Z. Em. Willem Kardinaal van Rossum Plechtige Uitvaart van Limburg ten grave gedragen „Onze groote Kardinaal” door Katholiek Nederland tn Onafzienbare menigte in de St.Servaas I HERVORMER VAN HET MISSIEWERK I ZATERDAG 3 SEPTEMBER Z. Em. Kardinaal van Koey Da omgang De Uitvaart Prof. Dr. Feron Als Apostel Danken en loven wy Z. H. Exc. de Aartsbisschop to Ontroerende lijkrede van Prof. Dr. F. Feron De overleden Kardinaal ale kloosterling Afscheidstocht van zyn missiewereld W" Z. H. Exc. Mgr. Dr. J. H. G. Lemmens De groote overledene een der onzen „Als een niemve Paulas mat de ontslapene de wereld uit in Vicariaten en Pre fecturen** I Lykrede prof. dr. Fr. Feron Onze missieyver groeie! Bloeiend missieleven 0 a VM J hoogeer». wel de H. izelf, geliefde toehoorders, ejatle, tot een uiting van Maastricht, 3 8ept. Heel de katholieke wereld gaat vandaag het stoffelijk overschot van wijlen Z. Em. Kardi naal van Rossum uitdragen. Ook zy. die niet bij de Uitvaartdiensten en de bijzetting In het graf te Wlttem aanwezig bunnen zijn, staan in deze plechtige ure door gebed in verbin ding met de duizenden, die zich straks gaan scharen rondom de katafalk, die aanstonds van de Zuider portiek na den plechtlgen om gang wordt overgebracht naar het priester koor, vlak achter het' Sacraments-altaar in de 6t. Servaeskerk. Uit alle deelen van het land en van ver over de grenzen zijn gisteren en vanmorgen honderden getoovigen gearriveerd, die zich thans langs den Kruislievenheer op het Vrijt hof naar de kerk van den H. Servaes be wegen. De onafzienbare stroom menschen, die in dese dagen van aanschijn tot aanschijn met den gestorven Kerkvorst in de doods- kapel een gebed kwamen storten, verdeelt zich in de ruime bedding van het kerkgebouw, waar een leder rich een stoeltje zoekt, om na den omtrek seker te zijn van een bescheiden plaats. Koningin in Limburg, mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van Maastricht, de wethouders J. Schoonbroed, J. Schaepkens van Riempst, A. Deussen en L. Bollen, den gemeente-secreta- ris mr. P. J. M. Kallen, mr. G. Bonhomme, president der arrondissementsrechtbank, mr. L. Brantjes, officier van justitie en oud-gou- verneur van Curacao, mr. Schillings, griffier der rechtbank, mr. E. Jasper, kantonrechter, den garnizoens-commandant, lultenanukolonel A. A. van Nfjnatten. den commandant van het landstormcorpe E. Haenecoeur, dr. A. H. J. Hintzen, geneesheer-dlrecteur van het zieken huis „Calvariënberg”, leden van Provinciale Staten en Gemeenteraad en tal van verte genwoordigers van stedelijke en provinciale or ganisaties. Hierachter sluiten zich de genoo- digden en de vele belangstellenden aan. Deor de .Lange Gang” treedt de lijkstoet het kerkgebouw binnen, waar het stoffelijk overschot in het priesterkoor wordt geplaatst. Wat de groote overledene geweest is voor de Kerk, als Apostel, alleen de goede God weet het en de vorschende historicus van den komenden tijd zal het met stijgende bewonde ring ontdekken, zonder wellicht ooit het zui ver persoonlijke werk van dezen Prefect der Propaganda ten volle te beseffen. En het is alweer de Plaatsbekleeder van Christus zelf, die meerdere malen over dit Apostel-werk van een zijner grootste zonen het heerjykste ge tuigenis heeft afgelegd. Daarom ook zijn wij er zeker van, dat wjj op dit oogenblik, staande bij het lijk van dezen Prefect der Propaganda, dat wij straks ter ruste zullen dragen, in den geest van den H. Vader niets beters kunnen doen dan den grooten doode een oogenblik huldigen voor hetgeen hij was en deed als Apostel, als leider en aanvoerder der missio narissen. Geliefde toehoorders, onze Kardinaal was meer dan veertien jaren Prefect der H. Con gregatie de Propaganda Fide en daardoor, ge lijk de Paus zich uitdrukt, belast „met de zorg van alle