*n Vermogen in den vuilnisbak
HERFSTDRADEN
HET REUZENKOOPJE
DE VROUW
MET HET
MASKER
RADIO-PROGRAM
De olifant
Alle abonné’s
VRIJDAG 2 SEPTEMBER
VERHAAL VAN
DEN DAG
Zaterdag 3 September
Betaald
Edison
Tusschen artist
FEUILLETON
xxni
Wonderlijke verdwij
ning van een advocaat
DE BEDELAARS VAN
MADRID
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MA'AL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
1
dood-enkel
uitvinding ge-
ging en
(Nadruk verboden).
2.20
bezems te mogen
Ik
jtr
v(jf en
s=
in Londen,
(Wordt vervolaó).
overgegeven. De verleiding, om op deze gemak-
kelljke manier geld te verdienen, was te groot
voor hem geweest. HU had in den loop der Jaren.
dank zijn intelligentie, vele honderden ponden bij
elkaar gebedeld, meer dan hy gedurende dien
selfden tijd uit zijn practljk zou hebben kunnen
oversparen. Hij was ten laatste slachtoffer ge
worden van het bedelaarsverbond, dat achter
zijn dubbel leven gekomen was.
Het geval van mr. Cranage werd zelfs onder
werp voor een interpellatie in het Parlement.
Een afgevaardigde verlangde in allen ernst een
algeheel verbod om te bedelen voor geheel En
geland.
oude
alles
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
8 20
10 50
hij zoo plech-
meest fantas-
pbgulke tijden
orRde aderen.
«45
G.
van
het
•'i
Geheime bedelarij
Engeland beschikt over een groote bedelaars
traditie. Nergens is men tegenover bedelaars zoo
vrijgevig als juist in Engeland. Geen wonder,
dat zeer velen dit winstgevend beroep opvatten.
De verleiding is stellig zeer groot. Een bekend
advocaat uit Brighton bezweek .er voor tegen het
eind der vorige eeuw. HU heette James Cranage
en was het middelpunt van een crimineele zaak,
welke destijds veel stof opjoeg.
Mevr. Cranage bemerkte wel, dat haar man
veel zakenreizen naar Londen maakte, maar zij
dacht daarbij aan niets kwaads. Cranage kwam
steeds in de beste stemming en met cadeaux
voor de kinderen terug. Tot hjj op zekeren dag
niet meer weerkeerde. Mevr. Cranage deed aan
gifte by Scotland Yard en spoedde zich ten slotte
zelf naar Londen. Het verdwijnen van den advo
caat baarde groot opzien. Iedereen dacht aan
een misdaad. De oplossing van dit raadsel, welke
ten slotte door een scherpzinnig detective werd
gevonden, verbaasde niet minder. Daar namelijk
reeds te veel tijd verstreken was om van een
bezoek aan de talrijke Londensche lijkenhuizen
nog heil te verwachten, legde men mevr. Cranage
de foto's voor van een aantal dezer onbekende
dooden uit den laatsten tijd. Een der portretten
herkende zl met ontzetting als dat van haar
verdwenen echtgenoot. Het was het Ijjk van een
Onbekenden bedelaar, dién men acht dagen ge
leden uit de Theems had opgehaald. De verdere
onderzoekingen wezen uit dat James Cranage
■ich reeds vele jaren aan geheime bedelarij had
Het bedelaars-paleis
Een waar paradijs voor bedelaars is ook
Madrid. Bijna tien procent der bevolking van
deze schilderachtige stad leeft in hoofdzaa'k of
voor een gedeelte van deze weinig vermoeiende
bezigheid. Den vreemdeling, die Madrid gron
diger bezichtigen wil, wordt o.a. ook midden in de
armenwijk een daar dubbel opvallend paleis ge
toond. dat de Madrllenen het bedelaars-paleis
noemen. Het staat al vele decennia leeg en is
van binnen geheel vervallen. De stichter was een
Madrileensche kerkbedelaar, genaamd Daniel
Cortyz. die omstreeks het midden der vorige
eeuw leefde en die meer dan een mlllloen peseta
bij elkaar gebedeld had. Weliswaar had hij dat
niet alleen klaargespeeld. De goede Cortyz had
nl een echt bedel-groot-bedrijf opgericht. Meer
dan 50 misvormde kinderen stonden in zijn
dienst en alle andere bedelaars moesten hem een
belasting betalen, welke hij zelf vaststelde. Hij
was de onbestreden koning der Madrileensche
bedelaars.
