Drie jaar jacht op zeespoken r RADIO-PROGRAM DE BRILJANT Hoeveel er ontkomen DE VROUW MET HET MASKER re MAANDAG 15 AUGUSTUS Kampioenschap VERHAAL VAN DEN DAG Dinsdag 16 Augustus HET ZOUTMEER I Nieuwe pogingen Om een echtgenoot man Niet onduidelijk Een goed begin Op haar nummer gezet n De macht van het woord *n Goede raad De reden FEUILLETON V i te- oo- •rt- be- md Bokkenschieten op zee De weg naar het hart van den gaat door de lucht „ONTZOUTING” VAN - AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ST 13.00 Politie niet ten spreken.” Mag stem; de ir- BERLIJN, 419 M. 7.30 Populair concert. 2.20 orkest van den West- 8.50 Kamermu- den ring", aei (Wordt vervolgd.) wrak langzaam en tart a- ur Rechter: Bekent u schuld? Beklaagde: Neen, mijn advocaat heelt mü van mijn onschuld overtuigd 1 VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS PABUS R-, 1725 M. 8.05 Gramofoonmu zlek. 12.20 idem. 9.50 Kamermuziek WEENEN, 517 M. 5.30 Gramofoonmuzlek. 10.50 Populair Concert. da *1. iy- let len ch en In «- re- Waarvoor is toch dat kuiltje in mjjn hals, pa? vroeg de kleine jongen. Dat is voor later, als ge groot züt, ant woordde pa; daar past dan precies het knoopje van je boord in. WARSCHAU, 1411 M. 520 Concert, door het Philharmonf! orkest 10.45 dansmuziek. BEROMUNStER, 460 M. 8.20 Symphonle- concert; 10.05 Operette opvoering. LANGENBERG, 472 M. 12.20 Populair concert. 1.50 Concert. 5.20 Vesperconcert. 8 20 Dansen, door - duitschen Omroeö, MILAAN, 331 M. 8.50 „Lament* dl Galan drino". operette in drie acten ROME, 441 M. 9.05 Programma van Milaan - ,'^i tn be ok it- Gast: Kellner, vanwaar krijgt uw patroon dezen wijn? Kellner: Van Bordeaux, mijnheer. Gast: Zoo. nu dien kan hü ook hier laten maken, dan spaart hij nog de vracht. ie 18 ie n. el in UI gekomen de jacht te openen? Ik zal hA U vertellen: dit td- ib. die en üe, lag MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Dikke dame, zich in den trein op bet volle bankje b(jwringend: We zitten opeen gepakt gelijk haring in een ton. Brombeer: Jawel.... en ge moest dan ook begrijpen, dat er in een harington geen walvlsch bij kan. DAVENTRY, 1554 2.20 Gramofoonmuzlek. het BBC-orkest. 11.20 B.B.C.-dansorkest. „ncn tvppuuvi nep liinciciw. „auu, muicu zelfs zoo, zou u dezelfde voldoening hebben van een valschen steen, als van den briljant, die zoo heerlijk in den ring aan uw vinger schit tert?; Maurice daalde af naar bet dorp, met de herinnering aan die woorden nog in zijn hoofd. Op een gegeven oogenblik bevond hij zich op den smallen weg, te midden van een troepje menschen. die eerbiedig langs den kant ston den, met hun hoed in de hand. Hij keek op, en begreep opeens de oorzaak. Een sierlijk rijtuig kwam langzaam aangereden uit een der schit terende lanen, die naar „Rulery” leidden. Er- PARIJS, EIFFEL, 1448 M ziek. „Verder!" i’; diamanten bijv.' Een fijn glimlachje omgleed Boersma's mond. „Namaken en in groeten voorraad beschik baar stellen. Trouwens, wie zegt, dat drie kwart van alle bestaande diamanten niet namaak of valsch zijn?