Prikkeldraad 1 Van de Pers-tribune LEEKEPREEKEN 1 Goede leerlingen r Koelhuis-boter '4 -> ZATERDAG 30 JULI ZUSJES Tegen een verklaring HET MERK VOOR BOTER Grappige vergissing De finale der Zouaven I PATERS MINDERBROEDERS „CONVENTUEELEN” - 1 ■M 1 I Zy marcheeren af! den Paus-Koning is voorbij. niet de Een lieflijk beeld uit de kinderwereld. verdwijnen Audiëntie Gezondheidscommissie i wekken.’ verkeerd Examen Duitsch L. O. 4 V te Van het aanbrengen van het merk wordt dispensatie verleend De nieuwe Pacht- commissie mededeelen, dat zij geacht yillen worden tot die regeling te zijn toegetreden en opgaven van de betreffende hoeveelheden Indienen. Voor de boter, die vanaf heden in erkende koelhuizen wordt opgeslagen, zal restitutie plaats vinden van de daarop betaalde heffing, waar door deze boter tot het oogenblik van uitslag Op basis van exportprijs staat. De definitieve heffing zal bij uitslag worden vastgesteld vol gens de bestaande regeling. Uit den aard der zaak Is het eene voorwaarde, dat deze boter bij het Crisis-Zuivel-Bureau wordt opgegeven. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week Woensdag, Vrijdag en Zaterdag audiëntie verleenen. De Commissaris der Koningin in Zuid-Hol- land heeft in de vacature H. O. van Kempen benoemd tot lid van de Gezondheidscommissie te Bodegraven cn. den heer M. Karsemeyer, dierenarts te Nieuwveen. Zwitserland Frankrijk Oostenrijk Duitschland Hongarije Zweden Nederland Noorwegen 1911/13 239 225 201 220 194 178 63 57 De Crisis-ZuivelCentrale brengt het volgende ter kennis van belanghebbenden. Zooals bekend is, wordt voor uitslag van bo ter uit een koelhuis een merk verelscht. dat -srfaoende, dat den aandrang protestantsche id, om de ver- te zoo 1914/18 208 145 221 173 146 129 60 44 In een Prikkeldraadje werd naar aanlei ding van een annonce in het „Haarlemsch Dagblad” waarin gevraagd wetd „een goed Tehuis voor een jonge hond; geen RK.”) ’n beetje gephilosopheerd over zóóveel antl- paapschheid; in navolging trouwens van A. B. K. in „Het Volk”, die Zich aan het geval óók te goed gedaan had. Nu lezen wjj echter in de annonces-ru- brlek van het Haarlemsch Dagblad”: al door zijn onschokbaren levensmoed, door zijn levensblijheld-ondanks-alles, een steun voor zijn naaste, een zwijgende apostel in zl’n omgeving, een onwraakbare getuige voor den rijkdom en de kracht van het zijn, kan de christen alleen geloof zijn. HOMO SAPIENS Tn ons blad van Donderdag heeft men kunnen lezen, dat de in de jongste Partij raadsvergadering toegezegde commissie tot bestudeering van een nieuw onfwerp- Pachtwet is ingesteld en welke heeren in die commissie benoemd zijn. Het zal een leder, die met kennis van personen en zaken de samenstelling dezer commissie nagaat, treffen, dat het bestuur der RK. Staatspartij zich in dit geval op uitmuntende wijze van zijn taak zijn moeilijke taak gekweten heeft: het bestuur is er in. geslaagd een commissie samen te stellen, aan welker deskundigheid en bevoegdheid niemand twijfelen zal. In enkele katholieke bladen wordt deze commissie dan ook met sympathie begroet. „Ons Noorden” meent, dat zülk een commissie niet alleen de katholieke Staats partij, maar ook de regeering van advies zal dienen inzake de oplossing van het pachtvraagstuk. en schrijft verder: Niet „Roomsch-Katholiek” 1 maar „Ruwharig” wordt op het oogenblik te Fontllles 500 patiënten plaatsruimte gemaakt, hun verdrijving uit Spanje hebben de Jezuïeten dit werk in andere banden moe ten overgeven.” Het Provinciaal Kapittel In het Provinciaal Kapittel der Paters Minder broeders „Conventueelen" zijn gekozen: