Angst volle nachten op den Oceaan Robinson Schoenen RADIO-PROGRAM ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN DE VROUW MET HET MASKER HET GEVAL MET PLUUS Het snelverkeer WOENSDAG 7 SEPTEMBER VERHAAL VAN DEN DAG opgei De zon breekt oor T wi j fe lach tig een omnl- Wordt vervolgd. Relaas van da Costa Veiga EEN MISLUKTE NON-STOP-VLUCHT De geneeskrachtige werking van uien Maurice zag hem ernstig aan IVatuurlyk loopt ie«Ier« Hollandsclie jongen op (Ingezonden mededeeling Landing op zee Hoe twee vliegert zeven dagen op zee rond dreven, voor ze door een vrachtboot werden FEUILLETON* Donderdag 8 Sept. „Ik noem hem Salomo, omdat hij zoo wijs is,” zei de zeeman. „Salomo aal ons rondom *t eiland dragen”. I u.iun— alle hare dan,” schamperde ge- s’n t eens cert; Moryencrvond vervolg.) op dit blad XXVI was een samenspannen tegen hem. Het 34 vroeg tn vrees Ik, ant maar waar ik 4 r'W tan. en I wenen. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS net de iten Ze heerenhuis doek, weer met on- MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Zieken door Mevr. Ant. van Dijk. 5.00 Radio-Kin- oor zang oJ.v. Jacob Hamel. 5.30 Kovacs 6 en zün orkest. 630 Sportpraatje door H. ander. 7.00 Kovacs Lajoe en zün orkest. Gramofoonmuzlek. 8.00 Tijdsein en Ope- program ma m.m.v. het Omroeporkest 0.1.V- groote vogel,” riep „Kijk eens Robbie, dek programma. Gramofoonmuzlek. r het ensemble Rentmeester. Kook- mevrouw R. Lotgering-Hille brand 1230 rekening mee te houden heb, is, of ik u al dan niet aan de politie behoor over te leveren. De man keek hem sluw aan. HU had maar weinig vrees. Als u dat deed, mijnheer, zei hü, sou het onrecht zijn. Ik heb den ouden man alleen aangeraakt urt zelfverdediging. de droomen met uitgedroogde we het gevoel, alsof de maciji Den volgenden dag was er zien en ik voelde hevige pfjne knie. Bü de noodlanding had maar er tot nu toe geen acht 1.35 Gramofoonmu- s-i; 8 20 De Dultsche rhma; 11.00 Het No- De man deed geen verdere poging, om te ont snappen. HU zag er zeer sjofel en mager uit, doch Maurice had hem terstond herkend. Het was de man. die op dien gedenkwaardigen avond den weg van Rulery af was komen slui pen de man, voor wiens ontsnappen aan de gerechtigheid hü veranfwoordelUk was. Mijn vriend zal zich niet met de zaak bemoeien, zei Maurice, terwijl hü hem bü hun door het Gramo- De man zette zich bedaard neer. Holdemess nam een courant op. Ga je gang, zeide hU. Ik zal niet luls- FEUILLETON AVONDBLAD 1 twen. Als ik moet praten, zei de man, moet ik een glaasje absint hebben. Mün keel is droog. Ik heb ook wat te vertellen. Maurice riep een kellner aan, en bestelde. KUk u eens, ael de man, ik weet alles, wat u mU wilt zeggen. Ik kan u tüd besparen. Ik was het, die toen ’s avonds bü den ouden heer Bell kwam. Het was uit vriendelükheid, dat ik naar hem toeging. HU heeft een dochter, die ik niet vinden kan. ZU is in gevaar, en ik kwam om hem te waarschuwen. HU sloeg mij het eerst. HU verloor zün kalmte. HU wilde mtj niet zeggen, waar ik haar kon vinden. HU wilde mij niet eens het geld geven, dat ik voor de reis besteed had. Toen verloor ik óók mUn kalmte. Ik gaf hem óók een klap. HU viel neer.... en ik was doodsbang. Toen liep ik weg. Maurice knikte. Nu, zeide hü, u schUnt een ouden man neergeslagen te hebben, omdat hU zich door u niet wilde laten afpersen, en ik was zoo dwaas, om u te helpen ontsnappen. Af persen! De man keek om zich been, als was hU bang, dat dit woord door iemand anders ver staan was. ZUn wangen waren Ingevallen, maar zUn oogen keken nog helder. Dit was het niet, zeide hü- Ik bracht hem inlichtingen, die werkeUJk waarde hadden. >rgen van den zesden dag zag ik, ift het raam boog, een schip. Ik •beelding Maar neen, ook mijn len zagen de boot duidelijk. Zewes blik zwakjes. De Inspanning om zün moeilük gehoor avond aan avond te boelen, was zUn gestel beginnen aan te tasten. Maurice’s hulp zou van onschatbare waarde zijn. Er was een volledige school met avondklassen aan het werk verbonden, en ook eert