H. H. Missiën”. Als zoodanig was hij ambtshalve, onder den Plaatsbekleeder van Christus, de eerste missionaris der wereld, de eerste Apostel der Kerk. Als zoodanig droeg hij met den Paus de .solllcltudo omnium eccle- siarum de zorg voor alle Kerken In het wereldgebied der Missie”. En dat in een tijd, waarin de Goddelijke Voorzienigheid niet en kel een vooruitgang, niet enkel een opbloei, maar een wereldhistorlschen ommekeer in het Missiewerk der Kerk had voorzien en gewild. priesterlijk, zóó religieus, zóó apostolisch; dat Hij ons zulk een Kerkvorst heeft behouden tot een leeftijd van ruim zeven en zeventig jaren en hem In kracht en rusteloosheid liet werken tot het uiterste einde Mijn God, wü willen U, die alleen beschikt over zaligheld en eeuwigheid, In Uw oordeel, ook over deze groote ziel, niet voorultloopen, maar toch leven wij niet alleen in de vaste en blijde hoop, dat hij thans reeds in vrede rust, maar wij danken U ook en loven U om alles, wat Gij In Kardinaal van Rossum had gegeven aan een der roemrijkste Congregaties In de Kerk, aan heel die Kerk, en wel heel bijzonder aan ons land. Het „Te Deum lauda- mus", den laatsten zang, dien Hij in zfjn le ven, nog maar vóór enkele dagen, heeft aan geheven. toen hij daar stond met gebogen hoofd en stervend hart, willen wij thans overnemen en uitzingen tot het einde, waar het dan in naam van den gestorvene klinkt ..In te, Do- mlne. speravi, non confundar In aeternum. Op U, o Heer, heb ik gehoopt, in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden." Inderdaad, het leven en het werk van onzen grooten overledene is een dank- en loflied waard. Wie zijn lange en verheven levenslijn ,öods genade in ~1 gezegd en volgt, ziet de schittering van„Gou» alle bladen en over heel de Wereld t„2 herhaald, hoe de kleine jongen van het wees huis opgroeide tot Kardinaal der Kerk, hoe de eenvoudige novice uitgroeide tot het groot ste sieraad der Congregatie, hoe de simpele priester werd tot hoofdleider van het tna'ch'- tige priesterheir, dat de heldensche wereld voor Christus wil veroveren. daas groote soon der Kerk in merg en been. Ook als hooge burger van Rome en van de Stad van bet Vatlcaan bleef hij dat en schreef nog uitdrukkelijk .-Aan mijn landgenooten". HU droeg het edele kenmerk van zijn stam rond alp belichaamd in heel zijn wezen en werken* Ook den Paus zeil hoorde ik over hem spreken tot ons. Nederlanders, als over „uwen grooten Kardinaal". Welnu, wjj katholieke Nederlanders, hebben maar enkele menschen. die door hun persoon en hun daden de wereldgeschiedenis mee schrijven, maar weinig menschen, die in de Kerk Gods heele bladzijden vullen. Daarom is het geen chauvinisme noch ijdel heid, als Nederland in deze dagen speciaal heeft getreurd, als het katholieke volk van Neder land vandaag een stil maar Innig „Te Deum" tot God richt, om al het goede, dat de goede God aan de wereld en aan de Kerk heeft la ten geschieden door dezen Nederlander. Ik zeg dit trouwens met opzet, omdat ik dadelijk in dit verband een verzoek aan de Nederlandsche katholieken meen te mogen richten. Twintig gemijterde hoofden, waaronder de plechtstatige gewaden, komen nader. Prelaten en abten in rijkdom van warme kleuren ver liezer! zich tegen de gebeeldhouwde figuren der chapelle ardente en het massaal gebeu ren. Het openen der smeedijzeren deuren doet het licht in grauwe pracht het ajivlc,.gelaat van den gestorven Kardinaal overstralen. Bui tten tusschen de belde kerkgebouwen, langs het hellend 8t. Servaes-klooster, onder de hoorn wegen van het Vrijthof, zijn de vensters der huizen geopend en wacht een duizendkoppige menigte. De Iciokken der stad ringen hun doo- denlied en een schok va# ontroering vaart door de toeschouwers. De lijkstoet verlaat nu de chapelle ardente. Hoog tegen de vergrauwde