R. K. Boeren- en Tuindersbond
9e Dies Natalis R. K. Universiteit
I.
Dr. W. Mengelberg
IN HET AARTSBISDOM
Hoe zit dat
„DOODE HAND”
DINSDAG 18 OCTOBER
RUIM
3 TON WINST
1
Verlies op de tram
HET VERVOER VAN VEE
NED. VARKENSCENTRALE
GODSBEGRIP
STEUN AAN TARWETEELT
LANDBOUWBELANGEN
Rectorale rede prof,
dr. Titus Brandsma O.C.
INVOER VAN PLANTEN
IN FRANKRIJK
Algemeene vergadering
Mengelberg
Verkrijging van certificaten
Geen kosten voor reparatie
ge-
wlj
Laatste redmiddel
Contróle-merken
VICE-ADMIRAAL DE HAES t
i
Overal misère
scHL
Gouden bestaansjubileum
4
I
de
te
nut
talre autoriteiten.
Telegram aan den Minister
^ea noodtoestand der Staatsfinanciën bij
““•ten neerleggen en dat dientengevolge
te**
g,
De bedrijfsresultaten van de
Gemeente Electricitetis-
werken te Ny me gen
Rede Baron van Voorst
tot Voorst
SEMINARIE
WERNHOUTSBURG
DE LOONSVERLAGING VOOR
HET RIJKSPERSONEEL
Buitengewoon senator der
Duitsche Academie
Prof. dr. Titus Brandsma
O.Carm.
Groote belangstelling
bjj de teraardebestelling
der” waarschuwt hen, die aan dit spel zou
den willen meedoen, zich geen te groote
illusies te maken.
Het blad toont met cijfers aan, dat het
niet alleen de katholieke kerk is, die bij be
lasting der goederen in de doode hand haar
aandeel in de opbrengst zou hebben te le
veren, en schrijft:
Invoer
knollen
Blijkens het 23e verslag van het bedrijfsjaar
der Gemeente Electriciteitswerken te Nijmegen
heeft de 20 pet. tariefsverlaging grooten In
vloed gehad op de financleele bedrijfsresulta
ten. De omzet steeg In 1931 van 21.134.123 K.W.
in 1930 tot 23306.558 K.W. dat is 10 pet.
De winst op de afdeeling electriciteit be
droeg 470.477 (raming 492.985).
Het tramtekort bedroeg 140.904.
Er blijft voor de gemeente een eind-wlnst-
saldo van 329.573 over.
licht,
e n
voor
geest.”
Nog slechter dan de landbuuw Is er de tuin
bouw aan toe, die voor het grootste deel der
productie op uitvoer Is aangewezen. En hierin
ligt het zwakke punt. De Regeerlng heeft eln-
ZEE-
Offi
t net
Baron van Voorst tot Voorst over
de crisis in den landbouw
De dagelijksche besturen van den Chlst. Bo.
ren- en Tuindersbond In Nederland, den Kath.
Ned. Boeren- en Tuindersbond en het Kon.
Ned. Landbouw-Comlté hebben onder dagtee-
kening van 14 October 1932 het volgende tele
gram aan den Minister van Economische Za
ken en Arbeid gezonden:
De dagelijksche besturen der drie Centrale
Landbouworganisaties op 14 October 1932 te
'sGravenhage In vergadering bijeen, verzoeken
Uwe Excellentie dringend maatregelen te wil
len nemen, opdat de in uitzicht gestelde tarwe-
richtprijs van twaalf gulden per honderd kilo
voor doorsnee kwaliteit wordt bereikt en ver
zoeken dringend geen beperking voor de tarwe-
teelt voor te schrijven.
veel. Al te
weg
De Administratie van Vee-Vervoer, Ingesteld
door de Commissie A 1 (Vervoerbelangen) van
de Neder. Ver. tot Bescherming van Dieren,
verzoekt ons mede te deelen, dat in aanslui
ting aan haar reeds eerder geplaatst bericht,
waarbij de Nederl. Spoorwegen besloten, geen
kosten voor reparatie van beschadigde N. 8 -
paardenwagens meer te heffen, de Nederland-
sche Spoorwegen thans eveneens bereid zijn
af te zien van de heffing van herstellingskos
ten bfj beschadiging door zendingen paarden
en vee van vreemde (buitenlandsche) spoor
wegwagens.
Onder de aandacht moet echter worden ge
bracht, dat, indien door buitenlandsche sta
tions herstellingskosten geheven en ten laste
van de zending worden gebracht, de Nederl.
Spoorwegen geen vrijheid hebben van de Inning
dier bedragen af te zien.
Door deze nieuwe tegemoetkoming is weder,
om een ernstig bezwaar van belanghebbenden
opgeheven.
1) De rede, niet minder dan 36 bladzijden In
brochureformaat, is keurig gedrukt en fraai
gebrocheerd In Marlablauwen omslag van ge
hamerd luxe-papier, verschenen bij N.V. Dek
ker tt Van de Vegt en J. W. van Leeuwen te
Nijmegen en Utrecht.
