Voor Gramofoonliefhebbers Sïet wut den daq I i GRENZEN DER TECHNIEK ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN ROBINSON! Een Hollandsche schoen voor Hollandsche jongens De vlammende I anjelier i Nachtelijk Avontuur ZATERDAG 3 DECEMBER om Een geestenschip Koninklijke kooplui Tauber staakt niet.... voor de gramofoon Sensatieproces kinderen DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN DOOR UW GIFTEN UTRECHT De erfenis van den Prins van Wales FEUILLETON Naar het Duitsch van Paul Oskar Hoecker g AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL wat je doetl Ik ben I HU dat uw aanwezigheid voor mij juist van pas komt, om mij te hebt Maandag vervolg 18 ZOU I (Ingezonden mededeeling) z’n inbreker hadden, u van ik STEUNT: ONS GIRONUMMER IS 23653; U helpt on. hierdoor jongen, zielen redden «oor Chrl.tu. jvoldoende. Cacoustische MOSKOU. 28 Nov. Met groote spanning ver wacht men den afloop van een sensatieproces in het dorp Gerasinowea bij Swerdlowsk. in welks middelpunt de vermoording van twee kinderen staat. De gebroeders Pawel en EJedor Morosow. 13 en 8 Mar oud, belden lid van de communistische jeugdorganisatie, hadden hun vader, voorzitter van de dorpsjowjet. aange klaagd. Hij zou graanverdulstering der boeren hebben toegestaan en werd verbannen. Het dorp nam wraak en sloeg belde zonen dood. Den moordenaars wacht zeker de doodstraf. (United Prees) twee slangen, hoorden, wat de zeeman zei, rolden ze zich rondom de kist en trok ken die zoo voort. „Wel Ik ben stom verbaasd,” riep Freddy uit. „Ze hebben de kist als het ware wieltjes gegeven en het lijkt wel, of die nog rubberbanden om heb ben ook.” .Het zün flinke slangen," verklaarde Robbie tegen den zeeman, „als je in het kamp bent, moet je ze maar een dubbele portie eten geven, ze hebben het verdiend.” Eva zat rechtop in bed. nog besluiteloos of ze zou ópstaan. „Is er buiten nog wat aan te doen, als het vriest?" ,Jn Iver hebben de tuinlieden op een keer kolenpannen neergezet en vuur gemaakt. Ik wil toch eens gaan zien, hoeveel graden of het is.” Catharina stapte In haar pantoffels en ging met onzekere passen naar het raam. Toen zij het opende en de thermometer, die bulten hing, opnam, kwam een ijskoude tocht naar binnen. Eva had intusschen licht gemaakt. Slaperig, vreeselijk gapend, trok ze haar kousen aan. „O, dat wordt een catastrophe", zei Catha rina met trillende stem en bevend van koude en schrik. „Het is al twee graden onder nul.” ..Hier boven, waar de wind op staat, zal het wel kouder zijn dan beneden op den grond”, trachtte Eva te troosten. Steeds gejaagder, in steeds grooter opwin ding kleedde Catharina zich aan. ..Die arme jonge plantjes! En het is nu pas twee uur! Tot zonsopgang daalt de thermo meter zeker nog twee graden en dan vriest al les, alles nood!” „Wacht. Ik ga met u mee, juffrouw Lutz!" riep het meisje. Het ontzette gezicht van haar Jonge leermeesteres ging haar aan het hart. Het was. alsof er levende wezens in gevaar waren. En zooveel begreep ze al wel, al had ze nog niet veel verstand van kweekertj en tuin aanleg. dat Catharina haar heele hoop op de twee nieuwe anjersoorten had gevestigd. Allee wat gebeuren kon. om de Jonge plantjes van den ondergang te redden, moest gebeuren. „Ik loop direct naar den overkant en haal de leer jongens.” „Och, die zullen wel niet wakker te krijgen zijn. Maar als je Mr. Gabb wilde roepen. Evjt. die achter het weer gesloten raam bezig was haar toilet te voltooien, wreef met een B ------ - ZIEKENHUIS EN PENSION Broeders .ST. JOANNES DE DEO” Opname van mannelijke patiënten van alle gezindten en leeftijd. Weer en- opnamen) ivoorwaarden tegen f Qfiflfl bij levensla 1 ultkeerlngen f «Jverlies van „Bü dien sta ik al diep genoeg in het krijt. Neen, waarde heer, gemakkeliJker kan ik me het leven voorloopig nog niet maken. Maar Ik om te bewijzen, dat men ook Bonder geld te hebben, kan vooruitkanen, als men maar toe wijding. zelfrespect en verstand heeft.” Zooals ze daar voor hem stond, opgewonden, trots, met roode wangen, met schitterende oogen. was ze heel mooi Hij had er geen flauw idee van, aan wien ze dit moedige en eerzuch tige bewijs wilde leveren. Met goedmoedigen spot zei hu: „Vlammende Katchen!" Sedert