Restauratie van monumenten
In het land van St. Alfonsus
De Vampyr met de viool
I
Jw
HET EERSTE KLOOSTER
VAN DEN-HEILIGE
„Kwaadwillige
vernieling”?
EEN KUNSTENAARSLEVEN
en overwonnene
t-v. ’V.
F”*
Radicale werkwijze
De restauratie van de Maasbrug te Maastricht
Het Graf van den Heilige
Paganinitis
21
Reactie
Koning
Eerste kamervirtuoos
1
De bekeering van frater
di Meo
Frederik Willem IV benoemt
t Paganini tot
„eersten kamervirtuoos
Het plan van rijksbouwmeester
Bremer voor restauratie der
Romaansche Maasbrug
te Maastricht
Men staat verstomd over den
uiterst kloosterlijken een-
eenvoud en de
armoede
fci'-
Donderdag 27 October het hon-
derdvijftig jaar geleden, dat de
Italiaansche vioolvirtuoos Paga
nini werd geboren.
steeds in hun
M.
bloemen
gebeurde weer in de eerste jaren. Er bewaard gebleven als in den tijd.
aan
met
die
in Weenen niet een brief van zijn moeder over
leggen om te bewijzen dat hij een mensch was,
en geen duivelskind, zooals men beweerde? Wel
iswaar heeft hij geen gewag gemaakt van zjjn
vader. Dien -haatte hij hartgrondig. Het was
een bootwerker uit Genua, die hem van jongs
af aan met bedreigingen en slaag dwong, om
heele dagen op de vlooi te oefenen....
mogelljk, dat die dreigende blik en die stem'
alleen maar bestonden in de overspannen ver*
beeldlng van den novice, en waarschijnlijk zal
zjjn novicenmeester hem daArom ook welnlet
gehouden hebben; maar een feit is. dat Pater
di Meo later een steunpilaar werd van de jonge
congregatie, zoowel op gebied van missiepredi-
king als op wetenschappelijk gebied.
Een zekere reactie bljjft echter niet uit.
Vijanden strooien allerlei praatjes over hem
rond. Hier en daar begint de belangstelling te
verflauwen. Eenige avontuurtjes, die den kun
stenaar vroeger des te interessanter maakten,
worden nu gereleveerd om hem als een slecht
sujet voor te stellen. Ziekte dwingt hem boven
dien een poos rust te nemen.
Eq gedurende den tijd, dat hü niet optreedt.
dan
hü
B
•laj
dry
U
did
mi®
«Pg
offe
we
zijn
we
bei
da
He
•cl
ste
mi
ne
ge
de
lie
uit
Na
he
de
fre
Vo
VOi
toe
bei
we
te
Rii
hei
er
Lei
dei
wa
ie
we
•ff
teg
te
Ut
rai
we<
;ee
en
tai
>in
ter
Pn
tn<
3rt
nli
•ei
nz
«o
•ak
an
fes
tn<
del
ioe
no
F
c
V
li
F
d
si
j<
n
h
L
g'
n
P
m
v<
ai
re
st
di
Wi
Wi
Pi
ee
dt
m
te
ge
de
ni
lit
op
le<
ganlnl?!
Daar staat het: „Drie maal verhoogde entrée-
pr ijzen.”
Maar Parüs is verlicht genoeg om de schou
ders op te halen. Mea gelooft niet aan de ver
balen die over den „vampyr met de viool” de
ronde doen; hü zou een verbond met den dui
vel hebben gesloten en daaraan de bovenmen-
•chelüke techniek te danken hebben, die het
Oostenrüksche en het Duitsche publiek waan
zinnig van geestdrift had gemaakt. .Waan
zinnig” is niet te veel gezegd, getuige on. de
afbeelding (een Duitsche lithographic uit 182»)
waarop men de bezoekers het podium ziet be
stormen om den meester hulde te brengen.
In Parüs was Paganini ten tüde dat de men-
achen zich spottend uitlieten over de aanplak-
Bologna, Weenen. Berlijn, iedere stad was een
gedeelte van den weg naar onsterflükheid. Hü
slaagde erin Duitschlands hoofdstad op slag te
veroveren, schoon oorspronkelük allen tegen
hem waren, in X bijzonder de Duitsche musici.