tot Provinciaal, de Hoogeerw. Pater Carolus Hojjng; tot Secretaris van den Hoogeerw. Pater Pro vinciaal, Zeereerw. Pater Matthaeus Luppes; tot Custoden van de Provincie, Zeereerw. Paters Conradus vin Rijn en Donatus Bakker; tot Definitoren. Zeereerw. Paters Pacificus van Aubel en Albertus Zoetmulder; tot Visitatoren v. d. 3e Orde van den H. Fran- clscus Pater Fortunatus Delgeijer, en voor De nemarken Pater Aegidius Smltz; tot Magister der Novicen, Zeereerw. Pater Cor nelius Kramer, tot vocius van den Magister, Pater Clemens Mentor; tot-Rector van het College „Christus Konlng" te Wijnandsrade, Zeereerw. Pater Henricus van Egmond; tot Prefect van het College „Christus Konlng" te Wijnandsrade. Pater Vincentius Lucassen. Het Provinciaal Kapittel wordt verder voort gezet. Wat de Spaansche Jezuïeten misdeden In het liberale Handelsblad lezen we het volgende: „In het begin van de 20ste eeuw wisten zelfs weinig Spanjaarden, hoeveel melaat- schen in hun eigen land hun droef bestaan moesten voortsleepen. Men verborg ze op zolderkamertjes of verdreef ze naar de ber gen, waar ze in spelonken en ravijnen, vooral langs de kust van Alicante, schier buiten alle contact met de menschenwereld huisden. Als bij toeval ontdekte pater Car los Ferris op een van zijn missiereizen door het zuiden van het land, in de'‘ wohlng van zijn gastheer, zulk een armen verstooteling. Verder onderzoek in’ den omtrek van Ali cante bracht aan 1 licht, welke misstanden op het gebied der leprozenverzorging in Spanje heerschten. Pater Ferris heeft toen in 1909 te Fontllles de „Melaatschen-kolo- nie van Sint Francis Borgia” geopend De inrichting is aangelegd volgens de beginse len voor landkolonisatie. Het begon met jaar waren er dertig en in 1924, het jaar, politieke reclamespel der S. D. A. P. zijn onze boeren gediend met een behandeling van het pachtvraagstuk, zooals thans ge beuren zal en welke ons waarborgt, dat we binnen korten tijd een oplossing van dit pachtvraagstuk zullen krijgen, beter dan de boeren met het verworpen ontwerp ge kregen hadden. Ook bewijst deze commissii de Katholieke Staatspartij van liberale en christelijk zijde op de regeering geogfF worpen pachtwet weer in te dienen, maar dan zonder het continuatierecht, niet kon steunen. Een pachtwet, waarin dit redht op geen enkele wijze geregeld was. kon en mocht voor ons katholieken niet aanneme lijk zijn. De regeering zal dan nu ook verstandig doen, verder in deze zaak een passieve houding aan te nemen en rustig af te wachten, wat deze commissie zal rappor- teeren. Wij twijfelen er niet aan of zij zal dan een oplossing van het vraagstuk vinden, waarvoor niet alleen een parlementaire meerderheid aanwezig is, maar die ook in landbouwkringen algemeen voldoening zal WAlrlrcan „Dan zijn er nog eenige afdeelingen, die brochures besteld hebben, daar wordt voor contröle ook de schuld bij vermeld. Maar van de groote meerderheid van de afdee lingen staat de schuld reeds eenige maan den. Het is een schande voor de afdeelin gen, om openlijk in de Tribune op zwarte lijst te komen. Rotterdam 14.75; Wormerveer 3.92; Bees 3.20; Enschedé 2.90; Olanerbrug 6.45; Overdinkel 0.48; Hengelo 1.00; Almelo 3.00; Apeldoorn 2.40; Arnhem 4.00; Utrecht 2.50; Krommenie 4.00; Aalsmeer 2.12; Haarlem 6.00; Den Haag 5.22; Eindhoven 1.60; Ap- pingedam 1.20: Sappemeer 2.20; Oosterperk 3.75; Eil. Indischebuurt 2.00; Binnenstad 3.34; Nieuwe Schans 5.10; Winterswijk 1.20; Leiden 2.00; IJmuiden 16.57!» Delft 0.80. De districtsbesturen kunnen aan de hand van deze lijst zien, welke afdeelingen in het district schuld hebben, en