Economisch mode-onderwerp
Prikkeldraad
I
I
w
1 Richtlijnen
Ziekte van Weil
VAN TWEE BALLONNEN
Fransch voorbeeld
Hitler: Donnerwetterals mijn ballonnetje
De iepenziekte
Steun noodig
eens zoo was opgegaan!
„Planwlrtschaft"
MAANDAG 22 AUGUSTUS
4
Tuinbouw in nood
LUCHTIGER KLEEDING
Treinpersoneel krijgt het te Wam
Emeritaat pastoor J. J. Brüning
LAGE WATERSTAND
Haai in de Schelde
De doodende draad
DROEVIG VACANTIE-EINDE
k
JOHAN MAURITS VAN
NASSAU
Aan de gevolgen overleden
Riviertje* grootendeel* droog
ff
t
A
A
r
ge-
geen
m
KI*
SS
Eén sterfgeval te Rotterdam
lenst heeft zich in overleg met
>d
uit
B-
Op de Schelde nabij Bergen op Zoom la een
haal gevangen. Het dier, een jong exemplaar,
Is circa een Meter lang.
Te Fijnaart overleed mevr. J., die In bet be
gin van Augustus bij een auto-ongeluk op den
Tllburgschenweg ernstig verwond werd.
Zaterdagmiddag is 't f lottiel Jevaartuig .Johan
Maurits van Nassau" in aanbouw bjj de N. V.
Koninklijke Maatschappij .JJe Schelde" te VHs-
singen voor de Kon. Ned. Marine, te water ge
laten. De laatste beletselen werden weggeno
men door mevr. v. d. Stad, echtgenoote van
den toekomstigen commandant van dit vaar
tuig. Het schip wordt gebouwd speciaal voor
den dienst In de tropen en zal in West-Indié
gestationneerd worden.
De .Johan Maurlts van Nassau" is ontwor
pen door het Departement van Defensie, onder
leiding van den directeur van scheepsbouw, jhr.
Ir. M. Rappard. BU de uitvoering is de hoofd
ingenieur der Marine, de heer O. de Rooy, met
het toezicht belast, terwUl het nautisch tech
nisch toezicht door den heer N. J. v. d. Stad,
kapitein-lultenant ter zee, wordt uitgeoefend,
die daartoe te Vlissingen gestationneerd Is.
De hoofdafmetingen van het flottieljevaar-
tulg zijn: lengte over alles 78.65 M.; grootste
breedte op buitenkant spanten 11.60 M.; holte
In de zijde tot bovendek 6.45 M.
De werkman O. uit Oudemolen onder Bij
naar t, die werkzaam was te Rucphen, kwam
daar in aanraking met de draden van het
electrisch net, welke onder stroom stonden. Hjj
viel uit den paal. Nadat hem geestelUke en ge
neeskundige hulp verleend was, werd hij ver
voerd naar het St. Ignatius-Ziekenhuis te Bre
da.
De familie B., bestaande uit 4 personen, was
te Wagenlngen gelogeerd ten huize van een
familielid.
Met groote duidelijkheid werd de nood van
den tuinbouw geschetst. Zoo werd gememoreerd
dat in Ter Aar de opbrengst per Rjjnalndsche
roe was: in 1928 5, in 1929 3.65, in 1930
2.65, In 1931 2.49, terwijl voor 1932 nog veel
minder verwacht wordt.
De laatste twee jaren heeft het Nederland
sche volk gedeeltelUk geleefd op kosten van den
land- en tuinbouw, wat tot gevolg heeft gehad,
dat de land- en tuinbouwbedrijven thans vol
komen zUn uitgeperst.
Op krachtdadige bevordering van den export
werd zeer sterk aangedrongen. Deze zou evenwel
voor dit jaar voor een groot deel reeds te laat
komen, omdat vele producten reeds geoogst en
verkocht zijn. Steun was daarom niet alleen
noodig, maar ook kon de regeering verplicht
geacht worden dezen te verleenen. Andere lan
den hadden Immers, naar de eigen woorden van
den Minister, voor hun producten bj) den uit
voer naar Dultschland veel meer voordeelen
kunnen bedingen dan Nederland, ondanks dat
Nederland een zeer vee! beter klant was dan
die landen.
