u&Aaal van den day ZADELHOFF INDERDAAD IETS FIJNS Raspoetin „de heilige duivel” M2 GELDERSCHE ROOKWORST MERK A I I Wie stevig in zijn schoenen wil staan HET SCHILDERIJlllllllllllll£ Hij trekke ROBINSONschoenen aan Een 1 krijgslist De vlammende anjelier MAANDAG 21 NOVEMBER Roosevelt en de buiten- landsche politiek ZIJN JEUGDJAREN Oorzaak zijner ketterij Een klooster van ketter* Fratellini contra Uit het leven Fratellini De honinggids Miskende beschermer Een ver*chyning? Onbewuste zelfcritiek 5 n Een wonderlyk kind van goed en kwaad Meeningen en plannen UHiHmumiHwimHiimHimwHi FEUILLETON s Naar het Duitsch van Paul Oskar Hoecker g Eerste „optreden” 9 •'■■I van geld alsjeblieft toch De de be- der wereldeconomie. (United Press). een te Ze graag nog daarmee Victor." dat niet wist," was het 14 33 22 85 71 71 71 52 75 43 12 166 1-59 1.40 1.00 0 66 0.33 0.25 2.00 133 1.16 1.00 1.00 0.80 0.60 0.00 ■87 85 85 83 75 33 m .75 37 I 80 1.42 1.16 1.14 1.14 100 1.71 >62 1.60 >.50 2.00 L66 1.00 1.83 1.33 050 035 0.12 |d precies, doch het it zoowel de beesten Is e 140 1.33 1.14 IJ» rwr 100 100 0 20 [f. 3e bel. 137 1.71 1.44 137 1.00 1.00 038 0.66' 037 030 030 037 1.66 1.42 138 130 1.16 1.00 175 >.71 147. .00 ..Nog een ding wilde ik U vragen. Nu U toch over zakelüke dingen hebt gesproken. Hoe zit het met de terreinen van mijn vader?" (Wordt vervolgd); '5 16 17 7 3 7 7 5 7 5 '5 13 12 11 38 18 17 56 56 ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN het toch maar zoo. zoo." ..Ik ga hem halen,” zei ze strompelde de kamer uit. In de logeerkamer zocht ze haastig haar bagage door. Behalve den armband, had ze ook een ring en een paar echte schildpadkamnïen| NI de Russische samenleving en hoe hü eer 3 macht op zijn omgeving wist te zullen wjj een volgende maal geweest, als ze hem noott in haar leven gezien was lang niet mak als ze begon en haar akte-van-beschuldiging tegen geëindigd had, voelde dat jongmensch Hoezeer Raspoetin hiermede onheilen stichtte in i—- ongelooflijke veroveren, 1 schouwen. Wederom zou er iets gebeuren, dat een diepen indruk op hem zou maken en dat hij alleen aan zjjn besten- vriend Michail Petscherkln vertelde. Hij zou namelijk een verschijning heb ben gezien, toen hij op het land ploegde op een aomerschen namiddag Het was hem of alle meisjes van het dorp achter hem relzangen zongen en toen hij omkeek, ontwaarde hij een wonderlijke vrouwengestalte, de H. Moeder Gods nJ., omgeven door duizenden zingende engelen. De verschijning had slechts een oogen- blik geduurd, doch Grigori was tot in het diepst van zijn ziel getroffen. Hu meende, dat God bijzondere plannen met hem had. doch de ge dachte, dat hij dan zjjn dorp en zijn familie zou moeten verlaten, hielp hem heen over zijn en zoo trachtte hij de verschijning Geneesheer: De keelziekte uwer schoon mama is verergerd; ik heb haar ten strengste verboden gedurende drie dagen te spreken. SchoonzoonO beste dokter, hoe zeer dank ik u voor deze hoogst aangename ver rassing. rigor! Raspoetin was de zoon van den voer- T man Jeflm Andre Jewitsch te Prokowskoje. waaJ hU zjjn jeugdjaren doorbracht. Grigori werd naar Russische wijze genoemd met zjjn liefkoozenden verkleinnaam Grischa Hu had er een eigenaardige gewoonte van gemaakt vele uren per d$g door te brengen in den paarden stal. Waarom weet nlemani' is niet onwaarschijnlijk, dïl als het mysterieuze licht den jongen aantrok. Als hü alleen in den stal was. sprong hü vaak boven op een paard en imiteerde een wilden galop door de steppen. De stal had voor hem spoedig een diepere beteekenis. nadat zün vader hem voor de eerste maal had verteld van het Jezuskmd. dftt'ln een armen stal in Bethlehem geboren werd. In zijn verbeelding speelde het verhaal der geboorte van den mensch zich opnieuw af en wel in dezen stal van het onmete- Ujke Siberie. Sen koude rilling liep haar over den rug. Als geslagen bleef ze nog een uur in bed lig gen en dacht na en piekerde Het beeld van Victor was bleek en vreemd geworden. Hield ze nog van hem? En hield hü A.: Ik hecht niet meer aan het leven. Men ontmoet overal slechts schurken en gauwdie ven. Er is geen enkel eerlük mensch meer op de wereld. B Moed gevat, beste vriend, moed. Zelf kennis is reeds de eerste stap tot beterschap. was