Prikkeldraad
1
Van de Pers-tribune
LEEKEPREEKEN
1
Goede leerlingen
r
Koelhuis-boter
'4
->
ZATERDAG 30 JULI
ZUSJES
Tegen een verklaring
HET MERK VOOR BOTER
Grappige vergissing
De finale der Zouaven
I
PATERS MINDERBROEDERS
„CONVENTUEELEN”
-
1
■M
1
I
Zy marcheeren af!
den Paus-Koning is voorbij.
niet
de
Een lieflijk beeld uit de kinderwereld.
verdwijnen
Audiëntie
Gezondheidscommissie
i
wekken.’
verkeerd
Examen Duitsch L. O.
4
V
te
Van het aanbrengen van het merk
wordt dispensatie verleend
De nieuwe Pacht-
commissie
mededeelen, dat zij geacht yillen worden tot
die regeling te zijn toegetreden en opgaven van
de betreffende hoeveelheden Indienen.
Voor de boter, die vanaf heden in erkende
koelhuizen wordt opgeslagen, zal restitutie plaats
vinden van de daarop betaalde heffing, waar
door deze boter tot het oogenblik van uitslag
Op basis van exportprijs staat. De definitieve
heffing zal bij uitslag worden vastgesteld vol
gens de bestaande regeling. Uit den aard der
zaak Is het eene voorwaarde, dat deze boter
bij het Crisis-Zuivel-Bureau wordt opgegeven.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Woensdag, Vrijdag en Zaterdag
audiëntie verleenen.
De Commissaris der Koningin in Zuid-Hol-
land heeft in de vacature H. O. van Kempen
benoemd tot lid van de Gezondheidscommissie
te Bodegraven cn. den heer M. Karsemeyer,
dierenarts te Nieuwveen.
Zwitserland
Frankrijk
Oostenrijk
Duitschland
Hongarije
Zweden
Nederland
Noorwegen
1911/13
239
225
201
220
194
178
63
57
De Crisis-ZuivelCentrale brengt het volgende
ter kennis van belanghebbenden.
Zooals bekend is, wordt voor uitslag van bo
ter uit een koelhuis een merk verelscht. dat
-srfaoende, dat
den aandrang
protestantsche
id, om de ver-
te
zoo
1914/18
208
145
221
173
146
129
60
44
In een Prikkeldraadje werd naar aanlei
ding van een annonce in het „Haarlemsch
Dagblad” waarin gevraagd wetd „een goed
Tehuis voor een jonge hond; geen RK.”)
’n beetje gephilosopheerd over zóóveel antl-
paapschheid; in navolging trouwens van
A. B. K. in „Het Volk”, die Zich aan het
geval óók te goed gedaan had.
Nu lezen wjj echter in de annonces-ru-
brlek van het Haarlemsch Dagblad”:
al door zijn onschokbaren levensmoed, door
zijn levensblijheld-ondanks-alles, een steun
voor zijn naaste, een zwijgende apostel in
zl’n omgeving, een onwraakbare getuige
voor den rijkdom en de kracht van het
zijn, kan de christen alleen geloof zijn. HOMO SAPIENS
Tn ons blad van Donderdag heeft men
kunnen lezen, dat de in de jongste Partij
raadsvergadering toegezegde commissie tot
bestudeering van een nieuw onfwerp-
Pachtwet is ingesteld en welke heeren in
die commissie benoemd zijn.
Het zal een leder, die met kennis van
personen en zaken de samenstelling dezer
commissie nagaat, treffen, dat het bestuur
der RK. Staatspartij zich in dit geval op
uitmuntende wijze van zijn taak zijn
moeilijke taak gekweten heeft: het
bestuur is er in. geslaagd een commissie
samen te stellen, aan welker deskundigheid
en bevoegdheid niemand twijfelen zal.
In enkele katholieke bladen wordt deze
commissie dan ook met sympathie begroet.
„Ons Noorden” meent, dat zülk een
commissie niet alleen de katholieke Staats
partij, maar ook de regeering van advies
zal dienen inzake de oplossing van het
pachtvraagstuk. en schrijft verder:
Niet „Roomsch-Katholiek”
1 maar „Ruwharig”
wordt op het oogenblik te Fontllles
500 patiënten plaatsruimte gemaakt,
hun verdrijving uit Spanje hebben de
Jezuïeten dit werk in andere banden moe
ten overgeven.”