In het jaar van het derde lustrum der or
ganisatie is de secretaris opgeklommen tot de
hooge waardigheid van lid der Eerste Kamer,
ons hoogste wetgevend Lichaam, een College,
waarin hij nog wel niet om zijn leeftijd, maat*
wel wegens zijn buitengewone kennis van alle
agrarische vraagstukken thuis hoort.
Spr. wenschte hem geluk met deze hooge
onderscheiding en verwacht van hem een aoo-
danlgen invloed op zijn mede-senatoren, dat,
zoo Iets, als een verwerping der pachtwet
nooit meer zal voorkomen.
Wanneer er van „goederen in de doode
hand” sprake Is, dan pleegt men vooral, of
uitsluitend aan de katholieke kerk en
katholieke instellingen te denken.
Het anti-papisme vindt ook hierin een
zijner geliefkoosde aanvalspunten.
Het Is miserie over de geheele lijn, ook met
de aardappelen, die nagenoeg onverkoopbaar
zijn. Indien hier geen maatregelen worden ge
nomen. dan zullen degenen, die aardappelen in
hoofdzaak verbouwen voor consumptie, enorme
stroppen lijden. Spr. meent, dat de Regeerlng
hier dient in te grijpen en een garantieprijs zal
moeten vaststellen, waarvoor zij in het voor
jaar de aardappelen zal afnemen. Dit zal tot
gevolg hebben, dat de verbouwers thans niet het
product tot eiken prijs zullen wegsmijten, waar
door de prijs reeds thans zou stijgen.
Dit mag echter slechts het laatste redmiddel
zijn, wanneer al het andere heeft gefaald, want
teruggang tot de grove cultuur van minderwaar
dige producten beteekent een ernstige ver
arming onzer boeren en tuinders, van land
en tuinarbeiders en van degenen, die op een
of andere wijze geld in het land- en tuinbouw
bedrijf hebben gestoken, terwijl vermindering
van het handelsverkeer en bemoeilijking van
den afzet van Industrie-producten op het ver
armde platteland hun funesten invloed in de
gehecie samenleving zullen doen gevoelen.
De pachten, in een voorspoedlgeren tijd ge
sloten zullen in het algemeen ook niet meer in
de evenredigheid staan tot de sterk, gedaalde
productenprjjzen.
De crisispachtwet geeft aan de pachters de
bevoegdheid om. Indien de verpachters hun ver
stand niet weten te gebruiken, door middel der
Kamers voor Pachtzaken een naar verhouding
tot de tegenwoordige prijzen, billijken en rede
lijken pachtprijs te doen vaststellen. Ik moge
hierbij wijzen op het feit, dat door onzen Aarts
bisschop modelpachtcontracten zijn afgesloten,
waarvoor spr. gaarne hulde brengt, maar meer
nog wenscht spr. Z. H. Excellentie te huldigen
en te danken, dat de pachtvoorwaarden. die
Hij dezer dagen heeft vastgesteld voor de aan
hem rekenpllchtige Besturen, zullen blijken te
zijn modelpachtvoorwaarden, waardoor ten vol
le aan de eischen der christelijke rechtvaardige
heid en der liefde ten opzichte der pachteV
wordt voldaan. Moge dit lichtend voorbeeld na
volging vinden.
Door de crisispachtwet zijn de pachters er
veel beter aan toe dan de eigengeërfde boeren,
wier eigendom met hypotheek is belast.
Door de groote daling van de waarde van den
grond is in vele gevallen het geleende bedrag
niet meer veilig gesteld tegenover de waarde
van het verbonden onderpand en kan menigeen
ook de rente niet meer ge heel opbrengen.
Gister hield de Aartsdiocesane Boeren- en
Tuindersbond een algemeene vergadering in
den Schouwburg te Deventer.
Na behandeling der verschillende onderaf-
deellngen hield de voorzitter L. baron van
Voorst tot Voorst een rede, waaraan wij o.tn.
het volgende ontleenen:
Maandag 17 October herdacht het Seminarie
Wemhoutsburg te Wemhout (NJB.) zijn 50-
jarig bestaan Te dier gelegenheid heeft Z. H.
Exc. Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda, in
de Seminariekapel een pontificale H. Mis op
gedragen.
Bijeenkomst van de
Rykswerklieden van St. Paulus
Gelijk men weet, heeft in de vorige week het
georganiseerd overleg vergaderd in tegenwoor
digheid van minister De Geer.
Naar thans de „Volkskr." verneemt, komen
as. Dinsdag de in het georganiseerd overleg
vertegenwoordigde organisaties bijeen, ten ein
de te overwegen, of aan de regeerlng een voor
stel kan worden gedaan.
Het dagelijksch bestuur van den R. K. Bond
van Overheidspersoneel „Sint Paülus” heeft de
situatie nauwkeurig onder de oogen gezien en
was van oordeel, dat het tijdstip is aangebro
ken om de centrale groep rijkswerklieden bijeen
te roepen.
Hiervoor is bestemd Donderdag 20 October.
