u&Aaal van den day
ZADELHOFF
INDERDAAD IETS FIJNS
Raspoetin „de heilige duivel”
M2
GELDERSCHE
ROOKWORST
MERK
A
I
I
Wie stevig in zijn schoenen wil staan
HET SCHILDERIJlllllllllllll£
Hij trekke ROBINSONschoenen aan
Een
1 krijgslist
De vlammende
anjelier
MAANDAG 21 NOVEMBER
Roosevelt en de buiten-
landsche politiek
ZIJN JEUGDJAREN
Oorzaak zijner ketterij
Een klooster van ketter*
Fratellini contra
Uit het leven
Fratellini
De honinggids
Miskende beschermer
Een ver*chyning?
Onbewuste zelfcritiek
5
n
Een wonderlyk kind van goed
en kwaad
Meeningen en plannen
UHiHmumiHwimHiimHimwHi FEUILLETON
s
Naar het Duitsch van
Paul Oskar Hoecker g
Eerste „optreden”
9
•'■■I
van
geld
alsjeblieft toch
De
de
be-
der wereldeconomie.
(United Press).
een
te
Ze
graag nog
daarmee
Victor."
dat niet wist," was het
14
33
22
85
71
71
71
52
75
43
12
166
1-59
1.40
1.00
0 66
0.33
0.25
2.00
133
1.16
1.00
1.00
0.80
0.60
0.00
■87
85
85
83
75
33
m
.75
37
I 80
1.42
1.16
1.14
1.14
100
1.71
>62
1.60
>.50
2.00
L66
1.00
1.83
1.33
050
035
0.12
|d precies, doch het
it zoowel de beesten
Is
e
140
1.33
1.14
IJ»
rwr
100
100
0 20
[f.
3e bel.
137
1.71
1.44
137
1.00
1.00
038
0.66'
037
030
030
037
1.66
1.42
138
130
1.16
1.00
175
>.71
147.
.00
..Nog een ding wilde ik U vragen. Nu U toch
over zakelüke dingen hebt gesproken. Hoe zit
het met de terreinen van mijn vader?"
(Wordt vervolgd);
'5
16
17
7
3
7
7
5
7
5
'5
13
12
11
38
18
17
56
56
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
het toch maar zoo. zoo."
..Ik ga hem halen,” zei ze
strompelde de kamer uit.
In de logeerkamer zocht ze haastig haar
bagage door. Behalve den armband, had ze ook
een ring en een paar echte schildpadkamnïen|
NI
de Russische samenleving en hoe hü eer
3 macht op zijn omgeving wist te
zullen wjj een volgende maal
geweest, als ze hem noott in haar leven gezien
was lang niet mak als ze begon en
haar akte-van-beschuldiging tegen
geëindigd had, voelde dat jongmensch
Hoezeer Raspoetin hiermede onheilen stichtte
in i—-
ongelooflijke
veroveren, 1
schouwen.
Wederom zou er iets gebeuren, dat een diepen
indruk op hem zou maken en dat hij alleen
aan zjjn besten- vriend Michail Petscherkln
vertelde. Hij zou namelijk een verschijning heb
ben gezien, toen hij op het land ploegde op
een aomerschen namiddag Het was hem of alle
meisjes van het dorp achter hem relzangen
zongen en toen hij omkeek, ontwaarde hij een
wonderlijke vrouwengestalte, de H. Moeder
Gods nJ., omgeven door duizenden zingende
engelen. De verschijning had slechts een oogen-
blik geduurd, doch Grigori was tot in het diepst
van zijn ziel getroffen. Hu meende, dat God
bijzondere plannen met hem had. doch de ge
dachte, dat hij dan zjjn dorp en zijn familie
zou moeten verlaten, hielp hem heen over zijn
en zoo trachtte hij de verschijning
Geneesheer: De keelziekte uwer schoon
mama is verergerd; ik heb haar ten strengste
verboden gedurende drie dagen te spreken.
SchoonzoonO beste dokter, hoe zeer
dank ik u voor deze hoogst aangename ver
rassing.
rigor! Raspoetin was de zoon van den voer-
T man Jeflm Andre Jewitsch te Prokowskoje.
waaJ hU zjjn jeugdjaren doorbracht. Grigori
werd naar Russische wijze genoemd met zjjn
liefkoozenden verkleinnaam Grischa Hu had er
een eigenaardige gewoonte van gemaakt vele
uren per d$g door te brengen in den paarden
stal. Waarom weet nlemani'
is niet onwaarschijnlijk, dïl
als het mysterieuze licht den jongen aantrok.
Als hü alleen in den stal was. sprong hü vaak
boven op een paard en imiteerde een wilden
galop door de steppen. De stal had voor hem
spoedig een diepere beteekenis. nadat zün vader
hem voor de eerste maal had verteld van het
Jezuskmd. dftt'ln een armen stal in Bethlehem
geboren werd. In zijn verbeelding speelde het
verhaal der geboorte van den mensch zich
opnieuw af en wel in dezen stal van het onmete-
Ujke Siberie.
Sen koude rilling liep haar over den rug.
