Beulen
galgenmaaltijden
en
Robinson Schoenen
PAEDAGOGIE
RADIO-PROGRAM
HET DOODVONNIS
Mozes Menjou
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Het Lijk bij de
Mirteboomen
1
Vrouwenbrieven
HET. JACHT
AVONTUUR
DONDERDAG 29 SEPTEMBER
-
VERHAAL VAN
DEN DAG
Vrijdag 30 September
De laatste nacht
Het werk
Leerzame statistieken
am
Alle abonné’s
FEUILLETON
7
Vele ter dood veroordeelden
ontvangen gratie
Naluurl^jL loopl iede floll«an<lscl*« jongen op
van den beul
n F/
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I
N
Vooruit maar, vertel
r-
Ja.
dit-
In
V.
10.30 Gra-
aan
z.
(United Press)
2 20
J844,
«74.
ROME, 441 M. 9 05 Concert.
Kruissteek-dessins
(United Press)
(Ingezonden mededeeling)
1
i
gaf
een
t
1103
1930
1561
>788
5619
3183
1991
>381
>946
>874
1866
3344
3540
Wit
lalt
De belde reeksen zijn niet alleen op zichzelf,
maar ook in hun verhouding tot elkaar zeer
constant en dat in een tijdperk van bijna 100
jaar. Hieruit blijkt, hoe voorzichtig de Engel-
1850
1900
1911
1923
1925
1802'86
1907/11
1912/14
1919
1924
1925
27 waarvan voltrokken 11
30 7
23 .6
24 .3
25 3
volk, in welk»
en voltrokken
aangenomen, doordat men de spleten met bont
vult. Men gebruikt daarvoor natuurlijk alleen
plat bont, zooals hermelijn, blberet, e.d. en het
spreekt vanzelf, dat er een zekere harmonie
moet heerschen tusschen het bont van den hoed
en dat van den mantel. Fluweel en bont zijn
een jlste combinatie voor de wintermode.
HAMBURG, 372 M. 1.35 Gramofoonmuzlek
2.30 Idem 11.05 Concert uit Café „Wal
lenhof".
Kalundborg. 1153 M. 3.00 Instrumentaal
Ensemble 8.30 Deensche Romances 1105
Victor Fischer, piano.
7.15 „Lohengrin”, Ro-
drie bedrijven 11.30
Michael I Jagerslatijn 1” en dergelijke gezegden
kruisten elkaar.
En waarmee heb je den leeuw op de
vlucht gedreven!” vroeg de kleine rector, zich
in spanning voorover buigend, als vreesde hij
één woord te zullen verliezen. „Waarmee?"
„Met het portret van onzen jachtopziener!"
antwoordde de dokter, met den meesten ernst.
369
619
1078
1381
1663
1941
3347
3675
3954
3306
3587
3903
4391
4526
4932
5247
5605
5896
6053
6315
6490
6864
7293
7435
7703
7891
8193
8431
8774
8906
9103
9333
9730
9859
0133
0412
0891
1179
1383
1690
1939
3172
2478
3790
921
357
035
1715
1880
1890
1900
1910
1925
KÖNIGWUSTERHAUSEN, 16S5 M.
Gramofoonmuzlek 4.50 Concert.
BERLIJN, 419 M. 8.20 Gramofoonmuzlek
9.30 Concert.
MILAAN, 331 M. 7.20 Populaire muziek
8.50 Symphonleconcert o.I.v. Selvaggl.
PARIJS. Eiffel. 1446 M. Uit de opera
„Der Rosenkavaller”.
Concert door het
v Jean Kumpe
898
>350
1475
1376
1109
I7”9
>343
>338
1633
1357
LANGENBERG, 472 M. 12.20 Gramofoon
muzlek 1.20 Concert oJ.v. Wolf 5.20 Ves
perconcert o.I.v. Eysoldt 11.05 Concert o.I.v.
Wolf.
DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelrecltal
1.05 Concert 3.20 Gramofoonmuzlek 4.15
Concert 8.20 Promenadeconcert 10.35 Con
cert door het B B C.-orkest 11.20 „The Savoye
Hotel Orpheans”.
X»
133,
sche rechters *4>ü het vellen van hun vonnissen
zjjn. In Frankrijk is het aantal veroordeelin-
gen eveneens constant gebleven, doch het aan
tal terechtstellingen Is sterk achteruitgegaan.
Het aantal doodvonnissen bedroeg er In:
voor zijn voeten
vrouw met moeite
wortel gestruikeld,
vluchten
22 waarvan voltrokken 11
24 10
29 „15
23 .12
21 .15
En haar kamer is behangen
Met portretten van haar helden.
Maar dat die om hddr wat geven.
Och. dat zie je toch maar zelden.
En wanneer de droom voorbij is
En haar jeugd is uitgesponnen.
