Voor Gramofoonliefhebbers
Sïet wut den daq
I
i
GRENZEN DER TECHNIEK
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
ROBINSON! Een Hollandsche schoen
voor Hollandsche jongens
De vlammende I
anjelier i
Nachtelijk
Avontuur
ZATERDAG 3 DECEMBER
om
Een geestenschip
Koninklijke kooplui
Tauber staakt niet....
voor de gramofoon
Sensatieproces
kinderen
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
DOOR UW GIFTEN
UTRECHT
De erfenis van den Prins van
Wales
FEUILLETON
Naar het Duitsch van
Paul Oskar Hoecker g
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
wat je doetl Ik ben
I
HU
dat uw aanwezigheid voor mij
juist van pas komt, om mij te
hebt
Maandag vervolg
18
ZOU
I
(Ingezonden mededeeling)
z’n
inbreker
hadden,
u
van
ik
STEUNT:
ONS GIRONUMMER IS 23653;
U helpt on. hierdoor jongen,
zielen redden «oor Chrl.tu.
jvoldoende.
Cacoustische
MOSKOU. 28 Nov. Met groote spanning ver
wacht men den afloop van een sensatieproces
in het dorp Gerasinowea bij Swerdlowsk. in
welks middelpunt de vermoording van twee
kinderen staat. De gebroeders Pawel en EJedor
Morosow. 13 en 8 Mar oud, belden lid van de
communistische jeugdorganisatie, hadden hun
vader, voorzitter van de dorpsjowjet. aange
klaagd. Hij zou graanverdulstering der boeren
hebben toegestaan en werd verbannen. Het
dorp nam wraak en sloeg belde zonen dood. Den
moordenaars wacht zeker de doodstraf.
(United Prees)
twee
slangen, hoorden, wat de zeeman zei,
rolden ze zich rondom de kist en trok
ken die zoo voort.
„Wel Ik ben stom verbaasd,” riep
Freddy uit. „Ze hebben de kist als
het ware wieltjes gegeven en het lijkt
wel, of die nog rubberbanden om heb
ben ook.”
.Het zün flinke slangen," verklaarde
Robbie tegen den zeeman, „als je in
het kamp bent, moet je ze maar een
dubbele portie eten geven, ze hebben
het verdiend.”
Eva zat rechtop in bed. nog besluiteloos of ze
zou ópstaan. „Is er buiten nog wat aan te doen,
als het vriest?"
,Jn Iver hebben de tuinlieden op een keer
kolenpannen neergezet en vuur gemaakt. Ik
wil toch eens gaan zien, hoeveel graden of
het is.”
Catharina stapte In haar pantoffels en ging
met onzekere passen naar het raam. Toen zij
het opende en de thermometer, die bulten hing,
opnam, kwam een ijskoude tocht naar binnen.
Eva had intusschen licht gemaakt. Slaperig,
vreeselijk gapend, trok ze haar kousen aan.
„O, dat wordt een catastrophe", zei Catha
rina met trillende stem en bevend van koude
en schrik. „Het is al twee graden onder nul.”
..Hier boven, waar de wind op staat, zal het
wel kouder zijn dan beneden op den grond”,
trachtte Eva te troosten.
Steeds gejaagder, in steeds grooter opwin
ding kleedde Catharina zich aan.
..Die arme jonge plantjes! En het is nu pas
twee uur! Tot zonsopgang daalt de thermo
meter zeker nog twee graden en dan vriest al
les, alles nood!”
„Wacht. Ik ga met u mee, juffrouw Lutz!"
riep het meisje. Het ontzette gezicht van haar
Jonge leermeesteres ging haar aan het hart.
Het was. alsof er levende wezens in gevaar
waren. En zooveel begreep ze al wel, al had ze
nog niet veel verstand van kweekertj en tuin
aanleg. dat Catharina haar heele hoop op de
twee nieuwe anjersoorten had gevestigd. Allee
wat gebeuren kon. om de Jonge plantjes van
den ondergang te redden, moest gebeuren. „Ik
loop direct naar den overkant en haal de leer
jongens.”
„Och, die zullen wel niet wakker te krijgen
zijn. Maar als je Mr. Gabb wilde roepen.
Evjt. die achter het weer gesloten raam bezig
was haar toilet te voltooien, wreef met een B
------ -
ZIEKENHUIS EN PENSION
Broeders .ST. JOANNES DE DEO”
Opname van mannelijke patiënten
van alle gezindten en leeftijd.
Weer en-
opnamen)
ivoorwaarden tegen f Qfiflfl bij levensla
1 ultkeerlngen f «Jverlies van
„Bü dien sta ik al diep genoeg in het krijt.
Neen, waarde heer, gemakkeliJker kan ik me
het leven voorloopig nog niet maken. Maar Ik
om te bewijzen, dat men ook Bonder geld te
hebben, kan vooruitkanen, als men maar toe
wijding. zelfrespect en verstand heeft.”
