De Millioenen*nota
Prikkeldraad
niet zoo kwaad
N
De Pers over de Troonrede
t
RA
s
ff
s
■te*
IJN
LE
[AAR
3
Gü
RT
h
Bedrijf sraden
Een herinnering
DONDERDAG 22 SEPTEMBER
HET NIEUWE KAMERLID
In Welterland
14
D I
N I
Voor en tegen
NATIONALE NOVEEN
Nationale schuld
cht
R.K. ONDER WIJZERSD AG
il-
Pater* Dominicanen
Rede prof. F ér on
Stuurlieden Examen*
8
Een duister document
Stormklok
Een niets zeggend stak
T roon-weeklacht
Het juiste midden
a
ORDER NED. SPOORWEGEN
EED
s
Nieuw Kamerlid
Verslag van de commissie
van voorbereiding
ERK
:ren
DE ROODE PERS IN
VERLEGENHEID
- Een jam van beslissende
beteekenis
R
NS
Uitsluitend in het
crisisteeken
1391
Niet laken, mam ook
niet pryzen
ff
99
o
Rjjk en gemeente Helmond
▼erleenen bijdragen
Wet op de middelen
ter eere der kleine H. Theresia
School en Maatschappij
en
met
25 044 609
„253 055.322
279 099.931
der grond-
)ON STB,
5 u
geen
leid":
De Maasbode schrijft:
inn
Heerenweg, Egmond a. d. Hoef.
Giro No. 39730.
rf-
es
hiaten.
Aldus noemt D e Ttf d dit „voornaamste
staatkundige document voor het komend be
girt”-
De Standaard wil niet laten, maar ook
niet prijzen.
Als opvolger van het thans ontslapen Tweede
Kamerlid J. Ament komt in aanmerking de
heer H. H. Trienekens te Venlo.
e-h-h?
ij».
Je.
50
Het Hulsgesin schrijft:
De volle werkzaamheid der regeerlng staat
uitsluitend in het crisls-teeken, en practlsch
is het ministerie een crisis-kahinet gewor
den.
544.268.092
„275.658.415
’s GRAVENH AGE. Geslaagd voor 2en stuur
man groote stoomvaart G. L. Houwen en voor
3en stuurman groote stoomvaart H. Corpora*!.
die het slotwoord: „Op den vóórgrond trede
daarom wat de Natie vereenlgt, niet wat
haar verdeelt", zin en beteekenis zou hebben
gegeven, zoodat de Natie zou hebben kunnen
antwoorden: ,Ja, onder uwe leiding zijn wij
aanstonds bereid."
In stee van zoo iets schildert ons de Troon
rede eene regeerlng, die met de handen in
het haar zit. en niet weet wat zij doen zal.
15 ct.
20 ct,
20 ct,
25 ct.
30 ct,
35 Ct.
35 Ct.
100 Ct.
B
Sb
SS'
n
O
B
B
r volles
trk rpet,
1 prijzen
ft
B
ft
X
a
b’
CR
)FFEL8
en voor
UtZEN.
ONGENS
t buna
Rwing.
pnjies
gram eens moeten zijn.
En daarvan is geen sprake De Troonrede
bevat juist geen mededeellngen van dien aard
en is slechts een koninklijke mededeellng
nopens den toestand waarin land en volk ver-
keeren. Een mededeellng, die op zichzelf na
tuurlijk ook al geen nieuws brengen kon,
maar die in zooverre toch een verrassing
opleverde als gezegd werd, dat in de Over-
zeesche Gewesten „meer en meer in alle
maatschappelijke kringen" de overtuiging
doorgedrongen is van de noodzakelijkheid
van het streven om de kosten der landshuis
houding met de middelen in overeenstem
ming te brengen.
Wij vernemen dit met genoegen, daar onze
eigen Indruk een andere was.
Voor het overige stemmen we van gan-
scher harte In met den oproep van H. M.
de Koningin tot haar volk om eendrachtig
lijk Saam te werken tot bestrijding der moei
lijkheden, die ons troffen, al is onze ver
wachting nopens de vervulling van dien
wenach niet groot.
f K M.
EN, dus
net, ook al
signatuur.
HIJ had éen hooge opvatting van de taak
der Regeerlng en van de verantwoordeUJk-
Want om te kunnen prijzen, zou de Re-
geering juist wèl een program hebben moe-
T tep jptvouwen en zou men het met het pro-
75 ct.
100 ct.
90 CL
105 ct.
50 CU
80 Ct.
90 ct.
100 Ct.
100 ct.
175 Ct.
125 CU
150 Ct.
100 ct.
100 Ct.
25 ct.
