*n Vermogen in den vuilnisbak HERFSTDRADEN HET REUZENKOOPJE DE VROUW MET HET MASKER RADIO-PROGRAM De olifant Alle abonné’s VRIJDAG 2 SEPTEMBER VERHAAL VAN DEN DAG Zaterdag 3 September Betaald Edison Tusschen artist FEUILLETON xxni Wonderlijke verdwij ning van een advocaat DE BEDELAARS VAN MADRID AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MA'AL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 1 dood-enkel uitvinding ge- ging en (Nadruk verboden). 2.20 bezems te mogen Ik jtr v(jf en s= in Londen, (Wordt vervolaó). overgegeven. De verleiding, om op deze gemak- kelljke manier geld te verdienen, was te groot voor hem geweest. HU had in den loop der Jaren. dank zijn intelligentie, vele honderden ponden bij elkaar gebedeld, meer dan hy gedurende dien selfden tijd uit zijn practljk zou hebben kunnen oversparen. Hij was ten laatste slachtoffer ge worden van het bedelaarsverbond, dat achter zijn dubbel leven gekomen was. Het geval van mr. Cranage werd zelfs onder werp voor een interpellatie in het Parlement. Een afgevaardigde verlangde in allen ernst een algeheel verbod om te bedelen voor geheel En geland. oude alles VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS 8 20 10 50 hij zoo plech- meest fantas- pbgulke tijden orRde aderen. «45 G. van het •'i Geheime bedelarij Engeland beschikt over een groote bedelaars traditie. Nergens is men tegenover bedelaars zoo vrijgevig als juist in Engeland. Geen wonder, dat zeer velen dit winstgevend beroep opvatten. De verleiding is stellig zeer groot. Een bekend advocaat uit Brighton bezweek .er voor tegen het eind der vorige eeuw. HU heette James Cranage en was het middelpunt van een crimineele zaak, welke destijds veel stof opjoeg. Mevr. Cranage bemerkte wel, dat haar man veel zakenreizen naar Londen maakte, maar zij dacht daarbij aan niets kwaads. Cranage kwam steeds in de beste stemming en met cadeaux voor de kinderen terug. Tot hjj op zekeren dag niet meer weerkeerde. Mevr. Cranage deed aan gifte by Scotland Yard en spoedde zich ten slotte zelf naar Londen. Het verdwijnen van den advo caat baarde groot opzien. Iedereen dacht aan een misdaad. De oplossing van dit raadsel, welke ten slotte door een scherpzinnig detective werd gevonden, verbaasde niet minder. Daar namelijk reeds te veel tijd verstreken was om van een bezoek aan de talrijke Londensche lijkenhuizen nog heil te verwachten, legde men mevr. Cranage de foto's voor van een aantal dezer onbekende dooden uit den laatsten tijd. Een der portretten herkende zl met ontzetting als dat van haar verdwenen echtgenoot. Het was het Ijjk van een Onbekenden bedelaar, dién men acht dagen ge leden uit de Theems had opgehaald. De verdere onderzoekingen wezen uit dat James Cranage ■ich reeds vele jaren aan geheime bedelarij had Het bedelaars-paleis Een waar paradijs voor bedelaars is ook Madrid. Bijna tien procent der bevolking van deze schilderachtige stad leeft in hoofdzaa'k of voor een gedeelte van deze weinig vermoeiende bezigheid. Den vreemdeling, die Madrid gron diger bezichtigen wil, wordt o.a. ook midden in de armenwijk een daar dubbel opvallend paleis ge toond. dat de Madrllenen het bedelaars-paleis noemen. Het staat al vele decennia leeg en is van binnen geheel vervallen. De stichter was een Madrileensche kerkbedelaar, genaamd Daniel Cortyz. die omstreeks het midden der vorige eeuw leefde en die meer dan een mlllloen peseta bij elkaar gebedeld had. Weliswaar had hij dat niet alleen klaargespeeld. De goede Cortyz had nl een echt bedel-groot-bedrijf opgericht. Meer dan 50 misvormde kinderen stonden in zijn dienst