Restauratie van monumenten In het land van St. Alfonsus De Vampyr met de viool I Jw HET EERSTE KLOOSTER VAN DEN-HEILIGE „Kwaadwillige vernieling”? EEN KUNSTENAARSLEVEN en overwonnene t-v. ’V. F”* Radicale werkwijze De restauratie van de Maasbrug te Maastricht Het Graf van den Heilige Paganinitis 21 Reactie Koning Eerste kamervirtuoos 1 De bekeering van frater di Meo Frederik Willem IV benoemt t Paganini tot „eersten kamervirtuoos Het plan van rijksbouwmeester Bremer voor restauratie der Romaansche Maasbrug te Maastricht Men staat verstomd over den uiterst kloosterlijken een- eenvoud en de armoede fci'- Donderdag 27 October het hon- derdvijftig jaar geleden, dat de Italiaansche vioolvirtuoos Paga nini werd geboren. steeds in hun M. bloemen gebeurde weer in de eerste jaren. Er bewaard gebleven als in den tijd. aan met die in Weenen niet een brief van zijn moeder over leggen om te bewijzen dat hij een mensch was, en geen duivelskind, zooals men beweerde? Wel iswaar heeft hij geen gewag gemaakt van zjjn vader. Dien -haatte hij hartgrondig. Het was een bootwerker uit Genua, die hem van jongs af aan met bedreigingen en slaag dwong, om heele dagen op de vlooi te oefenen.... mogelljk, dat die dreigende blik en die stem' alleen maar bestonden in de overspannen ver* beeldlng van den novice, en waarschijnlijk zal zjjn novicenmeester hem daArom ook welnlet gehouden hebben; maar een feit is. dat Pater di Meo later een steunpilaar werd van de jonge congregatie, zoowel op gebied van missiepredi- king als op wetenschappelijk gebied. Een zekere reactie bljjft echter niet uit. Vijanden strooien allerlei praatjes over hem rond. Hier en daar begint de belangstelling te verflauwen. Eenige avontuurtjes, die den kun stenaar vroeger des te interessanter maakten, worden nu gereleveerd om hem als een slecht sujet voor te stellen. Ziekte dwingt hem boven dien een poos rust te nemen. Eq gedurende den tijd, dat hü niet optreedt. dan hü B •laj dry U did mi® «Pg offe we zijn we bei da He •cl ste mi ne ge de lie uit Na he de fre Vo VOi toe bei we te Rii hei er Lei dei wa ie we •ff teg te Ut rai we< ;ee en tai >in ter Pn tn< 3rt nli •ei nz «o •ak an fes tn< del ioe no F c V li F d si j< n h L g' n P m v< ai re st di Wi Wi Pi ee dt m te ge de ni lit op le< ganlnl?! Daar staat het: „Drie maal verhoogde entrée- pr ijzen.” Maar Parüs is verlicht genoeg om de schou ders op te halen. Mea gelooft niet aan de ver balen die over den „vampyr met de viool” de ronde doen; hü zou een verbond met den dui vel hebben gesloten en daaraan de bovenmen- •chelüke techniek te danken hebben, die het Oostenrüksche en het Duitsche publiek waan zinnig van geestdrift had gemaakt. .Waan zinnig” is niet te veel gezegd, getuige on. de afbeelding (een Duitsche lithographic uit 182») waarop men de bezoekers het podium ziet be stormen om den meester hulde te brengen. In Parüs was Paganini ten tüde dat de men- achen zich spottend uitlieten over de aanplak- Bologna, Weenen. Berlijn, iedere stad was een gedeelte van den weg naar onsterflükheid. Hü slaagde erin Duitschlands hoofdstad op slag te veroveren, schoon oorspronkelük allen tegen hem waren, in X bijzonder de Duitsche musici. Op Koning Frederik Willem IV maakte hü zoo’n onvergetelüken Indruk, met zün twintig variaties op Heil Dir im Siegerkranz", dat de vorst hem tot „eersten kamervirtuoos” benoem de. Wat schreef de gevreesde, scherp-tonglge recensent Rellstab? .Paganini houdt de ziel gevangen met een gouden draad ea dreigt haar den toehoorder uit het lichaam te trekken.” Na Parüs