Zooals ze daar voor hem stond, opgewonden,
trots, met roode wangen, met schitterende
oogen. was ze heel mooi Hij had er geen flauw
idee van, aan wien ze dit moedige en eerzuch
tige bewijs wilde leveren. Met goedmoedigen
spot zei hu: „Vlammende Katchen!"
Sedert dit oogenblik spraken ze greinig meer
over algemeene levensproblemen Daarvoor had
den ze het allebei te druk. Mr. Grabb wilde
zich niet door zijn jonge chef isten beschamen.
HU werkte met bewonderenswaardlgen U»er
zoowel op haar eigen terrein als tn de tuinen,
die zü moest aanleggen en onderhouden. Ook
de leerjongens, ook juffrouw Stuckradt werden
door zUa rustige manier van dóen, soms een
tikje utt de hoogte, en door zün droog-humc-
rlstische manier van praten tot hard werken
aangevuurd.
Voor haar anjers zorgde Catharina heelemanl
zelf. Dat moest ze natuurlUk tusschen de be
drijven door doen. Het werk in de vllla-tulnen
nam haar nu erg In beslag. Het was nu de tijd
om te planten en behalve voor het gewone ru
were werk, moest ook gezorgd worden voor het
aanschaffen van allerlei planten, die van groote
kweekerjjen en van grossiers moesten komen. Ze
vermeed sjituurlijk angstvallig om ook maar iets
bij Victor H. Troilo te bestellen. Maar het ge
volg daarvan was, dat ze dikwijls een tijdroo-
venden en omslachtigen weg moest kiezen cn
soms n««r Nauheim en Homburg moest reizen
om bijzondere dingen uit te zoeken.
vind het eigenlijk heel goed zoo. u niet?”
„Voor een Lady? Ik weet het niet."
Catharina haalde de schouders op: „Ik ben
nog nooit eigen baas geweest, altijd onderge
schikt.”
Op een beetje geprikkelden toon antwoordde
hij: .Maar u zult toch niet willen beweren, dat
u zich niet graag als Lady zoudt voelen?”
„Wel. ik wil nu voor alles mijn recht op zelf
standigheid veroveren. Mijn heele eerzucht is
was haar toilet te voltooien, wreef met een
handdoek het beslagen venster schooi en
gluurde naar buiten. „Wat is dat daar voor een
rood schijnsel beneden? En daar loopt iemand
.Aiffrouw Lutz kijkt u eens daar beweegt
een schaduw tusschen de bedden. Niet? En die
twee lichte punten zijn toch open vuren?”
„Ik zie alleen maar dichte rook, die over de
bedden hangt. Maar daar.ja. je hebt ge-
lijk.... dat is een man. En nog een....”
Nu was ze niet meer te houden. Ze schoot in
haar gevoerde overschoenen, deed haastig h»*r
duffelschen mantel aan, schoof de polsmoffen
over haar handen en pakte een paar dikke
handschoenen. „Kom je gauw, Eva? En pak je
goed in. Want zulk weer 's nachts gaat je door
merg en been, vooral als je pas uit bed komt.
Enkele oogenblikken later stond ze buiten
adem bij de nieuwe kas. In het rossige schijn
sel van een paar kolenvuren, die tusschen de
anjerbedden ontstoken waren, ontdekte ze Mr.
Oabb en Grootvader Troilo.
„Good Morning. Miss Kate. Did you sleep
well?" (Morgen, juffrouw Kote. goed gesle
pen?) zei Mr. Gabb doodleuk, alsof er niets
bijzonders aan de hand was.
.Het is al twee graden onder nul”, zei ze me»
gesmoorde stem.
(Wordt vervolgt»
Koude heerscht.een eindje verder,
Vele mijlen uit de buurt!
Dus het kan wel, vóór ze hier komt,
Dat het toch nog even duurt.
Als, natuurlijk, dis ze hier komt.
Want men maakt niet altijd staat
Op de wispelturigheden
Van een regen-lief klimaat!
Maar de maand wijst op den winter.
Deze echter is een snaak.
Die den draak steekt met kalenders
Met een air van: wijs maar raak!
Doch al heeft dan ook de winter
Onverdeeld de vriendschap niet.
Tóch is men in doorsnee vroolijk
Als men ‘t woord December ziet!
Want December en wij denken
Eerstens dan aan Sinterklaas,
Die de vreugde op doet leven.
Inderdaad met veel geraas,'
Maar het grootste aller feesten.
Dat een weg naar 't hart toe baant.
Het hoog heilig feest van Kerstmis
Valt tn de Decembermaand!
Waardig sluit de maand December
Heel de rij van maanden af.
En met vreugde én met weemoed.
Zoo geen enk'le maand dit gaf!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
1 ff dit blad zijn Ingevolge de verzekeringavoorv
QDOTim S ongevallen verzekerd voor een der volgende
Catharina antwoordde lachend: „Namen heb
meven.”
.Maar ik heb ze naar hun „moeder” ge
noemd, zei de oude Balthazar vol vuur. Ze moe
ten natuurlUk allebei Katchen heeten. Blanke
Kitchen ea-Vlammende Kitchen.”