Dan begint ze.... waar ze beter
In haar jeugd mee was begonnen’
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
deugt niet voor
While uit, „de
te
76 waarvan voltrokken 15
37 „21
34 „20
89 „10
112 „23
85 33
dienstbode ontzet uit, toen de waard met zijn
gevangene binnenkwam.
En als de man nog eenigszlns getwijfeld had,
dan herkende hij haar thans aan den grooten
omslagdoek, waarin zü zich gehuld had. Men
bracht haar in de gelagkamer, en een aantal
dorpsbewoners kwam achter den stoet aan, om
de ..moordenares” zoo goed mogelijk te kunnen
zien. Een tweede gendarm belastte zich thans
met haar bewaking.
Doodsbleek, en zonder een woord te zeggem
zat de vrouw daar in een hoek gedoken, en hleH
het hoofd diep op de borst gezonken, onder de
blikken van al die menschen. die haar aanstaar-
den als een wild dier. Onder de aanwezigen be
vond zich een jonge, blonde man. met heldere,
scherpe oogen. die de gevangene met bijzondere
belangstelling gadesloeg, en nu en dan enkele
vragen tot den waard richtte, zoodra deze een
oogenblik je vrij had. Want de waard had nu han
den vol werk. Al die menschen wilen niet alleen
zien en hooren. maar ook drinken, en zoo*n on
verhoopte gelegenheid, om zaken te doen, moest
men natuurlijk niet ongebruikt laten voorbij
gaan.
De gendarm, die de gevangene bewaakte, had
den blonden heer eerbiedig gegroet, en waar hij
alle anderen nauwgezet op een afstand hield,
maakte hij voor hém een uitzondering en stond
stilzwijgend toe. dat de heer niet alleen dicht bij
de gevangene bleef, maar af en toe ook zachtjes
een vraag tot haar richtte. Doch de vrouw
scheen niets te hooren zij gaf althans geen
Genadige hemel, dat is een van die twee antwoord. Ten laatste wendde zij zich geheel
vrouwen, die daarstraks hier waren l riep de I van hem af. (Wordt vervolgd).
3033
3340
3503
3693
4133
4296
4582
4741
4956
5191
5520
15989
6168
6349
16483
16758
16997
17351
17433
17768
18036
18465
18719
18916
19114
19541
19907
>0057
30338
10435
10847
11359
11519
11763
13143
23336
13612
13809
13448
13811
13889
HUIZEN. 296 M. N.CJLV. 8.00 Schriftle
zing 8.15 Morgenconcert 10.30 Morgen
wijding door ds. J. van Veen 11.00 Concert
12.00 Politieberichten 1.00 Concert. 2.00
Rustpoos voor het verzorgen van den zender
2.30 vervolg Concert 3.30 Pianorecital 4.30
Gramofoonmuzlek 5 00 Botanisch halfuurtje
voor de jeugd 5.30 Halfuur voor jeugdige
amateur-fotografen, C. A. Deul: „Kleurenfoto
grafie" 6 00 H. J. Stelnvoort: „Een Kranten
hanger” 6.30 Bezoek van den Radlodokter
7.00 J. Herwig: „Mooie Dahlia's, zooals die
nu bloeien” 7.30 Politieberichten 7.45
Gramofoonmuzlek 8.00 De Haarlemsche Or-
kestvereenlging o.I.v. Frits Schuurman 10.30
„De Vroolljke Keuken”.
Ook is sport van haar een hobby
En dat laat ze dan ook blijken.
Want ze gaat zoo gaarne Zondags
Naar een voetbalwedstrijd kijken.
En dan is er steeds een speler.
Die haar droom en dus haar zwak is.
Want ze is. dat blijkt uit alles,
Toch ten slotte nog een bakvisch!
Hoed jes
De kleine tulbandachtige hoedjes met wijde
spleten waar men het haar ziet doorglanzen, zijn
met het nieuwe seizoen volstrekt niet ver
dwenen. Zü hebben veeleer een nieuwen vorm
BRUSSEL. 509 M. 5 2^
Omroepsymphonle Orkest o.l.
6.50 Gramofoonmuzlek 8 20 Concert door het
Radlo-orkest o.l.v. Franz André
mofoonmuzlek.
Lakgordels, kragen en manchetten met dessins
in kruissteken zijn ook voor den winter modem
en deze veroveren steeds meer terrein. DaarbM
draagt men vaak schoenen, die op de kap ge
lijke dessins vertoonen; ook voor den hoed
heeft men passende banden en voor den kleinen
hoed naar boven opgerolde randen. Ja zelfs de
handtaschjes dragen deze dessins. De mode
gaat zelfs zoo vèr, dat men de dessins ook op
avondmantels, capes en avondhandschoenen
zien kan.
slechts enkele
oogenblikken. De valbijl is aan den breeden
kant met kwik gevuld om des te krachtiger
neer te vallen. De beul heeft twee helpers tot
zijn beschikking. Deze menschen hebben allen
een ander beroep, want de beul ontvangt be
halve een kleine vaste toelage, voor elke te
rechtstelling 60 Mark, benevens reisgeld, terwijl
de beulsknechten elk niet meer dan 50 Mark
krijgen. Daarvan kan men natuurlijk niet
leven; Gröpler, de Pruisische beul, heeft te
Maagdenburg een wasscherij, terwijl de Bres-
lausche beul Schwletz bijv, een restaurant be
heerde.