volgt Londen. De honoraria zün fantastisch hoog. Vijftien concerten brengen een kwart millioen francs op. Aristocratische Engel- sche dames, die Paganini eens van dichtbü wil len beküken. betalen voor één uurtje een be drag, dat gelük -taat met zeshonderd Holland- sche guldens, welke som men gerust mag ver dubbelen, wanneer men de toenmalige waarde van het geld in aanmerking wil nemen. Engeland is afgegraasd. De wtg naar huis voert over Parüs, waar cholera woedt. Deson danks speelt Paganini voor uitverkochte zalen. En opnieuw vangt het reizen aan; dwars door Europa; van Oost naar West en van Scandi navië naar Spanje. heilige zelf het penseel nam en misschien wel het mooiste stukje schilderde, dat hü ooit ge maakt heeft. in een ouderwetschen rok. hü buigt op een eenigszins linksche <manler. Daarop begint hü te spelen. Reeds bü de eerste maten is het pu bliek volkomen in den ban van het büna bo- venaardsche spel Blüdschap, vreugde, verdriet, waanzin, het wordt alles uit X wonderinstru ment te voorschün getooverd en deelt zich on- middcllijk aan de toehoorders mee. Men zegt, dat tijdens dit eerste Parljsche con cert de eene snaar na d'- andere sprong, totdat nog slechts de G-snaar Intact was Deze werd toen door Paganini op zoodanige wijze bespeeld, dat het met behulp van een volmaakte viool niet beter had gekund. 1) De heer W. van Konünenburg spreekt in het bedoelde stuk o.m.: „het is of de restauratie van dit prachtige bouwwerk aan vandalen werd opgedragen.” 2) Vroegere restauraties, in de zeventiende en achttiende eeuw, moeten nog radicaler zün ge weest. Aangenomen wordt immers, dat wel de oude Romaansche vormen grootendeels behou den zijn, maar dat het materiaal van gewel ven. züwanden. stroombrekers en steenbeeren in zün geheel pas een paar honderd jaar oud is. kan stroomaf niet gemist *worden stroomop, omwille van de symmetrie, bracht. De H. Alfonsus, in de grot van Scala door een verschijning van Maria begunstigd, bespreekt met Haar de zaken zijner Congregatie biljetten, die zün komst meldden, nog niet ge weest. „Hü zal leelük op zün neus küken, als hü de leege zaai ziet,” luidde de openbare meening. „Parüs laat zich niet overdonderen.” De voorverkoop duurt acht dagen. Op 9 Maart 1831 ir het voor het operage bouw.... zwart van de menschen. Honderden moeten worden teleurgesteld. Zün de Parijze- naars gek geworden? Het orkest brengt eerst een symphonie van Haydn ten gehoöre. Men heeft er ternauwer nood aandacht voor. Dan verschünt, nadat de zenuvten der onge duldig wachtenden tot het uiterste op de proef zün gesteld, een donkere, dorre gestalte, gehuld De vader van den H. Alfonsus, Don Josef dl Liguori. had zich allengs met het leven van zün zoon verzoend. Dikwijls, als hü van zün zeereizen terugkeerde, kwam hü in Cloranl bü zün zoon een retraite maken; en het schünt zelfs, dat de H. Alfonsus zün wondermooie boekje: ,JDe bezoeken aan het H. Sacrament” juist voor zün vader heeft geschreven. Bü gelegenheid van een dezer retraites schonk Don Josef ook een geschilderd kruisbeeld aan het klooster, dat Sint Alfonsus als jong gees- vóór zün priesterwüding geschilderd had. Ook vier beeldjes van den lü- denden Zaligmaker, die Don Josef op al zün zeereizen meenam. gingen toen aan het kloos ter van Cloranl over, waar zü met het kruis beeld nog altüd een sieraad zün voor de sa cristie van de kloosterkerk. In de kerk zien we op het altaar van den heilige het eerste beeld van Sint Alfonsus, dat nog door een tüdgenoot gebeeldhouwd is; ver der worden bü dit altaar nog enkele