Angst volle nachten op den Oceaan
Robinson Schoenen
RADIO-PROGRAM
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
DE VROUW
MET HET
MASKER
HET GEVAL
MET PLUUS
Het snelverkeer
WOENSDAG 7 SEPTEMBER
VERHAAL VAN
DEN DAG
opgei
De zon breekt
oor
T wi j fe lach tig
een omnl-
Wordt vervolgd.
Relaas van da Costa
Veiga
EEN MISLUKTE
NON-STOP-VLUCHT
De geneeskrachtige
werking van uien
Maurice zag hem ernstig aan
IVatuurlyk loopt ie«Ier« Hollandsclie jongen op
(Ingezonden mededeeling
Landing op zee
Hoe twee vliegert zeven dagen op
zee rond dreven, voor ze door
een vrachtboot werden
FEUILLETON*
Donderdag 8 Sept.
„Ik noem hem Salomo, omdat hij
zoo wijs is,” zei de zeeman. „Salomo
aal ons rondom *t eiland dragen”.
I
u.iun—
alle
hare
dan,”
schamperde
ge-
s’n
t
eens
cert;
Moryencrvond vervolg.)
op dit blad
XXVI
was een samenspannen tegen hem.
Het
34
vroeg
tn
vrees Ik, ant
maar
waar ik
4
r'W
tan. en
I wenen.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
net
de
iten
Ze
heerenhuis
doek,
weer
met
on-
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Zieken
door Mevr. Ant. van Dijk. 5.00 Radio-Kin-
oor zang oJ.v. Jacob Hamel. 5.30 Kovacs
6 en zün orkest. 630 Sportpraatje door H.
ander. 7.00 Kovacs Lajoe en zün orkest.
Gramofoonmuzlek. 8.00 Tijdsein en Ope-
program ma m.m.v. het Omroeporkest 0.1.V-
groote vogel,” riep
„Kijk eens Robbie,
dek programma.
Gramofoonmuzlek.
r het ensemble Rentmeester. Kook-
mevrouw R. Lotgering-Hille brand
1230
rekening mee te houden heb, is, of ik u al dan
niet aan de politie behoor over te leveren.
De man keek hem sluw aan. HU had maar
weinig vrees.
Als u dat deed, mijnheer, zei hü, sou
het onrecht zijn. Ik heb den ouden man alleen
aangeraakt urt zelfverdediging.
de droomen met uitgedroogde
we het gevoel, alsof de maciji
Den volgenden dag was er
zien en ik voelde hevige pfjne
knie. Bü de noodlanding had
maar er tot nu toe geen acht
1.35 Gramofoonmu-
s-i; 8 20 De Dultsche
rhma; 11.00 Het No-
De man deed geen verdere poging, om te ont
snappen. HU zag er zeer sjofel en mager uit,
doch Maurice had hem terstond herkend. Het
was de man. die op dien gedenkwaardigen
avond den weg van Rulery af was komen slui
pen de man, voor wiens ontsnappen aan de
gerechtigheid hü veranfwoordelUk was.
Mijn vriend zal zich niet met de zaak
bemoeien, zei Maurice, terwijl hü hem bü hun
door het
Gramo-
De man zette zich bedaard neer. Holdemess
nam een courant op.
Ga je gang, zeide hU. Ik zal niet luls-
FEUILLETON AVONDBLAD 1
twen.
Als ik moet praten, zei de man, moet ik
een glaasje absint hebben. Mün keel is droog.
Ik heb ook wat te vertellen.
Maurice riep een kellner aan, en bestelde.
KUk u eens, ael de man, ik weet alles,
wat u mU wilt zeggen. Ik kan u tüd besparen.
Ik was het, die toen ’s avonds bü den ouden
heer Bell kwam. Het was uit vriendelükheid,
dat ik naar hem toeging. HU heeft een dochter,
die ik niet vinden kan. ZU is in gevaar, en ik
kwam om hem te waarschuwen. HU sloeg mij
het eerst. HU verloor zün kalmte. HU wilde mtj
niet zeggen, waar ik haar kon vinden. HU wilde
mij niet eens het geld geven, dat ik voor de
reis besteed had. Toen verloor ik óók mUn
kalmte. Ik gaf hem óók een klap. HU viel
neer.... en ik was doodsbang. Toen liep ik
weg.
Maurice knikte.
Nu, zeide hü, u schUnt een ouden man
neergeslagen te hebben, omdat hU zich door
u niet wilde laten afpersen, en ik was zoo
dwaas, om u te helpen ontsnappen.
Af persen!
De man keek om zich been, als was hU
bang, dat dit woord door iemand anders ver
staan was. ZUn wangen waren Ingevallen, maar
zUn oogen keken nog helder.
Dit was het niet, zeide hü- Ik bracht
hem inlichtingen, die werkeUJk waarde hadden.