* ..Het toppunt!” riep Erkelens. ,JEn, Indien cieele papieren te krijgen, anders gezegd: willen met hem trouwen. Want Bancu is ongehuwd aviateur en om zoo te zeggen: vrij als een vogel in de lucht. Onder de solliclteerende jonge meisjes be vond zich ook mejuffrouw Esmlranda Polescu. Zij deed reeds vele maanden vergeefsche po gingen om de aandacht van den luitenant te trekken, maar ze schoot niet erg op. Hij scheen haar niet eens te zien. Eens had zij hem hooren verkondigen, dat het record parachute-springen voor vrouwen zoo belachelijk laag was. De vrouw, die dat verbeterde, moest wel een bijzonder mensch zijn, meende Bancu. Men begrijpt, wat het gevolg van deze uit lating was. Mejuffrouw Polescu stak zich in vliegenierskleedlng. bond een parachute op haar rug en nam bleek en bevend plaats achter haar aangebeden luitenant die zelf zou sturen. Zoo dikwijls Bancu naar zijn metgezellin om keek (met een vragenden blik om te weten te komen, of ze al boog genoeg waren) schudde ze van neen en de luchtheld bleef zich dus steeds in stijgende lijn voortbewegen. Tenslotte begon Bancu zich te verbazen en eindelijk werd hij ongeduldig. Hjj pakte de jonge dame beet en met de woorden „spring dan toch, domme gans!” gooide hij haar overboord. Op deze wijze vestigde Esmlranda Polescu een nieuw record (schoon ze nog nooit eerder had gesprongen) en langs dezen weg kreeg zü ook haar luitenant, in wier armen ze weer bjjkwam, want ze was volkomen bewusteloos, toen ze op de aarde arriveerde. Zég. wat zou ik toch worden? Mijn ideaal is om een loopbaan te hebben, waardoor ik in staat zou zijn, mijn medemenschen gelukkig te maken, hun goedheid en liefde te bewijzen, troost te bieden en hulp te brengen. Dan zou ik zoo echt in mijn element zijn. Maar kerel, dan moet je beslist postbode worden. ..HAMBURG, 372 M. -r- 1.35 Gramofoonmu zlek. 230 idem. 4.50 Concert. 7.40 Militair concert 10.40 Concert door het Noragorkest nestina. in een eenvoudig witte mousseline ja pon. en een zwarten hoed op, begaf zich naar het dorp. Zü glimlachte vriéndelijk tegen de onderdanige dorpsbewoners. De vereering bijna, die uit hun houding sprak, en die onwillekeurig deed denken aan den tijd van de lijfeigenen, werkte onweerstaanbaar op Maurice’s gevoel voor humor. Ook hij nam zijn hoed af, maar zijn wijze van groeten was anders. Haar oogen gleden langs hem heen, «onder iets te zien. Op zijn beleefd ..goeden morgen" werd geen acht geslagen. Zij raakte zelfs met haar vingers aan haar japon, als was zjj bevreesd, dat die in het voorbijgaan tegen hem aan zou komen. Toch moest hij de volmaakte slankheid van haar figuur bewonderen, en de fiere houding van haar mooi gevormde hoofd. Niettemin was hij zenuwachtlg, en slecht op zijn gemak. Hjj had een gevoel, alsof een of andere ramp hem boven het hoofd hing. Hü zocht als het ware bescherming tegen een nameloos wee. Opnieuw richtte hü zich naar de vrije natuur, de heuvels op, omhoog, zoo ver weg. als hij maar kon. Met kloppend hart, en een scherpe pijn in zün zijde, klom hjj voort- durend hooger. Ook hü vluchtte voor het onbe kende. Hü was vele mijlen verwijderd, toen daar be neden in het dal op Rulery iemand over hem sprak. Tusschen haakjes, merkte Robert Anstey op, terwijl hü over de koffietafel naar zijn gast vrouw keek, wanneer begint die athletieke jonge „hervormer” van je zün herschepplngs- werk? bij verlies van ’n anderen vinger raking gebracht met twee jongelui van onge veer gelüken smaak; en een onderhoud tus schen hen. op zekeren avond, had een zekere vastheid gegeven aan zün plannen. Hü bracht zich dat onderhoud weer te binnen, terwijl hü zat te küken naar de smalle, blauwe streep rook, die uit de schoorsteenen van .Rulery" op steeg. Zün leven besteden voor anderen, had hü peinzend herhaald, het was de geestdriftige van het kleine gezelschap geweest, die gespro ken had ja, maar hoe? Door hen te leeren, de