op dit portret niet te zien in zün trekken. De ovale vorm van zün hoofd gaf hem iets heel füns, hü had verstandige, rustige oogen. Als hü ernstig keek, zooals op deze beeltenis, was zün mond klein en onbeduidend. Maar als hü eens hartelük lachte en hoe hartelük kon hü lachen en als daarbü zün groote, witte tanden zichtbaar werden, dan kreeg men pas ..Mama stelt als voorwaarde voor toe stemming tot huwelük, dat je in Wiesbaden blüft. Verzoek dringend om Dutton af te schrijven. Weer werden ze door het telefoonbureau ge waarschuwd. En nu riep mevrouw met haar lulde stem in het toestel: „Afgeloopen, hoor." Den volgenden morgen, even na zessen, werd Catharina door den portier gewekt. Er was 's nachts een telegram voor haar ge komen: Ingezonden Mededeeling» met goud ingelegd, van Victor gekregen. Ze kwam met het moois beneden ..Maar we behoeven toch niet boos op elkaar te zün?" vroeg ze schuchter. „Niet boos? Als je iemand zoo affronteert?" „U jaagt me weg." „Ik? Je hoeft heeletnaal niet weg. Ofschoon je zoo arm bent als een kerkrat, heb ik toch mijn toestemming gegeven." ..Maar U neemt deze dingen toch nu terug?" „Natuurlük. Als je je niet schikt, is het uit." Een paar seconden stond Catharina zwü- gend in zelfstrijd. „Ik heb niemand heele- maal niemand op de heele wereld.” ..Neen, niemand. Niemand dan ons. En de eenige, die je hebt, wil je nog voor het hoofd stooten." Catharina zuchtte. „Ik zou zoo eens met Victor praten." „Neen Katchen. Dat wil hü zelf niet. En ik he|> hem gezegd, dat als hü met Plnksteren met verlof thuis komt en jü bent er niet, dan bezorg ik hem een ander meisje. En een meisje met geld, versta je?" Nu overwon Catharina de laatste Innerlijke zwakheid. „Misschienwordt hü gelukkiger.” „Ik wil het hopen, Katchen. En ga je nu? Werkelük?" „Ja". Het jonge meisje haalde diep adem. komen met. het gestolen paard? direct de andere boeren waarschuwen en ieder een roemde den knaap om zün onthulling. Het duurde niet lang of het geheele dorp zag In Grischa een bevoorrecht kind, dat de büzondere bescherming van den hemel genoot. Zoo groeide hü op als een gerespecteerde knaap, die overigens in niets van zün ondeu gende vrienden verschilde en zelfs toen hi) volwassen was en een vrouw gehuwd had, legde hü zün lichtzinnigheid nog niet af. t •••ev>**aeaaea«MseeM*«*aaaas«as«| nog een geheel nieuwe leer, die aanmerkelük afweek van de oorspronkelüke leer der Kerk en die heel wat toegeeflüker was. Hier begon de eerste tegemoetkoming van Raspoetin aan de «wakheid van den mensch. Deze nieuwe leer n.l. leerde, dat de mensch reeds op aarde het hemelsch geluk kon verwerven, wanneer hü slechts enkele büzondere voorschriften wilde nakomen. De seminarist slaagde er ten slotte in Grigori mee te nemen naar het klooster, zoodat men thuis tevergeefs op zün terug komst wachtte. ALBANY (New-York), 17 Nov. Het programma van Roosevelt op het gebied der bultenlandsche politiek kan het beste zóó worden opgevat, dat hü opkomt voor een eer- lük rullen van concessies met het buitenland Ten voordeele van alle belanghebbenden. Op grond van zün overtuiging, dat de herziening der tarieven thans voor altüd verbonden is met de kwestie der oorlogsschulden is de nieuwe pre sident van meening. dat de meest wenschelüke en gewichtigste methode ter herleving van het han delsverkeer in de internationale onderhandelin- gen bestaat in de gemeenschappelüke verlaging der tariefmuren. Volgens zün meening zou bü de uitvoering van zün program, dat o.a. bevat een vermindering van verschillende Amerikaan- sche tarieven tegen een overeenkomstige reduc tie van bultenlandsche tarieven, met het doel, om voor Amerikaansche waren in het buiten land een afzetgebied te bezorgen, het afsluiten van tariefverdragen met afzonderlüke staten zonder meer mogelük zün. In dit verband zou er te spreken zün over de doelmatigheid van zoo genaamde selzoen-verdragen, die iets geheel nieuws zün en ten goede zouden komen aan de producenten van bepaalde licht bederfelüke wa ren in het buitenland, zonder schade toe te Voegen aan den Amérikaanschen landbouw. Roosevelt heeft aan president Hoover ver klaard, dat hü gaarne bereid is. om Dinsdag a.s. met hem de moeilüke problemen der inter nationale politiek, vooral die der