relikwieën, zooals müter en sandalen, bewaard. Het was een drukte van belang bü het klooster. Vele arbeiders waren bezig een geweldig stuk eikenboom, die als wünpers dienst moest doen, óp zün plaats te brengen, maar hoe zü ook sjouwden en zwoegden, het bleek veel te zwaar te zün. Toen zei Pater di Liguori: .Jongens, gaat maar eerst eens eten, misschien zal het daarna beter gaan Wie schetst echter de ver bazing van de heele kloostergemeente en van de arbeiders, ^toen zü terugkwamen en de zware eik keurig op de plaats lag, waar hü liggen moest. Niemand begreep er lets van, alleen was het zeker, dat in den tussehentüd niemand anders dan Pater di Liguori bü den elk geweest was. Pr.ter di Liguori zweeg er echter over en niemand durfde er hem naar vragen gingen, als het verlagen der gebouwtjes voor de hefwerktuigen. Na beschouwing der betreffende plannen, dringt zich wel een bewaar op. Men heeft ge poogd de nieuwe brug aan de oude aan te pas sen, wat niet gelukte. Nu lükt het of men de te verbou wen oude brug weer aan de n ie uwe aanpassen wil! De vorm der ontworpen stroombrekers wükt b.v. aanmerkelijk af van de bestaande en herin nert aan dien der Wilhelminabrug.die geen algemeene bewondering verwierf. Zeker, uit historisch oogpunt van voor den spitsen vorm iets te zeggen, doch verder?..,. De Llmburgsche architect Boosten meent, dat „een storm van verontwaardiging zal ontstaan” tegen deze plannen. Aanleiding tot critlek zul len ze wel geven. Maar een ding, een steen des aanstoots, blijkt noodzakelük: de gebouw tjes bü de metalen overspanning zün onvermü- dehjk, ze bevatten de hefwerktuigen en hun ruimte wordt, tot onder het dak toe. geheel ge vuld. De pylonen aan de Westelüke züde zullen is een brief van den Italiaanschen wonder- mensch gekomen; het couvert blükt twintig duizend francs te bevatten. In korten tijd weet heel Parüs, dat Paganini een jong kunstenaar de som van fr. 20.000 heeft cadeau gedaan. De Parijzenaars zün wantrou wend geworden. Is het alles humbug? Ach, den zieken Paganini kan geen reclame meer helpen. De doktoren sturen hem naar het Zuiden.- Alles tevergeefs. lederen dag worden de pünen erger. Hü kan zich alleen nog met behulp van pen en panier uitdrukken. Te Nice wil hü on een dag dat hü hevig# koorts heeft, nog éénmaal zün geliefd instru ment bespelen. Dan krügt hü een hartverlam ming. De nog jeugdige Franz Liszt schrüft: „Paganini's levensvlam is uitgedoofd; met hem verdween een van die wonderbaarlüke scheppingen die de natuur ons schünt te geven, alleen om ze zoo snel mogelük weer op te eischen een phenomeen, zooals het rük der kunst slechts éénmaal, deze eene haal, heeft aanschouwd. Het alarmeerende schrijven van den heer W. A. van Konünenburg in de „N. R Ct.” van 2 October IJ. heeft heel wat beroering gewekt. Vermoedelük op de eerste plaats, omdat velen in de meening verkeeren, dat de bekende wa terbouwkundige hierin aan het woord is 1). Het stuk bleek echter van de hand van den kunst schilder, een broeder van den ingenieur, die samen met ir. Klink de nu in uitvoering zünde plannen tot restauratie van het monument ont wierp. Daar we konden ervaren, dat de radicale werkwüze, toegepast ten opzichte van de ver- maarde Romaansche Maasbrug in üitgebreide kringen (we denken aan een tafelspeech op den Zevenden Monumentendag) verontrusting wekt, komt het ons niet ondienstig voor hierbü het een en ander omtrent deze restauratie en den aard van het middeleeuwsche gewrocht mede te deelen. De oude brug moet, na verbouwing, voldoen aan verhoogde eischen, te stellen