De vergadering zal plaats vinden des och
tends om elf uur te Utrecht, in het gebouw
van de R. K. Werkliedenvereeniging, Huize St.
Jan, St. Janskerkhof.
Daar zal de zoo belangrijke zaak voor het
rijkspersoneel, die thans aan de orde is, worden
besproken.
Onder groote belangstelling, vooral van
marine-autortteiten, heeft Maandag op het R K.
kerkhof aan de Kerkhoflaan te Den Haag, de
teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk
overschot van den vice-admiraal C. D. de Haes,
Inspecteur-generaal van het Loodswezen.
Tevoren droeg pastoor Zillesen de H. Requiem-
Mis op in de 8t. Pachaliskerk aan de Neuhys-
kade.
Op den doodenakker waren aanwezig fljn. de
Minister van Defensie, mr. dr. L. N. Deckers,
met zijn adjudant, luit, ter zee ie klasse. G. G.
Bozuwa, de waarnemend inspecteur-generaal
van het Loodzwezen enz., kapt, ter zee N. J. van
Laer, de vice-admiraal jhr. G. L. Schorer, de
gep. vice-admiraal C. Fock, hoofdinspecteur voor
de Scheepvaart. K. F. Sluys, F. L. Rambonnet.
oud-inspecteur-generaal van het Loodswezen, H.
A F. Gooszen. oud-commandant der marine in
Ned.-Indië, de generaals Seyffard, chef v. d.
Generalen Staf, jhr. W. Roell, commandant
Veldleger van Munnekrede, namens de A.R.
Daarom zijn aan de Regeerlng voorstellen
gedaan een officieel of semi-offlcieel lichaam
op te richten, dat. daartoe in staat gesteld
door gebruik te maken van gelden van open
bare fondsen, de hypotheken, die worden op
gezegd zal kunnen overnemen tot een bedrag
van b.v. 2/3 van de tegenwoordige waarde.
Deze nieuwe hypotheken zijn volmaakt veilig
en de nieuwe crediteur loopt geen enkel
risico. De oude hypotheekhouder ontvangt een
gedeelte zijner vordering in contanten en be
houdt een tweede hypotheek op het onder
pand voor het gedeelte zijner vordering, waar
voor hij geen betaling heeft ontvangen. Hier
bij dient de verplichting te worden vastge
legd, dat de tweede hypotheek binnen zekeren
termijn niet opzegbaar zal zijn.
Op deze wijze zou menige boerenfamilie
van een dreigenden ondergang kunnen wor
den gered.
Ons departement van Waterstaat ver
staat uitstekend de kunst van reclame ma
ken vooral op het gebied van den bruggen
bouw en wegenaanleg.
Een jaar of vijf geleden werd ieder oogen-
blik de pers uitgenoodigd om te komen kij
ken naar de prachtige autobaan Den
HaagRotterdam. Ieder dacht natuurlijk,
dat die weg binnen afzienbaren tijd af zou
zijn. Alle bladen schreven er over, maar het
slot was, dat slechts een klein stuk, een
derde deel van den weg, gereed kwam en
dat de rest kalm op zich laat wachten, want
waar de weg moet komen is het nog wei
land. We kunnen ons vergissen, maar zoo
tets staat ons ook te wachten bij Zalt-Bom-
mel. Iedere maand verschijnen er in de bla
den fotq’s van de brug. Dezer dagen zagen
we er ook weer, waarop men kon zien hoe
het wegdek werd gelegd. De brug is bijna
klaar. Nog één boog moet overspannen
worden. Met een weinig geluk kan men ge
rust zeggen, dat over een maand of zes de
brug er is, maar niet de verbinding.
Van de wegen, die naar de brug moeten
voeren en die op zich nog een enorm werk
vormen, want er moeten heele dijken voor
worden aangelegd, die een ontzettende hoe
veelheid zand en klei zullen eischen, is nog
niets te zien. Men is begonnen met het uit-
zetten van den weg, want gedurende twee
laren staan de paaltjes al in het land, maar
van werken is geen sprake, of het zou thans
moeten zijn het afbreken van het huis,
waarover de weg gedacht is.
Het zou een schande zijn als de brug
klaar zou zijn en we zouden nog een jaar of
langer moeten wachten op de verbinding
met het Zuiden van het land. We hopen,
dat we ons vergissen, mahr het heeft er niet
den schijn van en daarom vragen we met
ha druk; Hoe zit dat?
K.O.: Raaymakers, inspecteur der Genie; de
gep. generaals De Ridder. Panthaleon bar. van
Eek, Ten Bosch, Leclercq; mr. dr. D. A F. Koo
ien. lid van den Raad van State, mr. dr. H.
Smeenge, lid van de Eerste Kamer; voorts vele
oud-officieren.
Kransen waren er van den Minister van De-
ensie, van de Belgische Permanente Commissie
v. d. Schelde, van de off. v. h. Comm. Marine
Willemsoord, hoofdbestuur Loodsenvereenlging
Nederland, van ambtenaren bU de districten van
het Loodswezen, ”an den Ned. Bond van Lager
loodspersoneel enz.
