Beulen galgenmaaltijden en Robinson Schoenen PAEDAGOGIE RADIO-PROGRAM HET DOODVONNIS Mozes Menjou ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Het Lijk bij de Mirteboomen 1 Vrouwenbrieven HET. JACHT AVONTUUR DONDERDAG 29 SEPTEMBER - VERHAAL VAN DEN DAG Vrijdag 30 September De laatste nacht Het werk Leerzame statistieken am Alle abonné’s FEUILLETON 7 Vele ter dood veroordeelden ontvangen gratie Naluurl^jL loopl iede floll«an<lscl*« jongen op van den beul n F/ AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I N Vooruit maar, vertel r- Ja. dit- In V. 10.30 Gra- aan z. (United Press) 2 20 J844, «74. ROME, 441 M. 9 05 Concert. Kruissteek-dessins (United Press) (Ingezonden mededeeling) 1 i gaf een t 1103 1930 1561 >788 5619 3183 1991 >381 >946 >874 1866 3344 3540 Wit lalt De belde reeksen zijn niet alleen op zichzelf, maar ook in hun verhouding tot elkaar zeer constant en dat in een tijdperk van bijna 100 jaar. Hieruit blijkt, hoe voorzichtig de Engel- 1850 1900 1911 1923 1925 1802'86 1907/11 1912/14 1919 1924 1925 27 waarvan voltrokken 11 30 7 23 .6 24 .3 25 3 volk, in welk» en voltrokken aangenomen, doordat men de spleten met bont vult. Men gebruikt daarvoor natuurlijk alleen plat bont, zooals hermelijn, blberet, e.d. en het spreekt vanzelf, dat er een zekere harmonie moet heerschen tusschen het bont van den hoed en dat van den mantel. Fluweel en bont zijn een jlste combinatie voor de wintermode. HAMBURG, 372 M. 1.35 Gramofoonmuzlek 2.30 Idem 11.05 Concert uit Café „Wal lenhof". Kalundborg. 1153 M. 3.00 Instrumentaal Ensemble 8.30 Deensche Romances 1105 Victor Fischer, piano. 7.15 „Lohengrin”, Ro- drie bedrijven 11.30 Michael I Jagerslatijn 1” en dergelijke gezegden kruisten elkaar. En waarmee heb je den leeuw op de vlucht gedreven!” vroeg de kleine rector, zich in spanning voorover buigend, als vreesde hij één woord te zullen verliezen. „Waarmee?" „Met het portret van onzen jachtopziener!" antwoordde de dokter, met den meesten ernst. 369 619 1078 1381 1663 1941 3347 3675 3954 3306 3587 3903 4391 4526 4932 5247 5605 5896 6053 6315 6490 6864 7293 7435 7703 7891 8193 8431 8774 8906 9103 9333 9730 9859 0133 0412 0891 1179 1383 1690 1939 3172 2478 3790 921 357 035 1715 1880 1890 1900 1910 1925 KÖNIGWUSTERHAUSEN, 16S5 M. Gramofoonmuzlek 4.50 Concert. BERLIJN, 419 M. 8.20 Gramofoonmuzlek 9.30 Concert. MILAAN, 331 M. 7.20 Populaire muziek 8.50 Symphonleconcert o.I.v. Selvaggl. PARIJS. Eiffel. 1446 M. Uit de opera „Der Rosenkavaller”. Concert door het v Jean Kumpe 898 >350 1475 1376 1109 I7”9 >343 >338 1633 1357 LANGENBERG, 472 M. 12.20 Gramofoon muzlek 1.20 Concert oJ.v. Wolf 5.20 Ves perconcert o.I.v. Eysoldt 11.05 Concert o.I.v. Wolf. DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelrecltal 1.05 Concert 3.20 Gramofoonmuzlek 4.15 Concert 8.20 Promenadeconcert 10.35 Con cert door het B B C.-orkest 11.20 „The Savoye Hotel Orpheans”. X» 133, sche rechters *4>ü het vellen van hun vonnissen zjjn. In Frankrijk is het aantal veroordeelin- gen eveneens constant gebleven, doch het aan tal terechtstellingen Is sterk achteruitgegaan. Het aantal doodvonnissen bedroeg er In: voor zijn voeten vrouw met moeite wortel gestruikeld, vluchten 22 waarvan voltrokken 11 24 10 29 „15 23 .12 21 .15 En haar kamer is behangen Met portretten van haar helden. Maar dat die om hddr wat geven. Och. dat zie je toch maar zelden. En wanneer de droom voorbij is En haar jeugd is uitgesponnen. Dan begint ze.... waar ze beter In haar jeugd mee was begonnen’ MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) deugt niet voor While uit, „de te 76 waarvan voltrokken 15 37 „21 34 „20 89 „10 112 „23 85 33 dienstbode ontzet uit, toen de waard met zijn gevangene binnenkwam. En als de man nog eenigszlns getwijfeld had, dan herkende hij haar thans aan den grooten omslagdoek, waarin zü zich gehuld had. Men bracht haar in de gelagkamer, en een aantal dorpsbewoners kwam achter den stoet aan, om de ..moordenares” zoo goed mogelijk te kunnen