schulden kwestie. te bespreken. Hü zal alles doen, om Hoover in deze thans zoo dringende kwestie te ondersteunen, maar hü wil zün volledig program pas aan het nieuwe Bondsparlement voorleggen, dat na zün ambtsaanvaarding in buitengewone zitting büeen zal worden geroepen. Van een „coalltie-regeertng” met Hoóver in den tus- schentüd kan geen sprake zün. De conferentie van Dinsdag zal geenszins de aanvang zün van geregelde besprekingen, ofschoon de mogelük- heic van een nieuwe conferentie op een later tüdstlp open blüft. In kringen om Roosevelt ver luidt, dat deze een gemeenschappelijk handelen met Hoover niet alleen voor zeer moellük houdt, maar zelfs voor onmogelük. daar het noodza kelijk zou worden, dat hü dan aftreden moest als gouverneur van den staat New-York en met heel zün staf van medewerkers naar Washing ton moest komen. Buitendien zou een nieuw program voor de internationale betrekkingen der Vereenigde Staten niet binnen een paar maan den op gang kunnen worden gebracht. Men hoopt echter, dat de conferentie van Dinsdag kalmeerend zal werken en den storm over de schuldenkwestie binnen en buiten het parlement bezweren. Van andere züde wordt er echter op gewezen, dat zij, die gelooven. dat de conferentie van Dinsdag een compromis zal opleveren over de kwestie der schulden, ontwapening en tarie ven. die naar Roosevelt's meening onoplosbaar met elkander zun verbonden, bedrogen zullen uitkomen. Ten gevolge van den onzekeren toestand in veie landen, bestaan er voorloopig alleen maar vermoedens over de bultenlandsche politiek der nieuwe Bondsregeering Maar te verwachten is. dat zü in menig opzicht een evenzoo vast, mis schien nog vaster standpunt zal innemen, dan de regeering-Hoover deed en doet. Veel zal in ieder geval afhangen van de onderhandelingen met het buitenland over het op gang brengen weer ophieuw willen beginnen? Ik houd zooveel van je. zoo verschrikkelük veel." Stilte als die des grafs van Violet’s kant. ..Wil je niet?” vroeg Harry. ,:Mü ook goed hoor! Bel dan het meisje maar om mü uit te laten. Violet drukte nogmaals op de bel en Het haar oog weer met schijnbare aandacht op haar boek rusten. Zü hield het ondersteboven, maar dat kon Harry van zün plaats af niet zien. HtJ bleef onbeweeglük zitten. Vüf minuten kropen traag en moeizaam voorbü- „Ik zou nog maar eens bellen.” raadde hü aan. Violet drukte ten derde male, lang en -hef tig thans, op de bel. Opnieuw vüf minuten van loodzwaar zwügen. Ze leken Harry een eeuwigheid. Dat was niet om uit te houden. Hü sprong op en pakte zün hoed. „Het is doelloos om nog langer te wachten", begon hü- „O. was je er nog?" merkte Violet onverschil lig op. ..Doe nu niet of je nüdige antwoord. „Ik geloof, dat je het erop aanlegt om me buiten mezelf te maken. Maar ik heb er genoeg van, hoor! Ik ben niet van plan langer op het meisje te wachten, ik vind den weg alleen wel...." Hü stapte naar de deur en ondanks zün woede bleef hü daar toch nog even staan, in de hoop blükbaar. dat Violet hem zoo niet zou lateirVgaan. „Dag Violet.” zei hü langzaam. ..Harry*" begon het meisje eensklaps, nu je tóch eenmaal hier bent, kan ik je dezen brief meteen wel geven, ik had hem juist klaar. Er staat in, dat - Harry las iets in haar oogen. dat het over bodig maakte om het slot van haar woorden aan te hooren Hü vloog letterlük op haar toe. „Violet, héb je me voor den mal gehouden?” „Ja.” bekende het meisje. Ik dacht dat een klein lesje wel eens goed voor Je zou zün. Maar ik -was niet van plan je werkelük te laten gaan.” ..Maar lieve kind, maar- waarom belde je dan in 's hemelsnaam?” ..De bel," verklaarde Violet met een kleur als vuur, „de bel is kapot. Harry...." Valsche schilderijen spelen In den laatsten tijd een rol. Want verzameling en rechtbank Hebben soms de handen vol! Komt dit wijl de menschen snakken Naar de tale van de kleur, Ook al staan de schoone verven In geen aangenomen geur? Wordt de kunstenaar, ofschoon hij Dikwijls dood is, zóó geëerd, Dat men hem. om lof te geven. Naar zijn werken imiteert? Want geen veiling schijnt meer veilig En geen schildersnaam te slecht -Om de vraag te doen ontluiken Is dat stuk wel schilder-echt? En zoo krijgt u dan den indruk, Dat de kunst van waarde is En de schilders veel verdienen Maar dan heeft u het toch mis! Want de schilders mogen gróót zijn.,.. Na hun doöd blijkt dit herhaald. Maar zij krijgen voor het échte Niet wat men voor valsch betaalt! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) niiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiHiiiiiiii: De zeeman had zün harmonica er gens bü het strand vergeten en zün „lievelings”-slangen Cloepy en Craw ly dachten, dat het iets was om op te eten. „Kom hier allemaal.” schreeuwde Willie, „dan kunnen jullie zien, dat een van de slangen van Freddy Vrü- dag bezig is zün harmonica.te ver slinden." „Ze denken zeker, dat het groote rups is of iets anders," klaarde Robbie. ..Maar het is toch niet mogelük. dat de slafften zulk een groot ding kunnen opeten." oordeelde Topsy. ..hü zal er in stikken.” Hü spreekt nog een beetje hakkelend, maar hü’deelt verbluffende dingen mee: „Ja." zegt hü. „Die Max. die man. die kwam me direct al verdacht voor en toen we het eerste café binnengingen heb ik den baas, die een kennis van me is.... t geld tegen kwitantie in bewaring gegeven!" Daar heeft Max niet van terug. Is dat vriend schap? En daarvoor heeft hü kosten gemaakt en een heelen nacht niet geslapen. De politierechter begint te lachen en ver zoekt Max heer/ te gaan. Er is geen aanklager en er is geen aanklacht. De eenvoudige boe renman is Max te slim af geweest. Woedend verlaat hü de rechtszaal. .Alle boeren zün bedriegers!” zegt hü Zeer onlogisch, „en nog wantrouwender dan politie rechters.” Dit laatste zegt hü met eenig leedvermaak. „Maak nu maar, dat je wegkomt", beval de Berlünsche Salomo en hiermee was de rechts zaak afgeloopen. in de wacht sleepen, de groote madam uithan gen. En ik, die alle dutten heb meegebracht, kan naar de maan loopen. Maar je bent een reuzen-ezel. weet je dat wel meisje?” „Ik weet, wat U bedoelt.” zei Catharina zacht zwaar ademhalend. „U maakt de verloving af.” „Als je dezen keer niet toegeeft, dan heb je je kansen verspeeld. Dus denk nog maar eens goed na. En zeg het me dan." Ze haalde zuchtend de schouders op. De tra nen kwamen haar in de oogen. Ook mevrouw Dora Tollo voelde zich op haar manier aange daan. Ze haalde haar zakdoek uit haar tasch en snoot eenige malen met groot misbaar haar neus. „We hebben het toch zoo goed met je ge meend. Hoe kan een mensch toch zoo ver blind zün. En die arme Victor. Je hebt ge woon geen hart in je lüf. jü” Catharina steunde haar hoofd in haar beide handen. „Het valt me zwaarder dan U denkt. Maar als Victor me nu niet begrüpt. worden we toch nooit gelukkig met elkaar.” „Je vader had hét moeten beleven, wat er voor ’n mispunt uit je gegroeid is. Foei, scha men moest je je. En de armband met briljan ten. die Victor je met Kerstmis gegeven heeft, kun je wel meteen hier laten, liefje. Ik vond büna ademloos en door zü op den duur toch niet zou kunnen blüven. Als hü hier geweest was. dan zou ze ge zegd hebben: liever een einde met verdriet dan verdriet zonder einde. „Ik ga vandaag nog weg. Wil je even een spoorboekje voor me van beneden halen. Mi na?" roen Grischa ongeveer twaalf jaar oud was. gebeurde er iets, dat een grooten indruk op zün jonge ziel maakte. Zün ouder broertje Mischa viel in een rivier. Grischa sprong hem na en de jongens zouden verdronken zün. als niet toe vallig een voorbükomende boer hen had gered. De oudste stierf aan de gevolgen van een long ontsteking ep Grischa bleef langen tüd met koorts te bed. Hü herstelde weliswaar spoedig, doch zün uiterlük had een groote verandering óndergaan; hü w?s een bleek jongetje geworden en «as vaak ziek en doorloopend zwak. In dezen tüd speelde zich een gebeurtenis af. die groote sensatie onder de dorpsgenooten van Grischa teweeg bracht. Er was in het dorp een paard gestolen. Bü de Siberische boeren be- trekent dat een büna onvergeeflijke misdaad. Men zocht naar den dief, doch zonder resultaat. T)p een avond zaten verschillende boeren ten huize van Grigori's vader bü elkaar en bespra ken druk het voorgevallene. Een van hen, een welgestelde b«r, Pjotr genaamd, was meer dan de anderen verontwaardigd en Grischa. die ziek in een hoek lag te soezen, hoorde nauwelüks de drukke conversatie. Ineens echter en schijnbaar zonder de minste aanleiding, stond de knaap op. keek