15 Ct
15 Ct
Geheele dienst 540.826.576
Voor het dienstjaar 1932 zijn de middelen
geraamd als volgt:
Gewone dienst
Kapitaaldlenst
Het Alg. Handelsblad schrijft dat de
Troonrede In het laatste levensjaar van dit
Kabinet geen boud en breed opgezet visio
nair program kon zijn, ook daar niemand weet
hoe de crisis zich verder zal ontwikkelen, en
hoe het buitenland, waarvan onze welvaart zoo
zeer afhankelijk Is, zich verder zal gedragen.
Elk program dat In bijzonderheden zou gaan
zou speculatief worden, en de staat moet zich
op realiteiten gronden. Het Is thans geen tijd
voor fantasieën of eenzüdig-princlpleele partij
politiek; maar alle hens moet aan dek voor
beschutting van het schip van staat. Daarte
genover dienen natie en parlement zich te
plaatsen in een crltischen, maar opbouwenden.
nationalen geest.
Het lijkt niet overbodig nog eens aan dit
kenmerk van Schaepman’s optreden te her
inneren. nu in dezen tijd de Regeerlng zich
ten gevolge van buitengewone omstandig
heden voor ongekende moeilijkheden ziet
geplaatst.
Samenwerking tusschen Kabinet en Par
lement is thans meer dan ooit noodlg, om
het land door de netelige positie heen te
balpen.
En wij zijn er van overtuigd, dat de doc
tor, had hjj ooit zulk een periode doorleefd,
voor de Regeerlng iets anders en beters zou
hebben over gehad, dan louter afbrekende
crltiek en op de spits gedreven verwijten.
De Christelijke Nederlander schrijft:
Dat overigens de geheele Troonrede staat
in het teeken der crisis en dat zjj zwijgt van
veel, wat anders vermelding pleegt te vin
den, Js niet meer dan natuurlijk. Het kabi
net gevoelt en beschouwt zich blijkbaar
thans vóór alles als crisis-kabinet.
Eén speciaal punt, dat van de handelspo
litiek, toont daarbij, dat de Regeerlng niet
door theorieën zonder meer zich lelden laat.
Zij ziet de harde feiten en is daarom .bjj
voortduring bedacht op afwending van de
gevaren, waarmede de buitenlandsche maat
regelen den afzet van onze voortbrengselen
bedreigen. Terecht meenen wij.
Maar dit beduidt niet, dat ook de Neder-
landsche regeerlng gelijk zooveel bultenland-
sche het gezond verstand volkomen heeft ver
loren; dat zij principieel het roer wendt. In
tegendeel: richtsnoer blijft „bevordering van
het herstel van het internationaal ruilver
keer." We lezen dit met niet minder Instem-
ming.
Overigens treft ons het zeer weldadige na
tionale geluld, dat de Koningin haar rede
heeft doen hooren. en dat alom voortklinken
moge. Laat ons volk ,Jn al zijn lagen” zich
den ernst der omstandigheden voor oogen
stellen.
Laat men weten, dat „alle" takken van
volksbestaan lijden: handel én landbouw,
vtescherü èn scheepvaart, tuinbouw én nij
verheid; alle.
Naar onze meenlng heeft de Koninklijke
boodschap het juiste midden bewaard: zij
is waar, maar niet wanhopig; zij vraagt of
fers, maar kondigt geen afbraak aan; zij
bedient zich van forsche woorden, maar laat
plaats aan het menschelijk gevoel. De stijl'
van deze Kroonrede verraadt een geest, die
de beenderen der departementen tot een le
vend organisme maakt; een Regeerlng
spreekt en niet een reeks ministers.
De Regeerlng treedt bezorgd voor het front
en zegt haar meenlng in ernstige taal.
Moge dan het nageslacht van ons kunnen
zeggen, dat de met zorg beladen regeerders
van heden een waardeerend volk vonden.
loozensteun? De troonrede
antwoord op, waaraan men
Worden de overheidsloonen
zienljjk verlaagd? Geen kik
819.926 507
1932 wordt
De liberale Jt R. Ct." is zeer bitter gestemd
over den Inboud van de Troonrede. Het blad
noemt het staatsstuk een weeklacht van een
slappe regeerlng.
Het orgaan, dat van meenlng te, dat er thans
voor alles behoefte was aan een Koninklijk
woord, dat vertrouwen In de toekomst zou
wekken, een dat bemoediging schenken zou.
omdat men eruit voelde, dat wü hier te lande
bij alle ellende toch in leder geval het geluk
hadden van eene Regeerlng, die tegen de moei
lijkheden opgewassen was en tot krachtig han
delen in staat, schrijft dan om.:
In plaats daarvan hebben we één lange
Jammerklacht gekregen, zóó somber, zóó
zonder eenlge opwekking, zóó zonder eenlge
teeken van regeeringszelfvertrouwen. dat van
de geheele rede slechts eene neerdrukkende
werking kan uitgaan.