dit oogenblik spraken ze greinig meer over algemeene levensproblemen Daarvoor had den ze het allebei te druk. Mr. Grabb wilde zich niet door zijn jonge chef isten beschamen. HU werkte met bewonderenswaardlgen U»er zoowel op haar eigen terrein als tn de tuinen, die zü moest aanleggen en onderhouden. Ook de leerjongens, ook juffrouw Stuckradt werden door zUa rustige manier van dóen, soms een tikje utt de hoogte, en door zün droog-humc- rlstische manier van praten tot hard werken aangevuurd. Voor haar anjers zorgde Catharina heelemanl zelf. Dat moest ze natuurlUk tusschen de be drijven door doen. Het werk in de vllla-tulnen nam haar nu erg In beslag. Het was nu de tijd om te planten en behalve voor het gewone ru were werk, moest ook gezorgd worden voor het aanschaffen van allerlei planten, die van groote kweekerjjen en van grossiers moesten komen. Ze vermeed sjituurlijk angstvallig om ook maar iets bij Victor H. Troilo te bestellen. Maar het ge volg daarvan was, dat ze dikwijls een tijdroo- venden en omslachtigen weg moest kiezen cn soms n««r Nauheim en Homburg moest reizen om bijzondere dingen uit te zoeken. vind het eigenlijk heel goed zoo. u niet?” „Voor een Lady? Ik weet het niet." Catharina haalde de schouders op: „Ik ben nog nooit eigen baas geweest, altijd onderge schikt.” Op een beetje geprikkelden toon antwoordde hij: .Maar u zult toch niet willen beweren, dat u zich niet graag als Lady zoudt voelen?” „Wel. ik wil nu voor alles mijn recht op zelf standigheid veroveren. Mijn heele eerzucht is was haar toilet te voltooien, wreef met een handdoek het beslagen venster schooi en gluurde naar buiten. „Wat is dat daar voor een rood schijnsel beneden? En daar loopt iemand .Aiffrouw Lutz kijkt u eens daar beweegt een schaduw tusschen de bedden. Niet? En die twee lichte punten zijn toch open vuren?” „Ik zie alleen maar dichte rook, die over de bedden hangt. Maar daar.ja. je hebt ge- lijk.... dat is een man. En nog een....” Nu was ze niet meer te houden. Ze schoot in haar gevoerde overschoenen, deed haastig h»*r duffelschen mantel aan, schoof de polsmoffen over haar handen en pakte een paar dikke handschoenen. „Kom je gauw, Eva? En pak je goed in. Want zulk weer 's nachts gaat je door merg en been, vooral als je pas uit bed komt. Enkele oogenblikken later stond ze buiten adem bij de nieuwe kas. In het rossige schijn sel van een paar kolenvuren, die tusschen de anjerbedden ontstoken waren, ontdekte ze Mr. Oabb en Grootvader Troilo. „Good Morning. Miss Kate. Did you sleep well?" (Morgen, juffrouw Kote. goed gesle pen?) zei Mr. Gabb doodleuk, alsof er niets bijzonders aan de hand was. .Het is al twee graden onder nul”, zei ze me» gesmoorde stem. (Wordt vervolgt» Koude heerscht.een eindje verder, Vele mijlen uit de buurt! Dus het kan wel, vóór ze hier komt, Dat het toch nog even duurt. Als, natuurlijk, dis ze hier komt. Want men maakt niet altijd staat Op de wispelturigheden Van een regen-lief klimaat! Maar de maand wijst op den winter. Deze echter is een snaak. Die den draak steekt met kalenders Met een air van: wijs maar raak! Doch al heeft dan ook de winter Onverdeeld de vriendschap niet. Tóch is men in doorsnee vroolijk Als men ‘t woord December ziet! Want December en wij denken Eerstens dan aan Sinterklaas, Die de vreugde op doet leven. Inderdaad met veel geraas,' Maar het grootste aller feesten. Dat een weg naar 't hart toe baant. Het hoog heilig feest van Kerstmis Valt tn de Decembermaand! Waardig sluit de maand December Heel de rij van maanden af. En met vreugde én met weemoed. Zoo geen enk'le maand dit gaf! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) 1 ff dit blad zijn Ingevolge de verzekeringavoorv QDOTim S ongevallen verzekerd voor een der volgende Catharina antwoordde lachend: „Namen heb meven.” .Maar ik heb ze naar hun „moeder” ge noemd, zei de oude Balthazar vol vuur. Ze moe ten natuurlUk allebei Katchen heeten. Blanke Kitchen ea-Vlammende Kitchen.” Vlammend» Kitchen,” herhaalde Mr. Gabb vrooUJk. Catharina moest lachen om de Idee van deu ouden heer. Maar ze vertelde aan Mr. Oabb, dat de geel-roode, oranje-genuanceerde kleur werkelUk een beetje deed denken aan een vlam. In ieder geval hadden ze bü Dutton nog nooit