zien. Een tweede gendarm belastte zich thans met haar bewaking. Doodsbleek, en zonder een woord te zeggem zat de vrouw daar in een hoek gedoken, en hleH het hoofd diep op de borst gezonken, onder de blikken van al die menschen. die haar aanstaar- den als een wild dier. Onder de aanwezigen be vond zich een jonge, blonde man. met heldere, scherpe oogen. die de gevangene met bijzondere belangstelling gadesloeg, en nu en dan enkele vragen tot den waard richtte, zoodra deze een oogenblik je vrij had. Want de waard had nu han den vol werk. Al die menschen wilen niet alleen zien en hooren. maar ook drinken, en zoo*n on verhoopte gelegenheid, om zaken te doen, moest men natuurlijk niet ongebruikt laten voorbij gaan. De gendarm, die de gevangene bewaakte, had den blonden heer eerbiedig gegroet, en waar hij alle anderen nauwgezet op een afstand hield, maakte hij voor hém een uitzondering en stond stilzwijgend toe. dat de heer niet alleen dicht bij de gevangene bleef, maar af en toe ook zachtjes een vraag tot haar richtte. Doch de vrouw scheen niets te hooren zij gaf althans geen Genadige hemel, dat is een van die twee antwoord. Ten laatste wendde zij zich geheel vrouwen, die daarstraks hier waren l riep de I van hem af. (Wordt vervolgd). 3033 3340 3503 3693 4133 4296 4582 4741 4956 5191 5520 15989 6168 6349 16483 16758 16997 17351 17433 17768 18036 18465 18719 18916 19114 19541 19907 >0057 30338 10435 10847 11359 11519 11763 13143 23336 13612 13809 13448 13811 13889 HUIZEN. 296 M. N.CJLV. 8.00 Schriftle zing 8.15 Morgenconcert 10.30 Morgen wijding door ds. J. van Veen 11.00 Concert 12.00 Politieberichten 1.00 Concert. 2.00 Rustpoos voor het verzorgen van den zender 2.30 vervolg Concert 3.30 Pianorecital 4.30 Gramofoonmuzlek 5 00 Botanisch halfuurtje voor de jeugd 5.30 Halfuur voor jeugdige amateur-fotografen, C. A. Deul: „Kleurenfoto grafie" 6 00 H. J. Stelnvoort: „Een Kranten hanger” 6.30 Bezoek van den Radlodokter 7.00 J. Herwig: „Mooie Dahlia's, zooals die nu bloeien” 7.30 Politieberichten 7.45 Gramofoonmuzlek 8.00 De Haarlemsche Or- kestvereenlging o.I.v. Frits Schuurman 10.30 „De Vroolljke Keuken”. Ook is sport van haar een hobby En dat laat ze dan ook blijken. Want ze gaat zoo gaarne Zondags Naar een voetbalwedstrijd kijken. En dan is er steeds een speler. Die haar droom en dus haar zwak is. Want ze is. dat blijkt uit alles, Toch ten slotte nog een bakvisch! Hoed jes De kleine tulbandachtige hoedjes met wijde spleten waar men het haar ziet doorglanzen, zijn met het nieuwe seizoen volstrekt niet ver dwenen. Zü hebben veeleer een nieuwen vorm BRUSSEL. 509 M. 5 2^ Omroepsymphonle Orkest o.l. 6.50 Gramofoonmuzlek 8 20 Concert door het Radlo-orkest o.l.v. Franz André mofoonmuzlek. Lakgordels, kragen en manchetten met dessins in kruissteken zijn ook voor den winter modem en deze veroveren steeds meer terrein. DaarbM draagt men vaak schoenen, die op de kap ge lijke dessins vertoonen; ook voor den hoed heeft men passende banden en voor den kleinen hoed naar boven opgerolde randen. Ja zelfs de handtaschjes dragen deze dessins. De mode gaat zelfs zoo vèr, dat men de dessins ook op avondmantels, capes en avondhandschoenen zien kan. slechts enkele oogenblikken. De valbijl is aan den breeden kant met kwik gevuld om des te krachtiger neer te vallen. De beul heeft twee helpers tot zijn beschikking. Deze menschen hebben allen een ander beroep, want de beul ontvangt be halve een kleine vaste toelage, voor elke te rechtstelling 60 Mark, benevens reisgeld, terwijl de beulsknechten elk niet meer dan 50 Mark krijgen. Daarvan kan men natuurlijk niet leven; Gröpler, de Pruisische beul, heeft te Maagdenburg een wasscherij, terwijl de Bres- lausche beul Schwletz bijv, een restaurant be heerde. In Berlijn zelf zijn in geen jaren meer dood vonnissen voltrokken. Het kleine kerkhof, waar op de ter dood veroordeelden begraven liggen, bij de gevangenis te Plötzensee, ligt verwilderd en verlaten. Men vindt er geen zerken, zelfs geen grafheuvels Niets