Prikkeldraad W er kloosheidsbestrijding E R.K. STAATSPARTIJ pfef Raadseltje Cumulatie»vraagstuk ET PAUSSCHAP En haar programs En het bestuur der Kerk Door toewijzing van akkers tuingrond I VRIJDAG 18 NOVEMBER w EEN NOTA VAN DE R.K. STAATSPARTIJ Verdergaande beperking gewenscht? De goede beoefenaars van de skisport wijken voor geen gevaren. De moeilijkste manoeuvres voeren zij uit met een onbewogen gezicht. SCHA TKISTPAPIER wimr.RSPORT -M "i. Dr. W. MULDER. I ran i) Vatl Th Isme, Besten van het standpunt der partyen Is «and al ge meene wetteljjke regeling niet wenscheiyk, omdat deze zelf het in de hand hebben cumula tie van functies te beperken Ook in het algemeen la bet en noodig. dat da wetgever verder gaat dan thans met bat uit spreken van de onvereenlgbaarheid van fttno» ties. Wel sou de cumulatie van Inkomsten op een enkel punt verder dienen te worden beperkt dan het geval is. Gedacht wordt hier met name aan de ..penrloenen’-cumulatle van oud-leden dar Tweede Kamer, oud-wetbouders en oud-Gedu- puteerden. Woensdag 23 November wordt, ten kantore van den Agènt van het Ministerie van Finan ciën te Amsterdam, de Bijbank van De Neder- landsche^ Bank te Rotterdam en bet Agent schap van De Nederlandsche Bank te 's-Gra- venhage, de Inschrijving opengesteld op Schat- kistpromessen en 3 pOt. Schatkistbiljetten tot een totaal bedrag van ten hoogste t 55 mll- 11 oen. De storting van de verschuldigde som moet geschieden op 1 December voor half één. Dr. R. R. Post en Dr. J. O. Smit, Het langlVIII. 392 blz.) Zutphen, W. J. I. Ingen. 6.50, geb. 7.50. I* vraag Is gesteld, of niet een algemeens wetteiyke regeling de cumulatie nog verder dient te beperken dan reeds bet geval is. Bet antwoord op die vraag vindt men in onder staande algemeene richtlijnen. Hierbij zy nog opgemerkt, dat alle critiek op cumulatie van Inkomsten door ambtenaren misplaatst ia. Vooral als men let op het karakter van het pen sioen zal men moeten erkennen, dat de cumu latie-beperkende bepalingen eerder te v* dan niet ver genoeg gaan. stond er In Nederland slechts één algemeen dagblad en voorts waren er enkele plaatselijke of gewesteiyke organen. Maar het viel te voor zien, dat dit niet lang meer zoo blijven sou. dat er een nieuwe tijd komen zou met nieuwe eischen en nieuwe behoeften, en dat het zaak was dien tijd voor te bereiden. Pers en klezersorganlsatle moesten worden ultgebreld en daarnaast was noodig een pro gram dat houvast gaf, dat de Hjn der begin selen uitstippelde en dat de Katholieken van Nederland naar Broere's woord zou maken tot een „politieke persoonlijkheid.” Aan het slot der uitvoerige toelichting bij zijn „Proeve” schreef de doctor dan ook. dat de vraag, welke hem vooral bezig hield, deze was: „Zullen de Katholieke Nederlanders zich vereenlgen tot een Staatsparty?” En het ant woord, dat hl) zelf op deze vraag gaf, luidde: „Ik meen het niet te mogen betwijfelen. In 1846 schreef de „Tijd”: „Den Katholljk ont breekt gevoel van eigenwaarde in den Staat.” Wij schrijven nu 1883 en dit woord mag niet meer van hen gelden, zy behooren nu op te treden als de persoonlijkheid, die Broere heeft geteekend: een politieke persoonlijkheid.... Ook de vaderlandsliefde der Katholieken geeft het antwoord op de vraag. Over het nut 'van partijschappen te twisten is hier onnoodlg; partijschappen -bestaan in Nederland. Waar deze bestaan, daar behooren zij zuiver an op beginselen gegrond te bestaan. Het mag niet worden ontkend, dat In Nederland deze eisch niet wordt vervuld. Het hangt van de Katho lieken af jot die vervulling het hunne bij te dragen." Hiermee werd in enkele woorden bet doel van het Program