Zeven maanden in de
doodscel
Maar eerst moet hij
examen maken
rette
».p.
t P-
ned.
^AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„Ben ik honing of nietT**
o
f
,Jk waJ het eerder”
De automobilist
Dinsdag 26 Juli
o
totdat
VL)
toerde hy door het slotpark .De jeugdige chauf-
rtje.
M.:
3.20
138,
XXX VII
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
nis
(027
1506
r?38
1353
1780
H20
019
«29
He
den
«Un
tige
7
i
*an-
kti-
TÜS-
ndel
(327
[71®
117®
1421
(011
(293
1807
630
006
(236
668
161
405
061
«71
564
gen
▼an
ge
zel f."
Hoe
den
door
oJ.v.
er 1
100
337
974
601
006
1244
038
(006
345
>374
>907
>3ea
>944
>347
1040
>943
Wn
luk
■it
«r-
«e-
'en.
xw.
M
934
ekt.
ibor.
eien.
1
mers
230
■uin-
mep
uien
Roo-
tuks
af.
chi-
reer
ge-
rer-
sdlg
Het
la je
rer-
re-
aar-
Je
dere
»3
rette
t 39
cht;
«pen
1060
110
vet-
hrdl
icht,
acht
ode
dels
t 2
tan.
den
t er
Hll dacht, dat aan dien rit geen einde kwam.
Toch ging nog een schok* door hem heen, toen
de auto stil stond. En nu ineens kreeg hy moed.
>137
«34
043
1337
I4M^
1747
'207
«47
1433
>384
>711
>203
«74
>990
>395
«45
1797
brief, die den wreeden Indruk uit lang ver
vlogen tyd wederom hernieuwde? Waarom zocht
hy na zooveel jaren nog altyd een spoor van
de liefde, die hy verloren had? Waarom werd
steeds zijn hand weerhouden, wanneer hij op
het punt stond dit papier te verscheuren?
Met beklemd hart overwoog hy nog eens
deze plechtige, profetische woorden: „Wanneer
we elkander ooit terugzien, zal het lyden van
leder onzer een wezen gemaakt hebben, den
ander onbekend".... Hy kon niet aannemen,
dat nu, op den zoom des ouderdom» het teedere
gevoel van weleer zou herleven. Daarom was
hij zoo bang voor deze nieuwe Valérle, wier
omschepping dagteekende van het uur. waarin
ze dien brief geschreven had, haar fortuin, haar
leven zelfs aanbiedend, zonder een woord van
sp\jt of liefde te uiten.
massief schryfbureau beladen met papieren en
registers, vervangt de sleriyke secretaire op
fyne pootjes, het behangsel is verflenst en
opeens begint zyn hart te kloppen, nu hy een
veranderd gelaat aanschouwt, voller, strenger,
met scherpe trekken, dikke, zwarts vlechten,
opgenomen zonder eenlge rekening met de mode
te houden, en waarin hier en daar een grijs
straaltje schittert
Heeft zyn gestalte het licht onderschept, of
voelt Valérle als by Intuïtie iemands nabij
heid? Snel staat ze op. opent de glazen deu
ren, en een kreet klinkt van haar lippen, els
ze eensklaps tegenover Estëve de Marguenave
staat
Is het een droom? Dat fijne, teere gelaat, met
zooveel rimpels doorploegd, ia dat haar vroe
gere verloofde? Zwygend staan ze tegenover
elkander, verschrikt door beider verandering,
die ze wel verwacht, maar tevergeefs zich voor-
gesteld hadden.
zy echter komt byna terstond weer tot zich
zelf, gewoon als ze la haar ontroering te be-
heerschen.
Foei. Esteve. zoo onverwacht te komen l
Zonder eenig bericht! En Elzéar is afwezig!
Ik heb hem willen verrassen I
Nieuwe ontgoocheling: Estéve’s stem heeft
het accent van het land der ballingschap aan
genomen I
ZU reikt hem de hand, leidt hem naar een
fauteuil, en opnieuw zwygen ze. met droeve
ontroering elkander aanziende. In zijn oogen
leest zij dezelfde treurige verwondering, die
zU by den markies de Salnt-Meuron opmerkte.
Echtgenoote: Wat een ontgoocheling, Tt had
gedacht, dat myn man mij voor mijn verjaar
dag het geld voor een nieuw gebit zou gegeven
hebben, waaraan ’k zoon groote behoefte heb,
omdat ’k het vleesch niet meer goed bijten
kan, en wat heeft hy my nu gegeven....? een
vleeschhak-machine.
wel eens met be
een vaart door de
het slot Staal rijdt,
steeds met de snelheid van
alle tranen ge-
zlelen schoon
God
heid en dientengevolge met een te wyden boog,
waardoor hy tegen een boom reed en de auto
ernstig werd beschadigd. De twee kinderen
kwamen er echter zonder letsel af, maar het
mlnisters-dochtertje heeft nooit meer met den
kroonprins willen ryden. Doch kroonprins
Michael besteedt zyn dag niet alleen aan het
beoefenen van sport; ook de studie neemt een
belangryke plaats in zyn daglndeehng in. Hy
moet veel meer leeren dan een ander kind van
zijn leeftijd, hoewel hy het niet graag doet.