iets gekweekt van zoo*n wonderlijk kleurenspel Terwül de arbeiders de laatste hand legden aan de groote kas, waren ze begonnen met den grond gereed te maken voor de planten, die, bulten moesten komen. Mr. Gabb verwonderde zich erover, dat Oa- tharina In deae gewichtige dagen de paar Doodmoe ging ze dan 's avonds naar bed. di rect nadat ze samen met Eva Stuckradt het eenvoudige avondmaal had gebruikt. De heeren- visfte van den avond van Mr. Gabb s aankomst kon ze niet herhalen in dezen drukken tijd, of schoon Mr. Oabb haar herhaaldelük te vei- staan gaf. dat hü bijzonder aangename herin neringen aan die visite had! Het zachte, bijna zwoele weer was het. dat haar en Eva zoo verzchrikkelUk vermoeide. Maar tegen het midden van Mei kwam er, na een paar onweeren. een sterke afkoeling. Nu was het ook in de kleine slaapkamer, die ze met haar leer linge deelde, beter uit te houden. Ze hadden al dien tUd met de ramen open geslapen, de laat ste nachten lieten ze het venster alleen maar aanstaan. Toen kwam er plotseling een scherpe Oostenwind, die zoo kil door het oude dak blies, dat ze 's nachts het raam maar dichthielden. In den tweeden nacht van de „Ushelllgen* schrikte Catharina plotseling wakker, rillend van kou en onder den Indruk van een naren droom. Ze ging overeind in bed zitten en luis terde. Buiten huilde de Oostenwind. In de nieuwe kas waren blijkbaar een paar pas ingezette rui ten niet stevig vastgeset, want ze hoorde h*t klapperen en kletteren. Plotseling gerinkel van brekend glas. Zonder licht te maken, begon ze zich aan te kleeden. „Is daar iemand. Juffrouw Lutz?” Eva was wakker geworden. Catharina zei: ,Jk ben bang geworden voor de anjers bul ten. Had Ik ze toch maar vóór de koude dagen in huls kunnen brengen. Maar die nare ke rels braken telkens ramen.” sche opnamen) ongeveer vUf octaveifi, In 1929 zeven octaven, thans iets meer dan acht octa ven. Wel vallen dus alle genoteerde noten in. haar bereik, maar niet alle boventonen van de hoogste registers der verschillende Instrumen ten. Om het technisch te zeggen: de werkelijke muziek gebruikt een frequentleband van 30 tot 10000 Hertz, de gramofoon een van 80 tot 8000 Hertz. Of de techniek ooit dese twee besproken be perkingen zal weten te overmeesteren is thans nog met te zeggen Maar laten we tot de werkelijkheid terugko men en het hebben over nieuwe platen. Ome ooren suizen nog van Tfcuber. Niet alleen van zUn verrukkelüke stem, doch ook van de ver halen over zon „staking" te Amsterdam Ma op de gramofoon staakt Tauber nooit.En zoo kunnen we zijn waarlUk geheel goeden en ga ven zang als Schubert in „Das Dreimaderlhaus" als conserve naar oorenlust genieten. Odecn heeft n.l. de belangrijkste nummers uit deze operette opnieuw laten opnemen. NatuurlUk .Jch schnitt es gern in allen Rinden eln”, dat heerlUk jeugdige en Intense liefdeslied, waann elan en zangerigheid met elkaar wedijveren (Odeon 4613). Doch wat me het meest ver heugt is te mogen vast stellen, hoe voortref- felük deze tenor hierin is, ook zuiver muzi kaal genomen: geen sentimenteel en theatraal gesnik, doch een echt mannelUke en zuivere extase. Zeer goed is ook „Nicht Klagen" u‘t dezelfde operette (Odeon 4517).hoewel het als lied minder geslaagd is: een samenflansel van verschillende fragmenten uit werken van Schu bert. o.a. het prachtige zangthema uit de so nate in A groot. Voor minnaars van Beethoven wordt In het kort vermeld, dat Wilhelm Kempf zün serie van ’s meesters pianosonates regelmatig voort zet. Thans verscheen de „Mondscheln" (Poly- dor 90191 3). Keurig van klank en keurig van voordracht. Wij wachten met spanning het oogenblik af, dat Kempf met de latere sonates aankomt^ Freddy Vrijdag was moe en had pUn aan zün voeten, terwijl hü bezig was een groote kist van het schip weg te sleepen. Halverwege het kamp moest hU een oogenblik ophouden. „Ptff. dat is een heet baantje,” riep hU uit, ,4k weet werkelUk niet, hoe ik deze kist naar het kamp zal slee pen.” ,4a. dat moet een zwaar werk zün., zei Topsy. „want Polly en ik maakten ais al ongerust over je.” „Ik wou, dat ik een kar had, zoo- dat ik de kist naar het kamp kon rij den.” zei Freddy. .Maar dat is geen gewoonte, om hier van karren gebruik te maken