In Berlijn zelf zijn in geen jaren meer dood
vonnissen voltrokken. Het kleine kerkhof, waar
op de ter dood veroordeelden begraven liggen,
bij de gevangenis te Plötzensee, ligt verwilderd
en verlaten. Men vindt er geen zerken, zelfs
geen grafheuvels Niets doet den onwetende
vermoeden, dat hier menschen begraven lig
gen. die dit met elkaar gemeen hebben, dat zij
de verschrikkingen van den laatsten nacht,
van het wachten op den dood, hebben door
gemaakt tot het bittere einde.
theetuin staan op elkaar in de achterkamer. De
kellners zijn ontslagen, en de zaak wordt nog
slechts gedreven door den herbergier, met zijn
vrouw en een dienstbode.
Het is tegen den avond, en de lamp in de
gelagkamer brandt reeds. Aan de groote hoek-
tafel zit de waard met een paar vrienden te
kaarten. De dienstbode spoelt glazen om aan
het buffet, en werpt nu en dan een nieuwsgie
rigen blik op de twee vrouwelijke gasten, die
bescheiden In den verlaten hoek van de zaal
voor een kopje koffie zitten. In een groote om
slagdoek gehuld maken zjj den indruk van
vrouwen uit het volk. De eene Is jong en knap,
de andere is klein en heeft een bochel, en ziet
er uit als een door de zon verbrande zigeune
rin. Ze zitten dicht bij elkaar, fluisteren zacht
jes, en werpen nu en dan ongeduldige blikken
op de koekoekklok, die aan den muur tegen
over haar hangt. Iets In haar gedragingen
brengt het meisje er toe, om telkens weer naar
die twee te kijken, hoewel ze haar koffie da
delijk betaald hebben en er overigens ook heel
fatsoenlijk uitzien. Zü weet zelf niet waarom,
maar ze vindt die belde vrouwen verdacht. Ze
zijn niet uit de buurt, dat is zeker.
Thans slaat het vijf uur. Op hetzelfde oogen
blik staan de bezoeksters op. en verlaten de
zaal, met een korten groet. Niemand bekom
mert zich verder om haar, en een tijdlang hoort
men In de gelagkamer slechts de korte opmer
kingen van de spelers, en het neergooien van
de kaarten.
Maar eensklaps krimpen zij allemaal ineen,
en kijken elkaar verschrikt aan. Van daarbui-
In Dultschland bestaat nog altijd het mlddel-
eeuwsch gebruik van den galgenmaaltijd. Wat
het eten en de bezoeken gedurende de laatste
dagen van zijn leven betreft, worden de wen-
schen van den ter dood veroordeelde binnen
zeer ruime grenzen vervuld. Doch langzamer
hand heeft er zich ook met betrekking tot het
galgenmaal een zekere ritus gevormd; bijna
altijd bestaat het uit biefstuk (anders wordt
aan gevangenen alleen gekookt vleesch ver
strekt) en een halve flesch wijn; verder krijgt
de veroordeelde sigaren of sigaretten en op den
morgen van de terechtstelling een kop zeer
sterke koffie.
ten was een luide, schrille kreet van een vrouw
doorgedrongen, en onmiddellük daarop het
Spreek edp meisje niet van poppen.
Daar, een pop te ouderwetsch is.
Geef haar ook geen prentenboekje,*
Daar het bijschrift toch maar klets is.
Leer haar ook niet de beginsels
Van ‘t eenvoudige borduren.
En je hoeft haar op verjaardag
Heusch geen speelgoed meer te stu
ren!
Want ze zijn al gauw volwassen,
Zonder dat zij daarbij oud zijn.
Waaruit volgt, dat zij natuurlijk
Ook met alles reeds vertrouwd zjjn.
En hun helden zijn de sterren,
Die de filmen projecteeren.
Zij behoeven van het leven
't A B C niet meer te leeren!
(Vrij naar het Duitsch)
Het merkwaardigste van de Duitsche sta
tistieken is. dat in de jaren na den oorlog,
tf>en de actie tegen de doodstraf het krach
tigst Was. veel meer doodvonnissen zijn uitge
sproken dan voor den oorlog, maar ook veel
vaker gratie is verleend, In welke gevallen het
doodvonnis veranderd werd In levenslange
tuchthuisstraf. Het aantal gevelde doodvon
nissen bedroeg in:
Adolphe Menjou. wiens ulterlljk het midden
houdt tusschen dat van een Franschen ober-
kellncr en dat van een Franschen cocaïne
smokkelaar, moge al niet door iedereen als een
groot filmacteur worden bewonderd, in ieder
geval gaat hij door voor een der meest chic ge-
kleede mannen der wereld. Als zoodanig steekt
hij'-zelfs den Prins van Wales naar de vorste
lijke kroon. Op den valreep van de boot, waar
mee hip naaf Europa reist, dicteerde hjj van
uit de hoogte de volgende zeven geboden voor
den man, die zich met smaak wenscht te klee-
den.