doet den onwetende vermoeden, dat hier menschen begraven lig gen. die dit met elkaar gemeen hebben, dat zij de verschrikkingen van den laatsten nacht, van het wachten op den dood, hebben door gemaakt tot het bittere einde. theetuin staan op elkaar in de achterkamer. De kellners zijn ontslagen, en de zaak wordt nog slechts gedreven door den herbergier, met zijn vrouw en een dienstbode. Het is tegen den avond, en de lamp in de gelagkamer brandt reeds. Aan de groote hoek- tafel zit de waard met een paar vrienden te kaarten. De dienstbode spoelt glazen om aan het buffet, en werpt nu en dan een nieuwsgie rigen blik op de twee vrouwelijke gasten, die bescheiden In den verlaten hoek van de zaal voor een kopje koffie zitten. In een groote om slagdoek gehuld maken zjj den indruk van vrouwen uit het volk. De eene Is jong en knap, de andere is klein en heeft een bochel, en ziet er uit als een door de zon verbrande zigeune rin. Ze zitten dicht bij elkaar, fluisteren zacht jes, en werpen nu en dan ongeduldige blikken op de koekoekklok, die aan den muur tegen over haar hangt. Iets In haar gedragingen brengt het meisje er toe, om telkens weer naar die twee te kijken, hoewel ze haar koffie da delijk betaald hebben en er overigens ook heel fatsoenlijk uitzien. Zü weet zelf niet waarom, maar ze vindt die belde vrouwen verdacht. Ze zijn niet uit de buurt, dat is zeker. Thans slaat het vijf uur. Op hetzelfde oogen blik staan de bezoeksters op. en verlaten de zaal, met een korten groet. Niemand bekom mert zich verder om haar, en een tijdlang hoort men In de gelagkamer slechts de korte opmer kingen van de spelers, en het neergooien van de kaarten. Maar eensklaps krimpen zij allemaal ineen, en kijken elkaar verschrikt aan. Van daarbui- In Dultschland bestaat nog altijd het mlddel- eeuwsch gebruik van den galgenmaaltijd. Wat het eten en de bezoeken gedurende de laatste dagen van zijn leven betreft, worden de wen- schen van den ter dood veroordeelde binnen zeer ruime grenzen vervuld. Doch langzamer hand heeft er zich ook met betrekking tot het galgenmaal een zekere ritus gevormd; bijna altijd bestaat het uit biefstuk (anders wordt aan gevangenen alleen gekookt vleesch ver strekt) en een halve flesch wijn; verder krijgt de veroordeelde sigaren of sigaretten en op den morgen van de terechtstelling een kop zeer sterke koffie. ten was een luide, schrille kreet van een vrouw doorgedrongen, en onmiddellük daarop het Spreek edp meisje niet van poppen. Daar, een pop te ouderwetsch is. Geef haar ook geen prentenboekje,* Daar het bijschrift toch maar klets is. Leer haar ook niet de beginsels Van ‘t eenvoudige borduren. En je hoeft haar op verjaardag Heusch geen speelgoed meer te stu ren! Want ze zijn al gauw volwassen, Zonder dat zij daarbij oud zijn. Waaruit volgt, dat zij natuurlijk Ook met alles reeds vertrouwd zjjn. En hun helden zijn de sterren, Die de filmen projecteeren. Zij behoeven van het leven 't A B C niet meer te leeren! (Vrij naar het Duitsch) Het merkwaardigste van de Duitsche sta tistieken is. dat in de jaren na den oorlog, tf>en de actie tegen de doodstraf het krach tigst Was. veel meer doodvonnissen zijn uitge sproken dan voor den oorlog, maar ook veel vaker gratie is verleend, In welke gevallen het doodvonnis veranderd werd In levenslange tuchthuisstraf. Het aantal gevelde doodvon nissen bedroeg in: Adolphe Menjou. wiens ulterlljk het midden houdt tusschen dat van een Franschen ober- kellncr en dat van een Franschen cocaïne smokkelaar, moge al niet door iedereen als een groot filmacteur worden bewonderd, in ieder geval gaat hij door voor een der meest chic ge- kleede mannen der wereld. Als zoodanig steekt hij'-zelfs den Prins van Wales naar de vorste lijke kroon. Op den valreep van de boot, waar mee hip naaf Europa reist, dicteerde hjj van uit de hoogte de volgende zeven geboden voor den man, die zich met smaak wenscht te klee- den. L Alleen wanneer men geen Jas draagt, mag men een buikriem dragen inplaats van bretels Want