aangegeven: de vestiging en verdere uitbouw van een Katholieke Staats partij, steunend op den grondslag der begin selen en voerende een politiek, welke met die beginselen daadwerkelijk in overeenstemming zou zijn. Hoe bet den „Proeve” van Dr. Schaapman verder verging, «uilen wij In een volgend artikel verhalen. standlge party, geen politieke persoonlij kheid” De Katholieken hadden zich In vroeger tyd deels by de liberalen, deels by de conserva tieven aangesloten, en in dien toestand was eerst een geleldelyke verandering gekomen, toen het liberalisme meer en meer zyn antl- clerlcaal karakter ging vertoonen, de stryd om de school een begin nam en men aan het vry- wel kleurloos conservatisme geen houvast bleek te hebben. De Katholieken leerden toen inzien, dat zif hun eigen weg moesten gaan en dat dus ook een eigen organisatie in den vorm van kies- vereenigingen niet kon uitbiyven. oor ons, katholieken, Is de Paus de plaats- bekleeder van Christus op aarde, van Wlen hy, als de wettige opvolger van St. [Petrus, onmiddeliyk de volledige en hoogste rechtsmacht over de geheele Kerk, over al hare ledematen, bisschoppen, priesters en geloovi- ken, ontvangt. Deze geestelijke rechtsmacht, die klch niet alleen over zaken van geloofs- en ze- Ideleer uitstrekt, maar ook alles omvat, wat de kerkeiyke tucht en het bestuur der Kerk be treft, deze macht werd door Christus in geheel Laar volheid aan Petrus gegeven, toen Hy tot kiem zelde: „Weid myne lammeren, weid myne Lchapen” (Joan. 21, 1517). Ook zyn opvolgers de eerste eeuwen af bezaten diezelfde it altijd zander eenlge beperking. Daarom ran er dan ook in dezen zin geen sprake zyn ,an groei, ontwikkeling van de pauseiyke macht. Wel echter in anderen zin. Want vooreerst is ie feitelljke uitoefening der pauseiy ke macht In ie verschillende perioden der Kerkgeschiedenis seer verschillend geweest, terwyi ook de alge- tie te vorderen, of werkverschaffing door plaat sing van werkloozen in ontginningen met de daaraan verbonden ellende van bet leven In kampen, ver van de woonplaats en de gezin nen der gehuwde tewerkgestelden, met al de verwildering, die daarvan het gevolg moet zyn, werd voortgezet. ntusscben gaan de oogen voor de gevolgen van een en ander in breeder kring meer open. De mlllloenen verslindende geldelyke ondersteuning derwerkloozen richt de Ryks- en gemeentelyke financiën te gronde. Alge meen Is men van oordeel: de nu gevolgde methode is op den duur niet voort te zetten. Noch het Ryk, noch de gemeenten kunnen dit volhouden. In Dultschland heeft men dit voor Jaren al Ingezien. En wat meer zegt: de hand aan den ploeg geslagen. De nieuwe grondwet van het Dultsche Ryk, vastgesteld 11 Augustus 1919, bevat in art. 155 een speciale voorziening on der den titel: „VoUcssledlung und Relchshelm- sUtte”. Het doel daarvan is: werkloozen en ook an dere daartoe geschikte arbeiders aan een stuk grond en een eigen woning te helpen. Ryk, provincie en gemeente kunnen daartoe hunne medewerking verleenen en doen dit ook zoo veel mogeiyk. Er zyn reeds heel wat „Helm- statten” rond de Dultsche steden, op gemeente- of onteigende gronden, verrezen. Met een geringe wyzlglng ware onze Land- arbeiderswet voor hetzelfde doel geschikt te maken. Intusschen kan ook op andere minder kost bare en toch ook practlsche wyze het beoogde doel bereikt worden; volgens het Initiatief van wethouder Tellegen te Zwolle, die het gemeen tebestuur er toe heeft weten te bewegen, ge meentegronden ter bearbeiding voor werkloo zen beschikbaar te stéllen, op voorwaarden, die niet anders dan aanvaardbaar genoemd kunr nen worden. Men zie daaromtrent het „Over- ysselsch