Pastoor Zillesen verrichtte de absoute en be-
aarding.
Ten teeken van rouw was op het dep. van
Defensie de vlag halfstok geheschen.
Er is inderdaad aan „eenig nieuw inzicht”
op dit punt bij sommigen of velen wel
behoefte.
De „Nederlander” deed een goed werk
met daarop eens te wijzen.
En het blad gaat nog een stap verdej- met
te schrijven, „dat er iets onsympathieks in
is, om van bezit, dat niemand persoonlijk
tot voordeel strekt en dat zijn opbrengst
aan religieus en liefdadig werk ten goede
ziet komen, zulk een cijns te heffen.”
Een sterker woord dan onsympathiek zou
hier niet misplaatst zijn geweest.
Maar het doet in elk geval verstaan hoe
het C. H.-orgaan over dit onderwerp denkt,
en met welke gevoelens het ten aanzien
eener zoodanige belasting is bezield.
P. S.
De directie van den Landbouw deelt mede,
dat de Fransche Regeerlng den Invoer van
levende planten, bloembollen en knollen en
wortelstokken met ingang van 15 October j.l.
heeft gecontingenteerd, voorloopig tot 15 No
vember as.
De invoer van deze planten en bollen uit Ne
derland wordt In Frankrijk slechts toegestaan
indien zij vergezeld zijn van certificaten van
herkomst door of namens de Nederlandscbe
Regeerlng verstrekt.
Het ligt In de bedoeling voor de voorberei
ding dezer verstrekking ten spoedigste een
speciale commissie in het leven te roepen. In
afwachting daarvan worden reeds thans zij,
die op grond van hun export naar Frankrijk
in de periode 15 October15 November 1931
aanspraak meenen te kunnen maken op het
bekomen van een certificaat als bedoeld, uit
genoodigd zich te wenden, voor zoovel betreft:
a. boomen en planten met Inbegrip van rozen
struiken en vaste planten tot den Bond van
Plantenhandelaren, Laan van Meerdervoort 36,
Den Haag; b. bloembollen, knollen en wortel
stokken tot den Bond van Bloembollenhande
laren, Wilhelminastraat 13, Haarlem; c. kas
planten, J. C. M. Mensing, Aalsmeer, onder
opgave van de bruto-hoeveelheden van ge
noemde producten, door hen in die periode
voor eigen rekening naar Frankrijk verzonaen.
wijze een beperking der Staatsuitgaven voor
den land- en tuinbouw plaats heeft. Immers
moet worden voorkomen, dat eene ratloneele
uitoefening van de bodemcultuur wordt ge
schaad, omdat daardoor niet alleen de belan
gen van de land- en tuinbouwbevolking, maar
daarmede die van de geheele samenleving
worden benadeeld.
Daarom is het Comité van oordeel, dat zoo
veel mogelijk moet worden vermeden schade
te doen aan belangen, welke de rechtstreek-
demie werd Zaterdagmiddag in het „Bayerlsche
Hof" een feestelij
ke bijeenkomst ge
houden. waarin
o.a. ex-kroonprins
Ruprecht van Beie
ren aanwezig was.
De president der
Academie, Gehelm-
rat Friedrich Von
Muller hield een
rede, waarin hjj o.a'
mededeelde wie
door den Senaat
met een bijzondere
benoeming waren
vereerd. Een zestal
bekende personen
uit wetenschappe
lijke, technische en
industrieele krin
gen werden be
noemd tot gewoon
Senator, terwijl tot buitengewoon Senator wer
den benoemd mevrouw Elisa Brandström-Ulig
te Dresden, de bekende econoom Prof.. Gustaf
Cassel te Stockholm, de dirigent Wilhelm Furt-
wkngler te Berlijn, de dirigent Arturo Tosca
nini, dedirigent Dr. Willem Mengelberg, te
Amsterdam en de directeur van de Duitsche
Rjjksradlo-omroep dr. Kurt Magnus.
Tot correspondeerend eerelid werd oa. be
noemd Dr. Rabindranath Tagore van de uni-
veraltelt van Calcutta.
Indien de Regeering en de Staten-Generaal
geen maatregelen hadden genomen om uen
prijs van eenlge der voornaamste producten
van den landbouw te steunen, dan hadden wij
thans prijzen gezien, waarbij onze landbouw
in den kortst mogelijken tijd er het loodje ge
heel bjj had moeten neerleggen.
De bletensteunwet heeft niet gebracht
wat er van verwacht werd, maar, waar de sui
ker prijzen den laatsten tijd een mln of meer
stijgende tendenz vertoonen, Is, wanneer die
stijging mocht doorzetten, een eenigszins loo-
nende bietenteelt te verwachten. De afzet voor
geproduceerde suiker zou niet weinig worden
bevorderd, wanneer van Regeeringswege, naar
het Fransche voorbeeld, de verglsting werd be
vorderd door splritusmenging in de benzine
voor te schrijven, terwijl In Duitschland het
percentage der splritusmenging in de benzine,
ingaande 1 October JJ. van 6 op 10 pet. werd
verhoogd.