HU werd op zekeren dag in zijn huis, dat hij
geheel alleen bewoonde vermoord gevonden. Men
is thans nog de meenlng toegedaan, dat hij ver-
moord Is door de bedelaars, die zijn tyrannle moe
waren. Daar hij geenerlel testament achterliet,
verviel zijn vermogen na eenigen tijd aan den
staat
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Pessimistisch drogist op punt vacantie te nemen: „Gooi
dat middeltje tegen een verbrande huid maar weg; doe lie
ver dropwater in je fleschje.”
Edison bemerkte toen dadelijk waar het om
wat voor spek hij in de kuip had en
zei niets meer.
de journalist had de vraag gedaan,
'n half dozijn dames bj) stonden
hem
om te
ontsnappen, zelfs al had hfj dat gewild. Haar
mond plooide zich opeens tot een glimlach. Zij
trok haar hand uit haar mof, en stak hem die
toe voor de eerste maal.
U bent dus nog altijd in Londen, mr.
Maurice, zei ze. Ik ben erg blij, u te zien.
Die woorden klonken vreemd uit haar mond.
Ik ben nog altijd in Londen, zeide hjj.
Ik dacht, dat u naar Marlenbad zou gaan?
Ik stelde het uit, tot het te laat was.
antwoordde zij. Zou u een klein eindje met
me mee willen loopen? zei ze dan kortaf. Ik
zou u even willen spreken.
Als ik mag, antwoordde hij eenvoudig.
ZIJ beval den chauffeur weg te rijden, en zij
liepen langzaam voort.
Het spijt me, begon ze. dat ik toen
onaardig tegen u was, toen u dat meisje bij
me bracht. U had precies gedaan, wat behoor
lijk was, en ik was hatelijk. Ik vraag u wèl
excuus.
O, natuurlijk, antwoordde hij eenvoudig.
Ik wist zeker, dat u het zelf begrijpen zou,
als u er over na ging denken.
U gaat niet terug naar Rulery? vroeg ze.
Voorloopig niet, in leder geval, ant
woordde hij.
Zij keek hem aan met een matten glimlach.
U kunt die schuur gebruiken, zei ze.
In die dagen voelde Maurice zich snel ouder
worden. Een onmetelljke klove scheen te liggen
tusschen hem en den vurigen jongen Idealist,
die zich zoo luchthartig geworpen had in den
stroom des levens. Al die wonderbare geestdrift,
die onversaagde moed, waarmee hij in de eerste
dagen van zijn zelf gekozen arbeid de onver
schilligheid en lachlust van zijn gehoor ge
trotseerd had. schenen hem verlaten te hebben.
Op een of andere wijze, hoe dan ook, scheen
hij schipbreuk geleden te hebben. Zijn systeem
deugde niet. Hoe hjj er ook tegen vocht en
hij vocht er tegen er waren oogenblikMfcn. dat
de herinnering aan het leven, c
Mg begonnen was, de vaagste
tlsche spookgeschiedenis leek,
stroomde het bloed onstuimig
Giacomo Spinelli was een alom bekend Mlla-
neesch bedelaar. De oudste menschen konden
zich hem reeds als zoodanig herinneren. Op be
paalde uren van den dag stelde hij zich bjj
den ingang van de kerk op en deed den binnen
tredenden zijn eentonig, vroom verzoek. Ieder
een gaf wat. Niemand wist iets naders over zijn
werk en particulier leven. Men kende hem als
ouden, gebrekkigen bedelaar en dat was vol
doende. Hl) droeg een onbeschrijfelijk havelooze
Heeding en scheen zonder krukken geen stap te
kunnen zetten.
Deze Giacomo Spinelli stierf op zekeren dag.
HU werd ‘s morgens in een Hein kamertje van
een logement in een voorstad, waar hij reeds
tientallen jaren woonde, dood gevonden. Men
maakte verder geen ophef van zijn dood. Daar
men het voor vanzelfsprekend hield, dat een
bedelaar niets voor zijn begrafenis achterlaat,
bracht men zijn stoffelijk overschot zoo snel
mogelUk naar het lijkenhuis. Zijn Heeren wierp
men by het vuilnis.
Het is een bekend feit, dat men niets voor
barig in den vuilnisemmer moet werpen. De
vuilnismannen, die met hun ervaring dit kunnen
bevestigen, vonden in de Heeren van den ouden
Spinelli een klein vermogen, alles by elkaar
meer dan 30.000 lire.
zeer ontevreden gemoedstoestand. Toen ont
moette hU op zekeren middag, tegen het einde
van een mistigen Octoberdag in Bond Street
Ernestine.