Een „duistere tijd” als nooit te voren, en
„nog steeds kondigen zich geen betrouwbare
teekenen van kentering aan." Wij zullen het
maar niet verder herhalen. Het zijn alle
klanken, 41e wij reeds zo menigmaal hebben
gehoord. Men mocht zeer zeker verwachten,
dat een echo daarvan uit de Troonre^ zou
worden vernomen, maar dan daartegenover
een roep, die in de toekomst kon klinken, en
Aan de memorie van toelichting betreffende
hoofdstuk VII A van fle RUksbegrootlng wordt
het volgende ontleend:
Aangevraagd wordt voor het dienstjaar 1933:
voor den geheelen dienst 85.367.217
waarvan voor den kapitaaldlenst 780.000
bevoorrecht" zijn, dat zü „ook thans nog
over hooge Inkomens beschikken”, U is
allemaal aan de roode actie te danken.
Hoe verlegen „Het Volk” zit met dit
staatsstuk, blijkt o.m. nog uit het in deze
dagen onzinnige verwijt, dat de regeerlng
niet nog méér.... dividend- en tantlème-
belastlng wenscht te heffen, geen doode-
hand-belasting (waartegen, nota bene, uit
eigen belang op het Jongste 8. D. A. P.-
congres gewaarschuwd werd!), enz.
De onverantwoordelijke oppsitie zit met
deze mlllloenen-nota verlegen.
Welnu, dan mogen we genist aannemen,
dat dit stuk nog „niet zoo kwaad” is.
In aansluiting op ons vorig artikeltje, en ten
behoeve van hen die ze vroegen nog even de
volgende Inlichtingen. Deze noveen wordt in
ons klooster gehouden van 24 Sept, tot 2 Oct.,
dus tevens ter voorbereiding van den feestdag
der Heilige (3 October). Wij bidden en offeren
in die negen dagen uitsluitend tot intentie van
ben, die ons gebed, ter eere der Heilige, vragen.
Ook de H. Mis wordt eiken dag In onze kapel
voor hen opgedragen. Ieder kan dus s’n ver
langen tot deelname ons doen geworden, en
daarbij eigen Intenties opgeven. De ingekomen
smeekbeden worden gedurende de noveen, bij
de rellqule der Heilige neergelegd. Maar opdat
ons gebed des te zekerder verhooring vinde. en
om den zegen des hemels, toegezegd aan het
gezamenlijk bidden, verzoeken wü dringend dat
zoovelen mogelük zich bjj ons bidden In die
dagen aansluiten, door zelf een of ander gebed
mede te bidden, bü voorkeur dat wat we lederen
deelnemer, na opgave van naam en adres toe
zenden. Op die wijze bidden duizenden, waar
onder vele gezinnen die ’t ook al weer gezamen
lijk doen, in die dagen éénzelfde gebed, met en
voor elkander verhooring vrMénd. De tallooze
gunsten telkens, door de voorspraak der mach
tige kleine Heilige verkregen, bewijzen hoe
gaarne o. L. H. naar zulk een massaal bidden
luistert.
De’ algemeene IntenUe staat op de toegezon
den plaatjes aangegeven. Kosten zijn er niet
aan verbonden. Wie kan. geve iets tot bestrij
ding der uitgaven, daarvoor zullen wü hen zeer
dankbaar zün. Doch Iedereen moet zonder be
zwaar kunnen meedoen. Welkom aan allen die
reeds zich opgegeven hebben. Wü deelen van
harte in uwe zorgen en zullen ieders belangen
tot de onze trachten te maken, in de a s. No
veendagen
Veel moed en vertrouwen!
minder, zünde per reato
minder dan voor 1932.
Onder artt 195197 is geraamd voor 1933,
wegens ontvangsten betreffende de uitvoering
der drankwet 180.000 tegen f 178350 voor 1932.
Ingevolge de bepalingen van de gewüzigde
drankwet, welke met April 1932 in werking Is
getreden, wordt thans ook een verlofsrecht ge
heven van 25. Hiervah wordt de helft aan
het RUk afgedragen. Ook voor de hotelvergun-
nlngen moet thans een vergunningsrecht wor
den betaald, dat ten hoogste 25 bedraagt en
waarvan eveneens de helft aan het Rük wordt
afgedragen. Op grond van een en ander kun
nen de ontvangsten voor 1933 op 180.000 wor
den gesteld.
Art. 206 geeft de ontvangsten van de Rüks-
kweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam.
Deze bedroegen In 1931: f 19.302, in 1932:
ƒ49.000. De raming voor 1933 bedraagt ƒ48.575.
Als grondslag voor de raming der verpleeg-
gelden Is hier genomen het bedrag van de op
brengst over het le kwartaal 1932. In verband
met de toenemende werkloosheid en de daaruit
voortvloeiende geringere draagkracht der
patiënten, gaan de ontvangsten In dalende
richting.
Onder art. 470 wordt de opbrengst
belasting geraamd op 23371.000.
Onder art. 472 raamt de minister de opbrengst
der inkomstenbelasting op 50 millloen zünde
25 millloen beneden de raming voor 1932.