>rgen van den zesden dag zag ik,
ift het raam boog, een schip. Ik
•beelding Maar neen, ook mijn
len zagen de boot duidelijk. Zewes
blik zwakjes. De Inspanning om zün moeilük
gehoor avond aan avond te boelen, was zUn
gestel beginnen aan te tasten. Maurice’s hulp
zou van onschatbare waarde zijn. Er was een
volledige school met avondklassen aan het
werk verbonden, en ook eert bibliotheek.
Je kunt wel raden, waar het geld van
daan kwam, daarvoor, voegde hU er glim
lachend bU. Voor de vrouwen is er alleen
de kokerij en de kinderzorg. Alles heel primi
tief, maar met het stempel van iets groots
misschien. r
ZU gingen het café binnen, waar Zij eerst
een kop koffie namen. Holdemess vroeg om de
domino-steenen. Doch nauwelijks waren zü met
hun spel begonnen, of Maurice sprong van zUn
stoel op, en liep zonder een woord van nadere
verklaring naar de deur. HU was Juist op tüd,
om te beletten, dat de man zich verwUderde,
dien hU van zUn stoel had zien wegsluipen, om
te trachten de zaal te verlaten.
Hoor eens even, zeide hü. terwUl hü zUn
hand op den schouder van den man legde,
ik wil u even spreken.
't lijkt wel
De zeeman gooide nu een paar
touwen over Salomo’s nek, en zei
tegen Robbie en Topsy, dat ze maar
m den mand moesten stappen.
„Vlug gaan zitten,” riep hij, voor
dat Salomo zijn vleugels uitslaat t”
en Robbie en zijn nichtje konden
nog maar net bijtijds instappen,
voordat de vogel zich verhief
de mand de lucht inzweefde.
„*t Is net een luchtballon hè F’ zei
Freddy."*,,Alleen behoeven we Sa
lomo mat met gas te vullen”.
der cabine leunen, opdat het
niet zou binnendrtngen. Om het uur
losten we elkander in deze werkelijk lastige
positie af.
Op den nacht volgde een grijze morgen. We
waren nat tot op ons hemd en flink uitgeput.
Toch gingen we spoedig aan het werk, cm
onzen toestand, in zooverre dat mogelijk was.
te verbeteren. In de eerste plaats bond ik met
Braad en touw de beschadigde deur vast, zoo-
dat we ze niet meer met onze schouders be
hoefden tegen te houden.
Toen het licht werd, merkten we, dat de rech-
Zoo, zegt tante tegen LUI. kan je al stenogra-
feeren? En al even vlug als ik spreek ook?,...
Jawel tante, zegt LUI weifelend, maar nog
niet zoo lang!
Het sap van uien bevat behalve zwavel, suiker,
ongebonden phosforzuur. citroenzuur, enz. nog
een schat van voedzame organische zouten,
aetherische oliën en rhodaanwaterptofzuur. Het
werkt krachtig bloedzuiverend en bevordert de
spijsvertering en de werking der nieren. De ui
is dan ook een oud volksgeneesmiddel en wordt
om haar gehalte aan fosfaten vooral als voe
dingsmiddel voor de zenuwen aanbevolen; zü.
die veel hoofdwerk moeten verrichten, hebben
er dus in het bijzonder behoefte aan.
Verder lost het sap slüm op bü hoest, heesch-
held. keelziekten, maag- en darmcatarrhe, ca-
tarrhe in de neus- en voorhoofdsholte, moeilük-
heden bU de ademhaling en beklemde borst;
het is aan te bevelen bjj bulkpUn, een gevoel
van druk op de maag, constipatie, maagzuur,
nleraandoeningen’. wurmen, enz. Het is niet
voor niets, dat het volk de ui vroeger hield voor
een geneesmiddel tegen alle kwalen.
Volgens de nieuwste proeven van Colllp be
vat de ui ook het als insuline werkende bestand
deel der gist, zoodat het sap van rauwe uien
bij suikerziekte is aan te bevelen. Verder wordt
het met succes toegepast tegen winterhanden,
insectenbeten, likdoorns en haaruitval.
Wij dwepen graag met snelverkeer
En toch, het gaat verkeerd,
Iets, dat dan ook de statistiek
Ons overtuigend leert!
De ongevallen nemen toe
En werk’lijk grandioos.
Also) ze, net als winkeliers,
Ook werken met cadeaux!
Men rent en racet en gast en kruist.
Terwijl men bochten snijdt.
Bij voorbaat staat in 't ziekenhuis
Het bedje al gespreid!
Er zijn wel regels voor ’t verkeer,
Maar branie volgt ze niet.
Tenzij hij, want hij voelt zich zwak.
Verkeerspolitie ziet!
De oorzaak is dus reeds genoemd?
Pardon, niet zoo naïef,
De oorzaak ligt voornamelijk
Bij ’t rechtelijk tarief.
Dat vraagt voor mensch'Hjk onder
deel.
Ik hoop dat het de waarheid is, zeide hü,
U kunt gaan.
De man stond op. Hü vertrok evenwel niet
onmlddellUkj j,
Nu, wat is er, vroeg Maurice.
