EEN ONVERWACHTE WENDING DE DAG VAN ZES DECEMBER DE HEER EN MEVROUW DE WOLF lil t I rl I I nr geluk Weerge vonden vroeger tijd \De briljanten ring I 4 ST. NICOLAAS-NUMMER i i 4 DOOR HEEL HET LAND i Liever niet HET IS EEN HEELE KLIMPARTIJ NIET ALTIJD EVEN VRIÉNDELIJK In de school te Marken moest de gard er aan te pas komen l s Langs desen weg gaan alle milde gaven, in ruil voor water en strooi St. Nicolaas overhandigt een Zeeuwsche schoone zijn. verrassingen Houten noo I i I met was de nog de een herinneren. lachte mijnheer. riep de Er zijn zooveel nuttiger anders jonge zei de met al de er vroeg het woning echtgenoot. zaam, hjj had nu een gezellig thuis en vierde alle feestdagen aan eigen haard met Crete en de drie kinderen, die hem „vader" noemden! in Bredero’s aan den dat zijn Er la peperhi ei Ji suyckerer- retten." Ik zie wonen. Dien kostbaren briljanten ring dan een ring met tur- haar trouwring. verlegenheid kop koffie. den nog den ouden tijd: menschen. beesten, ruiters, melk- boereit wiegen, vuurmanden enz., vrijers en vrijsters, kerken, vette varkens. En dan soms in reusachtig formaat. Marsepein werd oorspron kelijk uitsluitend in hartvorm gefabriceerd. De oppervlakte was met een laag suiker bedekt en daarop waren gekleurde figuren aangebracht. zooals trekkebekkende duifjes, een cupidootje en zoo meer. In vroeger eeuwen was zulk een marsepeinen hark vergezeld van een grooten vrijer, toegezon den a^n een meisje, een sierlijke vorm van een liefdesverklaring. \In Een orlgineele gedachte heeft de stad Te nino in den AmerlkaanSchen staat Washington .verwezenlijkt. De stad, die in hoofdzaak hout industrie heeft, moest haar betalingen staken. Zjj besloot nu houten noodgeld uit te geven. De plankjes verschijnen in de waaMe van één. een halven en 'n vierden dollar. Het idee is Ingesla gen reeds heel Amerika verzamelt thans het orlgineele noodgeld. 1 1 1 iiiniiiiiHiiiiiiiiKiuuini ^ooals altijd, als hU over iets nadacht, liep mijnheer Rink ook nu langs de paden ZJ van zfjn tuin. Heel belangrijk was het echter niet, waaraan hjj op dit oogenblik dacht, Bizar toch.... Want hij had geen lust om den Bint Nicolaasavond In eenzaamheid door te brengen. Daarom piekerde hfj er mf al heel dien morgen over, waar hjj wel heen zou gaan, gant hU voelde zich verschrikkelijk eenzaam. Getrouwd was mijnheer Rink nooit geweest, pst betreurde hij ook allerminst. „Vrouwen ^jn maar lastposten," zei hij. „En dat klnder- gekrijsch. brr.Hij woonde nu met een oude huishoudster, wier man den tuin In orde hield, en een chauffeur, die tevens huisknecht gas op zijn buiten dicht bij de stad. En zoo kon hij het best uithouden, want de huishoud ster was zuinig en zij kookte uitstekend. Zoo zijn gezonde maag te goed doende, mijnbeer Rink 48 jaar oud geworden. Toch was hij in zijn leven ééns verliefd ge weest, en wel op Orete. ’n aardig Duitsch meisje. HU was toen twintig, studeerde in Dultschland en kon dus nog lang niet aan trouwen denken. En toen hij klaar was en juist van plan, naar Rijnland te gaan, om Orete. die toen negentien was, te vragen zijn vrouw te worden, hoorde hij, dat het meisje zich in- tusschen had verloofd met een Duitsch inge nieur. Twee dagen lang had Rink toen loopen treuren, en den derden dag nam hij zich voor, zjjn leven lang ongetrouwd te blijven. En hjj had woord gehouden! Hjj dacht niet meer aan trouwen. Daar dacht hij zelfs niet aan, nu hij op zijn vilten pantoffels door de sneeuw wandelde, alsof de tuinpaden kurkdroog waren. Hjj dacht alleen aan Sinterklaasavond en waar htj dien zou doorbrengen. „Thuisblijven wil ik niet," mompelde hij. ,Jn de soos is X ook niet aoo gezellig als anders. Bij neef Kees Is 't erg *ai. Bij de Lanzens zijn ze zoo bluff rig! De Joppens zijn krenterigDe Reedens ge ven je slechte punch te drinkenEn toch blijf ik niet thuis. Maar waarheen dan?" Daar kwam hem een oude studiemakker in de gedachten. „Dat ik daar niet eerder aan dacht." mompelde hij. „Ik ga Sinterklaas vie ren bij de Kroesens! 