omdat ze er niet zUn.” zeker verstandiger van mij ge weest zün!! Ik zegen dan ook het toeval, dat u hier langs deed komen.” „Durft u met me meegaan?” „O. ja.” Tom Brunt stapte door het geopende sou- terraln-venster naar binnen en liet zich voor- omlas« van de aanrechtbank waarop i bevond. De heer in rok volgde zün en vroeg fluisterend: „Zullen we ok de techniek beeft haar grenzen. Men t J kan heel enthousiast zün over de snelle perfectloneering der opnamen en toch deze beperktheid beseffen. Hoewel men er tij dens het spelen van zün apparaat meestal met aan denkt. Het eigenaardige van gramofoon- muziek is nl„ dat men op een bepaald timb.e zóó raakt Ingesteld, dat men bUv. de beter- hoedanigheden van eAi ander Instrument niet erkent. Het is mü nerhaaldelUk op lezingen overkomen, dat men zich over de door my ge bruikte electrlsche installatie kwam beklagen ook al was die perfect. Dan moet U mün dood gewone koffertje eens hoeren. Dat is héél wat anders! „Anders, misschien. Maar beter? Dat foute inzicht verklaar ik voor mUzelf niet in de eerste plaats uit bezitterstrots. maar ▼óór alles uit toonpsychologische gronden. In zake de gramofoon wordt nl veel aan de 'e- tente fantasie van den hoorder overgeiaten Dit geldt echter ook voor het luisteren naar een piano. De plano doet Immers niet veel meer dan een melodie acoustlsch stippelen. BU een vlug thema zün de klanksttppeltjes dichter bü elkaar dan bü een langzaam en dat geeft dus meer d illusie van een ononderbroken geluldslün. En toch went een muzikaal iemand er langzamer hand aan. deze fout van de piano door zun fantaste aan te vullen. Een onmuzikaal mensc.i vermag dat niet. Zoo iemand kan byv. zang neg slikken, maar klavierspel nooit of te nimmer. Het aandeel van de fantasie bü het luisteren naar gramofoonmuzlek Is minstens even groot, al wordt zü op andere details gericht. Wie naar een plaat luistert completeert in gedachten meestal zonder er bü te denken twee dingen: de sterkte van het geluid en de kwaliteit van het timbre. Wat de sterkte betreft, dat geldt minder voor de electrlsche gramofoon dan vo"r de mechanische. En toch geeft zulk *n electrlsche weergave niet denzelfden indruk als de werke- lükheld. Laat ik U dat met 'n paar cUfertjes aan- tooner BU een orkest zün de verhoudingen tus- schen het zachtste pianissimo en het luidste fortissimo ongeveer als 1 1000. De gramofoon- plaat kan alleen een verschil in sterk tegracd geven als van 1 300. Het Is dus du delyk. dxt bü een mechanische gramofoon het fortissimo, bü een elecrische het pianissimo in het gedrang komt. Wat de timbres betreft, die kwestie is iets in gewikkelder. Het is u misschien niet bekend, dat de eigen kleur van een stem of van een instru ment bepaald wordt door de hoeveelheid er. -ie onderlinge verhouding van de meekunnende boventonen. Controleert U dat eens door een aardige proef. U drukt het reehterpedaal van de piano neer en zingt in het geopende insttuner t na elkaar de klinkers a, e. i, o. oe en schakel' na eiken vocaal het pedaal even uit en weer tr il hoort de snaren dan door de wet van den resonans zwak die verschillende klinken her- --^<»..j>alen. Conclusie: een klinker ontleent haar eigen karakter aan de menging van de verschil lende boventonen. Hetzelfde geldt voor het sc- loriet van e«n instrument. Wanneer wü een be paalden toon op een viool hooren, dan beteexent dit, dat we behalve de genoteerde noot nog een heele reeks hoogere, met genoteerde noten op den koop toe krUgen. Nd is de omvang van de gramofoon de laatste Jaren wel sterk toegenc- men, maar nog niet kele getallen: ki 1935 bestreek zü vier octaven, in 1937 (eerste electn- arbeidskrachten. die ze bezat, niet liever op haar eigen terrein gebruikte, dan ze bü ande ren in de tuinen te laten werken. „Waarom doet u dat. juffrouw Lutz?” vroeg hü. toen hij haar 's middags in den tuin aan den Dietenmühlerweg trof, gejaagd en warm, want ze was op drie verschillende andere plaat sen aan het werk geweest. Ze zuchtte: Dat is toch mün vak. Mr. Gabb. Waarvan moet mün zaak anders bestaan? Vóór ik wat hebben lean aan het succes van mün anjers, kan nog een jaartje duren. En denk eens na, wat de bouw van de kassen kost en wat het onderhoud van de heele kweekerü