Met algemeene stemmen werd daarop beslo
ten, een adres te zenden aan Z. Exc. den Mi
nister van Economische Zaken en Arbeid, waarin
dezen verzocht werd te willen mededeelen of de
Nederlandsche Regeering bereid is ten spoedigste
de meest krachtige maatregelen te nemen opdat
voor 1932 voor de tuinderij nog een behoorlijke
hoeveelheid producten naar Dultschland zal
kunnen worden geëxporteerd en daarvoor be
taling verkregen zal kunnen worden, daarbij in
aanmerking nemende, dat Nederland belangrijk
meer voordeelen dient te behalen dan andere
landen die als afnemers van Dultschland voor
dit land van veel geringer beteekenis zijn.
In Italië is het Fascisme in deze richting
al reeds zeer ver gegaan, naar veler
meenlng reeds veel te ver. Paus Pius XI
wijst er in zijn Encycliek t „Quadrageslmo
Anno” met klem op. Na een uiteenzetting
▼an het hedendaagsche Italiaansche eco
nomisch systeem gegeven te hebben, laat
de Paus daarop volgen;
Een andere toepassing van de Planwlrt-
■chaft-gedachte treffen we aan in Sovjet-
Rusland, waar de feitelijke uitwerking van
de communistische staats- en maatschap
pij-opvattingen geleid heeft tot een zuiver
Btaats-kapitalisme. Ook al een vorm, die
voor ons weinig aantrekkelijkheid bezit.
Dit kan men echter wel zeggen, dat alle po
gingen in ons land in de richting van een!
geriei Planwlrtschaft, er steeds mee rekening
kullen moeten houden, dat zoowel onze
landbouw als onze industrie noodzakelijker
wijze daarom voor een zeer groot, deel op
De waterstand op de Maas is thans zeer laag
en de val gaa degelijks verder; zoo meldde
Engelen (Maas) op 19 Aug. een stand van 63
cM. en een val van 25 cM.; de sluis St. An
dries aan de Maas een stand van 66 cJl. en een
val van 10 c.M.
In de Meierij is de stand van Aa en Dommel
van dien aard, dat de riviertjes op verschillende
punten grootendeels droog staan.
In de heldecomplexen van Oost-Brabant be
vatten vele vennen geen water meer.
„dat, naar Wtj zeker weten, velen de
vrees koesteren, dat de Staat zich in de
plaats zal stellen van het vrije initiatief,
terwijl hij zich tot een noodzakelijke en
voldoende hulp zou moeten beperken. Ook
vreest men, dat dit nieuwe organisatie-
raden-verband een al te bureaucratisch en
Politiek karakter zal dragen en, niettegen
staande die erkende algemeene voordeelen,
eerder voor particuliere politieke doeleinden
«al dienen, dan bijdragen tot het herstel en
de bevordering van een betere soalale orde.”
Ook in Rotterdam en Schlebroek hebben zich
gevallen van de ziekte van Well voorgedaan.
BU elf personen heeft men die ziekte gecon
stateerd en daarvan is één patiënt aan de ge
volgen overleden.
In verband met deze mededeellngen heeft de
„Telegraaf” zich gewend tot den directeur van
den Geneeskundigen Dienst, den heer J. E. Feis-
ser. die Inderdaad deze mededeellngen beves
tigde. De heer Felsser Het er echter direct op
volgen, dat men zich over de geconstateerde
feiten niet ongerust behoeft te maken.
Het is geen zeldzaamheid, zoo zelde de heer
Felsser, dat bjj groote steden, waar veel open
water is. enkele menschen. die in dit water
zwemmen, door de ziekte worden aangetast.
Het valt echter moeilijk te zeggen, of er niet
meer patiënten zijn. Wel is waar openbaart
zich de ziekte veelal door geelzucht, doch er zijn
ook gevaUen. waarbij men geen geelzucht heeft.