Het Provinciaal Kapittel
In het Provinciaal Kapittel der Paters Minder
broeders „Conventueelen" zijn gekozen:
tot Provinciaal, de Hoogeerw. Pater Carolus
Hojjng;
tot Secretaris van den Hoogeerw. Pater Pro
vinciaal, Zeereerw. Pater Matthaeus Luppes;
tot Custoden van de Provincie, Zeereerw.
Paters Conradus vin Rijn en Donatus Bakker;
tot Definitoren. Zeereerw. Paters Pacificus van
Aubel en Albertus Zoetmulder;
tot Visitatoren v. d. 3e Orde van den H. Fran-
clscus Pater Fortunatus Delgeijer, en voor De
nemarken Pater Aegidius Smltz;
tot Magister der Novicen, Zeereerw. Pater Cor
nelius Kramer, tot vocius van den Magister,
Pater Clemens Mentor;
tot-Rector van het College „Christus Konlng"
te Wijnandsrade, Zeereerw. Pater Henricus van
Egmond;
tot Prefect van het College „Christus Konlng"
te Wijnandsrade. Pater Vincentius Lucassen.
Het Provinciaal Kapittel wordt verder voort
gezet.
Wat de Spaansche Jezuïeten
misdeden
In het liberale Handelsblad lezen we het
volgende:
„In het begin van de 20ste eeuw wisten
zelfs weinig Spanjaarden, hoeveel melaat-
schen in hun eigen land hun droef bestaan
moesten voortsleepen. Men verborg ze op
zolderkamertjes of verdreef ze naar de ber
gen, waar ze in spelonken en ravijnen,
vooral langs de kust van Alicante, schier
buiten alle contact met de menschenwereld
huisden. Als bij toeval ontdekte pater Car
los Ferris op een van zijn missiereizen door
het zuiden van het land, in de'‘ wohlng van
zijn gastheer, zulk een armen verstooteling.
Verder onderzoek in’ den omtrek van Ali
cante bracht aan 1 licht, welke misstanden
op het gebied der leprozenverzorging in
Spanje heerschten. Pater Ferris heeft toen
in 1909 te Fontllles de „Melaatschen-kolo-
nie van Sint Francis Borgia” geopend De
inrichting is aangelegd volgens de beginse
len voor landkolonisatie. Het begon met
jaar waren er dertig en in 1924, het jaar,
politieke reclamespel der S. D. A. P. zijn
onze boeren gediend met een behandeling
van het pachtvraagstuk, zooals thans ge
beuren zal en welke ons waarborgt, dat we
binnen korten tijd een oplossing van dit
pachtvraagstuk zullen krijgen, beter dan
de boeren met het verworpen ontwerp ge
kregen hadden.
Ook bewijst deze commissii
de Katholieke Staatspartij
van liberale en christelijk
zijde op de regeering geogfF
worpen pachtwet weer in te dienen, maar
dan zonder het continuatierecht, niet kon
steunen. Een pachtwet, waarin dit redht op
geen enkele wijze geregeld was. kon en
mocht voor ons katholieken niet aanneme
lijk zijn.
De regeering zal dan nu ook verstandig
doen, verder in deze zaak een passieve
houding aan te nemen en rustig af te
wachten, wat deze commissie zal rappor-
teeren.
Wij twijfelen er niet aan of zij zal dan
een oplossing van het vraagstuk vinden,
waarvoor niet alleen een parlementaire
meerderheid aanwezig is, maar die ook in
landbouwkringen algemeen voldoening zal
WAlrlrcan
„Dan zijn er nog eenige afdeelingen, die
brochures besteld hebben, daar wordt voor
contröle ook de schuld bij vermeld. Maar
van de groote meerderheid van de afdee
lingen staat de schuld reeds eenige maan
den. Het is een schande voor de afdeelin
gen, om openlijk in de Tribune op
zwarte lijst te komen.
Rotterdam 14.75; Wormerveer 3.92; Bees
3.20; Enschedé 2.90; Olanerbrug 6.45;
Overdinkel 0.48; Hengelo 1.00; Almelo 3.00;
Apeldoorn 2.40; Arnhem 4.00; Utrecht 2.50;
Krommenie 4.00; Aalsmeer 2.12; Haarlem
6.00; Den Haag 5.22; Eindhoven 1.60; Ap-
pingedam 1.20: Sappemeer 2.20; Oosterperk
3.75; Eil. Indischebuurt 2.00; Binnenstad
3.34; Nieuwe Schans 5.10; Winterswijk 1.20;
Leiden 2.00; IJmuiden 16.57!» Delft 0.80.