In art. 473 raamt de minister de opbrengst
der vermogensbelasting op 10 millloen, zünde
4 millloen beneden de raming voor 1932.
een! alles en alles bij elkaar ge
nomen, is de jongste mlllloenen-nota
nog zoo kwaad niet.
Wij willen hiermee niet zeggen, dat het
staatsstuk geen onaangenaam nieuws in
houdt, noch ook, dat het officleele bevind
der financieele zaken ons is meegevallen;
geenszins; wat het laatste betreft,
beantwoordt de mlllloenen-nota vrijwel ge
heel aan wat wij in ons blijkbaar gerecht
vaardigd pessimisme daarvan verwachtten,
daarvan vréésden, en de middelen,
welke ter saneering van ’s Rijks financiën
aan de hand gedaan worden (én tamelijk
zeker ook toepassing zullen vinden) zijn
allesbehalve in staat, den Nederlandschen
staatsburger in vervoering te brengen.
We krijgen minstens 30 en hoogsten 150
opcenten op alle aanslagen in de gemeente-
fondsbelasting (opbrengst geraamd op
24 millloen); we krijgen boven de thans
bestaande 50 opcenten op de vermogens
belasting op genoemde belasting nog 30
extra opcenten (opbrengst geraamd op 3
millloen); een bedrag van 26 millloen
zal te voorschijn getooverd moeten worden
uit de heffing van niet minder dan 30 op
centen op alle invoerrechten en op den
bieraccijns gedurende één jaar; voor alles,
wat wij aan weelde of wat daarvoor
dóórgaat genieten, zullen wij extra moe
ten bloeden (opbrengst 10 millloen), en
wat ons het meest ter harte gaat
de verlaging der uitgaven wordt mede be
werkstelligd door een salarisvermindering
tot een bedrag van./ 14.5 millloen, te vin
den door een verhooglng van den pensloen-
aftrek, voor eigen persoon met 5 pet., en
door een verhooglng van den aftrek voor
ongehuwden van 3 tot 5 pet.
Allemaal „oud” nieuws.
we releveeren het hier alleen maar even
om te laten uitkomen, dat deze mlllloenen-
nota ons nu juist geen Sinterklaas-surpri-
aes gebracht heeft.
Welke overigens in dubbelen zin
praematuur zoude zijn in de huidige om
standigheden.
och noemen wij deze mlllloenen-nota
en deze overtuiging wordt in ons
sterker, naarmate wij het stuk meer
bestudeeren „niet zoo kwaad”.
J<let zoo kwaad”, omdat de regeerlng
daarin blijk geeft, zooveel het haar moge
lijk is, het geld te willen halen, waar het
sit.
Zoo verheugt het ons heel bijzonder, dat
vooralsnog geen verlaging van steungelden
wordt voorgesteld, ofschoon de troonrede
daaromtrent allerminst gerust stelde;
zoo verheugt het ons, dat de regeerlng zich
geenszins beperkt heeft tot bezuinigings
maatregelen a la Welter, doch deze voor
een deel verwerpend haar toevlucht
genomen heeft tot aanboring van nieuwe
bronnen; en wel, voornamelijk, ten
koste van hen, die nog betalen kunnen en
zich nog weelde veroorloven.
We z|jn er nog niet:
er moet nog een tekort van 22 millloen
gedekt worden, en vele ramingen kunnen
na verloop van korten tijd nog id te opti
mistisch, id te gewaagd geweest blijken te
zijn; In gemeen overleg tusschen regeerlng
en Kamer kan het bewind, waaronder wij
in den eerstvolgenden tijd zullen moeten
leven, voor ons dus nog veel onprettiger
worden, maar, hoe dit alles ook ultvalle,
men kan niet ontkennen, dat de regeerlng
In ernst getracht heeft „to make the best
of It” en de lasten zoo rechtvaardig en
menschlievend mogelijk over heel de bur
gerij heeft pogen te verdeelen.
Op bijna ’t «elfde moment, dat er in de
Ridderzaal te Den Haag de somberste troon
rede werd uitgesproken, welke er ooit binnen
deze historische wanden geklonken heeft, 1*
er In de hoofdstad des lands een koning
de koning van den lach Ingehaald en
Ingehuldigd.
En hoé!
Het volksenthouslasme was ziedend.