WU vroegen den heer Felsser nog. of er reeds
maatregelen waren genomen om de ziekte tegen
te gaan. ZUn antwoord luidde bevestigend. De
Geneeskundige Öii
de Commissie van Staatstoezicht en den bur
gemeester gewend tot den burgemeester van
Schlebroek. ten einde aan den Wilgenpias, waar
duizenden menschen dagelUks zwemmen, maat
regelen te nemen opdat uitbreiding van de
ziekte voorkomen kan worden.
Onder de elf patiënten waren er vier die al
leen aan den Wilgenpias hadden gezwommen,
terwijl de overige patiënten ook elders een bad
hadden genomen. NabU den Wilgenpias zullen
thans eenlge slooten, die naar het zwembad
leiden, worden gedempt, terwUl voorts een ver
bod zal worden uitgevaardigd, waarin wordt
bepaald, dat de bezoekers van den Wilgenpias
geen resten van etenswaren mogen achterla
ten. De heer Felsser legde er nogmaals den na
druk op. dat het aantal van vier patiënten, die
geregeld aan den Wllgenplas kwamen, geens
zins verontrustend is. „Ik wijs u er voorts op,"
zoo vervolgde de heer Felsser, „dat de ziekte
ook wel door een hond kan worden overge-
braaht”
De ziekte wordt veroorzaakt door een bacil,
dien de rat in haar urine uitlaat. Verdelgt men
de ratten zooveel mogelijk of zorgt men er
voor, dat de beesten zich niet te goed kunnen
doen aan etensresten, die bU een zwemgelegen-
heid worden achtergelaten, dan wordt de ziekte
daarmede reeds flink bestreden. WU zullen
voorloopig moeten afwachten of zich meerdere
ziektegevallen voordoen.
Mocht dit gebeuren dan zullen wü zeker niet
schromen voor te stellen de open swemgele-
genheden te doen sluiten.
*t Is zonderling: als er een nieuwe
dachte door een typeerend woord moet
worden aangeduid, staan de Duitschers
aanstonds gereed,* en smedey een nieuw
Dultsch woord. Wij echter beginnen steeds
met het vreemde woord over te nemen,
jater Komt er dan nog wel eens een Hol-
Jandsche term, als deze er tenminste komt!
Zoo gaat het in onze dagen weer met het
woord „Planwlrtschaft”, dat we maar on
vertaald plegen over te nemen. Waarom
komen we niet overeen dit Duitsche woord
te veltijden en in gewoon goed Hollandsch
te spreken van „gebonden, of: van boven
af geleide, volkshuishouding”?
’t Is wel begrijpelijk, dat dit het econo
misch mode-onderwerp is. Onder de oor
zaken van de hedendaagsche wereldcrisis be
hoort toch zeker de niet van boven af ge
leide productie, waardoor het mogelijk was.
dat er alom overproductie kwam, daardoor
enorme prijsdaling, waardoor de kostprij
zen bij verkoop van producten niet meer
kunnen worden bedongen.
Thans is eigenlijk de marktprijs de voor
naamste regulateur van de productie: da
len de prijzen, dan weet men, dat men de
productie behoort in te krimpen, althans
de productiekosten te verlagen. En stijgen
de prijzen, dan prikkelt dit de producen
ten, om meer te produceeren. Maar ieder
is vrij om te produceeren wat hij wil en
zooveel als hij wil. Daardoor vooral meent
men, is het nu spaak geloopen. De pro
ductie is veel grooter geworden dan de
koopkrachtige behoefte.
Men meent nu een middel hiertegen ge
vonden te hebben: de vrijheid om te pro
duceeren zooveel men wil, moet ingeperkt
worden. Hoever Daarin verschilt men van
meening. Hoe Daarover is men het ook
niet eens.
De socialisten willen de geheele productie
aan de „gemeenschap” brengen, zelfs alle
eigendom van productiemiddelen (fabrie
ken, machines, werktuigen, enz.). Het Rus
sische experiment leert ons, dat het prac-
tisch neerkomt op staatsexploitatie; in een
of anderen vorm. De Staat regelt dan het
geheele productie-proces, stelt vast wat en
hoeveel er geproduceerd zal worden.