leelüke dingen van het leven als vuilnis te müden, en door hen te helpen in hun zoeken naar al wat schoon Is. En wat versta je onder „al wat schoon is”? had hü gevraagd. Is dat eigenlük niet voor iedereen wat anders? Holdemess had zün knappen kop opgericht hü, de jongen, met wlen hü op school ge speeld had, en de vriend van zün rüpere jaren In wezen niet, had hij kalm geantwoord. Dat is een kwestie van inzicht, zelfs van artistiek standpunt beschouwd als ik mezelf tenminste een artiest mag noemen. bestegen had. Onder hem strekte het land zich uit als een schitterend mozaïek. .Rulerly” met zün vele schoorsteenen en statige lanen, en het dorp, verscholen achter een groep olmen, was als een koele oase temidden van het land- schap. Daarachter werden de heuvels rots achtiger en woester, en eindigen in een kale uit gestrektheid. Maurice keek neer op „Rulery” en de rimpels op zün voorhoofd werden dieper, toen de opeenvolgende gedachten hem voortdu rend bestormden. Jong als hü was, gezegend met een voortref felijke gezondheid, vrü van alle stoffelüke zor gen. en met de wereld vóór hem, vond Maurice het leven niettemin een ongewoon ernstig iets. Slechts enkele jaren geleden had hü de unl- versitelt verlaten met een schitterenden graad, een prachtig record als athleet, en een me nigte vrienden. Wat moet hü nu doen met zün leven? Dat was het vra.«stuk, dat hem drin gend bezig hield. Hü was zielsbewust van zekere gaven, waar hü onvermijdelijk rekening mee moest houden, bü die keuze. Hü was bezield met een diep godsdienstlgen zin. een ontzaglüke sympathie voor den evenmensch. en een harte- tochtelüke liefde voor al wat schoon is in het leven, zonder dat hü daafbü de practische züde van het leven uit het oog verloor. Hoe een loopbaan te vinden, die deze onder scheidene eigenschappen kon bevredigen? Een leven van genoegen lokte hem in het geheel niet aan. Persoonlijke eerzucht had hü niet Een tydlang had hü gereisd, en hü was teruggeko men met Rechts één bepaald idee in zün hoofd. Het toeval had hem by zün terugkeer in aan- Luitenant Bancu is de held van Roemenië. Hü oefent het beroep uit van vliegenier en overtreft'al zün collega’s. Ettelüke records heeft hü op zün naam. En vele dames pro- teeeren op haar beurt dien naam op hun offi- ze een KALUNDBORG. 1353 M. 3.50 Omroepor kest o. 1. v. Emil Reeeen. 10.20 Moderne operettemuzleek door het omroeporkest, o. L V. Emil Reeeen 11.06 Moderne dansmuziek. KÖNIGWUSTERHAUSEN, 1S35 M. Gramofoonmuzlek 4.50 Concert. Nederland een tweede zegel En ik zeg: verdiend is hèf, Want ze hebben heel parmantig Alle zeilen bij gezet! Vrooltfk ging het Hollandsch scheepje, Vliegend door een flinke bries En degeen, die altijd koers houdt Heeft dan zelden een verlies. Al spoedig vernamen we, dat de Engelschen ook een spokenjager hadden uitgerust nX de „Terror.” maar dat is niet meer dan een dood gewone torpedoboot, terwyl wjj er met een pantserkruiser op uit «ün getrokken. Ik moet nog vermelden, dat ik alleen werd aangeworven, omdat ik zoo handig was drie anderen voor hun beenen te kruipen. Met z’n ----- --.---i we ergens neergezet. Wü be- we zeer Kampioenschap, juist te water, Is ook zeker consequent, Want het water is van oudsher Altijd nog ons element! HUIZEE, 298 M. K R O 12.00 Politie berichten 12.iö KRO.-trio, oJ.v. Plet Lus- tenhouwer 1.46 Gramofoonmuzlek 2.00 Vrouwenuurtje door mevr. J. Killer Wlgman: „De Optimistische vrouw*’ 3.00 Gramofoon- musiek 330 Verzorging van den zender 4.Op last van den Minister van Waterstaat afgestaan 5.10 KR.O.