De steun aan den Veenkolonialen landbouw
zal gebrekkig blijven, indien er geen weg kan
gevonden worden om het aardappelmeel door
verwerking in het brood of op andere wijze op
te ruimen. Zoolang het aardappelmeel bóven
de markt blijft hangen, kan er nimmer een
gezonde toestand intreden.
De tarwewet is de eenige maatregel, die
tot dusver onverdeelde voldoening heeft
bracht.
Waar de tarwe een product is waarvan
moeten Invoeren en gebleken is. dat het Vader-
landsch product van broodgraan alleszins ge
schikt is, zoodat uitbreiding van den tarwebouw
hier te lande gemotiveerd zou zijn, betreurt spr.
het, dat de Minister vooralsnog niet beëeid bleek
om de Staten-Generaal voorstellen te doen tot
verhooging van het maalpercentage, waardoor
stabilisatie van den gemiddelden prijs van f 12.
gehandhaafd zou kunnen blijven.
Wat de Crisiszuivelwet betreft meent spr. te
moeten zeggen, dat de bedoeling, die de Regee
rlng daarmede heeft gehad om aan den pro
ducent den kostprijs der melk te garandeeren,
alleszins juist en lofwaardig is. maar de uit
voering dier wet heeft tot dusverre niet ge
bracht wat wij daarvan mochten verwachten.
Was het de bedoeling van den wetgever om aan
den boer 5 A 6 cent per K. G. melk, als kostprijs
toe te kennen, tot dusver Is dit bedrag over de
sinds Juni geleverde melk lang niet bereikt, al
constateert spr. met groote voldoening, dat, nu
de Crisiscentrale sinds October 2 cent toeslag
geeft, men op den goeden weg is om het doel
der crisiszulvelwet te bereiken.
Het getob met de varkensprfjzen ligt nog
versch In het geheugen. De splitsing tusschen
bacon en zware varkens heeft veel moeilijkheden
veroorzaakt.
De wjjze waarop de Minister thans een rege
ling heeft getroffen voor het van accijns vrij
stellen der huisslachtingen heeft groote bevre
diging gewekt en heeft afdoende een einde ge
maakt aan een groote ontevredenheid.
Maandagmorgen werd In de St. Augustinus
kerk te Nijmegen ter gelegenheid van de ne
gende .Dies natalis” van de R.K. Universiteit
een plechtige H. Mis opgedragen door prof. dr.
R. Jansen O P. Het zangkoor der priester
studenten zong de liturgische gezangen.
Prof dr. Jac. van Glnneken S. J. hield tij
dens de H. Mis een korte toespraak, waarin
hij wees op de sterke macht, welke een daad-
werkelijk katholicisme kan Innemen tegenover
het communistische gevaar en de materialisti
sche politiek van Amerika.
Er was ditmaal een bijzonder groote belang
stelling, ook van de burgerij en zelfs van mill-
de langdurige economische depressie wel
zwaar wordt getroffen, haar veerkracht
houde en paraat blijve tot den tijd
deljjk besloten den tuinbouw tegemoet te ko
men. maar bij de enorme hoeveelheden, die op
uitvoer zijn aangewezen en niet uitgevoerd
kunnen worden, zal de steun, als de geruchten
juist zfjn. slechts uiterst matig zijn.
Wat het fruit betreft herinnerde spr. er aan.
dat wjj dit voorjaar een regeling hebben aan
gevraagd om den Invoer van het fruit te con-
tlngenteeren. De prijzen hebben zich voor kor
ten tijd zeer goed behouden doch thans moet
worden gevreesd, dat abnormaal groote invoe
ren ook hier enorme prijsdalingen zullen ver
oorzaken
Het zwaartepunt voor onzen land- en tuin
bouw ligt in de ultvoermogelijkheid. Kunnen
wij den uitvoer bevorderen, dan zal er opluch
ting komen en zullen daardoor de crisissteun-
wetten beter tot haar recht komen. Onze vrij
handelspolitiek. tot uiting komende in han-
delsverdragen, waarin de meestgunstiglng is
neergelegd heeft voor onzen uitvoer gunstig ge
werkt in een tijd, toen door nagenoeg alle Sta
ten het vrijhandelsbeginsel werd gehuldigd,
maar thans, nu alle landen trachten om zoo
veel mogelijk zelf in devoedselvoorziening van
hun volk tegemoet te komen, nu moeien ook
wij noodgedwongen een anderen koers gaan
volgen.
Wij moeten slechts koopen van die landen,
die bij ons koopen en den anderen, die wel aan
ons willen verkoopen, doch onze producten niet
willen ontvangen, moeten wij de deur wijzen.
In dit verband kan spr. niet nalaten zijn af
keuring er over uit te spreken, dat verschillen
de afdeelingen niet breken met de oude sleur
om hun steenkolen uit Duitschlarid te betrek
ken. Onze Hollandsche kolen zijn evengoed en
daarom behooren onze boeren en tuinders hun
brandstoffen voor huis en bedrijf uit ons eigen
land te betrekken.