Zij stapte juist in haar auto, toen zy
bemerkte. Hij had geen gelegenheid.
Hulb Lange was dol op antiek. Op oude Oos-
tersche, Deutsche, Rouaansche en dergelUke
potjes en pannetjes, op oeroude Engelsche. Hol-
landsche en andere stoelen en tafels, op gesne
den houten beelden, op gegoten bronzen beel
den. Op half en drie kwart versleten, Perzische
Turksche, Afghaansche en andere tapijten; op
koperen vijzels, kandelaars,, bedde pannen, thee
stoven. tinnen barden, potten en pannen en
al dat gerei. Op letterlijk niets ter wereld was
hU zoo verzot als op antiquiteiten.... behalve
dan op z'n vrouw die om den dood geen anti
quiteit was. Ze was zoo jong en zoo kwiek als
het maar zijn kon.
Het was in hun jonge huishoudentje dan ook
boter tot op den bodem; een Ideaal-toestand.
De twee jonggehuwden vonden elkaar volmaakt,
of althans zoo goed als volmaakt, en een enkel,
een dood-enkel klein meeningsverschllletje wis
ten ze tactvol weg te redeneeren, in het gelijk
te breien, met den mantel der liefde te bedek
ken.
Zoo’n dood-enkel meeningsverschllletje be
stond er op het stuk van antiquiteiten; zoo
verzot Hulb daarop was, zoo onverschillig was
Mina er onder.
..Watof je nou in dien ouwen rommel ziet,
is mij een raadsel", lachte zU, wanneer hU op
de wandeling de eene uitdrager^ na de andere
bewonderde, van den eenen kunsthandel naar
den anderen laveerde. Tot haar ongevoeligheid
droeg niet weinig bjj de overweging, dat zulke
liefhebberij aardig geld kostte, en zij. zuinige
huisvrouw als ze was. liefst zoo weinig mogelijk,
uit gaf; zóó groot was z’n Inkomen niet. Het
was voldoende, maar bokkesprongen maken,
daar kon niets van komen, want dan zaten ze
minder dan geen tijd aan den grond, zoo rede
neerde zij.
Met deze overwegingen had ze hem voor een
poos kunnen weerhouden van dommigheden,
maar op een keer had hij de verleiding niet
kunnen weerstaan. Hij had een voor zijn doen
Vrij kostbaar stuk gekocht, een Chlneesche pul.
werkelijk bijzonder van vorm en'heel fijn ge
decoreerd. blauwe takken op een mooi hard
gelen grond Het zware azuur gaf er een diepen
glans aan. Zelfs een volslagen leek op het ge
bied van Oostersche kunst kon dit fraaie voor
werp waardeeren. zoo opvallend aangenaam was
het voor het oog. De kunsthandelaar had er de
kapitale som van twee honderd gulden voor
gevraagd, maar na lang loven en bieden had
Hulb het prachtstuk, ook al vanwege de malaise,
losgekregen voor honderd twintig gulden.
..Het is een reuzenkoopje, mijnheer, gewoon
weg een reuzenkoopje", had de man nog eens
uitdrukkelijk gezegd, terwijl hij de pul door een
bediende voor den gelukkigen nieuwen bezitter
keurig liet inpakken.
En Huib kneep z'n hrfhden dicht. Hij was
uiterst voldaan over de transactie, en ofschoon
hij stellig van de waarde der vaas was overtuigd,
vond hij het toch heel pleizlerlg, dat dien mid
dag geen van de collega's van zijn kantoor, wlen
hy de nieuwe aanwinst liet zien een deskun
dig verzamelaar, die vroeger zelf een kunsthan
del gedreven had een veel hooger bedrag
raadde dan Hulb er voor betaald had. ja. hoo
ger zelfs dan wat de kunstkooper er oorspron-
keiyk voor had gevraagd.
Zeer in zyn schik, wandelde hy dien middag
naar z'n huis. Toch was er een ..maar", nJ. wat
zou Mina van die uitgave zeggen? Ze was dood
zuinig, keerde een dubbeltje twee keer om vóór
ze het uitgaf. Ze zou het verkwisting vinden.
Hem een standje schoppen. Of huilen. Wat nog
érger was. Ze zou misschien den heelen dag
niet tegen hem spreken. Hem een ellendigen
avond bezorgen. Het was votjr hun doen dan
ook- 'n geweldige uitgaaf, honderd en twintig
gulden Weet je wat? Hl) zou een lageren prijs
noemen. Honderd pop byvMaar dat zou
ze óók nog veel te veel vinden.Na lang wik
ken en wegen besloot hy te zeggen:
twintig 'gulden. Daar kon ze toch geen scène
een groot New-Yorksch
particuliere soirée l>y
hem "in zyn kwaliteit niet kende.