doodsbleek en starend voor zich uit. ging naar Pjotr toe. klom tegen hem op en toen hü op zün rug zat. begon hü luid keels te schreeuwen: .Jü bent de dief, Pjotr jij hebt het paard gestolen.” Een lichte conster natie was het gevolg en van alle kanten trachtte men de beschuldiging ongedaan te maken. Maar een paar boeren konden de gedachte met van zich af zetten, dat het kind iets van het geval zou weten en besloten het huis van Pjotr des nachts te bewaken. Wie schetst hun verbazing toen zü reeds den eersten nacht den boer uit een klein schuurtje te voorjchün zagen komen met. het gestolen paard? Zü gingen Paul, Albert en Francois Fratellini. de echten dus, die wü allen kennen, voeren een proces te gen de valschen. Het pünlüke is. dat de valsche, de namaak-Fratellini, hun neven zün, de zoons van hun broer Louis, die vroeger ook een succes- vcl clown Jwas. Die neven doen hun ooms een unfaire concurrentie aan. Maar laten, we niet vooruilloopen op het oordeel van de rechtbank van Montauban, voor welke de zaak wordt be handeld. Mr. Levy-Oulmann. advocaat van de Fratel- lini-ooms, pleitte tegen Mr Carné, den raads man van den compagnon der neven, of liever van den-compagnon van één hunner, Gustave Fratellini. Die comjjagnon. de circusdirecteur Périé. had het lumineuze idee, den naam van dén neef in kwestie, met al de voordeelen daaraan verbon den, te exploiteeren. Zoo gingen er twee trio's Fratellini de wereld rond, een jong en een ..oud': trio. Het oude, dat zün roem dankt aan talent en volharding, kwam daartegen op. Proces op proces vond plaats. Rechterlüke col leges te Marseille, te Aix. te Leipzig, te Wieenen, verboden Périé. zün circus te noemen: Circus Fratelllhi. Tenslotte kwam te Dresden een ac- coord tot stand: het circus mocht gedoopt wor den: Circus Gustave Fratellini De zaak was hiermede echter niet ten einde, want het eigenaardige verschijnsel deed zich voor, dat de heeren Périé en Gustave Fratellini op de* programma's en affiches het woord „Gustave" in verhouding tot ..Fratellini" zeer minuscuul en verborgen deden drukken. Althans de büzlenden werden door deze reclame op een dwaalspoor gebracht. Opnieuw ontstaken, begrijpelükerwüs. de ooms in toom. Hun raadsman is niet alleen een scherpzinnig jurist, maar getraind als hü is in het verdedigen van de belangen der Fransche artisten. toont hü zich ook altüd zeer vasthou dend. „Ik wil nu", aldus liet hü zich tegenover een verslaggever uit, „dat eens en voor al wordt uit gemaakt. dat een beroemd geworden familie naam als „handelsnaam" geldt, en dat een an der zich er niet op beroepen kan. dat hü den- zelfden naam draagt. Bovendien is er al een precedent. Ik heb n.l. te Angers een dergelüke zaak ge pleit. U kent ongetwüfeld het circus Pinder? Een circusdirecteur spoorde een afstammeling van de familie Pinder op. wiens naam hü kon eebruiken. Hü vond inderdaad een zekere Jlm Pinder, die kippen tókte, en bereid was, zich te associeeren. Maar de rechtbank te Angers ver bood het dragen van den naam Pinder „En wat denkt u van het verloop te' Montau ban?" „De neven hebben verstek laten gaan Mün geachte confrère Mr. Carné, heeft alleen voor Périé gepleit. De uitspraak zal pas later plaats hebben.” „Gelooft U aan een goeden afloop voor de „echte Fratellini?” „Zonder eenigen twüfel Zoodat we kunnen verwachten, dat binnen kort wederom slechts één trio-Fratellini rond zal trekken. *n idee van den onstuimigen levenslust en de le venskracht. die er in hem was. Waarom toon de hü die dan zoo zelden? Vroeger had ze ge loofd. dat hü door zün gereserveerdheid een tegenstelling wilde vormen met 'zijn opgewon den. luidruchtige, ietwat onbeschaafde .stief moeder. Zoo hield ze zün laksheid voor een soort füngevoellghetd. Maar thans oordeelde zü anders. Als hü bü de levendige discussies, die zü met mevrouw Troilo had, zün meening moest zeggen, dan gaf hü altüd deze gelijk, noott haar, maar tersluiks glimlachte hü haar dan toe, als om haar tevreden te stellen. Dat had haar zeer ontstemd. Niet omdat ze geen gehjk kreeg, maar om dat zün diplomatie haar een uiting van lafheid leek. Haar aanstaande man moest iets van een held hebben. En daarvoor was Victor bü zulke gelegenheden wel een beetje te voorzichtig! Catharina hoorde