en alle andere bedelaars moesten hem een belasting betalen, welke hij zelf vaststelde. Hij was de onbestreden koning der Madrileensche bedelaars. HU werd op zekeren dag in zijn huis, dat hij geheel alleen bewoonde vermoord gevonden. Men is thans nog de meenlng toegedaan, dat hij ver- moord Is door de bedelaars, die zijn tyrannle moe waren. Daar hij geenerlel testament achterliet, verviel zijn vermogen na eenigen tijd aan den staat MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Pessimistisch drogist op punt vacantie te nemen: „Gooi dat middeltje tegen een verbrande huid maar weg; doe lie ver dropwater in je fleschje.” Edison bemerkte toen dadelijk waar het om wat voor spek hij in de kuip had en zei niets meer. de journalist had de vraag gedaan, 'n half dozijn dames bj) stonden hem om te ontsnappen, zelfs al had hfj dat gewild. Haar mond plooide zich opeens tot een glimlach. Zij trok haar hand uit haar mof, en stak hem die toe voor de eerste maal. U bent dus nog altijd in Londen, mr. Maurice, zei ze. Ik ben erg blij, u te zien. Die woorden klonken vreemd uit haar mond. Ik ben nog altijd in Londen, zeide hjj. Ik dacht, dat u naar Marlenbad zou gaan? Ik stelde het uit, tot het te laat was. antwoordde zij. Zou u een klein eindje met me mee willen loopen? zei ze dan kortaf. Ik zou u even willen spreken. Als ik mag, antwoordde hij eenvoudig. ZIJ beval den chauffeur weg te rijden, en zij liepen langzaam voort. Het spijt me, begon ze. dat ik toen onaardig tegen u was, toen u dat meisje bij me bracht. U had precies gedaan, wat behoor lijk was, en ik was hatelijk. Ik vraag u wèl excuus. O, natuurlijk, antwoordde hij eenvoudig. Ik wist zeker, dat u het zelf begrijpen zou, als u er over na ging denken. U gaat niet terug naar Rulery? vroeg ze. Voorloopig niet, in leder geval, ant woordde hij. Zij keek hem aan met een matten glimlach. U kunt die schuur gebruiken, zei ze. In die dagen voelde Maurice zich snel ouder worden. Een onmetelljke klove scheen te liggen tusschen hem en den vurigen jongen Idealist, die zich zoo luchthartig geworpen had in den stroom des levens. Al die wonderbare geestdrift, die onversaagde moed, waarmee hij in de eerste dagen van zijn zelf gekozen arbeid de onver schilligheid en lachlust van zijn gehoor ge trotseerd had. schenen hem verlaten te hebben. Op een of andere wijze, hoe dan ook, scheen hij schipbreuk geleden te hebben. Zijn systeem deugde niet. Hoe hjj er ook tegen vocht en hij vocht er tegen er waren oogenblikMfcn. dat de herinnering aan het leven, c Mg begonnen was, de vaagste tlsche spookgeschiedenis leek, stroomde het bloed onstuimig Giacomo Spinelli was een alom bekend Mlla- neesch bedelaar. De oudste menschen konden zich hem reeds als zoodanig herinneren. Op be paalde uren van den dag stelde hij zich bjj den ingang van de kerk op en deed den binnen tredenden zijn eentonig, vroom verzoek. Ieder een gaf wat. Niemand wist iets naders over zijn werk en particulier leven. Men kende hem als ouden, gebrekkigen bedelaar en dat was vol doende. Hl) droeg een onbeschrijfelijk havelooze Heeding en scheen zonder krukken geen stap te kunnen zetten. Deze Giacomo Spinelli stierf op zekeren dag. HU werd ‘s morgens in een Hein kamertje van een logement in een voorstad, waar hij reeds tientallen jaren woonde, dood gevonden. Men maakte verder geen ophef van zijn dood. Daar men het voor vanzelfsprekend hield, dat een bedelaar niets voor zijn begrafenis achterlaat, bracht men zijn stoffelijk overschot zoo snel mogelUk naar het lijkenhuis. Zijn Heeren wierp men by het vuilnis. Het is een bekend feit, dat