Het duurde niet lang of de journalist had het
gesprek op Edison's leven en uitvindingen ge
bracht en plotseling vroeg hy hem:
Wat is toch uw eerste uitvinding ge
weest. mijnheer Edison?
Toen in 1552 aartshertog Maximiiiaan
Oostenrijk na een jarenlang verblijf in
buitenland weer in Weenen terugkwam, bracht
hy den eersten olifant mee. die daar ooit ge
zien werd. Alle pleinen en straten waren dicht
gevuld met een talryke menigte en de schit
terende stoet vah den vorst, die met zyn ge
malin Maria in een met acht paarden bespan
nen vergulden koets reed, werd met een ge
juich begroet. By 1 zien van den reusachtlgen
olifant ontstond er een aigemeene paniek en
nam iedereen de vlucht. Verschillende heeren
uit Jiet gevolg poogden de zenuwachtigheid te'
bedaren en weldra was de rust teruggekeerd en
staarde ieder nieuwsgierig naar het reus-
achtige dier. Eensklaps weerklonk een door,
dringende angstkreet. Voor de pooten van den
kolossus lag een kind. In radèlooze ontzetting
keek de moeder toe en ieder vreesde iets ver
schrikkelijks. De olifant zag echter met zyn
verstandige oogen rond, nam toen met zijn
slurf het kind voorzichtig op en reikte het de
sidderende moeder over. De lucht trilde van
het daverend gejuich en de eerste olifant in
Weenen had een voi-.elijke ontvangst.
Massenet en Saint-Saëns waren zeer be
vriend met elkaar; een zeldzaam feit tusschen
beroemde artlsten. Een klein voorval dreigde
echter die goede vriendschap te vertroebelen.
Op een keer kwam een groot'fabrikant uit
de provincie by Massenet te Parys.
.Meneer, zeide hy. ik ken u van naam. ik
heb uw portret in de krant gezien en u moet
byzonder goed piano spelen. Daarom kom ik
u vragen of u zoo goed wilt zyn 'n paar num
mertjes by mij te komen spelen op de bruiloft
van m’n dochter."
Op aller-beminlijksten toon
net: „Wordt er ook gedanst?”
„Nauuriyk. En u speelt dan wat walsjes en
andere moppen. Maar wees gerust, ik ben niet
krenterig, u zult tevreden zyn. Ik weet de
kunst te waardeeren! Dus. Donderdag as
.Donderdag? Dat is jammer", antwoordde
Massenet: dien avond ben ik juist bezet. Maar
wacht! weet u wat u doet? Ik zal een briefje
geven voor een van myn collega’s, een char
mante kerel, die trouwens veel beter de moderne
dansmuziek kent dan ik en die prachtig plano
speelt. U zult tevreden zyn. maneer!”
En Massenet gaf den provinciaal naam en
adres van Saint-Saëns. Maar deze was veel min
der vriendelyk van aard, werd woedend, smeet
den verbluften provinciaal z’n deur uit, en
nam Massenet die grap hoogst kwalijk!
en nu was zy bet wier blik trots en zelfvoldoe
ning verried.
,Jk heb haar verkocht", zei ze triomfanteiyk.
En toen Hulb. stom van verbazing, haar aan
staarde, Hapte ze vergenoegd als een kind in
de handen, en juichte: „En wat ik er voor ge
kregen heb! Nee maar, raad eens; je zult je
handen in mekaar slaan".
.Nou.... eeh.... eh.... Neen, dat kan ik
niet raden”, deed hy met kwaïyk vei Lo»gen
ergernis.
„Je moet; je moet”, kraaide ze.
„Daar is geen gooien met een muts naar”
bromde hy ongeduldig; .zeg het maar”.
„Nóu. dan zal ik het maar vertellen", jubelde
ze „Ik heb er maar eventjes vyf en twintig pop
aan verdiend. Er was een opkooper van antiek
aan de deur. Ik vroeg hem vyftig gulden en hy
gaf ze. zoo maar, zonder slag of stoot. Wat zeg
je er van?”
Maar Hulb zei er niets van. Wat had hy kun
nen zeggen? Dat hy er honderd en twintig gul
den voor betaald had en dit volgens deskundi
gen een reuzenkoopje was?