haar hart kloppen. Hü zal mü nu opgeven, zei ze tot zichzelf. Dat zü in dit geval zou toegeven, zooals tien tallen malen tevoren, dat leek haar nu ten eenenmale onmogelük. Ze wist ook: als zij nu toegaf. zou er over twee, drie weken weer laksheid, die «e hem wel eens verweten had. hoogloopende ruzie zün over wat anders, waar- herlnnering te vergeten. Grischa groeide verder op en volgde het voorbeeld van zün vader door voerman te wor den. Hü reed nu dagelüks door de steppen om de waren van zün dorp en van andere dorpen naar het Zuiden te vervoeren. Op zekeren dag ontmoette hü een theologant uit een naburig klooster, die hem vroeg te mogen instappen. De voerman vond het best en het tweetal was spoedig in een ernstig gesprek gewikkeld. Het verbaasde den seminarist niet weinig, dat deze eenvoudige boerenjongen zoo thuis was in de geschiedenis van de H. Schrift en hü noodigde hem uit eens een bezoek te brengen aan het klooster. Grigori vernam Intusschen van zün metgezel nog van haar? Als kinderen waren ze erg vriendschappelük samen geweest. Hü had al tüd zoo iets ridderlüks gehad. Hü had haar vaak tegen de Sonnenberger jongens in be scherming genomen. Maar toch had hü zich nooit voldoende laten gelden. Hü was niet energiek genoeg. Daar kwam nog bü. dat hü na den dood van zün moeder door zün vader erg verwend was. En de kinderloos gebleven stiefmoeder ver wende den moolen, eleganten knaap eerst recht. Catharina was er wel eens jaloersch van geweest, zooals ze hem vleide, vertroetelde, liefkoosde. Volgens haar gevoel had Victor zich allang niet meer door zün stiefmoeder als een kleinen jongen moetefl laten behandelen. Het kwam wel met zün wat-weeke, naar teederheld verlangende natuur overeen. Zoo oefende zün stiefmoeder ook nu een beslissenden invloed op hem uit. Zelfs In een zaak, waarin hü toch al leen maar zün hart mocht laten spreken. Zü richtte zich in bed op en nam zün portret dat op het tafeltje naast haar bed stond. Victor zag er krachtig uit. op het portret zelfs forsch, en hü was werkelük een knappe jongeman. De nog even Het kamermeisje zette groote ‘oogen op. toen Catharina aan het ontbüt deze order gaf. „Om twaalf uur komt mevrouw terug, heeft juist getelegrafeerd.” Deze ontmoeting en een afscheid kon Catha rina dus niet ontloopen. Mevrouw kwam terug: schreeuwerig, kijve- rig sprak ze tegelükertüd tegen den huisknecht, den portier en het kamermeisje; ze pakte Ca tharina bü den arm. liep een paar kamers met haar door, vertelde haar allerlei kleinigheden over den dienst, waarbü ze zict\ erg boos maak te over de brutaliteit het Dultsche rijk, om ook voor rüke jongelui algemeenen dienst plicht ih te voeren. Telkens nam Catharina zich voor om te spreken, maar haar schoonmoeder liet haar niet aan het woord komen Toen dit eindelük lukte en Catharina Tiaar de klok wees en zoo zakelük mogelük meedeelde, dat haar trein direct ging, want dat ze de nachtboot over Vllsslngen wilde nemen, bleef mevrouw Troilo staan en keek haar met haar kleine git-oogjes, waarvan veel wit zichtbaar werd, venünlg aan. Het werd een terechtstelling. Catharina werd onder zulk een stortvloed van woorden, verwüten. beleedlglngen begra ven. dat er op t eind van het arme kind niets overbleef. 'r „Op je bloote knieën moest je ons danken, snotneus, dat we je uit je armzalig krot heb ben gehaald.... en dat is onze dank. Dat alle menschen zullen merken, waarom het je be gonnen is. Ja, hé, een goed huwelük doen, geld De Berlünsche politierechter gedroeg zich zeer onbeleefd tegenover den armen Max. Hü twüfelde namelük aan diens eerlüke bedoelin gen. En toch had de brave Max zün nachtrust opgeofferd om den heer Olde bü te staan. Want de gevaren dergroote stad zün vele en Max had zich voorgenomen om te voorkomen, dat de portefeuille van den heer Olde, waarin R. M. 5000 zaten, zou worden gestolen. De wereld hangt aan elkaar van wantrouwen, want het bewüs van Max' nobele bedoelingen is toch wel het feit dat hü met zün bescherme ling zes localiteiten bezocht en steeds voor hem heeft betaald, alles uit angst dat men den sym- pathleken heer Olde zou berooven. „Ik voel me aangetrokken tot eenvoudige boe- renmenschen"^verklaart Max, „en het gaat me aan 't hart, wanneer die stumperds In de groote