Als geslagen bleef ze nog een uur in bed lig
gen en dacht na en piekerde
Het beeld van Victor was bleek en vreemd
geworden. Hield ze nog van hem? En hield hü
A.: Ik hecht niet meer aan het leven. Men
ontmoet overal slechts schurken en gauwdie
ven. Er is geen enkel eerlük mensch meer op
de wereld.
B Moed gevat, beste vriend, moed. Zelf
kennis is reeds de eerste stap tot beterschap.
was op dit portret niet te zien in zün trekken.
De ovale vorm van zün hoofd gaf hem iets
heel füns, hü had verstandige, rustige oogen.
Als hü ernstig keek, zooals op deze beeltenis,
was zün mond klein en onbeduidend. Maar als
hü eens hartelük lachte en hoe hartelük kon
hü lachen en als daarbü zün groote, witte
tanden zichtbaar werden, dan kreeg men pas
..Mama stelt als voorwaarde voor toe
stemming tot huwelük, dat je in Wiesbaden
blüft. Verzoek dringend om Dutton af te
schrijven.
Weer werden ze door het telefoonbureau ge
waarschuwd. En nu riep mevrouw met haar
lulde stem in het toestel: „Afgeloopen, hoor."
Den volgenden morgen, even na zessen, werd
Catharina door den portier gewekt.
Er was 's nachts een telegram voor haar ge
komen:
Ingezonden Mededeeling»
met goud ingelegd, van Victor gekregen. Ze
kwam met het moois beneden
..Maar we behoeven toch niet boos op elkaar
te zün?" vroeg ze schuchter.
„Niet boos? Als je iemand zoo affronteert?"
„U jaagt me weg."
„Ik? Je hoeft heeletnaal niet weg. Ofschoon
je zoo arm bent als een kerkrat, heb ik toch
mijn toestemming gegeven."
..Maar U neemt deze dingen toch nu terug?"
„Natuurlük. Als je je niet schikt, is het uit."
Een paar seconden stond Catharina zwü-
gend in zelfstrijd. „Ik heb niemand heele-
maal niemand op de heele wereld.”
..Neen, niemand. Niemand dan ons. En de
eenige, die je hebt, wil je nog voor het hoofd
stooten."
Catharina zuchtte. „Ik zou zoo
eens met Victor praten."
„Neen Katchen. Dat wil hü zelf niet. En ik
he|> hem gezegd, dat als hü met Plnksteren
met verlof thuis komt en jü bent er niet, dan
bezorg ik hem een ander meisje. En een meisje
met geld, versta je?"
Nu overwon Catharina de laatste Innerlijke
zwakheid. „Misschienwordt hü
gelukkiger.”
„Ik wil het hopen, Katchen. En ga je nu?
Werkelük?"
„Ja". Het jonge meisje haalde diep adem.
komen met. het gestolen paard?
direct de andere boeren waarschuwen en ieder
een roemde den knaap om zün onthulling. Het
duurde niet lang of het geheele dorp zag In
Grischa een bevoorrecht kind, dat de büzondere
bescherming van den hemel genoot.
Zoo groeide hü op als een gerespecteerde
knaap, die overigens in niets van zün ondeu
gende vrienden verschilde en zelfs toen hi)
volwassen was en een vrouw gehuwd had, legde
hü zün lichtzinnigheid nog niet af.
t •••ev>**aeaaea«MseeM*«*aaaas«as«|
nog een geheel nieuwe leer, die aanmerkelük
afweek van de oorspronkelüke leer der Kerk
en die heel wat toegeeflüker was. Hier begon
de eerste tegemoetkoming van Raspoetin aan
de «wakheid van den mensch. Deze nieuwe leer
n.l. leerde, dat de mensch reeds op aarde het
hemelsch geluk kon verwerven, wanneer hü
slechts enkele büzondere voorschriften wilde
nakomen. De seminarist slaagde er ten slotte
in Grigori mee te nemen naar het klooster,
zoodat men thuis tevergeefs op zün terug
komst wachtte.
ALBANY (New-York), 17 Nov.
Het programma van Roosevelt op het gebied
der bultenlandsche politiek kan het beste zóó
worden opgevat, dat hü opkomt voor een eer-
lük rullen van concessies met het buitenland
Ten voordeele van alle belanghebbenden. Op
grond van zün overtuiging, dat de herziening
der tarieven thans voor altüd verbonden is met
de kwestie der oorlogsschulden is de nieuwe pre
sident van meening. dat de meest wenschelüke en
gewichtigste methode ter herleving van het han
delsverkeer in de internationale onderhandelin-
gen bestaat in de gemeenschappelüke verlaging
der tariefmuren. Volgens zün meening zou bü
de uitvoering van zün program, dat o.a. bevat
een vermindering van verschillende Amerikaan-
sche tarieven tegen een overeenkomstige reduc
tie van bultenlandsche tarieven, met het doel,
om voor Amerikaansche waren in het buiten
land een afzetgebied te bezorgen, het afsluiten
van tariefverdragen met afzonderlüke staten
zonder meer mogelük zün. In dit verband zou er
te spreken zün over de doelmatigheid van zoo
genaamde selzoen-verdragen, die iets geheel
nieuws zün en ten goede zouden komen aan de
producenten van bepaalde licht bederfelüke wa
ren in het buitenland, zonder schade toe te
Voegen aan den Amérikaanschen landbouw.