L Alleen wanneer men geen Jas draagt, mag
men een buikriem dragen inplaats van bretels
Want pantalons vallen beter, wanneer zij door
middel van bretels dan van een gordel op de
jtiistè hoogte worden gehouden.
n. Schoenen elschen de grootste zorg, want
Hoe de ter dood veroordeelden hun laatsten
nacht doorbrengen, wordt altijd In het proces
verbaal van de terechtstelling vermeld. Het Is
ontstellend, hoe weinig variatie er in te vinden
is. „De delinquent heeft den geheelen nacht
onrustig op en neer geloopen.” „De veroordeelde
heeft urenlang geweend en is toen in een zeer
onrustlgen slaap gevallen." „De delinquent ver
langde hardnekkig papier en schrijfgerei om
nog een laatste verzoek om gratie te schrijven.”
Deze laatste uren moeten ontzettend zijn. Die
man tusachen.de vier wanden van zijn cel weet,
dat op de binnenplaats van de gevangenis de
gevreesde guillotine reeds wordt opgesteld, dat
de beul al onderweg is, dat er geen ontkomen
meer mogelijk is. HU weet, dat het zUn laatste
nacht is. zün laatste morgen, zjjn laatste uur.
Alleen een Dante zou misschien kunnen be
schrijven, wat er in die uren omgaat in een
mensch, die door de wet in haar volle zwaarte
wordt getroffen.
Beddedekens, voorzien van een reuze-
monogram, dat de geheele oppervlakte van de
deken vult, mogen zich op het oogenblik in
een bijzondere sympathie verheugen. Men ziet
echter ook dekens, die den vollen naam van
den bezitter dragen, eveneens in reusachtige let
ters geborduurd. En om het geval heeiemaal
belachelUk te maken, heeft men nog een nieuwe
vinding gedaan, hierin bestaande, dat men
de"hand‘eekening van den eigenaar op de dekens
borduurt.
De herberg „De Drie Mirteboomen” ligt ta
melijk eenzaam aan den landweg, ongeveer een
uur van Weenen af. De voorkant ziet er Iet
wat somber uit. want dadelijk aan den over
kant van den weg begint een bosch met niet
anders dan hooge boomen. Achter het huls ligt
een kleine theetuin, waar het op mooie zomer-
sche dagen wemelt van bezoekers. Verderop
ligt dan het dorp, dat met de groote stad door
omnibussen verbonden is. £>es zomers is het *n
gewilde plaats voor uitstapjes, doch thans, in
den laten herfst is het bijzonder stil. Ook de
villa’s, die hier en daar verspreid in het dal
staan, zijn wegens het vergevorderde seizoen,
reeds verlaten.
In Drie Mirteboomen" ie bet wintersei
zoen al begonnen. Stoelen en tafels van den
„En? Ga door! Wat gebeurde er verder?”
riepen de in spanning luisterende vrienden,
toen de dokter even zweeg om op adem te
komen.
„Toen, heeren, woelden m'n handen mecha
nisch in de zijzakken van m'n jas, m'n vin
gers grepen iets, ik haalde het er uit en bekeek
het. Met één sprong was ik vlak voor den leeuw
en hield het het dier voorHet keek er
naar, één oogenblik slechts, en week toen snel
achterulj. keerde zich om en verliet met ge.
bogen kop en over den grond slependen staart,
de spelonk. Toen verloor ik mün bewustzijn!”
Robbie en Topsy waren met Freddy
Vrijdag en Willie Woensdag uit ge
weest om bananen te plukken. Willie
vroeg om op den terugweg op de gi
raffe te mogen rijden, maar de zee
man wou er niets van weten.
„Neen, je bent te lui,” zei h«. „Ed
win moet de bananen dragen, zoodat
ik op de giraffe zal gaan zitten om
er voor te zorgen, dat het fruit er
niet afvalt.”
Willie mopperde, toen hü dat hoor
de, maar toen Freddy hem een klei
nen palmstronk gaf om dezen als pa
rasol tegen de zon te gebruiken, werd
hü prettiger gestemd.
„Kom hier, kinderen,” lachte bij
„kom onder deze paraplu dat zal
ons goed doen en koel houden.”
Na een tüdje begon de arme Willie
het zeer warm te krUgen. HU haalde
Het kleine heerengezelachap zat laat In dan
avond op het terras voor de uitspanning, en
luisterde met gespannen aandacht naar het
einde van 't verhaal, dat de gepenslonneerde
jachtopziener Michael ten beste gaf:
i
En dan is het zoo ver. De cipier komt binnen
met den verdediger van den veroordeelde, den
directeur der gevangenis en een geestelUke.