Op Koning Frederik Willem IV maakte hü
zoo’n onvergetelüken Indruk, met zün twintig
variaties op Heil Dir im Siegerkranz", dat de
vorst hem tot „eersten kamervirtuoos” benoem
de. Wat schreef de gevreesde, scherp-tonglge
recensent Rellstab? .Paganini houdt de ziel
gevangen met een gouden draad ea dreigt haar
den toehoorder uit het lichaam te trekken.”
Na Parüs volgt Londen. De honoraria zün
fantastisch hoog. Vijftien concerten brengen een
kwart millioen francs op. Aristocratische Engel-
sche dames, die Paganini eens van dichtbü wil
len beküken. betalen voor één uurtje een be
drag, dat gelük -taat met zeshonderd Holland-
sche guldens, welke som men gerust mag ver
dubbelen, wanneer men de toenmalige waarde
van het geld in aanmerking wil nemen.
Engeland is afgegraasd. De wtg naar huis
voert over Parüs, waar cholera woedt. Deson
danks speelt Paganini voor uitverkochte zalen.
En opnieuw vangt het reizen aan; dwars door
Europa; van Oost naar West en van Scandi
navië naar Spanje.
heilige zelf het penseel nam en misschien wel
het mooiste stukje schilderde, dat hü ooit ge
maakt heeft.
in een ouderwetschen rok. hü buigt op een
eenigszins linksche <manler. Daarop begint hü
te spelen. Reeds bü de eerste maten is het pu
bliek volkomen in den ban van het büna bo-
venaardsche spel Blüdschap, vreugde, verdriet,
waanzin, het wordt alles uit X wonderinstru
ment te voorschün getooverd en deelt zich on-
middcllijk aan de toehoorders mee.
Men zegt, dat tijdens dit eerste Parljsche con
cert de eene snaar na d'- andere sprong, totdat
nog slechts de G-snaar Intact was Deze werd
toen door Paganini op zoodanige wijze bespeeld,
dat het met behulp van een volmaakte viool
niet beter had gekund.
1) De heer W. van Konünenburg spreekt in
het bedoelde stuk o.m.: „het is of de restauratie
van dit prachtige bouwwerk aan vandalen werd
opgedragen.”
2) Vroegere restauraties, in de zeventiende en
achttiende eeuw, moeten nog radicaler zün ge
weest. Aangenomen wordt immers, dat wel de
oude Romaansche vormen grootendeels behou
den zijn, maar dat het materiaal van gewel
ven. züwanden. stroombrekers en steenbeeren
in zün geheel pas een paar honderd jaar oud is.
kan stroomaf niet gemist *worden
stroomop, omwille van de symmetrie,
bracht.
De H. Alfonsus, in de grot van Scala door
een verschijning van Maria begunstigd,
bespreekt met Haar de zaken zijner
Congregatie
biljetten, die zün komst meldden, nog niet ge
weest.
„Hü zal leelük op zün neus küken, als hü de
leege zaai ziet,” luidde de openbare meening.
„Parüs laat zich niet overdonderen.”
De voorverkoop duurt acht dagen.
Op 9 Maart 1831 ir het voor het operage
bouw.... zwart van de menschen. Honderden
moeten worden teleurgesteld. Zün de Parijze-
naars gek geworden?
Het orkest brengt eerst een symphonie van
Haydn ten gehoöre. Men heeft er ternauwer
nood aandacht voor.
Dan verschünt, nadat de zenuvten der onge
duldig wachtenden tot het uiterste op de proef
zün gesteld, een donkere, dorre gestalte, gehuld
De vader van den H. Alfonsus, Don Josef dl
Liguori. had zich allengs met het leven van
zün zoon verzoend. Dikwijls, als hü van zün
zeereizen terugkeerde, kwam hü in Cloranl bü
zün zoon een retraite maken; en het schünt
zelfs, dat de H. Alfonsus zün wondermooie
boekje: ,JDe bezoeken aan het H. Sacrament”
juist voor zün vader heeft geschreven.
Bü gelegenheid van een dezer retraites schonk
Don Josef ook een geschilderd kruisbeeld aan
het klooster, dat Sint Alfonsus als jong gees-
vóór zün priesterwüding
geschilderd had. Ook vier beeldjes van den lü-
denden Zaligmaker, die Don Josef op al zün
zeereizen meenam. gingen toen aan het kloos
ter van Cloranl over, waar zü met het kruis
beeld nog altüd een sieraad zün voor de sa
cristie van de kloosterkerk.