Met gezicht als een boer, die kiespyn
heeft, lachte hy om haar slimmigheid, terwyi
hy binnensmonds een minder mooi woord
smoorde om „het reuzenkoopje", dat zy hem
geleverd had.
oo dit blad ziln Ingevolge de verzekerlngsvoorwsarden tegen f (tflfifi by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7^/1 by een ongeval met f by verlies van een hand f 1 DC °y verlies van een f Cfj by een breuk van f dfl by verlies van *n
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerir.gen f «J UUU.- verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen T t OU. - doodeiyken afloop I £o)U.- een voet of een oog f 1 «J. duim of wysvlnger <Jl/.“been of arm f ‘tV.' anderen vinger
vroeg Masse
Een reporter van
blad was eens op een
Eoison, die 1--
de lelgroeve. DAt kan ik u ten minste ver
zekeren. Ik heb de plek laten dreggen, en
eiken duim breed laten onderzoeken door er
varen mannen uit Nottingham.
Werkelyk? zei hy verrast. Nu, daar ben
ik biy om.
zy zuchtte.
Ik zou graag willen, dat u mU het uiter-
iyk van dien man beschreef, als u kunt, zei ze.
Het Is heelemaal geen nieuwsgierigheid van
me. Ik heb er reden voor, om te willen weten,
hoe hy er uit ziet.
Hy verkeerde in zulk een toestand van
ontzetting, zei Maurice aarzelend. dat ik
vrees, dat Ik maar een heel onvolledigen Indruk
van hem heb. Hij was niet erg groot, had een
rond gezicht, met wangen, die in gewone om
standigheden tameiyk hooggekleurd waren, zou
ik zeggen, bruine oogen, en donker haar, byna
zwart. Hy droeg een zwaren gouden ring aan
den vinger van zyn eene hand, en hoewel hy
goed Engelsch sprak, kreeg Ik toch onwille
keurig den indruk, dat hy een vreemdeling was.
of althans in het buitenland gewoond had. HU
verkeerde in een verschrikkeiyken angst, en
naar wat ik kon opmaken uit wat hy sel. zou
Ik zeggen, dat hij mr. Bell in een worsteling
een slag toebracht, niet met de bepaalde be
doeling om hem leed te doen.
ZU knikte.
Ik heb alles gehoord, wat ik weten wilde,
zei ze.
Ze liepen gerulmen üjd zwygend voort. Dan
wendde zy zich weer tot hem.
I Dat onderwerp zullen., we laten varen, zei
over maken.
Zoo gezegd, zoo gedaan En Mina maakte
geen scène; wel vond ze het een handvol geld,
maar de pul beviel haar toch zóó best, dat ze
haar dadel Uk op een keurig gekocht kleedje op
de penantkast lin de voorkamer plaatste.
Daar stond ze een poos, tot niet geringe vreug
de van Huib, die eiken middag als hy van kan
toor thuiskwam, met een blik vol tróts en wel
behagen er naar keek
Op een keer zag hy het voorwerp van z’n
genegenheid niet meer op de gewone plaats op
het penantkastje pryken.
„Waar is de pul. Mien?” vroeg hy verbaasd.
ze. haar schouders ophalend. Nu zou ik iets
over u zelf willen weten.
Hy zuchtte. x
Over mezelf is er niets te vertellen, ant
woordde hy. In heel Londen is er geen ver
velender iemand.
ZU lachte.
Zulk een heeriyke bescheidenheid, vooral
onder de jeugd, is tè roerend, set ae. Maar
gaat u door. Ik hoor het graag.
De gebiedende klank In haar toon was een
aangename herinnering. Het was het eerste,
wat hem weer deed denken aan de trotaebe
meesteres van Rulery.
Nu, zeide hy. wat verwacht u te weten?
Alles, antwoordde zy. Uw familie, bij
voorbeeld, en waar u geboren bent.
Hij schudde het hoofd.
Ik heb geen familie, antwoordde hij.
Ik ben geboren in Australië, ik ben een wees,
acht en twintig jaar oud maar ik voel me
acht en veertig en ik zoek een loop
baan.
zy wierp een blik op zUn sjofel costuum. HU
was naar een Tehuis geweest, in het East-End.
Bent u arm? vroeg se zacht.
Ik heb genoeg, meer dan genoeg, om van te
leven, antwoordde hij.
Haar oogen bleven op zUn costuum rusten,
maar hy gaf geen naderen uitleg. „Genoeg,
om van te leven”, daêht ze dat kon alles
Nu de herfst, als alle jaren.
Wederom zijn draden spint,
Voelt u wel, dat voor de menschen
Oók het spinnen weer begint!