Ik dacht zoo bü mezelf. mUnheer, zeide hü.
op vertrouwelUken fluistertoon of u mü
misschien op een idee kon brengen, wie de dame
was, die zich zes jaar geleden in Parijs de
dochter van tnr. Bell noemde.
Maurice schudde het hoofd.
Ik heb er geen idee van, antwoordde hü
kortaf.
Wanneer de rest nog leeft,
Een prijs, waarvoor geen slager ooit
Gelijke stukjes geeft!
En eerst bij dooden eischt het recht
Drie maanden.... neen, geen schrik.
Want) als een huidcrème volgt, zoo
zacht,
Het woord.... voorwaardelik!
Het was juist zoo’n dag. als hU voor zün
doel zou hebben uitgekozen, dat Maurice uit
den trein stapte, aan het kleine tusschenstaüon.
en zich in de richting van Rulery begaf. Een
krachtige wind, die Van de heuvels woei, had
den weg geheel opgedroogd, op een klein laagje
modder na een wind, versch uit het boach,
zóó friach en krachtig, dat Maurice met zün
pet in de hand liep, en met het hoofd achter
over, blü, dat hü den wind met zün longen
kon inademen, en het tintelen ervan op zün
wangen kon voelen. Het scheen hem toe, dat
hü maanden weg was geweest, toen hü da
lange heuvelreeks naar het dorp besteeg. Da
velden waren nu bruin, inplaats van groen. Een
doordringende geur van brandend hout kwam
hem in zün neus. De hagen en bonnen waren
kaal. HU zag een glimp van het groote huis
van een plaats, vanwaar hü dat niet verwacht
had. Overal kreeg hü bekende indrukken. Hü
kwam aan de laan, die hü opgegaan was bü
zün eerste bezoek aan het huis.
Weldra kwam hü aan het dorp, en bleef
staan voor het lage, witte huls, waar Charles
Bell woonde. Hü hield een oogenblik stil,
aarzelend, of hü dit deel van zün zending thans
ten uitvoer zou brengen, dan wel sou wachten
tot later op den dag. Ten slotte vond hü het
beter, om er maar dadelük van af te zün. Hü
deed het bek open en drukte op de bel aan de
voordeur.
Een jaar geleden deden de vliegers
Johannsen, Rody en Veiga een poging
Amerika van Portugal uit in een non-
stop-vlucht te bereiken. Een motorde
fect dwong hen tot een noodlanding
in volle zee. Zeven dagen dreven ze
met hun machine op het water, tot
ze, totaal uitgeput, door een voorbij
varende vrachtboot werden gered.
In nevenstaand artikel geeft een der
drie vliegers een relaas van die zeven
verschrikkelijke dagen, gedurende
welke de verongelukten tusschen le
ven en dood over den oceaan dreven.
De derde dag bracht zon. Ik kleedde me uit
en legde mün spullen te drogen. Met
veranderde ook onze stemming. Het
kreeg weer de overhand. Het vliegtuig
De man schuifelde weg. Maurice stak een
sigaret op, en sloeg hem een oogenblik scherp
gade in den grooten spiegel met vergulden
rand.
Een vreemd heerschap, die vriend van je,
merkte Holdemess op.
Het is een minne vent.
woordde Maurice. Ik weet niet, hoe het
komt, maar ik wou dat ik hem niet gezien
had
Holdemess lachte.
Allemachtig, zeide hü, het is maar
goed, dat je bü me gekomen bent, of je zou in
een ommezien een hoopje zenuwen geworden
zün. We zullen nu maar eens opstappen, als je
klaar bent. Je zou vanavond misschien nog
stof kunnen opdoen, óm tegen de menschen
te zeggen. Ik weet, dat Henwood tamelijk wel
leeg geraakt is.
ZU verlieten de zaal en namen
bus naar <e stad.
tervleugel van onze machine flink was bescha
digd. De linker brak al kort na de noodlanding.
Onze proviand bestond uit een pakje chocola, al
het andere was bü het dalen verloren gegaan.
Om te drinken hadden we 9 Liter gedistilleerd
water, dat elgenlük voor den koeler bestemd
was.
Er was een tamelük sterke deining op zee.
VUf, zes M. hooge golven slingerden ons eens
zoo sterk vliegtuig heen en weer. Niettegen
staande onze hachelijke positie waren we dezen
eersten dag vol hoop. De kust was, naar onze
berekening, welke, zooals later bleek, ook uit
kwam, slechts enkele honderden K.M. verwü-
derd. We lagen in de route der stoombooten,
welke tusschen Halifax en de Azoren het ver
keer onderhouden. Het electro-magnetisch kom
pas had het weliswaar al bü het begin der reis
opgegeven, maar toch was het ons met behulp
der beide gewone kompassen gelukt, den voor
geschreven koers te houden.
We bespraken de fouten, welke we bü de
voorbereiding en uitrusting der vlucht hadden
gemaakt. Het gemis aan een radlo-lnstallatle
wreekte zich thans. Onze eenige vrees was op
dit oogenblik evenwel, dat het vliegtuig na ver
loop van 20 uren zou beginnen te zinken. Maar
de tweede nacht ging voorbü en ons wrak dreef
nog. i
Ook de volgende dag was (Jonker en grüs ep
steeds bleef een üskoude, naalddunne regen val/
len. Tandenklapperend zaten wü neergehurl^t.