wij hopen, dat de functionarissen zooveel plichtsgevoel hebben, dat zij er voor zorgen, dat b.s. schuld binnen den kortst mogelijken tijd betaald wordt.” iemand als prof. Koenraadt, die met groot gezag en groote kennis de commissie zal voorlichten omtrent de toepassing van de nieuwe encycliek Quadrageslmo Anno in zake de katholieke beginselen van het eigendomsrecht en de medezeggingschap. Prof. Koenraadt geldt zeker als de beste vertolker van deze encycliek onder onze katholieke Nederlandsche sociologen. In notaris Haffmans, zoon van het pas afgetreden Eerste Kamerlid, heeft de com missie iemand onder haar leden, die van de practljk van het pachtrecht volkomen op de hoogte is, terwijl zij in jhr. mr. Van Nispen tot Sevenaer een uitnemend jurist telt op het gebied van het pachtrecht, die ook in een voortreffelijke brochure het con tinuatierecht verdedigd heeft. Daarnaast vinden de tegenstanders van het continuatierecht een verdediger van hun opvatting in den persoon van het Eer ste Kamerlid mr. Janssen, die tegen bet pachtontwerp in de Eerste Kamer stemde en daar ook het continuatierecht bestreden heeft. Zoo is de samenstelling van de com missie een afdoende waarborg, dat het vraagstuk van alle zijden zal werden bezien en we een oplossing krijgen, welke in breede kringen van ons volk voldoening zal wek ken. Het lijkt ons ook een goede gedachte te zijn geweest, dat het Partijbestuur in het kort maar duidelijk de basis der commissie heeft aangegeven, n.l. dat de commissie voorop moét stellen, dat in een regeling van het pachtvraagstuk het sociale karak ter van den grondeigendom volledige erken ning behoort te vinden. Van deze commissie mogen we dan zeer gunstige verwachtingen koesteren, n.l. dat we een ontwerp-pachtwet krijgen, dat meer nog dan het verworpen regeeringsontwerp met de belangen van de pachters rekening ral houden. Met de benoeming van deze commissie heeft de Katholieke Staatspartij ook duide lijk gemotiveerd, waarom zij haar stem aan het z.g. ontwerp-Van der Sluys niet kon ge ven. Daarmede waren onze boeren aller- minst gediend geweest. Meer dan met dit vijf patiënten; aan het eind van het eerste In ons blad van 7 Juli jj. komt een „Groentje” voor van den volgenden in- houd: Gevraagd een GOED TEHUIS voor jonge hond. Geen RK. Ged. O. Gracht 32 Rd. Bij het nazien der cople blijkt ons dat RK. moet zijn r. h.whetwelk beteekent: ruwharig. De copie ligt voor belangstel lenden te onzen kantore ter inzage. DE ADMINISTRATIE. Hieruit volgt, dat men met zijn conclusies zeer voorzichtig moet zijn! De statistieken omtrent den moord zeg gen ons, dat wij met een zoeken naar de oorzaken van gebrek aan levensmoed niet aan de oppervlakte van het leven moeten blijven maar diep in de menschelijke ziel moeten boren om tot een bevredigende ver klaring te komen. De uitgebreide lectuur over dit weinig aantrekkelijke onderwerp leert ons, dat gebrek aan stoffelijken wel stand, dat armoede zonder meer blijkbaar den mensch niet van zijn laatste restje le vensmoed berooft. Integendeel, in streken met een door de natuur of door andere om standigheden slecht bedeelde, behoeftige bevolking, komt het weinig of niet voor, dat iemand de hand aan zichzelf slaat, terwijl deze allergruwelijkste misdaad een typisch verschijnsel is en altijd is geweest in over beschaafde landen; dat ze bijna „kwaal der rijken” kan genoemd worden. Een zeer kenmerkende oorzaak van den zelfmoord is de teleurstelling. In de meeste gevallen is deze misdaad daartoe terug te brengen. Onbeantwoorde liefde of het mis lukken van hoog opgezette speculaties is