Economisch mode-onderwerp Prikkeldraad I I w 1 Richtlijnen Ziekte van Weil VAN TWEE BALLONNEN Fransch voorbeeld Hitler: Donnerwetterals mijn ballonnetje De iepenziekte Steun noodig eens zoo was opgegaan! „Planwlrtschaft" MAANDAG 22 AUGUSTUS 4 Tuinbouw in nood LUCHTIGER KLEEDING Treinpersoneel krijgt het te Wam Emeritaat pastoor J. J. Brüning LAGE WATERSTAND Haai in de Schelde De doodende draad DROEVIG VACANTIE-EINDE k JOHAN MAURITS VAN NASSAU Aan de gevolgen overleden Riviertje* grootendeel* droog ff t A A r ge- geen m KI* SS Eén sterfgeval te Rotterdam lenst heeft zich in overleg met >d uit B- Op de Schelde nabij Bergen op Zoom la een haal gevangen. Het dier, een jong exemplaar, Is circa een Meter lang. Te Fijnaart overleed mevr. J., die In bet be gin van Augustus bij een auto-ongeluk op den Tllburgschenweg ernstig verwond werd. Zaterdagmiddag is 't f lottiel Jevaartuig .Johan Maurits van Nassau" in aanbouw bjj de N. V. Koninklijke Maatschappij .JJe Schelde" te VHs- singen voor de Kon. Ned. Marine, te water ge laten. De laatste beletselen werden weggeno men door mevr. v. d. Stad, echtgenoote van den toekomstigen commandant van dit vaar tuig. Het schip wordt gebouwd speciaal voor den dienst In de tropen en zal in West-Indié gestationneerd worden. De .Johan Maurlts van Nassau" is ontwor pen door het Departement van Defensie, onder leiding van den directeur van scheepsbouw, jhr. Ir. M. Rappard. BU de uitvoering is de hoofd ingenieur der Marine, de heer O. de Rooy, met het toezicht belast, terwUl het nautisch tech nisch toezicht door den heer N. J. v. d. Stad, kapitein-lultenant ter zee, wordt uitgeoefend, die daartoe te Vlissingen gestationneerd Is. De hoofdafmetingen van het flottieljevaar- tulg zijn: lengte over alles 78.65 M.; grootste breedte op buitenkant spanten 11.60 M.; holte In de zijde tot bovendek 6.45 M. De werkman O. uit Oudemolen onder Bij naar t, die werkzaam was te Rucphen, kwam daar in aanraking met de draden van het electrisch net, welke onder stroom stonden. Hjj viel uit den paal. Nadat hem geestelUke en ge neeskundige hulp verleend was, werd hij ver voerd naar het St. Ignatius-Ziekenhuis te Bre da. De familie B., bestaande uit 4 personen, was te Wagenlngen gelogeerd ten huize van een familielid. Met groote duidelijkheid werd de nood van den tuinbouw geschetst. Zoo werd gememoreerd dat in Ter Aar de opbrengst per Rjjnalndsche roe was: in 1928 5, in 1929 3.65, in 1930 2.65, In 1931 2.49, terwijl voor 1932 nog veel minder verwacht wordt. De laatste twee jaren heeft het Nederland sche volk gedeeltelUk geleefd op kosten van den land- en tuinbouw, wat tot gevolg heeft gehad, dat de land- en tuinbouwbedrijven thans vol komen zUn uitgeperst. Op krachtdadige bevordering van den export werd zeer sterk aangedrongen. Deze zou evenwel voor dit jaar voor een groot deel reeds te laat komen, omdat vele producten reeds geoogst en verkocht zijn. Steun was daarom niet alleen noodig, maar ook kon de regeering verplicht geacht worden dezen te verleenen. Andere lan den hadden Immers, naar de eigen woorden van den Minister, voor hun producten bj) den uit voer naar Dultschland veel meer voordeelen kunnen bedingen dan Nederland, ondanks dat Nederland een zeer vee! beter klant was dan die landen. Met algemeene stemmen werd daarop beslo ten, een adres te zenden aan Z. Exc. den Mi nister van Economische Zaken en Arbeid, waarin dezen verzocht werd te willen mededeelen of de