Soms werden we. heelemaal onverwachts, d<
een hevigen angst aangepakt. We zagen
vliegtuig al door de golven platgedrukt en
diepte gesleept. Als gevangen muizen m<
we dan verdrinken.
Alle tlbonné^S^^o^en ve^keM^lw/'ee’n^w^llende ultkeerlcgên f3000.vern^va^^lde ïrnenr^elde beenen^of belde oogen f 750.doodelijken* afloop f250.- een voet of een oog f125.duim of wijsvinger f50.“been of arm f40.- anderen vinger
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Holdemess bleef een oogenblik staan. Er was
een eigenaardige blik in zün oogen.
Er is eens een vrouw geweest, Elwyn.
zeide hü, die büna mün leven totaal ver
nietigd heeft. Ze had het kunnen doen, als ze
gewild had.... en ze was er niet een, die een
ander spaart. Nu is ze dood,... Je ziet, ik weet
er ook wel wat van.
ZU gingen op weg, en er werd geen woord
tusschen hen gewisseld, tot zü beneden op
straat waren. Toen riep Holdemess een taxi
aan.
Ik heb zin in een biefstuk, verklaarde hü-
Biefstuk met gebakken aardappelen. Ik weet
niet, hoe het komt, maar ik heb beslist zin
in een biefstuk. We zullen in café Royal eten.
Zü spraken meerendeels over Henwood en
rijn werk. Holdemess noemde het werk een
succes, maar de man zeil was op bet oogen- tafeltje bracht. Ga zitten.
iets te
Pünlüke nacht,
stuurstoel, terwül Rody en ik in het middelste
deel der cabine plaats namen. Een onzer
moest voortdurend met al z’n lichaamskracht
tegen de deur
water
niet bereiken,
hem. De kalme
woordde.
Op den mon
toen ik me ui!
dacht aan vefrl
twee kamerade
slechts enkele K.M. van ons verwüderd.
Met nieuwe krachten bezield en als geélectri-
seerd sprongen we op. Johannsen werd door
Rody en mü aan zün beenen vastgehouden, ter
wül hü zich met zün bovenlüf uit de vliegma
chine schoof. Aan een langen stok hadden wij
een vlaggetje bevestigd, waarmee hü wanhopig
werkte. Allengs werden zün bewegingen langza
mer en het vreemde schip kleiner. Het was ver
der gevaren, zonder ons op te merken.
Dezen dag spraken we geen woord meer. Apa
thisch lagen we op onze plaats.
De volgende nacht was de ergste. Mün knie
was al heelemaal zwart en gevoelloos en de
koorts steeg steeds hooger. De dorst maakte me
bijna waanzinnig. In mün koortsfantasieën zag
ik reusachtige flesschen met heerlüke citroenli
monade. Als ik er naar greep, veranderden ze
terstond in niets. Daarop verloor ik het bewust-
Zün.
Toen ik bükwam, was het al morgen. Ik voel-
inden liep.
’s Nachts ontwaakten we diWwüls uit verwar-
e/ kelen en hadden
pne zonk.
geen zon meer te
len in mün linkcr-
l ik ze verwond,
(cht op geslagen. Nu
etterde de wond sterk. Ik Stroopte de broekspijp
op en trachtte met mün mes den etterhaard te
verwüderen. Het was een ietwat primitieve be
handeling.
De vüfde dag brak aah en het vliegtuig dreef
nog steeds. Wü vertelden elkaar over onze fa
milie en kennissen, die ons waaschünlük al als
verloren beschouwden/ Toch leefden we. Maar
hoe lang nog?
De dorst bereidde Ons helsche kwellingen. We
poogden met kussentjes den neerslag van de
cabinemuren op te zuigen en zogen dan wan
hopig op de natte Avatten.
’s Nachts had ik hooge koorts. Ik ülde. Ik zag
een vriend aankomen met het reddende schip.
Hü kwam dichter en dichter bü en kon ons toch
gilde hardop en riep naar
inde stem van Johannsen ant-
HUIZEN, 296 M. KJt.O. 8.00 Morgencon
eert.
N.C-R.V. 10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Korte
ziekendienst te leiden door Ds. J. v. d. Woude..
10 45 Gramofoonmuzlek.
K R O. 11.00 Gramofoonmuzlek. 11.30 Gods
dienstig halfuurtje door pastoor L. H. Perquin
OP. 12.00 Tüdsein en Politieberichten. 12.15
Het K.R-O.-Orkest o.l v. Johan Gerritsen.