In de kerk zien we op het altaar van den
heilige het eerste beeld van Sint Alfonsus, dat
nog door een tüdgenoot gebeeldhouwd is; ver
der worden bü dit altaar nog enkele relikwieën,
zooals müter en sandalen, bewaard.
Het
was een drukte van belang bü het klooster.
Vele arbeiders waren bezig een geweldig stuk
eikenboom, die als wünpers dienst moest doen,
óp zün plaats te brengen, maar hoe zü ook
sjouwden en zwoegden, het bleek veel te zwaar
te zün. Toen zei Pater di Liguori: .Jongens,
gaat maar eerst eens eten, misschien zal het
daarna beter gaan Wie schetst echter de ver
bazing van de heele kloostergemeente en van
de arbeiders, ^toen zü terugkwamen en de
zware eik keurig op de plaats lag, waar hü
liggen moest. Niemand begreep er lets van,
alleen was het zeker, dat in den tussehentüd
niemand anders dan Pater di Liguori bü den
elk geweest was. Pr.ter di Liguori zweeg er
echter over en niemand durfde er hem naar
vragen
gingen, als het verlagen der gebouwtjes voor de
hefwerktuigen.
Na beschouwing der betreffende plannen,
dringt zich wel een bewaar op. Men heeft ge
poogd de nieuwe brug aan de oude aan te pas
sen, wat niet gelukte.
Nu lükt het of men de te verbou
wen oude brug weer aan de n ie uwe
aanpassen wil!
De vorm der ontworpen stroombrekers wükt
b.v. aanmerkelijk af van de bestaande en herin
nert aan dien der Wilhelminabrug.die geen
algemeene bewondering verwierf. Zeker, uit
historisch oogpunt van voor den spitsen vorm
iets te zeggen, doch verder?..,.
De Llmburgsche architect Boosten meent, dat
„een storm van verontwaardiging zal ontstaan”
tegen deze plannen. Aanleiding tot critlek zul
len ze wel geven. Maar een ding, een steen
des aanstoots, blijkt noodzakelük: de gebouw
tjes bü de metalen overspanning zün onvermü-
dehjk, ze bevatten de hefwerktuigen en hun
ruimte wordt, tot onder het dak toe. geheel ge
vuld. De pylonen aan de Westelüke züde zullen
is een brief van den Italiaanschen wonder-
mensch gekomen; het couvert blükt twintig
duizend francs te bevatten.
In korten tijd weet heel Parüs, dat Paganini
een jong kunstenaar de som van fr. 20.000 heeft
cadeau gedaan. De Parijzenaars zün wantrou
wend geworden. Is het alles humbug?
Ach, den zieken Paganini kan geen reclame
meer helpen. De doktoren sturen hem naar het
Zuiden.- Alles tevergeefs. lederen dag worden
de pünen erger. Hü kan zich alleen nog met
behulp van pen en panier uitdrukken.
Te Nice wil hü on een dag dat hü hevig#
koorts heeft, nog éénmaal zün geliefd instru
ment bespelen. Dan krügt hü een hartverlam
ming.
De nog jeugdige Franz Liszt schrüft:
„Paganini's levensvlam is uitgedoofd; met
hem verdween een van die wonderbaarlüke
scheppingen die de natuur ons schünt te geven,
alleen om ze zoo snel mogelük weer op te
eischen een phenomeen, zooals het rük der
kunst slechts éénmaal, deze eene haal, heeft
aanschouwd.
Het alarmeerende schrijven van den heer
W. A. van Konünenburg in de „N. R Ct.” van
2 October IJ. heeft heel wat beroering gewekt.
Vermoedelük op de eerste plaats, omdat velen
in de meening verkeeren, dat de bekende wa
terbouwkundige hierin aan het woord is 1). Het
stuk bleek echter van de hand van den kunst
schilder, een broeder van den ingenieur, die
samen met ir. Klink de nu in uitvoering zünde
plannen tot restauratie van het monument ont
wierp.