De districtsbesturen kunnen aan de hand
van deze lijst zien, welke afdeelingen in
het district schuld hebben, en wij hopen,
dat de functionarissen zooveel plichtsgevoel
hebben, dat zij er voor zorgen, dat b.s.
schuld binnen den kortst mogelijken tijd
betaald wordt.”
iemand als prof. Koenraadt, die met groot
gezag en groote kennis de commissie zal
voorlichten omtrent de toepassing van de
nieuwe encycliek Quadrageslmo Anno in
zake de katholieke beginselen van het
eigendomsrecht en de medezeggingschap.
Prof. Koenraadt geldt zeker als de beste
vertolker van deze encycliek onder onze
katholieke Nederlandsche sociologen.
In notaris Haffmans, zoon van het pas
afgetreden Eerste Kamerlid, heeft de com
missie iemand onder haar leden, die van de
practljk van het pachtrecht volkomen op
de hoogte is, terwijl zij in jhr. mr. Van
Nispen tot Sevenaer een uitnemend jurist
telt op het gebied van het pachtrecht, die
ook in een voortreffelijke brochure het con
tinuatierecht verdedigd heeft.
Daarnaast vinden de tegenstanders van
het continuatierecht een verdediger van
hun opvatting in den persoon van het Eer
ste Kamerlid mr. Janssen, die tegen bet
pachtontwerp in de Eerste Kamer stemde
en daar ook het continuatierecht bestreden
heeft. Zoo is de samenstelling van de com
missie een afdoende waarborg, dat het
vraagstuk van alle zijden zal werden bezien
en we een oplossing krijgen, welke in breede
kringen van ons volk voldoening zal wek
ken.
Het lijkt ons ook een goede gedachte te
zijn geweest, dat het Partijbestuur in het
kort maar duidelijk de basis der commissie
heeft aangegeven, n.l. dat de commissie
voorop moét stellen, dat in een regeling
van het pachtvraagstuk het sociale karak
ter van den grondeigendom volledige erken
ning behoort te vinden.
Van deze commissie mogen we dan zeer
gunstige verwachtingen koesteren, n.l. dat
we een ontwerp-pachtwet krijgen, dat meer
nog dan het verworpen regeeringsontwerp
met de belangen van de pachters rekening
ral houden.
Met de benoeming van deze commissie
heeft de Katholieke Staatspartij ook duide
lijk gemotiveerd, waarom zij haar stem aan
het z.g. ontwerp-Van der Sluys niet kon ge
ven. Daarmede waren onze boeren aller-
minst gediend geweest. Meer dan met dit vijf patiënten; aan het eind van het eerste
In ons blad van 7 Juli jj. komt een
„Groentje” voor van den volgenden in-
houd:
Gevraagd een GOED TEHUIS voor jonge
hond. Geen RK. Ged. O. Gracht 32 Rd.
Bij het nazien der cople blijkt ons dat
RK. moet zijn r. h.whetwelk beteekent:
ruwharig. De copie ligt voor belangstel
lenden te onzen kantore ter inzage.
DE ADMINISTRATIE.
Hieruit volgt, dat men met zijn conclusies
zeer voorzichtig moet zijn!
De statistieken omtrent den moord zeg
gen ons, dat wij met een zoeken naar de
oorzaken van gebrek aan levensmoed niet
aan de oppervlakte van het leven moeten
blijven maar diep in de menschelijke ziel
moeten boren om tot een bevredigende ver
klaring te komen. De uitgebreide lectuur
over dit weinig aantrekkelijke onderwerp
leert ons, dat gebrek aan stoffelijken wel
stand, dat armoede zonder meer blijkbaar
den mensch niet van zijn laatste restje le
vensmoed berooft. Integendeel, in streken
met een door de natuur of door andere om
standigheden slecht bedeelde, behoeftige
bevolking, komt het weinig of niet voor, dat
iemand de hand aan zichzelf slaat, terwijl
deze allergruwelijkste misdaad een typisch
verschijnsel is en altijd is geweest in over
beschaafde landen; dat ze bijna „kwaal der
rijken” kan genoemd worden.