men niets voor barig in den vuilnisemmer moet werpen. De vuilnismannen, die met hun ervaring dit kunnen bevestigen, vonden in de Heeren van den ouden Spinelli een klein vermogen, alles by elkaar meer dan 30.000 lire. zeer ontevreden gemoedstoestand. Toen ont moette hU op zekeren middag, tegen het einde van een mistigen Octoberdag in Bond Street Ernestine. Zij stapte juist in haar auto, toen zy bemerkte. Hij had geen gelegenheid. Hulb Lange was dol op antiek. Op oude Oos- tersche, Deutsche, Rouaansche en dergelUke potjes en pannetjes, op oeroude Engelsche. Hol- landsche en andere stoelen en tafels, op gesne den houten beelden, op gegoten bronzen beel den. Op half en drie kwart versleten, Perzische Turksche, Afghaansche en andere tapijten; op koperen vijzels, kandelaars,, bedde pannen, thee stoven. tinnen barden, potten en pannen en al dat gerei. Op letterlijk niets ter wereld was hU zoo verzot als op antiquiteiten.... behalve dan op z'n vrouw die om den dood geen anti quiteit was. Ze was zoo jong en zoo kwiek als het maar zijn kon. Het was in hun jonge huishoudentje dan ook boter tot op den bodem; een Ideaal-toestand. De twee jonggehuwden vonden elkaar volmaakt, of althans zoo goed als volmaakt, en een enkel, een dood-enkel klein meeningsverschllletje wis ten ze tactvol weg te redeneeren, in het gelijk te breien, met den mantel der liefde te bedek ken. Zoo’n dood-enkel meeningsverschllletje be stond er op het stuk van antiquiteiten; zoo verzot Hulb daarop was, zoo onverschillig was Mina er onder. ..Watof je nou in dien ouwen rommel ziet, is mij een raadsel", lachte zU, wanneer hU op de wandeling de eene uitdrager^ na de andere bewonderde, van den eenen kunsthandel naar den anderen laveerde. Tot haar ongevoeligheid droeg niet weinig bjj de overweging, dat zulke liefhebberij aardig geld kostte, en zij. zuinige huisvrouw als ze was. liefst zoo weinig mogelijk, uit gaf; zóó groot was z’n Inkomen niet. Het was voldoende, maar bokkesprongen maken, daar kon niets van komen, want dan zaten ze minder dan geen tijd aan den grond, zoo rede neerde zij. Met deze overwegingen had ze hem voor een poos kunnen weerhouden van dommigheden, maar op een keer had hij de verleiding niet kunnen weerstaan. Hij had een voor zijn doen Vrij kostbaar stuk gekocht, een Chlneesche pul. werkelijk bijzonder van vorm en'heel fijn ge decoreerd. blauwe takken op een mooi hard gelen grond Het zware azuur gaf er een diepen glans aan. Zelfs een volslagen leek op het ge bied van Oostersche kunst kon dit fraaie voor werp waardeeren. zoo opvallend aangenaam was het voor het oog. De kunsthandelaar had er de kapitale som van twee honderd gulden voor gevraagd, maar na lang loven en bieden had Hulb het prachtstuk, ook al vanwege de malaise, losgekregen voor honderd twintig gulden. ..Het is een reuzenkoopje, mijnheer, gewoon weg een reuzenkoopje", had de man nog eens uitdrukkelijk gezegd, terwijl hij de pul door een bediende voor den gelukkigen nieuwen bezitter keurig liet inpakken. En Huib kneep z'n hrfhden dicht. Hij was uiterst voldaan over de transactie, en ofschoon hij stellig van de waarde der vaas was overtuigd, vond hij het toch heel pleizlerlg, dat dien mid dag geen van de collega's van zijn kantoor, wlen hy de nieuwe aanwinst liet zien een deskun dig verzamelaar, die vroeger zelf een kunsthan del gedreven had een veel hooger bedrag raadde dan Hulb er voor betaald had. ja. hoo ger zelfs dan wat de kunstkooper er oorspron- keiyk voor had gevraagd. Zeer in zyn schik, wandelde hy dien middag naar z'n huis. Toch was er een ..maar", nJ. wat zou Mina van