door den waterafvoer (pl.m. 20°/. meer bü hoog water, door sluiting van den Heugemschen overlaat) en de vaart met 1000—2000 tonsschepen in leeg- vlak bü hoogste vaarpeil. Het een en ander V maakte noodzakelük het opruimen van twee bogen (onlangs door de genie opgeblazen) een PÜler en het landhoofd. Er komt nu, aan de Wüker Züde, een overspanning in metaal, van 50 meter. Deze zal beweegbaar wezen, reden waarom er hefwerktuigen in pylonen of kleine gebouwtjes aan gebracht moeten worden. Het „resteerende" deel der oude brug was in den loop der jaren, wegens onvoldoende onder houd, schade veroorzaakt door zwaar verkeer en onderspoeling, in minder goeden staat ge raakt. Een paar maal kwam het tot instortin gen aan stroombrekers en pijlers, vorig jaar be zweek een stuk van den Noordelüken züwand. Angstig momentje; tietallen voorbü gangers .hoorden de steenen in de rivier plonsen, gingen fcjken over het staketsel en stonden op een] besproken, wat aanleiding gaf tot enkele wüzi- stbep, die in de lucht hing en enkel door het gegoten üzeren hekwerk samengehouden werd! Verder bulkten verschillende deelen der oude borstwering bedenkelijk uit, hing het brugdek als ean vaatdoek over de pülers, liepen scheuren door de gewelven, enz. Laat er dah ook geen gevaar voor instorting bestaan hebben, het treffen van voorzieningen w%s dringend noodig en kon, nu zonder bezwaar geschieden, wül, door het vergrooten van het afvoervermogen, de brug voor het verkeer toch gedurende anderhalf Jaar afgesloten moest wor den. Men heeft de restauratie radicaal aange pakt 2). De derde boog, van den Wüker kant. Werd geheel afgebroken, doch zal. wanneer de nieuwe groote pülen> begin van deju stroom- geleldenden dam meteen klaar is, opnieuw opgetrokken worden. Men brak ook de recht- standsmuren af, tusschen de gewelven, en ver wijderde natuurlük meteen brugdek, borstwe ring, staketsel en vulling. Momenteel ziet men dus enkel zes gewelven meer, leunende op halve, nog wat uitgeholde pülers. Het valt te begrij pen. dat menigeen de schrik om het hart sloeg Des anderen daags bezochten wü de kerk van Pagani, waar St. Alfonsus in vol bisschoppe- lük ornaat onder het altaar rust. Rondom in de kapel hangen 15 lampen, die dag en nacht voor het graf branden; iedere provincie heeft hier haar lamp bij het graf van den stichter. Ook hier is een rommel van verbouwing en restauratie, wat echter niet verhindert, dat we enkele oogenblikken stil op de trappen van het altaar neerknielen; het graf van een heilige is immers voor velen de eindpaal van lang ge koesterde wenschen Achter deze kapel komen we in een vertrek, waar ons ineens van een van de wanden een God groote van Assisië met zün woordelük geworden blijheid en Sint die tot het sombere geneigd was; twee groote tegenstellingen, en toch beiden groote heiligen. wüs, hoe karakters Franciscus Toen de heilige Alfonsus zich van zün bis dom .Hint Agatha der Gothen” had terugge trokken. leefde hü stil het leven van een een voudig kloosterling in het klooster van Pagani; op de eerste verdieping had hü eep kamer, waar boven zün eenvoudige krib met stroo- ■zak een ï^msbeeld hing, dat hü zelf geschil derd had, verder vormden er een kleine hou ten tafel en een stoel de eenige meubileertng. Naast deze kamer hadden de paters een andere kamer in laten richten tot kapel, waar de hei lige in de laatste jaren van zün leven het H. Misoffer op kon dragen en waar, toen dat zelfs niet meer kon iederen dag. een pater voor den heilige de H. Mis las. In dit vertrek stond ook nog een „cymbaal” een