1 Is wel een eind naar bet dorp bij de Duitsche grens, maar met den auto....** Zich de handen wrijvend over het reuzen-ldee slofte mijnheer Rink zfjn huls binnen en belde dadelijk zijn huishoudster. Betje, begon hij, Ik ga, Sin^-klaas vieren in Daaldorp, bij oude vrienden! M Lieve hemel, gaat u heelemaal dürheen, an din met die sneeuw! riep de oude vrouw. *t Is nogal geen eind.... Dan belde, den chauffeur en toen die voor ham stond, gaf hjj hem eenlge bevelen. Wë tuffen prompt om vijf uur van hier, besloot hij Best, mijnheer, antwoordde de man, maar U weet zeker wel, dat de groote weg nu niet bereden mag worden, en dat we den weg door bet bosch moeten nemen, een omweg van m li stens een half uur, en dan nog die sneeuw.... En....ne.... als we ook maar eenigszlns pech hebben. Maar we hebben geen pech, viel mijnheer Rink barsch uit. Onze kar la best, en als je nu alles nog eens nakijkt. Wel, dat zal Ik dan maar dadelijk doen, beloofde de chauffeuf. Mijnheer Rink begon zijn reiskoffer te pak ken. want natuurlijk zou hjj wel bij de Kroe sens logeeren. Toen dit met -veel zorg was ge schied, wijdde hij zijn zorg aan zijn kleeding. Wel meer dan een uur had hjj noodlg voer het uitzoeken van een das, en toen nog een half uur voor een overhemd en daarna nog een uur om zich te scheren en het kale kruintje, dat reeds verdacht glom, met overgekamde haren te bedekken. Maar toen hij. na een paar uren zoo bezig te Zijn geweest, weer beneden kwam, keek de huis houdster hem verbaasd aan. X Is alsof hij naar een bruiloft moet, zei ze tot haar man. X Begon reeds te schemeren, toen de auto het hek uitreed en doordat het in den auto zoo heerlijk warm was. dommelde mijnheer Rink moedig in en ontwaakte eerst, toen de stem van den chauffeur hem zeide, dat zl) In Daal dorp waren, maar da* het hek van de villa van mijnheer Kroesen gesloten was. Ze schijnen niet thuis te zijn, want er brand geen licht. Wat nu, mijnheer? vroeg hij. Wat nu, wat nu, bromde mijnheer Rink. Vraag je dat nog? Natuurlijk naar huls terug. Of denk je, vannacht hier te blijven? De chauffeur antwoordde niet. HU vond het ken, die kunnen helpen! Waar vind ik reparateur voor een lekken autoband? Hans b£ód aanstonds aan, den eenigen dien het dorp telde, te waarschuwen en liep er op een draf heen. Een aardige flinke jongen, zei mijnheer Rink tot de weduwe. Hoe oud is hjj? Hjj is pas zestien geworden en hij leert zoo goed mijnheer.... Noem* me toch geen Rink. Zeg maar gerust Karei, zooals vroeger. Weer bloosde de weduwe AiJg en om haar t£ verbergen, wfreerdé ze een We vieren geen St. Nicolaas, ook al wonen we nu niet meer op Duitsch ge bied, ging ze voort. zaken noodlg dan.... Daar rijpte een reuze-ldee in Rink op. Hier bij Orete en haar kinderen zou hij St. Nicolaas vieren! Hij had zooveel van het goede in zijn auto, tot zelfs bloemen toe! Kijk eens, Orete, begon hij, *k ben uit gegaan, om SC Nicolaas te vieren bij iemand, dien Ik niet thuis trof. Mag ik dat nu hier doen? Het gelaat der weduwe betrok» Rink begreep t beste om zjjn heer te laten bekoelen, hij zou terugweg maar aanvaarden. Danig uit zjjn humeur en peinzende over zUn mislukten 8t. Nicolaasavond, stapte mijnheer Rink weer In den wagen, dook weer In zijn dekkleed en vergat al indommelend zijn teleur stelling. Ja. hjj lachte zelfs in zjjn slaap, hij droomde van een heerlijk souper, dat hij bij woonde, een souper met oesters en kreeft met mayonnaise. En hjj hoorde het knallen der