die uitgave zeggen? Ze was dood zuinig, keerde een dubbeltje twee keer om vóór ze het uitgaf. Ze zou het verkwisting vinden. Hem een standje schoppen. Of huilen. Wat nog érger was. Ze zou misschien den heelen dag niet tegen hem spreken. Hem een ellendigen avond bezorgen. Het was votjr hun doen dan ook- 'n geweldige uitgaaf, honderd en twintig gulden Weet je wat? Hl) zou een lageren prijs noemen. Honderd pop byvMaar dat zou ze óók nog veel te veel vinden.Na lang wik ken en wegen besloot hy te zeggen: twintig 'gulden. Daar kon ze toch geen scène een groot New-Yorksch particuliere soirée l>y hem "in zyn kwaliteit niet kende. Het duurde niet lang of de journalist had het gesprek op Edison's leven en uitvindingen ge bracht en plotseling vroeg hy hem: Wat is toch uw eerste uitvinding ge weest. mijnheer Edison? Toen in 1552 aartshertog Maximiiiaan Oostenrijk na een jarenlang verblijf in buitenland weer in Weenen terugkwam, bracht hy den eersten olifant mee. die daar ooit ge zien werd. Alle pleinen en straten waren dicht gevuld met een talryke menigte en de schit terende stoet vah den vorst, die met zyn ge malin Maria in een met acht paarden bespan nen vergulden koets reed, werd met een ge juich begroet. By 1 zien van den reusachtlgen olifant ontstond er een aigemeene paniek en nam iedereen de vlucht. Verschillende heeren uit Jiet gevolg poogden de zenuwachtigheid te' bedaren en weldra was de rust teruggekeerd en staarde ieder nieuwsgierig naar het reus- achtige dier. Eensklaps weerklonk een door, dringende angstkreet. Voor de pooten van den kolossus lag een kind. In radèlooze ontzetting keek de moeder toe en ieder vreesde iets ver schrikkelijks. De olifant zag echter met zyn verstandige oogen rond, nam toen met zijn slurf het kind voorzichtig op en reikte het de sidderende moeder over. De lucht trilde van het daverend gejuich en de eerste olifant in Weenen had een voi-.elijke ontvangst. Massenet en Saint-Saëns waren zeer be vriend met elkaar; een zeldzaam feit tusschen beroemde artlsten. Een klein voorval dreigde echter die goede vriendschap te vertroebelen. Op een keer kwam een groot'fabrikant uit de provincie by Massenet te Parys. .Meneer, zeide hy. ik ken u van naam. ik heb uw portret in de krant gezien en u moet byzonder goed piano spelen. Daarom kom ik u vragen of u zoo goed wilt zyn 'n paar num mertjes by mij te komen spelen op de bruiloft van m’n dochter." Op aller-beminlijksten toon net: „Wordt er ook gedanst?” „Nauuriyk. En u speelt dan wat walsjes en andere moppen. Maar wees gerust, ik ben niet krenterig, u zult tevreden zyn. Ik weet de kunst te waardeeren! Dus. Donderdag as .Donderdag? Dat is jammer", antwoordde Massenet: dien avond ben ik juist bezet. Maar wacht! weet u wat u doet? Ik zal een briefje geven voor een van myn collega’s, een char mante kerel, die trouwens veel beter de moderne dansmuziek kent dan ik en die prachtig plano speelt. U zult tevreden zyn. maneer!” En Massenet gaf den provinciaal naam en adres van Saint-Saëns. Maar deze was veel min der vriendelyk van aard, werd woedend, smeet den verbluften provinciaal z’n deur uit, en nam Massenet die grap hoogst kwalijk! en nu was zy bet wier blik trots en zelfvoldoe ning verried. ,Jk heb haar verkocht", zei ze triomfanteiyk. En toen Hulb. stom van verbazing, haar aan staarde, Hapte ze vergenoegd als een kind in de handen, en juichte: „En wat ik er voor ge kregen heb! Nee maar, raad eens; je zult je handen in mekaar slaan". .Nou.... eeh.... eh.... Neen, dat kan ik niet raden”, deed hy met kwaïyk vei Lo»gen ergernis. „Je moet; je moet”, kraaide