N.C.R.V. 2.00 Tüdsein. 2.01 Uitzending van de
opening der Jubileumtentoonstelling in het ge
bouw „Kunstmin" te Dordrecht. 330 Verzor
ging zender. 4.00 Ziekenuurtje door Ds. L. G.
de Bruyn.. 5.00 Cursus Handenarbeid, voor onze
jeugd, door H. J. Steinvoort. ,J)e kap voor het
lampje”. 5.45 Liederen-recital door mevr. Truus
de Wilde-Scheffer, sopraui. 6.45 Cursus knip
pen en stofversieren- 7.P0 Gramofoonmuzlek.
7.15 H. Amelink. 7.30 Politieberichten. 7.45 Ned.
Chr. Persbureau. 8.00 Tüdsein en Concert. 9.00
Tüdsein. K- Brants: Ons kleintje gaat naar
school”. 9.30 Het N.O.R.V. Klelnorkest. 10.05
Persbureau Vaz Dias. 11.00 Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 1875 M. AVRO 8.00 uur
Gramofoonmuzlek. Populair programma. 9.00
Idem Klassiek programma. 10.00 Morgenwü-
dlng. 10 15 Gramofoonmuzlek. 10.30 Ochtend-
concert d<
praatje door mevrouw R. Lotgering-Hllli
..Cake bakken”. Ensemble Rentmeester.
Gramofoonmuzlek. 130 Hollandsch halfuur,
werken van l5ina Apeldoorn. 2.00 Verzorgen
van den zender. 2.15 Gramofoonmuzlek. 2.30
Drs. P/ Dükema: „Klnderlüke gedachten”. 3.00
Gramofoonmuzlek, dansmuziek- 4.00
uur i
derk<
Lajoi
Hol^
retfo
fiet weer
atimisme
was nog
altüd zeewaardig en er moest spoed/g redding
komen. Waarschünlük waren schepen en
vliegmachines ons al aan het zoeken, en het
was maar een kwestie van uren, dat/ ze ons zou
den vinden.
Johannsen had veel last van hunger en alle
kon per dag
>n en er was
drie hadden we dorst. Elk van oi
maar twee stukjes chocola opsno
maar "n enkele slok water om te/ drinken.
Als het regende, zaten we mqt opengespalkte
monden in de cabine en probeerden het water
op te vangen, dat langs de
Het was volgens den kalender 13 September
1931 toen een groote vliegmachine van de kust
van mün Portugeesch geboorteland startte voor
den tocht naar Amerika. In het vliegtuig be
vonden zich kapitein Johannsen, Rody en ik.
Ons doel was New York. In tien uren be
reikten we zonder moeite de Azoren. We had
den den wind in den rug en aan boord heersch-
te optimisme. Johannsen was Jjestuurder en
aan het tweede stuur zat Rody. Dezen loste ik
af, toen het vasteland onder ons was verdwe
nen.
De nacht naderde.
In een minimum van tüd veranderde de lich
te hemel in een eindeloos, diep-zwart
waarin dreigende bliksemflitsen telkens
gloeiende zig-zags trokken. De donder drong
door tot onze ooren, welke door het lawaai van
den motor al half doof waren en dreef ons tot
spoed aan. We moesten hooger stügen, steeds
hooger. Toen het instrument 2800 M. wees, had
den we het onweer beneden ons.
Johannsen, de oude oorlogsvlleger, zat onver
moeid aan het hoofdstuur, terwül Rody en ik
om beurt het tweede stuur bedienden. Met toe
nemende bezorgdheid volgden we het verloop
van het onweer.
Plotseling luisterde ik scherp toe. Er was
verandering gekomen in het schudden van den
motor. Hevig geschrokken boog ik mü naar Jo
hannsen over en schreeuwde hem in het oor:
,fr is iets kapot aan de machine!”
Johannsen knikte: hü had het ook al ge
merkt. Spoedig kenden we het defect.. Een der
bougies was zonder olie, geraakt en daarmee was
onze droom, New-York in een non-stop-vlucht
te bereiken, ten einde. Aan een verwisseling
van bougies viel niet te denken. Daar er nog
slechts vüf cylinders van den motor in werking
waren, moesten we voortdurend met vol gas
vliegen, maar hadden een derde van onze snel
heid ingeboet. Als alles goed ging, zou onze
brandstof toereikend zün tot de kust van New
foundland.
Toen het onweer was voorbügetrokken, daal
den we opnieuw en deden ons te goed aan het
schitterend schouwspel, dat de wolken boven ons
boden.
’s Maandagsmiddags we hadden Lissabon
's Zondags in de vroegte verlaten kregen we
voor den eersten keer een schip in zicht. Het
was de Engelsche stoomboot .Panland”, welke
we eenige keeren omcirkelden. Passagiers wuif
den ons geestdriftig toe. Ik beantwoordde hun
groet door met een Amerikaansch vlaggetje te
zwaaien, dat de wind mü echter spoedig ont
rukte.
Twee uur na deze ontmoeting constateerden
We. dat onze voorraad brandstof nog maar be-
-fltmd uit 50 Liter benzol, welke in een kleine
reservetank bewaard werd. Sinds den middag
hadden we met een buitengewoon sterken te
genwind te kampen, welke het vooruitkomen
der machine zeer in den weg stond. En de red
dende kust lag nog honderden K.M. van ons af.