de meest voorkomende aanleiding voor dit misdrijf. En wanneer wij dan ook in de na oorlogsjaren het cijfer van den zelfmoord schrikbarend zien stijgen, moeten wij de oorzaak ook in dezelfde reden zoeken. Na tuurlijk is een economische depressie van langen duur aanleiding om het getal on- evenwlchtigen en zielszieken te vermeer deren en hebben tenslotte armoede en werkloosheid ten deze vermoedelijk heel wat op haar geweten. Maar het verschfjnr sel van levensmoeheid lang na 1918, na het sluiten van den vrede, moet toch vooral hieraan worden toegeschreven, dat de oor log een plotselinge en ongezonde verhoo- •eel merkwaardige tegenstelling waar te nemen tusschen den natuurlijken afkeer van den dood en het hand over hand toenemende gebrék aan levensmoed. De meesten onzer, de vroomsten niet ult- gezonderd, willen alle vermaningen van Kerk en Schrift opvolgen; doch over dit ééne Schriftuurwoord: „gedenkt uw uiter sten” hooren zij liefst maar niet spreken. Zoolang wij gezond en sterk zijn en over den dood als over een vaag begrip kunnen praten, duiden wij dit onderwerp van ge- sprek, ja, wagen wij het zelfs wel eens met een zekere bravour over „Ijzeren Hein” te ■potten. Maar niet zoodra voelen wij hem, ook maar heel in de verte, dreigen, of al onze heldhaftigheid is verdwenen. Niemand behoeft zich hiervoor te scha men. Leven en dood zijn nu eenmaal felle tegenstrijdigheden: zij zijn de ergst denk bare vijanden. Het is onnatuurlijk of wel een door de genade der bovennatuur ver kregen gave, wanneer het leven niet terug deinst voor den dood. Maar wanneer dat waar is, dan moest ieder, die het leven heeft, ook dankbaar van dat bezit genie ten; het koesteren en verzorgen als een dierbaar pand en het in alle onderdeden, dat is, alle uren er van productief maken, wetend, dat het verslijt met lederen tik van Mklok. En dit nu is juist het onuitstaanbare in den mensch, dat hij eenerzijds terugschrikt voor den dood; anderzijds zijn kostbare le ven als een last meesleept. Deze halfslach tigheid, dit gebrek aan levensmoed kan be grijpelijk en zelfs vergeeflijk zijn in bepaal de omstandigheden, ze is niettemin den christen onwaardig en kan bovendien ge vaarlijk wezen. Pessimisme, zwartgalligheid, levensmoe heid zijn altijd voorgekomen._ In het eene tijdperk van de geschiedenis treden zij veelvuldiger en in scherper vorm naar vo ren dan in het andere. Soms zijn het mode verschijnselen, een anderen keer zijn het gevolgen van uitputting door overdadige weelde; dan weer overspanning door de ver spreiding van valsche, angstaanjagende, godsdienstige Ideeën; of wel uitvloeisels van economische inzinking. De tegenwoordige depressie in vele menschenlevens moet ze ker aan dit laatste worden toegeschreven. Toch moeten wij met onze conclusies bij het bespreken van een vraagstuk als dit, nm. gebrek aan levensmoed, voorzichtig zijn. Zoo gemakkelijk is men geneigd aldus te redeneeren: in een tijd als deze, waarin zooveel gebrek wordt geleden en waarin zoo weinig uitzicht op opleving bestaat, is pessimisme, is gebrek aan levensmoed, is de uiterste consequentie daarvan, nm. de zelfmoord gemakkelijk te verklaren. Zulk een redeneering is zeer oppervlak kig en hst loont de moeite de onjuistheid daarvan, vooral in onzen tijd, aan te toonen. Wanneer men bijv, iemand plotseling de vraag zou' stellen, wanneer denkt gij, dat de meeste zelfmoorden voorkwamen, in den rustigen, ge makkelij ken tijd van hoogcon junctuur, in de jaren 1911/13 of in de grim mige, wanhopige oorlogsjaren van 1914/18 dan zou zoo iemand bijna zeker onmlddel- lijk antwoorden: die vraag