nog kosten zal. Ik ben zoo arm als Job. ik heb geen ander kapitaal dan m n twee handen.” „Als ik geld had, juffrouw Lute, zou Ik u een onbegrensd crediet openen. WerkelUk. Maar het onaardig zün tegenover mün oom, als ik wenschte nu al crediet te kunnen geven, niet waar? Maar de oude heer Troilo moet u hel- —a. licht straalde en een de helpers z*n dank optreden. „Het gebeurt wel eens meer, dat ik voor een dag in de stad moet zün.” verklaarde hü: .ge- woonlük breng ik den nacht dan bü vrienden door, maar ditmaal wilde ik van de gelegen heid gebruik maken, om eenlge gegevens, die ik noodlg heb, te putten uit bescheiden die in mün werkkamer liggen. Ik heb daar vrij lang gezeten en was juist naar boven gegaan, om mü te ruste te legden, toen het gekraak van de trap.... Maar dat open raam begrijp Ut toch niet.” M'-sschien opperde Tom Brunt, „werd de onbekende in z-n voornemen verhinderd, door de nadering van den heer Campbel: misschien beeft hü zich uit de voeten gemaakt toen hü voetstappen hoorde van uit de aangrenzende straat.” „Ik van een reld. vóór 1 Londen (K.WJ».). In historische handschriften werd steeds een levendige handel gedreven. Reeds menigeen heeit daar goede zaken mee gemaakt. Van Koning George V van Engeland wordt ▼erteld. dat hü als kleine jongen eens aan zün grootmoeder koningin Victoria, een tamelijk duur stuk speelgoed had gevraagd. De oude koniifgin schreef een brief aan den Jongen prins om er hem op te wüzen, dat het een tüd was om spaarzaam te zün en dat hü daarin een voorbeeld moest geven door vrijwillig afstand ,té doen van hetgeen hü verlangde. Prins George ging met dezen brief naar een handelaar die er een speciaal beroep van ge maakt had on autofcrammen van beroemde personen te koopen en verkoopen. De prins ont ving toen voor het origineele exemplaar van dezen brief zooveel geld, dat hü gemakkelük het gewenschte stuk speelgoed kon koopen. Het zaken doen achünt bü het Engelsche koningshuis in bet bloed te zitten Eduard VII, de vorige koning van Engeland, was een echt politiek zakenman. De zoon van Eduard VII. de tegenwoordige koning. wist een aardig vpordeel te behalen uit een brief van zün grootmoeder, en de zoon van Koning George, de Prins van Wales maakt fnooie reizen en zergt. dat de Britsche kooplui goede zaken kunnen maken Vroeger handelden de koningen bü voorkeur met landen en volkeren: de tuder^zun wel ver anderd! uiiMimiHiiiiniH DECEMBER l»nases«s»<»»»»sz»s»»»» sss»»st»»»sz»»»si»»»sssase«i nee! herhaalde. Hiermede scheen zün taak afgeloopen.’ want hü wérd weggeleld door een der manngn. die hem hadden gesteund. Tijden* deze plechtigheid werd het schip, dat tijdens- net vervoer had geleden, weer opgekaie- faterd. Thans werden ettelüke zakjes rüst aan boord gebracht en daar opengesneden, een voorraad gedroogde en gezouten vlsch plus een honderdtal miniatuur bundeltjes brandhout volgden de rüst. Ook de meubels laadde men in en de poppen werden terweerszljde van het schip opgesteld. Onder den romp werden bidbriefjes gestrooid en brandende gaharoe In den grond gestoken. Verbaasd vroegen wü ons af wat dat alles wel te beduiden zou hebben, toen een aantal mannen eenlge bidbriefjes vlam deden vatten en hiermede het Schip onder hevig vuurwerk In brand staken, terwül van alle zijden de toe schouwers in vreugdekreten losbarstten en een regen van rijst op het brandende schip deden neerdalen. De Wijkmeester van Pantel Tjermln heeft later van deze wonderlüke ceremonie de tref fende verklaring gegeven: Het is de wensch van lederen gelmmigreer- den Chinees, in zün geboorteland te sterven. Begrljpelük is dit voor de meesten uitgesloten, hetzü door gebrek aan contanten, hetzü door dat de dood hen ontüdig overvalt. De zielen der afgestorvenen blüven dus rondzwerven, daar zü in het vreemde land geen rust kunnen vinden en de zee hun belet naar China te gaan. Om deze moellükheld voor de geesten te over winnen, wordt om de drie jaar een schip ge bouwd, dat bestemd is de zielen der afgestor venen naar China over te brengen. De boot moet geheel compleet zün, met vol ledige bemanning (Inderdaad waren er een menigte papieren poppetjes in zeemansuniform op het schip aanwezig); gevulde voorraad kamers. meubelen en zelfs