Prikkeldraad
W er kloosheidsbestrijding
E R.K. STAATSPARTIJ
pfef
Raadseltje
Cumulatie»vraagstuk
ET PAUSSCHAP
En haar programs
En het bestuur der
Kerk
Door toewijzing van
akkers tuingrond
I
VRIJDAG 18 NOVEMBER
w
EEN NOTA VAN DE
R.K. STAATSPARTIJ
Verdergaande beperking
gewenscht?
De goede beoefenaars van de skisport wijken voor geen gevaren. De
moeilijkste manoeuvres voeren zij uit met een onbewogen gezicht.
SCHA TKISTPAPIER
wimr.RSPORT
-M
"i.
Dr. W. MULDER.
I
ran
i)
Vatl
Th Isme,
Besten van het standpunt der partyen Is «and
al ge meene wetteljjke regeling niet wenscheiyk,
omdat deze zelf het in de hand hebben cumula
tie van functies te beperken
Ook in het algemeen la bet en noodig. dat da
wetgever verder gaat dan thans met bat uit
spreken van de onvereenlgbaarheid van fttno»
ties.
Wel sou de cumulatie van Inkomsten op een
enkel punt verder dienen te worden beperkt dan
het geval is. Gedacht wordt hier met name aan
de ..penrloenen’-cumulatle van oud-leden dar
Tweede Kamer, oud-wetbouders en oud-Gedu-
puteerden.
Woensdag 23 November wordt, ten kantore
van den Agènt van het Ministerie van Finan
ciën te Amsterdam, de Bijbank van De Neder-
landsche^ Bank te Rotterdam en bet Agent
schap van De Nederlandsche Bank te 's-Gra-
venhage, de Inschrijving opengesteld op Schat-
kistpromessen en 3 pOt. Schatkistbiljetten tot
een totaal bedrag van ten hoogste t 55 mll-
11 oen.
De storting van de verschuldigde som moet
geschieden op 1 December voor half één.
Dr. R. R. Post en Dr. J. O. Smit, Het
langlVIII. 392 blz.) Zutphen, W. J.
I. Ingen. 6.50, geb. 7.50.
I* vraag Is gesteld, of niet een algemeens
wetteiyke regeling de cumulatie nog verder
dient te beperken dan reeds bet geval is. Bet
antwoord op die vraag vindt men in onder
staande algemeene richtlijnen. Hierbij zy nog
opgemerkt, dat alle critiek op cumulatie van
Inkomsten door ambtenaren misplaatst ia.
Vooral als men let op het karakter van het pen
sioen zal men moeten erkennen, dat de cumu
latie-beperkende bepalingen eerder te v* dan
niet ver genoeg gaan.
stond er In Nederland slechts één algemeen
dagblad en voorts waren er enkele plaatselijke
of gewesteiyke organen. Maar het viel te voor
zien, dat dit niet lang meer zoo blijven sou.
dat er een nieuwe tijd komen zou met nieuwe
eischen en nieuwe behoeften, en dat het zaak
was dien tijd voor te bereiden.
Pers en klezersorganlsatle moesten worden
ultgebreld en daarnaast was noodig een pro
gram dat houvast gaf, dat de Hjn der begin
selen uitstippelde en dat de Katholieken van
Nederland naar Broere's woord zou maken tot
een „politieke persoonlijkheid.”
Aan het slot der uitvoerige toelichting bij
zijn „Proeve” schreef de doctor dan ook. dat
de vraag, welke hem vooral bezig hield, deze
was: „Zullen de Katholieke Nederlanders zich
vereenlgen tot een Staatsparty?” En het ant
woord, dat hl) zelf op deze vraag gaf, luidde:
„Ik meen het niet te mogen betwijfelen. In
1846 schreef de „Tijd”: „Den Katholljk ont
breekt gevoel van eigenwaarde in den Staat.”
Wij schrijven nu 1883 en dit woord mag niet
meer van hen gelden, zy behooren nu op te
treden als de persoonlijkheid, die Broere heeft
geteekend: een politieke persoonlijkheid....
Ook de vaderlandsliefde der Katholieken geeft
het antwoord op de vraag. Over het nut 'van
partijschappen te twisten is hier onnoodlg;
partijschappen -bestaan in Nederland. Waar
deze bestaan, daar behooren zij zuiver an op
beginselen gegrond te bestaan. Het mag niet
worden ontkend, dat In Nederland deze eisch
niet wordt vervuld. Het hangt van de Katho
lieken af jot die vervulling het hunne bij te
dragen."