Een zeer kenmerkende oorzaak van den
zelfmoord is de teleurstelling. In de meeste
gevallen is deze misdaad daartoe terug te
brengen. Onbeantwoorde liefde of het mis
lukken van hoog opgezette speculaties is
de meest voorkomende aanleiding voor dit
misdrijf. En wanneer wij dan ook in de na
oorlogsjaren het cijfer van den zelfmoord
schrikbarend zien stijgen, moeten wij de
oorzaak ook in dezelfde reden zoeken. Na
tuurlijk is een economische depressie van
langen duur aanleiding om het getal on-
evenwlchtigen en zielszieken te vermeer
deren en hebben tenslotte armoede en
werkloosheid ten deze vermoedelijk heel
wat op haar geweten. Maar het verschfjnr
sel van levensmoeheid lang na 1918, na het
sluiten van den vrede, moet toch vooral
hieraan worden toegeschreven, dat de oor
log een plotselinge en ongezonde verhoo-
•eel merkwaardige tegenstelling
waar te nemen tusschen den natuurlijken
afkeer van den dood en het hand over hand
toenemende gebrék aan levensmoed.
De meesten onzer, de vroomsten niet ult-
gezonderd, willen alle vermaningen van
Kerk en Schrift opvolgen; doch over dit
ééne Schriftuurwoord: „gedenkt uw uiter
sten” hooren zij liefst maar niet spreken.
Zoolang wij gezond en sterk zijn en over
den dood als over een vaag begrip kunnen
praten, duiden wij dit onderwerp van ge-
sprek, ja, wagen wij het zelfs wel eens met
een zekere bravour over „Ijzeren Hein” te
■potten. Maar niet zoodra voelen wij hem,
ook maar heel in de verte, dreigen, of al
onze heldhaftigheid is verdwenen.
Niemand behoeft zich hiervoor te scha
men. Leven en dood zijn nu eenmaal felle
tegenstrijdigheden: zij zijn de ergst denk
bare vijanden. Het is onnatuurlijk of wel
een door de genade der bovennatuur ver
kregen gave, wanneer het leven niet terug
deinst voor den dood. Maar wanneer dat
waar is, dan moest ieder, die het leven
heeft, ook dankbaar van dat bezit genie
ten; het koesteren en verzorgen als een
dierbaar pand en het in alle onderdeden,
dat is, alle uren er van productief maken,
wetend, dat het verslijt met lederen tik van
Mklok.
En dit nu is juist het onuitstaanbare in
den mensch, dat hij eenerzijds terugschrikt
voor den dood; anderzijds zijn kostbare le
ven als een last meesleept. Deze halfslach
tigheid, dit gebrek aan levensmoed kan be
grijpelijk en zelfs vergeeflijk zijn in bepaal
de omstandigheden, ze is niettemin den
christen onwaardig en kan bovendien ge
vaarlijk wezen.
Pessimisme, zwartgalligheid, levensmoe
heid zijn altijd voorgekomen._ In het eene
tijdperk van de geschiedenis treden zij
veelvuldiger en in scherper vorm naar vo
ren dan in het andere. Soms zijn het mode
verschijnselen, een anderen keer zijn het
gevolgen van uitputting door overdadige
weelde; dan weer overspanning door de ver
spreiding van valsche, angstaanjagende,
godsdienstige Ideeën; of wel uitvloeisels van
economische inzinking. De tegenwoordige
depressie in vele menschenlevens moet ze
ker aan dit laatste worden toegeschreven.
Toch moeten wij met onze conclusies bij
het bespreken van een vraagstuk als dit,
nm. gebrek aan levensmoed, voorzichtig
zijn. Zoo gemakkelijk is men geneigd aldus
te redeneeren: in een tijd als deze, waarin
zooveel gebrek wordt geleden en waarin
zoo weinig uitzicht op opleving bestaat, is
pessimisme, is gebrek aan levensmoed, is
de uiterste consequentie daarvan, nm. de
zelfmoord gemakkelijk te verklaren.
Zulk een redeneering is zeer oppervlak
kig en hst loont de moeite de onjuistheid
daarvan, vooral in onzen tijd, aan te
toonen.