Nu was het maar de vraag, wanneer wü
ons landvllegtulg een noodlanding op het
herbergzame natte element zouden maken.
„Het is toch een schat,” zelden ze dan en ze
maaken allerlei lekkere hapjes voor den onver
laat klaar, die ze zonder een zweem van erken
telijkheid tot zich nam.
Maar op een keer bleef het geblaf achter
wege/- en de dames doorkruisten de buurt in
richtingen. Tevergeefs. Ze vonden geen
spoor van Pluus. Radeloos zaten ze nu büeen
in het voor haar nu eenzame woonvertrek en
vroegen zich af, waar de ontrouwe huisgenoot
gebleven kon zün. Dien nacht deden ze geen
oog dicht.
Maar den volgenden morgen gebeurde er iets
zeer verrassends. Toen de dames, in ruime
peignoirs gehuld, de door slapeloosheid vergeel
de gezichten met een diadeem van papillotten
bekroond, tegenover elkaar aan ’t ontbüt zaten,
waarvan ze geen brok door de keel konden
krügen, klonk er plotseling luid geblaf voor de
deur. Juichend sprongen beiden overeind, snel
den de gang in en haalden den verloren ge-
iXraanden huisgenoot onder liefkoozlngen in
huls. i
Het ondankbare voorwerp dier liefkoozlngen
zette daarbü z’n gewone, sloome gezicht, maar
toen de dames een extra-groote portie van z’n
lievelingsgerecht rijst met sfokvlsch y- klaar
zetten, viel hü er als een dolleman op
in minder dan geen tüd was alles vei
Dit uitstapje scheen hem goed te zün beval
len. want herhaaldelük ondernam hü weer
andere, nu eens wat langer, dan weer wat kor
ter; den eenen keer verscheen hü den zelfden
dag van zün vertrek weer, een ander maal was
het den volgenden ochtend, maar langer dan
hoogstens een etmaal had hü het nooit
maakt
Tot hü op een goeden dag verdween om niet
meer terug te komen. De ongerustheid der
dames grensde aan wanhoop. Eiken dag, van
den vroegen morgen tot den laten avond, zaten
ze met gerekten hals te luisteren naar alle ge
luiden, die van de straat tot haar doordrongen,
steeds hopend de stem van den voortvluchtlgen
snoodaard te herkennen.
Helaas, het mocht niet baten; Pluus was weg
en bleef weg. Eiken dag trokken de dames Laar
en Hoogh er op uit om hem op te sporen. Ze
doorkruisten de stad in alle richtingen, door
zochten alle asylen voor viervoeters, interview
den alle hondenmeppers en handelaars- ln-huis-
dleren, zetten zich op de hurken om onder de
karren van eiken voorbükotnenden vlschboer,
bakker of groentenventer te loeren. Tevergeefs.
De trouwelooee en ondankbare Pluus bleef on
vindbaar.
Op een middag echter het was reeds de
zevende dag na het spoorloos verdwünen van
den lieveling wandelden de zielsbedroefde
dames weer door een buitenstraat, toen eens
klaps beiden tegelük roerloos bleven staan, als
aan den grond genageld. Vlak voor haar was
een havelooae jongen uit een züstraat komen
loepen, met een tamelük smerlgen, verwaarloos
den hond aan een touw. De dames beefden van
het hoofd tot de voeten, en moesten even blü-
ven stilstaan om op adem te komen. Ze pro
beerden allebei, te spreken, maar geen geluld
I kwam over haar van ontsteltenis verdroogde
lippen.
„Hü.... is.... het...." stamelde Juffrouw
Laar elndelük.
Haar vriendin antwoordde met een sprake-
loozen knik.
Toen kwamen belden eensklaps tot haar posi
tieven, en. haar waardigheid en nette kalmte,
de twee richtsnoeren van haar leven, vergetend,
stormden ze als een wervelwind den jongen
achterna.
Juffrouw Laar had het touw al gegrepen en
rukte er aan met alle macht, terwül ze voort
durend schreeuwde: ..Laat los! Laat los! Dat is
mijn hond!”
Juffrouw Hoogh liet zich ook niet onbetuigd;
woedend wrong ze aan de vieze hand van den
knaap om hem het touw te doen loslaten. De
jongen, die eerst door dien plotselingen aanval
te verbouwereerd was om zich te verdedigen,
diende nu z’n aanvalster een stomp in de maag
streek toe, en toen ze hem terug stompte, ont
ving ze een slag tegen d’r kin, die haar büna
bulten gevecht stelde.
Maar het touw had hü losgelaten en zoo hard
ze maar loopen kon, ülde juffrouw Laar voort,
den hond meesleurend. Toen d’r vriendin haar
achter na holde, zette de Jongen een keel op
van Je welste.
„Vader, vader! Help!” gilde hü door de stille
straat. Na een honderd meter voortgerend te
zün. keken de dames even om en zagen tot haar
ontzetting, dat een man met den jongen en nog
andere jongens haar dreigend nazetten.