is geen vraag; tn de oorlogsjaren zullen de zelfmoorden vermoedelijk wel tweemaal en misschien wel driemaal het cijfer van de jaren daar voor hebben vertoond. Denk maar eens aan het lijden der achtergeblevenen achter het front en aan de groeiende immoraliteit in de z.g. neutrale landen. Welnu, ziehier eenige wetenschappelijk vaststaande cijfers: Op één mlllioen Inwoners kwamen gemid deld per jaar in de volgende landen zelf moorden voor; Prjjzregeling en vervoervergunning De Minister van Economische Zaken en Ar beid heeft met ingang van 31 Juli 1932 als prijs voor het merk voor boter ƒ0.55 per K.G. vast gesteld. Voorts wordt met Ingang van denzelfden da tum de vervoervergunning voor boter op 55 cent bepaald. Onder communisten schijnt men erg vlot van betalen te zijn. Herhaaldelijk lezen wij in het onver- valscht-Moskousch orgaan '..De Tribune" klachten over kameraden, die om t net jes uit te drukken zich min of meer gereserveerd houden, wanneer t op betalen aankomt. Nu is de communistische Instelling, wel ke luistert naar den welluidenden naam van „Agit. Prop. Jeugd Brochure Handel" er zelfs toe overgegaan, in „De Tribune” een „zwarte lijst” aan te leggén van plaat selijke afdeelingen der Communistische Jeugd, die bij genoemde instelling nog steeds schuld hebben en ’t blijkbaar ver tikken om te’ betalen; sinds een vorigen oproep gaven maar 2 afdeelingen gehoor aan de aanmaning; het stukje deurwaar- ders-Latijn moge hier overgenomen wor den: King van den levensstandaard had ver wekt. Van hoog tot laag werden oorlogs winsten gemaakt. Er had een ongekende verschuiving .van kapitaal plaats. De klei ne straatventer, de eenvoudige neringdoen de zag zich in weinig tijds groothandelaar De handwerksman vond zijn loon verdrie- verviervoudlgd. De levensbehoeften zetten zich daarmee uit. Maar de levensbevredi ging bleef evenzeer uit. We behoeven niet aan te geven, welke groote teleurstellingen op de hoog gespannen verwachtingen ge volgd zijn. Wehiu, dat uitblijven van meer dere levensvreugde, dat terugzinken van het getij, in éénwoord de algemeene teleurstel ling was de reden van het zakken van den levensmoed en by de zwaksten het zich- vergrijpen aan zichzelf. In diepste wezen is de vraag naar de oor zaken van den zelfmoord niet zonder den godsdienst te beantwoorden. Door heel de statistiek loopt de religie als een vaste lijn. Een onlangs in Duitschland verschenen stu die heeft een deskundig schrijver deze uit spraak laten doen: „De zelfmoonjrstatis- tiek levert het bewijs, dat de godsdienstige idee een overwegenden invloed op het indi vidu en op het volk uitoefent; dat religieuze krachten het voorkomen van den zelfmoord beïnvloeden.” De cijfers, die hij ons daarna voor Duitschland geeft, zijn onweerlegbaar voor zijn stelling. Zij toonen aan, dat bij niet- katholieken het zelfmoordcijfer «meer dan dubbel zoo hoog is dan bij katholieken. Wanneer de groote steden worden uitge schakeld zijn 'de getallen nog veel verras sender. Een onderzoek heeft aangetoond, dat in 200 kleine gemeenten met overwe gend roomsche bevolking op 10.000 inwo ners, in doorsnee van een twintigjarig tijd- perk, nog niet één zelfmoord viel aan te wijzen; 336 gemeenten met protestantsche bevolking geven een drievoudig cijfer aan. Ziehier de les In levensmoed, waaraan on ze tijd zoo groote behoefte heeft. Het leven is een voortdurende strijd. Teleurstellingen zijn niet te voorkomen. Wij kunnen en moe ten vechten voor een gelukkig bestaan tegen den oorlog en voor den vrede ijveren; welvaart bevorderen en vooral de econo misch zwakken steunen en beschermen. Maar