ze. „Daar is geen gooien met een muts naar” bromde hy ongeduldig; .zeg het maar”. „Nóu. dan zal ik het maar vertellen", jubelde ze „Ik heb er maar eventjes vyf en twintig pop aan verdiend. Er was een opkooper van antiek aan de deur. Ik vroeg hem vyftig gulden en hy gaf ze. zoo maar, zonder slag of stoot. Wat zeg je er van?” Maar Hulb zei er niets van. Wat had hy kun nen zeggen? Dat hy er honderd en twintig gul den voor betaald had en dit volgens deskundi gen een reuzenkoopje was? Met gezicht als een boer, die kiespyn heeft, lachte hy om haar slimmigheid, terwyi hy binnensmonds een minder mooi woord smoorde om „het reuzenkoopje", dat zy hem geleverd had. oo dit blad ziln Ingevolge de verzekerlngsvoorwsarden tegen f (tflfifi by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7^/1 by een ongeval met f by verlies van een hand f 1 DC °y verlies van een f Cfj by een breuk van f dfl by verlies van *n ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerir.gen f «J UUU.- verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen T t OU. - doodeiyken afloop I £o)U.- een voet of een oog f 1 «J. duim of wysvlnger <Jl/.“been of arm f ‘tV.' anderen vinger vroeg Masse Een reporter van blad was eens op een Eoison, die 1-- de lelgroeve. DAt kan ik u ten minste ver zekeren. Ik heb de plek laten dreggen, en eiken duim breed laten onderzoeken door er varen mannen uit Nottingham. Werkelyk? zei hy verrast. Nu, daar ben ik biy om. zy zuchtte. Ik zou graag willen, dat u mU het uiter- iyk van dien man beschreef, als u kunt, zei ze. Het Is heelemaal geen nieuwsgierigheid van me. Ik heb er reden voor, om te willen weten, hoe hy er uit ziet. Hy verkeerde in zulk een toestand van ontzetting, zei Maurice aarzelend. dat ik vrees, dat Ik maar een heel onvolledigen Indruk van hem heb. Hij was niet erg groot, had een rond gezicht, met wangen, die in gewone om standigheden tameiyk hooggekleurd waren, zou ik zeggen, bruine oogen, en donker haar, byna zwart. Hy droeg een zwaren gouden ring aan den vinger van zyn eene hand, en hoewel hy goed Engelsch sprak, kreeg Ik toch onwille keurig den indruk, dat hy een vreemdeling was. of althans in het buitenland gewoond had. HU verkeerde in een verschrikkeiyken angst, en naar wat ik kon opmaken uit wat hy sel. zou Ik zeggen, dat hij mr. Bell in een worsteling een slag toebracht, niet met de bepaalde be doeling om hem leed te doen. ZU knikte. Ik heb alles gehoord, wat ik weten wilde, zei ze. Ze liepen gerulmen üjd zwygend voort. Dan wendde zy zich weer tot hem. I Dat onderwerp zullen., we laten varen, zei over maken. Zoo gezegd, zoo gedaan En Mina maakte geen scène; wel vond ze het een handvol geld, maar de pul beviel haar toch zóó best, dat ze haar dadel Uk op een keurig gekocht kleedje op de penantkast lin de voorkamer plaatste. Daar stond ze een poos, tot niet geringe vreug de van Huib, die eiken middag als hy van kan toor thuiskwam, met een blik vol tróts en wel behagen er naar keek Op een keer zag hy het voorwerp van z’n genegenheid niet meer op de gewone plaats op het penantkastje pryken. „Waar is de pul. Mien?” vroeg hy verbaasd. ze. haar schouders ophalend. Nu zou ik iets over u zelf willen weten. Hy zuchtte. x Over mezelf is er niets te vertellen, ant woordde hy. In heel Londen is er geen ver velender iemand. ZU lachte. Zulk een heeriyke bescheidenheid, vooral onder de jeugd, is tè roerend, set ae. Maar gaat u door. Ik hoor het graag. De gebiedende klank In haar toon was een aangename herinnering. Het was het eerste, wat hem weer deed denken aan de trotaebe meesteres van Rulery. Nu, zeide hy. wat