stad worden uitgeplunderd." Intusschen ligt de eenvoudige boerenman snurken. Hü «as al niet heelemaal frisch meer, toen hü de rechtszaal werd binnengeleid, maar nu is hü in slaap gevallen en droomt zeker van het rüpende graan. Veel heeft Olde dien nacht meegemaakt. Met 5000 markt op zak was hü naar Berlin geko men; daar had hü den trouwhartigen Max ont moet. die hem op sleeptouw had genomen, hem had getracteerd en niet van zün züde was ge weken. Tegen den ochtend kreeg Olde woorden met zün begeleider zü raakten handgemeen, de portefeuille viel op den grond een Schupo komt erbü, scheidt de vechtenden, raapt de por tefeuille op: ia leeg, hetgeen natuurlük de onmiddellüke arrestatie van Max ten gevolge had. De goede Olde is heelemaal van streek; hü spreekt wartaal en wil op de stoep gaan liggen slapen. Eindelük is het politiebureau bereikt. Van het bureau gaat het naar het „Schnellgericht” en de politierechter kükt den onthutsten Max streng aan en dreigt hem met de gevangenis. De heer Olde begint nu langzaam te ontwa ken. Men geeft hem koud water te drinken en als hü een kop warme kqffie op heeft, is hü weer büna heelemaal de oude. Van dezen vogel, die dol op honing is en ook op de larven van de büen. vertelt Father N. Stam in de Annalen van Mill Hill. In de wilde natuur vliegt hü .zonder vrees naar den mensch toe, en schünt dan te roepen. Dan vliegt hü vooruit, en als hü niet gevolgd wordt, komt hü weer terug; en doet dat zool^Tig. totdat het bijennest bereikt Is; dan vliegt hü er om heen, om den mensch te dwingen den honing machtig te worden. Waarom doet hü dat? Dat zal wel altüd een raadsel blüven; want bang te hü niét van büen. daar hü door zün dicht gevederte weinig last van den steek der büen zal hebben Een ander raadsel te. dat het vrouwtje haar eigen eieren niet uitbroedt. En zü gaat daarmee op zoon bedrieglüke wüze te werk! Zü legt haar el op den grond, dicht bü het nest van een anderen vogel. De stiefmoeder mag er niets van «•eten; en daarom gaat zü eerst naar het nest, gooit er een ei uit. gaat terug naar den grond, neemt haar eigen ei in haar bek en plaatst het in het nest. Haar man te er ook over ingelicht; want als het kindje een beetje gegroeid te. ko men zü beiden om het te voeden; en zoo gauw het maar eenigszins kan. moet het kind mee; het mag niet te lang bü stiefmoeder blijven! Hóe vreemd te toch het instinct der dieren! Ons vogeltje te zoo gedienstig, en schünt een weldaad te willen bewijzen aan de menschen door hun honing te wijzen. Waarom nu eischt hü van andere vogels den dienst om de eieren uit te broeden? Het te waar, de koekoek doet t ook; maar die gaat lang zoo liefdevol niet te werk. De honinggids gooit één el uit het nest en plaatst er haar eigen ei in. om den vogel te bedriegen; maar wanneer het kleintje uit den dop komt, zün vader en moeder er bü om bet te voeden. De koekoek doet dat niet, en laat alle zorgen over aan de stiefmoeder. Maar dit is nog niet alles. Want de jonge koekoek, die Veel grooter te dan de eigen kindertjes van de stief moeder. schoudert hen doodeenvoudig uit het nest, om hen naar beneden te laten vallen en te sterven. De jonge koekoek te zoo egoïstisch dat hü al het voedsel wil hebben, dat de moeder brengt. arry Marshall legde zün zakdoek op tafel en probeerde zün hoed in zijp „zak te stouwen. onmiddellük echter merkte hü zün vergissing, stopte den zakdoek in zün zak. legde den hoed op tafel en zette zich op het puntje van een stoel. Harry voelde zich zenuwachtig. Dat was al lerminst te verwonderen, want hü kwam voor een onderhoud met een jongedame, met wie hü verloofd was geweest en die hem vier en twtntjg uur geleden met de grootste stelligheid had medegedeeld, dat ze hem nooit weer ver langde te zien. Violet had zelfs te kennen ge^ geven, dat het haar een lief ding waard was ai., had! Violet toen ze Harry zich heel klein. De naam van het klooster was Werchoturje. een van die Siberische kloosters, die wel streng vast hielden aan de regels, maar die verder een eigen zienswüze hadden inzake geloof en zeden. Dit klooster, waar Grigon terecht was gekomen, was niet weinig afgeweken van den oorspronkelüken godsdienst, en het was reeds geen geheim meer, dat hier een gezelschap ket ters tezamen was. Pas