In ‘s Konlngs Ridderzaal, een luxueus
theater, waren de plaatsen van een-vijf-
en-zeventlg tot ver over de tien gulden
reeds dagen te voren uitverkocht; rond het
theater wapperden fier en feestelijk de
Fransche en de vaderlandsche vlaggen; tal
looze autoos méér dan in Den Haag op
het Binnenhof voerden de illustre gasten
aan; het portret van den koning prijkte In
de theaterstraat allerwegen In zeep-, odeur-,
kappers- en haringzaken met of zonder par-
manent wave; duizenden enthousiastelin
gen schuifelden over het asfalt en slechts
met groote moeite kon de politie, die een
taak bad als bü vorstenbezoek, de baan
vrü houden voor een keur van costuums en
toiletten, waarbij vergeleken die In de
residentleele Ridderzaal welter-bleek wa
ren; de asfalt-kranten brachten portretten,
dithyramben, hymnen ter eere van dezen
koning
Alles straalde van geluk en niemand dacht
aan Welter, óók niet, toen de koning van
den lacht raison van vele duisenden echte
CoUjnsche. niet in waarde verminderde (in
tegendeel: In waarde vermeerderde!) Hol-
landache guldens later een paar onbe-
schrüflük-hulploooe liedjes zong en als
gangmaker dienst deed voor een nachtfeest
van oesters en champagne
Het feest is natuurUjk schitterend ver-
loopen.
Den volgenden ochtend stonden de kran
ten vol van nieuws uit de mlllloenen-nota.
Zoo leven we in Welterland.
Toch ’n uitkomst: die belastlngverbooglng
tot 150 opcenten, toch *n uitkomst: die
weeldeverterlngsbelastlng
In de plaats van den hoogeerw. pater B.
Schaab, die, zooals gemeld, tot Provinciaal
werd gekozen, ia tot Definitor gekozen de seer-
eerw. pater Humbertus Smit, pastoor te Otro-
banda te Curacao, thana met verlof.
Van dr. Schaepman is bekend, dat hi]
steeds bereid was In’s lands belang aan de
Regeerlng zijne medewerking te verleenen.
Telkens wanneer hü er de gelegenheid
voor vond en zün beginsel er zich niet te
gen verzette, steunde hü het zittend Kabl-
was dit niet van rechtsche
De heer W. Steinmetz, voorzitter van de
afdeeling Amsterdam van den RJC. Volks
bond en lid van den gemeenteraad, zal den
heer L. F. Guit opvolgen als lid van de
Tweede Kamer.
T T et beste bewüs daarvoor? Dat vindt
I I men In de verlegenheid der roode pers
met het allernieuwste staatsstuk.
Deze mlllloenen-nota is zóó goed, dat
«Het Volk” de verdiensten daarvan vrijwel
geheel aan de roode volksbeweging ten
goede schrüft!
Zelfs het feit, dat In het rapport-Welter
geen «nieuwe geld-bronnen werden aange
wezen en de regeerlng nu toch met een
verzwaring van belasting ter gedeeltelüke
overbrugging van het begrootingstekort
komt, schrüft het soclaal-demokratisch
orgaan op rekening van de roode volks-
actie.
Terwijl de commissie-Welter met geen
voorstellen tot aanboring van nieuwe bron
nen kón, noch mócht komen, daar hare
taak door de regeerlng beperkt was tot het
aanwijzen van bezuinlgingsmogelijkheden
en de regeerlng geheel terecht voor
zichzelf de taak gereserveerd had, naast
Verschenen Is het verslag van de commissie
van voorbereiding over het wetsontwerp tot in
stelling van bedrüfsraden. Hieraan wordt het
volgende ontleend
Enkele leden meenden zich tegen het wets
ontwerp te moeten verzetten, wijl bü hen
voorshands bezwaar bestond tegen elke uit
breiding van Staatszorg. Sommige leden uitten
hun verwondering over de omstandigheid, dat
de regeerlng In dezen zoo zorgwekkenden tüd
een ontwerp als het onderhavige heeft meenen
te moeten indienen.
In zün antwoord verklaarde de minister, dat
de opvatting van eerstgenoemde leden zou lei
den tot een Hjdelük toezien der regeerlng ook
daar waar optreden geboden is. Vooral in onge
kend moeilüke economische tüden als wü thans
beleven, zou één Overheid, die van zoodanige
opvatting blük gaf, toonen, dat zü haar taak en
verantwoordelükheid niet verstaat.
Ook het standpunt van flnancieelen aard kon
de minister niet deelen.
Tegen de voorgestelde regeling zelf bestond
bü verscheidene leden deze zeer ernstige be
denking. dat hier de goede weg is verlaten, wel
ke ten aanzien van de bemoeiingen der Over
heid met de arbeidsverhoudingen In het büzon-
er In den laatsten tüd is Ingeslagen; die van
aanpassing van deze bemoeiingen aan hetgeen
m de betrokken kringen leeft. Thans poogt de
regeerlng het bedrijfsleven in een vooropge
zette richting te vervormen.
Naar aanleiding hiervan merkte de minister
op. dat de bedrüfsraad niet van bovenaf wordt
opgelegd, maar alleen tot stand komt in die
bedrüven, waarin het organisatorisch overleg
tusschen werkgevers en arbeiders voldoende is
gevorderd om van een bedrüfsraad gunstige
resultaten te kunnen verwachten. Ook ten aan
zien van de samenstelling van den bedrüfs
raad wordt aan de organisaties van werkgevers
en arbeiders de grootst mogelüke vrüheld van
beweging gelaten.