Wanneer men bijv, iemand plotseling de
vraag zou' stellen, wanneer denkt gij, dat
de meeste zelfmoorden voorkwamen, in den
rustigen, ge makkelij ken tijd van hoogcon
junctuur, in de jaren 1911/13 of in de grim
mige, wanhopige oorlogsjaren van 1914/18
dan zou zoo iemand bijna zeker onmlddel-
lijk antwoorden: die vraag is geen vraag;
tn de oorlogsjaren zullen de zelfmoorden
vermoedelijk wel tweemaal en misschien
wel driemaal het cijfer van de jaren daar
voor hebben vertoond. Denk maar eens aan
het lijden der achtergeblevenen achter het
front en aan de groeiende immoraliteit in
de z.g. neutrale landen.
Welnu, ziehier eenige wetenschappelijk
vaststaande cijfers:
Op één mlllioen Inwoners kwamen gemid
deld per jaar in de volgende landen zelf
moorden voor;
Prjjzregeling
en vervoervergunning
De Minister van Economische Zaken en Ar
beid heeft met ingang van 31 Juli 1932 als prijs
voor het merk voor boter ƒ0.55 per K.G. vast
gesteld.
Voorts wordt met Ingang van denzelfden da
tum de vervoervergunning voor boter op 55 cent
bepaald.
Onder communisten schijnt men
erg vlot van betalen te zijn.
Herhaaldelijk lezen wij in het onver-
valscht-Moskousch orgaan '..De Tribune"
klachten over kameraden, die om t net
jes uit te drukken zich min of meer
gereserveerd houden, wanneer t op betalen
aankomt.
Nu is de communistische Instelling, wel
ke luistert naar den welluidenden naam
van „Agit. Prop. Jeugd Brochure Handel"
er zelfs toe overgegaan, in „De Tribune”
een „zwarte lijst” aan te leggén van plaat
selijke afdeelingen der Communistische
Jeugd, die bij genoemde instelling nog
steeds schuld hebben en ’t blijkbaar ver
tikken om te’ betalen; sinds een vorigen
oproep gaven maar 2 afdeelingen gehoor
aan de aanmaning; het stukje deurwaar-
ders-Latijn moge hier overgenomen wor
den:
King van den levensstandaard had ver
wekt. Van hoog tot laag werden oorlogs
winsten gemaakt. Er had een ongekende
verschuiving .van kapitaal plaats. De klei
ne straatventer, de eenvoudige neringdoen
de zag zich in weinig tijds groothandelaar
De handwerksman vond zijn loon verdrie-
verviervoudlgd. De levensbehoeften zetten
zich daarmee uit. Maar de levensbevredi
ging bleef evenzeer uit. We behoeven niet
aan te geven, welke groote teleurstellingen
op de hoog gespannen verwachtingen ge
volgd zijn. Wehiu, dat uitblijven van meer
dere levensvreugde, dat terugzinken van het
getij, in éénwoord de algemeene teleurstel
ling was de reden van het zakken van den
levensmoed en by de zwaksten het zich-
vergrijpen aan zichzelf.
In diepste wezen is de vraag naar de oor
zaken van den zelfmoord niet zonder den
godsdienst te beantwoorden. Door heel de
statistiek loopt de religie als een vaste lijn.
Een onlangs in Duitschland verschenen stu
die heeft een deskundig schrijver deze uit
spraak laten doen: „De zelfmoonjrstatis-
tiek levert het bewijs, dat de godsdienstige
idee een overwegenden invloed op het indi
vidu en op het volk uitoefent; dat religieuze
krachten het voorkomen van den zelfmoord
beïnvloeden.”
De cijfers, die hij ons daarna voor
Duitschland geeft, zijn onweerlegbaar voor
zijn stelling. Zij toonen aan, dat bij niet-
katholieken het zelfmoordcijfer «meer dan
dubbel zoo hoog is dan bij katholieken.
Wanneer de groote steden worden uitge
schakeld zijn 'de getallen nog veel verras
sender. Een onderzoek heeft aangetoond,
dat in 200 kleine gemeenten met overwe
gend roomsche bevolking op 10.000 inwo
ners, in doorsnee van een twintigjarig tijd-
perk, nog niet één zelfmoord viel aan te
wijzen; 336 gemeenten met protestantsche
bevolking geven een drievoudig cijfer aan.
Ziehier de les In levensmoed, waaraan on
ze tijd zoo groote behoefte heeft. Het leven
is een voortdurende strijd. Teleurstellingen
zijn niet te voorkomen. Wij kunnen en moe
ten vechten voor een gelukkig bestaan
tegen den oorlog en voor den vrede ijveren;
welvaart bevorderen en vooral de econo
misch zwakken steunen en beschermen.