Daar we konden ervaren, dat de radicale
werkwüze, toegepast ten opzichte van de ver-
maarde Romaansche Maasbrug in üitgebreide
kringen (we denken aan een tafelspeech op den
Zevenden Monumentendag) verontrusting wekt,
komt het ons niet ondienstig voor hierbü het
een en ander omtrent deze restauratie en den
aard van het middeleeuwsche gewrocht mede te
deelen.
De oude brug moet, na verbouwing, voldoen
aan verhoogde eischen, te stellen door den
waterafvoer (pl.m. 20°/. meer bü hoog water,
door sluiting van den Heugemschen overlaat) en
de vaart met 1000—2000 tonsschepen in leeg-
vlak bü hoogste vaarpeil. Het een en ander
V maakte noodzakelük het opruimen van twee
bogen (onlangs door de genie opgeblazen) een
PÜler en het landhoofd. Er komt nu, aan de
Wüker Züde, een overspanning in metaal, van
50 meter. Deze zal beweegbaar wezen, reden
waarom er hefwerktuigen in pylonen of kleine
gebouwtjes aan gebracht moeten worden.
Het „resteerende" deel der oude brug was in
den loop der jaren, wegens onvoldoende onder
houd, schade veroorzaakt door zwaar verkeer
en onderspoeling, in minder goeden staat ge
raakt. Een paar maal kwam het tot instortin
gen aan stroombrekers en pijlers, vorig jaar be
zweek een stuk van den Noordelüken züwand.
Angstig momentje; tietallen voorbü gangers
.hoorden de steenen in de rivier plonsen, gingen
fcjken over het staketsel en stonden op een] besproken, wat aanleiding gaf tot enkele wüzi-
stbep, die in de lucht hing en enkel door het
gegoten üzeren hekwerk samengehouden werd!
Verder bulkten verschillende deelen der oude
borstwering bedenkelijk uit, hing het brugdek
als ean vaatdoek over de pülers, liepen scheuren
door de gewelven, enz.
Laat er dah ook geen gevaar voor instorting
bestaan hebben, het treffen van voorzieningen
w%s dringend noodig en kon, nu zonder bezwaar
geschieden, wül, door het vergrooten van het
afvoervermogen, de brug voor het verkeer toch
gedurende anderhalf Jaar afgesloten moest wor
den. Men heeft de restauratie radicaal aange
pakt 2). De derde boog, van den Wüker kant.
Werd geheel afgebroken, doch zal. wanneer de
nieuwe groote pülen> begin van deju stroom-
geleldenden dam meteen klaar is, opnieuw
opgetrokken worden. Men brak ook de recht-
standsmuren af, tusschen de gewelven, en ver
wijderde natuurlük meteen brugdek, borstwe
ring, staketsel en vulling. Momenteel ziet men
dus enkel zes gewelven meer, leunende op halve,
nog wat uitgeholde pülers. Het valt te begrij
pen. dat menigeen de schrik om het hart sloeg
Des anderen daags bezochten wü de kerk van
Pagani, waar St. Alfonsus in vol bisschoppe-
lük ornaat onder het altaar rust. Rondom in
de kapel hangen 15 lampen, die dag en nacht
voor het graf branden; iedere provincie heeft
hier haar lamp bij het graf van den stichter.
Ook hier is een rommel van verbouwing en
restauratie, wat echter niet verhindert, dat we
enkele oogenblikken stil op de trappen van het
altaar neerknielen; het graf van een heilige is
immers voor velen de eindpaal van lang ge
koesterde wenschen
Achter deze kapel komen we in een vertrek,
waar ons ineens van een van de wanden een
God
groote
van Assisië met zün
woordelük geworden blijheid en Sint
die tot het sombere geneigd was; twee groote
tegenstellingen, en toch beiden groote heiligen.
wüs, hoe
karakters
Franciscus
Toen de heilige Alfonsus zich van zün bis
dom .Hint Agatha der Gothen” had terugge
trokken. leefde hü stil het leven van een een
voudig kloosterling in het klooster van Pagani;
op de eerste verdieping had hü eep kamer,
waar boven zün eenvoudige krib met stroo-
■zak een ï^msbeeld hing, dat hü zelf geschil
derd had, verder vormden er een kleine hou
ten tafel en een stoel de eenige meubileertng.