Dagblad”, Tweede Blad, Dinsdag 8 Nov. 1932. Daar wordt het Zwolsche plan uit voerig toegelicht. Ten vorlgen Jare reeds werd van zekere zyde een Twentsch groot-lndustrieel, naar wy mee nen tevens groot-grondbezltter, eenzelfde idee in overweging gegeven; met de bemerking: dat rond de Twentsche fabrieksplaatsen betrekke- iyk goede gronden in voldoende mate beschik baar zijn. Dat ook gemeenten somwijlen groote complexen grond beschikbaar hebben; dat meststoffen in voldoende mate aanwezig zyn, bestaande uit stadsvuil, dat thans voor ont ginningen gebruikt wordt; dat verder de Staats- mynen onnoemeiyke hoeveelheden stikstof fa- brlceeren uit afvalproducten, stikstof die goed koop voor gevallen als deze beschikbaar gesteld zou kunnen worden. De werklooze textielarbeiders, die voor een niet gering aantal afkomstig zyn uit de boe renbevolking van Twente, wonen In of naby de industrieplaatsen. Woningbouw is dus, als in Dultschland, niet noodig. De wegen In Twente zyn goed; fietsen om zich naar en van het bouwland te bewegen zyn aanwezig, of aan te schaffen. Lust tot arbeid heeft het Twent sche volk ook, het Is van huls uit een arbeid zaam ras. Het wil ons voorkomen, dat indien er uitzicht zou bestaan om zich op het land in kleinbedrijf een nieuw bestaan te verschaf fen, er aeker een aantal gezinshoofden sou zyn te vinden, die niet zouden aarzelen daar toe een ernstige poging te wagen. Het is niet onmogeiyk, dat op deze wijze de werkloosheid althans ten deele zou zyn in te perken; dat de gemeente-financiën en de werk- loozenkassen, alsmede de Ryksultgaven voor werkverschaffing en steun, niet onbelangrijk zouden worden gebaat. En bovenal, dat de deel nemers aan dit soort werkverschaffing er mo reel buitengewoon mede zouden zyn gebaat. Wy geven-deze gedachte aan de Regeering (wat de Landarbelderswet betteft), aan ge meentebesturen (wat betreft het ter beschik king stellen van gemeentegronden voor het doel geschikt) en aan welwillende grondbezit ters in overweging. De nood dringt. Er dient gehandeld. En ds grond is toch niet veel, of niets waard. Althans momenteel niet Hy kan, naar het voorbeeld van Zwolle, economisch be nut worden ten bate van het algemeen. In ■s Hertogenboech werd de eerste Katho lieke Kiesvereeniging opgericht en daarna ook in enkele andere plaatsen des lands; Maar uitgebreid was deze organisatie jaren lang na den aanvang nog niet en met haar groei en bloei ging het ook maar langzaam aan. De oorzaak hiervan was te zoeken voor een belangrijk deel althans in het zeer beperk te kiesrecht van die dagen. Nog aan den voor avond der grondwetsherziening van 1887 be droeg het geheele aantal kiezers In ons land niet meer dan omstreeks 130.000. Het voor- loopig kiesreglement dat toen, als gevolg van die herziening van kracht werd, bracht dit getal op 300.000, welk getal pas jaren later door de aanneming der kleswet-Van Houten (1896) beduidend werd uitgebreid, zonder dat echter nog van algemeen kiesrecht kon wor den gesproken. Toen Schaepman in 1883 zijn „Proeve van Program lanceerde” was er dus slechts een zeer bescheiden Katholiek kiezerscorps, en het aantal klesvereenlgingen vertoonde eveneens zeer beperkte afmetingen. Met de Katholieke pers was het niet anders gesteld. Tot in het jaar 1884. toen -Het Centrum” verscheen, bo- Imeene erkenning van de uitgestrektheid dier I macht pas door bet Vaticaansch Concilie (1870) I het eind-stadlum van ontwikkeling bereikte. ■En bovendien hebben de Pausen sinds de 4de leeuw ook op ander, dan sulver geesteiyk ter- Ireln een grooten en zegenryken invloed ultge- I oef end. En zóó heeft het pausschap wel dege- liyk een groote uiteriyke ontwikkeling onder- Igaan, heeft het tydperken van bloei, stilstand. Iachteruitgang en herleving doorgemaakt, heeft [het zijn geschiedenis. I Deze ontwikkeling nu van het pauseiyk gezag, [de Invloed die de Pausen In den loop der eeuwen lop het kerkeiyk leven, en in politiek, sociaal en [cultureel opzicht op de wereldgeschiedenis heb ben uitgeoefend, vormt het onderwerp van het [eerste gedeelte van een werk, dat onder den ■minder duldeiyken titel; „Het Vaticaan” on langs Is verschenen. 