Hiermee werd in enkele woorden bet doel
van het Program aangegeven: de vestiging en
verdere uitbouw van een Katholieke Staats
partij, steunend op den grondslag der begin
selen en voerende een politiek, welke met die
beginselen daadwerkelijk in overeenstemming
zou zijn.
Hoe bet den „Proeve” van Dr. Schaapman
verder verging, «uilen wij In een volgend artikel
verhalen.
standlge party, geen politieke persoonlij kheid”
De Katholieken hadden zich In vroeger tyd
deels by de liberalen, deels by de conserva
tieven aangesloten, en in dien toestand was
eerst een geleldelyke verandering gekomen,
toen het liberalisme meer en meer zyn antl-
clerlcaal karakter ging vertoonen, de stryd om
de school een begin nam en men aan het vry-
wel kleurloos conservatisme geen houvast
bleek te hebben.
De Katholieken leerden toen inzien, dat zif
hun eigen weg moesten gaan en dat dus ook
een eigen organisatie in den vorm van kies-
vereenigingen niet kon uitbiyven.
oor ons, katholieken, Is de Paus de plaats-
bekleeder van Christus op aarde, van
Wlen hy, als de wettige opvolger van St.
[Petrus, onmiddeliyk de volledige en hoogste
rechtsmacht over de geheele Kerk, over al hare
ledematen, bisschoppen, priesters en geloovi-
ken, ontvangt. Deze geestelijke rechtsmacht, die
klch niet alleen over zaken van geloofs- en ze-
Ideleer uitstrekt, maar ook alles omvat, wat de
kerkeiyke tucht en het bestuur der Kerk be
treft, deze macht werd door Christus in geheel
Laar volheid aan Petrus gegeven, toen Hy tot
kiem zelde: „Weid myne lammeren, weid myne
Lchapen” (Joan. 21, 1517). Ook zyn opvolgers
de eerste eeuwen af bezaten diezelfde
it altijd zander eenlge beperking. Daarom
ran er dan ook in dezen zin geen sprake zyn
,an groei, ontwikkeling van de pauseiyke macht.
Wel echter in anderen zin. Want vooreerst is
ie feitelljke uitoefening der pauseiy ke macht In
ie verschillende perioden der Kerkgeschiedenis
seer verschillend geweest, terwyi ook de alge-
tie te vorderen, of werkverschaffing door plaat
sing van werkloozen in ontginningen met de
daaraan verbonden ellende van bet leven In
kampen, ver van de woonplaats en de gezin
nen der gehuwde tewerkgestelden, met al de
verwildering, die daarvan het gevolg moet zyn,
werd voortgezet.
ntusscben gaan de oogen voor de gevolgen
van een en ander in breeder kring meer
open. De mlllloenen verslindende geldelyke
ondersteuning derwerkloozen richt de Ryks-
en gemeentelyke financiën te gronde. Alge
meen Is men van oordeel: de nu gevolgde
methode is op den duur niet voort te zetten.
Noch het Ryk, noch de gemeenten kunnen dit
volhouden.
In Dultschland heeft men dit voor Jaren al
Ingezien. En wat meer zegt: de hand aan den
ploeg geslagen. De nieuwe grondwet van het
Dultsche Ryk, vastgesteld 11 Augustus 1919,
bevat in art. 155 een speciale voorziening on
der den titel: „VoUcssledlung und Relchshelm-
sUtte”.
Het doel daarvan is: werkloozen en ook an
dere daartoe geschikte arbeiders aan een stuk
grond en een eigen woning te helpen. Ryk,
provincie en gemeente kunnen daartoe hunne
medewerking verleenen en doen dit ook zoo
veel mogeiyk. Er zyn reeds heel wat „Helm-
statten” rond de Dultsche steden, op gemeente-
of onteigende gronden, verrezen.
Met een geringe wyzlglng ware onze Land-
arbeiderswet voor hetzelfde doel geschikt te
maken.
Intusschen kan ook op andere minder kost
bare en toch ook practlsche wyze het beoogde
doel bereikt worden; volgens het Initiatief van
wethouder Tellegen te Zwolle, die het gemeen
tebestuur er toe heeft weten te bewegen, ge
meentegronden ter bearbeiding voor werkloo
zen beschikbaar te stéllen, op voorwaarden, die
niet anders dan aanvaardbaar genoemd kunr
nen worden. Men zie daaromtrent het „Over-
ysselsch Dagblad”, Tweede Blad, Dinsdag 8
Nov. 1932. Daar wordt het Zwolsche plan uit
voerig toegelicht.