Roosevelt heeft aan president Hoover ver
klaard, dat hü gaarne bereid is. om Dinsdag
a.s. met hem de moeilüke problemen der inter
nationale politiek, vooral die der schulden
kwestie. te bespreken. Hü zal alles doen, om
Hoover in deze thans zoo dringende kwestie te
ondersteunen, maar hü wil zün volledig program
pas aan het nieuwe Bondsparlement voorleggen,
dat na zün ambtsaanvaarding in buitengewone
zitting büeen zal worden geroepen. Van een
„coalltie-regeertng” met Hoóver in den tus-
schentüd kan geen sprake zün. De conferentie
van Dinsdag zal geenszins de aanvang zün van
geregelde besprekingen, ofschoon de mogelük-
heic van een nieuwe conferentie op een later
tüdstlp open blüft. In kringen om Roosevelt ver
luidt, dat deze een gemeenschappelijk handelen
met Hoover niet alleen voor zeer moellük houdt,
maar zelfs voor onmogelük. daar het noodza
kelijk zou worden, dat hü dan aftreden moest
als gouverneur van den staat New-York en met
heel zün staf van medewerkers naar Washing
ton moest komen. Buitendien zou een nieuw
program voor de internationale betrekkingen der
Vereenigde Staten niet binnen een paar maan
den op gang kunnen worden gebracht. Men
hoopt echter, dat de conferentie van Dinsdag
kalmeerend zal werken en den storm over de
schuldenkwestie binnen en buiten het parlement
bezweren. Van andere züde wordt er echter op
gewezen, dat zij, die gelooven. dat de conferentie
van Dinsdag een compromis zal opleveren over
de kwestie der schulden, ontwapening en tarie
ven. die naar Roosevelt's meening onoplosbaar
met elkander zun verbonden, bedrogen zullen
uitkomen.
Ten gevolge van den onzekeren toestand in
veie landen, bestaan er voorloopig alleen maar
vermoedens over de bultenlandsche politiek der
nieuwe Bondsregeering Maar te verwachten is.
dat zü in menig opzicht een evenzoo vast, mis
schien nog vaster standpunt zal innemen, dan
de regeering-Hoover deed en doet. Veel zal in
ieder geval afhangen van de onderhandelingen
met het buitenland over het op gang brengen
weer ophieuw willen beginnen? Ik houd zooveel
van je. zoo verschrikkelük veel."
Stilte als die des grafs van Violet’s kant.
..Wil je niet?” vroeg Harry. ,:Mü ook goed
hoor! Bel dan het meisje maar om mü uit te
laten.
Violet drukte nogmaals op de bel en Het haar
oog weer met schijnbare aandacht op haar
boek rusten. Zü hield het ondersteboven, maar
dat kon Harry van zün plaats af niet zien. HtJ
bleef onbeweeglük zitten. Vüf minuten kropen
traag en moeizaam voorbü-
„Ik zou nog maar eens bellen.” raadde hü aan.
Violet drukte ten derde male, lang en -hef
tig thans, op de bel. Opnieuw vüf minuten van
loodzwaar zwügen.
Ze leken Harry een eeuwigheid. Dat was niet
om uit te houden.
Hü sprong op en pakte zün hoed.
„Het is doelloos om nog langer te wachten",
begon hü-
„O. was je er nog?" merkte Violet onverschil
lig op.
..Doe nu niet of je
nüdige antwoord.
„Ik geloof, dat je
het erop aanlegt om
me buiten mezelf te
maken. Maar ik heb
er genoeg van, hoor!
Ik ben niet van plan
langer op het meisje
te wachten, ik vind
den weg alleen wel...."
Hü stapte naar de deur en ondanks zün
woede bleef hü daar toch nog even staan, in
de hoop blükbaar. dat Violet hem zoo niet zou
lateirVgaan.
„Dag Violet.” zei hü langzaam.
..Harry*" begon het meisje eensklaps, nu je
tóch eenmaal hier bent, kan ik je dezen brief
meteen wel geven, ik had hem juist klaar. Er
staat in, dat
- Harry las iets in haar oogen. dat het over
bodig maakte om het slot van haar woorden
aan te hooren Hü vloog letterlük op haar toe.
„Violet, héb je me voor den mal gehouden?”
„Ja.” bekende het meisje. Ik dacht dat een
klein lesje wel eens goed voor Je zou zün. Maar
ik -was niet van plan je werkelük te laten gaan.”
..Maar lieve kind, maar- waarom belde je dan
in 's hemelsnaam?”
..De bel," verklaarde Violet met een kleur als
vuur, „de bel is kapot. Harry...."
Valsche schilderijen spelen
In den laatsten tijd een rol.
Want verzameling en rechtbank
Hebben soms de handen vol!
Komt dit wijl de menschen snakken
Naar de tale van de kleur,
Ook al staan de schoone verven
In geen aangenomen geur?