bibliotheek. Je kunt wel raden, waar het geld van daan kwam, daarvoor, voegde hU er glim lachend bU. Voor de vrouwen is er alleen de kokerij en de kinderzorg. Alles heel primi tief, maar met het stempel van iets groots misschien. r ZU gingen het café binnen, waar Zij eerst een kop koffie namen. Holdemess vroeg om de domino-steenen. Doch nauwelijks waren zü met hun spel begonnen, of Maurice sprong van zUn stoel op, en liep zonder een woord van nadere verklaring naar de deur. HU was Juist op tüd, om te beletten, dat de man zich verwUderde, dien hU van zUn stoel had zien wegsluipen, om te trachten de zaal te verlaten. Hoor eens even, zeide hü. terwUl hü zUn hand op den schouder van den man legde, ik wil u even spreken. 't lijkt wel De zeeman gooide nu een paar touwen over Salomo’s nek, en zei tegen Robbie en Topsy, dat ze maar m den mand moesten stappen. „Vlug gaan zitten,” riep hij, voor dat Salomo zijn vleugels uitslaat t” en Robbie en zijn nichtje konden nog maar net bijtijds instappen, voordat de vogel zich verhief de mand de lucht inzweefde. „*t Is net een luchtballon hè F’ zei Freddy."*,,Alleen behoeven we Sa lomo mat met gas te vullen”. der cabine leunen, opdat het niet zou binnendrtngen. Om het uur losten we elkander in deze werkelijk lastige positie af. Op den nacht volgde een grijze morgen. We waren nat tot op ons hemd en flink uitgeput. Toch gingen we spoedig aan het werk, cm onzen toestand, in zooverre dat mogelijk was. te verbeteren. In de eerste plaats bond ik met Braad en touw de beschadigde deur vast, zoo- dat we ze niet meer met onze schouders be hoefden tegen te houden. Toen het licht werd, merkten we, dat de rech- Zoo, zegt tante tegen LUI. kan je al stenogra- feeren? En al even vlug als ik spreek ook?,... Jawel tante, zegt LUI weifelend, maar nog niet zoo lang! Het sap van uien bevat behalve zwavel, suiker, ongebonden phosforzuur. citroenzuur, enz. nog een schat van voedzame organische zouten, aetherische oliën en rhodaanwaterptofzuur. Het werkt krachtig bloedzuiverend en bevordert de spijsvertering en de werking der nieren. De ui is dan ook een oud volksgeneesmiddel en wordt om haar gehalte aan fosfaten vooral als voe dingsmiddel voor de zenuwen aanbevolen; zü. die veel hoofdwerk moeten verrichten, hebben er dus in het bijzonder behoefte aan. Verder lost het sap slüm op bü hoest, heesch- held. keelziekten, maag- en darmcatarrhe, ca- tarrhe in de neus- en voorhoofdsholte, moeilük- heden bU de ademhaling en beklemde borst; het is aan te bevelen bjj bulkpUn, een gevoel van druk op de maag, constipatie, maagzuur, nleraandoeningen’. wurmen, enz. Het is niet voor niets, dat het volk de ui vroeger hield voor een geneesmiddel tegen alle kwalen. Volgens de nieuwste proeven van Colllp be vat de ui ook het als insuline werkende bestand deel der gist, zoodat het sap van rauwe uien bij suikerziekte is aan te bevelen. Verder wordt het met succes toegepast tegen winterhanden, insectenbeten, likdoorns en haaruitval. Wij dwepen graag met snelverkeer En toch, het gaat verkeerd, Iets, dat dan ook de statistiek Ons overtuigend leert! De ongevallen nemen toe En werk’lijk grandioos. Also) ze, net als winkeliers, Ook werken met cadeaux! Men rent en racet en gast en kruist. Terwijl men bochten snijdt. Bij voorbaat staat in 't ziekenhuis Het bedje al gespreid! Er zijn wel regels voor ’t verkeer, Maar branie volgt ze niet. Tenzij hij, want hij voelt zich zwak. Verkeerspolitie ziet! De oorzaak is dus reeds genoemd? Pardon, niet zoo naïef, De oorzaak ligt voornamelijk Bij ’t rechtelijk tarief. Dat vraagt voor mensch'Hjk onder deel. Ik hoop dat het de waarheid is, zeide hü, U kunt gaan. De man stond op. Hü vertrok evenwel niet onmlddellUkj j, Nu, wat is er, vroeg Maurice. Ik dacht zoo bü mezelf. mUnheer, zeide hü. op vertrouwelUken fluistertoon of u mü misschien op een idee kon brengen, wie de dame was, die zich zes jaar geleden in Parijs de dochter van tnr. Bell noemde. Maurice schudde het hoofd. Ik heb er geen idee van, antwoordde hü kortaf. Wanneer