opium en opium- püpen gaan aan boord voor de geestelüke be woners. Van het geestenschip wordt ook nog op an dere wijze gebruik gemaakt: Alle ziekten en tegenslagen, waarmede de Chlneesche bevolking te kampen heeft, worden namelük met het geestenschip medegegeven, daar alleen China hiervoor de uitkomst bren gen kan. Zoodra de tüd is aangebroken (dit wordt be paald door den ouden man. den z.g.n. Pekong, die als ziener een boodschap heeft gekregen) vertrekt het schip, uitgeleide gedaan door mu- zlek en familieleden der afgestorvenen, vrien den en bekenden, menschen die met ziekten of tegenslagen te kampen hebben. De pop met den langen baard, die terzüde ópgesteld wordt, stelt voor het hoofd der goede beschermgeesten, de zwarte pop het hoofd der booze geesten en de derde is het tüdelük hoofd der vertrekkende zielen. De hoofden der goede en booze geesten begeleiden het schip en zor gen voor behouden aankomst in China. De booze geesten worden gewonnen door den Pe kong. die In trance met hen spreekt en zün bloed offert op het schip. Het branden der gaharoe en bidbriefjes is een offerande aan de vertrekkende zielen, het vuurwerk en de rüstregen is het symbool van het afscheid. Het schip en alles dat meegaat, wordt ver brand om het vergaan te voorkomen. Te Pantel Tjermln. een badplaatsje op de Oostkust van Sumatra, heeft een medewerker van de ..Sumatra Post" een merkwaardige cere monie kunnen gadeslaan. Op het middaguur, vertelt hü. werden wü opgeschrikt door de muziek van een volledig Chineesch orkest, dat met vliegende papieren vaandels en slaande trom door de middaghitte het zeestrand naderde. Op de muziek volgde een Chineesch priester in een lang geel ge waad. bezwerende teekens makende en een koperen belletje luidende, door een paraplule, ge torst t door een pajongdrager, beschut tegen de verzengende zonnestralen. Hierna werd onze aandacht getrokken door eenlge papieren stoe len en tafels en een groote rustbank, welke voorwerpen weer werden gevolgd door een drie tal groote poppen, prachtig aangekleed en ver sierd. zooals wü die kennen van Chlneesche prenten. Verbaasd vroegen wü ons af wat dat alles wel bettekenen zou, totdat plotseling om den hoek van den weg een schip verscheen, compleet opgetuigd, pijn. 15 meter lang en 3 meter hoog, hetwelk door een dertigtal Chlnee- zen. onder Chineesch gezang en jubelende kreten van eenlge honderden toeschouwers, werd voortgedragen. De stoet werd gesloten door een oud man. gekleed in een rood jasje zonder mouwen, witte broek en een rooden hoofddoek, die, gesteund door twee mannen, steeds zwaaiende met een zwart vlaggetje niet gesloten oogen en tvermoedelük gebeden) pre velende, als in trance voortwankelde door bet rulle zand. Aan het zeestrand kwam de optocht tot stil stand. de muziek stelde zich aan den boschrand op en onder sombere gongslagen werd het schip opgesteld met den voorsteven naar zee be keerd. De poppen kregen een plaatsje naast het schip met het gelaat naar de zee en de meu bels werden er achter geplaatst. Hierna kwam de priester in actie en verdeelde eenige pakken gaharoe (houten bidstokjes) en papiertjes met gebeden onder de omstanders. Deze werden vervolgens aan de voeten der poppen verbrand onder het welluidende geklingel van het bel letje, dat door den priester over deze offers heen en weer bewogen werd. De oude man in het rood liep thans alleen eenige jnalen met gesloten oogen om het schip, In' extase kreten uitende en zwaaiend met het zwarte vlaggetje. Bü den boeg werd hem door een der Jongeren een tweesflüdend scherp ge slepen kort Chineesch zwaard In handen ge geven, woest boog hü zich thans, korte sner pende kreten uitstootend, telkens vlaggetje en zwaard kruisend, «net het gelaat naar de zee, eenige keeren ter aarde, waarna hü zich hoog oprichtend en wendend naar het schip het zwaard rechtstandig met het scherp tegen zün aangezicht houdend, zich een snede over de tong toebracht, eenlge keeren boog en het bloed over het schip spuwde. Hierna liep hü naar de achterzhde. waar zich hetzelfde too- rebeele ongeechlkthetd tot werken door f Ma ongeval met f OCfl bü verlies van een hand f 1 9^ bü verlies van een f C/l bü een breuk van bü Verlies van *n [earmen, beide beenen of