Wordt de kunstenaar, ofschoon hij
Dikwijls dood is, zóó geëerd,
Dat men hem. om lof te geven.
Naar zijn werken imiteert?
Want geen veiling schijnt meer veilig
En geen schildersnaam te slecht
-Om de vraag te doen ontluiken
Is dat stuk wel schilder-echt?
En zoo krijgt u dan den indruk,
Dat de kunst van waarde is
En de schilders veel verdienen
Maar dan heeft u het toch mis!
Want de schilders mogen gróót
zijn.,..
Na hun doöd blijkt dit herhaald.
Maar zij krijgen voor het échte
Niet wat men voor valsch betaalt!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
niiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiHiiiiiiii:
De zeeman had zün harmonica er
gens bü het strand vergeten en zün
„lievelings”-slangen Cloepy en Craw
ly dachten, dat het iets was om op
te eten.
„Kom hier allemaal.” schreeuwde
Willie, „dan kunnen jullie zien, dat
een van de slangen van Freddy Vrü-
dag bezig is zün harmonica.te ver
slinden."
„Ze denken zeker, dat het
groote rups is of iets anders,"
klaarde Robbie.
..Maar het is toch niet mogelük.
dat de slafften zulk een groot ding
kunnen opeten." oordeelde Topsy. ..hü
zal er in stikken.”
Hü spreekt nog een beetje hakkelend, maar
hü’deelt verbluffende dingen mee:
„Ja." zegt hü. „Die Max. die man. die kwam
me direct al verdacht voor en toen we het
eerste café binnengingen heb ik den baas,
die een kennis van me is.... t geld tegen
kwitantie in bewaring gegeven!"
Daar heeft Max niet van terug. Is dat vriend
schap? En daarvoor heeft hü kosten gemaakt
en een heelen nacht niet geslapen.
De politierechter begint te lachen en ver
zoekt Max heer/ te gaan. Er is geen aanklager
en er is geen aanklacht. De eenvoudige boe
renman is Max te slim af geweest.
Woedend verlaat hü de rechtszaal.
.Alle boeren zün bedriegers!” zegt hü Zeer
onlogisch, „en nog wantrouwender dan politie
rechters.”
Dit laatste zegt hü met eenig leedvermaak.
„Maak nu maar, dat je wegkomt", beval de
Berlünsche Salomo en hiermee was de rechts
zaak afgeloopen.
in de wacht sleepen, de groote madam uithan
gen. En ik, die alle dutten heb meegebracht,
kan naar de maan loopen. Maar je bent een
reuzen-ezel. weet je dat wel meisje?”
„Ik weet, wat U bedoelt.” zei Catharina zacht
zwaar ademhalend. „U maakt de verloving af.”
„Als je dezen keer niet toegeeft, dan heb je
je kansen verspeeld. Dus denk nog maar eens
goed na. En zeg het me dan."
Ze haalde zuchtend de schouders op. De tra
nen kwamen haar in de oogen. Ook mevrouw
Dora Tollo voelde zich op haar manier aange
daan. Ze haalde haar zakdoek uit haar tasch
en snoot eenige malen met groot misbaar haar
neus.
„We hebben het toch zoo goed met je ge
meend. Hoe kan een mensch toch zoo ver
blind zün. En die arme Victor. Je hebt ge
woon geen hart in je lüf. jü”
Catharina steunde haar hoofd in haar beide
handen. „Het valt me zwaarder dan U denkt.
Maar als Victor me nu niet begrüpt. worden
we toch nooit gelukkig met elkaar.”
„Je vader had hét moeten beleven, wat er
voor ’n mispunt uit je gegroeid is. Foei, scha
men moest je je. En de armband met briljan
ten. die Victor je met Kerstmis gegeven heeft,
kun je wel meteen hier laten, liefje. Ik vond
büna ademloos en
door zü op den duur toch niet zou kunnen
blüven.
Als hü hier geweest was. dan zou ze ge
zegd hebben: liever een einde met verdriet dan
verdriet zonder einde.
„Ik ga vandaag nog weg. Wil je even een
spoorboekje voor me van beneden halen. Mi
na?"
roen Grischa ongeveer twaalf jaar oud was.
gebeurde er iets, dat een grooten indruk op zün
jonge ziel maakte. Zün ouder broertje Mischa
viel in een rivier. Grischa sprong hem na en de
jongens zouden verdronken zün. als niet toe
vallig een voorbükomende boer hen had gered.
De oudste stierf aan de gevolgen van een long
ontsteking ep Grischa bleef langen tüd met
koorts te bed. Hü herstelde weliswaar spoedig,
doch zün uiterlük had een groote verandering
óndergaan; hü w?s een bleek jongetje geworden
en «as vaak ziek en doorloopend zwak.
In dezen tüd speelde zich een gebeurtenis
af. die groote sensatie onder de dorpsgenooten
van Grischa teweeg bracht. Er was in het dorp
een paard gestolen. Bü de Siberische boeren be-
trekent dat een büna onvergeeflijke misdaad.
Men zocht naar den dief, doch zonder resultaat.