Als men dat in ieder land doet, kan het
nog misloopen, wanneer de verschillende
„plannen” niet behoorlijk in elkaar slui
ten. Eigenlijk zou men dus moeten invoe
ren een wereld-Planwirtschaft. Prof. Aal-
berse noemde dit te Rolduc een utopie, en
hij voegde er de waarschuwing bij: wie zijn
toekomst-politiek baseert op een utopie is
een dwaas.
Wanneer dus ieder land afzonderlijk de
Planwlrtschaft ter hand neemt, is er aller
eerst het gevaar, dat de plannen niet als
een bus op elkaar sluiten; daardoor kan
ook dan nog een crisis ontstaan.
Maar er is nog een ander gevaar: dat die
toekomstige opperlelders der productie zich
in *t schatten der te bevredigen behoeften
vergissen, gelijk na den wereldoorlog het
meerendeel der ondernemers zich klaar-
blljkelijk vergist heeft. En de kans om zich
te vergissen zal des te grooter zijn, naar
mate de Planwlrtschaft verder doorgevoerd
is. Immers, des te mjnder zal er van een
marktprijs sprake zijn. Het meest aange
wezen middel, om de voorhanden behoef
ten, die bevrediging vragen, te peilen, zal
daardoor ontbreken.
Toch zit de reactie tegen het liberale
vrijheidssysteem in de lucht. Tegen de uit
wassen op sociaal gebied trad alom de
Staat reeds op met zijn sociale wetgeving.
De vakvereenlgingen der arbeiders, die door
het sluiten van collectieve arbeidsovereen
komsten een^e ordening willen brengen in
de arbeidsvoorwaarden, beperken daardoor
de individueele vrijheid niet alleen van de
ondernemers, maar ook van de arbeiders
De trusts, kartels en concerns zijn even
zeer in de maatschappij opgekomen en uit
gegroeide middelen, om de individueele
vrijheid der ondernemingen aan banden te
leggen. Verkoop- en inkoop-coöperaties
hebben economisch bezien, dezelfde strek
king. Er is dus, vergeleken bij hetgeen de
toestand was voor een halve eeuw, al heel
wat vrijheid door gebondenheid vervangen.
Zal daarbij nu komen een regeling, van
bovenaf, van de productie
Wij twijfelen er niet aan, of de maat
schappelijke ontwikkeling zal dezen kant
uitgaan. Hoever Dat valt met geen moge
lijkheid vooraf te zeggen. Zelfs het hoe
niet.
Aandrang op de regeering voor
onmiddellyken export
- durende een tweetal Jaren dit onderzoek op
overtuigende wijze de hoofdlijnen aan. ^7^
Mededeellngen. Voorzitter van het comité is de
directeur van het Staatsboschbeheer, secretaris
de inspecteur, hoofd van den Plantenziekten-
kundigen Dienst, en penningmeester de direc.
teur van de Nederlandsche Heidemaatschappij.
Het ligt In de bedoeling .door middel van een
achttal artikeltjes die met tusschenrulmte van
een week zullen verschijnen, onze lezers nader
In te lichten over de resultaten, die dit onder
zoek naar de ziekte, de wijze waarop rij wordt
overgebracht en de middelen ter voorkoming
en bestrijding, heeft opgeleverd.
Als gevolg van de voortdurende hitte komen
uit de kringen van het spoorwegpersoneel ern
stige klachten binnen over de benauwende
dlenstkleedlng, die zoo geheel vloekt met de
In de laatste dagen beerschende temperatuur.
Aahgerien dit personeel niet de beschikking
heeft over zomerkleedlng en de verstrekking
daarvan wel niet zoo tijdig zal kunnen ge
schieden dat het personeel daar nog deaen
zomer eenig nut van zal kunnen hebben, heeft
het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Ver-
eenlging van Spoor- en Tramwegpersoneel
zich telegrafisch tot de directie van de Neder
landsche Spoorwegen gewend met bet verzoek
aan dit personeel te willen toestaan, cm zoo
lang dit gewenscht Is. dienst te doen In eigen
kleeding met dienstpet en distinctief.