Vlammend» Kitchen,” herhaalde Mr. Gabb
vrooUJk.
Catharina moest lachen om de Idee van deu
ouden heer. Maar ze vertelde aan Mr. Oabb,
dat de geel-roode, oranje-genuanceerde kleur
werkelUk een beetje deed denken aan een vlam.
In ieder geval hadden ze bü Dutton nog nooit
iets gekweekt van zoo*n wonderlijk kleurenspel
Terwül de arbeiders de laatste hand legden
aan de groote kas, waren ze begonnen met den
grond gereed te maken voor de planten, die,
bulten moesten komen.
Mr. Gabb verwonderde zich erover, dat Oa-
tharina In deae gewichtige dagen de paar
Doodmoe ging ze dan 's avonds naar bed. di
rect nadat ze samen met Eva Stuckradt het
eenvoudige avondmaal had gebruikt. De heeren-
visfte van den avond van Mr. Gabb s aankomst
kon ze niet herhalen in dezen drukken tijd, of
schoon Mr. Oabb haar herhaaldelük te vei-
staan gaf. dat hü bijzonder aangename herin
neringen aan die visite had!
Het zachte, bijna zwoele weer was het. dat
haar en Eva zoo verzchrikkelUk vermoeide. Maar
tegen het midden van Mei kwam er, na een paar
onweeren. een sterke afkoeling. Nu was het ook
in de kleine slaapkamer, die ze met haar leer
linge deelde, beter uit te houden. Ze hadden al
dien tUd met de ramen open geslapen, de laat
ste nachten lieten ze het venster alleen maar
aanstaan. Toen kwam er plotseling een scherpe
Oostenwind, die zoo kil door het oude dak blies,
dat ze 's nachts het raam maar dichthielden.
In den tweeden nacht van de „Ushelllgen*
schrikte Catharina plotseling wakker, rillend
van kou en onder den Indruk van een naren
droom. Ze ging overeind in bed zitten en luis
terde. Buiten huilde de Oostenwind. In de nieuwe
kas waren blijkbaar een paar pas ingezette rui
ten niet stevig vastgeset, want ze hoorde h*t
klapperen en kletteren.
Plotseling gerinkel van brekend glas. Zonder
licht te maken, begon ze zich aan te kleeden.
„Is daar iemand. Juffrouw Lutz?”
Eva was wakker geworden. Catharina zei:
,Jk ben bang geworden voor de anjers bul
ten. Had Ik ze toch maar vóór de koude dagen
in huls kunnen brengen. Maar die nare ke
rels braken telkens ramen.”
sche opnamen) ongeveer vUf octaveifi, In 1929
zeven octaven, thans iets meer dan acht octa
ven. Wel vallen dus alle genoteerde noten in.
haar bereik, maar niet alle boventonen van de
hoogste registers der verschillende Instrumen
ten. Om het technisch te zeggen: de werkelijke
muziek gebruikt een frequentleband van 30 tot
10000 Hertz, de gramofoon een van 80 tot 8000
Hertz.
Of de techniek ooit dese twee besproken be
perkingen zal weten te overmeesteren is thans
nog met te zeggen
Maar laten we tot de werkelijkheid terugko
men en het hebben over nieuwe platen. Ome
ooren suizen nog van Tfcuber. Niet alleen van
zUn verrukkelüke stem, doch ook van de ver
halen over zon „staking" te Amsterdam Ma
op de gramofoon staakt Tauber nooit.En zoo
kunnen we zijn waarlUk geheel goeden en ga
ven zang als Schubert in „Das Dreimaderlhaus"
als conserve naar oorenlust genieten. Odecn
heeft n.l. de belangrijkste nummers uit deze
operette opnieuw laten opnemen. NatuurlUk
.Jch schnitt es gern in allen Rinden eln”, dat
heerlUk jeugdige en Intense liefdeslied, waann
elan en zangerigheid met elkaar wedijveren
(Odeon 4613). Doch wat me het meest ver
heugt is te mogen vast stellen, hoe voortref-
felük deze tenor hierin is, ook zuiver muzi
kaal genomen: geen sentimenteel en theatraal
gesnik, doch een echt mannelUke en zuivere
extase. Zeer goed is ook „Nicht Klagen" u‘t
dezelfde operette (Odeon 4517).hoewel het als
lied minder geslaagd is: een samenflansel van
verschillende fragmenten uit werken van Schu
bert. o.a. het prachtige zangthema uit de so
nate in A groot.
Voor minnaars van Beethoven wordt In het
kort vermeld, dat Wilhelm Kempf zün serie
van ’s meesters pianosonates regelmatig voort
zet. Thans verscheen de „Mondscheln" (Poly-
dor 90191 3). Keurig van klank en keurig van
voordracht. Wij wachten met spanning het
oogenblik af, dat Kempf met de latere sonates
aankomt^
Freddy Vrijdag was moe en had pUn
aan zün voeten, terwijl hü bezig was
een groote kist van het schip weg te
sleepen. Halverwege het kamp moest
hU een oogenblik ophouden.