de rest nog leeft, Een prijs, waarvoor geen slager ooit Gelijke stukjes geeft! En eerst bij dooden eischt het recht Drie maanden.... neen, geen schrik. Want) als een huidcrème volgt, zoo zacht, Het woord.... voorwaardelik! Het was juist zoo’n dag. als hU voor zün doel zou hebben uitgekozen, dat Maurice uit den trein stapte, aan het kleine tusschenstaüon. en zich in de richting van Rulery begaf. Een krachtige wind, die Van de heuvels woei, had den weg geheel opgedroogd, op een klein laagje modder na een wind, versch uit het boach, zóó friach en krachtig, dat Maurice met zün pet in de hand liep, en met het hoofd achter over, blü, dat hü den wind met zün longen kon inademen, en het tintelen ervan op zün wangen kon voelen. Het scheen hem toe, dat hü maanden weg was geweest, toen hü da lange heuvelreeks naar het dorp besteeg. Da velden waren nu bruin, inplaats van groen. Een doordringende geur van brandend hout kwam hem in zün neus. De hagen en bonnen waren kaal. HU zag een glimp van het groote huis van een plaats, vanwaar hü dat niet verwacht had. Overal kreeg hü bekende indrukken. Hü kwam aan de laan, die hü opgegaan was bü zün eerste bezoek aan het huis. Weldra kwam hü aan het dorp, en bleef staan voor het lage, witte huls, waar Charles Bell woonde. Hü hield een oogenblik stil, aarzelend, of hü dit deel van zün zending thans ten uitvoer zou brengen, dan wel sou wachten tot later op den dag. Ten slotte vond hü het beter, om er maar dadelük van af te zün. Hü deed het bek open en drukte op de bel aan de voordeur. Een jaar geleden deden de vliegers Johannsen, Rody en Veiga een poging Amerika van Portugal uit in een non- stop-vlucht te bereiken. Een motorde fect dwong hen tot een noodlanding in volle zee. Zeven dagen dreven ze met hun machine op het water, tot ze, totaal uitgeput, door een voorbij varende vrachtboot werden gered. In nevenstaand artikel geeft een der drie vliegers een relaas van die zeven verschrikkelijke dagen, gedurende welke de verongelukten tusschen le ven en dood over den oceaan dreven. De derde dag bracht zon. Ik kleedde me uit en legde mün spullen te drogen. Met veranderde ook onze stemming. Het kreeg weer de overhand. Het vliegtuig De man schuifelde weg. Maurice stak een sigaret op, en sloeg hem een oogenblik scherp gade in den grooten spiegel met vergulden rand. Een vreemd heerschap, die vriend van je, merkte Holdemess op. Het is een minne vent. woordde Maurice. Ik weet niet, hoe het komt, maar ik wou dat ik hem niet gezien had Holdemess lachte. Allemachtig, zeide hü, het is maar goed, dat je bü me gekomen bent, of je zou in een ommezien een hoopje zenuwen geworden zün. We zullen nu maar eens opstappen, als je klaar bent. Je zou vanavond misschien nog stof kunnen opdoen, óm tegen de menschen te zeggen. Ik weet, dat Henwood tamelijk wel leeg geraakt is. ZU verlieten de zaal en namen bus naar <e stad. tervleugel van onze machine flink was bescha digd. De linker brak al kort na de noodlanding. Onze proviand bestond uit een pakje chocola, al het andere was bü het dalen verloren gegaan. Om te drinken hadden we 9 Liter gedistilleerd water, dat elgenlük voor den koeler bestemd was. Er was een tamelük sterke deining op zee. VUf, zes M. hooge golven slingerden ons eens zoo sterk vliegtuig heen en weer. Niettegen staande onze hachelijke positie waren we dezen eersten dag vol hoop. De kust was, naar onze berekening, welke, zooals later bleek, ook uit kwam, slechts enkele honderden K.M. verwü- derd. We lagen in de route der stoombooten, welke tusschen Halifax en de Azoren het ver keer onderhouden. Het electro-magnetisch kom pas had het weliswaar al bü het begin der reis opgegeven, maar toch was het ons met behulp der beide gewone kompassen gelukt, den voor geschreven koers te houden. We bespraken de fouten, welke we bü de voorbereiding en uitrusting der vlucht hadden gemaakt. Het gemis aan een radlo-lnstallatle wreekte zich thans. Onze eenige vrees was op dit oogenblik evenwel, dat het vliegtuig na ver loop van 20 uren zou beginnen te zinken. Maar de tweede nacht ging voorbü en ons wrak dreef nog. i Ook de volgende dag was (Jonker en grüs ep steeds bleef een üskoude, naalddunne regen val/ len. Tandenklapperend zaten wü neergehurl^t. Soms werden we. heelemaal onverwachts, d< een hevigen angst aangepakt. We zagen vliegtuig al door de golven platgedrukt en diepte gesleept. Als gevangen muizen m< we dan verdrinken. Alle tlbonné^S^^o^en ve^keM^lw/'ee’n^w^llende ultkeerlcgên f3000.vern^va^^lde ïrnenr^elde beenen^of belde oogen f 750.doodelijken* afloop f250.