Maar hy moet, want, ofschoon hy niet op
school gaat, worden zyn vorderingen toch gere
geld gecontroleerd en moet, hy elk jaar een
examen afleggen. Het examen van dit jaar zal
moeten beslissen of Michael genoeg kennis be
zit om naar Eton te gaan.
Het rijtuig houdt voor het bek. stil. Bloemen
omgeven als vroeger den weg, alleen zijn hoo
rnen en struiken wat grooter geworden. Het is
een dag, geiyk aan dien, waarop hy vertrokken
is; ook toen woel de lleflyke geur van hel
pynbosoh hem tegen. De gevel van het kasteel
vertoont bleeke strepen, verkleurde plekken,
als hadden stfoomen van tranen zyn vroeger
zoo heldere kleur verdoezeld. Evenals voorbeen
biyft hy voor de glazen deuren staan, waar
destyds zich Valérie’s salon bevond.
Het gordyn is weggeschoven, hy kan naar
binnen zien, en begeerig zoekt zyn blik de oude
meublleertag. Maar alles is veranderd; een
Het maakt misschien wat onrustig.
Het klinkt ook een beetje verhit,
Als u er aan denkt, dat u nu weer
Te midden der hondsdagen zit!
Ze geven gedachten aan dolheid,
Aan braden, aan puffen, aan heet.
Aan vallende brandende stralen
_Der vuur-vaste zonne-planeet!
De hondsdagen doen ons steeds den
ken
Aan hitte, doch uiterst compact,
Zooals wij, bijvoorbeeld, bij eten
Graag praten van Maggi-extract!
Maar joeer blijkt die wijsheid gewij
zigd.
Althans voor de temperatuur,
De zon, tegenwoordig, is spaarzaam
En speelt dus niet gaarne met vuur!
Doch mocht zich de zon eens bezinnen
En maakt zij het u wat te bont.
Dangaat u maar stil met vacan-
tie.
Want u zijt toch immers geen hond?
MARTIN BERDEN
de liefde niet had kunnen behoeden voor
onverstoorbare onvoorzichtigheid niet al-
Voorlooplg zit Gordon echter nog In zyn
doodscel, waaruit hy klaarbiykeiyk heelemaal
niet zoo graag vandaan komt. Zooals Immers
bekend, is de behandeling en de verpleging der
ter dood veroordeelden byzonder goed.
Mevr.: Waarom pak je die schoenen zoo
mooi in; de schoenmaker woont toch vlak
tegenover.
Dienstmeisje: Maar, mevrouw, moet dan de
heele buurt zien, wat voor groote voeten u hebt.
In Sing Stag, het bekende New-Yorksche
tuchthuis, zit in een doodscel sinds meer dan 7
maanden Benjamin Gordon, wiens executie op
den electrischen stoel alleen daarom voortdu
rend weer uitgesteld moet worden, wyi men den
moordenaar als „beloonlng" voor zyn waarde-
noodig heeft. Daar U deze processen zich nog
maandenlang zullen rekken, is ook niet vast te
stellen wanneer Gordon naar de andere wereld
zal geholpen worden. Gordon werd zynerzyds
wegens moord op een politieman ter dood ver
oordeel Hy is Ud van een bekende mlsdadigers-
bende geweest, die talryke misdaden op haar
geweten heeft en die voor en na onschadelyk
gemaakt wordt. De verklaringen van Gordon
zyn naar de meenlng van het gerecht zoo
waardevol, dat zyn terechtstelling de doorvoe
ring van het gerechteiyk onderzoek zeer be-
nadeelen zou.
Het is overigens niet uitgesloten, dat men den
moordenaar als „beloonlng’ voor zyn waarde
volle verklaringen, die hy alle beëedlgt en die
zyn compagnons stuk voor stuk voor langeren
of korteren tyd. zelfs voor levenslang ta het
tuchthuis brengen, verklaringen, die door de
aangeklaagden als gelogen worden bestempeld,
een herziening van zyn proces zal toestaan
en niemand gelooft er nog ernstig aan, dat het
doodvonnis voltrokken zal worden. Men neemt
veeleer aan, dat Gordon door de politie als lok
vogel geëngageerd is. Men herinnert in dit ver
band eraan, dat in Chicago eenlge bandieten
uit de geldwereld politielokvogels geworden zyn
en er zyn er niet weinigen, die meenen, dat
alleen door de werkzaamheid van deze men-
schen de politie slechts in- de mogeiykheld is,
eenigermate werkzaam tegen de onderwereld
zyn kan.