T)p een avond zaten verschillende boeren ten
huize van Grigori's vader bü elkaar en bespra
ken druk het voorgevallene. Een van hen, een
welgestelde b«r, Pjotr genaamd, was meer dan
de anderen verontwaardigd en Grischa. die
ziek in een hoek lag te soezen, hoorde
nauwelüks de drukke conversatie. Ineens echter
en schijnbaar zonder de minste aanleiding, stond
de knaap op. keek doodsbleek en starend voor
zich uit. ging naar Pjotr toe. klom tegen hem
op en toen hü op zün rug zat. begon hü luid
keels te schreeuwen: .Jü bent de dief, Pjotr
jij hebt het paard gestolen.” Een lichte conster
natie was het gevolg en van alle kanten trachtte
men de beschuldiging ongedaan te maken.
Maar een paar boeren konden de gedachte met
van zich af zetten, dat het kind iets van het
geval zou weten en besloten het huis van
Pjotr des nachts te bewaken. Wie schetst hun
verbazing toen zü reeds den eersten nacht den
boer uit een klein schuurtje te voorjchün zagen
komen met. het gestolen paard? Zü gingen
Paul, Albert en Francois Fratellini. de echten
dus, die wü allen kennen, voeren een proces te
gen de valschen. Het pünlüke is. dat de valsche,
de namaak-Fratellini, hun neven zün, de zoons
van hun broer Louis, die vroeger ook een succes-
vcl clown Jwas. Die neven doen hun ooms een
unfaire concurrentie aan. Maar laten, we niet
vooruilloopen op het oordeel van de rechtbank
van Montauban, voor welke de zaak wordt be
handeld.
Mr. Levy-Oulmann. advocaat van de Fratel-
lini-ooms, pleitte tegen Mr Carné, den raads
man van den compagnon der neven, of liever
van den-compagnon van één hunner, Gustave
Fratellini.
Die comjjagnon. de circusdirecteur Périé. had
het lumineuze idee, den naam van dén neef in
kwestie, met al de voordeelen daaraan verbon
den, te exploiteeren. Zoo gingen er twee trio's
Fratellini de wereld rond, een jong en een
..oud': trio. Het oude, dat zün roem dankt aan
talent en volharding, kwam daartegen op.
Proces op proces vond plaats. Rechterlüke col
leges te Marseille, te Aix. te Leipzig, te Wieenen,
verboden Périé. zün circus te noemen: Circus
Fratelllhi. Tenslotte kwam te Dresden een ac-
coord tot stand: het circus mocht gedoopt wor
den: Circus Gustave Fratellini
De zaak was hiermede echter niet ten einde,
want het eigenaardige verschijnsel deed zich
voor, dat de heeren Périé en Gustave Fratellini
op de* programma's en affiches het woord
„Gustave" in verhouding tot ..Fratellini" zeer
minuscuul en verborgen deden drukken. Althans
de büzlenden werden door deze reclame op een
dwaalspoor gebracht.
Opnieuw ontstaken, begrijpelükerwüs. de ooms
in toom. Hun raadsman is niet alleen een
scherpzinnig jurist, maar getraind als hü is in
het verdedigen van de belangen der Fransche
artisten. toont hü zich ook altüd zeer vasthou
dend.
„Ik wil nu", aldus liet hü zich tegenover een
verslaggever uit, „dat eens en voor al wordt uit
gemaakt. dat een beroemd geworden familie
naam als „handelsnaam" geldt, en dat een an
der zich er niet op beroepen kan. dat hü den-
zelfden naam draagt. Bovendien is er al een
precedent.
Ik heb n.l. te Angers een dergelüke zaak ge
pleit. U kent ongetwüfeld het circus Pinder?
Een circusdirecteur spoorde een afstammeling
van de familie Pinder op. wiens naam hü kon
eebruiken. Hü vond inderdaad een zekere Jlm
Pinder, die kippen tókte, en bereid was, zich te
associeeren. Maar de rechtbank te Angers ver
bood het dragen van den naam Pinder
„En wat denkt u van het verloop te' Montau
ban?"
„De neven hebben verstek laten gaan Mün
geachte confrère Mr. Carné, heeft alleen voor
Périé gepleit. De uitspraak zal pas later plaats
hebben.”
„Gelooft U aan een goeden afloop voor de
„echte Fratellini?”
„Zonder eenigen twüfel
Zoodat we kunnen verwachten, dat binnen
kort wederom slechts één trio-Fratellini rond
zal trekken.
*n idee van den onstuimigen levenslust en de le
venskracht. die er in hem was. Waarom toon
de hü die dan zoo zelden? Vroeger had ze ge
loofd. dat hü door zün gereserveerdheid een
tegenstelling wilde vormen met 'zijn opgewon
den. luidruchtige, ietwat onbeschaafde .stief
moeder. Zoo hield ze zün laksheid voor een
soort füngevoellghetd. Maar thans oordeelde zü
anders. Als hü bü de levendige discussies, die
zü met mevrouw Troilo had, zün meening
moest zeggen, dan gaf hü altüd deze gelijk,
noott haar, maar tersluiks glimlachte hü haar
dan toe, als om haar tevreden te stellen. Dat
had haar zeer ontstemd.