- een voet of een oog f125.duim of wijsvinger f50.“been of arm f40.- anderen vinger AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Holdemess bleef een oogenblik staan. Er was een eigenaardige blik in zün oogen. Er is eens een vrouw geweest, Elwyn. zeide hü, die büna mün leven totaal ver nietigd heeft. Ze had het kunnen doen, als ze gewild had.... en ze was er niet een, die een ander spaart. Nu is ze dood,... Je ziet, ik weet er ook wel wat van. ZU gingen op weg, en er werd geen woord tusschen hen gewisseld, tot zü beneden op straat waren. Toen riep Holdemess een taxi aan. Ik heb zin in een biefstuk, verklaarde hü- Biefstuk met gebakken aardappelen. Ik weet niet, hoe het komt, maar ik heb beslist zin in een biefstuk. We zullen in café Royal eten. Zü spraken meerendeels over Henwood en rijn werk. Holdemess noemde het werk een succes, maar de man zeil was op bet oogen- tafeltje bracht. Ga zitten. iets te Pünlüke nacht, stuurstoel, terwül Rody en ik in het middelste deel der cabine plaats namen. Een onzer moest voortdurend met al z’n lichaamskracht tegen de deur water niet bereiken, hem. De kalme woordde. Op den mon toen ik me ui! dacht aan vefrl twee kamerade slechts enkele K.M. van ons verwüderd. Met nieuwe krachten bezield en als geélectri- seerd sprongen we op. Johannsen werd door Rody en mü aan zün beenen vastgehouden, ter wül hü zich met zün bovenlüf uit de vliegma chine schoof. Aan een langen stok hadden wij een vlaggetje bevestigd, waarmee hü wanhopig werkte. Allengs werden zün bewegingen langza mer en het vreemde schip kleiner. Het was ver der gevaren, zonder ons op te merken. Dezen dag spraken we geen woord meer. Apa thisch lagen we op onze plaats. De volgende nacht was de ergste. Mün knie was al heelemaal zwart en gevoelloos en de koorts steeg steeds hooger. De dorst maakte me bijna waanzinnig. In mün koortsfantasieën zag ik reusachtige flesschen met heerlüke citroenli monade. Als ik er naar greep, veranderden ze terstond in niets. Daarop verloor ik het bewust- Zün. Toen ik bükwam, was het al morgen. Ik voel- inden liep. ’s Nachts ontwaakten we diWwüls uit verwar- e/ kelen en hadden pne zonk. geen zon meer te len in mün linkcr- l ik ze verwond, (cht op geslagen. Nu etterde de wond sterk. Ik Stroopte de broekspijp op en trachtte met mün mes den etterhaard te verwüderen. Het was een ietwat primitieve be handeling. De vüfde dag brak aah en het vliegtuig dreef nog steeds. Wü vertelden elkaar over onze fa milie en kennissen, die ons waaschünlük al als verloren beschouwden/ Toch leefden we. Maar hoe lang nog? De dorst bereidde Ons helsche kwellingen. We poogden met kussentjes den neerslag van de cabinemuren op te zuigen en zogen dan wan hopig op de natte Avatten. ’s Nachts had ik hooge koorts. Ik ülde. Ik zag een vriend aankomen met het reddende schip. Hü kwam dichter en dichter bü en kon ons toch gilde hardop en riep naar inde stem van Johannsen ant- HUIZEN, 296 M. KJt.O. 8.00 Morgencon eert. N.C-R.V. 10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Korte ziekendienst te leiden door Ds. J. v. d. Woude.. 10 45 Gramofoonmuzlek. K R O. 11.00 Gramofoonmuzlek. 11.30 Gods dienstig halfuurtje door pastoor L. H. Perquin OP. 12.00 Tüdsein en Politieberichten. 12.15 Het K.R-O.-Orkest o.l v. Johan Gerritsen. N.C.R.V. 2.00 Tüdsein. 2.01 Uitzending van de opening der Jubileumtentoonstelling in het ge bouw „Kunstmin" te Dordrecht. 330 Verzor ging zender. 4.00 Ziekenuurtje door Ds. L. G. de Bruyn.. 