w. «i. veraekerinnvoorwaarden tegen by levenslangs geheels ongeschiktheid tot werken door f 7Cfl b|) een ongeval met f O Cf} tal verlies van een hand f 1 OC tal verlies van een f Cf) byeen breuk van f Af) b|| verlies van T»
^^vaUen «raketa l«>r ultkeerlrlen t oUUU.- verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen I OU.- doodelyken afloop ZJl/.- een voet of een oog 1 £O.-duim of wijsvinger f OU.-been of armf »<ƒ.- anderen vinger
Lang reeds is de vraag verklonken of Roald
Amundsen, die In 1928 opsteeg om Nobile te
redden en sindsdien verdwenen is, nog terug
keeren kon. Lang reeds bestaat de zekerheid dat
de oneindige yswoestyn onvefbiddelyk t lot van
den groeten onderzoeker bezegeld heeft. En het
zou Immers ook niet In het leven en by den
onderzoeklngsdrang van Amundsen hebben ge
past. wanneer hy, als b.v. Nansen, na een vre-
dlgen levensavond, thuis gestorven was
In Juni 1928 steeg hy met de vliegmachine
„Latham” op, om naar den verongelukten No
bile te zoeken, ofschoon er groote oneenigheid
was, die beide mannen van elkaar scheidde.
En dit is het schoonste, wat Amundsen door
ztjn voorbeeld de menschheki heeft getoond:
dat hy in het oogenblik van nood zyn leven
waagde voor een man, die, tenminste volgens
zyn inricht, zyn leven en dat zyner kameraden
lichtvaardig op het spel had gezet.
Nobile Is teruggekeerd. Amundsen echter Is
het offer van zyn onbaatzuchtige, zelfverloo
chenende behulpzaamheid geworden. En wan
neer nauwelyks iemand zich nog den man zal
herinneren voor wlen hy stierf, aal Amundsen’s
naam met gouden letters in de geschiedenis der
menschheid staan oiTgeteekend en dat niet
alleen om zyn onderzoekingen aan de Zuidpool
Voor Amundsen voor zyn laatste vlucht op
steeg, had hy reeds al zyn onderzoeklngsp'an-
nen afgewerkt en zich ta rust teruggetrokken.
In zyn vaderland zou hij thans zyn «Osten ver
jaardag hebben kunnen vieren onder de geluk-
wenschen van de geheele wereld, want den 16en
Juli 1872 werd dan reeder Jens Amundsen ta de
Noorsche kustplaats Borge een zoon geboren.
Van den dag af, dat hy schuchter ta de werk
kamer van den toenmallgen directeur der Ham
burger Zeewacht, dr. Neumaler trad, om den
beroemden geleerde zyn vermetel plan voor te
leggen om de zoo veelvuldig gezochte Noord-
westelyke doorvaart te vinden, d. w. z. den weg
uit den Atlantischen naar den Stillen Oceaan
langs de Noordeiyke kunst van Amerika; van
het oogenblik af, dat de Hamburgsche geleerde
over het plan verrukt was en den jongen
Amundsen dadeiyk een paar maanden bij zich
hield om hem de wetenschappeiyke voorwaar
den in te pompen en hem op de gevaren voor
te bereiden, van dat oogenblik is Amundsen tot
byna het eind toe, niet meer door het geluk
verlaten.
Nadat hy rich ta 1901 een klein zeilschip
„OJÖa", gekocht had, begon hy, gesteund door
Nansen ta 1903 zyn eersten tocht. Tofen hy na
de magnetische Noordpool te Rebben vastge
steld en de gezochte doorvaart te hebben ge
vonden ta 1908, nadat hy reeds een tyd ver.
dwenen was geweest, weer terugkeerde, was hy
al wereldberoemd. Thans eerst was het
hem mogeiyk voor een Pool-expeditie over meer
geldmiddelen de beschikking te krijgen. In
Augustus 1910 voer hy met de oude „Fram” van
Nansen uit en na een sledevaart van nauwelyks
46 dqgen bereikte hy den 14den December 1911
de Zuidpool. In den wedstrijd tegen Robert
Scott was hy overwinnaar gebleven, terwijl de
laatste, die eerst een maand later de Pool be
reikte, nimmer is teruggekeerd.
Maar Amundsen zelf is iets dergeiyks weder
varen, toen hy de vliegexpeditie naar de Noord
pool reeds geheel en al had uitgerust en op het
punt stond te vertrekken. De Amerikaan Byrd
was hem, die niet alleen de eerste mensch wilde
zyh die de Zuidpool zag, maar ook de Noord
pool het eerst wilde zien, voor. Het was teeke-
nend voor Amundsen's karakter, dat hy niet
tegenstaande de vreeseiyke ontgoocheling, zon
der afgunst zich naar Byrd spoedde en hem
de hand drukte.
zyn, in de oneindige schoonheid van
dikwijls had hij dezen brief herlezen,
eersten keer met schaamte, toornig zelfs
want dezen dichter en gevoelsmensch moes
ten zulke berekeningen, zulk een koude za-
kendoenery wel afschuweiyk voorkomen, voor
al op het oogenblik van hopelooze scheiding.