En men bant uit zijn gedachten
Duinen, water, bosschen, strand.
Want men neemt de cijferboeken,
Zij het zuchtend, weer ter hand!
Ach, het schoone woord vacantie
Staat weer in verleden tijd,
Dus de aandacht moet weer aan het
Tegenwoordige gewijd!
Want al heb je nog zoo’n prettig
En vacantie-vrij gevoel,
't Gaat naar herfst toe, dus de draden
Binden je weer aan je stoel!
En het Zuiden?1 Warme Zui
den?.^..
Dat nog steeds vacantie biedt?....
Dddrheen trekken thans de vogels
En een vogel zijt u niet!
Vooruit dan maar, als zU tqestemt.
ging aan het werk, en bracht aan de
kast een electrisch toestel aan. Twee dagen
later ging ik naar den kassier en Vond hem
in zUn bed.
Mynheer, zei ik gisterenavond tegen acht
uur hebt ge uw kast willen openen.
Nou en of.
Juist. Willen openen. Het is u echter
niet gelukt, nietwaar. De electriclteit, meneer.
Dit is historie, besloot Edison
En de dochter? vroeg natuurlyk een der
dames.
Is nu mijn vrouw.
Toen begon de journalist weer:
En mag ik nu weten, nu u zoo vriendely
zyt geweest uw uitvinding te vertellen, wat u
het laatst hebt uitgedacht?
Het laatste? zei Edison; wèl dit ver
telseltje.
Maar
terwijl er ’n half dozUn dames by stonden
en zy smeekten zoo lief en dringend, dat
Edison begon:
Toen ik nog maar een newsboy was en
met nujn pakje kranten onder m'n arm liep,
had ik 'n hoofd vol ideeën, maar m'n zakken
waren nog leeg.
Eens las ik, oat een ryk bankier ontdekt
had, dat zyn brandkast, die hy volkomen
veilig waande, opengebroken was. HU wist nu
niet meer, hoe zyn rykdommen tegen dieven
te beschermen. Dat is mUn man. dacht ik!
Een oogenbllk later Het ik ml) by den mil.
lionnair aandienen.
Mynheer, zei ik. ik heb van uw ongeluk
hooren vertellen: maar ik heb een toestel uit
gevonden. dat binnen weinige uren u zal in
staat stellen, ieder te vatten, die zich aan uw
geld zou willen vergrypen.
Is het mogelyk? riep de mlllionnair uit.
en wat is dat voor een geheim? En wat vraagt
ge daarvoor?
De hand van uw schoone dochter. Als in
een sprookje.
Ónmogelijk, zei de bankier, ik geef u lie
ver 10 000 dollar.
Niet voordat ge ml) de hand
dochter geschonken hebt.
Neen.
en scheen de zoetheid van een vreemde, onbe
kende wereld hem toe te roepen van over de
grenzen, die hy zich zelf gesteld had. Het
werkeloos blUven verveelde hem ontzettend
en toch was dit het, wat Holderness hc«n had
aanbevolen als het beste middel voorloopig
om het leven weer op meer gezonde en normale
wyze te leeren beschouwen.
Kyk eens een beetje om je heen,
jongen, had hU gezegd, en denk over
na. Doe niets in haast. Je bent nog jong, nog
geweldig jong, om krachtdadig werk te ver
richten. Je kunt de menschen niets leeren, als
je zelf nog niet begrUpt.
Maar het ,.om zich heen kyken" verveelde
Maurice geweldig of was het wat anders, dat
tot in het diepst van zUn ziel was doorgedron
gen? Er waren verscheidene philantropische
Inrichtingen, door hem en zUn vrienden opge
zet, in en om Londen, thans in vollen bloei
Elk daarvan wydde hy eenige aandacht, hy
bestudeerde de werking ervan, luisterde naar
de geesteiyke ontboezemingen van zUn voor
malige makkers, en deed zUn best, om althans
een sprankje van hun belangstelling over te
nemen. Maar het was allemaal hoogst onbe
vredigend. Diep in zyn hart voelde hy het
aanhoudend verlangen naar heftiger prikkel
naar een levenstaak, die veel en veel meer zou
vergen van zUn gloedvol temperament. Een
heldhaftige kryg zou hem aanstonds aanga trok
ken hebben maar hiervoor was hy vele
eeuwen te laat geboren, besefte hy met een
zucht.
Weken lang zwierf hfl door Londen, in een
zyn oogen beantwoordden dien glimlach, doch i
zUn toon was ernstig.