-orkest oXv. Johan Gerritsen 7.10 mevr. J. M. 8terck Proot „Iets uit de Mlddeleeuwsche toestanden 730 Po litieberichten 7.45 Verbondaradio-kwar- tiertje 8.00 K. R. O. salon orkest, o. 1. v. Marinus van X Woud 9.15 Nieuwsberichten van het Persbureau Vaz Dias 11.00 Gramo foonmuzlek. „Het spijt me. maar ik verkoop Zelfs niet voor duizend gulden.” „Daar kunt ge tien, twintig andere valsche steenen voor koopen!” riep Erkelens. „Dat la zoo en dat kan van Heersen ook doen. Daarom verkoop ik hem niet.” „Ik heb m’n zinnen op deler steen gezet,” zei van Heersen. „Valsch of niet valsch, hü bevalt me. Ik bied u duizend gulden." „Dank Je!" aei Boersma kalm. „Het ia voor mü geen kwestie van geld, maar het mooie wat gü eraan ziet, heeft voor mü óók waarde. Ik heb nog niemand getroffen, die niet ge loofde dat hü echt was." „Alle waar naar z’n geld!” riep van Heersen zenuwachtig. ..Zeg vüftienhonderd gulden en ik sla toe. Je kunt je weer even mooi aan schaffen.” „Het spüt me, maar ik doe er werkelük niet Waarschijnlijk kent U de .JBHBcos.” $flet? Iedere echte zeeman heeft dien naam wel eens gehoord en de meesten vertellen, dat ze de be treffende schuit hebben gezien. De .JBilllcos was een Mexicaansche boot, die in het jaar 1848 door een typhoon werd overvallen. Masten en Cakelage sloegen overboord en de bemanning redde zich door het schip in allerijl te verlaten Intusschen zonk de „Slllicos” niet en bleef meer dan tachtig Jaar rondzwalken. Op zekeren dag (December 1929) had er oen ftün of meer onaangename ontmoeting plaats tusschen de .Billlcos” en het Amerikaansche passagiersvaartuig .Mac Kinley.” De botsin:? had ernstige gevolgen, althans voor de .Mac Kinley.” Het tachtig-jaar oude wrak drukte den züwand van het nleuw-modische schip in en dit laatste wist slechts met de grootste moeite de dichtst bijzünde haven te bereiken. Toen kwamen de autoriteiten op het Idee, dat het zoo niet langer ging. Een kanonneer boot werd de .JSlllicos” achterna gezonden, maar die slaagde er niet in het spookschip in te halen. Zes maanden geleden heeft de „Terror”, onze collega, de oude „Billicos” in den grond geboord. Persoonlijk heb ik mü al dien tüd best ge- amuseenh-maar er waren er. die zich gingen ♦fervelen.’ Dié hadden geen gevoel voor natuur schoon en ontdekten niet, dat de eilanden van de Stille Zuidzee de mooiste zün, die er bestaan. Er gingen weken voorbü. dat we geen enkel stuk wild ontmoetten, maar één keer schoten we veertien spoken in acht dagen. Interessant is het om zoon Zooals ik zei: Honderd-en-veertig spoken..... een heel aardige buit. Eén ding staat echter vast: we hebben nog lang niet alle „vliegende Hollanders” verdelgd. Eerstdaags trekken wü er misschien op uit om het restje te vangen? werd door tal van stroomjes. Hü waschte zich in het koele, heldere water, kleedde zich ver volgens ba zün leelüke, zwarte costuum. en ge bruikte een sober ontbijt, terwijl hü water voor de koffie kookte boven een spirituslampje. En al dien tüd bleef hü küken naar de rozen, die nu weer frisch zagen van het water, dat hü er zorgvuldig over gesprankeld had? Zü schenen hem in te fluisteren schoone dingen. Zü richt ten zün gedachten zoo gemakkelük naar die we reld van poëzie en gevoel, waarin hü gewoon was te zwerven. En toch maakte hü zich telkens ongerust, schrok hü bijna, van de beteekenis, die hü klaarblükeüjk aan de komst van deze bloemen moest hechten. Iemand