„Ptff. dat is een heet baantje,” riep
hU uit, ,4k weet werkelUk niet, hoe
ik deze kist naar het kamp zal slee
pen.”
,4a. dat moet een zwaar werk zün.,
zei Topsy. „want Polly en ik maakten
ais al ongerust over je.”
„Ik wou, dat ik een kar had, zoo-
dat ik de kist naar het kamp kon rij
den.” zei Freddy.
.Maar dat is geen gewoonte, om
hier van karren gebruik te maken
omdat ze er niet zUn.”
zeker verstandiger van mij ge
weest zün!! Ik zegen dan ook het toeval, dat
u hier langs deed komen.”
„Durft u met me meegaan?”
„O. ja.”
Tom Brunt stapte door het geopende sou-
terraln-venster naar binnen en liet zich voor-
omlas« van de aanrechtbank waarop
i bevond. De heer in rok volgde zün
en vroeg fluisterend: „Zullen we
ok de techniek beeft haar grenzen. Men
t J kan heel enthousiast zün over de snelle
perfectloneering der opnamen en toch
deze beperktheid beseffen. Hoewel men er tij
dens het spelen van zün apparaat meestal met
aan denkt. Het eigenaardige van gramofoon-
muziek is nl„ dat men op een bepaald timb.e
zóó raakt Ingesteld, dat men bUv. de beter-
hoedanigheden van eAi ander Instrument niet
erkent. Het is mü nerhaaldelUk op lezingen
overkomen, dat men zich over de door my ge
bruikte electrlsche installatie kwam beklagen
ook al was die perfect. Dan moet U mün dood
gewone koffertje eens hoeren. Dat is héél wat
anders! „Anders, misschien. Maar beter?
Dat foute inzicht verklaar ik voor mUzelf
niet in de eerste plaats uit bezitterstrots. maar
▼óór alles uit toonpsychologische gronden. In
zake de gramofoon wordt nl veel aan de 'e-
tente fantasie van den hoorder overgeiaten
Dit geldt echter ook voor het luisteren naar een
piano. De plano doet Immers niet veel meer dan
een melodie acoustlsch stippelen. BU een vlug
thema zün de klanksttppeltjes dichter bü elkaar
dan bü een langzaam en dat geeft dus meer d
illusie van een ononderbroken geluldslün. En
toch went een muzikaal iemand er langzamer
hand aan. deze fout van de piano door zun
fantaste aan te vullen. Een onmuzikaal mensc.i
vermag dat niet. Zoo iemand kan byv. zang neg
slikken, maar klavierspel nooit of te nimmer.
Het aandeel van de fantasie bü het luisteren
naar gramofoonmuzlek Is minstens even groot,
al wordt zü op andere details gericht. Wie naar
een plaat luistert completeert in gedachten
meestal zonder er bü te denken twee dingen:
de sterkte van het geluid en de kwaliteit van
het timbre. Wat de sterkte betreft, dat geldt
minder voor de electrlsche gramofoon dan vo"r
de mechanische. En toch geeft zulk *n electrlsche
weergave niet denzelfden indruk als de werke-
lükheld. Laat ik U dat met 'n paar cUfertjes aan-
tooner BU een orkest zün de verhoudingen tus-
schen het zachtste pianissimo en het luidste
fortissimo ongeveer als 1 1000. De gramofoon-
plaat kan alleen een verschil in sterk tegracd
geven als van 1 300. Het Is dus du delyk. dxt
bü een mechanische gramofoon het fortissimo,
bü een elecrische het pianissimo in het gedrang
komt.
Wat de timbres betreft, die kwestie is iets in
gewikkelder. Het is u misschien niet bekend, dat
de eigen kleur van een stem of van een instru
ment bepaald wordt door de hoeveelheid er. -ie
onderlinge verhouding van de meekunnende
boventonen. Controleert U dat eens door een
aardige proef. U drukt het reehterpedaal van de
piano neer en zingt in het geopende insttuner t
na elkaar de klinkers a, e. i, o. oe en schakel'
na eiken vocaal het pedaal even uit en weer tr
il hoort de snaren dan door de wet van den
resonans zwak die verschillende klinken her-
--^<»..j>alen. Conclusie: een klinker ontleent haar
eigen karakter aan de menging van de verschil
lende boventonen. Hetzelfde geldt voor het sc-
loriet van e«n instrument. Wanneer wü een be
paalden toon op een viool hooren, dan beteexent
dit, dat we behalve de genoteerde noot nog een
heele reeks hoogere, met genoteerde noten op
den koop toe krUgen. Nd is de omvang van de
gramofoon de laatste Jaren wel sterk toegenc-
men, maar nog niet
kele getallen: ki 1935
bestreek zü vier octaven, in 1937 (eerste electn-
arbeidskrachten. die ze bezat, niet liever op
haar eigen terrein gebruikte, dan ze bü ande
ren in de tuinen te laten werken.
„Waarom doet u dat. juffrouw Lutz?” vroeg
hü. toen hij haar 's middags in den tuin aan
den Dietenmühlerweg trof, gejaagd en warm,
want ze was op drie verschillende andere plaat
sen aan het werk geweest.