Ik heb dat opgegeven voor een poosje
althans, zeide hy. Ik bedoel: dat soort van
werk. x
MUn menschen moeten zich dus maar
tevreden stellen met de wUsheid, die ze al heb
ben, merkte zy op.
HU knikte.
Misschien was het een verkeerd opgezette
onderneming van ons. zeide hU- Ik weet
het niet zeker Maar in ieder geval, zoover het
Rulery betretf. heb ik de zaak voor het oogen
bllk opgegeven.
zy zag hem onderzoekend aan.
Waarom, vroeg ze zachtjes.
HU voelde, dat zU naar hem keek. ZUn wan
gen gloeiden, maar hy bleef gestadig voor zich
uitkyken.
Om verscheidene redenen, zeide hy.
Zeg mU. verzocht ze. Ik ben er nieuws
gierig naar.
Allereerst, zei hy op vasten toon, heb ik
in Rulery iets gedaan, wat ik niet mocht doen.
Ik heb een misdadiger onderdak gegeven, en
hem geholpen, om te ontkomen.
Ah, dat hebt ,u dus gedaan, zei ze. u
bedoelt natuurlyk den man, die mr. Bell ver
moord heeft?
Ja, antwoordde hU. Ik wees hem. waa»
hU zich verbergen kon. HU Is er óf in geslaagd,
om zich uit de voeten te maken, óf hy ligt op
den bodem van de lelgroeve. In beide gevallen
ben ik verantwoordeiyk voor hem.
Nu, zei ze, hU ligt niet op den bodem van I
Karel v was eens in 1535 op de jacht ver
dwaald geraakt Een arme kolenbrander bood
hAi een onderkomen en noten, zwart brood
en kaas aan. Dat is 'n goede kost als men
veel eetlust heeft, maar de keizer was het
beter gewoon. HU vroeg of hy niet een stuk
wildbraad kon krijgen. Na lang praten met
zyn vrouw haalde de man eindelijk een ge
zouten reebok voor den dag
Maar zeg er den keizer niets van. want
dat is een kwaad heer.
Eenige dagen daarna ontbood de keizer den
kolenbrander te Brussel.
Deze was doodeiyk verschrikt toen hU zyn
gast herkende.
Men heeft u van mU verteld, dat ik zoo’n
kwaad heer was, vertelde de keizer, ik wil het
tegendeel bewyzen, vraag my een gunst.
De ander durfde nauwelyks spreken, maar
eindeiyk daartoe gedrongen, vroeg hy om zyn
leven lang in het boech
binden.
Goed, zei de keizer, breng morgen een
aagen vol aan de stoep van het paleis en ver
koop er geen onder de twee Caroli.
Den wagen vol?
Neen, per bezem.
Den volgenden dag stonden zy beiden, de
Phillemon en Baucis uit het bosch van Sau.
vignies, aan de marmeren stoep En zie. Van
Engmond. Du Croy, De Lannoy. Van Mansfeld,
De Lalaing. De Ligné, Van Wassenaer. De
Frasegnies, met hun gouden kettingen en krui
sen stormden op den wagen los en betaalden
4, 6 en 8 Caroll voor een bezem, want zy
hadden bevel ontvangen om zich op de och
tend receptie bU den keizer met een bea^m in
de hand te vertoonen.
Zoo betaalde de keizer met het goud zfjner
granudes den gezouen reebok, waarop 'n wild
dief hem onthaald had.
HUIZEN 396 M. 8.K RO morgenconcert.
1.Chopln-prcgramma. 11.30 Godsdienstig
halfuurtje door Pastoor L. H. Perquln. 13.00
Politieberichten. 13.15 K. R. O.-sextet o. 1. van
Plet Lustenhouwer. 1.45 Verzorging zender. 3.
Gramofoonmuzlek. 2.30 Klnderuurtje. H.I.R.O.
,4.00 uitzending voor den Algemeenzn Ned.
Vrouwenbond. 4.30 Uitzending voor de Theoso
fische Vereeniglng. K.R.O. 5.Gramofoon
muzlek. 5.15 Sportpraatje door 8. P. J. Borsten.
530 Gramofoonmuzlek. 0.10 Journalistiek door
Paul de Waart. 6.30 Gramofoonmuzlek. 7 10
Gerh. Krekelberg. .Limburg’s Schoonheids-
monumenten. 7.30 Politieberichten. 7.45 Gra-
mofoonmuziek. 8.KRO. Salonorkest o. 1. v.
Marlnus van X Woud.' 9.Mlcrofoon-Peuil-
leton door E. Hoornlk. 9.15 Persberichten van
het Persbureau Vasz Dias. 9.30 Salonorkest o. L
van Marlnus van ’t Woud. 11.Gramofoon
muzlek.