DergeUJke opvatting walgde hem. en hy begon
zich te verbazen, dat hil ooit een vrouw had
kunnen beminnen, zoo ontbloot van alle ziels
verheffing, van alle gevoel, meende hy zelfs.
Zeer euvel duldde hy het haar, dat ze met
zooveel koele zelfbeheerschtag de winsten be
rekende, die zU uit haar voorvaderlik famllle-
goed zou kunnen trekken, uit het Ueve plek
je, waar zy een gelukkigen haard meende te
stichten. Als ze hem werkelyk had liefgehad,
zou ze dan zoo helderziend geweest zyn? Hy
kon zulk een zielstoestand niet begrypen, hij,
die
een
leen, maar zelfs voor een zwakheid, een fout,
door lieden van strenge opvatting als hoogst
onkiesch gebrandmerkt.
En toch kon hy aan haar liefde niet twyfelen.
Ja, zy had uitsluitend hem bemind van de
dagen-Ttarer jeugd af; ta stilte had ee ge
leden, toen hij met een ander trouwde. We
duwnaar geworden, bad hij plotseling bemerkt,
dat ze mooi was en verstandig, dat ze nog niet
alle hoop had opgegeven, en hij had de diepte
van deze zwygzame ziel gepeild, waarin slechts
zyn beeld leefde. Maar zy beminde hem niet
meer, toen zy dezen yskouden brief schreef; zij
beminde hem niet meer, niet omdat hy zich
zoo dwaas geruïneerd had, maar omdat hy het
geld verspeeld had, ontvangen of geleend om
zyn schulden te betalen.
Na zooveel jaren kleurden zijn bleeke wan
gen nog by deze herinneringen. HIJ dacht weer
aan zyn onoverwinljjken afkeer om aldus de
Uefdeglfte van een vrouw aan te nemen. Doch
hy had zijn soon tanig lief, en de gedachte,
dat zyn aandenken ongeschonden ta Elzéar's
hart zou voortleven, deed hem zijn weerzin
overwinnen. En hy was te zwak om niet te
buigen voor een wil, die hem redde, zQns on
danks.
Van dien tyd af had Valérle rich met zijn
zaken belast. HIJ wist, dat zij elk jaar al het
geld, met harden arbeid verworven, aan zyn
schuldelschers afdroeg, als kwam het van zij
nentwege. Hy was haar innig dankbaar, doch
voelde zich niettemin diep vernederd. Daarom
ontstelde hem de gedachte haar weldra terug
te zullen zien. Waarom las hy nogmaals dien
verwondering haar zoo veranderd, zoo verouderd
te vinden.
Er lijkt een afgrond tusschen hen. zy syn,
geiyk ze voorzegd heeft, elkander zoo onbekend,
dat ze hun toevlucht tot alledaagsche praatjes
moeten nemen.
Gelukkig zaJ Elater vanavond weer hier
zijn.... Waarom hebt u uw komst niet ge
meld?.... Het zou toch aangenamer geweest
syn, als u by het aan wal stappen iemand
onzer gevonden had. En myn vriendinnetje,
Marie-Claire de Solliès, van wie ik u in myn
brieven sprak, is op het oogenblik juist te
Bordeaux; zij zou biy geweest zijn u te mogen
verwelkomen.
Ja. zuchtte hy, verrassingen vallen dtkwyis
in het water.
Hoe het zy. hernam ae, Elzéar aal van
avond allergelukkigst wezen. Komt u dezen
morgen regelrecht van Bordeaux? Maar dan
zult u nog niet gedéjeuneerd hebben? U riet
zoo bleek; ik ga dadelijk koffie voor u halen.
De Marguenave’s lippen plooiden zich ietwat
spottend: de ontroering van dit oogenblik, van
deae ontmoeting, schreef zy toe aan de beboet
te aan een ontbyt!
zy had haastig de kamer verlaten, en hij
voelde zich verlicht. Hf) keek eens rondom
zich: alles, wat vroeger dit vertrek aangenaam
en vrooiyk gemaakt had. was verdwenen. Dia
boeken en paperassen, dat afschuweiyk bureau
met zyn groen leeren bekleedsel vol inktvlekken,
het wees alles op een vennoelenden, laag-blj-
den-grondschen arbeid.
WeLschrok hy op, toen hy binnentredend, drie
bont-geschorte vrouwen hard hoorde lachen,
maar kordaat liep hy door.
Even verwarde heur stllzwygen hem weer by
s'n binnenkomst, deed hem voelen, dat hij ta
een sfeer kwam, die de zijne niet was. Maar,
toen de vrouwen opechulvend, hem voorlieten,
herkreeg hy z*n bezinning. Met beefhanden
pakte hy voor het loket uit, en gaf aan den
wachtenden bediende het theeblad.
„Dat zou Ik gaarne beleenen”, ael hy flink,
hoeveel zou u er voor kunnen geven?”
„Ik zal het even laten taxeeren, wacht U
maar even," antwoordde de man veel beleefder
dan hy verwacht had.