Contingenteerlng kan er toe bijdragen de
binnenlandsche markt voor het binnenlandsch
product zooveel mogelijk te behouden, maar wij
produceeren veel meer dan voor de binnenland
sche markt noodlg is. Het overschot, dat de
prijs bederft, moet er uit en daarom is voor
land- en tuinbouw en industrie In de aller
eerste plaats noodlg: uitvoer, die alleen kan
worden bevorderd door een actieve handels
politiek, gebaseerd op wederkeerigheid.
Mocht dan. nadat w(j alles beproefd hebben
om uitvoer af te dwingen, het blijken, dat onze
pogingen mislukt zijn, dan eerst Is de tijd aan
gebroken om onzen land- en tuinbouw om te
zetten en terug te voeren op den weg. dien wjj
na de inzinking In de tachtiger jaren der
vorige eeuw verlaten hebben en van intensieve
cultuur terug te gaan tot den extensleven
graanbouw en Inkrimping van veeteelt en tuin
bouw, slechts produceerende, hetgeen wjj voor
onze eigen volkshuishouding noodlg hebben, me»
sluiting der grenzen voor buitenlandsch graan.
MÜNCHEN, FT October (VO.) Binnen
het kader van het Congres der Duitsche Aca
Bët Koninklijk Nederlandsch Landbouw-
*°®ité heeft aan de Tweede Kamer aangebo
den eenlge opmerkingen, waartoe de RijkB-
**itrootlng 1933 afd. Landbouw aanleiding
“eeft gegeven.
fctend wordt, dat men zich In verband met
- --J het
«reven naar bezuiniging In het algemeen zal
““eten neerleggen en dat dientengevolge de
“taatsuitgaven ook ten behoeve van den land-
taLS^>b°uw noodgedwongen moeten worden
“•“krompen. In velerlei opzicht zal dus het
**b*chelijke wijken voor het economisch mo-
«elijke.
Niettemin la het ntet onverschillig op welke
op zonder telkens herhaalde beredeneerlng en
als bij Intuïtie, zoodat wij ons zien in voortdu
rende aanschouwing Gods en Hem niet slechts
aanbidden in ons eigen wezen, maar evenzeer in
alles, wat.... bestaat, allereerst in den mede-
mensch, maafTTHte-^fiok in de natuur. In het
heelal, alom tegenwoordig' éfi alles doordringend
niet het werk zijner handen. Die inwoning en
inwerking Gods moet niet enkel het voorwerp
van Intuïtie wezen, maar zich in ons leven
openbaren, in onze woorden, en daden tot uit
drukking komen, uitstralen uit heel ons wezen
en optreden.”
Dit natuurlijk Godsbeeld zou men het ac-
tueele kunnen noemen, als het niet zóó profaan
klonk, wijl het zich aanpast aan de heden-
daagsche wljsgeerige stroomingen, die we gewe
tensvol hebben te bestudeeren, om er voor onze
christelijke zelfcultuur ons voordeel mee te doen,
waarbij we krachtig gesterkt worden door
het bovennatuurlfjke Godsbeeld, ons geschonken
in de Openbaring. Laten de verlichte katholieke
theologen ook in den bouw van het bovenna-
tuurlijk Godsbeeld die elementen vooropstellen,
die het meest overeenkomen met de geschetste
trekken van ons natuurlijk Godsbeeld.
De redenaar noemt één element, dat groote
bekoorlijkheid geeft aan ons Godsbegrip, name
lijk „de voorstelling. dat God in ons
woont"; dat de ontwikkeling der wljsgeerige ge
dachte „dit element op zoo bijzondere wijze naar
voren doet kanen" is een lichtpunt in deze
donkere tijden en een blij perspectief voor de
toekomst. Een optimisme, dat vooral steunt op
„den luisterrijken wederopbloei van de Aristote
lische en daarmede van de Thomistische wijs
begeerte."
Vermelden we nog, dat de hooggeleerde Car-
meliet aan het slot van zijn betoog een roerend
huldewoord spreekt over Haar, die genoemd
wordt „Zetel der Wijsheid".
Daargelaten deze sympathieke, overigens
eenigszins persoonlijke toevoeging. om den
ongewoon diepen hoofdinhoud moge deze rede
ook bjj nlet-katholieken de aandacht vinden,
die zij verdient, naast en boven vele rectorale
redevoeringen der laatste kwarteeuw, waarvan we
naarstlglük kennis namen.
We verheugen ons over de gelukkige tijdigheid
dezer rede in dit Bplnoza-jaar.
De Nederlandscbe Varkenscentraïe heeft aan
Zijne Excellentie den Minister van Economische
Zaken en Arbeid verzocht te bepalen, dat vanaf
24 October aa. het In voorraad houden, afleve
ren, vervoeren of doen vervoeren van varkens,
zwaarder dan 10 K.G., slechts zal zijn toege
staan wanneer deze voorzien zijn van de voor-
geschreven merken.
Deze merken bestaan uit twee letters, aan
duidende het district waar de varkens zich
bevinden en het merkteeken van de Centrale.