Z. H. Exc. de Bisschap van Haarlem beeft
aan den weleerw. heer J. J. Brüning, pastoor
van de parochie van den H. Joannes de Dooper
te Pljnacker, op zijn verzoek met ingang van
1 October as. eervol ontslag verleend uit de
geestelijke bediening. Pastoor Brüning, die in
1869 werd geboren en in 1894 priester gewijd,
was sinds 1917 pastoor te Pljnacker.
ZEerw. zal zijn Intrek nemen in bet St.
Bavo-gesticht te Heemstede.
BU deze warme dagen verlangden allen naar
eenlge verfrisschlng, ging men pootje baden in
den Rijn.
Het zoontje van den heer B. waagde zich
wel wat ver uit den wal. De vader wou hem
terughalen, maar plotseUng gleed hij zelf uit
en verdween in hetbljzjjn van vrouw en kin
deren in de diepte. Doordat hij niet zwemmen
kon, werd het ergste gevreesd. Wel werd spoedig
met dreggen begonnen, maar het duurde meer
dan een uur, voordat de drenkeling werd op
gehaald. Kunstmatige ademhaling mocht niet
meer baten.
Van vrijzinnige zijde heeft men hier te
lande de Fransche Katholieken nogal eens
geroemd, omdat dezen zoo ruim van In
zicht, zoo breed én zoo royaal van opvat
ting zouden zjjn....
Die Fransche katholieke leiders, dit wa
ren eerst flinke lui!
Lang niet zoo pietepeuterig als de Ne
derlandsche, die elschen, dat de Katholie
ken als zoodanig aan politiek doen, en
die het zóóver gebracht hebben, dat een
Katholiek in Nederland zich niet meer be
hoorlijk buiten de R. K. Staatspartij be
wegen kan zonder met den vinger nagewe
zen te worden
Neen, dón de F*r&nsche leiders, die er voor
gewaakt hebben, dat de Katholieken
afzonderlijke politieke partij vormden!
Nu is deze lofuiting o.i. niet heel en al
verdiend, het is immers bekend, dat lang
niet alle kathollere leiders in Frankrijk het
laat-maar-waalen-systeem huldigen. De
dreunende waarschuwing van Veuillot „als
gij niet aan politiek doet, zal de politiek
aan u doen!” is veelzeggend genoeg.
Maar bovendien: de resultaten van de
zoozeer geroemde houding dier Fransche
Katholieken
De treurige resultaten!
We kregen er dezer dagen in de pers
weer een voorbeeld van onder de oogen:
„De anti-godsdienstige politiek van het
Fransche gouvernement doet, na eerst het
Fransche volk grootendeels te hebben ont
kerstend, nu ook haar heilloozen invloed In
de missielanden gevoelen. Dank zij hun In
geboren edelmoedigheid hebben de Fran-
schen altijd schitterend aan de behoeften
der Katholieke Missles beantwoord. De drie
groote Pauselijke Mksjlegenobtschappen zijn
alle drie in Frankrijk ontstaan. In 1900 wa
ren twee derde der missionarissen, die de
niet-christelijke naties evangeliseerden,
Franschen. Tegenwoordig overschrijdt het
getal Fransche missionarissen niet meer
het derde gedeelte van het gezamenlijk
aantal missionarissen.”
Ziet u:
Tot dergelijke onttakeling voerde de tak-
Uek der Fransche Katholieken.
Wij kunnen ons voorstellen, dat onze te
genstanders dit prachtig vinden, maar zij
moeten niet denken, dat wij hun gevoelens
deelen.
Een schip op strand is een baken In zee
en wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt
zich zacht! Zoolang er nog eenig inzicht
bij ons huist, zullen wij de oude, beproefde
lijn volgen en niet het voorbeeld van
Frankrijk, waar het onder meer zoover ge
komen is, dat sommige geestelijken met een
groentewagen loopen of In een smidse wer
ken om in hun levensonderhoud te voor
zien
Op sterken aandrang uit tuinderskringen
kwamen enkele dagen geleden in de vergader
zaal der Kamer van Koophandel te Leiden, op
ultnoodlglng dier Kamer bijeen. Burgemeester
en Wethouders van Nleuwveen, Ter Aar en Al-
kemade, de besturen van de Tuinbouwveilingen
te Lelden, Ter Aar en Roelofarendsveen, ter
wijl mr. van Haastert namens den R.K. Boeren
en Tuindersbond en eenlge belangstellenden uit
zuivelkrlngen, mede aanwezig waren.
volks-
op de
alleen de oorlogsperiode geleerd, maar be
wijst ook de hedendaagsche noodwetgeving.