Kyk. waarvoor had hy zich nu zoo angstig
gemaakt? Alles ging veel gemakkelyker in wer
kelijkheid, dan hy zich had voorgesteld. De
vrouwen praatten zachtjes door. Haar spot-
blikken waren in medelyden veranderd, of
schoon ook die blikken schrijnden, maar niet
zóó. En die bediende was niet, zooals hy ver
wacht had. een norsche kerel, maar een beleefd
jongmensch, dat hem zelfs by het uitpakken
behulpzaam geweest was. Hy wachtte..Nu
taxeerden ze het theeblad daar achter.... Nu
keken ze naar hemNet doen of hy t niet
zag. Daar kwam het jongmensch terug.
„Het spyt me, mynheer, maar dat theeblad
is niets waard, 't is geen zilver.”
Hy begreep het niet goed.
„Dat kan niet", stamelde hU, „1 moet zilver
zyn. We kregen het theeblad van onze kinderen
by onze zilveren bruiloft.... V moet zich ver
gissen, heusch, 't is zilver....”
De bediende lachte zelfs niet, ofschoon het
verband ta den zin niet erg duideiyk was. De
vrouwen zagen zwygend toe.
„We hebben het nagezien, mynheer. we
kunnen er niets voor geven....” stamelde het
jongmensch, nog meer in de war dan de oude
man
Langzaam drong het tot hem door, dat hy
nu weg moest gaan.... ze konden er niets voor
gevenWerktuigeiyk pakte hy het blad
weer in.
Met een kletterenden slag viel bet op den
grond.
De vrouwen schoten tóe. raapten het op en
hielpen hem bit bet Inpakken. Hy bedankte ze
zacht en strompelde met het waardelooze prul
de deur uit. Buiten wachtte nog de. auto. Neen,
hy reed niet terug, zei hy; hy wilde nu maar
betalen, hy liep wel naar huis.
Als zinloos ging hy door dc straten. In een
stille wyk rustte hy even en veegde met t
zwitet dat op zyn voorhoofd parelde, een traan
weg van onder z’n bril.
En aldaar drong het onderweg ta z’n kop:
het theeblad hadden ze toch op hun zilveren
bruiloft gekregen.... van de kinderen.... en
nou was ’t geen zilver.... ’t was ordinaire
namaakHy slikte 'n brok weg. dat hem de
keel haast dichtkneep.
En Ineens formuleerden z’n gedachten heel
juist en scherp de viymend scherpe realiteit:
Dat s'n zware gang vergeefsch geweest waa....
Ik vrees, dat wy dien afgrond nooit zul
len kunnen dempen. Maar de poging daartoe
is op zichzelf al een eerherstel, al ware het
alleen voor God.... Het is onze plicht!
Zoo wy elkander nog ooit wederzien, dan
zal het zyn na lange, lange jaren. en we
Tiillen dezelfden niet meer wezen: het leven,
het lijden zal van leder onzer een wezen
gemaakt hebben, den ander onbekend. En
Eens kwam Michaël geheel onverwacht aan
het kasteel Controcenl, waar zyn grootmoe
der verbiyf hield. Daar men niet op de Komst
van den kleinen konlng had gerekend, was er
ook niemand om hem te ontvangen, waarover
Michael diep beleedigd was! De officier van
de garde, die hem tegemoet kwam, ontving hy
met een uiterst koel gericht en met de vraag: £«ur nam echter een bocht met te groote snel-
„Waarom is er geen muziek." De officier legde
hem toen uit, dat niemand te Controcenl iets
van zjjn komst wist, zoodat het heel begrypeiyk
was, dat men niet het gebrulkeiyke ceremb-
nieel in acht had kunnen nemen. Michaël nam
den officier toen van het hoofd tot de voeten
op en zelde op autoritairen toon: .Maar ben
ik dan de konlng van Roemenië of ben Ik het
niet!” Deze woorden hebben zyn onderdanen
heel wat vroolykheid verschaft. Toen zyn va
der Carol weer in Roemenië terugkeerde en »ot
konlng werd uitgeroepen, moest Michaël zyn
waardigheid neerleggen en zich vergenoegen
met den titel van kroonprins. Dat hij echter
nog niet vergeten is. dat hy konlng is geweest,
biykt wel uit het volgende grappige voorval.
Ter gelegenheid van de opening van het Roe-
meensche parlement nam Koning Carol zyn
zoontje verleden jaar met zich-mede.
In den auto zelde hij tegen den kroonprins:
„En dan, moet een rechte, stramme houding
aannemen, je moet stijf salueeren, je mag de
etiquette niet uit het oog verliezen, je moet...”