De merken moeten zijn aangebracht door de
in dienst van de Gewestelijke Varkenscentrales
staande merkers.
Wie bij zijn pleidooi voor een belasting
van goederen in de doode hand ook ietwat
wordt gedreven door de begeerte om „die”
rijke kloosters te treffen, moge zich dan
ook herinneren, dat het mes naar twee kan
ten snijden zou.
Toen de minister van Financiën in 1911
een lijst van goederen in de doode hand
óverlegde, bleek daar voor „kerkgenoot
schappen en kerkelijke kassen” dit uit:
Op een totaal bezit van ƒ92 millioen uit
vast goed en uit inschrijvingen grootboek
bezaten;
de Nederl. Herv. kerk 48.5 millioen
de overige Protestanten 13.5 millioen
de R: Kath. Kerk 23.5 millioen
Deze cijfers zijn welsprekend.
Om ze nog iets aan te vullen tot op onzen
tijd, hebben wtf over de laatste jaren de be
groetingen van Justitie geraadpleegd, waar
in de geschenken worden opgesomd en
waaruit wij op 23 September voor één enkel
jaar hadden geput.
Daarbij is ons het volgende gebleken
men herinnert zich, dat de rubriceering
door het Rijk ietwat zonderling werd inge
richt; maar het overzicht is niettemin dui
delijk genoeg. A. omvat Protestanten en Jo
den, B omvat Roomschen en Oud-Room-
schen. Om den indruk sprekender te ma
ken, veroorloven wij ons, de Joden en de
oud-roomschen te verwaarloozen.
A. Protestanten. Ontvingen in 25 jaar een
bedrag van 28.278.096.51%. Voor lande
rijen zit daarin 753 H.A., 64 A., 67 cA.
B. Roomsch-Katholieken. Ontvingen over
hetzelfde tijdperk 27.856.946.46. Voor lan
derijen zit daarin 1473 H.A., 12., 63 cA.
Derhalve ontvangen de Roomsch-Katho
lieken aan waarde 'n half millioen minder
dan de Protestanten. Doch daarin schuilt
tweemaal zooveel onroerend goed als bij de
Protestanten.
De cijfers, die wij aldus hebben bijeen ge
bracht, leveren allicht eenig nieuw inzicht
in de verhouding, die heerschen bij de
„doode hand”.
melde rede over het leidend Godsbegrip in de
geschiedenis van de Nederlandscbe cultuur. Een
voordracht, die we zonder overdrijving mogen
noteeren als een datum in Cf Katholieke cul
tuurgeschiedenis van den dag.
„Hoe is het Godsbeeld zoo verduisterd, dat
zoovelen er niet meer door getroffen worden?
roept de redenaar uit in zijn exordium. Is daar
tekort alleen aan hunne zijde? Of wordt
er iets van ons gevraagd om het weer in hel
derder licht te doen stralen over de wereld en
mogen wij de hoop hebben, dat een studie
vair het Godsbegrip dezen grootsten
aller nooden tenminste lenigen zal?”
Over dit wereldprobleem, grooter dan dat van
den stoffelijken nood, wil de spreker enkele ge
dachten op dit feestelijke uur ontwikkelen. Het
is de bedoeling niet van den hooggeleerden
Priester tegenover de honderdduizenden, neen,
mlllloenen, die Gods bestaan ontkennen en
hartstochtelijk bestrijden, het Godsbegrip
verdedigen.
„Er is apologie te
veel bewandelen wij den negatieven
van afweer en weerlegging, terwijl het edeler
en nuttiger is, op positieve wijze de waar
heid te doen stralen in het licht, dat
van haar uitgaat en a 1 t U d
bekoring heeft voor den
menschelijken
Dit alles wordt gezegd zonder eenige nadruk
kelijkheid; al wat hierboven gespatieerd is,
werd benadrukt door óns, om even de aandacht
van den vluggen lezer vast te houden.
Voor de oorspronkelijke en welsprekende wij
ze, waarop ons 't Godsbeeld getoond wordt in ver
schillende tijdperken van ons vaderlandsch ver
leden, van de prille jeugd onzer cultuur af over
de feodale, mystieke en scholastieke middentij-
den, over Moderne Devotie en Hervorming, over
Humanisme en Renaissance, over Aufklürung en
Modernisme tot de dagen van nu en morgen
moeten wqj den lezer verwijzen naar de gedrukte
rede zelve. Alleen moge hier nog worden aange
haald, welke elementen in óns rijke Godsbeeld
prof. Brandsma op den voorgrond stelt om te
komen tot een beeld aan deze tijden aangepast.
Immers, reeds in den aanvang van zijn betoog
heeft hij gewaarschuwd, niet al te veel op het
oude te steunen en de traditioneele voorstellin
gen voldoende te achten. „Nieuwe tijden
vragen nieuwe vormen”; ook en aller
eerst hier. Hoe hebben w ij dus ons Godsbeeld
te vormen? Het antwoord luidt op blz. 26: „Wij
moeten allereerst God zien als den dlepsten
grond van ons wezen, verholen in het meest in
nerlijke onzer natuur, maar daar toch te zien
en te aanschouwen, na eerste beredeneerlng
duid^jjk kenbaar, bU geregelde Instelling daar-
gend uiteen, hoe in de philosophic als hoofd
vak met een moderne taal of geschiedenis als
bijvak een bevoegdheid te bereiken viel, die een
levenspositie in de maatschappij kon waarbor
gen.