ondanks alle edele en heldhaftige po gingen zullen teleurstellingen niet uitbllj- ^en. En ook al gelukte het de samenleving der toekomst een vreedzamer en welvaren der aanzien te geven dan de tegenwoordige, behoort te worden aangevraagd bij het Crisis dan kan ieders persoonlijk leven door ziekte of slechte familieverhoudingen, door laster of tegenwerking zwaar beproefd worden. Er is daarom een kracht noodig, die ons in alle levensomstandigheden boven pessimis me uitheft. En dat is de wetenschap, dat wij in Gods hand zijn; dat wij ,4n Zijn handen geschreven staan”; dat geen haar op ons hoofd zonder Zijn toelaten wordt gekrenkt en bovendien, dat Hij nimmer plaagt om te plagen, maar dat alle leed, hetwelk ons overkomt in het licht der eeuwigheid te onzen zegen strekt. Deze overweging heeft in de afgeloopen eeuwen millipenen lijders gesterkt, millioe- nen duiders blijmoedig doen volharden; deze diepe geloofsovertuiging was het, die den glimlach tooverde op de lippen der martelaren. Het is de vrucht van den godsdienst, het is de roem van den christen leed zonder morren,* lijden blijmoedig te dragen. De mensch zonder hoogere levensbeschouwing, de beklagenswaardige, die geen perspectief achter dit tijdelijke leven ziet; voelt den moed zinken wanneer het hem tegen loopt; is laf genoeg om zich aan den levenslast te onttrekken. Doch de christen, die zich van een Schepper afhankelijk maar ook door Hem beschermd weet, blijft zelfs ach ter de donkerste wolken de zon zien. In deze tijden van economische depressie, die voor velen aanleiding tot zwartgallig heid en erger En dat zijn nu de mannen, die door de sociaal-democratische regeerders in Spanje uit een benepen antl-clericalisme uit het land moesten worden gezet, schrijft „Ons Noorden”. Bij hun verdrijving uit Spanje, aldus het liberale Handelsblad, moesten de Spaansche Jezuïeten dit werk der verzor ging der melaatschen in andere handen overgeven. Hier hebben we een markant geval, waartoe blind antl-papisme iemand voeren kan. Wat de loge in Frankrijk deed, deed de sociaal-democratie in Spanje, even meedoogenloos en even benepen. Een geval als dit Illustreert intusschen den katholieken arbeiders duidelijk, wat zij van de sociaal-democraten te wachten had den, indien dezen tot macht komen. In de krislsmlsère. nu de sociaal-demo craten als handige propagandisten van de situatie trachten te profiteeren, om de on tevreden massa op hun hand te krijgen. is een gebeurtenis als die van de paters Je zuïeten te Fontllles, een baken in zee. Vooral voor de katholieke arbeiders. ’s-GRAVENHAGE. Gesl. de heeren G. F. J. C. Bering, Amsterdam; M. Pranger, Schiedam; J. Roerink Hengelo (O.); A. van Breugel, Dord recht; H. C. Dek, Schiedam; A. van Ooy. Rot terdam; J. 8. Rooke, Emmen erAle dames P. J. E. M. Niehaus. Venlo; M. H. B. Pekfcrek, Haar lem; M. Vlugter, Rotterdam; J. A. Eggermont, ’s-Gravenhage; M. H. J. A. Elsenburg, TMemen; W. H. Gleusteen, Amsterdam, De blijde jeugd van Katholiek Nederland, die tusschen de jaren 1861 en 1870 met een geestdriftig „Awiva Pio Nono!” vocht voor den Paus-Koning is voorbij. De meer dan vier duizend kranige Hol landers zijn Verouderd en gestorven. Honderd vijf en twintig grijsaards van tachtig en negentig jaren zijn overge bleven. Nog eenige jaren en de laatste Nederland sche Zouaaf is heengegaan. De woelige tijd van T4 tot nu heeft voor meerderen het verleden afgesloten. Voor velen onzer begint de Historie tij dens en na den wereldoorlog, zooals voor een zeker Nederlandsch volksdeel de histo rie van ons land met de Reformatie begint. Toch blijft