pantalons vallen beter, wanneer zij door middel van bretels dan van een gordel op de jtiistè hoogte worden gehouden. n. Schoenen elschen de grootste zorg, want Hoe de ter dood veroordeelden hun laatsten nacht doorbrengen, wordt altijd In het proces verbaal van de terechtstelling vermeld. Het Is ontstellend, hoe weinig variatie er in te vinden is. „De delinquent heeft den geheelen nacht onrustig op en neer geloopen.” „De veroordeelde heeft urenlang geweend en is toen in een zeer onrustlgen slaap gevallen." „De delinquent ver langde hardnekkig papier en schrijfgerei om nog een laatste verzoek om gratie te schrijven.” Deze laatste uren moeten ontzettend zijn. Die man tusachen.de vier wanden van zijn cel weet, dat op de binnenplaats van de gevangenis de gevreesde guillotine reeds wordt opgesteld, dat de beul al onderweg is, dat er geen ontkomen meer mogelijk is. HU weet, dat het zUn laatste nacht is. zün laatste morgen, zjjn laatste uur. Alleen een Dante zou misschien kunnen be schrijven, wat er in die uren omgaat in een mensch, die door de wet in haar volle zwaarte wordt getroffen. Beddedekens, voorzien van een reuze- monogram, dat de geheele oppervlakte van de deken vult, mogen zich op het oogenblik in een bijzondere sympathie verheugen. Men ziet echter ook dekens, die den vollen naam van den bezitter dragen, eveneens in reusachtige let ters geborduurd. En om het geval heeiemaal belachelUk te maken, heeft men nog een nieuwe vinding gedaan, hierin bestaande, dat men de"hand‘eekening van den eigenaar op de dekens borduurt. De herberg „De Drie Mirteboomen” ligt ta melijk eenzaam aan den landweg, ongeveer een uur van Weenen af. De voorkant ziet er Iet wat somber uit. want dadelijk aan den over kant van den weg begint een bosch met niet anders dan hooge boomen. Achter het huls ligt een kleine theetuin, waar het op mooie zomer- sche dagen wemelt van bezoekers. Verderop ligt dan het dorp, dat met de groote stad door omnibussen verbonden is. £>es zomers is het *n gewilde plaats voor uitstapjes, doch thans, in den laten herfst is het bijzonder stil. Ook de villa’s, die hier en daar verspreid in het dal staan, zijn wegens het vergevorderde seizoen, reeds verlaten. In Drie Mirteboomen" ie bet wintersei zoen al begonnen. Stoelen en tafels van den „En? Ga door! Wat gebeurde er verder?” riepen de in spanning luisterende vrienden, toen de dokter even zweeg om op adem te komen. „Toen, heeren, woelden m'n handen mecha nisch in de zijzakken van m'n jas, m'n vin gers grepen iets, ik haalde het er uit en bekeek het. Met één sprong was ik vlak voor den leeuw en hield het het dier voorHet keek er naar, één oogenblik slechts, en week toen snel achterulj. keerde zich om en verliet met ge. bogen kop en over den grond slependen staart, de spelonk. Toen verloor ik mün bewustzijn!” Robbie en Topsy waren met Freddy Vrijdag en Willie Woensdag uit ge weest om bananen te plukken. Willie vroeg om op den terugweg op de gi raffe te mogen rijden, maar de zee man wou er niets van weten. „Neen, je bent te lui,” zei h«. „Ed win moet de bananen dragen, zoodat ik op de giraffe zal gaan zitten om er voor te zorgen, dat het fruit er niet afvalt.” Willie mopperde, toen hü dat hoor de, maar toen Freddy hem een klei nen palmstronk gaf om dezen als pa rasol tegen de zon te gebruiken, werd hü prettiger gestemd. „Kom hier, kinderen,” lachte bij „kom onder deze paraplu dat zal ons goed doen en koel houden.” Na een tüdje begon de arme Willie het zeer warm te krUgen. HU haalde Het kleine heerengezelachap zat laat In dan avond op het terras voor de uitspanning, en luisterde met gespannen aandacht naar het einde van 't verhaal, dat de gepenslonneerde jachtopziener Michael ten beste gaf: i En dan is het zoo ver. De cipier komt binnen met den verdediger van den veroordeelde, den directeur der gevangenis en een geestelUke. „Gaat u meel” Nog eenmaal laait de wanhoop op, nog eenmaal een wilde uitbarsting van ont zetting en dan gaat de kleine stoet stil over de trappen