soort ouderwetsch klavier waarop de heilige zün wonderschoons gedichten componeerde. Veel van zün Maria- liederefl worden nog steeds gezongen, ook in ons land, zooals het lied„O bella mia Spe- ranza”: O, gü mün schoone Hope”. Met behulp van zün trouwen kamerdienaar Alexis, kon Sint Alfonsus in zün laatste jaren nog iederen dag den Kruisweg bidden, die in" de gang naast zün kamer aangebracht was. Al deze herinneringen aan den heilige zün toen Sint Alfonsus nog in leven was; de sterfkamer mag niet meer betreden worden, maar vanuit het vertrek er naast, dat nog steeds als kapel in gericht is. kan men door een traliehek de sterfkamer toch goed zien. De broeder trekt ook met "n touw de bedekking van de houten slaap- kribbe op en dan zien we den stroozak van den heilige en de grove dekens, nog juist in den- zelfden toestand als het na den dood van den heilige was. -• Ook de kruisweg in de gang mngt er nog altijd en nog dagelüks bidden de kloosterlingen hier de staties op het voorbeeld van-hun grooten Vader. In den hoek van het gebouw verbreedt zich de gang tot een vestibule, van waaruit men een heerlük uitzicht heeft op de omgeving en op den steeds dreigenden Vesuvius. Het moet tijdens de laatste levensjaren van Sint Alfonsus ge beurd zün, dat de Vesuvius weer zulke vuur zuilen uitbraakte, dat er ernstig gevaar bestond voor een groote uitbarsting. Het volk van de omgeving liep naar de paters van Pagani. ieder een smeekte God, dat Hü die ramp toch zou afwenden. Enkele paters gaan naar de kamer, waar Alfonsus stil zit te bidden. Door hen onder steund kan de heilige het venster bereiken van waar men den Vesuvius in al zün verschrikking bezig ziet, en waar büna het heele klooster ver zameld is. Op een ingeving van God heft Alfon sus zegenend zün hand op over den Vesuvius en plotseling zakt de vuurkolom in den krater terug. Vanaf dat oogenbllk was het gevaar voor een uitbarsting geweken. Het noviciaat moeten we ook zien; als we in de kapel komen, gaat juist het Lof beginnen en een van de novicen zit met uitgespreide vin gers over een oud bouwvallig harmonium ge bogen. gereed om zoodra de priester de kapel zal betreden, eenige welluidende accoorden aan het .instrument te ontlokken. We trekken ons dus bescheiden terug, maar buiten gekomen drukt ons gezicht toch even een vraagteeken uit omtrent een Kerstmiskribje, dat we in de kapel hadden zien staan, en dat nu juist niet erg overeenkwam met de moordende hitte van den zomer. Onze geleider vertelde ons dan.hoë het in het Italiaansche noviciaat gebruik is eiken vijf en twintigsten van de maand de ge boorte van Christus te herdenken; er worden dan bepaalde oefeningen gehouden, waarvan de muziek waarschünlük nog door Alfonsus zelf en dat men in de provinciale pers koppen lezen kon als: „de afbraak der oude brug.” Was hetgeen hier geschiedde onvermüdelük? We meenen van wel. Ook de Rüksmonumenten- commlssle en de Rüksbouwmeester moeten, met Waterstaat, van deze meening zijn geweest, want ze hebben met deze methode van verböu- wen en herstellen ingestemd. De slechte toe stand van vele steenen maakte vérgaande, tüde- lüke afbraak noodzakelük. Bü de verbouwingen in de zeventiende en achttiende eeuw heeft men zich bediend van „Calcair de Visé”, een minder goede steensoort, zeer ongelük van lagen. Door verwering en anderszins zijn heel wat van de steenen gesprongen. Om echter zooveel mogelük het oude materiaal te behouden, heeft men de steenen genummerd vóór het uitbreken en ze in volgorde opgeborgen. Wie even rondwandelt over dit kerkhof van