Naast deze kamer hadden de paters een andere
kamer in laten richten tot kapel, waar de hei
lige in de laatste jaren van zün leven het H.
Misoffer op kon dragen en waar, toen dat zelfs
niet meer kon iederen dag. een pater voor den
heilige de H. Mis las. In dit vertrek stond ook
nog een „cymbaal” een soort ouderwetsch
klavier waarop de heilige zün wonderschoons
gedichten componeerde. Veel van zün Maria-
liederefl worden nog steeds gezongen, ook in
ons land, zooals het lied„O bella mia Spe-
ranza”: O, gü mün schoone Hope”.
Met behulp van zün trouwen kamerdienaar
Alexis, kon Sint Alfonsus in zün laatste jaren
nog iederen dag den Kruisweg bidden, die in"
de gang naast zün kamer aangebracht was.
Al deze herinneringen aan den heilige zün
toen Sint
Alfonsus nog in leven was; de sterfkamer mag
niet meer betreden worden, maar vanuit het
vertrek er naast, dat nog steeds als kapel in
gericht is. kan men door een traliehek de
sterfkamer toch goed zien. De broeder trekt ook
met "n touw de bedekking van de houten slaap-
kribbe op en dan zien we den stroozak van den
heilige en de grove dekens, nog juist in den-
zelfden toestand als het na den dood van den
heilige was. -•
Ook de kruisweg in de gang mngt er nog
altijd en nog dagelüks bidden de kloosterlingen
hier de staties op het voorbeeld van-hun grooten
Vader.
In den hoek van het gebouw verbreedt zich de
gang tot een vestibule, van waaruit men een
heerlük uitzicht heeft op de omgeving en op
den steeds dreigenden Vesuvius. Het moet tijdens
de laatste levensjaren van Sint Alfonsus ge
beurd zün, dat de Vesuvius weer zulke vuur
zuilen uitbraakte, dat er ernstig gevaar bestond
voor een groote uitbarsting. Het volk van de
omgeving liep naar de paters van Pagani. ieder
een smeekte God, dat Hü die ramp toch zou
afwenden. Enkele paters gaan naar de kamer,
waar Alfonsus stil zit te bidden. Door hen onder
steund kan de heilige het venster bereiken van
waar men den Vesuvius in al zün verschrikking
bezig ziet, en waar büna het heele klooster ver
zameld is. Op een ingeving van God heft Alfon
sus zegenend zün hand op over den Vesuvius
en plotseling zakt de vuurkolom in den krater
terug. Vanaf dat oogenbllk was het gevaar voor
een uitbarsting geweken.
Het noviciaat moeten we ook zien; als we in
de kapel komen, gaat juist het Lof beginnen
en een van de novicen zit met uitgespreide vin
gers over een oud bouwvallig harmonium ge
bogen. gereed om zoodra de priester de kapel
zal betreden, eenige welluidende accoorden aan
het .instrument te ontlokken. We trekken ons
dus bescheiden terug, maar buiten gekomen
drukt ons gezicht toch even een vraagteeken
uit omtrent een Kerstmiskribje, dat we in de
kapel hadden zien staan, en dat nu juist niet
erg overeenkwam met de moordende hitte van
den zomer. Onze geleider vertelde ons dan.hoë
het in het Italiaansche noviciaat gebruik is
eiken vijf en twintigsten van de maand de ge
boorte van Christus te herdenken; er worden
dan bepaalde oefeningen gehouden, waarvan
de muziek waarschünlük nog door Alfonsus zelf
en dat men in de provinciale pers koppen lezen
kon als: „de afbraak der oude brug.”
Was hetgeen hier geschiedde onvermüdelük?