en gangen naar de binnenplaats der gevangenis. Volgens de Duitsche strafwet mag niemand van buitenaf bü de terechtstelling aanwezig zijn; er is zelfs precies voorgeschreven, wie er bU moeten zUn: een vertegenwoordiger der re- geering. een beambte van de gevangenis, de ambtenaar, die het proces-verbaal moet op maken. de verdediger van den veroordeelde, een geestelUke en twee getuigen van goeden naam als vertegenwoordigers van het naam het vonnis uitgesproken wordt. De terechtstelling zelf duurt scherpe knallen van een schot. Genadige hemel! riep de dienstbode. Daar wordt een vrouw vermoord! De herbergier kwam bleek van schrik uit de keuken snellen. Om Godswil, wat was dat? Er zal toch geen moord en doodslag zUn, daarginds! Het volgende oogenblik was alles de herberg uit, en trachtte men zich In de schemering te oriénteeren. Het was achter in den tuin, schreeuwde de herbergiersvrouw. Maar de anderen beweerden: Neen, aan den overkant van den weg, in het bosch. De spitshond van den herbergier gaf den doorslag. Als een pul uit den boog was hü van de voordeur, de straat over, naar den rand van het bosch gevlogen, en stiet nu aldaar een luid gehuil uit. De herbergier was de eerste, die bü hem kwam. In het onzekere licht, dat de juist op komende maan verspreidde, zag hü zijn hond rondsnuffelen bü een gedaante, die op den /rond lag. Daar ligt iemand breng Ucht hier! be val hü. Dan bleef hü staan luisteren in de richting van het bosch, vanwaar uit hü het kraken van brekende takken meende te hooren. alsof iemand zich daar haastig uit de voeten maak te. Hü boog zich voorover naar den hond. gewonden, en ging het dier achterna, dat zich bliksemsnel in de richting van het bosch wendde. Twee van zün vrienden gingen met hemmee, terwül de anderen deels bü den verslagene bleven, deels naar het dorp snelden, om de zaak aan te geven. De herbergier kende in het bosch den weg, als in zün zak hU had niet voor niets al twaalf jaar ter plaatse gewoond. Maar ook de moordenaar moest net terrein goed kennen, want hü hield recht op de z.g. Wolfs- groeve aan, vanwaar een gemakkelüke weg naar Weidllngbach voerde. Men kon het gedruisch van zün sprongachtige voetstappen heel duide- lük hooren, en achter hem het hügen van den hond. We krijgen hem, riep de waard zün ka meraden onder het loopen toe. Die hond laat zich niet van de wüs brengen. Plotseling hoorde men een luid kraken, val, en daarna hoog opgewonden stemmen Het zün er twee. Vooruit. Ze schünenniet verder te kunnen. Ze zün gevallen. Gauw. De vervolgers waren geheel bulten adem. Toen bleef de waard opeens staan. Daar zün ze. Goede hemel! verbüsterd, dat Is waarachtig, vrouw! Tnderdaad richtte zich/v^ak de bevende gestalte van.Wn v I overeind. Zü was over isén w Zoek, spits! Zoeken zoeken, riep hü op-|en begreep, da» verdere poging tot „Dat is waar ook. dokterriep de kleine rector van 't gymnasium over het tafeltje heen naar den reeds bejaarden beer, die daareven ge sproken had „U bent ons als oude Nimrod en ervaren wereldreiziger nog altüd een interes sante jachtgeschiedenls sthuldig.” „U zegt maar heeiemaal niets, dokter!” Met deze woorden wendde apotheker Stün zich tot een der heeren. die, In een hoekje gezeten van de bü het tafeltje staande bank, opmerk zaam naar 't verhaal van den jachtopziener had geluisterd. .Ja. wat moet ik er op zeggen? Ik kan al niet veel anders dan de tegenwoordigheid van geest en de koene vastberadenheid van Michael wonderen.” „Neen!" riep hü, toen hü zag, dat de dokter een afwerend gebaar maakte, „neen, ditmaal ontkomt u er niet aan. Vooruit maar, vertel op.” De rector kreeg nu büval van de andere heeren. Eindelük gaf de dokter toe. BEROMUNSTER.'460 M. 8 50 Concert door het Omroeporkest, !-*- 9.05 Vocaal en instru mentaal concert. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS PARIJS R 1725 M. 8.06 Gramofoonmuzlek 12.50 Idem 1.55 Gramofoonmuzlek 7.20 Gramofoonmuzlek 9.50 Gramofoonmuzlek. zei hü dan dat is een .Hou,” lachte hü. „als ik JuUle er zoo'n groot plezier mee doe. dan zal ik jullie ver- tellen wat me eens in Afrika is overkomen Vooraf wil ik er echter aan herinneren, dat het was op m'n reis, die ik direct na het vüf en twintig jarig jubileum van onzen vriend den jachtopziener maakte, bü welke gelegenheid, ooa'.s Jullie weten, hü ons zoo n mooie foto van hem zelf cadeau gaf.” „Ja, ja!" riepen de vrienden vroolük, omdat het hun gelukt was eindelük den dokter eens aan *t praten te krügen, „jat ja, dat herlnne ren we ons nog heel goed.” De doker nam een fikschen slok bier uit z’n g'as en begon: .M'n lang onderdrukt verlangen, eens jacht te kunnen maken op den „münheer met het groote hoofd”, sooals de Arabieren den leeuw noemen, moest noodzakelük eens bevredigd worden. Van Algiers komend, bereikte ik na een marsch van verscheidene dagen het ge vreesde land der Toearegs en van Beni-Absab, het vaderland van den Berberschen leeuw. Toe vallig was het mü jaren geleden gelukt, vriend, schap te sluiten met den Sjeik Ben-Ibrahlm. die me nu ook weer gastvrij ontving. Dagen gingen echter voorbU. zonder dat er een leeuw gesignaleerd werd. Wel Hoorde ik af en toe des nachts op de uren als de maan scheen In de verte het gebrul van den „heer van den donder". Op zekeren morgen kwamen er her ders. die ons méldden dat een leeuw des nachts een schaap van hun kudde had geroofd. Ben pirahlm was naar een ver verwUderden stam gereden. Ik nam mün geweer op en riep Hassan, den zoon van den sjeik. Samen trok ken we er op uit en zwierven uren lang rond zonder den leeuw te zien; zonder zelfs een spoor van hem te ontdekken De zon brandde fel en we leden een vreeselüken> dorst. Wat mü dreef, om na eenlgen tijd een eigenaardige rotsformatie van nabij te willen onderzoeken, weet ik niet. Ik legde m'n geweer, dat me bü het onderzoek der rots slechts kon hinderen, neer; een kleine omweg bracht me uit het ge zicht van m'n metgezel Ik bevond me juist in een zakvormige spelonk, toen een onaangenaam gevoel mü drong het hoofd om te keeren. te- gelUkertüd dreef de wind den doordringenden geur van een roofdier naar mü toe. Ongeveer tien meter voor me. bü den ingang van de spelonk, stond een groote leeuw, een pracht- dier, dat mü strak aankeefc. Het was ongeveer een meter hoog en om zün machtigen kop golfden zwart bruine manen. Als aan den grond genageld bleef Ik staan. Toen herkreeg ik mün tegenwoordlgdigheid van geest, en be- gon in mün gedachte koortsachtig te zoeken naar een middel tot redding. Ik strompelde achteruit zonder den mü nog steeds doordrin gend aankükenden leeuw uit het oog te ver liezen Maar m'n eerste beweging scheen het geduchte dier reeds te prikkelen. Op z'n dik- bezoo’de poolen gleed hü onhoorbaar nader toeno. vreeselük oogenblik raakte m'n achteruit tastende hand iets aan; ik zat in de val Achter mü rees de büna loodrechte wand van den spelonk, links en rechts van mü ver. hieven zich eveneens rotsenen voor mü sloop het vreeselüke roofdier steeds nader. En geen wapen! De staart van den leeuw zwiepte met krachtige slagen over den grond, het lange, lenige kattenUchaam kronkelde zich, gereed voor den sprong. Radeloos keek Ik rond; het zweet parelde In groote druppels op mün voorhoofd In Dultschland stonden In rustige tüden de voor- en tegenstanders van de doodstraf fel tegenover elkaar. Beter'gezegdde tegenstan ders waren van meening, dat de doodstraf wel uitgesproken, maar nimmer voltrokken be hoorde te worden, of alleen In een zeer bü- zonder geval. Doch thans is het in Dultsch- land niet meer rustig. Het aantal moorden is gestegen tot een peil, dat In lang niet meer bereikt is. Over de oorzaken van dit verachün- sel zullen wü het thans niet hebben, maar al leen over de gevolgen. Het is thans zoo gewor den. dat de menschen zorgen genoeg hebben, zonder dat zü zich het hoofd breken over het leven en den dood van een misdadiger. Boven dien voe^t then in tüden als deze de doodstraf aan als een onmisbaar middel om de rustige bevolking althans eenlgermate te beschermen. Vrees