lucht rijst het hout met den gekruiste en twee koorknapen zien kinderlijk in het gelaat van de toekijkende duizenden. De geestelijkheid der stad in superplies en de talrijke orden, waaraan Maastricht zoo rijk is, volgen. Twee en twintig Redemptoristen met verdriet over het gericht gaan nu hun grooten voorganger voorop. Zjj komen uit alle oorden des lands. Dan vloeit over de keien der stad het rood van purper, als een veld vol papa vers, het rood van kardinalen en daaromheen de rjjke gewaden van bisschoppen, kerkvorsten en prelaten. Hunne Hoogw. Excellenties Mgr. J. H. G. Jansen, aartsbisschop van Utrecht, Mgr. A. F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch, Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda, Mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem, Mgr. J. H. G. Lemmens, bisschop van Roermond, Mgr. dr. J. Vogt, bisschop van Aken, Mgr. J. O. Smit, Mgr. Brems, bisschop van Denemar ken, Mgr. 'Müller, bisschop van Zweden, Mgr. Heylen, bisschop van Namen met zijn secre taris, kanunnik Bootsma en Mgr. J. Biermans, algemeen overste der St. Josepb-Congregatie van Mill-Hlll, en Z. H. Exc. Mgr. Meulenberg, bisschop van Ijsland. Als een heraut der kerk schrijdt vlak voor de lijkbaar Z. Em. Kardinaal van Roey. Open wordt de doodskist gedragen en terwijl onder het beleren der klokken de stoet langzaam voorttrekt, dringt de ontroerde menigte dich ter en dichter op. Naast de lijkbaar vallen vele geloovlgen op de knieën. De herfstbladeren, die van de takken der boomen neerritselen, treffen in hun val de doodkist. Hierachter volgen de diepbedroefde bloed verwanten van den Kardinaal, zijn zuster. Moeder Gerulpha van de Zusters van Liefde, congregatie van O. L. Vrouw Moeder van Barm hartigheid, voorts de generaal-overste moeder Christine en de generaal-assistente. Zuster Army. Dan volgen de wereldlijke autoriteiten, onder wie wij. behalve de boven reeds genoem den, opmerken mr. E .O. J. M. baron van Hövell van Weez^veld tot Westerflier, commissaris der En zoo kom ik van." tot mijn derde consider dankbaarheid over hef voor ons zoo vreugde volle feit, dat de groote overledene een der onzen was. Nederland is, geloof ik. geen egoïstisch land en wil dat ook niet wezen. Maar Nederland wil toch een land wezen van piëteit. En als wy hier staan bjj het H)k van iemand, die in de laatste eeuwen wellicht geen gelijke had onder zijn landgenooten wat wereld-invloed betreft, en die wellicht in de eerste eeuwen zulk een gelijke ook niet meer krijgen zal. laat ons, zijn medetijd- en landgenooten, dan God een oogenblik met fierheid danken, ook als Nederlanders! Zoon van, Nederland en Nederlander Benedictus Dominus in aeternum, fiat, fiat. Gezegend zij de Heer in eeuwigheid, het zij zoo, het zij zoo. (pa. 88 63). Eminentie, Hoogwaardige Excellenties, Excellenties, en allen, die hier samen gekomen zyt rond de lijkbaar van dezen grooten doode, Vergeeft mij, als ik deze woorden begin met een persoonlijken indruk. Toen ik verleden Zondag Z. Em. Kardinaal van Rossum in vol ornaat de kapel zag bin nenschrijden van het Missiehuis te Sparrendaal, stond mijn hart een oogenblik stil. Was dit, die gebogen, bleeke, wankele man, onze groote, fiere, edele, energieke kardinaal! Toen Ik hem twee uur later, onder het „Te Deum”, na de bovenmenscheiyke Inspanning der heilige Wijding, niet meer zag staan vóór het altaar, maar werkelijk zag rusten op het altaar, met diep neerhangend hoofd en hijgen de borst, als een uitgeleden offerande leunend op het altaar van Christus, stond mijn hart weer een moment stil. Was die uitgeputte hoo- geprlester niet waarlijk geworden tot Iemand, wien mijter en staf te zwaar was geworden en die met Christus kon zeggen: Consumma- tum est, het is volbracht! Toen ik ruim een dag later vernam, dat