5.00 Cursus Handenarbeid, voor onze jeugd, door H. J. Steinvoort. ,J)e kap voor het lampje”. 5.45 Liederen-recital door mevr. Truus de Wilde-Scheffer, sopraui. 6.45 Cursus knip pen en stofversieren- 7.P0 Gramofoonmuzlek. 7.15 H. Amelink. 7.30 Politieberichten. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Tüdsein en Concert. 9.00 Tüdsein. K- Brants: Ons kleintje gaat naar school”. 9.30 Het N.O.R.V. Klelnorkest. 10.05 Persbureau Vaz Dias. 11.00 Gramofoonplaten. HILVERSUM, 1875 M. AVRO 8.00 uur Gramofoonmuzlek. Populair programma. 9.00 Idem Klassiek programma. 10.00 Morgenwü- dlng. 10 15 Gramofoonmuzlek. 10.30 Ochtend- concert d< praatje door mevrouw R. Lotgering-Hllli ..Cake bakken”. Ensemble Rentmeester. Gramofoonmuzlek. 130 Hollandsch halfuur, werken van l5ina Apeldoorn. 2.00 Verzorgen van den zender. 2.15 Gramofoonmuzlek. 2.30 Drs. P/ Dükema: „Klnderlüke gedachten”. 3.00 Gramofoonmuzlek, dansmuziek- 4.00 uur i derk< Lajoi Hol^ retfo fiet weer atimisme was nog altüd zeewaardig en er moest spoed/g redding komen. Waarschünlük waren schepen en vliegmachines ons al aan het zoeken, en het was maar een kwestie van uren, dat/ ze ons zou den vinden. Johannsen had veel last van hunger en alle kon per dag >n en er was drie hadden we dorst. Elk van oi maar twee stukjes chocola opsno maar "n enkele slok water om te/ drinken. Als het regende, zaten we mqt opengespalkte monden in de cabine en probeerden het water op te vangen, dat langs de Het was volgens den kalender 13 September 1931 toen een groote vliegmachine van de kust van mün Portugeesch geboorteland startte voor den tocht naar Amerika. In het vliegtuig be vonden zich kapitein Johannsen, Rody en ik. Ons doel was New York. In tien uren be reikten we zonder moeite de Azoren. We had den den wind in den rug en aan boord heersch- te optimisme. Johannsen was Jjestuurder en aan het tweede stuur zat Rody. Dezen loste ik af, toen het vasteland onder ons was verdwe nen. De nacht naderde. In een minimum van tüd veranderde de lich te hemel in een eindeloos, diep-zwart waarin dreigende bliksemflitsen telkens gloeiende zig-zags trokken. De donder drong door tot onze ooren, welke door het lawaai van den motor al half doof waren en dreef ons tot spoed aan. We moesten hooger stügen, steeds hooger. Toen het instrument 2800 M. wees, had den we het onweer beneden ons. Johannsen, de oude oorlogsvlleger, zat onver moeid aan het hoofdstuur, terwül Rody en ik om beurt het tweede stuur bedienden. Met toe nemende bezorgdheid volgden we het verloop van het onweer. Plotseling luisterde ik scherp toe. Er was verandering gekomen in het schudden van den motor. Hevig geschrokken boog ik mü naar Jo hannsen over en schreeuwde hem in het oor: ,fr is iets kapot aan de machine!” Johannsen knikte: hü had het ook al ge merkt. Spoedig kenden we het defect.. Een der bougies was zonder olie, geraakt en daarmee was onze droom, New-York in een non-stop-vlucht te bereiken, ten einde. Aan een verwisseling van bougies viel niet te denken. Daar er nog slechts vüf cylinders van den motor in werking waren, moesten we voortdurend met vol gas vliegen, maar hadden een derde van onze snel heid ingeboet. Als alles goed ging, zou onze brandstof toereikend zün tot de kust van New foundland. Toen het onweer was voorbügetrokken, daal den we opnieuw en deden ons te goed aan het schitterend schouwspel, dat de wolken boven ons boden. ’s Maandagsmiddags we hadden Lissabon 's Zondags in de vroegte verlaten kregen we voor den eersten keer een schip in zicht. Het was de Engelsche stoomboot .Panland”, welke we eenige keeren omcirkelden. Passagiers wuif den ons geestdriftig toe. Ik beantwoordde hun groet door met een Amerikaansch vlaggetje te zwaaien, dat de wind mü echter spoedig ont rukte. Twee uur na deze ontmoeting constateerden We. dat onze voorraad brandstof nog maar be- -fltmd uit 50 Liter benzol, welke in een kleine reservetank bewaard werd. Sinds den middag hadden we met een buitengewoon sterken te genwind te kampen, welke het vooruitkomen