Nederlandsche Regeering bereid is ten spoedigste de meest krachtige maatregelen te nemen opdat voor 1932 voor de tuinderij nog een behoorlijke hoeveelheid producten naar Dultschland zal kunnen worden geëxporteerd en daarvoor be taling verkregen zal kunnen worden, daarbij in aanmerking nemende, dat Nederland belangrijk meer voordeelen dient te behalen dan andere landen die als afnemers van Dultschland voor dit land van veel geringer beteekenis zijn. In Italië is het Fascisme in deze richting al reeds zeer ver gegaan, naar veler meenlng reeds veel te ver. Paus Pius XI wijst er in zijn Encycliek t „Quadrageslmo Anno” met klem op. Na een uiteenzetting ▼an het hedendaagsche Italiaansche eco nomisch systeem gegeven te hebben, laat de Paus daarop volgen; Een andere toepassing van de Planwlrt- ■chaft-gedachte treffen we aan in Sovjet- Rusland, waar de feitelijke uitwerking van de communistische staats- en maatschap pij-opvattingen geleid heeft tot een zuiver Btaats-kapitalisme. Ook al een vorm, die voor ons weinig aantrekkelijkheid bezit. Dit kan men echter wel zeggen, dat alle po gingen in ons land in de richting van een! geriei Planwlrtschaft, er steeds mee rekening kullen moeten houden, dat zoowel onze landbouw als onze industrie noodzakelijker wijze daarom voor een zeer groot, deel op De waterstand op de Maas is thans zeer laag en de val gaa degelijks verder; zoo meldde Engelen (Maas) op 19 Aug. een stand van 63 cM. en een val van 25 cM.; de sluis St. An dries aan de Maas een stand van 66 cJl. en een val van 10 c.M. In de Meierij is de stand van Aa en Dommel van dien aard, dat de riviertjes op verschillende punten grootendeels droog staan. In de heldecomplexen van Oost-Brabant be vatten vele vennen geen water meer. „dat, naar Wtj zeker weten, velen de vrees koesteren, dat de Staat zich in de plaats zal stellen van het vrije initiatief, terwijl hij zich tot een noodzakelijke en voldoende hulp zou moeten beperken. Ook vreest men, dat dit nieuwe organisatie- raden-verband een al te bureaucratisch en Politiek karakter zal dragen en, niettegen staande die erkende algemeene voordeelen, eerder voor particuliere politieke doeleinden «al dienen, dan bijdragen tot het herstel en de bevordering van een betere soalale orde.” Ook in Rotterdam en Schlebroek hebben zich gevallen van de ziekte van Well voorgedaan. BU elf personen heeft men die ziekte gecon stateerd en daarvan is één patiënt aan de ge volgen overleden. In verband met deze mededeellngen heeft de „Telegraaf” zich gewend tot den directeur van den Geneeskundigen Dienst, den heer J. E. Feis- ser. die Inderdaad deze mededeellngen beves tigde. De heer Felsser Het er echter direct op volgen, dat men zich over de geconstateerde feiten niet ongerust behoeft te maken. Het is geen zeldzaamheid, zoo zelde de heer Felsser, dat bjj groote steden, waar veel open water is. enkele menschen. die in dit water zwemmen, door de ziekte worden aangetast. Het valt echter moeilijk te zeggen, of er niet meer patiënten zijn. Wel is waar openbaart zich de ziekte veelal door geelzucht, doch er zijn ook gevaUen. waarbij men geen geelzucht heeft. WU vroegen den heer Felsser nog. of er reeds maatregelen waren genomen om de ziekte tegen te gaan. ZUn antwoord luidde bevestigend. De Geneeskundige Öii de Commissie van Staatstoezicht en den bur gemeester gewend tot den burgemeester van Schlebroek. ten einde aan den Wilgenpias, waar duizenden menschen