„Gaat u meel” Nog eenmaal laait de wanhoop
op, nog eenmaal een wilde uitbarsting van ont
zetting en dan gaat de kleine stoet stil over de
trappen en gangen naar de binnenplaats der
gevangenis.
Volgens de Duitsche strafwet mag niemand
van buitenaf bü de terechtstelling aanwezig
zijn; er is zelfs precies voorgeschreven, wie er
bU moeten zUn: een vertegenwoordiger der re-
geering. een beambte van de gevangenis, de
ambtenaar, die het proces-verbaal moet op
maken. de verdediger van den veroordeelde, een
geestelUke en twee getuigen van goeden naam
als vertegenwoordigers van het
naam het vonnis uitgesproken
wordt.
De terechtstelling zelf duurt
scherpe knallen van een schot.
Genadige hemel! riep de dienstbode. Daar
wordt een vrouw vermoord!
De herbergier kwam bleek van schrik uit de
keuken snellen.
Om Godswil, wat was dat? Er zal toch
geen moord en doodslag zUn, daarginds!
Het volgende oogenblik was alles de herberg
uit, en trachtte men zich In de schemering te
oriénteeren.
Het was achter in den tuin, schreeuwde de
herbergiersvrouw.
Maar de anderen beweerden:
Neen, aan den overkant van den weg, in
het bosch.
De spitshond van den herbergier gaf den
doorslag. Als een pul uit den boog was hü van
de voordeur, de straat over, naar den rand van
het bosch gevlogen, en stiet nu aldaar een luid
gehuil uit.
De herbergier was de eerste, die bü hem
kwam. In het onzekere licht, dat de juist op
komende maan verspreidde, zag hü zijn hond
rondsnuffelen bü een gedaante, die op den
/rond lag.
Daar ligt iemand breng Ucht hier! be
val hü.
Dan bleef hü staan luisteren in de richting
van het bosch, vanwaar uit hü het kraken van
brekende takken meende te hooren. alsof
iemand zich daar haastig uit de voeten maak
te. Hü boog zich voorover naar den hond.
gewonden, en ging het dier achterna, dat zich
bliksemsnel in de richting van het bosch
wendde.
Twee van zün vrienden gingen met hemmee,
terwül de anderen deels bü den verslagene
bleven, deels naar het dorp snelden, om de zaak
aan te geven. De herbergier kende in het bosch
den weg, als in zün zak hU had niet voor
niets al twaalf jaar ter plaatse gewoond. Maar
ook de moordenaar moest net terrein goed
kennen, want hü hield recht op de z.g. Wolfs-
groeve aan, vanwaar een gemakkelüke weg naar
Weidllngbach voerde. Men kon het gedruisch
van zün sprongachtige voetstappen heel duide-
lük hooren, en achter hem het hügen van den
hond.
We krijgen hem, riep de waard zün ka
meraden onder het loopen toe. Die hond laat
zich niet van de wüs brengen.
Plotseling hoorde men een luid kraken,
val, en daarna hoog opgewonden stemmen
Het zün er twee. Vooruit. Ze schünenniet
verder te kunnen. Ze zün gevallen. Gauw.
De vervolgers waren geheel bulten adem.
Toen bleef de waard opeens staan.
Daar zün ze. Goede hemel!
verbüsterd, dat Is waarachtig,
vrouw!
Tnderdaad richtte zich/v^ak
de bevende gestalte van.Wn v
I overeind. Zü was over isén w
Zoek, spits! Zoeken zoeken, riep hü op-|en begreep, da» verdere poging tot
„Dat is waar ook. dokterriep de kleine rector
van 't gymnasium over het tafeltje heen naar
den reeds bejaarden beer, die daareven ge
sproken had „U bent ons als oude Nimrod en
ervaren wereldreiziger nog altüd een interes
sante jachtgeschiedenls sthuldig.”
„U zegt maar heeiemaal niets, dokter!”
Met deze woorden wendde apotheker Stün zich
tot een der heeren. die, In een hoekje gezeten
van de bü het tafeltje staande bank, opmerk
zaam naar 't verhaal van den jachtopziener
had geluisterd.
.Ja. wat moet ik er op zeggen? Ik kan al
niet veel anders dan de tegenwoordigheid van
geest en de koene vastberadenheid van Michael
wonderen.”
„Neen!" riep hü, toen hü zag, dat de dokter
een afwerend gebaar maakte, „neen, ditmaal
ontkomt u er niet aan. Vooruit maar, vertel
op.”
De rector kreeg nu büval van de andere
heeren. Eindelük gaf de dokter toe.