1). „Bezien we de lyn waar langs het pausschap van de instelling der Kerk laf tot op onze dagen zich ontwikkeld heeft in [haar geheel en op een afstand, dan merken we leen zeer sterke styging op. Wie echter nauw keuriger en van meer naby de afzonderiyke tyd- berken bekykt, vindt in deze ontwlkkelingsiyn look diepe inkeeplngen. Naast plotselinge en langzame stygingen komen ook plotselinge of langzame inzinkingen voor” (blz. 4). Deze ont wikkeling wordt door dr. Post, secretaris van l'.et Nederl. historisch Instituut te Rome, in korte trekken seer overzlchteiyk, rustig en ob jectief beschreven, zoodat we een helder in licht krijgen In de geweldige beteekenls van t Lausschap. Nieuwe gegevens moet men natuur lijk in dit overzicht van 178 blz. niet zoeken, ■naar wel worden vele feiten, vooral van het hijdperk der Middeleeuwen, op nieuwe wyze be lucht. I In het tweede deel beschryft Mgr. dr. Smit [uitvoerig de organen, waardoor de Paus de [Kerk bestuurt, ma.w. de Romelnsche Curie. Op zeer onderhoudende wyze wat by deze ma terie een byzondere verdienste is schetst hy ons de historische wording, de tegenwoordige [bevoegdheden en werkwyze der afzonderiyke [Romelnsche Congregaties. Gerechtshoven, Offl- kles en pauselyke Commissies en deelt vele in teressante by zonderheden mede over de keuze [en het leven van Paus en Kardinalen. Het mach tige en ingewikkelde bestuursapparaat der we reldkerk wordt ons zóó duldelyk voor oogen gesteld. Zeer terecht wyst hy op het verschil kusschen de bestuurscentrallsatie van de latere middeleeuwen en van tegenwoordig: nu zyn de pocesane bestuursorganen van bisschoppen en kynoden niet uitgeschakeld, geiyk dat in de léde keuw wel het geval was (blz. 200). Aan het slet van dit mooie boek worden nog litvoerlg besproken de onderhandelingen, die leleid hebben tot het Tractaat en Concordaat, lusschen den H. Stoel en de Itallaansche re- ■eering op 11 Februari 1929 gesloten, waarby le wereldiyke souverelnltelt van den Paus werd lersteld en de kerkeiyke zaken In ItaUë op Bevredigende wyze werden geregeld. Merkwaar dig Is echter, dat we geen kennis nemen, of llechts terloops van enkele punten, van den Toch zeer belangryken Inhoud dezer overeen komsten. Deze korte opmerkingen mogen lederen ont wikkelden lezer de overtuiging bybrengen, dat dit fraai uitgegeven en met 43 mooie platen verluchte werk, om zyn ryken en gedegen in houd een ruime verspreiding verdient. pensloei genoten Wie pensioen geniet en daarnaast nog eenlg ambt waarneemt, geniet wederom niet pensioen én salaris, maar wordt aanzieniyk gekort. B.v. Iemand genoot een jaarwedde van f 5000. werd gepenslonneerd met f 2000.en wordt thans benoemd tot burgemeester, waaraan een wedde van f 4000.verbonden is. Ten gevolge van het bepaalde in het tweede Ud van art. 67 der P.W.-1922 ontvangt hy thans niet 2000.— (zyn pensioen) plus 4000.— (de burgemees- terswedde), neen, hy ontvangt f 4000.—, plus 2000.