de hooge lijder in machteloozen toestand was overgebracht naar het ziekenhuis „Calvariën berg” In deze stad, werd wederom een oogen- bllk van verstommende stilte gelegd over mijn hart. Zou dan de dood reeds zoo dadelijk gaan dreigen! Toen ik *s anderendaags met onzen Bisschop. dien ik toevallig het voorrecht had te bege leiden, het eerst mocht neerknielen bjj den overledene en daar den groote doode zag lig gen, in allen eenvoud, zoo gewoon en zoo bleek, in die erge stilte en die angstwekkende klein heid van dep dood, waarin alle menschen zoo klein en zoo gelijk zijn, voelde ik de aangrij pende tragiek van dit onverwacht sterven met klemmende kracht in heel mijn ziel. Hij was dus niet meer in de strijdende, zichtbare Kerk van Christus, hij, de groote leider der grootste strijders in dat Rijk van Christus. Hij was dus weggegaan uit de Eeuwige Stad om in zijn vaderland te sterven. Hij was dus den Euchartstischen zegetocht door de Noorse he landen gaan maken als een symbolischen Wten zal in eeuwigheid, zoo hopen wij, de lof toekomen daartoe het werktuig te zijn ge weest in Gods hand? Naast een Benedictus XV en een Pius XI, aan onzen Kardinaal van Rossum! Hij werd gezonden door God en diens Plaats bekleeder om de Paulus te zijn dezer tijden, om. terwijl Benedictus en Plus zelf, als opper herders. de bevel- en leerschrlften, uitgaven over de Missie en het Missiewerk, die nieuwe grondwetten uit te voeren en toe te passen over de wereld. En al voerde de Paus de pen. al schreef de Opperherder uit eigen gezag en eigen geest, die pen was toch zeker mede ge doopt in den geest en in het hart van hem, die als generalissimus stond voor het wereld- front der Kerk, en de nieuwe wetten in nieu we overwinningen zou moeten overzetten. Hij werd gezonden door God en Diens Plaatsbekleeder om als een Paulus de nieuwe Tltussen ook in en uit de jnlandsche christe nen zelf te gaan zoeken, Rome te voeren, waar de 1 Na deze aangrijpend sublieme rede, hief de Koninklijke Zangvereenlglng ..Maastreech- ter Staar" die achter in de kerk op het hooge koor heeft plaatsgenomen, het „Beat! mortul" aan van Mendelssohn, waarmee de plechtig heid. die dank zij den K. R. O. door duizen den kon worden gevolgd, was geëindigd. Terwijl de kardinaal en de bisschoppen zich naar de sacristie begeven om het middagmaal in de pastorie te gebruiken als gasten van Mgr. Wouters bleef het volk nog lang nabid den. Om drie uur doet de gezamelijke geestelijk heid het stoffelijk overschot uitgeleide tot aan de kerkdeur, waarna de tocht naar Wlttem aanvangt, waar de rector pater M. van Grins- ven met de paters van het moederhuis der Nederlandsche provincie het stoffelijk over schot van den hoogvereerden ordesbroeder in ontvangst zullen nemen en de diocesane ordinarius Z. H. Exc. Mgr. Lemmens de ab- soute zal geven. een ontroering door de schare geloovlgen. zul. verder, dan zij wellicht ooit doorstond. Na het beëindigen van het H. Misoffer, breekt het aandoénlijk oogenblik aan. waarop het Nederlandsen Episcopaat de „Quinque ab- solutlones in solemnlbus exsequls pascendae" gaat geven. De kardinaal en de overige bis schoppen zetten zich in de stoelen welke rondom de baar worden gezet. Een zware geur van wierook golft over het biddende volk als de bisschoppen de baar met wijwater bespreft- Kelen. De druppels glinsteren in het licht der zaarsen en vallen als parels op het glasen dek. sel der kist. Een onbeschrijfelijke stilte hangt over de menigte als prof. Féron den omfloersten kansel betreedt voor het uitspraken van de hierop volgende gedachtenisrede: Geliefde toehoorders. Wij hebben Gods naam dus geprezen om de heerlijkheid, welke Hij in dit schoone leven heeft laten uitstralen en de kracht, welke Hij in dezen edelen geest en dit trouwe hart had gelegd. En de groote doode