en afgrijzen vormen toch altüd nog wel een kleine rem voor de misdadigers, die een voorgenomen moord ongetwüfeld zonder de minste gewetenswroeging zouden uitvoeren, wanneer zü al van tevoren wisten, dat een eventueel uitgesproken doodvonnis toch niet zou worden voltrokken. En als het weer eens rustiger in het land wordt? Dan zal men weer hooren pleiten voor afschaffing van de dood straf, doch daar zün we nog Ikng niet aan toe. Op het oogenblik zal niemand in dit zwaar geteisterd land ontkennen, dat de qulllotlne. waarmee de doodvonnissen In Dultschland worden geveld, en de oude beul Gröpler te Maagdenburg nog reden van bestaan hebben Als de teekenen niet bedriegen, zullen zü den eerstvolgendea tüd zelfs veel te doen krijgen.. WARSCHAU, 1411 M- 5 20 Populair con cert 6.40 Dansmuziek 8.35 Concert door het PhUharmonleorkest van Warschau 11.10 Dansmuziek. WEENEN, 517 M. - mantische opera in Concert. op dit blad riJn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bij een ongeval met f OCfl bU verlies van een band f 1 oü verlies van een f CO bü een breuk van f Afl b(J verlies van 'n ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen s «/(/(/(Zetverlies van beide armen, belde beenen of belde oogen r «J(/„* doodeiuken afloop ^«/l/»" een voet ot een oog of wyavlnger «J(/e"bësn of arm/ anderen vinger Bü de laatste Parijsche modesnufjes zien we dat uit paddestoelen en planten slerlüke modellen vervaardigd worden, vol van nieuwe bekoring. Zoo vraagt de nieuwste modegril als tooi voor hoedjes een klein paddestoeltje, dit wordt aan gebracht boven het voorhoofd in het midden van den hoed. Het merkwaardigs'e is, dat het ditmaal geen namaak-paddestoelen zün Men gebruikt heel kleine paddestoelen, welke verschillende behandelingen ondergaan waarna ze in alle kleuren van den regenboog geverfd worden, zoodat ze bü eiken hoed en elke stof passen. Een dergeiüke nieuwigheid zün ook kunst bloemen, vervaardigd uit echte planten. Van de schors van verschillende boomen wordt een bepaalde moslaag gebruikt waaruit men de meest fantastische bloemen snüden kan Kunstbloemen spelen in de mode, vooral des avonds, een groote rol. Het allernieuwste op dit gebied is een avondkleed te versieren met een enkele roos of andere bloem, welke reusach tige afmetingen aanneemt. De bloem wordt van voren of op den rug zoo laag mogelük bevestigd en dient bovendien nog om avond-capes of kleine avond-mantels van voren te sluiten. HILVERSUM, 1875 M. V-A.R.A. 6.45 Li chaamsoefeningen. o.l.v. G. Kleerekoper 7.30 Idem 8 00 Gramofoonmuzlek 9 00 Trio Willem Drukker V.P.R.O.: Morgenwüding' V.A.R.A. 10.15 Voordracht door Karei RUken. Fragment uit ..De mensch is goed”, Leonard Frank 10 30 Trio 11.00 Kwartiertje voor den Bond van Sociaal Democratische Vrouwen clubs in Nederland 11.15 Trio. A.V.R.O. 12.00 Tüdsein en lunchconcert door het Avro Kleinorkest o.l.v. Nico Treep, tus- schenspel van Gramofoonmuzlek 2.00 Gra- mofoonmuziek 2.30 Avro Kamerorkest o.l.v. Louis Schmidt, tusschenspel Gramofoonmuzlek. V.A.R.A.: 4.00 Tüdsein en Gramofoonmuzlek 5 00 Varaorkest o.l.v. Hugo de Groot 5 45 Gramofoonmuzlek 6.00 Orgelspel door Jo han Jong 6.00 mevr. A. Hueuff„dw. Bella my's nieuwe Wereldorde 7.00 Varaorkest o.l.v. Hugo de Groot. V.P.R.O.: 8 00 Catechisatie 8.30 Concert t- 9.00 Cursus 10.00 Persberichten van het Vrüz. Godsdienstig Persbureau 10 05 Pers berichten van het Persbureau Vaz Dlas 10.15 Fragmenten en verhalen 10.45 Gramofoon muzlek. V.A.R.A.11.00 Gramofoonmuzlek. Het percentage doodvonnissen, dat ook vol trokken werd, was voor den oorlog ook veel grootêr dan den eersten tüd daarna; men was toen van meening, dat een eenmaal uitge sproken doodvonnis als regel moest worden uitgevoerd, wat dan ook in meer dan de helft der gevallen geschiedde De laatste weken is men mln of meer tot dit standpunt terug gekeerd cm een andere reden; het hooghou den van het staatsgezag. In Engeland ziet de statistiek er heel anders uit. Zelfs na tientallen jaren zün de schom melingen