der machine zeer in den weg stond. En de red dende kust lag nog honderden K.M. van ons af. Nu was het maar de vraag, wanneer wü ons landvllegtulg een noodlanding op het herbergzame natte element zouden maken. „Het is toch een schat,” zelden ze dan en ze maaken allerlei lekkere hapjes voor den onver laat klaar, die ze zonder een zweem van erken telijkheid tot zich nam. Maar op een keer bleef het geblaf achter wege/- en de dames doorkruisten de buurt in richtingen. Tevergeefs. Ze vonden geen spoor van Pluus. Radeloos zaten ze nu büeen in het voor haar nu eenzame woonvertrek en vroegen zich af, waar de ontrouwe huisgenoot gebleven kon zün. Dien nacht deden ze geen oog dicht. Maar den volgenden morgen gebeurde er iets zeer verrassends. Toen de dames, in ruime peignoirs gehuld, de door slapeloosheid vergeel de gezichten met een diadeem van papillotten bekroond, tegenover elkaar aan ’t ontbüt zaten, waarvan ze geen brok door de keel konden krügen, klonk er plotseling luid geblaf voor de deur. Juichend sprongen beiden overeind, snel den de gang in en haalden den verloren ge- iXraanden huisgenoot onder liefkoozlngen in huls. i Het ondankbare voorwerp dier liefkoozlngen zette daarbü z’n gewone, sloome gezicht, maar toen de dames een extra-groote portie van z’n lievelingsgerecht rijst met sfokvlsch y- klaar zetten, viel hü er als een dolleman op in minder dan geen tüd was alles vei Dit uitstapje scheen hem goed te zün beval len. want herhaaldelük ondernam hü weer andere, nu eens wat langer, dan weer wat kor ter; den eenen keer verscheen hü den zelfden dag van zün vertrek weer, een ander maal was het den volgenden ochtend, maar langer dan hoogstens een etmaal had hü het nooit maakt Tot hü op een goeden dag verdween om niet meer terug te komen. De ongerustheid der dames grensde aan wanhoop. Eiken dag, van den vroegen morgen tot den laten avond, zaten ze met gerekten hals te luisteren naar alle ge luiden, die van de straat tot haar doordrongen, steeds hopend de stem van den voortvluchtlgen snoodaard te herkennen. Helaas, het mocht niet baten; Pluus was weg en bleef weg. Eiken dag trokken de dames Laar en Hoogh er op uit om hem op te sporen. Ze doorkruisten de stad in alle richtingen, door zochten alle asylen voor viervoeters, interview den alle hondenmeppers en handelaars- ln-huis- dleren, zetten zich op de hurken om onder de karren van eiken voorbükotnenden vlschboer, bakker of groentenventer te loeren. Tevergeefs. De trouwelooee en ondankbare Pluus bleef on vindbaar. Op een middag echter het was reeds de zevende dag na het spoorloos verdwünen van den lieveling wandelden de zielsbedroefde dames weer door een buitenstraat, toen eens klaps beiden tegelük roerloos bleven staan, als aan den grond genageld. Vlak voor haar was een havelooae jongen uit een züstraat komen loepen, met een tamelük smerlgen, verwaarloos den hond aan een touw. De dames beefden van het hoofd tot de voeten, en moesten even blü- ven stilstaan om op adem te komen. Ze pro beerden allebei, te spreken, maar geen geluld I kwam over haar van ontsteltenis verdroogde lippen. „Hü.... is.... het...." stamelde Juffrouw Laar elndelük. Haar vriendin antwoordde met een sprake- loozen knik. Toen kwamen belden eensklaps tot haar posi tieven, en. haar waardigheid en nette kalmte, de twee richtsnoeren van haar leven, vergetend, stormden ze als een wervelwind den jongen achterna. Juffrouw Laar had het touw al gegrepen en rukte er aan met alle macht, terwül ze voort durend schreeuwde: ..Laat los! Laat los! Dat is mijn hond!” Juffrouw Hoogh liet zich ook niet onbetuigd; woedend wrong ze aan de vieze hand van den knaap om hem het touw te doen loslaten. De jongen, die eerst door dien plotselingen aanval te verbouwereerd was om zich te verdedigen, diende nu z’n aanvalster een stomp in de maag streek toe, en toen ze hem terug stompte, ont ving ze een slag tegen d’r kin, die haar büna bulten gevecht stelde. Maar het touw had hü losgelaten en zoo hard ze maar loopen kon, ülde juffrouw Laar voort, den