moge ons dankbaar „Te Deum” mee hebben gejubeld in de hallen des hemels, waar aan dat „Te Deum” geen einde kan komen. Maar toch! Ook voor deze ziel is het .Mise rere” geschreven. Ook voor dezen rnensch deed de Kerk den priester treden in de laatste ure. om zijn zintuigen te zalven met de reinigen de Olie. Ook hem is Zij, toen bij wilde na deren tot de eeuwigheid, tegemoet getreden met de bede der bangheid „Si inlquitales ob- servaverls. Domine. Domine quiz sustineblt Als OM op al onze ongerechtigheden gaat let ten. Heer. Heer, wie zal dan bestand zijn". Ook bij zijn lijk heeft de menigte, op het voorbeeld van den Bisschop. neergeknield, en gesmeekt „Dimltte nobis peccata noetra Vergeef ons toch onze schulden”. Ook uit Zijn stervenden mond heeft de nederige belijdenis der schuld moeten klinken, en Ook hij heeft gevraagd om de vrijspraak van den eenvoudlgen priester. Ook voor hem staat geschreven, dat het heil zaam is ..pro defunctis exorare ut a peccatis solvantur. voor de overledenen te bidden, op dat zij toch van hunne schuld bevrUd wor den”. Zeker, zijn deugd en zijn werk zullen hem ten goede komen bij God. maar waar is toch ook het woord, dat eenmaal een Missie-bis- sebop tot mU sprak: Zwaar is de dag. als de teekenen mijner waardigheid zullen achter blijven op de aarde en ik voor God zal komen te staan enkel met den last der verantwoor delijkheid dier waardigheid. Bisschoppen en priesters, hier tegenwoordig, als gM straks staat aan het altaar des Heeren, gedenkt dan hem. „qui nos praeceeait cum slgno fldel”, die ons als een Apostel Is voor gegaan met het teeken des geloofs. Geloovl gen, die mij hoort, helpt door Uw gebed den overledene voor God zijn zware verantwoor delijkheid dragen. Bidt en smeekt met de Kerk ..Requiem aetemam dona ei. Domine. Heer, geeft hem toch de eeuwige rust”. HM. die door zijn werk en gebed aan millloenen het geloof heeft willen brengen en door het geloof het eeuwige leven, vraagt U thans door den mond der Kerk: Vergeet raM niet en bidt voor mij! Kardinaal van Rossum, dat zullen wM doen! Maar wy willen U nog een anderen troost, een andere belofte geven. Ge waart de groote Apostel der Missie. Uw Apostolische liefde werd de brand. dle het hart der Nederlandsche katholieken in brand zette voor de Missiën. Onder Uw leiding werden tientallen Nederlanders tot Bisschop in de hel densche landen, trokken honderdtallen van Nederlandsche priesters naar die. heldensche landen, bloeiden de groote Missiewerken op tot een bloei, gelijk die wellicht nergens ter we reld wordt gevonden. (wy zullen die erfenis bewaren! Het schoonste „In Memoriam”, het treffendste monument, dat In Nederland voor U zal kunnen worden opgetrokken, zal zyn een offervaardige, altijd groeiende Missle-actie. Als gM van uit den bentel al onze kleinen zult zien meetrekken in den kruistocht der H. Kindsheid, als gij van daarboven al onze groo- teren lid zult weten van de Voortplanting des Geloofs, als gM de priesters, die door ons in het Bint Petrus Liefdewerk onderhouden wor den. haast niet meer zult kunnen tellen, dan zal Uw vreugde volmaakt zijn, dan zal Uw erfents In Uw vaderland veilig zMn. dan zal Uw geest tusschen Uw volk onsterfelMk zyn. Geliefde toehoorders. Ik ga eindigen. Moge onze groote doode zijn plaats gevonden heb ben of spoedig vinden naast den troon dier andere Apostelen, die hier eenmaal als Apos tel en Bisschop hebben geleefd en gewerkt, naast een H. Servatlus, in wiens prachtlgen tempel zijn lijk thans voor het laatst heeft mogen rusten. Requiescat in pace. HM ruste in vrede. Amen. Jbm hen dan naar rthus hun niet alleen het priesterschap wilde gunnen, maar hen te vens met eigen hand tot Bisschop en volwaar dig opvolger der Anostelen wilde wijden. En alweer, al was het zeker het groote geloof en het