Ten vorlgen Jare reeds werd van zekere zyde
een Twentsch groot-lndustrieel, naar wy mee
nen tevens groot-grondbezltter, eenzelfde idee
in overweging gegeven; met de bemerking: dat
rond de Twentsche fabrieksplaatsen betrekke-
iyk goede gronden in voldoende mate beschik
baar zijn. Dat ook gemeenten somwijlen groote
complexen grond beschikbaar hebben; dat
meststoffen in voldoende mate aanwezig zyn,
bestaande uit stadsvuil, dat thans voor ont
ginningen gebruikt wordt; dat verder de Staats-
mynen onnoemeiyke hoeveelheden stikstof fa-
brlceeren uit afvalproducten, stikstof die goed
koop voor gevallen als deze beschikbaar
gesteld zou kunnen worden.
De werklooze textielarbeiders, die voor een
niet gering aantal afkomstig zyn uit de boe
renbevolking van Twente, wonen In of naby
de industrieplaatsen. Woningbouw is dus, als
in Dultschland, niet noodig. De wegen In
Twente zyn goed; fietsen om zich naar en van
het bouwland te bewegen zyn aanwezig, of aan
te schaffen. Lust tot arbeid heeft het Twent
sche volk ook, het Is van huls uit een arbeid
zaam ras. Het wil ons voorkomen, dat indien
er uitzicht zou bestaan om zich op het land
in kleinbedrijf een nieuw bestaan te verschaf
fen, er aeker een aantal gezinshoofden sou
zyn te vinden, die niet zouden aarzelen daar
toe een ernstige poging te wagen.
Het is niet onmogeiyk, dat op deze wijze de
werkloosheid althans ten deele zou zyn in te
perken; dat de gemeente-financiën en de werk-
loozenkassen, alsmede de Ryksultgaven voor
werkverschaffing en steun, niet onbelangrijk
zouden worden gebaat. En bovenal, dat de deel
nemers aan dit soort werkverschaffing er mo
reel buitengewoon mede zouden zyn gebaat.
Wy geven-deze gedachte aan de Regeering
(wat de Landarbelderswet betteft), aan ge
meentebesturen (wat betreft het ter beschik
king stellen van gemeentegronden voor het
doel geschikt) en aan welwillende grondbezit
ters in overweging. De nood dringt. Er dient
gehandeld. En ds grond is toch niet veel, of
niets waard. Althans momenteel niet Hy kan,
naar het voorbeeld van Zwolle, economisch be
nut worden ten bate van het algemeen.
In ■s Hertogenboech werd de eerste Katho
lieke Kiesvereeniging opgericht en daarna
ook in enkele andere plaatsen des lands; Maar
uitgebreid was deze organisatie jaren lang na
den aanvang nog niet en met haar groei en
bloei ging het ook maar langzaam aan. De
oorzaak hiervan was te zoeken voor een
belangrijk deel althans in het zeer beperk
te kiesrecht van die dagen. Nog aan den voor
avond der grondwetsherziening van 1887 be
droeg het geheele aantal kiezers In ons land
niet meer dan omstreeks 130.000. Het voor-
loopig kiesreglement dat toen, als gevolg van
die herziening van kracht werd, bracht dit
getal op 300.000, welk getal pas jaren later
door de aanneming der kleswet-Van Houten
(1896) beduidend werd uitgebreid, zonder dat
echter nog van algemeen kiesrecht kon wor
den gesproken.
Toen Schaepman in 1883 zijn „Proeve van
Program lanceerde” was er dus slechts een
zeer bescheiden Katholiek kiezerscorps, en het
aantal klesvereenlgingen vertoonde eveneens
zeer beperkte afmetingen. Met de Katholieke
pers was het niet anders gesteld. Tot in het
jaar 1884. toen -Het Centrum” verscheen, bo-
Imeene erkenning van de uitgestrektheid dier
I macht pas door bet Vaticaansch Concilie (1870)
I het eind-stadlum van ontwikkeling bereikte.