BEROMUNSTER.'460 M. 8 50 Concert door
het Omroeporkest, !-*- 9.05 Vocaal en instru
mentaal concert.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
PARIJS R 1725 M. 8.06 Gramofoonmuzlek
12.50 Idem 1.55 Gramofoonmuzlek 7.20
Gramofoonmuzlek 9.50 Gramofoonmuzlek.
zei hü dan
dat is een
.Hou,” lachte hü. „als ik JuUle er zoo'n
groot plezier mee doe. dan zal ik jullie ver-
tellen wat me eens in Afrika is overkomen
Vooraf wil ik er echter aan herinneren, dat
het was op m'n reis, die ik direct na het vüf
en twintig jarig jubileum van onzen vriend den
jachtopziener maakte, bü welke gelegenheid,
ooa'.s Jullie weten, hü ons zoo n mooie foto van
hem zelf cadeau gaf.”
„Ja, ja!" riepen de vrienden vroolük, omdat
het hun gelukt was eindelük den dokter eens
aan *t praten te krügen, „jat ja, dat herlnne
ren we ons nog heel goed.”
De doker nam een fikschen slok bier uit
z’n g'as en begon:
.M'n lang onderdrukt verlangen, eens jacht
te kunnen maken op den „münheer met het
groote hoofd”, sooals de Arabieren den leeuw
noemen, moest noodzakelük eens bevredigd
worden. Van Algiers komend, bereikte ik na
een marsch van verscheidene dagen het ge
vreesde land der Toearegs en van Beni-Absab,
het vaderland van den Berberschen leeuw. Toe
vallig was het mü jaren geleden gelukt, vriend,
schap te sluiten met den Sjeik Ben-Ibrahlm.
die me nu ook weer gastvrij ontving. Dagen
gingen echter voorbU. zonder dat er een leeuw
gesignaleerd werd. Wel Hoorde ik af en toe
des nachts op de uren als de maan scheen In
de verte het gebrul van den „heer van den
donder". Op zekeren morgen kwamen er her
ders. die ons méldden dat een leeuw des nachts
een schaap van hun kudde had geroofd.
Ben pirahlm was naar een ver verwUderden
stam gereden. Ik nam mün geweer op en riep
Hassan, den zoon van den sjeik. Samen trok
ken we er op uit en zwierven uren lang rond
zonder den leeuw te zien; zonder zelfs een
spoor van hem te ontdekken De zon brandde
fel en we leden een vreeselüken> dorst. Wat
mü dreef, om na eenlgen tijd een eigenaardige
rotsformatie van nabij te willen onderzoeken,
weet ik niet. Ik legde m'n geweer, dat me
bü het onderzoek der rots slechts kon hinderen,
neer; een kleine omweg bracht me uit het ge
zicht van m'n metgezel Ik bevond me juist in
een zakvormige spelonk, toen een onaangenaam
gevoel mü drong het hoofd om te keeren. te-
gelUkertüd dreef de wind den doordringenden
geur van een roofdier naar mü toe. Ongeveer
tien meter voor me. bü den ingang van de
spelonk, stond een groote leeuw, een pracht-
dier, dat mü strak aankeefc. Het was ongeveer
een meter hoog en om zün machtigen kop
golfden zwart bruine manen. Als aan den
grond genageld bleef Ik staan. Toen herkreeg
ik mün tegenwoordlgdigheid van geest, en be-
gon in mün gedachte koortsachtig te zoeken
naar een middel tot redding. Ik strompelde
achteruit zonder den mü nog steeds doordrin
gend aankükenden leeuw uit het oog te ver
liezen Maar m'n eerste beweging scheen het
geduchte dier reeds te prikkelen. Op z'n dik-
bezoo’de poolen gleed hü onhoorbaar nader
toeno. vreeselük oogenblik raakte m'n
achteruit tastende hand iets aan; ik zat in de
val Achter mü rees de büna loodrechte wand
van den spelonk, links en rechts van mü ver.
hieven zich eveneens rotsenen voor mü
sloop het vreeselüke roofdier steeds nader. En
geen wapen! De staart van den leeuw zwiepte
met krachtige slagen over den grond, het
lange, lenige kattenUchaam kronkelde zich,
gereed voor den sprong. Radeloos keek Ik rond;
het zweet parelde In groote druppels op mün
voorhoofd
In Dultschland stonden In rustige tüden de
voor- en tegenstanders van de doodstraf fel
tegenover elkaar. Beter'gezegdde tegenstan
ders waren van meening, dat de doodstraf wel
uitgesproken, maar nimmer voltrokken be
hoorde te worden, of alleen In een zeer bü-
zonder geval. Doch thans is het in Dultsch-
land niet meer rustig. Het aantal moorden is
gestegen tot een peil, dat In lang niet meer
bereikt is. Over de oorzaken van dit verachün-
sel zullen wü het thans niet hebben, maar al
leen over de gevolgen. Het is thans zoo gewor
den. dat de menschen zorgen genoeg hebben,
zonder dat zü zich het hoofd breken over het
leven en den dood van een misdadiger. Boven
dien voe^t then in tüden als deze de doodstraf
aan als een onmisbaar middel om de rustige
bevolking althans eenlgermate te beschermen.