nu drong het tot Raspoetin door, hoezeer de seminarist van den weg des geloofs was afgeweken, toen hü op zün wagen met hem mee reisde. Hü zat nu temid den der ketters en was spoedig geheel door hun leer aangetast. Ook hü geloofde nu. dat net vurig geloof alleen den mensch kon redden, zelfs al was de mensch zondig in denken én doen. Zoo raakte hü steeds verder af van zün vroeger geloof en begon in allen ernst te meenen. dat de Kerk op een dwaalspoor was gebracht. Een van zün theorieën, die later tot verschrikkelijke practüken zou leiden, was de stelling, dat een mensch zün zonden niet kan uitboeten, zonder eerst de zonden te bedrüven. Wilde men dus als een waar Christenmensen boete doen, dan diende men eerst te zondigen, □eze verderfelüke stelling heeft Raspoetin met groot succes gepredikt en zelfs de hoogste krin gen in Sint Petersburg werden slachtoffer van deze verfoeilüke leer. Raspoetin zelf echter geloofde vermoedelljk in alle oprechtheid, zü het door zün geestesverdwazlng. zü het door ver blinding van zün denken, dat deze leer juist was. Hij zou later prediken, dat de zonden den mensch met aantasten en dat men door te zon digen en te boeten steeds dichter bü God zou komen. Hü hield deze leer vol. ook toen hü temidden van de aristocratie in de Russische hootdstad zün bachanaliën en schandelüke bras partijen vierde, waarbij het op een zonde meer of minder niet aankwam. Ook vernam Raspoetin in zün kloostertüd, dat Christus zich niet bepaald had tot een ver blijf op aarde, maar dat Hü ook thans nog voortleefde In het lichaam van een of ander mensch en zoodoende voortdurend op aarde rondwandelde. Zün eerste verbazing over deze nieuwe' leer ging langzaam over in de zeker heid, dat de leer juist yas en zoo te het te verklaren, dat hü zich later de verklaring liet aanleunen van zün vereerders en vereersters, als zou hü- Raspoetin. de Messias zün in een nieuwe gedaante. Langzamerhand was dat gevoel weer gewe ken; van nature was Harry een dapper man en hü was gekomep om den storm ten tweeden male te trotsceren. Maar bü het trotseeren van storm is een beschut plekje geen luxe en toen de deur van de kamer geopend werd had Harry zich ver schanst achter de sofa. Viölet kwam met opgestoken zeil binnen en keek hem met onverholen minachting aan. „Wat te er van jw dienst, Mr. Marshall?" klonk het uit de boogje. „Ikkom mün excuses aanbieden." „Heusch?" informeerde Violet, nog steeds on genaakbaar. r „Ik heb mij gisteren heel dwaa^ gedragen." „Ik feliciteer u, Mr. Marshall." Waarmee?” stamelde Harry vèrbüsterd. „Met uw zelfkennis. Mr. Marshall." verdui- delijkte Violet üskoud. „O!” was allés wat over Harry's lippen kwam „U hebt me blükbaar meegedeeld wat u op 't hart lag." hernam Violet, „dus we kunnen het gesprek als geëindigd beschouwen!" Maar Harry liet zich zoo niet afschepen. „Toe. luister nu toch eens. Violet." drong hü aan. „het spüt mü dat ik mü zoo heb opge wonden, en. „Bonjour." zei Violet stro En tegelijk drukte ze op „Mair „Het dienstmeisje zal u uitlaten." „Maar hoor me d^nViolet Met een verveelde uitdrukking op het gezicht’ ging Violet zitten en nam een boek op. wüze waarop ze hem behandelde, prikkelde Harry. Hij verliet zün schuilplaats achter de sofa en gette zich in een stoel tegenover de hare. „Ik denk er niet aan weg te gaan voor ik heb gezegd wat ik me voorgenomen heb om te zeggen,” verklaarde hü vastbesloten. „Ik kon het heusch niet helpen dat ik gis teren te laat kwam. Het was ontzettend druk op kantoor en ik had bovendien nog allerlei tegenslag en jü beweerde notabene dat ik met moedwil te laat was gekomen! Wel! toen werd ik driftig.... dat te toch menschelük! Maar het spüt mü vreeselük. Toe Violet, zou je niet niet zulk een ding zal bekomen." De slang scheen de harmonica te zullen verslinden en een akelig gezlcm „Het te zeker, dat de slang niet goed zeide ze. Willie drukte den kop van de slang met zün hand en eiken keer als hü drukte speelde de harmonica toon en de klank kwam uit den mond van de slang ..Freddy Vnjdag zal kwaad «ün. als hü ziet. hoe. je zün slangen plaagt," zeide Tvy boos. ..Hü zal nog meer kwaad zün, als hü ziet, wat zü met zün harmonica hebben gedaan." zeide Willie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 11