Maar ondanks alle edele en heldhaftige po
gingen zullen teleurstellingen niet uitbllj-
^en. En ook al gelukte het de samenleving
der toekomst een vreedzamer en welvaren
der aanzien te geven dan de tegenwoordige, behoort te worden aangevraagd bij het Crisis
dan kan ieders persoonlijk leven door ziekte
of slechte familieverhoudingen, door laster
of tegenwerking zwaar beproefd worden. Er
is daarom een kracht noodig, die ons in
alle levensomstandigheden boven pessimis
me uitheft. En dat is de wetenschap, dat wij
in Gods hand zijn; dat wij ,4n Zijn handen
geschreven staan”; dat geen haar op ons
hoofd zonder Zijn toelaten wordt gekrenkt
en bovendien, dat Hij nimmer plaagt om te
plagen, maar dat alle leed, hetwelk ons
overkomt in het licht der eeuwigheid te
onzen zegen strekt.
Deze overweging heeft in de afgeloopen
eeuwen millipenen lijders gesterkt, millioe-
nen duiders blijmoedig doen volharden;
deze diepe geloofsovertuiging was het, die
den glimlach tooverde op de lippen der
martelaren.
Het is de vrucht van den godsdienst, het
is de roem van den christen leed zonder
morren,* lijden blijmoedig te dragen. De
mensch zonder hoogere levensbeschouwing,
de beklagenswaardige, die geen perspectief
achter dit tijdelijke leven ziet; voelt den
moed zinken wanneer het hem tegen loopt;
is laf genoeg om zich aan den levenslast
te onttrekken. Doch de christen, die zich
van een Schepper afhankelijk maar ook
door Hem beschermd weet, blijft zelfs ach
ter de donkerste wolken de zon zien.
In deze tijden van economische depressie,
die voor velen aanleiding tot zwartgallig
heid en erger
En dat zijn nu de mannen, die door de
sociaal-democratische regeerders in Spanje
uit een benepen antl-clericalisme uit het
land moesten worden gezet, schrijft „Ons
Noorden”. Bij hun verdrijving uit Spanje,
aldus het liberale Handelsblad, moesten de
Spaansche Jezuïeten dit werk der verzor
ging der melaatschen in andere handen
overgeven.
Hier hebben we een markant geval,
waartoe blind antl-papisme iemand voeren
kan. Wat de loge in Frankrijk deed, deed
de sociaal-democratie in Spanje, even
meedoogenloos en even benepen.
Een geval als dit Illustreert intusschen
den katholieken arbeiders duidelijk, wat zij
van de sociaal-democraten te wachten had
den, indien dezen tot macht komen.
In de krislsmlsère. nu de sociaal-demo
craten als handige propagandisten van de
situatie trachten te profiteeren, om de on
tevreden massa op hun hand te krijgen. is
een gebeurtenis als die van de paters Je
zuïeten te Fontllles, een baken in zee.
Vooral voor de katholieke arbeiders.
’s-GRAVENHAGE. Gesl. de heeren G. F. J. C.
Bering, Amsterdam; M. Pranger, Schiedam; J.
Roerink Hengelo (O.); A. van Breugel, Dord
recht; H. C. Dek, Schiedam; A. van Ooy. Rot
terdam; J. 8. Rooke, Emmen erAle dames P. J.
E. M. Niehaus. Venlo; M. H. B. Pekfcrek, Haar
lem; M. Vlugter, Rotterdam; J. A. Eggermont,
’s-Gravenhage; M. H. J. A. Elsenburg, TMemen;
W. H. Gleusteen, Amsterdam,
De blijde jeugd van Katholiek Nederland,
die tusschen de jaren 1861 en 1870 met een
geestdriftig „Awiva Pio Nono!” vocht voor
den Paus-Koning is voorbij.
De meer dan vier duizend kranige Hol
landers zijn Verouderd en gestorven.
Honderd vijf en twintig grijsaards van
tachtig en negentig jaren zijn overge
bleven.
Nog eenige jaren en de laatste Nederland
sche Zouaaf is heengegaan.
De woelige tijd van T4 tot nu heeft voor
meerderen het verleden afgesloten.