champagne-kurken. Hè, wat gaf die laatste een knal! Door dien knal schrok mijnheer Rink plot seling wakker. Recht stilstond. En toch want uit de rijzéns sneeuwde Wi feurjxrf n een coupé eerste klasse van den sneltrein RotterdamAmsterdam, zat de beroemde kunstschilder De Wolf en z’n vrouwtje. *n levenslustige brunette, wier mondje geen oogenblik stil stond. Ik verheug me er in. manlief, het Sint Nicolaasfeest weer in mijn ouderlijk huis te vieren. Ja. Lucietje. ik evenzoo, maar hoe staat het met ons «eten? Wat. heb je nu al honger! lachte Luele. maar pakte uit de relstasch een paar gemeu bileerde broodjes. Zelf deed zij zich te goed aan een heerlijken appel en legde de schillen op een kartonnen dekseltje op haar schoot. Bah, wat krijg je vuile handen van dat reizen. Als ik ze maar eens kon wasschen Wel. neem de appelschillen en wrijf Je vingers er mee af, rei haar man, die al aan zijn tweede broodje begon. Och. dat is ook een mooie manier van behelpen Maar enfin, ik zal het probeeren. Zij had hierbij haar ringen afgedaan en bab belde verder voort, zonder dat haar man er naar luisterde. Ziezoo, dat is afgeloopen. zei Lucie, pakte de schillen vlug in het kartonnen dekseltje en wierp het heele boeltje uit het portierraam. Het volgend oogenblik stiet zjj een lulden kreet uit. viel verschrikt op de bank en staarde haar man ademloos aan. Wel. lieve, wat mankeert er aan? Frits verschrikt. Ik.... ik.... heb mijn ringen uit raam gegooid, stamelde zij. Ja. vrouwtje-lief. daar zal niet veel te doen zijn, en haalde zijn horloge uit zak en wierp snel een blik uit den coupé. Lucie had haar gezicht tegen het raampje gedrukt en staarde droevig in de verte. Wat -een verdriet. Cl van haar verloving, kooizen en nog het ergste haar geluk.... alle waren weg! Ik was veel liever thuisgebleven. Als het nu maar geen slecht voorteeken is, dat Ik mijn trouwring verloor! Kom. Lucietje. kom, niet bjjgeloovlg wor den. Ik schilder een paar vierkante meters.meer en koop dan nieuwe ringen voor Je en daar mee basta. Eenlge minuten later reed de trein het sta tion binnen. Nadat zjj him bagage hadden bezorgd, begaf Frits zich naar het bureau van den stations- chctr-om dezen mededeellng te doen van bet verlies en gaf het uur van wegwerpen op en verzekerde den gelukkigen vinder een goede be looning En aoo verlieten ze met een beetje hoop in het hart het station. Het rijtuig hield voor de ouderlijke stil. y> zat hjj in den auto, die waren ze nog niet thuis, ers zag hij niets dan be svoer je uit? riep hij tot den chauf- ook onzichtbaar was. kwam van onder den auto Jan’s stem. Een der achterbanden, mijnheer. X Is no? al erg ook. En toen, van onder den auto te voorschijn kanend, ging hij voort: We moe ten hulp halen in Daaldorp. We zijn gelukkig niet zoo heel ver in X boech. nog de huizen. Daar zaf wel iemand die helpen wil. *k Zal wel even terugloopen Blijft u maar in den auto.... Droom Je? riep mijnheer Rink boos. Ik blijf geen uur hier alleen tn X bosch! X Is hoogstens een half uur. stelde de chauffeur gerust, en X is hier zoo veilig als t maar kan. Neen, dank je wel. met die woorden sprong Rink van uit den auto op X besneeuwde boschpad. Blijf Jij dan maar liever hier, dan ga ik zelf wel hulp Zoeken Brommend, dat hem ook altijd alles tegen liep mijnheer Rink door de sneeuw X bosch uit en kwam weldra weer op den straatweg, waar eenige kleine landhuisjes ston den. Bü het eerste, dat er wat armoedig uit zag en waar de ramen zonder blinden waren en de deur zonder bel. klopte hij aan. Een tengere knaap opende de deur op een kier, en op de vraag. Is je vader thu's? Vader is dood. Maar als u moeder wilt spreken, dan zal Ik haar wel even roepen kwam reeds de moeder zelf bij deur. Komt u binnen, mijnheer, zei