We meenen van wel. Ook de Rüksmonumenten-
commlssle en de Rüksbouwmeester moeten, met
Waterstaat, van deze meening zijn geweest,
want ze hebben met deze methode van verböu-
wen en herstellen ingestemd. De slechte toe
stand van vele steenen maakte vérgaande, tüde-
lüke afbraak noodzakelük. Bü de verbouwingen
in de zeventiende en achttiende eeuw heeft men
zich bediend van „Calcair de Visé”, een minder
goede steensoort, zeer ongelük van lagen. Door
verwering en anderszins zijn heel wat van de
steenen gesprongen. Om echter zooveel mogelük
het oude materiaal te behouden, heeft men de
steenen genummerd vóór het uitbreken en ze
in volgorde opgeborgen. Wie even rondwandelt
over dit kerkhof van stèenen, ziet terstond hoe
verworden, gebarsten, afgebrokkeld en ver
weerd vele waren. De helft kan dan ook niet
meer gebezigd worden. Ger-ed liggen al de
nieuwe bekapte stukken devonische kalksteen
uit Zuid-Belglë, van kleur nauw verwant aan
de steenen der oude brug, welke de oude moeten
vervangen. -
Bü het blootleggen der gewelven bleek wel,
dat de bovenbouw der brug nog hecht ineen
zat, dynamiet en afbouwhamers met perslucht
kwamen erbü te pas Meteen kon men ook erva
ren. dat er voorheen wat onregelmatig gebouwd
was; de metselspecie in de voegen bleek op
plaatsen vergaan. De pülers staan op den grint-
bodem. feitelük zonder fundamenten, 2.50 M.
onder den waterspiegel. De nieuwe püler. waar
voor de werkput nu klaar Is. begint 5 M die
per!
Wanneer men den staat van onderhoud van
het monument kent, zal men moeten toegeven,
dat radicale maatregelen noodzakelük waren.
Die zün, voor wat Waterstaat zelf betreft, het
maken van contra-gewelven onder pülers en
bogen, het optrekken der afgebroken recht-
standsmuren. het herstellen der borstweringen
en het uitvoeren van reparaties aan de bescha
digde pülervoeten.
Een andere vraag is natuurlük. of de restau
ratie in aesthetisch opzicht mee zal vallen, doch
dit behoort niet meer tot de verantwoordelük-
heid van Waterstaat, maar tot die van den
Rüksbouwmeester en met hem van de Monu
mentencommissie. De Raad van Maastricht
werd hierin niet gekend doch defce Raad leverde
in 1926 de brug ook, zonder voldoende voorbe
houd, aan Waterstaat uit. Intusschen weten-
we uit goede bron, dat B. en W. dezer stad,
evenals de plaatselüke Schoonheidscommissie,
met de verbouwingsplannen in kennis zün ge
steld. Met Rüksbouwmeester Bremer zün ze ook
gemist kunnen worden, doch zün bedoeld als
equivalent voor gebouwen op den Maasmolen-
dijk. behoorende tot de Wilhelminabrug. Zün
de vormen dezer gebouwtjes erg hinderlük? Ze
doen op het plan sober en zakelük aan. Histo
risch hebben die aan den Wüker kant boven
dien nog recht; voorheen stonden er. met mili
taire bedoelingen, soortgelijke. Er komt ook nog
een soort balcon, gaande van de brug rond deze
pylonen of hoe men ze heeten wil. Valt dit
aesthetisch, mee? Vermoedelük niet, doch het
en wordt nu.
aange
juicht het wispelturige publiek reeds andere
uitverkorenen toe.
k Men vraagt zich af, of dit het begin van het
einde beteekent.
Maanden gaan voorbü.
Eensklaps doet de mare de ronde: „Paganini
is gestorven.’ De kranten publlceeren verhan
delingen over hem. Maar onverwacht verschünt
de doodgewaande In de Seine-stad. Mogelük
was het heele bericht een reclame-truc.
Niemand weet het. Doch een feit is het. dat
de oude Paganini het land der levenden al
heeft verlaten: overgebleven Is een gebroken
mensch, die tengevolge van een keelziekte nau-
welüks kan spreken.
Het geluk heeft zich van hem afgewend. Nooit
meer zal de eens zoo gevierde artist de oogen
en ooren der wereld op zich weten te vestigen,
gelük vroeger Jonge talenten hebben een plaats
veroverd. Het oude heeft afgedaan.
Weliswaar ontbreekt er nog wel iets aan den
roem van jeugdige musici en toondichters, maar
zü trekken in ieder geval *Je aandacht.
De jonge componist Hector Berlioz heeft zeer
met geldzorgen te kampen.
Vrienden organiseeren een con
cert, waarvan de opbrengst voor
hem bestemd zal zün. De zaal is
maar matig bezet.