stèenen, ziet terstond hoe verworden, gebarsten, afgebrokkeld en ver weerd vele waren. De helft kan dan ook niet meer gebezigd worden. Ger-ed liggen al de nieuwe bekapte stukken devonische kalksteen uit Zuid-Belglë, van kleur nauw verwant aan de steenen der oude brug, welke de oude moeten vervangen. - Bü het blootleggen der gewelven bleek wel, dat de bovenbouw der brug nog hecht ineen zat, dynamiet en afbouwhamers met perslucht kwamen erbü te pas Meteen kon men ook erva ren. dat er voorheen wat onregelmatig gebouwd was; de metselspecie in de voegen bleek op plaatsen vergaan. De pülers staan op den grint- bodem. feitelük zonder fundamenten, 2.50 M. onder den waterspiegel. De nieuwe püler. waar voor de werkput nu klaar Is. begint 5 M die per! Wanneer men den staat van onderhoud van het monument kent, zal men moeten toegeven, dat radicale maatregelen noodzakelük waren. Die zün, voor wat Waterstaat zelf betreft, het maken van contra-gewelven onder pülers en bogen, het optrekken der afgebroken recht- standsmuren. het herstellen der borstweringen en het uitvoeren van reparaties aan de bescha digde pülervoeten. Een andere vraag is natuurlük. of de restau ratie in aesthetisch opzicht mee zal vallen, doch dit behoort niet meer tot de verantwoordelük- heid van Waterstaat, maar tot die van den Rüksbouwmeester en met hem van de Monu mentencommissie. De Raad van Maastricht werd hierin niet gekend doch defce Raad leverde in 1926 de brug ook, zonder voldoende voorbe houd, aan Waterstaat uit. Intusschen weten- we uit goede bron, dat B. en W. dezer stad, evenals de plaatselüke Schoonheidscommissie, met de verbouwingsplannen in kennis zün ge steld. Met Rüksbouwmeester Bremer zün ze ook gemist kunnen worden, doch zün bedoeld als equivalent voor gebouwen op den Maasmolen- dijk. behoorende tot de Wilhelminabrug. Zün de vormen dezer gebouwtjes erg hinderlük? Ze doen op het plan sober en zakelük aan. Histo risch hebben die aan den Wüker kant boven dien nog recht; voorheen stonden er. met mili taire bedoelingen, soortgelijke. Er komt ook nog een soort balcon, gaande van de brug rond deze pylonen of hoe men ze heeten wil. Valt dit aesthetisch, mee? Vermoedelük niet, doch het en wordt nu. aange juicht het wispelturige publiek reeds andere uitverkorenen toe. k Men vraagt zich af, of dit het begin van het einde beteekent. Maanden gaan voorbü. Eensklaps doet de mare de ronde: „Paganini is gestorven.’ De kranten publlceeren verhan delingen over hem. Maar onverwacht verschünt de doodgewaande In de Seine-stad. Mogelük was het heele bericht een reclame-truc. Niemand weet het. Doch een feit is het. dat de oude Paganini het land der levenden al heeft verlaten: overgebleven Is een gebroken mensch, die tengevolge van een keelziekte nau- welüks kan spreken. Het geluk heeft zich van hem afgewend. Nooit meer zal de eens zoo gevierde artist de oogen en ooren der wereld op zich weten te vestigen, gelük vroeger Jonge talenten hebben een plaats veroverd. Het oude heeft afgedaan. Weliswaar ontbreekt er nog wel iets aan den roem van jeugdige musici en toondichters, maar zü trekken in ieder geval *Je aandacht. De jonge componist Hector Berlioz heeft zeer met geldzorgen te kampen. Vrienden organiseeren een con cert, waarvan de opbrengst voor hem bestemd zal zün. De zaal is maar matig bezet. Berlioz, die uit wanhoop niet meer in zün eigen roeping ge looft, begint met de symphonie: „Uit een kunstenaarsleven”. De aanwezigen zün geweldig onder den indruk. Maar het meest ont roerd is een man in een donke ren hoek van