belde oogen/ doodslüken afloop/ een voet of een oog/ *3 duim at wyavlnger «zl/«“been ot ann 7r(/s" anderen vinger om Brunt had den naam een uitstekend dievenvanger te zün, een van die slimme taaie dienaren van de H. Hermandad die de listen en trucjes van het langvingerige gilde op hun duimpje kennen en met de vol harding van een bulldog* hun prooi vasthou den, als het hun eenmaal gelukt is. die te grij pen. Zün roem was tot bulten de grenzen van het corps, waartoe hü behoorde, doorgedron gen en zün naam verspreidde schrik onder de nachtvogels, die de wereldstad Londen onveilig maakten. Op een lauwen voorjaarsavond keerde hü van z n dagtaak naar z'n stille woning terug. Zün weg voelde hem door een voorname, breede straat, waarin zich louter patriciërs huizen bevonden. Het was later geworden dan gewoonlyk en hü versnelde onwillekeurig zijn schreden, toen hü het drukke stadsgedeelte verlaten had. Hü sloeg den hoek van een voor name breede straat om, en bleef plotseling staan, terwül z'n oogen de hem omringende schemering trachtten te doorboren. In het smalle reepje tuin vóór het derde huis van den hoek al zag hü een man staan, die gereed scheen door een geopend souterrain- venster naar binnen te stappen, een man die blükens z'n kleeding niet tot de gewone in- brekersklasse behoorde. Hü was in avondcos- tuum, droeg z’n glimmenden. hoogen hoed wat ver naar achteren geschoven op z’n fier om- hooggebeven hoofd en hield een donkere over jas luchtig over den arm. Zün aanwezigheid op die plaats, z’n voor nemen om te middernacht op die weinig alle- daagsche manier een huis te betreden, lieten echter geen twüfel omtrent z’n Bedoelingen toe. Geruischloos sloop Tom Brunt nader en legde z’n zware harqd op den schouder van den Inbreker op het oogenblik waarop deze door het raam van het souterrain binnen wil de stappen. Maar het gelaat, dat naar hem werd toege keerd. drukte geen schrik uit. „Wat doet u hier?” vroeg Tom Brunt, tame lijk barsch. „Ik was van plan naar binnen te gaan." ant woordde de man in avondcostuum. .Maar wat hebt u daarmee te maken, als ik vragen mag?” „Ik ben inspecteur van politie.” „Wat een geluk!” „Wat bedoelt u met dat dwaze gezegde?" „Mün waarde heer, wind u toch niet op! Ik bedoelde, dat uw aanwezigheid voor mü een geluk is!" „Waarom?” „Omdat u helpen." „We hebben nu lang genoeg gepraat en....” „Dat dunkt me ook; het wordt tüd, om tot handelen over te gaan! U komt inderdaad uit stekend van pas, inspecteur. Mün naam Is Campbel, ik woon recht tegenover het huis waarvoor we staan. Ik heb vanavond een con cert bügewoond en wandelde naar huls terug, om te genieten van het zachte voorjaarsweer. Ik stond op mijn stoep en toen ik mün woning wilde binnen gaan, zag ik toevallig, dat er licht schemerde door het raam boven de voor deur van mün overbuur; het verdween direct weer, maar het is er geweest, daarop durf ik een eed te doen." „En wat zou dat?” „Ik weet, dat de familie Land op -reis is; de bedienden zün ook weg en het huis Is dus mo menteel onbewoond. Het trok daarom mün aandacht....” „Wat deed u toen?” „Ik stak de straat over en zag een raam in het souterrain open staan. Als er. zooals ik vermoed, dieven in het huis zün, moeten ze door dat raam zijn binnengegaan.” „Dat is ten minste hoogstwaarschUnlük" „Ik stond een oogenblik te weifelen; dat hebt u misschien wel opgemerkt. Het zün mün zaken niet en ofschoon geen lafaard, ge voel ik toch weinig lust mü aan onbekende ge varen bloot te stellen, maar ik kon toch ook niet werkeloos aanzien....” ,Js de heer Land een vriend van u?” „Neen, we kennen elkaar zoo goed als niet.” „Waarom hebt u de politie niet gewaar schuwd^” „Dat zou zichtlg i hü zich voorbeeld licht maken?" „Neen,” snauwde Tom Brunt. „Doe uw schoe nen uit We moeten onze aanwezigheid zoo lang mogelük geheim houden.” Geruischloos. met beide handen voor zich uit tastend, voetje voor voetje, vonden de twee mannen hul weg uit wat een bükeuken scheen te zün. Ze kwajnen nu bü een breede trap. Vastbesloten begon Tom Brunt de tre den te bestügen. op den voet gevolgd door den heer Campbel. Daarna kwamen ze In een gang, waarin dikke loopers elk geluid van hun zacht schuifelende voeten dempten. Plotseling greep de heer Campbel