hond meesleurend. Toen d’r vriendin haar achter na holde, zette de Jongen een keel op van Je welste. „Vader, vader! Help!” gilde hü door de stille straat. Na een honderd meter voortgerend te zün. keken de dames even om en zagen tot haar ontzetting, dat een man met den jongen en nog andere jongens haar dreigend nazetten. Ze zetten nog meer vaart in haar vlucht. De twee net gekleede dames met den vullen hond aan een touw achter zich, trokken niet weinig de belangstelling. Dagdieven van allerlei slag bleven staan en volgden haar, en al heel gauw hadden ze een heele bende Jouwende en gillende slampampers achter zich. Haar elgenlüke ver volgers wonnen zienderoogen terrein. Meer dood dan levend arriveerden ze elndelük met het vuile mormel achter zich, aan haar woning. Maar wie beschrüft haar ontzetting, toen een bekende vuilwitte gedaante bü haar nadering van de stoep van ’t heerenhuis overeind kwam en haar luid blaffend tegemoet sprong. Het was Pluus. woonden met hun drieën in het groou op den Buitensingel; meerendeel waren /t dames, ongetrouwde dames, die sterk naar de vüftlg liepen. Het waren Juffrouw Laar, Juffrouw Hoogh en hatd- beider hond Pluche. Die hond was de hoofdpersoon, de dames waren büzaak. Ze hadden hem als een heel klein keffertje gekocht en hem om z’n mollig velletje Pluche genoemd. Hü was toen een aller aardigst ding, maar hü was zóó buiten ver wachting gegroeid, zóó’n geweldig dlerage ge worden. dat de dames er ietwat verlegen mee waren en zün naam Pluche heel niet meer toe- passelük vonden. Hem een geheel nieuwen naam geven, ging niet. Het eenige wat ze doen kon den en dan ook deden, was. van Pluche, flink weg Pluus te maken. Het dier vond het best. Juffrouw Laar en juffrouw Hoogh waren ge woonweg dol op Pluus. Het was hun afgod Pluus liet zich die dwaze liefde kalm welgeval len. Hü aanvaardde de lekkere beetjes, de klontjes suiker, de liefkoozlngen en de vleiende benamingen met een zelfde geblaseerde onver schilligheid, maar wat erger was, ook de be velen. of liever de vriendelüke verzoeken züner meesteressen hadden niet de minste uitwerking op hem. Pluus hield zich onveranderlük van den domme. Eerst hadden ze daar geen genoe gen mee willen nemen. ..Een' hond moet gehoorzaam zün," verklaarde juffrouw Laar; „Zeg het hem vriendin. „Pluus kom hier!” beval juffrouw Laar. Het dier bleef lekker liggen. „Pluus, wil je hier komen?” Het dier wilde niet. „Nou. blüf dan waar je bent,” bromde meesteres. Dét wilde Pluus wel. en hü deed het ook. Hondenkenners weten, wat er van ons huis dier terecht komt, of beter, niet terecht komt, wanneer het zoo behandeld wordt. Pluus werd dan ook hoe langer onhandelbaarder. Hü deed vrüwel het tegenovergestelde van wat z’n mees teressen hem bevolen. Het was zelfs zóó ver gekomen, dat, wanneer ze hem riepen als hü in de kamer was, hü meestal rechtsomkeert maakte en het vertrek verliet. Dagelüks maakten de dames een wandeling door de stad en dan vergezelde de hond haar steeds; vergezellen kon men het eigenlük niet noemen. Wel verliet hü gelüktüdlg met haar het heerenhuis, maar nauwelüks rook het beest de straat, of hü nam de beenen, en,z’n mees teressen. die uit ervaring wisten, dat ze met hem te roepen niets bereikten dan dat ze zich voor de buren bëspottelük maakten, lieten het er maar bü Ze waren al tevreden, wanneer een uur of wat na hun thuiskomst geblaf voor de sraatdeur haar verwittigde, dat de ongezeg- gelüke Pluus zoo goed was geweest z’n woning weer op te zoeken. Weensche foonmuziek. WARSCHAU 1412 M. 5.20 Solistencon- 6.40 Dansmuziek; 830 Populair concert; 10.20 Dansmuziek; 11.10 Idem. BEROMüNSTER, 460 M. 8.20 Omroepor kest; 8.40 Cyclus. Pianotrio; 10.05 Omroepor kest oJ.v. Edwin Gilbert.. de me uiterst moe en wenschte, dat alles maar voorbü was. We gebruikten het allerlaatste reepje chocolade en Johannsen ging de overge bleven druppels water uit den koeler halen. Maar plotseling hoorde ik Rody roepen: „Een schip! Een schip!” Ik sprong op, voelde geen gewond been meer, boog me uit de