■En bovendien hebben de Pausen sinds de 4de
leeuw ook op ander, dan sulver geesteiyk ter-
Ireln een grooten en zegenryken invloed ultge-
I oef end. En zóó heeft het pausschap wel dege-
liyk een groote uiteriyke ontwikkeling onder-
Igaan, heeft het tydperken van bloei, stilstand.
Iachteruitgang en herleving doorgemaakt, heeft
[het zijn geschiedenis.
I Deze ontwikkeling nu van het pauseiyk gezag,
[de Invloed die de Pausen In den loop der eeuwen
lop het kerkeiyk leven, en in politiek, sociaal en
[cultureel opzicht op de wereldgeschiedenis heb
ben uitgeoefend, vormt het onderwerp van het
[eerste gedeelte van een werk, dat onder den
■minder duldeiyken titel; „Het Vaticaan” on
langs Is verschenen. 1). „Bezien we de lyn waar
langs het pausschap van de instelling der Kerk
laf tot op onze dagen zich ontwikkeld heeft in
[haar geheel en op een afstand, dan merken we
leen zeer sterke styging op. Wie echter nauw
keuriger en van meer naby de afzonderiyke tyd-
berken bekykt, vindt in deze ontwlkkelingsiyn
look diepe inkeeplngen. Naast plotselinge en
langzame stygingen komen ook plotselinge of
langzame inzinkingen voor” (blz. 4). Deze ont
wikkeling wordt door dr. Post, secretaris van
l'.et Nederl. historisch Instituut te Rome, in
korte trekken seer overzlchteiyk, rustig en ob
jectief beschreven, zoodat we een helder in
licht krijgen In de geweldige beteekenls van t
Lausschap. Nieuwe gegevens moet men natuur
lijk in dit overzicht van 178 blz. niet zoeken,
■naar wel worden vele feiten, vooral van het
hijdperk der Middeleeuwen, op nieuwe wyze be
lucht.
I In het tweede deel beschryft Mgr. dr. Smit
[uitvoerig de organen, waardoor de Paus de
[Kerk bestuurt, ma.w. de Romelnsche Curie. Op
zeer onderhoudende wyze wat by deze ma
terie een byzondere verdienste is schetst hy
ons de historische wording, de tegenwoordige
[bevoegdheden en werkwyze der afzonderiyke
[Romelnsche Congregaties. Gerechtshoven, Offl-
kles en pauselyke Commissies en deelt vele in
teressante by zonderheden mede over de keuze
[en het leven van Paus en Kardinalen. Het mach
tige en ingewikkelde bestuursapparaat der we
reldkerk wordt ons zóó duldelyk voor oogen
gesteld. Zeer terecht wyst hy op het verschil
kusschen de bestuurscentrallsatie van de latere
middeleeuwen en van tegenwoordig: nu zyn de
pocesane bestuursorganen van bisschoppen en
kynoden niet uitgeschakeld, geiyk dat in de léde
keuw wel het geval was (blz. 200).
Aan het slet van dit mooie boek worden nog
litvoerlg besproken de onderhandelingen, die
leleid hebben tot het Tractaat en Concordaat,
lusschen den H. Stoel en de Itallaansche re-
■eering op 11 Februari 1929 gesloten, waarby
le wereldiyke souverelnltelt van den Paus werd
lersteld en de kerkeiyke zaken In ItaUë op
Bevredigende wyze werden geregeld. Merkwaar
dig Is echter, dat we geen kennis nemen, of
llechts terloops van enkele punten, van den
Toch zeer belangryken Inhoud dezer overeen
komsten.
Deze korte opmerkingen mogen lederen ont
wikkelden lezer de overtuiging bybrengen, dat
dit fraai uitgegeven en met 43 mooie platen
verluchte werk, om zyn ryken en gedegen in
houd een ruime verspreiding verdient.
pensloei
genoten
Wie pensioen geniet en daarnaast nog eenlg
ambt waarneemt, geniet wederom niet pensioen
én salaris, maar wordt aanzieniyk gekort. B.v.
Iemand genoot een jaarwedde van f 5000.
werd gepenslonneerd met f 2000.en wordt
thans benoemd tot burgemeester, waaraan een
wedde van f 4000.verbonden is. Ten gevolge
van het bepaalde in het tweede Ud van art. 67
der P.W.-1922 ontvangt hy thans niet 2000.—
(zyn pensioen) plus 4000.— (de burgemees-
terswedde), neen, hy ontvangt f 4000.—, plus
2000.— minus 90 pct. van 1000.ofwel
5100.dl. 100.meer dan de wedde zyner
laatste betrekking.