dagelUks zwemmen, maat regelen te nemen opdat uitbreiding van de ziekte voorkomen kan worden. Onder de elf patiënten waren er vier die al leen aan den Wilgenpias hadden gezwommen, terwijl de overige patiënten ook elders een bad hadden genomen. NabU den Wilgenpias zullen thans eenlge slooten, die naar het zwembad leiden, worden gedempt, terwUl voorts een ver bod zal worden uitgevaardigd, waarin wordt bepaald, dat de bezoekers van den Wilgenpias geen resten van etenswaren mogen achterla ten. De heer Felsser legde er nogmaals den na druk op. dat het aantal van vier patiënten, die geregeld aan den Wllgenplas kwamen, geens zins verontrustend is. „Ik wijs u er voorts op," zoo vervolgde de heer Felsser, „dat de ziekte ook wel door een hond kan worden overge- braaht” De ziekte wordt veroorzaakt door een bacil, dien de rat in haar urine uitlaat. Verdelgt men de ratten zooveel mogelijk of zorgt men er voor, dat de beesten zich niet te goed kunnen doen aan etensresten, die bU een zwemgelegen- heid worden achtergelaten, dan wordt de ziekte daarmede reeds flink bestreden. WU zullen voorloopig moeten afwachten of zich meerdere ziektegevallen voordoen. Mocht dit gebeuren dan zullen wü zeker niet schromen voor te stellen de open swemgele- genheden te doen sluiten. *t Is zonderling: als er een nieuwe dachte door een typeerend woord moet worden aangeduid, staan de Duitschers aanstonds gereed,* en smedey een nieuw Dultsch woord. Wij echter beginnen steeds met het vreemde woord over te nemen, jater Komt er dan nog wel eens een Hol- Jandsche term, als deze er tenminste komt! Zoo gaat het in onze dagen weer met het woord „Planwlrtschaft”, dat we maar on vertaald plegen over te nemen. Waarom komen we niet overeen dit Duitsche woord te veltijden en in gewoon goed Hollandsch te spreken van „gebonden, of: van boven af geleide, volkshuishouding”? ’t Is wel begrijpelijk, dat dit het econo misch mode-onderwerp is. Onder de oor zaken van de hedendaagsche wereldcrisis be hoort toch zeker de niet van boven af ge leide productie, waardoor het mogelijk was. dat er alom overproductie kwam, daardoor enorme prijsdaling, waardoor de kostprij zen bij verkoop van producten niet meer kunnen worden bedongen. Thans is eigenlijk de marktprijs de voor naamste regulateur van de productie: da len de prijzen, dan weet men, dat men de productie behoort in te krimpen, althans de productiekosten te verlagen. En stijgen de prijzen, dan prikkelt dit de producen ten, om meer te produceeren. Maar ieder is vrij om te produceeren wat hij wil en zooveel als hij wil. Daardoor vooral meent men, is het nu spaak geloopen. De pro ductie is veel grooter geworden dan de koopkrachtige behoefte. Men meent nu een middel hiertegen ge vonden te hebben: de vrijheid om te pro duceeren zooveel men wil, moet ingeperkt worden. Hoever Daarin verschilt men van meening. Hoe Daarover is men het ook niet eens. De socialisten willen de geheele productie aan de „gemeenschap” brengen, zelfs alle eigendom van productiemiddelen (fabrie ken, machines, werktuigen, enz.). Het Rus sische experiment leert ons, dat het prac- tisch neerkomt op staatsexploitatie; in een of anderen vorm. De Staat regelt dan het geheele productie-proces, stelt vast wat en hoeveel er geproduceerd zal worden. Als men dat in ieder land doet, kan het nog misloopen, wanneer de verschillende „plannen” niet behoorlijk in elkaar slui ten. Eigenlijk zou men dus moeten invoe ren een