Met nadruk komt de minister op tegen de
voorstelling, alsof aan de bedrijfsraden geen
enkele bevoegdheid van eenlge beteekenis wordt
toegekend, al geeft hü toe. dat de raad voor
namelijk een advlseerende bevoegdheid bezit.
Verschillende leden juichten de indiening van
het ontwerp toe. Naar hun meenlng zal de
daarin vervatte regeling, wet geworden, in be
langrijke mate tot de bevordering van den be
drijfsvrede kunnen bijdragen.
Het ligt niet in de bedoeling bedrüfsraden
in het leven te roepen voor bedrüven, welke
slechts door één onderneming worden vertegen
woordigd, zooals het Hoogov’fenbedrüf.
Verder zegt de minister zich niet te kunnen
vereenigen met de zlenswüze van de leden die
in de wet voorgeschreven willen Hen, dat In
elk bedrüf slechts één bedrüfsraad, op nationale
basis opgetrokken, bestaanbaar is,
De minister maakt bezwaar tegen een Impe
ratief voorschrift om vertegenwoordigers van
het algemeen belang aan den bedrüfsraad toe
te voegen. Komt een voorstel tot toevoeging
van dergelüke vertegenwoordigers uit het be
trokken bedrüf zelf op, 'dan bestaat tegen In
williging dparvan geen bedenking.
Het Volk schrüft:
De regeerlng heeft er de voorkeur aan ge
geven. de troonrede tot een nietszeggend
stuk te maken. Wat geschiedt met den werk-
geeft er geen
houvast heeft,
opnieuw aan-
er over In de
troonrede. Wordt de autonomie der gemeen
ten op het stuk der loonen opnieuw aange
tast? Zwügen als des grata. Wat geschiedt
er met al de verder diep ingrüpende bezui
nigingsvoorstellen van Welter? Geen woord
er over.
Wat is de reden van deze zonderlinge hou
ding van het kabinet? Reserveert de regee-
ring het woord, waarop het volk In geweldige
spanning wacht, voor zichzelf en heeft zü
dit de koningin niet in den mond willen leg
gen? Wil zü de beteekenis van de functie
van het staatshoofd achteruit schuiven? Wil
zü de staatsrechtelüke waarde van de troon
rede stelselmatig vmlagen? Wil zü de met
zooveel pracht en praal otnkleede Vereenlg-
de Zitting van de Staten-Generaal, waarin
de troonrede wordt voorgelezen, geheel tot
een ledige vertooning maken? Is het haar
er om te doen te demonstreeren, dat ook hier
een bezulnigingsobject, een versoberingsmid-
del aanwezig is?
Of heeft het kabinet er tegen opgezien de
koningin te doen uitspreken, dat de werk-
loozenuitkeeringen en de overheidsloonen
omlaag zullen gaan en dkt zoovele groote
volksbelangen vernield sullen worden?
Duchtte het een knauw voor de liefde tot
het koningsschap, als de monarch met eigen
mond de wreede Welter-woorden sprakf”
Blükem de memorie van toelichting op de
Wet op de middelen, worden de middelen voor
het dienstjaar 1933 geraamd als volgt:
Gewone dienst f 518 223 483
Kapitaaldlenst 22 603.093
bezuinigingsmaatregelen ook vergrooting
van Inkomsten voor te stellen.
Zoo Is 1 allemaal navenant In Jet Volk”.
Dat de regeerlng tot belastlngverbooglng
wil overgaan, dat zü een büzonder offer
meent te mogen vergen van hen, die ,xóó
der Weüden aldaar
mingen voor een
Spoorwegen.
De Raad heeft het voorstel aangenomen,
waardoor de gemeente Helmond 750 en het
Rük ƒ2250 büdragen In genoemd prüsverschll.
Hierdoor Is deze order voor de Nederland-
•che nüverheld behouden. Het betreffende werk
beteekent vollen arbeid gedurende nagenoeg
Hen weken voor 62 arbeiders, wat neerkomt
°P in totaal 600 weekloonen.
Tegenover uit den Raad opgekomen bemer
kingen, werd van Katholieke arbeiderszüde er
op geweien, dat de geboden steun absoluut
too bate van den arbeider komk
In den gemeenteraad van Helmond is het
reeds vermelde voorstel- behandeld om 25 pro
cent bü te dragen In het prüsverschll tusschen
de aanbieding der houtenfabriek Everts van
der Weüden aldaar en buitenlandsche onderne-
order der Nederlandsche
»st bedrijfsleven de werkloosheldszorg
'/e financieele toestand, ziedaar wat, blü-
kens de Troonrede, het doen en laten der
regeerlng, wü hopen vooral het doen, be-
heerschL
En elders vervolgt het blad:
We hooren te veel den ambtenaar die re
gistreert, we missen de stem van de Lands-
moeder die opbeuring brengt en den getrof
fenen moed inspreekt.