diepe inzicht van den Heiligen Vader zelf, die deze eigen en volwaardige organisatie der inlandsche Kerk-gebieden aandurfde en wilde, die durf en die wil was tevens de gelukkige verwezenlMklng van wat in het hart van den grooten Prefect der Propaganda zoo lang en zoo hevig verlangd werd. Hy .werd gezonden door God en Diens Plaatsbekleeder, om als een nieuwe Paulus de wereld uit te meten in nieuwe Vicariaten en Prefecturen, en daardoor de kerstening der wereld in nieuwe banen te leiden. En ten derden male, al zal de tijd en de eeuwigheid ook in dit opzicht de. voortvarendheid en het beleid van een Benedictus en een Plus, de Pausen der Missie, luide prMzen, hun raads man en rechterhand by dat alles was de groo te Prefect der Propaganda, onze Kardinaal. Hy werd gezonden door God en Diens Plaatsbekleeder op aarde, om als Groot-eco- noom der Kerk In een nieuw stelsel van een heid en «ileuwe actie de verspreide offers en aalmoezen te verzamelen en te regelen, om zoodoende langs de lynen der drie groote Pau- seiyke Liefdewerken gemakkelMker en succes voller in de behoeften en zorgen der Missles te voldoen. En ten vierde male, al zal de eer- IMke geschiedenis In waarheid moeten getui gen, dat onze groote Pausen deze Werken hebben gemaakt tot Pauseiyke wereldwerken wier Invloed niet gemeten kan worden, toch zal telkens op dezelfde bladzijde der geschie denis, na den lof der Pausen de naam ge schreven staan van den Kardinaal, die dezen wil der Pausen tot heeriyke werkelykheid maak- ■^•.tegenstaande stryd en storm, tegenstand en bezwaren, de naam van hem. die voor deze PauselMke Missie-werken heeft gestreden, des noods ten koste van een stuk der sympathie, welke de wereld gewend was hem te schenken. Hier deed hy als Paulus .jnstare opportune Importune”. Wat het leven van den kloosterling, die Kardinaal van Rossum was, betreft, niemand minder dan onze Heilige Vader de Paus zelf heeft daarover het schoonste en meest gezag volle getuigenis afgelegd. In zyn brief aan onzen Kardinaal op 24 Mei 1924. by gelegen heid van het gouden professlefeest van dezen grooten Redemptorist, staan uitingen, die niet schooner en krachtiger gedacht konden worden. Getuigt de Paus daarin niet, dat de Vader der Christenheid in Kardinaal van Rossum een kloosterling zag. in wien alle idealen der kloosteriyke roeping tot werkelykheid waren geworden? Getuigt de Paus niet, dat deze ge purperde volgeling van 8t. Alfonsus In zyn leven en leer het voetspoor van den grooten Stichter volgde, zonder daarvan ook .maar een haarbreed af te wyken?” En zy, die Zijne Eminentie hebben gekend, weten, dat elk dezer woorden waar Is. Zy weten, dat het streng ascetisch en dlep-inner- IMke leven van den echten Redemptorist onder het' roode Kardlnaals-kleed niet werd verduis terd, maar wel In den rooden gloed van laaiende liefde werd gezet. ZU weten, dat het uiteriyk van dezen grooten priester, die in zijn trekken een eenvoud aan plechtigheid, een vriéndelykheid aan ernst, een zachtheid aan gestrengheid wist te paren, niets anders was dan het door God gegeven kleed, dat zoo won derwel paste om deze onzichtbare ziel, die ook sober en eenvoudig was. als de simpele duif, maar tevens grooter en sterker dan die van een held, die ook vriendelyk en welwillend was voor leder en voor allen, by wie hy het heil der Kerk had te verzorgen of te verdedigen, die ook zacht was als het ware priesterhart, maar tevens sterk en energiek als de moed en de wilskracht van een Paulus. H. van het bisdom Roermond. Als troondiakens fungeeren Mgr. dr, B. Eras, procurator van het Nederlandse!) Episcopaat te Rome en Mgr. H. J. M. Taskin, president van het Groot-Seminarie te War mond. Diaken ad mlasam is Mgr. A. F. M Sweens uit Haaren en subdiaken ad missam Mgr. Th. Bekkers uit Voorschoten. De lagere