wereld-Planwirtschaft. Prof. Aal- berse noemde dit te Rolduc een utopie, en hij voegde er de waarschuwing bij: wie zijn toekomst-politiek baseert op een utopie is een dwaas. Wanneer dus ieder land afzonderlijk de Planwlrtschaft ter hand neemt, is er aller eerst het gevaar, dat de plannen niet als een bus op elkaar sluiten; daardoor kan ook dan nog een crisis ontstaan. Maar er is nog een ander gevaar: dat die toekomstige opperlelders der productie zich in *t schatten der te bevredigen behoeften vergissen, gelijk na den wereldoorlog het meerendeel der ondernemers zich klaar- blljkelijk vergist heeft. En de kans om zich te vergissen zal des te grooter zijn, naar mate de Planwlrtschaft verder doorgevoerd is. Immers, des te mjnder zal er van een marktprijs sprake zijn. Het meest aange wezen middel, om de voorhanden behoef ten, die bevrediging vragen, te peilen, zal daardoor ontbreken. Toch zit de reactie tegen het liberale vrijheidssysteem in de lucht. Tegen de uit wassen op sociaal gebied trad alom de Staat reeds op met zijn sociale wetgeving. De vakvereenlgingen der arbeiders, die door het sluiten van collectieve arbeidsovereen komsten een^e ordening willen brengen in de arbeidsvoorwaarden, beperken daardoor de individueele vrijheid niet alleen van de ondernemers, maar ook van de arbeiders De trusts, kartels en concerns zijn even zeer in de maatschappij opgekomen en uit gegroeide middelen, om de individueele vrijheid der ondernemingen aan banden te leggen. Verkoop- en inkoop-coöperaties hebben economisch bezien, dezelfde strek king. Er is dus, vergeleken bij hetgeen de toestand was voor een halve eeuw, al heel wat vrijheid door gebondenheid vervangen. Zal daarbij nu komen een regeling, van bovenaf, van de productie Wij twijfelen er niet aan, of de maat schappelijke ontwikkeling zal dezen kant uitgaan. Hoever Dat valt met geen moge lijkheid vooraf te zeggen. Zelfs het hoe niet. Aandrang op de regeering voor onmiddellyken export - durende een tweetal Jaren dit onderzoek op overtuigende wijze de hoofdlijnen aan. ^7^ Mededeellngen. Voorzitter van het comité is de directeur van het Staatsboschbeheer, secretaris de inspecteur, hoofd van den Plantenziekten- kundigen Dienst, en penningmeester de direc. teur van de Nederlandsche Heidemaatschappij. Het ligt In de bedoeling .door middel van een achttal artikeltjes die met tusschenrulmte van een week zullen verschijnen, onze lezers nader In te lichten over de resultaten, die dit onder zoek naar de ziekte, de wijze waarop rij wordt overgebracht en de middelen ter voorkoming en bestrijding, heeft opgeleverd. Als gevolg van de voortdurende hitte komen uit de kringen van het spoorwegpersoneel ern stige klachten binnen over de benauwende dlenstkleedlng, die zoo geheel vloekt met de In de laatste dagen beerschende temperatuur. Aahgerien dit personeel niet de beschikking heeft over zomerkleedlng en de verstrekking daarvan wel niet zoo tijdig zal kunnen ge schieden dat het personeel daar nog deaen zomer eenig nut van zal kunnen hebben, heeft het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Ver- eenlging van Spoor- en Tramwegpersoneel zich telegrafisch tot de directie van de Neder landsche Spoorwegen gewend met bet verzoek aan dit personeel te willen toestaan, cm zoo lang dit gewenscht Is. dienst te doen In eigen kleeding met dienstpet en distinctief. Z. H. Exc. de Bisschap van Haarlem beeft aan den weleerw. heer J. J. Brüning, pastoor