Noemen wij alleen de Varkenswet:
Hoezeer denkbeelden over „Planwirt-
schaft” in de lucht zitten, blijkt wel het
best, als men de hedendaagsche economi
sche lectuur een weinig bijhoudt. Er gaat
bijna geen week voorbij, of er komt een
nieuw boek, van grooten of kleinen omvang,
onze aandacht vragen. In Engeland, in
Frankrijk, in Dultschland, overal waar eco
nomische geschriften een markt kunnen
vinden, treffen wij thans telkens weer boe
ken aan, die de „Planwlrtschaft” behan
delen, zij het om haar te bestrijden als uto
pistisch en economisch zeer gevaarlijk, zij
het om haar aan te prijzen als den eenigen
weg, om ons uit de wereldcrisis te leiden,
en crisissen in de toekomst te vermijden.
Onder die vele geschriften is een klein
boekje van prof. dr. Werner Sombart, waar
in onder den titel „Die Zukunft des
K a p 11 a 11 s m us” (Berlin, 1932) het vraag
stuk der Planwlrtschaft wordt behandeld.
Op dit geschrift hopen wü in een volgend
artikel nader terug te komen.
De beschouwing van het Dagelijksch
Bestuur der R. K. Staatspartij over het
rappórt-Welter en den huldigen crisis-toe-
stand zal, naar wij vertrouwen, de aan
dacht vinden en tevens de behartiging,
welke dit stuk verdient.
Het rapport heeft zooveel stof opgewor
pen of doen opwerpen, dat de inhoud ervan
voor menigeen minder duidelijk en zelfs
ten deele onzichtbaar Is geworden, terwijl
toch juist nu aan klaarheid en kennis van
zaken de grootste behoefte bestaat.
Een zakelijke en prlncipleele beschouwing
sluit allerminst de critiek uit. Maar een
andere vraag is, of bij de „beoordeeling”
van het rapport en van den toestand in
het algemeen niet Al te zeer de propaganda
en het partij- en groepsbelang aan het
woord komen.
En op die vraag zouden wij, na al het
geen in de laatste weken niet slechts ge
sproken en geschreven, maar-ook, en voor
al, gefulmineerd en gevonnist werd, geen
ontkennend antwoord durven geven.
Maar het is duidelijk, dat men met hef
tige ontboezemingen en „simplistische leu
zen" hoe pathetisch ook voorgedragen
geen crisis bezweert, en niets verandert of
verzacht aan den ernst van den tijd.
En wat de „Hetze” en opzettelijke agita
tie betreft, waarvan de staaltjes zich nog
steeds vermenigvuldigen, het is duidelijk,
dat men daardoor de verwarring nog groo
ter maakt, dan ze reeds is, het inzicht der
massa vertroebelt en op ergerlijke wijze de
tegenstelling verscherpt tusschen de ver
schillende deelen van ons volk.
Dat de katholieken krachtens hun begin
sel en als volkspartij tegen zulk een bedrijf
stelling hebben te nemen, behoeft nauwe
lijks gezegd.
Het ligt geheel in onze lijn en behoort
tot onze traditie de ware saamhoorigheid
te bevorderen, „welke”, zooals het Dage
lijksch Bestuur der R. K. Staatspartij zich
uitdrukt, „alleen In staat is moeilijkheden
te overwinnen en een betere toekomst op
te bouwen.”
De beschouwing van het D. B. houdt op
dit en op andere punten een zeer te waar-
deeren waarschuwing in.