Voor velen onzer begint de Historie tij
dens en na den wereldoorlog, zooals voor
een zeker Nederlandsch volksdeel de histo
rie van ons land met de Reformatie begint.
Toch blijft de geschiedenis van het ver
leden haar volle waarde behouden.
Nieuwe cultuurformaties zooals deze na
de Renaissance en de Fransche revolutie
^ontstonden en zooals deze zich onevenwich
tig ontwikkelen sinds den wereldoorlog,
■vinden in het verleden gelijksoortige ver
schijningen, al moge het dan onder andere
vormen zijn.
Gelijksoortige oorzaken brengen gelijk
soortige toestanden voort en zonder ern
stige studie van het verleden worden bij
het lelden en vormen van nieuwe bewegin
gen in het cultuurleven dezelfde fouten
begaan als in het verleden.
Het is de taak van de geschiedenis om de
gegevens van de verschillende tijdperken
te bewaren.
Deze gegevens, die vaak met veel moeite
worden bijeengebracht, maken dan de
mentaliteit van een of andere tijdsgroep
begrijpelijk en bieden den historicus in
latere jaren een waardevol materiaal bij
bet beoordeelen van gebeurtenissen en
toestanden.
Zoo mag de Zouaventijd van het voor
malig „Jong Katholiek Nederland” niet In
vergetelheid komen.
Nog een tiental jaren en het zal uiterst
moeilijk zijn, om de gegevens uit den
Zouaventijd bijeen te zamelen.
Vandaar ontstond het plan om nu alle
gegevens die uit den Zouaventijd in Neder
land overbleven bijeen te brengen in een
Museum.
Het Bisschoppelijk*Museum van Haarlem
was zoo welwillend om ruimte beschikbaar
te stellen voor een Zouaven-archief en
Zouaven-Museum.
En nu een oproep aan de Katholieken
van Nederland!
Verschillende katholieke families bezit
ten nog herinneringen van de Zouaven, b.v.
correspondentie uit Rome, portretten en
andere souvenirs.
Mogelijk heeft Iemand nog het zeldzaam
kruis van Castel Fldardo of de medaille
van Monte Libretti!
Gaarne zal ondergeteekende deze herin
neringen in ontvangst nemen voor het
Bisschoppelijk Museum.
Ook kan men deze rechtstreeks opzenden
naar het Museum.
Zulke souvenirs verdwijnen meestal
spoorloos als de kinderen of naaste bloed
verwanten van den Pauselljken Zouaaf zijn
gestorven.
De latere familieleden stellen er geen be
lang in, zooals zjj, die in dieri’ tijd leefden.
Maar in een archief en in een museum
blijven deze kostbare getuigenissen uit een
volwaardig yerleden bewaard en liggen ze
ten dienste van den historicus.
Dringend verzoek ik, mede namens den
ijverigen adviseur van den Algemqenen
Nederlandschen Zouavenbond, Pastoor van
Leeuwen, om aan dezen oproep gevolg te
geven.
Onder deze gegevens rekenen wij ook de
gegevens over de Carlistische Zouaven.
Het adres van het Bisschoppelijk Museum
luidt: Bisschoppelijk Museum, Jansstraat
77, Haarlem.
Ign. M. P. A. WILS, R.-K. Priester,
Pastoor te Akersloot (N.-H.).
dan ook vreeselijk burgerlijk
hier van
Zuivel-Bureau. Ook op de verpakking van bo
ter, die slechts voor enkele dagen ter opstyvlng
wordt opgeslagen, dient te worden aangebracht
het merk voor koelhuisboter.
De Crisis-Zulvel-Centrale Is echter bereid
van het aanbrengen van het merk dispensatie
te verleenen, indien een verklaring wordt over
gelegd van een erkend koelhuishouder, dat de
boter niet langer dan 7 dagen in het koelhuis
is opgeslagen geweest, uitsluitend met de be
doeling ze voor expeditie meer geschikt te
maken.
Een koelhuishouder wordt op zijn verzoek er
kend door de Crisis-Zulvel-Centrale. indien hij
zich verbindt aan de C.Z.C. of het Crisls-Zul-
vel-Bureau alle gewenschte inlichtingen, met
betrekking tot voorraad, inslag en uitslag van
boter, te verstrekken vanaf 15 Mei 1932, van
wijzigingen van den voorraad op door of van
wege de C.Z.C. te bepalen wijze en wekelijks
opgave te doen en op verzoek van de C.Z.C. of
van het C.Z.B. aan hare ambtenaren inzage
van zijn boeken te verleenen.