verwacht u te weten? Alles, antwoordde zy. Uw familie, bij voorbeeld, en waar u geboren bent. Hij schudde het hoofd. Ik heb geen familie, antwoordde hij. Ik ben geboren in Australië, ik ben een wees, acht en twintig jaar oud maar ik voel me acht en veertig en ik zoek een loop baan. zy wierp een blik op zUn sjofel costuum. HU was naar een Tehuis geweest, in het East-End. Bent u arm? vroeg se zacht. Ik heb genoeg, meer dan genoeg, om van te leven, antwoordde hij. Haar oogen bleven op zUn costuum rusten, maar hy gaf geen naderen uitleg. „Genoeg, om van te leven”, daêht ze dat kon alles Nu de herfst, als alle jaren. Wederom zijn draden spint, Voelt u wel, dat voor de menschen Oók het spinnen weer begint! En men bant uit zijn gedachten Duinen, water, bosschen, strand. Want men neemt de cijferboeken, Zij het zuchtend, weer ter hand! Ach, het schoone woord vacantie Staat weer in verleden tijd, Dus de aandacht moet weer aan het Tegenwoordige gewijd! Want al heb je nog zoo’n prettig En vacantie-vrij gevoel, 't Gaat naar herfst toe, dus de draden Binden je weer aan je stoel! En het Zuiden?1 Warme Zui den?.^.. Dat nog steeds vacantie biedt?.... Dddrheen trekken thans de vogels En een vogel zijt u niet! Vooruit dan maar, als zU tqestemt. ging aan het werk, en bracht aan de kast een electrisch toestel aan. Twee dagen later ging ik naar den kassier en Vond hem in zUn bed. Mynheer, zei ik gisterenavond tegen acht uur hebt ge uw kast willen openen. Nou en of. Juist. Willen openen. Het is u echter niet gelukt, nietwaar. De electriclteit, meneer. Dit is historie, besloot Edison En de dochter? vroeg natuurlyk een der dames. Is nu mijn vrouw. Toen begon de journalist weer: En mag ik nu weten, nu u zoo vriendely zyt geweest uw uitvinding te vertellen, wat u het laatst hebt uitgedacht? Het laatste? zei Edison; wèl dit ver telseltje. Maar terwijl er ’n half dozUn dames by stonden en zy smeekten zoo lief en dringend, dat Edison begon: Toen ik nog maar een newsboy was en met nujn pakje kranten onder m'n arm liep, had ik 'n hoofd vol ideeën, maar m'n zakken waren nog leeg. Eens las ik, oat een ryk bankier ontdekt had, dat zyn brandkast, die hy volkomen veilig waande, opengebroken was. HU wist nu niet meer, hoe zyn rykdommen tegen dieven te beschermen. Dat is mUn man. dacht ik! Een oogenbllk later Het ik ml) by den mil. lionnair aandienen. Mynheer, zei ik. ik heb van uw ongeluk hooren vertellen: maar ik heb een toestel uit gevonden. dat binnen weinige uren u zal in staat stellen, ieder te vatten, die zich aan uw geld zou willen vergrypen. Is het mogelyk? riep de mlllionnair uit. en wat is dat voor een geheim? En wat vraagt ge daarvoor? De hand van uw schoone dochter. Als in een sprookje. Ónmogelijk, zei de bankier, ik geef u lie ver 10 000 dollar. Niet voordat ge ml) de hand dochter geschonken hebt. Neen. en scheen de zoetheid van een vreemde, onbe kende wereld hem toe te roepen van over de grenzen, die hy zich zelf gesteld had. Het werkeloos blUven verveelde hem ontzettend en toch was dit het, wat Holderness hc«n had aanbevolen als het beste middel voorloopig om het leven weer op meer gezonde en normale wyze te leeren beschouwen. Kyk eens een beetje om je heen, jongen, had hU gezegd, en denk over na. Doe niets in haast. Je bent nog jong, nog geweldig jong, om krachtdadig werk te ver richten. Je kunt de menschen niets leeren, als je zelf nog niet begrUpt. Maar het ,.om zich heen kyken" verveelde Maurice geweldig of was het wat anders, dat tot in het diepst van zUn ziel was doorgedron gen? Er waren verscheidene philantropische Inrichtingen, door