Ze zuchtte: Dat is toch mün vak. Mr. Gabb.
Waarvan moet mün zaak anders bestaan? Vóór
ik wat hebben lean aan het succes van mün
anjers, kan nog een jaartje duren. En denk
eens na, wat de bouw van de kassen kost en
wat het onderhoud van de heele kweekerü nog
kosten zal. Ik ben zoo arm als Job. ik heb geen
ander kapitaal dan m n twee handen.”
„Als ik geld had, juffrouw Lute, zou Ik u een
onbegrensd crediet openen. WerkelUk. Maar het
onaardig zün tegenover mün oom, als ik
wenschte nu al crediet te kunnen geven, niet
waar? Maar de oude heer Troilo moet u hel-
—a.
licht straalde en een
de
helpers
z*n dank
optreden.
„Het gebeurt wel eens meer, dat ik voor een
dag in de stad moet zün.” verklaarde hü: .ge-
woonlük breng ik den nacht dan bü vrienden
door, maar ditmaal wilde ik van de gelegen
heid gebruik maken, om eenlge gegevens, die
ik noodlg heb, te putten uit bescheiden die in
mün werkkamer liggen. Ik heb daar vrij lang
gezeten en was juist naar boven gegaan, om
mü te ruste te legden, toen het gekraak van
de trap.... Maar dat open raam begrijp Ut
toch niet.”
M'-sschien opperde Tom Brunt, „werd de
onbekende in z-n voornemen verhinderd, door
de nadering van den heer Campbel: misschien
beeft hü zich uit de voeten gemaakt toen hü
voetstappen hoorde van uit de aangrenzende
straat.”
„Ik
van een
reld. vóór
1 Londen (K.WJ».).
In historische handschriften werd steeds een
levendige handel gedreven. Reeds menigeen
heeit daar goede zaken mee gemaakt.
Van Koning George V van Engeland wordt
▼erteld. dat hü als kleine jongen eens aan zün
grootmoeder koningin Victoria, een tamelijk
duur stuk speelgoed had gevraagd. De oude
koniifgin schreef een brief aan den Jongen
prins om er hem op te wüzen, dat het een
tüd was om spaarzaam te zün en dat hü
daarin een voorbeeld moest geven door vrijwillig
afstand ,té doen van hetgeen hü verlangde.
Prins George ging met dezen brief naar een
handelaar die er een speciaal beroep van ge
maakt had on autofcrammen van beroemde
personen te koopen en verkoopen. De prins ont
ving toen voor het origineele exemplaar van
dezen brief zooveel geld, dat hü gemakkelük
het gewenschte stuk speelgoed kon koopen.
Het zaken doen achünt bü het Engelsche
koningshuis in bet bloed te zitten Eduard VII,
de vorige koning van Engeland, was een echt
politiek zakenman. De zoon van Eduard VII. de
tegenwoordige koning. wist een aardig vpordeel
te behalen uit een brief van zün grootmoeder,
en de zoon van Koning George, de Prins van
Wales maakt fnooie reizen en zergt. dat de
Britsche kooplui goede zaken kunnen maken
Vroeger handelden de koningen bü voorkeur
met landen en volkeren: de tuder^zun wel ver
anderd!
uiiMimiHiiiiniH DECEMBER
l»nases«s»<»»»»sz»s»»»» sss»»st»»»sz»»»si»»»sssase«i
nee! herhaalde. Hiermede scheen zün taak
afgeloopen.’ want hü wérd weggeleld door een
der manngn. die hem hadden gesteund.
Tijden* deze plechtigheid werd het schip, dat
tijdens- net vervoer had geleden, weer opgekaie-
faterd. Thans werden ettelüke zakjes rüst aan
boord gebracht en daar opengesneden, een
voorraad gedroogde en gezouten vlsch plus een
honderdtal miniatuur bundeltjes brandhout
volgden de rüst. Ook de meubels laadde men
in en de poppen werden terweerszljde van het
schip opgesteld. Onder den romp werden
bidbriefjes gestrooid en brandende gaharoe In
den grond gestoken.
Verbaasd vroegen wü ons af wat dat alles
wel te beduiden zou hebben, toen een aantal
mannen eenlge bidbriefjes vlam deden vatten
en hiermede het Schip onder hevig vuurwerk In
brand staken, terwül van alle zijden de toe
schouwers in vreugdekreten losbarstten en een
regen van rijst op het brandende schip deden
neerdalen.
De Wijkmeester van Pantel Tjermln heeft
later van deze wonderlüke ceremonie de tref
fende verklaring gegeven:
Het is de wensch van lederen gelmmigreer-
den Chinees, in zün geboorteland te sterven.
Begrljpelük is dit voor de meesten uitgesloten,
hetzü door gebrek aan contanten, hetzü door
dat de dood hen ontüdig overvalt. De zielen
der afgestorvenen blüven dus rondzwerven,
daar zü in het vreemde land geen rust kunnen
vinden en de zee hun belet naar China te gaan.