Prof. Brandsma behoort niet alleen aan zijn
universiteit, ook in andere geleerdenkringen is
hij gezien en gevierd: met name gaan de let
terkundigen der Katholieke Wetenschappelijke
Vereeniglng groot op hem als een der meest
beminde Priesters onder de leden.
Heden, ter blijde viering van den 9den ver-
jaardag der Carolina, treedt prof. Brands-
zêlfdT jaar zette hij in een brochure overtui- ma op als rector magnificus met de bovenver-
ten doel hebben, opdat deze, die thans door
zeer
be
noude en paraat blijve tot den tijd van op
leving, welke, hopelijk, binnen niet al te lan
gen tijd zal mogen aanbreken.
In dit licht bezien heeft het Comité de
vermindering der Staatsuitgaven getoetst op
hun onmisbaarheid en is daarbij gekomen tot
enkele opmerkingen, waaraan we het vol
gende ontleenen.
Met instemming is kennis genomen van de
aanvrage van een bedrag, teneinde te komen
tot het aanstellen van een Directeur-Generaal.
Daar de landbouw vooral in dezen moeilijken
tijd voor alles behoefte heeft aan een zoo
efficient mogelijk functlonneeren van de ver
schillende deelen van den omvangrijken Rljks-
dienst op landbouwgebied, welke dientengevol
ge een centrale leiding niet kan ontberen,
wordt dit ten zeerste toegejuicht.
Opgemerkt wordt, dat bij den post: oplei
ding en ontwikkeling van leerkrachten welke
met circa 1/3 van het in 1933 toegestane be
drag is verminderd, elke toelichting ont
breekt.
Het is voorts minder gewenscht, dat de be
perking zich tot bepaalde soorten van cur
sussen bepaalt, aangezien de behoeften van de
praktijk in dit opzicht maatstaf moeten zijn.
Teneinde het' cursusonderwijs zooveel mogelijk
onverminderd voortgang te doen vinden, zou
het minimum aantal leerlingen per cursus
kunnen worden verlaagd, terwijl daarnaast
aan het aantal cursussen een grens zou kun
nen worden gesteld.
Als gevolg van de slechte uitkomsten der
landbouwbedrijven sluiten de exploitatiereke
ningen der proefboerderijen met een tekort.
Gaat men op de in 1932 toegestane bedragen
tot dekking daarvan bezuinigen, dan is het
eenige resultaat, dat deze tekorten nog groo
ter worden. Van meening, dat het hier betreft
instellingen, welke voor de ontwikkeling en
voorlichting van den boerenstand van groote
beteekenls zijn en welketen doel hebben be
langrijke vragen der practjjk meer nauwkeurig
te onderzoeken, is het Comité van oordeel,
dat de groote algemeene landbouwbfelangen.
welke deze proefboerderijen, vooral in deze
benarde tijden, dienen, alleszins rechtvaardi
gen de nadeellge saldi .pp de. .exploitatiereke
ning dezer proefboerderijen uit de rijksmid-
delen te bestrijden.
Het is dringend noodlg en daarom zeer toe
te juichen, dat het rijkssubsidie ten behoeve
van den belangrijken bedrijfstak, de varkens-
fokkerij, aanzienlijk is verhoogd en dat gelden
zijn uitgetrokken ter bevordering van ratloneele
veevoeding.
Overnemen van hypotheken
Opmerkingen van het Landbouw-
comité
De nieuwe Rector Magnificus van de Keizer
Karel-unlversltelt werd geboren te Ugoklooster
bij Bolsward, op 23 Februari 1881. Zijn hu
maniora deed hij te Megen en trad in 1898 in
de Orde van den CarmeL Na voltooiing van
zijn wljsgeerige en godgeleerde studiën in Ne
derland, werd hij naar Rome gezonden, waar
hij aan de Pauselijke Universiteit der Jezuïeten,
de Gregorlana, in 1909 het doctoraat in de
philosophic behaalde.
Van 1909 tot 1923 onderwees dr. Brandsma
vooral psychologie, cosmologie en geschiedenis
der wijsbegeerte aan het philosophlcum der
Carmelieten te Oss. Bij de stichting der Katho
lieke Universiteit in het laatstgenoemde jaar
werd de geleerde Carmellet geroepen tot het
professoraat in de mystiek, de philosophic en in
de geschiedenis der philosophic.
De „Vox Carolina" van heden herinnert er
aan, dat prof. Brandsma ijverde voor de we
derinstelling van het candidaats-examen in de
wijsbegeerte, om dit vak aan de R. K. Univer
siteit meer te bevorderen; wat bij Kon. besluit
van 25 Maart 1925 werd goedgekeurd. In dat-