van de parochie van den H. Joannes de Dooper te Pljnacker, op zijn verzoek met ingang van 1 October as. eervol ontslag verleend uit de geestelijke bediening. Pastoor Brüning, die in 1869 werd geboren en in 1894 priester gewijd, was sinds 1917 pastoor te Pljnacker. ZEerw. zal zijn Intrek nemen in bet St. Bavo-gesticht te Heemstede. BU deze warme dagen verlangden allen naar eenlge verfrisschlng, ging men pootje baden in den Rijn. Het zoontje van den heer B. waagde zich wel wat ver uit den wal. De vader wou hem terughalen, maar plotseUng gleed hij zelf uit en verdween in hetbljzjjn van vrouw en kin deren in de diepte. Doordat hij niet zwemmen kon, werd het ergste gevreesd. Wel werd spoedig met dreggen begonnen, maar het duurde meer dan een uur, voordat de drenkeling werd op gehaald. Kunstmatige ademhaling mocht niet meer baten. Van vrijzinnige zijde heeft men hier te lande de Fransche Katholieken nogal eens geroemd, omdat dezen zoo ruim van In zicht, zoo breed én zoo royaal van opvat ting zouden zjjn.... Die Fransche katholieke leiders, dit wa ren eerst flinke lui! Lang niet zoo pietepeuterig als de Ne derlandsche, die elschen, dat de Katholie ken als zoodanig aan politiek doen, en die het zóóver gebracht hebben, dat een Katholiek in Nederland zich niet meer be hoorlijk buiten de R. K. Staatspartij be wegen kan zonder met den vinger nagewe zen te worden Neen, dón de F*r&nsche leiders, die er voor gewaakt hebben, dat de Katholieken afzonderlijke politieke partij vormden! Nu is deze lofuiting o.i. niet heel en al verdiend, het is immers bekend, dat lang niet alle kathollere leiders in Frankrijk het laat-maar-waalen-systeem huldigen. De dreunende waarschuwing van Veuillot „als gij niet aan politiek doet, zal de politiek aan u doen!” is veelzeggend genoeg. Maar bovendien: de resultaten van de zoozeer geroemde houding dier Fransche Katholieken De treurige resultaten! We kregen er dezer dagen in de pers weer een voorbeeld van onder de oogen: „De anti-godsdienstige politiek van het Fransche gouvernement doet, na eerst het Fransche volk grootendeels te hebben ont kerstend, nu ook haar heilloozen invloed In de missielanden gevoelen. Dank zij hun In geboren edelmoedigheid hebben de Fran- schen altijd schitterend aan de behoeften der Katholieke Missles beantwoord. De drie groote Pauselijke Mksjlegenobtschappen zijn alle drie in Frankrijk ontstaan. In 1900 wa ren twee derde der missionarissen, die de niet-christelijke naties evangeliseerden, Franschen. Tegenwoordig overschrijdt het getal Fransche missionarissen niet meer het derde gedeelte van het gezamenlijk aantal missionarissen.” Ziet u: Tot dergelijke onttakeling voerde de tak- Uek der Fransche Katholieken. Wij kunnen ons voorstellen, dat onze te genstanders dit prachtig vinden, maar zij moeten niet denken, dat wij hun gevoelens deelen. Een schip op strand is een baken In zee en wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht! Zoolang er nog eenig inzicht bij ons huist, zullen wij de oude, beproefde lijn volgen en niet het voorbeeld van Frankrijk, waar het onder meer zoover ge komen is, dat sommige geestelijken met een groentewagen loopen of In een smidse wer ken om in hun levensonderhoud te voor zien Op sterken aandrang uit tuinderskringen kwamen enkele dagen geleden in de vergader zaal der Kamer van Koophandel te Leiden, op ultnoodlglng dier Kamer bijeen. Burgemeester en Wethouders van Nleuwveen, Ter Aar en