Ze zetten nog meer vaart in haar vlucht. De
twee net gekleede dames met den vullen hond
aan een touw achter zich, trokken niet weinig
de belangstelling. Dagdieven van allerlei slag
bleven staan en volgden haar, en al heel gauw
hadden ze een heele bende Jouwende en gillende
slampampers achter zich. Haar elgenlüke ver
volgers wonnen zienderoogen terrein. Meer dood
dan levend arriveerden ze elndelük met het
vuile mormel achter zich, aan haar woning.
Maar wie beschrüft haar ontzetting, toen een
bekende vuilwitte gedaante bü haar nadering
van de stoep van ’t heerenhuis overeind kwam
en haar luid blaffend tegemoet sprong.
Het was Pluus.
woonden met hun drieën in het groou
op den Buitensingel; meerendeel
waren /t dames, ongetrouwde dames, die sterk
naar de vüftlg liepen. Het waren Juffrouw Laar,
Juffrouw Hoogh en hatd- beider hond Pluche.
Die hond was de hoofdpersoon, de dames
waren büzaak. Ze hadden hem als een heel
klein keffertje gekocht en hem om z’n mollig
velletje Pluche genoemd. Hü was toen een aller
aardigst ding, maar hü was zóó buiten ver
wachting gegroeid, zóó’n geweldig dlerage ge
worden. dat de dames er ietwat verlegen mee
waren en zün naam Pluche heel niet meer toe-
passelük vonden. Hem een geheel nieuwen naam
geven, ging niet. Het eenige wat ze doen kon
den en dan ook deden, was. van Pluche, flink
weg Pluus te maken. Het dier vond het best.
Juffrouw Laar en juffrouw Hoogh waren ge
woonweg dol op Pluus. Het was hun afgod
Pluus liet zich die dwaze liefde kalm welgeval
len. Hü aanvaardde de lekkere beetjes, de
klontjes suiker, de liefkoozlngen en de vleiende
benamingen met een zelfde geblaseerde onver
schilligheid, maar wat erger was, ook de be
velen. of liever de vriendelüke verzoeken züner
meesteressen hadden niet de minste uitwerking
op hem. Pluus hield zich onveranderlük van
den domme. Eerst hadden ze daar geen genoe
gen mee willen nemen.
..Een' hond moet gehoorzaam zün," verklaarde
juffrouw Laar;
„Zeg het hem
vriendin.
„Pluus kom hier!” beval juffrouw Laar.
Het dier bleef lekker liggen.
„Pluus, wil je hier komen?”
Het dier wilde niet.
„Nou. blüf dan waar je bent,” bromde
meesteres.
Dét wilde Pluus wel. en hü deed het ook.
Hondenkenners weten, wat er van ons huis
dier terecht komt, of beter, niet terecht komt,
wanneer het zoo behandeld wordt. Pluus werd
dan ook hoe langer onhandelbaarder. Hü deed
vrüwel het tegenovergestelde van wat z’n mees
teressen hem bevolen. Het was zelfs zóó ver
gekomen, dat, wanneer ze hem riepen als hü
in de kamer was, hü meestal rechtsomkeert
maakte en het vertrek verliet.
Dagelüks maakten de dames een wandeling
door de stad en dan vergezelde de hond haar
steeds; vergezellen kon men het eigenlük niet
noemen. Wel verliet hü gelüktüdlg met haar
het heerenhuis, maar nauwelüks rook het beest
de straat, of hü nam de beenen, en,z’n mees
teressen. die uit ervaring wisten, dat ze met
hem te roepen niets bereikten dan dat ze zich
voor de buren bëspottelük maakten, lieten het
er maar bü Ze waren al tevreden, wanneer een
uur of wat na hun thuiskomst geblaf voor de
sraatdeur haar verwittigde, dat de ongezeg-
gelüke Pluus zoo goed was geweest z’n woning
weer op te zoeken.
Weensche
foonmuziek.
WARSCHAU 1412 M. 5.20 Solistencon-
6.40 Dansmuziek; 830 Populair concert;
10.20 Dansmuziek; 11.10 Idem.
BEROMüNSTER, 460 M. 8.20 Omroepor
kest; 8.40 Cyclus. Pianotrio; 10.05 Omroepor
kest oJ.v. Edwin Gilbert..
de me uiterst moe en wenschte, dat alles maar
voorbü was. We gebruikten het allerlaatste
reepje chocolade en Johannsen ging de overge
bleven druppels water uit den koeler halen.
Maar plotseling hoorde ik Rody roepen:
„Een schip! Een schip!”
Ik sprong op, voelde geen gewond been meer,
boog me uit de kist en wenkte. Daarop greep ik
instinctmatig naar mün fototoestel en nam de
naderende, met locomotieven zwaar beladen
Noorsche stoomboot. Spoedig bevond zich de
„Belmoira’’ naast ons wrak en liet een ladder
naar beneden, waarlangs we omhoog konden
klimmen, omhoog in het heerlüke, teruggevon
den leven.