Verder kwam konlng Carol niet, want zyn zoon
onderbrak hem door op beleedigden toon uit
te roepen: „Vader, U vergeet, dat ik ai eeraer
dan U konlng ben geweest!” Gelukkig voor den
kleinen prins heeft’ hy ook zyn amusementen
en als hy in den slottuin te Sinai paard rijdt
of fietst, is taj in zjjn element en vergeten, dat
hy een kroonprins is. Paardraden doet hij het
liefste, al klaagt hy er wel eens over. «Ut hy
niet ta het publiek mag uitrijden, maar zich al
tijd moet vergenoegen met den paleistwn en
het binnenplein. Zyn pikeur, overste Scheletti,
is niet weinig trotsch op zyn leerling en hij be
weert, dat kroonprins Michaël te paatd zit:
al» een oude huzarenoverste, die zyn geheele
leven ta den zadel heeft gezeten.” Dit zal een
weinig overdreven zyn, maar toch staat het
vast, dat Michaël reeds op 5-jarigen leeftijd op
de pony reed, welke hy van zyn onderdanen
ten geschenke had ontvangen. Ook op tennis
sen, fietsen en autoryden is hij verzot.
Eenlge Jaren geleden heeft prins Michael van
zijn oom Nlki (prins Nlcolaas), van wlen de
jongen zeer veel houdt, een kleinen auto ten
geschenke gekregen. Dit geschenk is heet be-
grtjpeiyk, daar pril® Nlcolaas zelf een harts-
tochteiyk automobilist is. In het wagentje kun
nen twee kinderen plaatd nemen. In plaats van
een benzinemotor is een electromotor Inge,
bouwd; de auto is voorzien van remmen, kop
pelingen en versnellingen en is dus heelemaal
echt” zooals Michael met voldoening consta
teerde.’ nadat h« het geschenk aan een
onderzoek had onderworpen. Sinds Micnael den
auto heeft, is zyn fiets niet meer zoo in trek
als vroeger; hy doet thans alles met zijn auto
zyn omgeving riet soms
zorgdheid aan, als hy met
lanen van bet park van 1
bergop, bergaf, en t—-
een geroutineerd automobilist. Slechts éénmaal
heeft de kroonprins een auto-ongeluk gehad,
dat nog betrekkeiyk goed is afgeloopen. Met
bet 7-jarlg dochtertje van Minister Manlleecu
wordt dit ver verwijderd wederzien ons ge
weigerd, dan zullen we elkander in ’n andere
wereld terugvinden, waar
droogd worden, waar alle
BU z’n komst hadden ze hun verteld, dat ze
niet veel meer dan een zilveren theeblad be
zaten. van de kinderen gekregen by hun zil
veren bruiloft. Dat wilden ze nu niet graag
missen, zelden ze. maar of Samuel
het pensioengeld kwam daar geen voorschot
op kon geven? Toen had hy het hoofd geschud-
Dan moet U by my niet wezen", had hy ge
zegd. ..Beleenen doe Ik nooit; ik wil het wel
koopen".
Daar waren de oudjes niet op Ingegaan, zoo
dat Samuel heenging, zonder zelfs het theeblad
bekeken te hebben.
Hun verslagenheid was groot. Zy had het
plannetje geopperd en by de bespreking had
de uitvoering er van zoo gemakkelyk gesche
nen Doch Samuel's weigering om een dergeiyke
transactie aan te gaan, had de idee waardeloos
gemaakt. Toch het geld hadden ze noodlg,
dringend en direct.
Een geheelen dag hadden ze overlegd en eln-
deiyk waren ze tot een besluit gekomen.
Stil sloop hy de trappen af, de oude man,
die vreezend dat het minste gerucht de aan
dacht van de buren tot zich trekken zou. zacht
de voordeur achter zich sloot. Op straat ge
komen. sloeg hy den hoek om en liep voort. Hy
poogde zich zelf moed ta te spreken, al zou een
kennis hem nu zien, dan kon toch niemand ver
moeden waarheen hy ging. Doch ondanks dit
weten en het zich herhalen bftéf de angst, die
hem schuw deed rondkyken. Als een van die
menschen eens begrepen, wat er ta dat pak.
dat hy onder den arm droeg, verborgen was-
Noch altyd weifelend, liep hy verder Plots
ging hem een schok door de leden Een bekende
stevende recht oa hem aan. „Zoo aan den
wandel?” vroeg h® en wierp een nieuwsgie
rigen blik op<nëtT>ak.
„Ach neen", legde hy uit. Hy moet ergens wat
bezorgen en er was haast by. als de ander het
hem niet kwalyk nam. liep hy meteen weer
door. Hy trilde op z’n beenen, terwyi de ken
nis hem pleizierige wandeling wenschte. Ook
dat nog„
Neen hy durfde niet. Hy keerde terug. Dezen
taak kon hy niet volbrengen. Hy ging al op
huls aan, toen een aankomende leege huur
auto hem een idee gaf. Als hy eens.... Hy
wenkte reeds. De chauffeur stopte, sprong van
z’n zitplaats. Ineens drong het tot hem door,
dat hy nu dien man deelgenoot moest maken
van z’n geheim. Hy aarzelde.
„Nu mijnheer, stap in!" drong de chauffeur;
..waarheen?”
Vooruit nu, het moet.