had die rozen daar toch moeten brengen. Ze vielen niet maar zoo uit de lucht, en tuinen waren niet vlak in de buurt. Was het een van de meisjes uit het dorp geweest, die hem den vorigen middag ge zien hadden? Zün wangen werden wederom vuurrood bü die gedachte. Misschien deed hü er beter aan, als hü hier wegging. Als er praatjes kwamen, zou dat afbreuk kunnen doen aan zün werk, en zulk een risico mocht hü niet loopen. Diep in zün hart begroef hü die andere, zoete gedachte, die thans toch niet verwezenlükt kon worden. Hü wilde er geen oogenblik bü stil staan. M. 130 Concert. 7.40 Concert, door aan boord. Vier torpedo’s wajen noodlg om het *ege- drocht te verslaan; Niemand kan verklaren, waardoor het zoo moeilijk te een wrak te ver nietigen. 2e lyken wel van staal en beton, in plaats van hout. Hevige avonturen hebben we eigenlük niet beleefd. Alles ging ons vóór den wind, een paar keer hadden we storm, maar dat had njet veel te beteekenen. Een keer zaten we een beetje in met een wrak, dat we ontmoetten. Het wkk een schoener, heeiemaal zwart geschilderd en achter leder luik was de mond van een kanon zicht baar. In het scheepsruim lagen drie skeletten, een paar sabels en een leeggeschoten pistool. Waar schünlük hadden we te doen met een Chlneesch of Malaiach rooversschip. -*t verwezenlükt kon Hü wilde er geen oogenblik bü ®til Na het ontbüt maakte hü een wandeling van ongeveer een uur, over de heuvelen, en keek toe. hoe de ochtendnevel uit de dalen wegtrok, en het zonlicht zich over het land verspreidde. Het was een heerlijke morgen. Maurice nam tenslotte plaats op een rots blok boven op do heuvelrü. WJ 100 sluiting met het Kurhaus dansmuziek door Ambrose’s Blue Lyres 5.00 Pianorecital door mevr. H. Leopold-Draper 530 Kovacs Lajos en zün orkest, m. m. da van Donk, zang: tusschenspel van gramo- foonmuziek 7.30 causerie over Jougo Slavlë door 8. D. Meren» 8.00 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep: ai^van Riemsdijk Veluwsche lied jes; Hawaiian Three 10.00 Nieuwsberich ten van het Persbureau Vaz Dias 10.10 Om roeporkest 11.00 Gramofoonmuzlek door Jack Hylton en zün orkest. M W We* MV-a I vvw-SM VI -W--W- - j a .Mooie kleeren? imiteer züde. bont en flu- graag afstand van. Laten we grer leta anders spreken." Erkelens nam van Heersen ter züde en sprak heftig tegen hem. Doch deze schudde X hoofd. „Nog één Bod. Boersma. Ik geef je er twee duizend gulden voor.» „Voor dien valschen steen?" Boersma bewoog onverschillig de hand, aan wier middelsten vinger een prachtige briljant prükte. „Die voldoening heb Ik,” zei hü rustig. ,JJe steen is valsch.” Hü legde den ring op tafel, die nu van hand tot hand ging. „Onmogelük!” riep de een. „Een grap of een vergissing," zei de ander; „die steen mo^ echt zün.” Van Heersen hield hem het laatst vast en scheen er noode van te kunnen scheiden. „Als hü namaak is, dkn is hü buitengewoon." meende hü. Mag Ik hem meenemen en thuis onder de loupe houden?” Boersnja knikte gemoedelük. .JCuat -u gerust doen,” glimlachte hü- Een half uur later stond van Heersen In een groote juwellerszaak. Vooraf had hü zich ver gewist. dat hü niet gevolgd werd. De vakman hield den steen een oogenblik voor het licht „Een zuivere diamant en van groote waarde," luiSde z’n uitspraak. „Beslist geen imitatie?" „Uitgesloten. Wóu u hem verkoopen?” .Misschien. Op hoeveel schat u z’n waarde?” ..Schatten? Hü moet gewogen worden. Maar drie duizend gulden biedt elke handelaar u er wel