hem en zUn vrienden opge zet, in en om Londen, thans in vollen bloei Elk daarvan wydde hy eenige aandacht, hy bestudeerde de werking ervan, luisterde naar de geesteiyke ontboezemingen van zUn voor malige makkers, en deed zUn best, om althans een sprankje van hun belangstelling over te nemen. Maar het was allemaal hoogst onbe vredigend. Diep in zyn hart voelde hy het aanhoudend verlangen naar heftiger prikkel naar een levenstaak, die veel en veel meer zou vergen van zUn gloedvol temperament. Een heldhaftige kryg zou hem aanstonds aanga trok ken hebben maar hiervoor was hy vele eeuwen te laat geboren, besefte hy met een zucht. Weken lang zwierf hfl door Londen, in een zyn oogen beantwoordden dien glimlach, doch i zUn toon was ernstig. Ik heb dat opgegeven voor een poosje althans, zeide hy. Ik bedoel: dat soort van werk. x MUn menschen moeten zich dus maar tevreden stellen met de wUsheid, die ze al heb ben, merkte zy op. HU knikte. Misschien was het een verkeerd opgezette onderneming van ons. zeide hU- Ik weet het niet zeker Maar in ieder geval, zoover het Rulery betretf. heb ik de zaak voor het oogen bllk opgegeven. zy zag hem onderzoekend aan. Waarom, vroeg ze zachtjes. HU voelde, dat zU naar hem keek. ZUn wan gen gloeiden, maar hy bleef gestadig voor zich uitkyken. Om verscheidene redenen, zeide hy. Zeg mU. verzocht ze. Ik ben er nieuws gierig naar. Allereerst, zei hy op vasten toon, heb ik in Rulery iets gedaan, wat ik niet mocht doen. Ik heb een misdadiger onderdak gegeven, en hem geholpen, om te ontkomen. Ah, dat hebt ,u dus gedaan, zei ze. u bedoelt natuurlyk den man, die mr. Bell ver moord heeft? Ja, antwoordde hU. Ik wees hem. waa» hU zich verbergen kon. HU Is er óf in geslaagd, om zich uit de voeten te maken, óf hy ligt op den bodem van de lelgroeve. In beide gevallen ben ik verantwoordeiyk voor hem. Nu, zei ze, hU ligt niet op den bodem van I Karel v was eens in 1535 op de jacht ver dwaald geraakt Een arme kolenbrander bood hAi een onderkomen en noten, zwart brood en kaas aan. Dat is 'n goede kost als men veel eetlust heeft, maar de keizer was het beter gewoon. HU vroeg of hy niet een stuk wildbraad kon krijgen. Na lang praten met zyn vrouw haalde de man eindelijk een ge zouten reebok voor den dag Maar zeg er den keizer niets van. want dat is een kwaad heer. Eenige dagen daarna ontbood de keizer den kolenbrander te Brussel. Deze was doodeiyk verschrikt toen hU zyn gast herkende. Men heeft u van mU verteld, dat ik zoo’n kwaad heer was, vertelde de keizer, ik wil het tegendeel bewyzen, vraag my een gunst. De ander durfde nauwelyks spreken, maar eindeiyk daartoe gedrongen, vroeg hy om zyn leven lang in het boech binden. Goed, zei de keizer, breng morgen een aagen vol aan de stoep van het paleis en ver koop er geen onder de twee Caroli. Den wagen vol? Neen, per bezem. Den volgenden dag stonden zy beiden, de Phillemon en Baucis uit het bosch van Sau. vignies, aan de marmeren stoep En zie. Van Engmond. Du Croy, De Lannoy. Van Mansfeld, De Lalaing. De Ligné, Van Wassenaer. De Frasegnies, met hun gouden kettingen en krui sen stormden op den wagen los en betaalden 4, 6 en 8 Caroll voor een bezem, want zy hadden bevel ontvangen om zich op de och tend receptie bU den keizer met een bea^m in de hand te vertoonen. Zoo betaalde de keizer met het goud zfjner granudes den gezouen reebok, waarop 'n wild dief hem onthaald had. HUIZEN 396 M. 8.K RO morgenconcert. 1.Chopln-prcgramma. 11.30 Godsdienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquln. 13.00 Politieberichten. 13.15 K. R. O.-sextet o. 1. van Plet Lustenhouwer. 