Berlioz, die uit wanhoop niet
meer in zün eigen roeping ge
looft, begint met de symphonie:
„Uit een kunstenaarsleven”. De
aanwezigen zün geweldig onder
den indruk. Maar het meest ont
roerd is een man in een donke
ren hoek van de zaal: Paganini.
De man, dien men zich alleen óf
stuursch óf ironisch kan voor
stellen, zat te snikken. Onge-
twüfeld kwam zün eigen loop
baan hem voor den geest. Men
stoot elkaar .aan.
Dan gebeurt het ongelooflijke;
de oude meester snelt naar voren
en knielt voor den jongen com
ponist. Spreken kan Paganini
niet meer, maar hü is een en al
enthousiasme.
Als Berlioz thuis komt, wacht
hem een nieuwe verrassing. Er
Ciorani, met zijn vüfhonderd inwoners, is
een van die schilderachtige, wereldvergeten
dorpjes, die als witte opengebloeide
tegen de bergen van het Sorrentünsche schier
eiland aanhangen.
Hier was, gelijk we al even opmerkten, het
eerste eigenlüke klooster van de Redemptoris
ten. want ofschoon de congregatie in Scala ge
sticht is, moest Sint Alfonsus daar toch vrü
spoedig weg door het hitsen en stoken van
de machtige heeren uit de omgeving. Toen be
gon de heilige met den bouw van Ciorani. welk
klooster nu nog geheel zoo is als Alfonsus het
heeft geteekend en laten bouwen. Alleen heeft
men haast overal van twee kamertjes één ge
maakt, omdat nog tijdens het leven van den
heilige aan het licht kwam, dat zü veel te klein
waren. In het noviciaat, dat in dit klooster ge
vestigd is, heeft men echter uit piëteit enkele
kamertjes in hun oorspronkelüken vorm ge
laten. Op onze wandeling door het klooster
heeft onze vriendelüke pater ons verschillende
kamers van paters en fraters-novicen laten
zien en pile twee hebben we verstomd gestaan
over den uitersten kloosterlüken eenvoud en ar
moede, die er heerschte.
In het klooster van Ciorani heeft Sint Al
fonsus vroeger twee kamertjes bewoond, van
waar men een heerlük uitzicht heeft op de
bergwereld rondom. Deze belde kamertjes zün
nu in een kapel veranderd, zoodat er weinig
is, wat nog aan den heilige doet denken. Alleen
hangt er tegen een van de wanden een klein
schilderstukje van de Madonna, waaraan een
heele geschiedenis verbonden is.
Alfonsus was n.l. op missie in Foggia, waar
een heel oude schilderü van de Madonna be
waard werd, welke Madonna van het volk den
titel had gekregen van de Madonna van de
zeven sluiers, omdat niemand het gelaat meer
kon onderscheiden. Tüdens de preek ter eere
van de H. Maagd nu, straalde er een licht van
uit het schilderü en onder diepe ontroering van
het heele volk, raakte Alfonsus in extase hü
het aanschouwen van de Madonna. Later droeg
Alfonsus aan een schilder op, de Madonna te
schilderen en hü legde den schilder uit, hoe hü
de Madonna geziefi had. Maar trots alle po
gingen kon de schilder niet slagen, totdat de
wier roem en zielenüver nog
ordes voortleven.
Liever dan naar het schilderü küken
naar al de voorwerpen, die de heilige in
leven gebruikt heeft; in een glazen kast den
we paramenten, verder kleeren, borden, lepels
messen en vorken, ook zelfs een glazen buisje’
waardoor de heilige op het laatst van zün
leven moest drinken, omdat zün hoofd te ver
op zün borst gezakt was.
Verder is de heele ruimte in het vertrek in
genomen door ex-"Voto’s, die in de meest spre
kende kleuren vertellen, hoevelen hier al In alle
soorten ziekte en nood door de voorspraak van
Sant' Alfonso geholpen zün.
Bü onze verdere wandeling vertelt ons de
broeder, dat Sint Alfonsus zelf de teekeningen
voor den bouw van het klooster gemaakt had
ook voor den tuin moet de heilige altüd veel
zorg gedragen hebben, met piëteit wordt er dan
ook nog steeds een citroenenboom „bewaard”, die
door den heilige geplant is.