Om deze moellükheld voor de geesten te over
winnen, wordt om de drie jaar een schip ge
bouwd, dat bestemd is de zielen der afgestor
venen naar China over te brengen.
De boot moet geheel compleet zün, met vol
ledige bemanning (Inderdaad waren er een
menigte papieren poppetjes in zeemansuniform
op het schip aanwezig); gevulde voorraad
kamers. meubelen en zelfs opium en opium-
püpen gaan aan boord voor de geestelüke be
woners.
Van het geestenschip wordt ook nog op an
dere wijze gebruik gemaakt:
Alle ziekten en tegenslagen, waarmede de
Chlneesche bevolking te kampen heeft, worden
namelük met het geestenschip medegegeven,
daar alleen China hiervoor de uitkomst bren
gen kan.
Zoodra de tüd is aangebroken (dit wordt be
paald door den ouden man. den z.g.n. Pekong,
die als ziener een boodschap heeft gekregen)
vertrekt het schip, uitgeleide gedaan door mu-
zlek en familieleden der afgestorvenen, vrien
den en bekenden, menschen die met ziekten of
tegenslagen te kampen hebben.
De pop met den langen baard, die terzüde
ópgesteld wordt, stelt voor het hoofd der goede
beschermgeesten, de zwarte pop het hoofd der
booze geesten en de derde is het tüdelük hoofd
der vertrekkende zielen. De hoofden der goede
en booze geesten begeleiden het schip en zor
gen voor behouden aankomst in China. De
booze geesten worden gewonnen door den Pe
kong. die In trance met hen spreekt en zün
bloed offert op het schip.
Het branden der gaharoe en bidbriefjes is
een offerande aan de vertrekkende zielen, het
vuurwerk en de rüstregen is het symbool van
het afscheid.
Het schip en alles dat meegaat, wordt ver
brand om het vergaan te voorkomen.
Te Pantel Tjermln. een badplaatsje op de
Oostkust van Sumatra, heeft een medewerker
van de ..Sumatra Post" een merkwaardige cere
monie kunnen gadeslaan.
Op het middaguur, vertelt hü. werden wü
opgeschrikt door de muziek van een volledig
Chineesch orkest, dat met vliegende papieren
vaandels en slaande trom door de middaghitte
het zeestrand naderde. Op de muziek volgde
een Chineesch priester in een lang geel ge
waad. bezwerende teekens makende en een
koperen belletje luidende, door een paraplule,
ge torst t door een pajongdrager, beschut tegen
de verzengende zonnestralen. Hierna werd onze
aandacht getrokken door eenlge papieren stoe
len en tafels en een groote rustbank, welke
voorwerpen weer werden gevolgd door een drie
tal groote poppen, prachtig aangekleed en ver
sierd. zooals wü die kennen van Chlneesche
prenten. Verbaasd vroegen wü ons af wat dat
alles wel bettekenen zou, totdat plotseling om
den hoek van den weg een schip verscheen,
compleet opgetuigd, pijn. 15 meter lang en 3
meter hoog, hetwelk door een dertigtal Chlnee-
zen. onder Chineesch gezang en jubelende
kreten van eenlge honderden toeschouwers,
werd voortgedragen. De stoet werd gesloten
door een oud man. gekleed in een rood jasje
zonder mouwen, witte broek en een rooden
hoofddoek, die, gesteund door twee mannen,
steeds zwaaiende met een zwart vlaggetje niet
gesloten oogen en tvermoedelük gebeden) pre
velende, als in trance voortwankelde door bet
rulle zand.
Aan het zeestrand kwam de optocht tot stil
stand. de muziek stelde zich aan den boschrand
op en onder sombere gongslagen werd het schip
opgesteld met den voorsteven naar zee be
keerd. De poppen kregen een plaatsje naast het
schip met het gelaat naar de zee en de meu
bels werden er achter geplaatst. Hierna kwam
de priester in actie en verdeelde eenige pakken
gaharoe (houten bidstokjes) en papiertjes met
gebeden onder de omstanders. Deze werden
vervolgens aan de voeten der poppen verbrand
onder het welluidende geklingel van het bel
letje, dat door den priester over deze offers
heen en weer bewogen werd.
De oude man in het rood liep thans alleen
eenige jnalen met gesloten oogen om het schip,
In' extase kreten uitende en zwaaiend met het
zwarte vlaggetje. Bü den boeg werd hem door
een der Jongeren een tweesflüdend scherp ge
slepen kort Chineesch zwaard In handen ge
geven, woest boog hü zich thans, korte sner
pende kreten uitstootend, telkens vlaggetje en
zwaard kruisend, «net het gelaat naar de zee,
eenige keeren ter aarde, waarna hü zich hoog
oprichtend en wendend naar het schip het
zwaard rechtstandig met het scherp tegen zün
aangezicht houdend, zich een snede over de
tong toebracht, eenlge keeren boog en het
bloed over het schip spuwde. Hierna liep hü
naar de achterzhde. waar zich hetzelfde too-
rebeele ongeechlkthetd tot werken door f Ma ongeval met f OCfl bü verlies van een hand f 1 9^ bü verlies van een f C/l bü een breuk van bü Verlies van *n
[earmen, beide beenen of belde oogen/ doodslüken afloop/ een voet of een oog/ *3 duim at wyavlnger «zl/«“been ot ann 7r(/s" anderen vinger
om Brunt had den naam een uitstekend
dievenvanger te zün, een van die slimme
taaie dienaren van de H. Hermandad
die de listen en trucjes van het langvingerige
gilde op hun duimpje kennen en met de vol
harding van een bulldog* hun prooi vasthou
den, als het hun eenmaal gelukt is. die te grij
pen. Zün roem was tot bulten de grenzen van
het corps, waartoe hü behoorde, doorgedron
gen en zün naam verspreidde schrik onder de
nachtvogels, die de wereldstad Londen onveilig
maakten.