onbeduidend, zoowel wat het aantal doodvonnissen als wat het aantal terechtstel- Jlngen betreft. Het aanal doodvonnissen bedroeg daar te lande in: een grooten doek uit zün zak om zün gezicht en zün hals af te drogen. „Op mün woord, is het hier nie> warm?” riep hü uit. „Ja, het is warm,” stemde Topsy toe „en het lükt wel, of het steeds warmei wordt." „Deze palmboom zonnescherm," riep hitte schünt er dwars doorheen gaan.” Toen hoorden ze Freddy achter hen luidkeels lachen. „Er valt hier niets te lachen." zet Willie. „Ja, wel degelijk,” zei de zeeman ^Edwin heeft al de bladen van je zonnescherm opgegeten, wodat het geen wonder is, dat de zon er door heen schünt.” (Morgenavond vervolg) „En op dit oogenblik, waarop het gevaar mü het meest bedreigde, kwam het vliegtuig nader; de touwladder raakte me aan: haar te grüpen. mü er aan vast te klemmen en op het zelfde oogenblik het reeds tot een lus gemaakte touw over den kop van den beer te werpen, was het werk van een oogenblik. Ik voelde een hevlgen, pünlüken ruken reeds suisden we samen hangend aan de touwladder en het touw, door de lucht Een dergeiüke sensatie had ik in mün lange jagersleven nog nooit onder, vonden. De wrakkere piloot, die direct den toestand begreep, koerste, laag vliegend, op de dichtst büzünde stad toe, die we reeds na een klein uur bereikten. Daar koos hü z’n weg naar den dierentuin, en toen de open berenkuil In t zicht kwam, zette hü z'n motor af en zweefde er met een elegants glüvlucht heen. Ik spande al m'n zintuigen in en op het gun stige oogenblik sneed ikhet touw door.... mijn beer maakte een salto mortale en be landde toen, wel verschrikt, maar behouden, in den berenkuil. Op die manier ving ik m'n eersten levenden beer. Proost, heeren!” 't De verteller leunde, diep adenjhalend. achter, over in z'n stoel. Hü deed een paar stevige trekken aan z'n PÜP en luisterde glimlachend naar de uitroepen van z'n vrienden. „OngeloofelükFabelachtig! Nou doelloos was. Maar ze was niet alleen, en ter wül de waard zyn hand naar haar uitstrekte, liep de andere een vrouw met een bochel snel als de wind verder. Een oogenblik bleven de drie mannen ver bluft staan. VrouwenI Zóó hadden zü zich de zaak niet voorgesteld. Dan riep de waard: Vooruit, jullie, laat de bochel niet ont snappen! Ik breng alvast deze jongedame in de wacht. De beide mannen snelden verder in de rich ting, die de „bochel” had Ingeslagen. Doch de waard greep de jonge vrouw stevig bü den pols, en trok haar met zich mee. —Zoo, loop ju nu maar eens met mü mee, dan zullen we wel hooren. wie je bent, en wat je daarginds hebt uitgehaald, zei hü grimmig. De vrouw beefde over haar geheele lichaam. Laat me in 's hemelsnaam los, smeekte zü- Ik heb niets gedaan. Hü heeft zichzelf.... Oho. maak dat de politie maar wüs. Als die het gelooft, vind Ik het óók goed. En zonder verder op haar smeeken en haar betuigingen van onschuld acht te slaan, sleurde hü haar met zich mee naar de herberg. Déér had zich intusschen uit hqt dorp een menschsnmenigte verzameld, en wachtte opge wonden op de dingen, die kflmen zouden. De verslagene lag nog altüd aan den rand van het bosch. Men had niets aan zün ligging veranderd, en een gendarm hield naast hem de wacht, tot het telefonisch ontboden parket uit de stad zou ankomen. de man wordt naar zün schoenen beoordeeld. Scheeve hakken zün eenvoudig onduldbaar. III. De hoed moet schoon en goed in den vorm zün. De indruk van het fraaiste costume wordt door een leelüken ouden hoed geheel be dorven. IV. In mouwen mag geen plooi worden ge streken. Nagels moeten keurig verzorgd en ieder geval schoon zün. VI. Ook In een korte sportbroek behoort geen plooi te zitten. VII. Nooit en nergens mag men zich onge schoren vertoonen, ook niet in de woonkamers van zün eigen huls. Deze geboden van den mode-Mozes be vestigen de juistheid van zün tweede gebod. Het moet voor Menjou prettiger zün naar zün schoenen dan naar zün hersens beoordeeld te worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 6