Niet omdat ze geen gehjk kreeg, maar om
dat zün diplomatie haar een uiting van lafheid
leek. Haar aanstaande man moest iets van een
held hebben. En daarvoor was Victor bü zulke
gelegenheden wel een beetje te voorzichtig!
Catharina hoorde haar hart kloppen.
Hü zal mü nu opgeven, zei ze tot zichzelf.
Dat zü in dit geval zou toegeven, zooals tien
tallen malen tevoren, dat leek haar nu ten
eenenmale onmogelük. Ze wist ook: als zij nu
toegaf. zou er over twee, drie weken weer
laksheid, die «e hem wel eens verweten had. hoogloopende ruzie zün over wat anders, waar-
herlnnering
te vergeten.
Grischa groeide verder op en volgde het
voorbeeld van zün vader door voerman te wor
den. Hü reed nu dagelüks door de steppen om
de waren van zün dorp en van andere dorpen
naar het Zuiden te vervoeren. Op zekeren dag
ontmoette hü een theologant uit een naburig
klooster, die hem vroeg te mogen instappen. De
voerman vond het best en het tweetal was
spoedig in een ernstig gesprek gewikkeld. Het
verbaasde den seminarist niet weinig, dat deze
eenvoudige boerenjongen zoo thuis was in de
geschiedenis van de H. Schrift en hü
noodigde hem uit eens een bezoek te brengen
aan het klooster.
Grigori vernam Intusschen van zün metgezel
nog van haar? Als kinderen waren ze erg
vriendschappelük samen geweest. Hü had al
tüd zoo iets ridderlüks gehad. Hü had haar
vaak tegen de Sonnenberger jongens in be
scherming genomen. Maar toch had hü zich
nooit voldoende laten gelden. Hü was niet
energiek genoeg. Daar kwam nog bü. dat hü
na den dood van zün moeder door zün vader
erg verwend was.
En de kinderloos gebleven stiefmoeder ver
wende den moolen, eleganten knaap eerst
recht. Catharina was er wel eens jaloersch van
geweest, zooals ze hem vleide, vertroetelde,
liefkoosde. Volgens haar gevoel had Victor zich
allang niet meer door zün stiefmoeder als een
kleinen jongen moetefl laten behandelen. Het
kwam wel met zün wat-weeke, naar teederheld
verlangende natuur overeen. Zoo oefende zün
stiefmoeder ook nu een beslissenden invloed op
hem uit. Zelfs In een zaak, waarin hü toch al
leen maar zün hart mocht laten spreken.
Zü richtte zich in bed op en nam zün portret
dat op het tafeltje naast haar bed stond. Victor
zag er krachtig uit. op het portret zelfs forsch,
en hü was werkelük een knappe jongeman. De
nog even
Het kamermeisje zette groote ‘oogen op. toen
Catharina aan het ontbüt deze order gaf.
„Om twaalf uur komt mevrouw terug,
heeft juist getelegrafeerd.”
Deze ontmoeting en een afscheid kon Catha
rina dus niet ontloopen.
Mevrouw kwam terug: schreeuwerig, kijve-
rig sprak ze tegelükertüd tegen den huisknecht,
den portier en het kamermeisje; ze pakte Ca
tharina bü den arm. liep een paar kamers met
haar door, vertelde haar allerlei kleinigheden
over den dienst, waarbü ze zict\ erg boos maak
te over de brutaliteit het Dultsche rijk,
om ook voor rüke jongelui algemeenen dienst
plicht ih te voeren.
Telkens nam Catharina zich voor om te
spreken, maar haar schoonmoeder liet haar
niet aan het woord komen Toen dit eindelük
lukte en Catharina Tiaar de klok wees en zoo
zakelük mogelük meedeelde, dat haar trein
direct ging, want dat ze de nachtboot over
Vllsslngen wilde nemen, bleef mevrouw Troilo
staan en keek haar met haar kleine git-oogjes,
waarvan veel wit zichtbaar werd, venünlg aan.
Het werd een terechtstelling.
Catharina werd onder zulk een stortvloed
van woorden, verwüten. beleedlglngen begra
ven. dat er op t eind van het arme kind niets
overbleef. 'r
„Op je bloote knieën moest je ons danken,
snotneus, dat we je uit je armzalig krot heb
ben gehaald.... en dat is onze dank. Dat alle
menschen zullen merken, waarom het je be
gonnen is. Ja, hé, een goed huwelük doen, geld
De Berlünsche politierechter gedroeg zich
zeer onbeleefd tegenover den armen Max. Hü
twüfelde namelük aan diens eerlüke bedoelin
gen. En toch had de brave Max zün nachtrust
opgeofferd om den heer Olde bü te staan. Want
de gevaren dergroote stad zün vele en Max
had zich voorgenomen om te voorkomen, dat
de portefeuille van den heer Olde, waarin R. M.
5000 zaten, zou worden gestolen.
De wereld hangt aan elkaar van wantrouwen,
want het bewüs van Max' nobele bedoelingen is
toch wel het feit dat hü met zün bescherme
ling zes localiteiten bezocht en steeds voor hem
heeft betaald, alles uit angst dat men den sym-
pathleken heer Olde zou berooven.