kist en wenkte. Daarop greep ik instinctmatig naar mün fototoestel en nam de naderende, met locomotieven zwaar beladen Noorsche stoomboot. Spoedig bevond zich de „Belmoira’’ naast ons wrak en liet een ladder naar beneden, waarlangs we omhoog konden klimmen, omhoog in het heerlüke, teruggevon den leven. Toen kwam het groote moment. Johannsen, de ervaren, oude piloot, zette met meesterlük bravour de groote machine op den beweeglijken oceaan. Onze cabine stond weldra tot op knie hoogte vol water. We schrokken er geweldig van. Zou de machine zinken? Nee, ze zonk niet. Dat mocht ze ook niet. Want de fabriek had ons gegarandeerd, dat het toestel 20 uur lang zou kunnen drüven Toen wü op het water daalden, was de sche mering al ingevallen. Spoedig was het stik donker de verlichting functionneerde na- tuurlük niet en we konden er zelfs niet aan denken, iets te ondernemen. Er volgde een Johannsen bleef voor in den Toen de zeeman klaar was met theedrinken, nam hij Robbie en i Topsy met zich mee langs het strand, tot ae kwamen bij een grooten mand, waarnaast een logge, dikke vogel stond, daar hielden ze stil. „Nu zullen wij een tochtje gaan maken rondom het Artis-eiland”, sei Freddy. „Wat een Topsy uit. NJfco Treep. Solisten „Grete Wünschenk-Hogen- birk, sopraan. Betty v. d. Bosch-Schmidt, so praan en Henk Vlskil, tenor en Corn, van Munster. 10.00 Weerbericht enz. Persbureau Vaz /Dias. 10.10 Het Omroeporkest. 11.00 Aansluiting van het Jaarbeurscabaret te Utrecht. 12.00 Tüd sein en sluiting- BRUSSEL, 569 M. 1230 Gramofponmu- ziek; „Paljas” van Leoncavallo; 130 Gramo- foonmuzlek; 8.20 Concert door het omroep- symphonle-orkest 0.1.v. Arthur Meulemans; 9.20 Vervolg concert; 1030 Gramofoonmuzlek. KALUNDBORG 115J M. 12.20 Uitzending uit hotel d’Angleterre. Strükorkest o.l.v. Max Skalka; 430 Restaurant „Wivex”; 8.30 Concert door het radlo-symphonie-orkest. oJ.v. Nicolai Malko. BERLIJN, 419 M. 5.05 Vloolrecital door Eugen Moris; 7.30 Populair concert door het omroep-orkest oJ.v. Bruno Seidler-Wlnkler; 10.45 Dansmuziek. HAMBURG 372 M. ziek; 2 30 Idem; 4.50 Con opera; 9.20 Schiller Prog: .rag-orkest. KÖNIGSWUSTEBHAUSEN 1635 M. 12.20 Gramofoonmuzlek: 2.20 Gramofoonmuzlek; 4.50 Concert (Zie Berlljp); 11.00 Concert van Ham burg. LANGENBERG 472 M. 12.20 Populair con cert 1.20 Concert o.l.v. Wolf; 530 Vesper concert. II.; 9.00 Symphonle-concert door het orkest van den West-Dultschen omroep; 10.40 Concert oJ.v. Wolf. DAVENTRY 1554 M 12.20 Orgelconcert door Edward O’Henry in Tussaud’s Cinema; 4.50 Concert door het Schotsche studlo-orkest 820 Promenade concert in de Queen’s Hall; 10.35 Dansmuziek op gramofoonplaten. PARIJS (RADIO) 1725 M. 12.50 Gramo- foonmuziek. PARIJS (RADIO! 1725 M. 1230 Gramo foonmuzlek; 7.20 Idem; 9.50 Idem. MILAAN 331 M. 7.50 Gramofoonmuzlek; 850 ..Samson et Dalila”. Opera in drie actes van 8aient-8aëns. RÖME 441 M. 820 Gramofoonmuzlek; 9.05 programma gewijd aan Massenet. WEENEN 517 M. 8.10 Concert Symphonle-orkest10.25 Er is een jonge dame ergens, die in levens gevaar verkeert. Ik kwam om hem te waar schuwen. Ik geloofde, wat men mü altüd gezegd had dat zü zün dochter was. Hü ontkende evenwel, en zei, dat het een leugen was. Het Hü had nooit een dochter &ehad. Maar nu ga ik uit zoeken. wie ze dan wel Is. En als ik u nu eens aangeef bü de po litie, zei Maurice. Ter wille van de vrouw, die de oude Bell beschermde, zou u dat beter niet doen, zou heel wat beter zün, als u dat niet deed, was het heesche antwoord. Als u het doet, kan het die vroyw het leven kosten. Waarom blüft u in Engeland? Maurice. Om die vrouw te vinden. En ik zil haar vinden, voegde hü er bü, met glinsterende oogen. Luister. Ik heb haar in een rijtuig gezien, prachtig gekleed, met een koetsier en een knecht op den bok een dame. Ik heb altüd gezegd, dat ze het was. Het was een complot tegen ons, dat ze haar de dochter van dien ouden man noemden. Daar heb ik allemaal niets mee te maken, zei Maurice bedaard. Het eenige,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 9