HILVERSUM 1875 M. 0.45 V-AR-A. Li
chaamsoefeningen o. 1. van G. Kleerekoper.
7.30 Idem. 8.Gramofoonmuzlek. 9.Vara-
septet o. 1. van Is Eyl. V.P.RO Morgenwydlng.
VARA 10.15 Uitzending voor arbeiders in de
ContinubedrUven. 13.VARA orkest o. 1. van
Hugo de Groot, afgewisseld door gramofoon
muzlek. 1.45 Rustpoos voor het verzorgen van
den zender. 3.I. V. A. O.-kwwrtiertje. 2.15
Vara-Mandoline Ensemble. 2.30 Arbeiderssport-
spreker 8. Broekman. 2.45 Vara-Mandoline en
semble. 3.E.N.T.OVA. S. Lantlnga: De
bloemententoonstelling in het RAI-gebouw te
Amsterdam. 3.20 VARA-Mandoilne ensemble.
3.30 Uit de Roode Jeugdbeweging. Nico Bloe-
mendaal: Het Congres van de AJ.C. 3.35 Gra
mofoonmuzlek. 4.30 8. D. A. P-kwartiertje.
4.45 Orgel, viool en cello door Johan Jong.
5.30 X>e vrouw die nooit te laat komt" in ze
ven tafreelen van Lichtenberg. 5.45 Orgel, cel
lo en piano. 0.15 Klnderuurtje .De familie De
Boer”. 7.Vrijdenkers Radio Omroepveree-
nlging. 8Bonte avond m. m. van het VA-
RA-orkest o. 1. van Hugo de Groot. 11.Vaz
Dias. daarna Gramofoonmuzlek.
BRUSSEL. 509 M. 5.30 Concert door het
Omroepsymphonieorkest oJ.v. Arthur Meule-
mans 6.20 Gramofoonmuzlek 6.50 idem
9.30 Concert uit de Kurzaal te Ostende.
KALUNDBORG. 1153 M. 250 Gramofoon
muzlek 3 50 Omroeporkest 9.05 Populair
programma 11.20 moderne Dansmuziek.
BERLIJN, 419 M. 10.20 Dansmuziek.
HAMBURG, 372 M. *- 12 06 Concert 1.35
I ramofoonmuziek 2.30 Gramofoonmuzlek
4.50 Concert door het Noragorkest o.l.v. José
Eibenschütz 10.40 Dansmuziek door het No.
ragorkest.
KONIGSWUSTERHAUSEN, 400 M.
Concert.
LANGENBERG, 472 M. 150 Concert oJ.v.
Görllch 2.55 Gramofoonmuzlek 5.20 Ves
perconcert 10.40 Concert o.l.v. Eysoldt.
DA VENTRY, 1554 M. 1 20 Orgelconcert
1.50 Concert 7 50 Gramofoonmuzlek
Promenadeconcert 10.35 Dansmuziek
B.B.C. Dansmuziek.
PARIJS (Radio Paris). 1725 M. 8.00 Gra
mofoonmuzlek 12.20 Populaire Gramofoon
muzlek 7.30 idem.
MILAAN, 331 M. 10.20 Dansmuziek uit het
Lunapark te Milaan.
ROME, 441 M. 9.05 „Dejanice" opera in
vier actes.
WEENEN, 517 M. 1150 Silvester Schieder
en zyn orkest.
WARSCHAU, 1411 M. 5 20 Omroeporkest
oJ.v. J. Oziminski 8.20 populair concert
10.25 Piano-recltal 11.10 Dansmuziek.
BEROMUNSTER. 430 M. 750 Gramofoon
muziek 8.30 Concert.
Het kan me niks schelen, sei Jaap, die intusachen al weer
doorgeioopen was. maar ik ga een Ijsco koopen" en meteen draal
de hy slch om en wilde wegrennen. Maar daar was mevrouw de
Ble by. Ze greep haar man vast en onder veel gekibbel kwamen
ze in de winkelstraat aan.
Na de onthulling, waarby Jaap self ook tegenwoordig was ge
weest, wandelde hy met zyn vrouw door de straten. Iedereen
lachte tegen hem en noo kwam het, dat Jaap weer eens echt bal
dadig, werd. Ik wil een Ijsco, riep Jaap uit, toen le een yswagentje
aag staan, maar mevrouw de Ble sel verontwaardigd, dat aoolets
niet paste voor iemand, die een standbeeld heeft.
30B