Er moge naar worden geluisterd, te
meer nu straks onze kiezers-organlsatles
het concept-program voor 1933 zullen moe
ten bespreken en ook daarbij de schakel
leggen tusschen heden en toekomst.
Terecht stelt het Dagelijksch Bestuur
voorop, dat de Katholieke Staatspartij in
dezen tijd den zwaren plicht heeft richting
te geven aan denken en streven, en dat zij
daarbij tevens een bij uitstek nationale
taak te vervullen heeft.
Geen klasse -politiek dus, maar
politiek, en deze politiek gevoerd i
grondslagen van kennis en beginsel.
De uiteenzetting van het D. B., welke zich
niet bepaalt tot het rapport-Welter, geeft
daarvoor op sobere, maar tevens duidelijke
en
export aangewezen is. In om land zou voor
de oplossing van de crisis reeds veel bereikt
zijn, wanneer de hooge, vaak onoverkoom
bare, tarlefmuren, die om verschillende, ja
bijna alle, landen zijn gebouwd, geleidelijk
werden verlaagd. Geleidelijk, want hoezeer
men ze ook moge verfoeien, de landen, die
nu eenmaal den verkeerden weg van het
protectionisme opgegaan zijn, kunnen niet
eensklaps ten de* van politiek veranderen.
Om in eigen land een débacie te voorko
men, zullen ze gedwongen zijn, heel lang
zaam en heel geleidelijk van de dwalingen
huns weegs terug te komen.
Dat wij, in ons economisch verweer, schier
ongemerkt tot eenigerlei toepassing van -
„Planwlrtschaft” kunnen komen, heeft niet
In het Jaar 1918 trad in ons land voor
het eerst een ziekte in de iepen of olmen op,
die door haar hevigheid dadelijk de aandacht
trok. Plotseling verdorden groote takken,
meestal in den top van den boom en vooral
jonge boomen stierven in korten tijd geheel
af. Bij oudere boomen verliep de ziekte meestal
niet zoo snel, maar vele van deze vertoonden
ook zeer duidelijk verschijnselen van verdro.
ging der bladeren en gingen daaraan na eenlge
jaren te gronde. Deze verschijnselen neemt
men thans nog bij vele boomen waar.
In de eerste jaren werden vooral de Zulde-
Hjkp provincies en het midden van het land
door de ziekte geteisterd, zoowel in de steden
als daarbuiten. Vooral in Rotterdam is de
ziekte van het begin af In zeer sterke mate
opgetreden. Thans heerscht zjj overal in ons
land, óók in de Noordelijke provinciën, waar
zij tot voor eenlge Jaren nog weinig voorkwam.
Toch zijn er nog streken, waar de aantasting
geringer is; daartoe behoort o.a. de kuststreek.
Vrijwel tegelijk met de eerste waarnemingen
in ons land is de ziekte ook in Frankrijk, Bel
gië en Dultschland met groote heftigheid op.
getreden, terwijl zij ook in Engeland en in
Noord-Italië voorkomt.
Door haar snelle uitbreiding en de vele
slachtoffers, die zij maakt, is de iepenziekte
thans bU allen, die belang hebben bij het be
houd van den lep voor straat-, weg- en dijk-
beplantingen zeer gevreesd.
Van het eerste optreden af hebben onze
plantenriektenkundlgen zich bezig gehouden
met het onderzoek naar de oorzaak der ziekte,
de wijze, waarop zij van den eenen boom op
den anderen werd overgebracht en de midde
len, waardoor zij zou kunnen worden voorko
men of bestreden.
Ten einde dit onderzoek zoo volledig en zoo
stelselmatig mogelijk te doen uitvoeren, heb
ben de verschillende wetenschappelijke instel
lingen en rijks- en particuliere diensten in ons
land, die rich met plantenriektenkundlg on
derzoek en met boschbouw en houtteelt bezig
houden, zich vereenlgd in een comité tot be.
studeering en bestrijding van de iepenziekte,
kortweg „lepenriekte-Comlté" genoemd. Dit
Comité heeft met behulp van geldeljjke bij
dragen van rijk, provincies, gemeenten, water
schappen en polders en van particulieren ge-
f'.' x’*?