Vrees en afgrijzen vormen toch altüd nog wel
een kleine rem voor de misdadigers, die een
voorgenomen moord ongetwüfeld zonder de
minste gewetenswroeging zouden uitvoeren,
wanneer zü al van tevoren wisten, dat een
eventueel uitgesproken doodvonnis toch niet
zou worden voltrokken. En als het weer eens
rustiger in het land wordt? Dan zal men weer
hooren pleiten voor afschaffing van de dood
straf, doch daar zün we nog Ikng niet aan
toe. Op het oogenblik zal niemand in dit zwaar
geteisterd land ontkennen, dat de qulllotlne.
waarmee de doodvonnissen In Dultschland
worden geveld, en de oude beul Gröpler te
Maagdenburg nog reden van bestaan hebben
Als de teekenen niet bedriegen, zullen zü den
eerstvolgendea tüd zelfs veel te doen krijgen..
WARSCHAU, 1411 M- 5 20 Populair con
cert 6.40 Dansmuziek 8.35 Concert door
het PhUharmonleorkest van Warschau 11.10
Dansmuziek.
WEENEN, 517 M. -
mantische opera in
Concert.
op dit blad riJn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bij een ongeval met f OCfl bU verlies van een band f 1 oü verlies van een f CO bü een breuk van f Afl b(J verlies van 'n
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen s «/(/(/(Zetverlies van beide armen, belde beenen of belde oogen r «J(/„* doodeiuken afloop ^«/l/»" een voet ot een oog of wyavlnger «J(/e"bësn of arm/ anderen vinger
Bü de laatste Parijsche modesnufjes zien
we dat uit paddestoelen en planten slerlüke
modellen vervaardigd worden, vol van nieuwe
bekoring.
Zoo vraagt de nieuwste modegril als tooi voor
hoedjes een klein paddestoeltje, dit wordt aan
gebracht boven het voorhoofd in het midden
van den hoed. Het merkwaardigs'e is, dat het
ditmaal geen namaak-paddestoelen zün
Men gebruikt heel kleine paddestoelen,
welke verschillende behandelingen ondergaan
waarna ze in alle kleuren van den regenboog
geverfd worden, zoodat ze bü eiken hoed en
elke stof passen.
Een dergeiüke nieuwigheid zün ook kunst
bloemen, vervaardigd uit echte planten. Van de
schors van verschillende boomen wordt een
bepaalde moslaag gebruikt waaruit men de
meest fantastische bloemen snüden kan
Kunstbloemen spelen in de mode, vooral des
avonds, een groote rol. Het allernieuwste op
dit gebied is een avondkleed te versieren met
een enkele roos of andere bloem, welke reusach
tige afmetingen aanneemt.
De bloem wordt van voren of op den rug zoo
laag mogelük bevestigd en dient bovendien
nog om avond-capes of kleine avond-mantels
van voren te sluiten.
HILVERSUM, 1875 M. V-A.R.A. 6.45 Li
chaamsoefeningen. o.l.v. G. Kleerekoper 7.30
Idem 8 00 Gramofoonmuzlek 9 00 Trio
Willem Drukker V.P.R.O.: Morgenwüding'
V.A.R.A. 10.15 Voordracht door Karei RUken.
Fragment uit ..De mensch is goed”, Leonard
Frank 10 30 Trio 11.00 Kwartiertje voor
den Bond van Sociaal Democratische Vrouwen
clubs in Nederland 11.15 Trio.
A.V.R.O. 12.00 Tüdsein en lunchconcert door
het Avro Kleinorkest o.l.v. Nico Treep, tus-
schenspel van Gramofoonmuzlek 2.00 Gra-
mofoonmuziek 2.30 Avro Kamerorkest o.l.v.
Louis Schmidt, tusschenspel Gramofoonmuzlek.
V.A.R.A.: 4.00 Tüdsein en Gramofoonmuzlek
5 00 Varaorkest o.l.v. Hugo de Groot 5 45
Gramofoonmuzlek 6.00 Orgelspel door Jo
han Jong 6.00 mevr. A. Hueuff„dw. Bella
my's nieuwe Wereldorde 7.00 Varaorkest
o.l.v. Hugo de Groot.
V.P.R.O.: 8 00 Catechisatie 8.30 Concert t-
9.00 Cursus 10.00 Persberichten van het
Vrüz. Godsdienstig Persbureau 10 05 Pers
berichten van het Persbureau Vaz Dlas 10.15
Fragmenten en verhalen 10.45 Gramofoon
muzlek.
V.A.R.A.11.00 Gramofoonmuzlek.
Het percentage doodvonnissen, dat ook vol
trokken werd, was voor den oorlog ook veel
grootêr dan den eersten tüd daarna; men was
toen van meening, dat een eenmaal uitge
sproken doodvonnis als regel moest worden
uitgevoerd, wat dan ook in meer dan de helft
der gevallen geschiedde De laatste weken is
men mln of meer tot dit standpunt terug
gekeerd cm een andere reden; het hooghou
den van het staatsgezag.