functies worden door' priester*, missionarissen vervuld. Rondom den biddenden hoogepriester bloeit de kleurige rykdom der priesteriyke gewaden en straalt hef goud der ófticleele uniformen. De imposante tempel is tot in alle hoeken met geloovlgen gevuld, in de gangen, portalen en op de trappen richten de oogen zich naar het hoofdaltaar. De van de zoldering afhangende lampen tusschen de pilaren zMn over de geheele leng, te der kerk met zwart floers omwonden en branden mistroostig op desen schemerzwaren morgen, nu Nederland zyn eenigen kardinaal gaat begraven; de bisschoppen hebben aan de Evangeliezyde plaatsgenomen. Achter hen zien wy directeur P. Fkanssens met zün zingende jongens, die in roode togen en rochet ge kleed zijn en de kerkmeesters. Voor hen ont waren wy den in gebed verzonken kardinaal van Roey. Aan de linkerzyde in een zwart ge maakte knielbank hadden de hoogste wereld lijke autoriteiten plaatsgenomen. Rechts voor, aak by de baar de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin. Voor het priesterkoor, waar de Communiebank thans is weggenomen, is plaats gemaakt voor de Romeinsche families en genoemde bloedverwanten. In de ban ken achter het middenschip knielen de prelaten en Mgr. Delatenau uit Zwitserland, provincialen van verschillende orden en con gregaties, twee en twintig paters Redempto risten en een delegatie van -het R. K. Werk liedenverbond onder wie het Eerste Kamrlld A. C. de Bruyn; links de overige wereldlMke autoriteiten. Behalve de genoemde kerkelyke hoogwaar- dlgheidsbekleeders, merkten wy op vele Orde broeders van den grooten Overledene. Buiten de vele Paters Studenten en Broeders, die over geheel de Kerk verspreid waren, werden de gereserveerde plaatsen ingenomen door den nater Provinciaal L. Wouters, die MIs. doch helaas niet de begrafenis te Wlttem kon bywonen en. met hem, door de afgevaardigden van alle de 8 Nederlandsche hulzen en van de naburige Ordes-provtncles. Het knapenkoor voert de Gregoriaansche Missa Pro Defunctis uit. Nooit klonk het zin. gen der jongens zoo zuiver als In dit uur, nu ieders hart is opgeheven naar den Heer, nu de lippen der duizenden geloovlgen In dezen tem pel Gods stil geworden zyn. Dit droomverloren schouwen naar de plechtigheid op het pries terkoor en het roerloos luisteren naar het sty- gen en dalen der stemmen zonder de muziek van het orgel, rypt allengs tot een gebed, schooner dan waarvan wy zouden spreken. En ook dit ringen der kinderen wordt bid den, vervoerder bidden naarmate het offer zich aan het altaar gaat voltrekken. Daar, midden In het priesterkoor rust de voor eeuwig ingeslapen kloosterling. Hy heeft zyn levep rechtstandig gevoerd, nu is hy als een bloem opengegaan naar het licht der eeuwige geluk zaligheid. Eenieder hier In de kerk aanwezig, draagt nu voor zyn leven een herinnering mee. welke hem van veel kwaad zal terughouden. Als dan het brood en de vrijn veranderd is in bet lichaam en bloed des Heeren, dan vaart Onder het reusachtige kruis, dat van de ge welven afhangt vlak achter het Sacraments- Altaar, staat op het majestueuze priesterkoor nu de lykbaar tusschen het zachte vuur van kaarsen, de doodstille figuren der boven noemde Pauseiyke kamerheeren aan lederen kant één en In een driehoek voor de kist de Malthezer-rtdders. Achter het hoofd-altaar rijst het grootsche baldakijn, waarop honderden electrlsche kaar sen fluweelen glansen werpen. Als het geluid der schuifelende voeten en van het verzette# der stoelen is verstorven, wordt de Aartsbisschop van Utrecht met de pontificale gewaden gekleed om hierna de In troïtus aan te vangen. De assistentie* zyn als volgt verdeeld: Presbyter-assistens is Mgr dr. G. A. Bauduin, vlcaris-generaall van het En al dat werk was niet tevergeefschOok In dezen geest past het woord op