ze in be schaafd Duitsch. Die stem n in den schoen ijes met suiker- gevuld, kabel- iwsoogen en kapittel stok jes, en dikwijls stond er een mandje bij, ge vuld met vijgen, noten, boekende flensjes en appeltjes. „De boekende flensjes", lezen we, waren toen en nog lang daarna'een echt Amsterdamsche lekkernij, die ook op Nieuwjaar wel te pas kwam, mits ze met appelen en krenten en niet, zuinigheidshalve, met schijfjes van koolstruiken gebakken waren. Voor de volwassenen behoorden op Sinter klaas ,JBt Claescoeck". „amendelbroot”, ,Jto- nlnctaert" en „marsepeyn” tot de zoete genoe gens van het feest. Men kan amandelbrood wel beschouwen als voorlooper van de boterletters varA later tijd en honing taart is vernioedelijk niets dan een oervorm van teal-taai. Ons St Nlcolaas-gebak Is de eeuwen door in stand gebleven; geen enkele bakker van modernen tijd Is er of hij produceert „klaasjes" in velerlei figuren, zooals in Och. hoe dank Ik Je, zei de heer tot zijn jongen redder. Zie hier mijn belooning. neem m’n dochter tot vrouw. De jongeman keek even naar de de dame in kwestie en pakte daarna den ouden heer bij z'n lurven. Hé, wat doet u! Je d*r weer Ingooien, was het korte scheid. -j—e Sinterklaasviering vindt men wijd ver- I spreid in alle landen waar het Christen- AS dom Ingang vond. Soms is die viering zooals bij ons. dan weer zijn er groote afwijkin gen. maar de Ooetersche kerkhellige heeft overal vereerders gevonden: In de Westersche landen al sedert de 9e eeuw. In de 17e eeuw werd door uitgewekenen hetSinterklaasfeest overgebracht naar Oost-Frlesland en ondanks verbodsbepalingen van de overheid bleef o.a. in Einden de feestviering gehandhaafd. De jeugd van Einden bleef doorgaan zingen: „Siinderklaas, dat Is een Edelman, Een Edelman is hee. Hee het een Brook van krinten an Een Rock van Riexbree Sien oogjes sünt Roslentjes, Sien Haar is van Slltholt Sien Lippen sünt van Sukkergood. Sien wangen sünt van Gold”. Bovenal is St. Nicolaas van oudsher machtige kindervriend. In 1360 kregen, blijkens een oude rekening, de schoolkinderen al vacantie op „8t. her Nyclaes dach”, terwijl zjj daarbij eenig geld voor snoe perij ontvingen. Een legende verhaalt, dat de Blsschop eens een drietal kinderen, die aan het strand mosse len hadden gezocht en zich daarop te ver In zee waagden, van verdrinken heeft gered. Ook in de volgende legende speelt de Bls schop een belangrijke rol. Drie verdwaalde Kin deren kwamen eens bij een slager om nachtver blijf. Het drietal werd binnengelaten. maar door den legendarischen slager om hals ge bracht en Ingezouten. In dit moordenaarshuis kwam eenigen tijd later 8t. Nicolaas' om on derdak aankloppen. Toen hem een avondmaal werd aangeboden zeide de Blsschop, dat Hij niet van het vleesch wilde eten dat in het zout was gezet. De slager wilde, dit hoorende. op de vlucht gaan, maar de blsschop weerhield hem en maande hem aan boete te doen. Zelf ging hfj daarna naar de kuip, legt zfjn vinger op den rand en op hetzelfde oogenblik waren de drie kinderen herleefd. In de 17e eeuw vindt men het Sinterklaas feest in vele plaatsen verboden onder invloed van het strenge Calvinisme. In een Delftsche keur van 1600 werd verboden op 5 December op het marktveld kramen op te slaan, „in welcke craemen vercogt worden verscheyden goederen, die men den cleynen kinderen dyets maeckt dat denzelfden Nlcolaes henlyden geeft, twelck een saecke is nyet alleen strijdend ende teghens alle goede ordre ende politye, maer oock de luyden afleidende van de waere godesdyenst. ende streckende tot waengeloof, supersltie ende afgoderij”. Toch is de feestviering in stand gebleven; zij was in vorige eeuwen reeds samengeweven met het volksleven en verbodsbepalingen bleven