voor.” „Ongelooflük.’1 zei van Heersen en liep op gewonden den winkel uit. Twee andere juwe liers. die hü raadpleegde, bevestigden de woor den van den eerste. „Die steen is volmaakt zuiver onder de loupe”, zei hü den volgenden dag tot Boersma. „Hoe kunt u hem valsch noemen? Hü schünt me een groot bedrag waard.” „Geen vijftig gulden, met Boersma onverschillig. „Gekheid, ik bied er u vüfhonderd voor.” „Voor dien valschen steen?” „Als u hem per se valsch wilt noemen, ja.” Andere heeren voegden zich bü hen. De ring bezat de algemeene belangstelling. weel zóó goed, dat men ze niet van de echte stoffen onderscheiden kan en maak deze voor raad zóó groot, en den prüs zóó laag, dat leder ze koopen kan. Rijkdommen? schrijf een prijs vraag uit voor een uitvinding van kunstgoud en Iaat dat in overvloed maken. Binnen een jaar bestaat er niets meer waarover de een op den ander nüdig of jaloersch kan zün.” riep een stem; „kostbaarheden, HILVERSUM, 1875 M. A VRO 8.00 Gra- mofoonmuziek 9.00 Avro-kamerorkest, o.l.v. Louis Schmidt 10.00 Morgenwüdlng 10.15 Gramofoonmuzlek 11.00 Vincent Berghegge draagt voor Plaatsvervanger”, dóór F. de Sinclair 1130 Avro-klein orkest oXv. Nico Treep 1230 Gramofoonmuzlek 1.30 Van Dük’s orlglneele Volendammers 2.15 rustpoos voor het verzorgen van den zender 2^0 Aan- te Schevenlngen; vieren werden i oefenden het kolentremmersambacht verwante beroepen. Overigens waren trots<^h, daar we (men vergeve de beeldspraak) voor minstens drie jaar onder dak waren. Ons doel in aanmerking genomen, is drie jaar niet lang, want er drijven geen tientallen maar honderden wrakken rond. Men moet ze alleen weten te vinden. Gewoonlijk komen ze i aanzellen. wanneer men de handen vol beeft en er geen aandacht aan kan besteden. Wü alleen d wz. de .Seneca” hebben honderd- en-veertig wrakken in den grond geboord. En hoeveel er ontkomendaar zullen we het niet over hebben. Men zou het niet willen ge- Looven. maar ook op aee kan men hokken schieten. Hoe zün de hooge heeren toch op het idee „Van Heersen, je bent gek!” riep Erkelens luid. ,Ja, voor dien steen,” zei van Heersen. „Werkelük, Je doet me er een plezier mee.” Boersma trok voorzichtig den ring van zün vinger. „We doen belden een dwaasheid,” zei hü- „Enfin, de heeren zün mijn getuigen, dat je er me toe noodzaakt.” Den volgenden morgen liep van Heersen, nog vóór hü tlagr kantoor ging, bü den Juwelier aan. „Ik wil den steen toch maar verkoopen,” zei hü luchtig en legde den ring neer. De Juwelier nam hem maar even op en glim- lachte toen. „Liever niet,” zei hü „Ate hetdlesndsre was, dan graag.” Ongeveer honderd jaar geleden stichtten Mormonen aan de overes van X Zoutmeer hun nieuw Jeruzalem. Salt Lake City. Dit Zoutmeer is een van de meest zouthoudende binnen wateren. Ofschoon in het meer dan 100 KM. lange en 56 KM. breede meer veel zoet water vloeit, bjüft het percentage zoutgehalte voort durend hooger dan 20 pCt., waardoor het water onbruikbaar te voor landbouwdoeleinden. Dat maakte echter weinig uit. zoolang de be volkingsdichtheid gering bleef. Waar zoet water ontbrak, stond toch genoeg land ter be schikking, dat een goede bewatering genoot, vooral doordat de bü Salt Lake City uit mondende Jordaan zoet water in overvloed aan voerde van het Utahmeer, dat op 56 KM. af stand ligt. Sedert, echter dit meer en de Jordaan worden gebruikt voor bevloeiïng elders, zün de burgers op zoek naar nieuwe waterbronnen, zij het ook alleen voor de bevloeiïng van parken, plantsoenen, tuinen