Op een lauwen voorjaarsavond keerde hü
van z n dagtaak naar z'n stille woning terug.
Zün weg voelde hem door een voorname,
breede straat, waarin zich louter patriciërs
huizen bevonden. Het was later geworden dan
gewoonlyk en hü versnelde onwillekeurig zijn
schreden, toen hü het drukke stadsgedeelte
verlaten had. Hü sloeg den hoek van een voor
name breede straat om, en bleef plotseling
staan, terwül z'n oogen de hem omringende
schemering trachtten te doorboren.
In het smalle reepje tuin vóór het derde huis
van den hoek al zag hü een man staan, die
gereed scheen door een geopend souterrain-
venster naar binnen te stappen, een man die
blükens z'n kleeding niet tot de gewone in-
brekersklasse behoorde. Hü was in avondcos-
tuum, droeg z’n glimmenden. hoogen hoed wat
ver naar achteren geschoven op z’n fier om-
hooggebeven hoofd en hield een donkere over
jas luchtig over den arm.
Zün aanwezigheid op die plaats, z’n voor
nemen om te middernacht op die weinig alle-
daagsche manier een huis te betreden, lieten
echter geen twüfel omtrent z’n Bedoelingen
toe. Geruischloos sloop Tom Brunt nader en
legde z’n zware harqd op den schouder van
den Inbreker op het oogenblik waarop deze
door het raam van het souterrain binnen wil
de stappen.
Maar het gelaat, dat naar hem werd toege
keerd. drukte geen schrik uit.
„Wat doet u hier?” vroeg Tom Brunt, tame
lijk barsch.
„Ik was van plan naar binnen te gaan." ant
woordde de man in avondcostuum. .Maar wat
hebt u daarmee te maken, als ik vragen mag?”
„Ik ben inspecteur van politie.”
„Wat een geluk!”
„Wat bedoelt u met dat dwaze gezegde?"
„Mün waarde heer, wind u toch niet op! Ik
bedoelde, dat uw aanwezigheid voor mü een
geluk is!"
„Waarom?”
„Omdat u
helpen."
„We hebben nu lang genoeg gepraat en....”
„Dat dunkt me ook; het wordt tüd, om tot
handelen over te gaan! U komt inderdaad uit
stekend van pas, inspecteur. Mün naam Is
Campbel, ik woon recht tegenover het huis
waarvoor we staan. Ik heb vanavond een con
cert bügewoond en wandelde naar huls terug,
om te genieten van het zachte voorjaarsweer.
Ik stond op mijn stoep en toen ik mün woning
wilde binnen gaan, zag ik toevallig, dat er
licht schemerde door het raam boven de voor
deur van mün overbuur; het verdween direct
weer, maar het is er geweest, daarop durf ik
een eed te doen."
„En wat zou dat?”
„Ik weet, dat de familie Land op -reis is; de
bedienden zün ook weg en het huis Is dus mo
menteel onbewoond. Het trok daarom mün
aandacht....”
„Wat deed u toen?”
„Ik stak de straat over en zag een raam in
het souterrain open staan. Als er. zooals ik
vermoed, dieven in het huis zün, moeten ze
door dat raam zijn binnengegaan.”
„Dat is ten minste hoogstwaarschUnlük"
„Ik stond een oogenblik te weifelen; dat
hebt u misschien wel opgemerkt. Het zün
mün zaken niet en ofschoon geen lafaard, ge
voel ik toch weinig lust mü aan onbekende ge
varen bloot te stellen, maar ik kon toch ook
niet werkeloos aanzien....”
,Js de heer Land een vriend van u?”
„Neen, we kennen elkaar zoo goed als niet.”
„Waarom hebt u de politie niet gewaar
schuwd^”
„Dat zou
zichtlg i
hü zich
voorbeeld
licht maken?"
„Neen,” snauwde Tom Brunt. „Doe uw schoe
nen uit We moeten onze aanwezigheid zoo
lang mogelük geheim houden.”
Geruischloos. met beide handen voor zich
uit tastend, voetje voor voetje, vonden de
twee mannen hul weg uit wat een bükeuken
scheen te zün. Ze kwajnen nu bü een breede
trap. Vastbesloten begon Tom Brunt de tre
den te bestügen. op den voet gevolgd door den
heer Campbel. Daarna kwamen ze In een gang,
waarin dikke loopers elk geluid van hun zacht
schuifelende voeten dempten.