vrlj- wej zonder invloed of hadden slechts zeer lij delijk effect. In Oostenrijk verschijnt een „Zwarte Klaas" met een rammelenden ketting en brengt de zoete kinderen vergulde koek en voor de stoute een gard. Hjj komt door den schoorsteen. De schoorsteen, leest men In de Volksvermaken van Ter Gouw ,Js de koker der gemeenschap met de bovenwereld, die de kinderlijk levendige verbeelding der voorgeslachten met allerlei geesten bevolkte. Door ‘den schoorsteen verna men ze dikwijls de wonderlijkste stemmen en geluiden, profetieën en vermaningen. Wie zijn buurman een schrik wou aanjagen, klom op diens schoorsteen, en schreeuwde, met een grove stem, een paar onheilspellende woorden door den koker en de arme buurman sidderde door al zijn leden. Goed en kwaad kwamen door dep schoorsteen. De boldergeest kwam er door, om plagen in X huis te brengen; maar ook de kaboutermannetjes kozen denzelfden weg, als ze de gelukskinderen 's nachts een zak vol geld brachten. En zoo deed ook Sinterklaas zjjn in tocht door de schoorsteenpijp, zonder iemand ooit heeft kunnen merken, dat „sHckerde mlckjes" naar X roet smaakten. In Amsterdam gingen de „zwarte Klazen” - Heerejé, onze jonge mevrouw, dienstbode. Psst! hou je stil, Marie, ga even naar be neden om mijn man met de bagage te helpen. Dan opent ze zachtjes de deur van de huis kamer. Daar stond midden in de kamer papa, de luitenant-kolonel, bezig zijn brieven na te zien, terwijl mama op de sofa zat. Lucietje, jij? Wel,-dat is nu tegen St. Ni colaas een prettjge verrassing! riep de oude heer vol vreugde, terwijl zijn eenlge dochter hem om den hals viel. Frits trad nu ook binnen, met uitge strekte handen liep papa hem tegemoet en mama kuste haar dochter en vroeg: Maar Tabletje, je ziet zoo bedrukt, wat is er? En Frits vertelde nu wat de oorzaak was. De jonge vrouw moest menige plagerij over haar slordigheid doorstaan. Ze kon niet begrij pen. dat Frits heelemaal niets van haar ver driet scheen te gevoelen. De 8t. Nicolaasavond brak aan gezellige dnjkte, verrassingen en geheimzinnig heden daaraan verbonden. Aan het einde van het souper werden op een elegante kristallen plateau allerlei aar digheden van verschllende grootte en kleur van fondant en suiker gepresenteerd. Frits bood zijn vrouwtje een suikeren appel aan en toen zij dezen opende, vond zijhare ringen! Met een juichkreet: „Mijn mooie ringen, alle drie!” viel zij haar jmtn om den hals. Deze lachte, dat de tranerinem over de wangen liepen en allen stemden met zijn vrooljjkheid in. Frits, wat kunt ge Je toch goed houden, als je een geheim hebt, zei zijn vrouwtje met een van vreugde stralend gezicht)»:'’.’.. X Moest immers een Sint Nicolaas-verras- sing worden, antwoordde Frits. Alleen papa wist van mijn geheim af. S. Het waren werkelijk Lucle's ringen. Eenxgeg- werker, uitgeiokt door de belooning, had nai^ keurig de plek onderzocht en de appelschillen met den Inhoud gevonden. De vreugde was algemeen en telkens als Luele naar baar vinger keer, zei ae: „Wat ben Ik toch gelukkig op dezen 8t. Nicolaas avond!" Nog Iemand anders bracht een goeden avond met vrouw en kinderen door: de wegwerker, die een ruime belooning had ontvangen en de stationsbeambten, die den avonddienst hadden, deden zich’te goed aan fijne sigaren, waarvan de echtgenoot der gelukkige Luele een groote hoeveelheid had beschikbaar gesteld op dien 8t. Nicolaasavond. i heb Ik meer gehoord, dacht Rink. Maar waar en wanneer kon hjj zich niet HU nam zUn bontmuts af. sta melde eenige woorden van verontschuldiging, dat hU misschien het 8t. Nicolaasfeest kwam storen, en volgde haar dan naar een kleine, eenvoudig gemeubileerde kamer, waar bij een tafel twee jonge meisjes zaten te borduren Dat zijn mUn dochters Crete