en landerijen, die on- middellük bü de fraaie en interessante stad behooren. Zoo is het begrüpelük, dat men thans het plan heeft, het Zoutmeer te „ontzouten,” nadat kleinere pogingen van dezen aard gelukt zün. Waar een ver in het meer uitstekende land tong een afdammen van ongeveer een derde deel van het meer mogelük maakt, hoopt men op deze wüze het probleem op te Iqssen, en de tot nu toe onontgonnen gebieden aan de Weste lijke oever te cultlveeren met behulp van het zoet water. Op het oogenblik is men bezig met het bestudeeren van de kwestie, of de toevloed van zoet water in het af te dammen deel vol doende zal zün voor een werkelijke ontzoutlng. Het is namelük zeer de vraag, of zich niet in de quartaire lagen van den meerbodem zout lagen bevinden, die elke ontzoutingspoging ver geef sch zouden maken, vooral waar het meer te weinig loosing heeft. Ook indien er twüfel blijft bestaan, is men echter besloten Iets te wagen, alleen omdat uitvoering van het plan aan duizenden werkloozen arbeid en verdienste zou brengen. Enkele oogenbllkken staarde hü ernaar, niet kunnende gelooven. Dan gingen zün, gedachten aan het werk. Hoe was hü aan die rozen ge komen? Er moest iemand langs gekomen zün, den vorigen dag en hoogstwaarschünlük een vrouw Zün wangen werden vuurrood bü die gedachte. Hü bukte, en nam het takje aarze lend in zün hand. Het vertegenwoordigde voor hem een züde van het leven, waarvan hü nog maar weinig wist. De reeds verwelkende bloe men waren zacht en geurig. Het kwam niet in hem op, om ze weg te gooien of te vertrappen. DU zou hü büna een heiligschennis gevonden hebben Ze waren mooi, en hü hield van mooie dingen. Hü ging weer terug, voorbü de hut, naar een Plaats, waar de boomen plotseling vaneen gin- gen, en een kleine, nietgebruikte leigroeve lie- «te®, waarin bet water frisch gehouden „De oplossing van het sociale vraagstuk te een kwestie van Imitatie,” zei Boersma luid, toen dat onderwerp ter sprake kwam. Hü was nog pas kort in de sociëteit, doch had altüd de algemeene aandacht als hü een onderwerp ter sprake bracht. „Imitatie?” vroeg Erkelens, en zette de schaakkonlngin meer op haar plaats. .Hoe breng je die In verband met gegronde en onge gronde ontevredenheid?” .Juist, imitatie. Wat verlangen de menschen o.a. van het leven? Lekker eten, niet waar? Welnu. Ik beweer, dat het mogelük is, uit aard appelen alles te halen en er alles van te ma ken. Vleesch, visch. dure vruchten, de ultge- zochtste diners. Men moet slechts de juiste chemlche, bewerking toepassen. En aardappelen zün er in overvloed.” „Verder?* werd er geroepen. BRUSSEL, 509 M. 5.20 Concert o. L v. Ka rel Walpot. 8.50 Gramofoonmuzlek. 8.20 G*arert o. 1. v. Karei Walpot. 9.20 Concert Tit net Casino te Knocke. Heel prettig weer eens land onder z’n voeten te hebben dat kunt U gelooven! Vooral wan neer men drie jaar lang heeft rondgezworven op den Stillen Oceaan. En dan zoo n raar werk als het torpedeeren van spookschepen Drie jaar geleden was er geen houden meer aan. De „Internationale Zeeconferentie” had be sloten, dat die weergasche wrakken nu eens eindelük van de oppervlakte der zee zouden worden gevaagd. Met z n allen hebben we het regeeringsbureau bestormd en een aantal van ons slaagden er in op de monsterrol te worden geplaatst. Ook ik behoorde tot de gelukkigen. Holland dempt nu wel zijn water, Maar*het heeft geen watervrees, En wij durven wel den strijd aan Gaat het om een water-race! - S JF Ml dit blad