„Naar den lommerd”, fluisterde hy.
Nadat Samuel de deur achter rich had dicht
geslagen, beseften de oude menschen eerst
recht, hoe moellyk bet hun vallen, nu een
andere oplossing te vinden. Tot nu toe was
het steeds Samuel geweest, die hun 't geld, dat
ze te kort kwamen by 't al duurder worden van
alles, verschafte. Als ze ta nood zaten, wyi z’n
pensioen, vroeger toereikend, dit niet meer was.
dan werd er altyd tot Samuel een schrijven
gericht met verzoek denr volgenden dag even
aan te komen.
Steeds op tyd was de redder-uit-den-nood
verschenen en had een of ander voorwerp, in
betere dagen gekocht, tegen contanten omge
wisseld. Ze marchandeerden nooit. Samuel was
reëel, hy gaf. wat het hem als koopman waard
was. Nooit had hy gepoogd hen af te zetten-
Voor het verlaten van het huls, had hy steeds
de verzekering moeten geven, dat ae op s'n
stilzwijgendheid konden rekenen. En getrouw
had hy dit op handslag beloofd en woord ge
houden.
En nu, voor t eerst hadden ze geen zaken
gedaan
TV heb op het Rozen-Kasteel geld opgeno
men. Eerst wilde Ik het- verkoopen. om u de
opbrengst ter hand te stellen, doch Ik heb
bedacht, dat ik er genoeg uit zou kunnen ha
len om uw zoon op te voeden, zonder het
’.«wheiden erfdeel rijner moeder te moeten
aanspreken, en dat Ik allicht iets zou kunnen
opsparen om elk jaar uw schuld eenlgsrins
te kunnen verminderen Maar by dit allee
stel ik een dubbele voorwaarde: vooreerst
mag nooit of te nimmer iemand, wie het ook
zij, weten, welk
nooit, versta me
ten. dat ik i
deel Ik ta dit alles heb;
wel nooit zal iemand we-
randers handel dan als uw zaak
gelastigde. Ten tweede: u suit me ook iets
zenden, al was het maar een penningske,
opdat Ik zonder onwaarheid te spreken, tot
uw zoon kunne zeggen, dat u aan uw be-
vrijding werkt, om zoodoende in hem de
liefde en den eerbied voor u onaantastbaar
te bewaren.
HUIZEN, 298 M. 8.00 K R O.-morgenwy-
dlng 10.00 'gramofoonmuziek 11.30 gods
dienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquln
O P. 12.00 Politieberichten 12.15 K. R. O.-
trio o. I v. Plet Lustenhouwer 1.45 gramo
foonmuziek 2.00 vrouwenuurtje 3.00 gra
mofoonmuziek 3.20 verzorging zender 4.00
gramofoonmuziek 5.30 K. R. O.-kunstensem-
ble o. 1. v. Piet Lustenhouwer 7.10 mej. Suze
Proot: „VergeUJkende studie tusschen Haydn
Mozart en Beethoven” 7.30 Politieberichten
7.45 Verbonds-radlokwartiertje"—‘8.00 Gro
ninger Orkestvereeniging o. L v. Jonny Ponten
9.00 Nieuwsberichten van Vaz Dias 11.00
gramofoonmuziek.
HILVERSUM 1875 M. 8.00 Tijdsein A. V.
R. O. gramofoonmuziek 10.00 morgenwydlng
10.15 gramofoonmuziek 1030 plano-recltal
door Annie de Ridder o.a. muziek van Chopin
11.00 R.V.U. 1130 orgelconcert door Plet
van Egmond Jr„ m. m. v. SaJ Rodiiguez, viool;
OA. muziek van Handel en Bach 12.30 lunch-
muzlek door het ensemble Rentmeester; tus-
schenspel van gramofoonmuziek 2.15 rustpoos
voor het verzorgen van den zender 2.30 cau
serie door Drs. P. Dykema: „Kinderiyke be
langstelling" 3.00 gramofoonmuziek 4.00
solisten-con ert, Julle de Stuers, zang en Jan
Govers, piano 430 kinderuur door mevr.
Antoinette van Dyk 530 S. H. Eysden zingt
Afrikaansche liedjes 8.00 Les vanwege het
Onderwijsfonds voor de Binnenvaart 630
R.V.U. 7.00 concert door het Utrechtsch
Stedelyk Orkest o. L v. Albert van Raalte. So
listen: Julle de Stuers, zang en Stephan Berg
mann, plano 8.00 gramofoonmuziek „Non-
stop” Internationaal Oabaret-programma
9.00 Het Utrechtsch Stedelyk Orkest o. I v.
Albert van Raalte 10.00 Nieuwsberichten van
het Persbureau Va» Dias 10.10 Boekenhalf
uur Dr. P. H. Rltter Jr.: „Het wordende Huwe
lijk" van Dr. F. M. Wlbaut en mevr. Wibaut
Berdenls van Berlekom 10.30 Kovacs Lajos en
zyn orkest; tusschenspel van gramofoonmuziek
BRUSSEL, 509 M.: 530 Concert door het
Omroeporkest oJ.v. Jean Kumpe 8.50 Gra
mofoonmuziek 8.20 Concert door het Radio-
orkest oJ.v. Karei Walpot.