Verzoeken om erkenning dienen te worden
gericht tot de Crisis-Zulvel-Centrale.
Teneinde tegemoet te komen aan verzoeken
van eigenaren van koelhuisboter, is de C.Z.C.
bereid de gunstige regeling alsnog van toci>as-
sing te verklaren voor degenen, die vóór 3
Augustus a.s. aan het Crisis-Zuivel-Bureau
(Laan van Meerdervoort 84, '«Gravenhage)
„Dat iemand als mr. Van Schalk zich be
reid heeft verklaard het voorzitterschap te
aanvaarden, is wel de beste waarborg, dat
we een oplossing krijgen, welke zal beant
woorden aan de eischen eener gezonde de
mocratie, waarbij de aloude katholieke be
ginselen opnieuw In dienst zullen worden
gesteld van de nieuwe eischen eener sociale
rechtvaardigheid. Dat het Partijbestuur in
dezen geest ook een oplossing wenscht, be
wijst niet alleen de leidraad, welken zij aan
de commissie meegegeven heeft, maar ook
de verdere samenstelling.
Wat dit laatste betreft, zien we in de
commissie naast de verschillende verte
genwoordigers der landbouworganisaties,
zoowel van de werkgevers als werknemers,
Onzerzijds de opmerking, dat we de ver
ontwaardiging van de hier aan *t woord
zijnde communisten niet goed begrijpen en
ook niet waardeeren kunnen.
Ons dunkt, dat de heeren juist bijzonder
content moesten zijn over zulke goede
leerlingen.
Deze jongelui hebben natuurlijk geleerd,
dat „communisme” beteekent: de leer der
gemeenschappelijkheid, en ze zijn door
bun nobele voorgangers voortdurend op
gevoed in een zóó soevereine minachting
voor het eigendomsrecht, dat de leiders er
een eer in moesten stellen, hun opvoeding
zulke heerlijk-rijpe vruchten te zien dra
gen.
Is het een schande om niet te betalen?
En moet om die schande te kunnen
etaleeren een zwarte lijst aangelegd wor
den?
Zullen de communisten, als ze later eens
de baas worden, het eigendomsrecht van
anderen respecteeren en schuld als schuld
erkennen?
Het doet
aan, communistische leiders
„plichtsgevoel” te hooren spreken....
Plichtsgevoel?
’t Is communistische plicht, ernaar
streven, het communistische principe
spoedig mogelijk doorgevoerd te krijgen.
En wie is er nu beter communist: hij,
die t vertikt om te betalen, of hij, die als
*n deurwaarder optreedt om wat banale,
kapitalistische centen binnen te krijgen?
Hiermede is dus een vergissing uit den
weg geruimd.
Het spijt ons voor den betrokken adver
teerder, dat wij evenals A. B. K. ten
gevolge van een onjuiste plaatsing de ad-
vertentie-bedoeling verkeerd begrepen
hebben.
Als excuus moge echter dienqn, dat wij
ons op dit gebied over vrijwel niets ver
bazen
En zoo kunnen wij ook nü nog van de on
juist geplaatste annonce zeggen:
Se non vero, bene trovato....
Al is *t dan niet waar*t is toch aar
dig gevonden1
waarin de groote Jezuïetenpater stierf,
reeds honderden. 24 gebouwen waren uit
een bescheiden aanvang gegroeid: behalve
paviljoens voor de melaatschen laboratoria,
waar de nieuwste geneesmethoden onder
zocht werden en waaraan wetenschappe
lijke krachten van wereldfaam verbonden
werden, een theater en een bioscoop. De
kosten moesten aanvankelijk geheel uit
particuliere beurzen opgebracht worden,
pas in 1917 gaf de Staat een kleine subsi
die. Typeerend voor pater Ferris was de
audiëntie bij een minister, waar hij om
steun vroeg. Men gaf hem het eerekruis
van een beroemde orde. De pater dankte
voor de eer, maar voegde den minister toe:
„De goede God heeft mij al met vele krui
sen in Fontllles bedacht; ik zou anders
graag wat geld gehad hebben voor mijn
melaatschen.” Hij kreeg het geld en later
het ordekruis.
Er
voor
Bij