1.45 Verzorging zender. 3. Gramofoonmuzlek. 2.30 Klnderuurtje. H.I.R.O. ,4.00 uitzending voor den Algemeenzn Ned. Vrouwenbond. 4.30 Uitzending voor de Theoso fische Vereeniglng. K.R.O. 5.Gramofoon muzlek. 5.15 Sportpraatje door 8. P. J. Borsten. 530 Gramofoonmuzlek. 0.10 Journalistiek door Paul de Waart. 6.30 Gramofoonmuzlek. 7 10 Gerh. Krekelberg. .Limburg’s Schoonheids- monumenten. 7.30 Politieberichten. 7.45 Gra- mofoonmuziek. 8.KRO. Salonorkest o. 1. v. Marlnus van X Woud.' 9.Mlcrofoon-Peuil- leton door E. Hoornlk. 9.15 Persberichten van het Persbureau Vasz Dias. 9.30 Salonorkest o. L van Marlnus van ’t Woud. 11.Gramofoon muzlek. HILVERSUM 1875 M. 0.45 V-AR-A. Li chaamsoefeningen o. 1. van G. Kleerekoper. 7.30 Idem. 8.Gramofoonmuzlek. 9.Vara- septet o. 1. van Is Eyl. V.P.RO Morgenwydlng. VARA 10.15 Uitzending voor arbeiders in de ContinubedrUven. 13.VARA orkest o. 1. van Hugo de Groot, afgewisseld door gramofoon muzlek. 1.45 Rustpoos voor het verzorgen van den zender. 3.I. V. A. O.-kwwrtiertje. 2.15 Vara-Mandoline Ensemble. 2.30 Arbeiderssport- spreker 8. Broekman. 2.45 Vara-Mandoline en semble. 3.E.N.T.OVA. S. Lantlnga: De bloemententoonstelling in het RAI-gebouw te Amsterdam. 3.20 VARA-Mandoilne ensemble. 3.30 Uit de Roode Jeugdbeweging. Nico Bloe- mendaal: Het Congres van de AJ.C. 3.35 Gra mofoonmuzlek. 4.30 8. D. A. P-kwartiertje. 4.45 Orgel, viool en cello door Johan Jong. 5.30 X>e vrouw die nooit te laat komt" in ze ven tafreelen van Lichtenberg. 5.45 Orgel, cel lo en piano. 0.15 Klnderuurtje .De familie De Boer”. 7.Vrijdenkers Radio Omroepveree- nlging. 8Bonte avond m. m. van het VA- RA-orkest o. 1. van Hugo de Groot. 11.Vaz Dias. daarna Gramofoonmuzlek. BRUSSEL. 509 M. 5.30 Concert door het Omroepsymphonieorkest oJ.v. Arthur Meule- mans 6.20 Gramofoonmuzlek 6.50 idem 9.30 Concert uit de Kurzaal te Ostende. KALUNDBORG. 1153 M. 250 Gramofoon muzlek 3 50 Omroeporkest 9.05 Populair programma 11.20 moderne Dansmuziek. BERLIJN, 419 M. 10.20 Dansmuziek. HAMBURG, 372 M. *- 12 06 Concert 1.35 I ramofoonmuziek 2.30 Gramofoonmuzlek 4.50 Concert door het Noragorkest o.l.v. José Eibenschütz 10.40 Dansmuziek door het No. ragorkest. KONIGSWUSTERHAUSEN, 400 M. Concert. LANGENBERG, 472 M. 150 Concert oJ.v. Görllch 2.55 Gramofoonmuzlek 5.20 Ves perconcert 10.40 Concert o.l.v. Eysoldt. DA VENTRY, 1554 M. 1 20 Orgelconcert 1.50 Concert 7 50 Gramofoonmuzlek Promenadeconcert 10.35 Dansmuziek B.B.C. Dansmuziek. PARIJS (Radio Paris). 1725 M. 8.00 Gra mofoonmuzlek 12.20 Populaire Gramofoon muzlek 7.30 idem. MILAAN, 331 M. 10.20 Dansmuziek uit het Lunapark te Milaan. ROME, 441 M. 9.05 „Dejanice" opera in vier actes. WEENEN, 517 M. 1150 Silvester Schieder en zyn orkest. WARSCHAU, 1411 M. 5 20 Omroeporkest oJ.v. J. Oziminski 8.20 populair concert 10.25 Piano-recltal 11.10 Dansmuziek. BEROMUNSTER. 430 M. 750 Gramofoon muziek 8.30 Concert. Het kan me niks schelen, sei Jaap, die intusachen al weer doorgeioopen was. maar ik ga een Ijsco koopen" en meteen draal de hy slch om en wilde wegrennen. Maar daar was mevrouw de Ble by. Ze greep haar man vast en onder veel gekibbel kwamen ze in de winkelstraat aan. Na de onthulling, waarby Jaap self ook tegenwoordig was ge weest, wandelde hy met zyn vrouw door de straten. Iedereen lachte tegen hem en noo kwam het, dat Jaap weer eens echt bal dadig, werd. Ik wil een Ijsco, riep Jaap uit, toen le een yswagentje aag staan, maar mevrouw de Ble sel verontwaardigd, dat aoolets niet paste voor iemand, die een standbeeld heeft. 30B

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 9