— minus 90 pct. van 1000.ofwel 5100.dl. 100.meer dan de wedde zyner laatste betrekking. Voor hem, die recht beeft op pensioen en op wachtgeld, wordt het pensioen tydens den duur van het wachtgeld verminderd met het bedrag daarvan. De non-activiteitswedde wordt niet genoten boven de schadeloosstelling als lid der Staten- Generaal, aJs lid van Gedeputeerde Staten c< als wethouder. De ambtenaar, die een van deze functies aan vaardt, krygt alleen dan een non-activlteite- wedde. Indien zyn salaris booger was dan de schadeloosstelling, welke aan die functlé is ver bonden; zoo zal b.v. een ambtenaar, die 4500.— verdiende, geen non-activiteitswedde ontvan gen. indien hy lid van de Tweede Kamer wordt. Het gestelde algemeene pensioen-maximum van 4000.kén slechts overschreden worden, wanneer iemand behalve op pensioen In eenlge functie, recht zou hebben op pensioen ala Tweede Kamerlid, lid van Gedeputeerde Staten of oud-wethouder. Het pensioen als Tweede Kamerlid is In de Grondwet neergelegd, terwijl dc twee laatste categorieën niet vallen onder Je cumulatie-beperkende bepalingen der PensioeXk- wet. Uit deze samenvatting, die niet op volledig heid aanspraak maakt, biykt intusschen wel, dat het met de cumulatie niet zoo gesteld B als men vaak pleegt aan te nemen. Het bestuur der R.K Staatsparty beeft een nota over het Cumulatie-vraagstuk doen ver- schynen, waarin wordt vooropgesteld, dat de bestaande regelingen aan alanneerende ge ruchten Inzake het cumulatie-vraagstuk eiken redelyken grondslag ontnemen. Doch juist om dat misbruiken moeten worden voorkomen en omdat de politiek op ideéele en niet op oem- mercleele opvattingen moet steunen, Is de vraag naar den omvang der cumulatie gerechtigd. Overwegingen van bezuiniging spelen by het vraagstuk slechts «en secundaire rol. De fl- nancieele perspectieven voor den staat zijn gering. Zelfs zyn er gevallen aan te wyzen, waarin benoeming van een reeds gepenslon- neerde In eenig ambt bezuiniging zou opleveren. Uit een overzicht van de belangrijkste cumu- latie-beperkende bepalingen volgens het gel dend recht biykt, dat lang niet alle critiek op objectieve gegevens berust. Samen vattend kan het volgende worden vast- gestejd. Als algemeene regel geldt, dat niemand meer dan 4000.pensioen kan genieten (een oud-mlnister niet meer dan f 6000.Het is dus niet zooals men vaak boort, dat bet eene maar naast het andere kan worden ag men den heer Peereboom gelooven. dan zou Ds. Lingbeek, die bovenaan de -L iyst staat van de H. O. S„ weer in Sn Tweede Kamer terugkeeren, als hy weer geko zen werd. wy zeggen met nadruk: „mag men den beer Peereboom gelooven”, want deze geachte afge vaardigde vergist zich wel eensl Zoo beweerde hy onlangs met groote stelligheid (by het debat over de vroedvrouwenscholen) dat een bepaald persoon Katholiek was, terwyi prof. Slotemaker de Bruine even later kon verklaren, dat de beer Peereboom zich vergiste: de bewuste persoon toch was protestant. 'Tegenover zyn beweringen betreffende den predikant van Urk staan wy dus eenigszlns skeptisch, vooral nu de heer Peereboom aan zyn verklaring toegevoegd heeft, dat de redenen, die Ds. Lingbeek Indertyd genoopt hebben bet parlementaire strijdperk te verlaten, van veels zins anderen aard waren, dan een buitenstaan der vermag te doorgronden. Dat heeft veel van een raadseltje, maar moei- Wk op te lossen Is bet oX niet. Ds. Lingbeek was als weduwnaar hertrouwd, maar zooals het destyds verluidde had hy nog te weinig dienstjaren by de N. H>kerk om zyn jongere vrouw later pensioen te waarborgen. Daarom liet hy zich beroepen op Urk. Nu vragen wy ons dus af of de heer Peereboom geiyk kan hebben, of nJ. Ds. Lingbeek als hy gekozen wordt, wel zitting zal kunnen neme^|„ Zal dominee op den al dan niet fatalen datum wél over het vereischte aantal dienstjaren be schikken, om te