Al- kemade, de besturen van de Tuinbouwveilingen te Lelden, Ter Aar en Roelofarendsveen, ter wijl mr. van Haastert namens den R.K. Boeren en Tuindersbond en eenlge belangstellenden uit zuivelkrlngen, mede aanwezig waren. volks- op de alleen de oorlogsperiode geleerd, maar be wijst ook de hedendaagsche noodwetgeving. Noemen wij alleen de Varkenswet: Hoezeer denkbeelden over „Planwirt- schaft” in de lucht zitten, blijkt wel het best, als men de hedendaagsche economi sche lectuur een weinig bijhoudt. Er gaat bijna geen week voorbij, of er komt een nieuw boek, van grooten of kleinen omvang, onze aandacht vragen. In Engeland, in Frankrijk, in Dultschland, overal waar eco nomische geschriften een markt kunnen vinden, treffen wij thans telkens weer boe ken aan, die de „Planwlrtschaft” behan delen, zij het om haar te bestrijden als uto pistisch en economisch zeer gevaarlijk, zij het om haar aan te prijzen als den eenigen weg, om ons uit de wereldcrisis te leiden, en crisissen in de toekomst te vermijden. Onder die vele geschriften is een klein boekje van prof. dr. Werner Sombart, waar in onder den titel „Die Zukunft des K a p 11 a 11 s m us” (Berlin, 1932) het vraag stuk der Planwlrtschaft wordt behandeld. Op dit geschrift hopen wü in een volgend artikel nader terug te komen. De beschouwing van het Dagelijksch Bestuur der R. K. Staatspartij over het rappórt-Welter en den huldigen crisis-toe- stand zal, naar wij vertrouwen, de aan dacht vinden en tevens de behartiging, welke dit stuk verdient. Het rapport heeft zooveel stof opgewor pen of doen opwerpen, dat de inhoud ervan voor menigeen minder duidelijk en zelfs ten deele onzichtbaar Is geworden, terwijl toch juist nu aan klaarheid en kennis van zaken de grootste behoefte bestaat. Een zakelijke en prlncipleele beschouwing sluit allerminst de critiek uit. Maar een andere vraag is, of bij de „beoordeeling” van het rapport en van den toestand in het algemeen niet Al te zeer de propaganda en het partij- en groepsbelang aan het woord komen. En op die vraag zouden wij, na al het geen in de laatste weken niet slechts ge sproken en geschreven, maar-ook, en voor al, gefulmineerd en gevonnist werd, geen ontkennend antwoord durven geven. Maar het is duidelijk, dat men met hef tige ontboezemingen en „simplistische leu zen" hoe pathetisch ook voorgedragen geen crisis bezweert, en niets verandert of verzacht aan den ernst van den tijd. En wat de „Hetze” en opzettelijke agita tie betreft, waarvan de staaltjes zich nog steeds vermenigvuldigen, het is duidelijk, dat men daardoor de verwarring nog groo ter maakt, dan ze reeds is, het inzicht der massa vertroebelt en op ergerlijke wijze de tegenstelling verscherpt tusschen de ver schillende deelen van ons volk. Dat de katholieken krachtens hun begin sel en als volkspartij tegen zulk een bedrijf stelling hebben te nemen, behoeft nauwe lijks gezegd. Het ligt geheel in onze lijn en behoort tot onze traditie de ware saamhoorigheid te bevorderen, „welke”, zooals het Dage lijksch Bestuur der R. K. Staatspartij zich uitdrukt, „alleen In staat is moeilijkheden te overwinnen en een betere toekomst op te bouwen.” De beschouwing van het D. B. houdt op dit en op andere punten een zeer te waar- deeren waarschuwing in. Er moge naar worden geluisterd, te meer nu straks onze kiezers-organlsatles het concept-program voor 1933 zullen moe ten bespreken en ook daarbij de schakel leggen tusschen heden en toekomst. Terecht