de zaal: Paganini. De man, dien men zich alleen óf stuursch óf ironisch kan voor stellen, zat te snikken. Onge- twüfeld kwam zün eigen loop baan hem voor den geest. Men stoot elkaar .aan. Dan gebeurt het ongelooflijke; de oude meester snelt naar voren en knielt voor den jongen com ponist. Spreken kan Paganini niet meer, maar hü is een en al enthousiasme. Als Berlioz thuis komt, wacht hem een nieuwe verrassing. Er Ciorani, met zijn vüfhonderd inwoners, is een van die schilderachtige, wereldvergeten dorpjes, die als witte opengebloeide tegen de bergen van het Sorrentünsche schier eiland aanhangen. Hier was, gelijk we al even opmerkten, het eerste eigenlüke klooster van de Redemptoris ten. want ofschoon de congregatie in Scala ge sticht is, moest Sint Alfonsus daar toch vrü spoedig weg door het hitsen en stoken van de machtige heeren uit de omgeving. Toen be gon de heilige met den bouw van Ciorani. welk klooster nu nog geheel zoo is als Alfonsus het heeft geteekend en laten bouwen. Alleen heeft men haast overal van twee kamertjes één ge maakt, omdat nog tijdens het leven van den heilige aan het licht kwam, dat zü veel te klein waren. In het noviciaat, dat in dit klooster ge vestigd is, heeft men echter uit piëteit enkele kamertjes in hun oorspronkelüken vorm ge laten. Op onze wandeling door het klooster heeft onze vriendelüke pater ons verschillende kamers van paters en fraters-novicen laten zien en pile twee hebben we verstomd gestaan over den uitersten kloosterlüken eenvoud en ar moede, die er heerschte. In het klooster van Ciorani heeft Sint Al fonsus vroeger twee kamertjes bewoond, van waar men een heerlük uitzicht heeft op de bergwereld rondom. Deze belde kamertjes zün nu in een kapel veranderd, zoodat er weinig is, wat nog aan den heilige doet denken. Alleen hangt er tegen een van de wanden een klein schilderstukje van de Madonna, waaraan een heele geschiedenis verbonden is. Alfonsus was n.l. op missie in Foggia, waar een heel oude schilderü van de Madonna be waard werd, welke Madonna van het volk den titel had gekregen van de Madonna van de zeven sluiers, omdat niemand het gelaat meer kon onderscheiden. Tüdens de preek ter eere van de H. Maagd nu, straalde er een licht van uit het schilderü en onder diepe ontroering van het heele volk, raakte Alfonsus in extase hü het aanschouwen van de Madonna. Later droeg Alfonsus aan een schilder op, de Madonna te schilderen en hü legde den schilder uit, hoe hü de Madonna geziefi had. Maar trots alle po gingen kon de schilder niet slagen, totdat de wier roem en zielenüver nog ordes voortleven. Liever dan naar het schilderü küken naar al de voorwerpen, die de heilige in leven gebruikt heeft; in een glazen kast den we paramenten, verder kleeren, borden, lepels messen en vorken, ook zelfs een glazen buisje’ waardoor de heilige op het laatst van zün leven moest drinken, omdat zün hoofd te ver op zün borst gezakt was. Verder is de heele ruimte in het vertrek in genomen door ex-"Voto’s, die in de meest spre kende kleuren vertellen, hoevelen hier al In alle soorten ziekte en nood door de voorspraak van Sant' Alfonso geholpen zün. Bü onze verdere wandeling vertelt ons de broeder, dat Sint Alfonsus zelf de teekeningen voor den bouw van het klooster gemaakt had ook voor den tuin moet de heilige altüd veel zorg gedragen hebben, met piëteit wordt er dan ook nog steeds een citroenenboom „bewaard”, die door den heilige geplant is. Als we de houten trap van het klooster op gaan. komen we bü een klok, die ook nog uit den tüd van Sint ^Ufonsus