In Engeland ziet de statistiek er heel anders
uit. Zelfs na tientallen jaren zün de schom
melingen onbeduidend, zoowel wat het aantal
doodvonnissen als wat het aantal terechtstel-
Jlngen betreft. Het aanal doodvonnissen bedroeg
daar te lande in:
een grooten doek uit zün zak om zün
gezicht en zün hals af te drogen.
„Op mün woord, is het hier nie>
warm?” riep hü uit.
„Ja, het is warm,” stemde Topsy toe
„en het lükt wel, of het steeds warmei
wordt."
„Deze palmboom
zonnescherm," riep
hitte schünt er dwars doorheen
gaan.”
Toen hoorden ze Freddy achter hen
luidkeels lachen.
„Er valt hier niets te lachen." zet
Willie.
„Ja, wel degelijk,” zei de zeeman
^Edwin heeft al de bladen van je
zonnescherm opgegeten, wodat het
geen wonder is, dat de zon er door
heen schünt.”
(Morgenavond vervolg)
„En op dit oogenblik, waarop het gevaar
mü het meest bedreigde, kwam het vliegtuig
nader; de touwladder raakte me aan: haar te
grüpen. mü er aan vast te klemmen en op het
zelfde oogenblik het reeds tot een lus gemaakte
touw over den kop van den beer te werpen,
was het werk van een oogenblik. Ik voelde een
hevlgen, pünlüken ruken reeds suisden we
samen hangend aan de touwladder en het
touw, door de lucht Een dergeiüke sensatie had
ik in mün lange jagersleven nog nooit onder,
vonden. De wrakkere piloot, die direct den
toestand begreep, koerste, laag vliegend, op de
dichtst büzünde stad toe, die we reeds na een
klein uur bereikten. Daar koos hü z’n weg naar
den dierentuin, en toen de open berenkuil In
t zicht kwam, zette hü z'n motor af en zweefde
er met een elegants glüvlucht heen. Ik spande
al m'n zintuigen in en op het gun
stige oogenblik sneed ikhet touw door....
mijn beer maakte een salto mortale en be
landde toen, wel verschrikt, maar behouden,
in den berenkuil. Op die manier ving ik m'n
eersten levenden beer. Proost, heeren!”
't
De verteller leunde, diep adenjhalend. achter,
over in z'n stoel. Hü deed een paar stevige
trekken aan z'n PÜP en luisterde glimlachend
naar de uitroepen van z'n vrienden.
„OngeloofelükFabelachtig! Nou
doelloos was. Maar ze was niet alleen, en ter
wül de waard zyn hand naar haar uitstrekte,
liep de andere een vrouw met een bochel
snel als de wind verder.
Een oogenblik bleven de drie mannen ver
bluft staan. VrouwenI Zóó hadden zü zich de
zaak niet voorgesteld. Dan riep de waard:
Vooruit, jullie, laat de bochel niet ont
snappen! Ik breng alvast deze jongedame in de
wacht.
De beide mannen snelden verder in de rich
ting, die de „bochel” had Ingeslagen. Doch de
waard greep de jonge vrouw stevig bü den pols,
en trok haar met zich mee.
—Zoo, loop ju nu maar eens met mü mee,
dan zullen we wel hooren. wie je bent, en wat
je daarginds hebt uitgehaald, zei hü grimmig.
De vrouw beefde over haar geheele lichaam.
Laat me in 's hemelsnaam los, smeekte zü-
Ik heb niets gedaan. Hü heeft zichzelf....
Oho. maak dat de politie maar wüs. Als
die het gelooft, vind Ik het óók goed.
En zonder verder op haar smeeken en haar
betuigingen van onschuld acht te slaan, sleurde
hü haar met zich mee naar de herberg.
Déér had zich intusschen uit hqt dorp een
menschsnmenigte verzameld, en wachtte opge
wonden op de dingen, die kflmen zouden. De
verslagene lag nog altüd aan den rand van het
bosch. Men had niets aan zün ligging veranderd,
en een gendarm hield naast hem de wacht, tot
het telefonisch ontboden parket uit de stad zou
ankomen.
de man wordt naar zün schoenen beoordeeld.
Scheeve hakken zün eenvoudig onduldbaar.
III. De hoed moet schoon en goed in den
vorm zün. De indruk van het fraaiste costume
wordt door een leelüken ouden hoed geheel be
dorven.
IV. In mouwen mag geen plooi worden ge
streken.
Nagels moeten keurig verzorgd en
ieder geval schoon zün.
VI. Ook In een korte sportbroek behoort
geen plooi te zitten.
VII. Nooit en nergens mag men zich onge
schoren vertoonen, ook niet in de woonkamers
van zün eigen huls.
Deze geboden van den mode-Mozes be
vestigen de juistheid van zün tweede gebod.
Het moet voor Menjou prettiger zün naar zün
schoenen dan naar zün hersens beoordeeld te
worden.