Als we de houten trap van het klooster op
gaan. komen we bü een klok, die ook nog uit
den tüd van Sint ^Ufonsus zün moet. Boven de
wüzerplaat staat: „Tlnnitum quoties dabat hic
horarius. inde Angellcum Alfonsus mox recitabat
Ave.” Zoo dikwüls deze klok sloeg, bad Alfon
sus de Engelachtige Groetenis. Als onze leids-
jnan ziet, dat we voor deze spreuk nogal be
langstelling hebben, vertelt hü ons, dat daar
vandaan ook nog de godvruchtige gewoonte be
staat bü de Redemptoristen, om bij het slaan
van de klok een „Wees Gegroet” te bidden.
Het succes was onovertroffen. Noch vóór,
noch nadien is in de Parüsche opera een der-
gelüke razernü aanschouwd.
En evenals overal eiders breekt in de licht
stad een soort besmettelüke geestesziekte uit,
die door een saytricus „Paganinitis” werd ge
noemd. Men spreekt over niets anders dan over
den duivelschen viool-vlrtuoos. Wanneer hü zün
hotel verlaat, omstuwt hem de menigte. Vooral
X vrouwelük geslacht is in grooten getale ver
tegenwoordigd.
In de winkels ziet mer uitsluitend portretten
van Paganini en geen andere afbeeldingen meer.
Op de menu's van groote restaurants verschü-
nen de namen van schotels ,A la Paganini".
Men verkoopt Paganini-broodjes, maakt reclame
met Paganini-kapsels en draagt Paganini-hoe-
den.
De kranten publlceeren dagelüks artikelen
over hem. lofliederen op hem, gedichten
hem en uitspraken van hem.
Men weet van alles mede te deelen. Hü is
de zoon van een vorstin. Hü heeft wegens
moord Jaren lang in de gevangenis gezeten en
zich in de cel geoefend op een viool, waarvan
door het vocht alle snaren op een na sprongen.
Op deze wüze verkreeg hü zün ongelooflüke
vaardigheid.
Het wordt zoo erg. dat de meester een open
brief aan het voornaamste muziektüdschrift
moet sturen, waarin hü alle buitensporige ge
ruchten tegenspreekt.
Dat is de onaangename kant van den roem.
Ook hieraan is hü gewend geraakt. Moest bli.
levensgroot, uiterst realistisch schilderstuk van
een geraamte tegengrünst; aan weerszüden van
het geraamte staan een zandlooper en een olie
lampje met de woorden er onder finite
l’ora. terminate 1’olio": de tüd is om. de olie
is opgebrand”. Een van de broeders uit het
klooster, dat bü de kerk behoort, vertelt ons.
dat de heilige dit stuk zelf heeft geschildertL
Als schilderstuk kunnen we het moeilijk mooi
vinden, maar in alle geval is het weer een be-
van de meest uiteenloopende
heiligen maken kan. Sint
Assisië met zün spreek-
Alfonsus,
In zoo’n klooster heeft echter alles een ge
schiedenis. want als we aan een hoek van den
(jjing komen bü een trap, staat er een beeld
van de Moeder der Smartan. Onze geleider
houdt ons staande en vertelt hoe dit beeld er
al sinds de eerste jaren staat en hoe de novicen
altüd de gewoonte hadden, om. wanneer ze hier
voorbü kwamen, een Wees gegroetje te butden.!getoonzet is
Nu was er in den eersten tüd van de congee"-” -
gatie een novice, frater di Meo. die het op een
gegeven oogenblik niet meer uit kon houden;
hü besloot dus maar te vluchten en dan te
„teekenen" bij het leger. Maar vóór hü het
klooster verliet, bad hü toch nog even efn
„Ave” bü he. beeld en plotseling meent hü te
zien, hoe het beeld hem dreigend aanziet en
frieent hü een stem te hooren, die.^hem zegt,
dat hü verdoemd zal worden als hü naar de
wereld terugkeert. Natuurlük is het heel goed,
Xëlüke. enkele jaren
r A ''w -a
■ssf
menigte verdringt zich voor de affi
ches van de Parüsche opera. Wie heeft
ooit zoo iets gehoord?! Wat een bela-
chelüke aanval op de beurzen der muzieklief
hebbers! Wat een onbeschaamdheid! Wat,denkt
die bluffer van "n Italiaan wel, die meneer Pa-
SWr-,-*i