KALINOBOKG, 1153 M.: 330 Deensche lie
deren door Ester Laessöe Müller 10.20 Fran-
sche operette-muziek door het Omroeporkest
o.l.v. Emil Reesen 11.20 Dansmuziek.
BERLIJN, 419 M.: 9.20 Dansmuziek door de
Ilja Llvschakoff kapel
HAMBURG, 372 M.1.35 Gramofoonmuziek
230 idem 4.50 Concert 7.40 Populair
Concert door het Norag-kwartet 8.10 Duit-
te:he dansen 1035 Concert door het Norag-
orkest oJ.v. Fritz Gartz.
KONIGWUSTERHAUSEN, 1635
Gramofoonmuziek 4.50 Concert.
LANGENBERG, 472 M.: 130 Concert
een orkest van werklooze beroepsmusici
Prof. Anton Nowakowski 5.20 Vesperconcert
8.20 Concert o.l.v. Wolf.
DAVENTRY, 1554 M-: 1.20 Concert 2.20
Gramofoonmuziek 430 Moschetto en zyn
orkest in het Dorchester orkest 7.40 Concert
10.55 Bertini’s dans band.
PARIJS EIFFEL, 1446 M.: 9.00 Kamermuziek.
PARIJS R., 1725 M.: 7.50 Gramofoonmuziek
8.20 ,Ue barbier de Sévllla”, Rossini.
MILAAN, 331 M.: 8.50 „Amore fral Pamptal”,
operette in drie actes van de Michell.
ROME, 441 M.: 9.05 Concert 10.20 idem.
WEENEN, 517 M.: 8.20 ,Jm weiszen Röszl”,
zangspel in drie bedryven 11.10 Dansmuziek.
WARSCHAU, 1411 M.5 20 Concert door het
Philharmonie-orkest van Warschau 6.40
Dansmuziek 8 20 Populair concert door het
Philharmonic orkest van Warschau oJ.v. Cas
Wilkomlrski 930 Voortzetting concert
10.20 Dansmuziek.
By de Roemeensche konlnkiyke familie be
staan plannen, om den thans tienjarigen
kroonprins Michaël binnenkort naa- het be
kende Etoncollege in Engeland te zenden ter
voltooiing van zyn opvoeding. Voordat hiertoe
echter definitief zal wórden besloten, zal
kroonprins Michaël eerst proeven van be
kwaamheid moeten afleggen voor een examen
commissie onder voorzitterschap van prof
Gustl, den Roemeenschen Minister van On
derwijs. Konlng Carol, de vader van den klei,
nen prins, zal by het examen tegenwoordig
zyn. Een benydenswaardlge jeugd heen pnns
Michaël niet, hoewel zyn omstandigheden
thans veel zyn verbeterd, vergeleken by den
tijd, toen hjj als konlng Michaël I aan het
hoofd van den Roemeenschen staat stond
Drie jaar lang, van zyn vyfde tot zyn achtste
jaar, heeft Michaël als konlng over Roemenië
geregeerd en hoe klein hy ook was, toch was
rijn dag reeds gevuld met allerlei konlnkiyke
plichten. Zoo moest hy aan de rijde van zyn
grootmoeder. Koningin Maria, die als regentes
optrad en begeleid door zyn oom, prins Nlco
laas, de troepen taspecteeren, tentoonstellingen
en weldadlgheidsbazars openen. Overal waar
hy kwam, werd de kleine konlng met het mees,
te ceremonieel ontvangen, hetgeen niet heeft
nagelaten zyn sporen in het karakter van het
ventje achter te laten. Als konlng Michaël
moest hy vroeger geregeld naar het famille-
diner, dat zyn grootmoeder wekeiyks gaf. Dan
werd hy met allerlei plichtplegingen ontvan
gen, de wacht kwam in het geweer, terwyi de
militaire kapel een fanfare speelde.
,’Sen. tw««. drie, hup.” commandeerde veder, maar Pietje deed niets
dan clUen en blns net als een dief aan de galg te bengelen. ..Ik kan
ja niet langer meer houden, vlieg ’toch," riep Jaap eindelijk uit.
maar hoe ondeugend Pietje anden ook waa en welke gevaariyte
toeren hij andere verrichtte, nu hij moest durfde hij niet
„Kom Piet niet bang en netjes je vleugels uitspreiden en met je
armen slaan.” ael Jaap de Ble tegen het jonge bijtje. Maar hoe
riet ook probeerde, hij vloog geen meter verder. „Dan maar In de
lua hangen.” zei vader de Ble. die aelf ook een hoop moeite bad
gehad, toen le vUegen moest leeren en hoe Pietje ook schreide
veder stoorde er zich niet aan en tilde zijn zoontje naar boven