de geschiedenis van het ver leden haar volle waarde behouden. Nieuwe cultuurformaties zooals deze na de Renaissance en de Fransche revolutie ^ontstonden en zooals deze zich onevenwich tig ontwikkelen sinds den wereldoorlog, ■vinden in het verleden gelijksoortige ver schijningen, al moge het dan onder andere vormen zijn. Gelijksoortige oorzaken brengen gelijk soortige toestanden voort en zonder ern stige studie van het verleden worden bij het lelden en vormen van nieuwe bewegin gen in het cultuurleven dezelfde fouten begaan als in het verleden. Het is de taak van de geschiedenis om de gegevens van de verschillende tijdperken te bewaren. Deze gegevens, die vaak met veel moeite worden bijeengebracht, maken dan de mentaliteit van een of andere tijdsgroep begrijpelijk en bieden den historicus in latere jaren een waardevol materiaal bij bet beoordeelen van gebeurtenissen en toestanden. Zoo mag de Zouaventijd van het voor malig „Jong Katholiek Nederland” niet In vergetelheid komen. Nog een tiental jaren en het zal uiterst moeilijk zijn, om de gegevens uit den Zouaventijd bijeen te zamelen. Vandaar ontstond het plan om nu alle gegevens die uit den Zouaventijd in Neder land overbleven bijeen te brengen in een Museum. Het Bisschoppelijk*Museum van Haarlem was zoo welwillend om ruimte beschikbaar te stellen voor een Zouaven-archief en Zouaven-Museum. En nu een oproep aan de Katholieken van Nederland! Verschillende katholieke families bezit ten nog herinneringen van de Zouaven, b.v. correspondentie uit Rome, portretten en andere souvenirs. Mogelijk heeft Iemand nog het zeldzaam kruis van Castel Fldardo of de medaille van Monte Libretti! Gaarne zal ondergeteekende deze herin neringen in ontvangst nemen voor het Bisschoppelijk Museum. Ook kan men deze rechtstreeks opzenden naar het Museum. Zulke souvenirs verdwijnen meestal spoorloos als de kinderen of naaste bloed verwanten van den Pauselljken Zouaaf zijn gestorven. De latere familieleden stellen er geen be lang in, zooals zjj, die in dieri’ tijd leefden. Maar in een archief en in een museum blijven deze kostbare getuigenissen uit een volwaardig yerleden bewaard en liggen ze ten dienste van den historicus. Dringend verzoek ik, mede namens den ijverigen adviseur van den Algemqenen Nederlandschen Zouavenbond, Pastoor van Leeuwen, om aan dezen oproep gevolg te geven. Onder deze gegevens rekenen wij ook de gegevens over de Carlistische Zouaven. Het adres van het Bisschoppelijk Museum luidt: Bisschoppelijk Museum, Jansstraat 77, Haarlem. Ign. M. P. A. WILS, R.-K. Priester, Pastoor te Akersloot (N.-H.). dan ook vreeselijk burgerlijk hier van Zuivel-Bureau. Ook op de verpakking van bo ter, die slechts voor enkele dagen ter opstyvlng wordt opgeslagen, dient te worden aangebracht het merk voor koelhuisboter. De Crisis-Zulvel-Centrale Is echter bereid van het aanbrengen van het merk dispensatie te verleenen, indien een verklaring wordt over gelegd van een erkend koelhuishouder, dat de boter niet langer dan 7 dagen in het koelhuis is opgeslagen geweest, uitsluitend met de be doeling ze voor expeditie meer geschikt te maken. Een koelhuishouder wordt op zijn verzoek er kend door de Crisis-Zulvel-Centrale. indien hij zich verbindt aan de C.Z.C. of het Crisls-Zul- vel-Bureau alle gewenschte inlichtingen, met betrekking tot voorraad, inslag en uitslag van boter, te verstrekken vanaf 15 Mei 1932, van wijzigingen van den voorraad op door of van wege de C.Z.C. te bepalen wijze en wekelijks opgave te doen en op verzoek van de C.Z.C. of van het C.Z.B. aan hare ambtenaren inzage van zijn