„Ik voel me aangetrokken tot eenvoudige boe-
renmenschen"^verklaart Max, „en het gaat me
aan 't hart, wanneer die stumperds In de groote
stad worden uitgeplunderd."
Intusschen ligt de eenvoudige boerenman
snurken. Hü «as al niet heelemaal frisch meer,
toen hü de rechtszaal werd binnengeleid, maar
nu is hü in slaap gevallen en droomt zeker van
het rüpende graan.
Veel heeft Olde dien nacht meegemaakt. Met
5000 markt op zak was hü naar Berlin geko
men; daar had hü den trouwhartigen Max ont
moet. die hem op sleeptouw had genomen, hem
had getracteerd en niet van zün züde was ge
weken.
Tegen den ochtend kreeg Olde woorden met
zün begeleider zü raakten handgemeen, de
portefeuille viel op den grond een Schupo
komt erbü, scheidt de vechtenden, raapt de por
tefeuille op: ia leeg, hetgeen natuurlük de
onmiddellüke arrestatie van Max ten gevolge
had.
De goede Olde is heelemaal van streek; hü
spreekt wartaal en wil op de stoep gaan liggen
slapen.
Eindelük is het politiebureau bereikt. Van het
bureau gaat het naar het „Schnellgericht” en
de politierechter kükt den onthutsten Max
streng aan en dreigt hem met de gevangenis.
De heer Olde begint nu langzaam te ontwa
ken. Men geeft hem koud water te drinken en
als hü een kop warme kqffie op heeft, is hü
weer büna heelemaal de oude.
Van dezen vogel, die dol op honing is en ook
op de larven van de büen. vertelt Father N.
Stam in de Annalen van Mill Hill. In de wilde
natuur vliegt hü .zonder vrees naar den mensch
toe, en schünt dan te roepen. Dan vliegt hü
vooruit, en als hü niet gevolgd wordt, komt hü
weer terug; en doet dat zool^Tig. totdat het
bijennest bereikt Is; dan vliegt hü er om heen,
om den mensch te dwingen den honing machtig
te worden. Waarom doet hü dat? Dat zal wel
altüd een raadsel blüven; want bang te hü niét
van büen. daar hü door zün dicht gevederte
weinig last van den steek der büen zal hebben
Een ander raadsel te. dat het vrouwtje haar
eigen eieren niet uitbroedt. En zü gaat daarmee
op zoon bedrieglüke wüze te werk! Zü legt
haar el op den grond, dicht bü het nest van een
anderen vogel. De stiefmoeder mag er niets van
«•eten; en daarom gaat zü eerst naar het nest,
gooit er een ei uit. gaat terug naar den grond,
neemt haar eigen ei in haar bek en plaatst het
in het nest. Haar man te er ook over ingelicht;
want als het kindje een beetje gegroeid te. ko
men zü beiden om het te voeden; en zoo gauw
het maar eenigszins kan. moet het kind mee;
het mag niet te lang bü stiefmoeder blijven!
Hóe vreemd te toch het instinct der dieren!
Ons vogeltje te zoo gedienstig, en schünt een
weldaad te willen bewijzen aan de menschen
door hun honing te wijzen. Waarom nu eischt
hü van andere vogels den dienst om de eieren
uit te broeden? Het te waar, de koekoek doet t
ook; maar die gaat lang zoo liefdevol niet te
werk. De honinggids gooit één el uit het nest
en plaatst er haar eigen ei in. om den vogel te
bedriegen; maar wanneer het kleintje uit den
dop komt, zün vader en moeder er bü om bet
te voeden. De koekoek doet dat niet, en laat
alle zorgen over aan de stiefmoeder. Maar dit is
nog niet alles. Want de jonge koekoek, die Veel
grooter te dan de eigen kindertjes van de stief
moeder. schoudert hen doodeenvoudig uit het
nest, om hen naar beneden te laten vallen en
te sterven. De jonge koekoek te zoo egoïstisch
dat hü al het voedsel wil hebben, dat de moeder
brengt.
arry Marshall legde zün zakdoek op tafel
en probeerde zün hoed in zijp „zak te
stouwen. onmiddellük echter merkte
hü zün vergissing, stopte den zakdoek in zün
zak. legde den hoed op tafel en zette zich op
het puntje van een stoel.
Harry voelde zich zenuwachtig. Dat was al
lerminst te verwonderen, want hü kwam voor
een onderhoud met een jongedame, met wie
hü verloofd was geweest en die hem vier en
twtntjg uur geleden met de grootste stelligheid
had medegedeeld, dat ze hem nooit weer ver
langde te zien. Violet had zelfs te kennen ge^
geven, dat het haar een lief ding waard was
ai.,
had! Violet
toen ze
Harry
zich heel klein.