en Trude, stelde de dame (want dat was zjj. ondanks haar bUna armoedige kleeding) del meisjes voor. En hU. die de deur opende, is\jïnljn zoon Hans. Ik ben zeU de weduwe Hintze..,. Een van uw dochters beet Crete? vroeg Rink; en »Un stem klonk onvast en verbaasd keek hjj naar het met dien naam aangeduide meisje en naar haar moeder. Doch de weduwe, die weinig daarvan bemerkte ging voort': Ja, Crete. Ze heet naar mU. En Hans naar mijn man zallgér. En dan zuchtend: Die viel voor het vaderland,, juist in X laatste oorlogsjaar, toen zooveel landweermannen, vaders van gezinnen, vielenEven zweeg de vrouw. Want weer* kwam het groote leed bü haar boven. Onopgemerkt aanschouwde mijnheer Rink haar nu oplettend. Ja, zU moest het zijn! ZU was Grete, die hij had willen vragen zUn vrouw te worden, toen hij nog jong was! De haren, die eens blond waren, waren nu wit, doch de blauwe oogen hadden hun kleur behouden; al leen waren ze doffer. Nu riep hij haar uit haar droevige stemming op: Maar dan kennen wU elkander! Ik ben Karei Rink.... O. ja. nu zie ik het ook! riep ze. U bent Karei, die destijds studeerde en.... Verder kwam ze niet, maar een felle gloed overtoog haar wangen.Weldra beheerschte zij zich. Ik ben erg veranderd, nietwaar, in al die jaren. De dood van mijn man heeft me niet jengér gemaakt. Dat was een ontzettend ver lies voor ons. Hans zou ook ingenieur gewor den zijn, maar dat gaat nu niet, hij bezoekt nu de ambachtsschool in de stad. En de meis jes zijn beiden op een kantoor. Zuinigjes le vend komen wij er wel. Nu begon ook mijnheer Rink zijn levens loop te vertellen, en hjj vertelde zóó druk, dat hl) totaal zijn chauffeur vergat, die In -X bosch bij den auto op hulp stond te wachten. Daaraan dacht hij pas, toen hü reeds een halt uur op zfjn stoel zat, en aanstonds sprong hjj op. *k Moet dadelijk een paar mannen zoe- e Geen zorg! Ik heb een gratis winkel in mijn auto! riep Rink. Tot taart en blikjes en bonbons toeEn als de wagen hier komt, brengt die alles hier! Voor het zoover was gingen echter nog een paar uur om. Bont en blauw van de koude kwam Hans, die had meegeholpen, de kamer binnen. Rink gaf nu dadelijk den chauffeur zijn hevelen en nu duurde het niet lang meer of al het heerlijke stond tusschen de bloemen op tafel. /leen, dat is heusch te veel, weduwe uit. Rink lachte Heb ik nu geen heerlijken Sinterklaasavond? Als ik u niet gevonden had, zat ik nu eenzaam in mijn ledige woning. Want ik ben eenzaam, heel eenzaam. En toen fluisterend tot de weduwe: Misschien echter breekt er een tijd aan, dat ook dit wordt. En toen het wederom Sinterklaasavond was geworden, was mijnheer Rink van een mop perenden vrijgezel veranderd In een vroolljken Hij was nu ook niet meer een- eertljds onder groot rumoer, terwijl zU schoor steenkettingen over de straatkeien lieten ram melen, de buurten rond, om op deuren en ven sters te bonzen en met een bullebakstem te roepen: „Synder ook quaje kyeren?" Ook in Pranefer zag men de Klazen toegetakeld en vermomd, onder vervaarlijk geschreeuw geraas de streek langs trekken. In het begin van de 16e eeuw was de luister van Sinterklaas te Amsterdam zoo hoog ge stegen. dat voor hem een beeld van zuiver zil ver In de Oude Kerk werd opgericht. Zes en vijftig jaar lang Is dat beeld bewaard gebleven, maar in 1578 ontvingen de Kerkmeesters jast van den Magistraat om het te verkoopen. Reeds in de 16e eeuw was het „schoenzetten" gebruik en wat de kinderen zooal in hun schoen vonden kan men lezen in .Moortje”: ,^ssen Sinter Claes was, so sette men seunt tot jouwent de schoen. Wat pleger jou moer. Griet Jans, daar een hiele hoop goet in te doen, „Hlele peper-huysjens met De ea, ■i [i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 13