stelt het Dagelijksch Bestuur voorop, dat de Katholieke Staatspartij in dezen tijd den zwaren plicht heeft richting te geven aan denken en streven, en dat zij daarbij tevens een bij uitstek nationale taak te vervullen heeft. Geen klasse -politiek dus, maar politiek, en deze politiek gevoerd i grondslagen van kennis en beginsel. De uiteenzetting van het D. B., welke zich niet bepaalt tot het rapport-Welter, geeft daarvoor op sobere, maar tevens duidelijke en export aangewezen is. In om land zou voor de oplossing van de crisis reeds veel bereikt zijn, wanneer de hooge, vaak onoverkoom bare, tarlefmuren, die om verschillende, ja bijna alle, landen zijn gebouwd, geleidelijk werden verlaagd. Geleidelijk, want hoezeer men ze ook moge verfoeien, de landen, die nu eenmaal den verkeerden weg van het protectionisme opgegaan zijn, kunnen niet eensklaps ten de* van politiek veranderen. Om in eigen land een débacie te voorko men, zullen ze gedwongen zijn, heel lang zaam en heel geleidelijk van de dwalingen huns weegs terug te komen. Dat wij, in ons economisch verweer, schier ongemerkt tot eenigerlei toepassing van - „Planwlrtschaft” kunnen komen, heeft niet In het Jaar 1918 trad in ons land voor het eerst een ziekte in de iepen of olmen op, die door haar hevigheid dadelijk de aandacht trok. Plotseling verdorden groote takken, meestal in den top van den boom en vooral jonge boomen stierven in korten tijd geheel af. Bij oudere boomen verliep de ziekte meestal niet zoo snel, maar vele van deze vertoonden ook zeer duidelijk verschijnselen van verdro. ging der bladeren en gingen daaraan na eenlge jaren te gronde. Deze verschijnselen neemt men thans nog bij vele boomen waar. In de eerste jaren werden vooral de Zulde- Hjkp provincies en het midden van het land door de ziekte geteisterd, zoowel in de steden als daarbuiten. Vooral in Rotterdam is de ziekte van het begin af In zeer sterke mate opgetreden. Thans heerscht zjj overal in ons land, óók in de Noordelijke provinciën, waar zij tot voor eenlge Jaren nog weinig voorkwam. Toch zijn er nog streken, waar de aantasting geringer is; daartoe behoort o.a. de kuststreek. Vrijwel tegelijk met de eerste waarnemingen in ons land is de ziekte ook in Frankrijk, Bel gië en Dultschland met groote heftigheid op. getreden, terwijl zij ook in Engeland en in Noord-Italië voorkomt. Door haar snelle uitbreiding en de vele slachtoffers, die zij maakt, is de iepenziekte thans bU allen, die belang hebben bij het be houd van den lep voor straat-, weg- en dijk- beplantingen zeer gevreesd. Van het eerste optreden af hebben onze plantenriektenkundlgen zich bezig gehouden met het onderzoek naar de oorzaak der ziekte, de wijze, waarop zij van den eenen boom op den anderen werd overgebracht en de midde len, waardoor zij zou kunnen worden voorko men of bestreden. Ten einde dit onderzoek zoo volledig en zoo stelselmatig mogelijk te doen uitvoeren, heb ben de verschillende wetenschappelijke instel lingen en rijks- en particuliere diensten in ons land, die rich met plantenriektenkundlg on derzoek en met boschbouw en houtteelt bezig houden, zich vereenlgd in een comité tot be. studeering en bestrijding van de iepenziekte, kortweg „lepenriekte-Comlté" genoemd. Dit Comité heeft met behulp van geldeljjke bij dragen van rijk, provincies, gemeenten, water schappen en polders en van particulieren ge- f'.' x’*?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5