De naam van het klooster was Werchoturje.
een van die Siberische kloosters, die wel streng
vast hielden aan de regels, maar die verder
een eigen zienswüze hadden inzake geloof en
zeden. Dit klooster, waar Grigon terecht was
gekomen, was niet weinig afgeweken van den
oorspronkelüken godsdienst, en het was reeds
geen geheim meer, dat hier een gezelschap ket
ters tezamen was. Pas nu drong het tot
Raspoetin door, hoezeer de seminarist van den
weg des geloofs was afgeweken, toen hü op zün
wagen met hem mee reisde. Hü zat nu temid
den der ketters en was spoedig geheel door
hun leer aangetast. Ook hü geloofde nu. dat
net vurig geloof alleen den mensch kon redden,
zelfs al was de mensch zondig in denken én
doen. Zoo raakte hü steeds verder af van zün
vroeger geloof en begon in allen ernst te
meenen. dat de Kerk op een dwaalspoor was
gebracht. Een van zün theorieën, die later tot
verschrikkelijke practüken zou leiden, was de
stelling, dat een mensch zün zonden niet kan
uitboeten, zonder eerst de zonden te bedrüven.
Wilde men dus als een waar Christenmensen
boete doen, dan diende men eerst te zondigen,
□eze verderfelüke stelling heeft Raspoetin met
groot succes gepredikt en zelfs de hoogste krin
gen in Sint Petersburg werden slachtoffer
van deze verfoeilüke leer. Raspoetin zelf echter
geloofde vermoedelljk in alle oprechtheid, zü het
door zün geestesverdwazlng. zü het door ver
blinding van zün denken, dat deze leer juist was.
Hij zou later prediken, dat de zonden den
mensch met aantasten en dat men door te zon
digen en te boeten steeds dichter bü God zou
komen. Hü hield deze leer vol. ook toen hü
temidden van de aristocratie in de Russische
hootdstad zün bachanaliën en schandelüke bras
partijen vierde, waarbij het op een zonde meer
of minder niet aankwam.
Ook vernam Raspoetin in zün kloostertüd,
dat Christus zich niet bepaald had tot een ver
blijf op aarde, maar dat Hü ook thans nog
voortleefde In het lichaam van een of ander
mensch en zoodoende voortdurend op aarde
rondwandelde. Zün eerste verbazing over deze
nieuwe' leer ging langzaam over in de zeker
heid, dat de leer juist yas en zoo te het te
verklaren, dat hü zich later de verklaring liet
aanleunen van zün vereerders en vereersters,
als zou hü- Raspoetin. de Messias zün in een
nieuwe gedaante.
Langzamerhand was dat gevoel weer gewe
ken; van nature was Harry een dapper man en
hü was gekomep om den storm ten tweeden
male te trotsceren.
Maar bü het trotseeren van storm is een
beschut plekje geen luxe en toen de deur van
de kamer geopend werd had Harry zich ver
schanst achter de sofa.
Viölet kwam met opgestoken zeil binnen en
keek hem met onverholen minachting aan.
„Wat te er van jw dienst, Mr. Marshall?"
klonk het uit de boogje.
„Ikkom mün excuses aanbieden."
„Heusch?" informeerde Violet, nog steeds on
genaakbaar. r
„Ik heb mij gisteren heel dwaa^ gedragen."
„Ik feliciteer u, Mr. Marshall."
Waarmee?” stamelde Harry vèrbüsterd.
„Met uw zelfkennis. Mr. Marshall." verdui-
delijkte Violet üskoud.
„O!” was allés wat over Harry's lippen kwam
„U hebt me blükbaar meegedeeld wat u op
't hart lag." hernam Violet, „dus we kunnen
het gesprek als geëindigd beschouwen!"
Maar Harry liet zich zoo niet afschepen.
„Toe. luister nu toch eens. Violet." drong hü
aan. „het spüt mü dat ik mü zoo heb opge
wonden, en.
„Bonjour." zei Violet stro
En tegelijk drukte ze op
„Mair
„Het dienstmeisje zal u uitlaten."
„Maar hoor me
d^nViolet
Met een verveelde uitdrukking op het gezicht’
ging Violet zitten en nam een boek op.
wüze waarop ze hem behandelde, prikkelde
Harry. Hij verliet zün schuilplaats achter de
sofa en gette zich in een stoel tegenover de
hare.
„Ik denk er niet aan weg te gaan voor ik
heb gezegd wat ik me voorgenomen heb om
te zeggen,” verklaarde hü vastbesloten.
„Ik kon het heusch niet helpen dat ik gis
teren te laat kwam. Het was ontzettend druk
op kantoor en ik had bovendien nog allerlei
tegenslag en jü beweerde notabene dat ik met
moedwil te laat was gekomen! Wel! toen werd
ik driftig.... dat te toch menschelük! Maar
het spüt mü vreeselük. Toe Violet, zou je niet
niet
zulk een ding
zal bekomen."
De slang scheen de harmonica te
zullen verslinden en
een akelig gezlcm
„Het te zeker, dat
de slang niet goed
zeide ze.
Willie drukte den kop van de slang
met zün hand en eiken keer als hü
drukte speelde de harmonica
toon en de klank kwam uit den mond
van de slang
..Freddy Vnjdag zal kwaad «ün. als
hü ziet. hoe. je zün slangen plaagt,"
zeide Tvy boos.
..Hü zal nog meer kwaad zün, als
hü ziet, wat zü met zün harmonica
hebben gedaan." zeide Willie.