boeken te verleenen. Verzoeken om erkenning dienen te worden gericht tot de Crisis-Zulvel-Centrale. Teneinde tegemoet te komen aan verzoeken van eigenaren van koelhuisboter, is de C.Z.C. bereid de gunstige regeling alsnog van toci>as- sing te verklaren voor degenen, die vóór 3 Augustus a.s. aan het Crisis-Zuivel-Bureau (Laan van Meerdervoort 84, '«Gravenhage) „Dat iemand als mr. Van Schalk zich be reid heeft verklaard het voorzitterschap te aanvaarden, is wel de beste waarborg, dat we een oplossing krijgen, welke zal beant woorden aan de eischen eener gezonde de mocratie, waarbij de aloude katholieke be ginselen opnieuw In dienst zullen worden gesteld van de nieuwe eischen eener sociale rechtvaardigheid. Dat het Partijbestuur in dezen geest ook een oplossing wenscht, be wijst niet alleen de leidraad, welken zij aan de commissie meegegeven heeft, maar ook de verdere samenstelling. Wat dit laatste betreft, zien we in de commissie naast de verschillende verte genwoordigers der landbouworganisaties, zoowel van de werkgevers als werknemers, Onzerzijds de opmerking, dat we de ver ontwaardiging van de hier aan *t woord zijnde communisten niet goed begrijpen en ook niet waardeeren kunnen. Ons dunkt, dat de heeren juist bijzonder content moesten zijn over zulke goede leerlingen. Deze jongelui hebben natuurlijk geleerd, dat „communisme” beteekent: de leer der gemeenschappelijkheid, en ze zijn door bun nobele voorgangers voortdurend op gevoed in een zóó soevereine minachting voor het eigendomsrecht, dat de leiders er een eer in moesten stellen, hun opvoeding zulke heerlijk-rijpe vruchten te zien dra gen. Is het een schande om niet te betalen? En moet om die schande te kunnen etaleeren een zwarte lijst aangelegd wor den? Zullen de communisten, als ze later eens de baas worden, het eigendomsrecht van anderen respecteeren en schuld als schuld erkennen? Het doet aan, communistische leiders „plichtsgevoel” te hooren spreken.... Plichtsgevoel? ’t Is communistische plicht, ernaar streven, het communistische principe spoedig mogelijk doorgevoerd te krijgen. En wie is er nu beter communist: hij, die t vertikt om te betalen, of hij, die als *n deurwaarder optreedt om wat banale, kapitalistische centen binnen te krijgen? Hiermede is dus een vergissing uit den weg geruimd. Het spijt ons voor den betrokken adver teerder, dat wij evenals A. B. K. ten gevolge van een onjuiste plaatsing de ad- vertentie-bedoeling verkeerd begrepen hebben. Als excuus moge echter dienqn, dat wij ons op dit gebied over vrijwel niets ver bazen En zoo kunnen wij ook nü nog van de on juist geplaatste annonce zeggen: Se non vero, bene trovato.... Al is *t dan niet waar*t is toch aar dig gevonden1 waarin de groote Jezuïetenpater stierf, reeds honderden. 24 gebouwen waren uit een bescheiden aanvang gegroeid: behalve paviljoens voor de melaatschen laboratoria, waar de nieuwste geneesmethoden onder zocht werden en waaraan wetenschappe lijke krachten van wereldfaam verbonden werden, een theater en een bioscoop. De kosten moesten aanvankelijk geheel uit particuliere beurzen opgebracht worden, pas in 1917 gaf de Staat een kleine subsi die. Typeerend voor pater Ferris was de audiëntie bij een minister, waar hij om steun vroeg. Men gaf hem het eerekruis van een beroemde orde. De pater dankte voor de eer, maar voegde den minister toe: „De goede God heeft mij al met vele krui sen in Fontllles bedacht; ik zou anders graag wat geld gehad hebben voor mijn melaatschen.” Hij kreeg het geld en later het ordekruis. Er voor Bij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 7