zlin ingevolge de verzekeringzvoorwzarden tegen 9/)/)/) bü levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door f Cf) bij sen ongeval mst f QCf) bij verUes van een hand 1 OC oü verlies van esn f Cf) bQ een breuk van jff) dxllC UbOHHC S ongevallen vereekekl voor een der volgende ultkeeringen f verllee van belde armen, belde beenen of belde oogen *</(/•-doodelüken afloop f een voet of een oog A duim of wijsvinger J vV«-been of knul rUt" Maar X geluk, dat kapitein Warren óverkwam, wat ons niet beschoren. Warren -was heel arge loos op de vischvangst gegaan in de buurt van Groenland en zag opeens een wrak naderen. Het was een Hollandsche boot. Hü doorzocht het ding en wat was er aan boord? Niets meer of minder dan zeer kostbare machines, die be stemd waren geweest voor Rotterdam. Twintig duizend Hollandsche guldens streek Warren op, toen hü het schip veilig had geborgen. We kunnen ons er wel op beroemen, dat wü de „Wyer Sargent” onschadelük hebben ge maakt. Volgens onze bereken Ingru moet dat schip een keer of vijftig de aarde rond zün ge weest. In lain vertrok het met een lading hout Ernestine trok haar wenkbrauwen op. Morgenavond geloof Ik. antwoordde zü. Hü gaat op de hoeken van de wegen spre ken. Ik denk, dat zün gehoor voornamelük tal bestaan uit kinderen en kuikens. Ik kan me niet begrüpen, set Anstey, dat een vent, die zóó cricket kan spelen en hü sloeg er even op losl zoo’n klungel kan wezen in andere dingen. Hü te nog erg jong, merkte Ernestine kalm op en ik denk, dat bü ook een beetje van Lotje is getikt. Ik hoop, dat Rulery hem een lesje zal leeren. HU heeft het noodig. Je veronderstelt dus niet, dat zün arbeid hter met succes bekroond zal worden? aei Austin. Er zal niemand komen, om naar hem te luisteren, antwoordde Charles Bell met over tuiging. De menschen in het dorp weten allemaal, wat miss Atherton van zün komst hier denkt. Dat zal zeker voldoende zün. Ernestine stond op. Laten we het hopen, merkte zü droogjes op. -- Herinner jullie je allemaal, asjeblieft, dat hier het Paleis van Ongedwongenheid te. Doe jullie allemaal precies, wat je wilt, tot vüf uur. Dan gaan we bridgen. Lady May stond vlug op. Ik weet wel, wat ik doe, aei sc Ik g* rusten. Anstey glimlacht* Ik aal den middag in den rooentuin door, brengen, zeide hü. Ik hebontwikkeling noodlg Zün Moe wil een pianist van hem maken, niet waar? Ja! En wie zal hem les geven? O, daarover te nog niet gepraat; men laat al vast zün haren lang worden! n d a te naderen en te doorzoeken. Want U begrüpt, dat het niet aangaat om een willekeurig vaartuig zoo maar te ver nielen. Soms liggen er mar- meladepotten in de kombuis, een enkele keer treft men waardevolle dingen aan. Zoo kwam Plet met het beele «tel wolfjes thuis aan. Kjjk eens Ble. In een wip stond moeder de Ble boven op tafel en riep bijenwolfjes. mijn vriendjes zei Plet lachend tegen mevrouw de bang uit; „Weg met die leeljjke dingen. Myn huls uit.” Nou. de woUjes hadden er den echrik al in en liepen gauw naar bulten. Pietje natuurlük met hen mee. De bljenwolfjee wezen Pietje waar zé nun huls hadden. Het was niet half zoo’n moale korf als waarin Pietje woonde. Onze vade> durft niet in jullie korf te wonerj] zelden de wolfjes verlegen, maar Pietje moest er om lacherfT Gi maar gerust met mij mee. zei Pietje deftig en de wolfjes vonden dat wel leuk. Ze hadden al zooveel over Jaap de Ble gehoord, dat ze erg nieuwsgierig wsren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 7