Toen kwam het groote moment. Johannsen,
de ervaren, oude piloot, zette met meesterlük
bravour de groote machine op den beweeglijken
oceaan. Onze cabine stond weldra tot op knie
hoogte vol water. We schrokken er geweldig
van. Zou de machine zinken?
Nee, ze zonk niet. Dat mocht ze ook niet.
Want de fabriek had ons gegarandeerd, dat
het toestel 20 uur lang zou kunnen drüven
Toen wü op het water daalden, was de sche
mering al ingevallen. Spoedig was het stik
donker de verlichting functionneerde na-
tuurlük niet en we konden er zelfs niet aan
denken, iets te ondernemen. Er volgde een
Johannsen bleef voor in den
Toen de zeeman klaar was met
theedrinken, nam hij Robbie en
i
Topsy met zich mee langs het
strand, tot ae kwamen bij een
grooten mand, waarnaast een logge,
dikke vogel stond, daar hielden ze
stil.
„Nu zullen wij een tochtje gaan
maken rondom het Artis-eiland”,
sei Freddy.
„Wat een
Topsy uit.
NJfco Treep. Solisten „Grete Wünschenk-Hogen-
birk, sopraan. Betty v. d. Bosch-Schmidt, so
praan en Henk Vlskil, tenor en Corn, van
Munster. 10.00 Weerbericht enz. Persbureau Vaz
/Dias. 10.10 Het Omroeporkest. 11.00 Aansluiting
van het Jaarbeurscabaret te Utrecht. 12.00 Tüd
sein en sluiting-
BRUSSEL, 569 M. 1230 Gramofponmu-
ziek; „Paljas” van Leoncavallo; 130 Gramo-
foonmuzlek; 8.20 Concert door het omroep-
symphonle-orkest 0.1.v. Arthur Meulemans;
9.20 Vervolg concert; 1030 Gramofoonmuzlek.
KALUNDBORG 115J M. 12.20 Uitzending
uit hotel d’Angleterre. Strükorkest o.l.v. Max
Skalka; 430 Restaurant „Wivex”; 8.30 Concert
door het radlo-symphonie-orkest. oJ.v. Nicolai
Malko.
BERLIJN, 419 M. 5.05 Vloolrecital door
Eugen Moris; 7.30 Populair concert door het
omroep-orkest oJ.v. Bruno Seidler-Wlnkler;
10.45 Dansmuziek.
HAMBURG 372 M.
ziek; 2 30 Idem; 4.50 Con
opera; 9.20 Schiller Prog:
.rag-orkest.
KÖNIGSWUSTEBHAUSEN 1635 M. 12.20
Gramofoonmuzlek: 2.20 Gramofoonmuzlek; 4.50
Concert (Zie Berlljp); 11.00 Concert van Ham
burg.
LANGENBERG 472 M. 12.20 Populair con
cert 1.20 Concert o.l.v. Wolf; 530 Vesper
concert. II.; 9.00 Symphonle-concert door het
orkest van den West-Dultschen omroep; 10.40
Concert oJ.v. Wolf.
DAVENTRY 1554 M 12.20 Orgelconcert
door Edward O’Henry in Tussaud’s Cinema;
4.50 Concert door het Schotsche studlo-orkest
820 Promenade concert in de Queen’s Hall;
10.35 Dansmuziek op gramofoonplaten.
PARIJS (RADIO) 1725 M. 12.50 Gramo-
foonmuziek.
PARIJS (RADIO! 1725 M. 1230 Gramo
foonmuzlek; 7.20 Idem; 9.50 Idem.
MILAAN 331 M. 7.50 Gramofoonmuzlek;
850 ..Samson et Dalila”. Opera in drie actes
van 8aient-8aëns.
RÖME 441 M. 820 Gramofoonmuzlek; 9.05
programma gewijd aan Massenet.
WEENEN 517 M. 8.10 Concert
Symphonle-orkest10.25
Er is een jonge dame ergens, die in levens
gevaar verkeert. Ik kwam om hem te waar
schuwen. Ik geloofde, wat men mü altüd gezegd
had dat zü zün dochter was. Hü ontkende
evenwel, en zei, dat het een leugen was. Het
Hü had
nooit een dochter &ehad. Maar nu ga ik uit
zoeken. wie ze dan wel Is.
En als ik u nu eens aangeef bü de po
litie, zei Maurice.
Ter wille van de vrouw, die de oude Bell
beschermde, zou u dat beter niet doen,
zou heel wat beter zün, als u dat niet deed,
was het heesche antwoord. Als u het doet,
kan het die vroyw het leven kosten.
Waarom blüft u in Engeland?
Maurice.
Om die vrouw te vinden. En ik zil haar
vinden, voegde hü er bü, met glinsterende
oogen. Luister. Ik heb haar in een rijtuig
gezien, prachtig gekleed, met een koetsier en
een knecht op den bok een dame. Ik heb
altüd gezegd, dat ze het was. Het was een
complot tegen ons, dat ze haar de dochter van
dien ouden man noemden.
Daar heb ik allemaal niets mee te maken,
zei Maurice bedaard. Het eenige,