Voor hem, die recht beeft op pensioen en op
wachtgeld, wordt het pensioen tydens den duur
van het wachtgeld verminderd met het bedrag
daarvan.
De non-activiteitswedde wordt niet genoten
boven de schadeloosstelling als lid der Staten-
Generaal, aJs lid van Gedeputeerde Staten c<
als wethouder.
De ambtenaar, die een van deze functies aan
vaardt, krygt alleen dan een non-activlteite-
wedde. Indien zyn salaris booger was dan de
schadeloosstelling, welke aan die functlé is ver
bonden; zoo zal b.v. een ambtenaar, die 4500.—
verdiende, geen non-activiteitswedde ontvan
gen. indien hy lid van de Tweede Kamer wordt.
Het gestelde algemeene pensioen-maximum
van 4000.kén slechts overschreden worden,
wanneer iemand behalve op pensioen In eenlge
functie, recht zou hebben op pensioen ala
Tweede Kamerlid, lid van Gedeputeerde Staten
of oud-wethouder. Het pensioen als Tweede
Kamerlid is In de Grondwet neergelegd, terwijl
dc twee laatste categorieën niet vallen onder Je
cumulatie-beperkende bepalingen der PensioeXk-
wet.
Uit deze samenvatting, die niet op volledig
heid aanspraak maakt, biykt intusschen wel,
dat het met de cumulatie niet zoo gesteld B
als men vaak pleegt aan te nemen.
Het bestuur der R.K Staatsparty beeft een
nota over het Cumulatie-vraagstuk doen ver-
schynen, waarin wordt vooropgesteld, dat de
bestaande regelingen aan alanneerende ge
ruchten Inzake het cumulatie-vraagstuk eiken
redelyken grondslag ontnemen. Doch juist om
dat misbruiken moeten worden voorkomen en
omdat de politiek op ideéele en niet op oem-
mercleele opvattingen moet steunen, Is de vraag
naar den omvang der cumulatie gerechtigd.
Overwegingen van bezuiniging spelen by het
vraagstuk slechts «en secundaire rol. De fl-
nancieele perspectieven voor den staat zijn
gering. Zelfs zyn er gevallen aan te wyzen,
waarin benoeming van een reeds gepenslon-
neerde In eenig ambt bezuiniging zou opleveren.
Uit een overzicht van de belangrijkste cumu-
latie-beperkende bepalingen volgens het gel
dend recht biykt, dat lang niet alle critiek op
objectieve gegevens berust.
Samen vattend kan het volgende worden vast-
gestejd. Als algemeene regel geldt, dat niemand
meer dan 4000.pensioen kan genieten (een
oud-mlnister niet meer dan f 6000.Het is
dus niet zooals men vaak boort, dat bet eene
maar naast het andere kan worden
ag men den heer Peereboom gelooven.
dan zou Ds. Lingbeek, die bovenaan de
-L iyst staat van de H. O. S„ weer in Sn
Tweede Kamer terugkeeren, als hy weer geko
zen werd.
wy zeggen met nadruk: „mag men den beer
Peereboom gelooven”, want deze geachte afge
vaardigde vergist zich wel eensl Zoo beweerde
hy onlangs met groote stelligheid (by het debat
over de vroedvrouwenscholen) dat een bepaald
persoon Katholiek was, terwyi prof. Slotemaker
de Bruine even later kon verklaren, dat de beer
Peereboom zich vergiste: de bewuste persoon
toch was protestant.
'Tegenover zyn beweringen betreffende den
predikant van Urk staan wy dus eenigszlns
skeptisch, vooral nu de heer Peereboom aan
zyn verklaring toegevoegd heeft, dat de redenen,
die Ds. Lingbeek Indertyd genoopt hebben bet
parlementaire strijdperk te verlaten, van veels
zins anderen aard waren, dan een buitenstaan
der vermag te doorgronden.
Dat heeft veel van een raadseltje, maar moei-
Wk op te lossen Is bet oX niet. Ds. Lingbeek
was als weduwnaar hertrouwd, maar zooals
het destyds verluidde had hy nog te weinig
dienstjaren by de N. H>kerk om zyn jongere
vrouw later pensioen te waarborgen. Daarom
liet hy zich beroepen op Urk.