bereiken, datgene wat hy wilde, toen hy als Kamerlid bedankte? Kom, laat Ds. Lingbeek ons eens uit den droom helpen! Eerst daarna zullen we kunnen nagaan, of dit een ernstige candidaatstelllng is, of dat de dominee slechts dienen moet als trekpaard voor den luitenant! [y n de vergadering van den Partyraad, I welke op 25 en 26 November te Haarlem byeènkomt, zal het program der Katho- llleke Staatsparty voor 1933 worden behan- Ideld en vastgesteld. In verband hiermee heeft het wellicht zyn nut in “t kort de geschiedenis en de beteeke nls van ons program voor de partij na te gaan. Er is hiervoor te meer aanleiding, daar het In 1933 juist een halve eeuw geleden zal zyn, dat de eerste poging om tot het opstellen en vaststellen van een program te komen, werd gedaan. Het was in 1883, dat dr. Schaepman lin het tydschrlft „Ourc Wachter” zyn ver- knaard artikel publiceerde, dat tot titel droeg: [.Een Katholieke Party-Proeve van een Pro- Lram.” Met dit opschrift gaf de doctor reeds Lanstonds te kennen, dat er een nauw ver band bestond tusschen de formatie en. ont wikkeling van de party en de samenstelling Ban een program. Zonder een program mist Ben party den grondslag, waarop zy hare Lctie kan voeren; ontbreekt haar om een [ander beeld te gebruiken, de banier, waaraan Imen haar kleur herkent en waaronder zy ten strijde kan gaan. Toen Schaepman anno 1880 in de Tweede Kamer kwam, was de katholieke party eigen- iyk nog pas in wording. Er ontbrak te naas- tenby allee aan haren samenhang en hare organisatie. „Van een Katholieke Staatsparty In den eigeniyken zin des woord is," schreef de oud-mlnister Loeff In 1913 by het eeuw feest van onze onafhankeiykheld, Jn Neder land eerst sprake sinds de allerlaatste decen- I nlën. Er waren wel Katholieke staatslieden, i—deaeu vormden geen afaonderl^ce, zelf- e economische crisis, die vooral hevig II woedt in de Industrie en mlllloenen ar beiders tot werkloosheid heeft gedoemd, de over-industrialisatle in vele landen, gevolg van de afgekeerdheid der volken onderling, als resultante van den wereldoorlog, de daaruit voortvloeiende tarievenoorlog, die weer gevolgd werd door rationalisatie en verscherpte mecha nisatie der bedryven, zal naar het zich met ze kerheid laat aanzien, ook in ons land tiendui zenden arbeiders biyvend tot werkloosheid doemen. Voor gezegde tienduizenden Is geen plaats meej ln de Industrie. Zy zyn, of worden, weggerationaliseerd. By de algemeene beschouwingen over de Ryksbegrooting werd ook door den heer Colyn op dit vraagstuk de agadaoM gevestigd. Even als In het buitenland, met name in Dultschland, geschiedt, wil deus de ontgonnen en door droog legging van den Noord-Oost-polder in het Ijsselmeer, grenzend aan Overyssel, nog te verkrygen gronden, dienstbaar maken aan bestrijding der werkloosheid. Ook, door werkloozen, die daartoe de ge schiktheid bezitten, weer terug te voeren naar het land. In denzelfden geest sprak ook de afgevaar digde voor Overyssel, de heer Engels, toen hy 10 December 1931, by gelegenheid van de be handeling der begrootlng van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, met klem aandrong op een wyzlglng van de Landarbelderswet In dien zin, „dat door wyzlglng van art. 2 dier wet, deze ook toepasseiyk gemaakt zou worden op die arbeiders, die niet in het landbouwbedrijf de hoofdbronvan hun bestaan vonden.” De Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Ruys de Beerenbrouck, kon daar toenmaals evenwel nog niet toe besluiten. Jammer genoeg. De bestaande methode van steunverleenlng aan werkloozen, zonder eenige arbeidspraesta-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 2