We missen ook de belofte, dat, hoezeer de
nood nüpt, de zwakken zullen worden ge
steund en voor de instandhouding van het
gezin en het gezinsleven alle krachten zul
len worden Ingespannen
Zeker, indien de komende daden niet In
overeenstemming zouden zün met de woor
den welke wü zoo graag gesproken zagen,
bleven deze beter ongesproken.
Maar we blüven vertrouwen dat dit mi
nisterie zich op de hoogte zal toonen van
zün taak en dat het in zün laatste werkjaar
zal beantwoorden aan hetgeen het Neder
landsche volk het recht beeft daarvan te
verwachten.
„De oppositle-pers zal de Troonrede mis
schien betitelen: een Welter-rede. Ongetwü-
felt weltert zü het hoofdmotief „dat tjjdlg de
meest dringende maatregelen tot stand ko
men’.’ tegen den economischen nood. Want
de noodklok luidt van de eerste tot de laat
ste zinsnede met het donkerste accent. Zoo
somber heeft de bezorgdheid nog nooit in
's lands vergaderzaal aangeslagen als in
dezen „duisteren tüd”, want uit den mist zün
we m den nacht gereden. Het eenig moge
lüke vervolgstuk op deze Troonrede is de
mlllioenennota. die haar zal argumenteeren.
De cüfers zün de sterkste argumenten voor
de „tal van noodmaatregelen’’ tegen de
ineenstorting.
-Thema en tendens van de bittere Welter
economie zün overgenomen, schrüft het blad,
maar uit niets blükt, in hoeverre de Regeerlng
zelfstandig zal bezuinigen en wellicht nieuwe
bronnen aanboren. Het document zwügt met
opzettelüke zorg over de bezuiniging, waar
mede de regeerlng onderwijs, defensie éti
justitie zal belasten.
Geheele dienst
Zoodat. in vergelüktng
geraamd:
voor de gewone middelen
minder,
voor de kapitaalmiddelen
heid der Kamer, om haar de vervulling dier
taak mogelük te maken.
Niet dat hü haar de z.l. noodige crltiek
spaarde, maar van een crltiek om de crl
tiek, van een „opposition quand-mjême”
was hü hartgrondig afkeerig.
En zoo kon het geschieden, dat hn, hoe*
forsch en principieel hü het liberalisme
placht te bestrijden, toch ook, wanijeer de
liberalen In de meerderheid en aan de re
geer in g waren, tot opbouwenden arbeid be
reid bleek.
Hü steunde om slechts enkele spreken
de gevallen te noemen het kabinet-
Heemskerk Sr. bü de grondwetsherziening
van 1887, hielp het Kabinet-Van Houten de
kieswet van 1896 tot stand brengen, en
droeg er het züne toe bü, dat onder Bor-
geslus’ ministerschap de leerpllcht-wet haar
beslag kreeg.
Men heeft den doctor wel eens zün ,jnl-
nisterialisme” verweten.
Hü ging daarbü, naar sommiger oordeel,
te ver.
Maar de feiten hebben den grooten eman
cipator ook op dit punt in ’t gelük gesteld.
Hü was bü al zijn idealisme een man, die
oog had voor de eischeri, voor het nut en
de noodzakelükheid eener politiek, die re
kening heeft te houden met het practlsche
leven en de mogeUjkheid van het bereik
bare.
En door deze .Realpolitik” dit woord In
breeden en principieelen zin genomen
beeft hü aan zün partü en aan het geheele
land belangrüke diensten bewezen.
Hü bracht er ook het staatkundig leven
mee op booger pell.
En zeker Is dat hü door zün „ministeria-
llsme” meer dan eens den goede* gang van
zaken waarborgde en verwarring en stag
natie voorkwam.
In t Koloniaal Instituut Is Woensdag de R K.
Onderwüzersdag gehouden onder leiding van
den heer A. van Breukelen. die te 11 uur de
vergadering opende met den christelüken groet.
Tevoren had de hoogeerw. heer dr. G. C. van
Noort. die ook de vergadering met zün tegen
woordigheid oplulsterde. in de versierde St. Bo-
nlfacius-kerk een H. MIs tot intentie van de
leden opgedragen.
Voor den aanvang der vergadering bezichtig
den de deelnemers aan dan dag de in verschil
lende lokalen van het K. L Ingerichte tentoon
stelling van leermiddelen, platen en boeken,
welke groote belangstelling trok.
De voorzitter heette de onderwüsautorttelten
en de vertegenwoordigers van verschillende
schoolbesturen hartelük welkom.
Een jongenskoor ondet leiding van den heer
Louis Schwlrtz. dat ook onder de H. Mis de ge
zangen had uitgevoerd, zong daarna een zestal
uitgelezen liederen, die Véél applaus ana de ver
gaderden ontlokten.