hem, dat ..gratia In eo vacua non tuit de kracht der genade niet ydel in hem was”. De Missie groeide en bloeide als nooit te voren. Zelfs de remmen, die een wereldoorlog aan de kerste ning der heidenen had aangelegd, konden de kracht niet hinderen of verminderen, waarmee onder zyn hand de gloriewagen van Christus' koningschap door de wereld werd voortge trokken. O, dierbare overledene, het schoonste boek, dat over Uooit geschreven zal kunnen wor den, zal de historische vergelMklng wezen tus schen den dag, waarop gy Uw eersten voet hebt gezet in het Paleis der Propaganda, om daar de leiding over te nemen, en den dag van heden, waarop Uw moede hoofd ter neer gaat liggen in het graf, het laatste rustbed der menschen. Veertien jaren liggen daartusschen, maar in het oog van den Mlssle-historicus zul len die zeker sommige veertien tientallen van andere jaren overtreffen. wy zMn inderdaad bereid en In staat om by de Ujkbsmr, nog vóór het graf gesloten is, God te danken. In den geest der Kerk, die den dag des doods een dag van geboorte heet, in den geeat der Heiligen, die ons oy monae van den grooten Basillus vermanen niet te zeer te treuren over een grooten doode. dien wy verloren hebben, maar veeleer God te dan ken. voor de groote gaven en de kracht des geloofs, welke Hy ons In zulken menseb had gegeven, mogen en moeten wy den goeden God danken, dat de Kerk en wy hem hebben ge had. In dien geest roep ik Nederland en heel de Kerk op den Konlng der eeuwen te danken, dat Hy ons Kardinaal van Rossum heeft ge geven, een Kerkvorst zóó groot, zóó sterk, zóó edel, zóó wijs, zóó geleerd, zóó vroom, zóó HM was dus werkeiyk naar Sparrendaal ge gaan ..meer stervend dan levend”, om als een uitgestreden Paulus nog gauw een laatsten mede-bieschop te wyden en te zenden. Hy had dus daar, toen hy bM het afscheid met stok kende stem tot den nieuwep Bisschop zeide: „God zegene U en Uw werk. Uw Mis sie en uw missio narissen", gespro ken niet- meer al leen als Prefect der Propaganda, maar tevens als bode des hemels, die stond op den drempel der eenwigheid. Hy was dus willen te- rugkeeren naar Wlttem. het be minde huis zyner Congregatie, om daar zMn laatste Offer op te dragen en daarna, dood moe, van zijn me debroeders afscheid te nemen. Hy was dus naar Maastricht willen komen, om daar, ver van Rome, ver van den troon zyner waardig heid en werkzaamheid, In zyn land, In de stad der heilige Bisschoppen, in de veste der groote geloofsverkondigers te sterven! Ik ben overtuigd, dierbare toehoorders, dat de momenten, waarvan ik daar sprak en die telkens mMn hart even stil deden staan, toen hun beteekenis aan volk en wereld werd be kend gemaakt, diezelfde stilte met benauwen de macht in het hart van volk en wereld hebben veroorzaakt. In zulke oogenblikken zyn de harten der katholieken van een land, ja der katholieken van heel de wereld één. één in angst en beaorgdheid, één in bange afwach ting. Nu zyn enkele dagen sindsdien voorby. En het vuur van ons geloof heeft den klop van ons hart weer verwarmd, wy zMn weer rustig en kalm, gelaten en tevreden. De konlnklMke kracht van Gods wil. die moet geschieden „op aarde als in den hemel” heeft ons getroffen gemoed weer hersteld. We zyn weer in staat met den eenvoud onzer voorouders te spreken: „Dominus dedit, Dominus abstuUt, slt nomen Domini benedictum", De Heer had hem aan de Kerk gegeven, de Heer heeft hem genomen, de naam des Heeren zM gezegend. Wy zMn weer bereid het Psalmlled aan te heffen: Benedic tus Dominus in aeternum, fiat, flat. Gezegend zy de Heer In eeuwigheid, het zy zoo. het zy zoo”. Verbaast U niet, gM, die wellicht hierheen zyt gekomen om te treuren, die wellicht voor me staat met tranen van rouw in Uw riel. dat Ik U aldus toespreek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5