Nu vragen wy ons dus af of de heer Peereboom
geiyk kan hebben, of nJ. Ds. Lingbeek als
hy gekozen wordt, wel zitting zal kunnen neme^|„
Zal dominee op den al dan niet fatalen datum
wél over het vereischte aantal dienstjaren be
schikken, om te bereiken, datgene wat hy wilde,
toen hy als Kamerlid bedankte?
Kom, laat Ds. Lingbeek ons eens uit den
droom helpen!
Eerst daarna zullen we kunnen nagaan, of
dit een ernstige candidaatstelllng is, of dat de
dominee slechts dienen moet als trekpaard voor
den luitenant!
[y n de vergadering van den Partyraad,
I welke op 25 en 26 November te Haarlem
byeènkomt, zal het program der Katho-
llleke Staatsparty voor 1933 worden behan-
Ideld en vastgesteld.
In verband hiermee heeft het wellicht zyn
nut in “t kort de geschiedenis en de beteeke
nls van ons program voor de partij na te
gaan.
Er is hiervoor te meer aanleiding, daar het
In 1933 juist een halve eeuw geleden zal zyn,
dat de eerste poging om tot het opstellen en
vaststellen van een program te komen, werd
gedaan. Het was in 1883, dat dr. Schaepman
lin het tydschrlft „Ourc Wachter” zyn ver-
knaard artikel publiceerde, dat tot titel droeg:
[.Een Katholieke Party-Proeve van een Pro-
Lram.” Met dit opschrift gaf de doctor reeds
Lanstonds te kennen, dat er een nauw ver
band bestond tusschen de formatie en. ont
wikkeling van de party en de samenstelling
Ban een program. Zonder een program mist
Ben party den grondslag, waarop zy hare
Lctie kan voeren; ontbreekt haar om een
[ander beeld te gebruiken, de banier, waaraan
Imen haar kleur herkent en waaronder zy ten
strijde kan gaan.
Toen Schaepman anno 1880 in de Tweede
Kamer kwam, was de katholieke party eigen-
iyk nog pas in wording. Er ontbrak te naas-
tenby allee aan haren samenhang en hare
organisatie. „Van een Katholieke Staatsparty
In den eigeniyken zin des woord is," schreef
de oud-mlnister Loeff In 1913 by het eeuw
feest van onze onafhankeiykheld, Jn Neder
land eerst sprake sinds de allerlaatste decen-
I nlën. Er waren wel Katholieke staatslieden,
i—deaeu vormden geen afaonderl^ce, zelf-
e economische crisis, die vooral hevig
II woedt in de Industrie en mlllloenen ar
beiders tot werkloosheid heeft gedoemd,
de over-industrialisatle in vele landen, gevolg
van de afgekeerdheid der volken onderling, als
resultante van den wereldoorlog, de daaruit
voortvloeiende tarievenoorlog, die weer gevolgd
werd door rationalisatie en verscherpte mecha
nisatie der bedryven, zal naar het zich met ze
kerheid laat aanzien, ook in ons land tiendui
zenden arbeiders biyvend tot werkloosheid
doemen. Voor gezegde tienduizenden Is geen
plaats meej ln de Industrie. Zy zyn, of worden,
weggerationaliseerd.
By de algemeene beschouwingen over de
Ryksbegrooting werd ook door den heer Colyn
op dit vraagstuk de agadaoM gevestigd. Even
als In het buitenland, met name in Dultschland,
geschiedt, wil deus de ontgonnen en door droog
legging van den Noord-Oost-polder in het
Ijsselmeer, grenzend aan Overyssel, nog te
verkrygen gronden, dienstbaar maken aan
bestrijding der werkloosheid.
Ook, door werkloozen, die daartoe de ge
schiktheid bezitten, weer terug te voeren naar
het land.
In denzelfden geest sprak ook de afgevaar
digde voor Overyssel, de heer Engels, toen hy
10 December 1931, by gelegenheid van de be
handeling der begrootlng van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw, met klem aandrong op
een wyzlglng van de Landarbelderswet In dien
zin, „dat door wyzlglng van art. 2 dier wet,
deze ook toepasseiyk gemaakt zou worden op
die arbeiders, die niet in het landbouwbedrijf
de hoofdbronvan hun bestaan vonden.” De
Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer
Ruys de Beerenbrouck, kon daar toenmaals
evenwel nog niet toe besluiten. Jammer genoeg.
De bestaande methode van steunverleenlng
aan werkloozen, zonder eenige arbeidspraesta-