Vervolgens werd het woord verleend aan prof,
dr. F. Feron van het Groot-Seminarie te Roer
mond, die ging spreken over ..School en Maat
schappij".
Het Is de groote vraag hoe de tnenschheld.
die naast elkander gaat van de wieg tot het
graf te brengen is in een eenheid zonder split
sing en strüd.
Christelük gemeenschapsleven moet worden
hersteld, opgebouwd uit den geest en uit het
bewustzün wat werkelük christelüke gemeen
schap te.
Steeds moet men zich Indenken dat de dui
zenden die om ons heen strijden en lüden met
ons moeten opgaan naar God.
Zonder dat bewustzün te men geen sociaal
tnensch, ook al schrüft men de mooiste werken
of al maakt men de beste wetten. Ieder moet
het züne ertoe büdragen dat de smart wordt
verlicht en het leed wordt verkleind.
Christelüke gemeenschap te een plicht Rech
ten alleen zün hard en koud en zün slechts de
steenen van het huis, dat bü elkaar moet war
den gehouden door het cement van de liefde.
De gemeenschap mag geen natuurlüke ge
meenschap zün, maar zü te bovennatuurlük om
dat wü allen kinderen zün van den hemelschen
Vader.
Erkennen wü die bovennatuurlüke gemeen-
schap niet dan zal door de erfzonde de
menachheld tot haar einde toe door klas-
senstrüd worden verdeeld.
Wü moeten binnentreden in de huiskamer
der menachheld en met de oogen van ons ge
loof zien dat zü onze broeders zün.
Natuurlük meelüden te niet genoeg; van den
Calvarieberg af moeten wü de menschen zien
als broeders. Een mystieke waarheid, maar een
reëele waarheid.
Omdat wü leven In de eenheid met Christus
moeten en zullen wü socialen arbeid verrich
ten, broederdlensten verleenen. helpen en troos
ten en opbeuren.
Of we op de brug staan of In de machine
kamer, we redden allen mee degenen, die drei
gen te vergaan op de wereldzee en wier harten
toch ook moeten worden tempels van Christus.
In het RUk van Eenheid en Liefde, waar
Christus Eucharteticus Koning te, te Maria de
Moeder en het te büna niet mogelük de eenheid
te behouden zonder devotie tot Haar.
Het kind moet leeren zün kleine egoïstische
verlangetjes te laten varen, zün handjes, die
klein bezit angstig omklemmen, moeten worden
geopend als een ander Ujdt, zün oogjes moeten
warden gericht op de gemeenschap en het moet
leeren het Onze Vader te bidden zooals het
moet worden gebeden: Voor allen.
Men moet het Inzicht bübrengen. doen be
grijpen. dat het één te met zün medemenschen.
Er moet voor worden gezorgd, dat het kind niet
alreeds is gezonken In den afgrond van het in
dividualisme vooraleer het den berg van het
altruïsme gaat bestijgen.
In de prille jeugd, waarin bet egoïsme nog
Mtak te moet het kind in zün altruïsme wor
den gesteund en gesterkt.
Door de liturgie kan het kind tot de groot
ste hoogte van gemeenschapsgevoel worden op
gevoed en later een van de pijlers worden,
waarover de brug kan worden geslagen, die voe
ren zal tot de nieuwe maatschappü.
Luid applaus en een hartelük dankwoord ya*
den voorzitter beloonde den Berw. spreker.
De vergadering werd daarna geschorst.
Des middags gaf Frits Bouwmeester een aan
tal voordrachten ten beste, welke zeer werden
gewaardeerd.
en voor den gewonen dienst 84.587.217
Voor 1932 is daartoe onderscheidenlük toe
gestaan 374.155.406, ƒ300.252.000 en
73.903.406.
Derhalve wordt voor den gewonen dienst van
1933 méér aangevraagd 10.683.811.
Deze vermeerdering vindt in hoofdzaak haar
verklaring in de wüziglng en vergrooting der
gevestigde schuld.
De 6 pets, schuld, groot rond ƒ300 millloen,
te vervangen door In 1932 uitgegeven 500 mll-
lioen 4, 4, 4 en 5 pet. rentende schuld.
Hoewel eenerzüds door voortgezette amor
tisatie, zoowel als door conversie der 6 pets,
leenlngen, de rentelast der Staatsschuld werd
verlicht, heeft anderzüds de consolidatie van
ƒ200 millloen schuld een toeneming daarvan
ten gevolge gehad, zoodat wegens rente der ge-
vestlgde schuld 9 485386 méér wordt aan
gevraagd.
De toeneming der voor amortisatie geraamde
bedragen met 4.497.025 is veroorzaakt, naast
den aanwas met vrügevallen rente, doordat
voor 1933 voor de eerste maal gelden worsen
aangevraagd voor amortisatie der in 1932 uit
gegeven leenlngen.
Voor rente der kasvoorzieningen te daaren
tegen ƒ2.624.000 minder uitgetrokken.