zün moet. Boven de wüzerplaat staat: „Tlnnitum quoties dabat hic horarius. inde Angellcum Alfonsus mox recitabat Ave.” Zoo dikwüls deze klok sloeg, bad Alfon sus de Engelachtige Groetenis. Als onze leids- jnan ziet, dat we voor deze spreuk nogal be langstelling hebben, vertelt hü ons, dat daar vandaan ook nog de godvruchtige gewoonte be staat bü de Redemptoristen, om bij het slaan van de klok een „Wees Gegroet” te bidden. Het succes was onovertroffen. Noch vóór, noch nadien is in de Parüsche opera een der- gelüke razernü aanschouwd. En evenals overal eiders breekt in de licht stad een soort besmettelüke geestesziekte uit, die door een saytricus „Paganinitis” werd ge noemd. Men spreekt over niets anders dan over den duivelschen viool-vlrtuoos. Wanneer hü zün hotel verlaat, omstuwt hem de menigte. Vooral X vrouwelük geslacht is in grooten getale ver tegenwoordigd. In de winkels ziet mer uitsluitend portretten van Paganini en geen andere afbeeldingen meer. Op de menu's van groote restaurants verschü- nen de namen van schotels ,A la Paganini". Men verkoopt Paganini-broodjes, maakt reclame met Paganini-kapsels en draagt Paganini-hoe- den. De kranten publlceeren dagelüks artikelen over hem. lofliederen op hem, gedichten hem en uitspraken van hem. Men weet van alles mede te deelen. Hü is de zoon van een vorstin. Hü heeft wegens moord Jaren lang in de gevangenis gezeten en zich in de cel geoefend op een viool, waarvan door het vocht alle snaren op een na sprongen. Op deze wüze verkreeg hü zün ongelooflüke vaardigheid. Het wordt zoo erg. dat de meester een open brief aan het voornaamste muziektüdschrift moet sturen, waarin hü alle buitensporige ge ruchten tegenspreekt. Dat is de onaangename kant van den roem. Ook hieraan is hü gewend geraakt. Moest bli. levensgroot, uiterst realistisch schilderstuk van een geraamte tegengrünst; aan weerszüden van het geraamte staan een zandlooper en een olie lampje met de woorden er onder finite l’ora. terminate 1’olio": de tüd is om. de olie is opgebrand”. Een van de broeders uit het klooster, dat bü de kerk behoort, vertelt ons. dat de heilige dit stuk zelf heeft geschildertL Als schilderstuk kunnen we het moeilijk mooi vinden, maar in alle geval is het weer een be- van de meest uiteenloopende heiligen maken kan. Sint Assisië met zün spreek- Alfonsus, In zoo’n klooster heeft echter alles een ge schiedenis. want als we aan een hoek van den (jjing komen bü een trap, staat er een beeld van de Moeder der Smartan. Onze geleider houdt ons staande en vertelt hoe dit beeld er al sinds de eerste jaren staat en hoe de novicen altüd de gewoonte hadden, om. wanneer ze hier voorbü kwamen, een Wees gegroetje te butden.!getoonzet is Nu was er in den eersten tüd van de congee"-” - gatie een novice, frater di Meo. die het op een gegeven oogenblik niet meer uit kon houden; hü besloot dus maar te vluchten en dan te „teekenen" bij het leger. Maar vóór hü het klooster verliet, bad hü toch nog even efn „Ave” bü he. beeld en plotseling meent hü te zien, hoe het beeld hem dreigend aanziet en frieent hü een stem te hooren, die.^hem zegt, dat hü verdoemd zal worden als hü naar de wereld terugkeert. Natuurlük is het heel goed, Xëlüke. enkele jaren r A ''w -a ■ssf menigte verdringt zich voor de affi ches van de Parüsche opera. Wie heeft ooit zoo iets gehoord?! Wat een bela- chelüke aanval op de beurzen der muzieklief hebbers! Wat een onbeschaamdheid! Wat,denkt die bluffer van "n Italiaan wel, die meneer Pa- SWr-,-*i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 10