den arm van zün geleider. Een bons als van een val lend voorwerp klonk op door de stilte van het groote huis. „Boven!” fluisterde de inspecteur; „er is in derdaad iemand in huis; hü is in een der bo venkamers aan 1 werk. Kom mee.” Ze gingen de trap op die naar de bovenver dieping leidde. Nauwelüks waren ze halver wege gekomen, of snelle voetstappen dreun den hen tegemoet, een deur werd opengewor pen, waaruit helder dreigende stem riep: „Halt! of ik schiet!” Beide trappenbeklimmers keken in den loop van een revolver, die door een man In zwarte broek en glanzend wit overhemd vanaf het portaal op hen werd gericht. Tom Brunt behield z’n zelfbeheerzching en waarschuwde. „Bedenk inspecteur van politie." „Aangenaam kennis te maken.” sprak de man in t witte overhemd. .Maar dat is toch geen reden om In mün huis in te breken.” „Uw huis?" ,4a, mün naam is Land. Ik moest voor za ken In de stad wezen en besloot hier te over nachten. om.... Maar het schijnt dat er hier een mystificatie plaats heeft. Wacht even, in specteur. dan Kunnen wü de zaken beneden op ons gemak bespreken." De man boven aan de trap Het z’n revolver zakken, spoedde zich naar de >amer. die hü zooeven verlaten had en schoot vest en Jas aan over zün glanzend overhemd. „Zoo. zoo, daar ben ik weer.’ sprak hü tot de belde mannen, die zwügend ge wacht .Komt u maar mee heeren!” ging hen voor naar een groote tuinka mer, waar hü de electrlsche kroon aanknipte, hen door een handbeweging tot zitten uitnoo- dlgdc en zelf in een diepen, lederen fauteuil plaats nam. „Welnu, inspecteur." begon hü: «wat heeft u zoo laat en op zoo’n zonderlinge wijze in mün huis gebracht?” „Uw overbuurman, mijnheer Campbel....” „Ah. mijnheer Campbell Pardon, ik...." „O. het hindert niet. Dit nachtefijk avontuur is zóó ongewoon, dat....” „Ik vond den heer Campbel bezig." viel Tom Brunt dezen heer in de rede, „zich door een raam in t souterrain toegang tn uw huls te verschaffen.” ,J> inspecteur hield me voor een Inbreker," lachte de man in rok. die z’n hoogen hoed had afgezet. .Een raam van het souterrain?” vroeg de bewoner van het deftige huis verbaasd; „had U dat dan opengemaakt?’’ „Neen, het was open.' „Onmogelük!” .Maar ik verzeker u...." „Münheer Campbel meende.” vlei Tom Brunt in, „dat een ongenoode gast door dat raam naar binnen gegaan was.” „Lieve hemel, «rilt u daarmee zeggen, dat er nóg Iemand m huls is behalve wü drieën." „Vermoedelijk weL We zullen dus een Oi- onderzoek instellen.” Nu volgde een nieuwe tocht doof het ruime, weelderig Ingericht huis. De drie mannen lie ten geen plekje, groot genoeg om een mensch te verbergen, ondoorsnuffeld. Maar zonder re sultaat. De kleine patrouille keerde terug naar huiskamer, waar de heer des huizes z’n een hartversterking aanbood en hun betuigde voor hun hulp en moedig ben er!" riep münheer Land. ..Die ezel chauffeur heeft beneden rondgeschar- hü met den auto naar de garage ging. Maar komaan, heeren. drinkt eerst nog eens op ons nachtelük avontuur I" .Neen, ik verlang naar bed; wel te rusten heeren!" lachte Tom Brunt. De belde anderen bleven achter. „En u ook, münheer Campbel.” sprak de gastheer, „ben ik grooten dank schuldig.’ „Om u de waarheid te zeggen." antwoordde de ander. ..heet ik geen Campbel en ben ook uw buurman niet." „Het komt er niet op aan." zei hü: „ik ben evenmin, die ik schün." ..Dat weet Ik." en de would-be münheer Campbel haalde een werktuigje te voorschün, dat een eigenaardig gevormd boortje bleek te zün. „Het lag naast de brandkast.” verteldè hij, „ik raapte het op en stak het in mün zak. Wü beiden schünen voor vannacht hetzelfde ter rein te hebben gekozen en speelden comedle met hetzelfde succes „We zullen eerlük deelen.” stelde de ander voor. Den volgenden dag vermeldden de kranten een belangrijke inbraak in een deftig perceel, waaruit een gróOe waarde aan zilver en kost baarheden was weggehaald. Tom Brunt, de inspecteur tan {jolitie was woedend: hü zwoer zich te zullen wreken, maar verzweeg wUselük dat hü self een rol had gespeeld In het nachtelük avontuur, waar in hü twee gentleman-dieven bit elkaar had gebracht en. zonder erg. in de gelegenheid hsd gesteld, hun slag te slaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 10