Plotseling greep de heer Campbel den arm
van zün geleider. Een bons als van een val
lend voorwerp klonk op door de stilte van het
groote huis.
„Boven!” fluisterde de inspecteur; „er is in
derdaad iemand in huis; hü is in een der bo
venkamers aan 1 werk. Kom mee.”
Ze gingen de trap op die naar de bovenver
dieping leidde. Nauwelüks waren ze halver
wege gekomen, of snelle voetstappen dreun
den hen tegemoet, een deur werd opengewor
pen, waaruit helder
dreigende stem riep:
„Halt! of ik schiet!”
Beide trappenbeklimmers keken in den loop
van een revolver, die door een man In zwarte
broek en glanzend wit overhemd vanaf het
portaal op hen werd gericht.
Tom Brunt behield z’n zelfbeheerzching en
waarschuwde. „Bedenk
inspecteur van politie."
„Aangenaam kennis te maken.” sprak de
man in t witte overhemd. .Maar dat is toch
geen reden om In mün huis in te breken.”
„Uw huis?"
,4a, mün naam is Land. Ik moest voor za
ken In de stad wezen en besloot hier te over
nachten. om.... Maar het schijnt dat er hier
een mystificatie plaats heeft. Wacht even, in
specteur. dan Kunnen wü de zaken beneden
op ons gemak bespreken."
De man boven aan de trap Het z’n revolver
zakken, spoedde zich naar de >amer. die hü
zooeven verlaten had en schoot vest en Jas aan
over zün glanzend overhemd.
„Zoo. zoo, daar
ben ik weer.’
sprak hü tot de
belde mannen,
die zwügend ge
wacht
.Komt u maar
mee heeren!”
ging hen voor naar een groote tuinka
mer, waar hü de electrlsche kroon aanknipte,
hen door een handbeweging tot zitten uitnoo-
dlgdc en zelf in een diepen, lederen fauteuil
plaats nam.
„Welnu, inspecteur." begon hü: «wat heeft u
zoo laat en op zoo’n zonderlinge wijze in mün
huis gebracht?”
„Uw overbuurman, mijnheer Campbel....”
„Ah. mijnheer Campbell Pardon, ik...."
„O. het hindert niet. Dit nachtefijk avontuur
is zóó ongewoon, dat....”
„Ik vond den heer Campbel bezig." viel
Tom Brunt dezen heer in de rede, „zich door
een raam in t souterrain toegang tn uw huls
te verschaffen.”
,J> inspecteur hield me voor een Inbreker,"
lachte de man in rok. die z’n hoogen hoed had
afgezet.
.Een raam van het souterrain?” vroeg de
bewoner van het deftige huis verbaasd; „had
U dat dan opengemaakt?’’
„Neen, het was open.'
„Onmogelük!”
.Maar ik verzeker u...."
„Münheer Campbel meende.” vlei Tom Brunt
in, „dat een ongenoode gast door dat raam
naar binnen gegaan was.”
„Lieve hemel, «rilt u daarmee zeggen, dat er
nóg Iemand m huls is behalve wü drieën."
„Vermoedelijk weL We zullen dus een Oi-
onderzoek instellen.”
Nu volgde een nieuwe tocht doof het ruime,
weelderig Ingericht huis. De drie mannen lie
ten geen plekje, groot genoeg om een mensch
te verbergen, ondoorsnuffeld. Maar zonder re
sultaat. De kleine patrouille keerde terug naar
huiskamer, waar de heer des huizes z’n
een hartversterking aanbood en hun
betuigde voor hun hulp en moedig
ben er!" riep münheer Land. ..Die ezel
chauffeur heeft beneden rondgeschar-
hü met den auto naar de garage
ging. Maar komaan, heeren. drinkt eerst nog
eens op ons nachtelük avontuur I"
.Neen, ik verlang naar bed; wel te rusten
heeren!" lachte Tom Brunt.
De belde anderen bleven achter.
„En u ook, münheer Campbel.” sprak de
gastheer, „ben ik grooten dank schuldig.’
„Om u de waarheid te zeggen." antwoordde
de ander. ..heet ik geen Campbel en ben ook
uw buurman niet."
„Het komt er niet op aan." zei hü: „ik ben
evenmin, die ik schün."
..Dat weet Ik." en de would-be münheer
Campbel haalde een werktuigje te voorschün,
dat een eigenaardig gevormd boortje bleek te
zün.
„Het lag naast de brandkast.” verteldè hij,
„ik raapte het op en stak het in mün zak. Wü
beiden schünen voor vannacht hetzelfde ter
rein te hebben gekozen en speelden comedle
met hetzelfde succes
„We zullen eerlük deelen.” stelde de ander
voor.
Den volgenden dag vermeldden de kranten
een belangrijke inbraak in een deftig perceel,
waaruit een gróOe waarde aan zilver en kost
baarheden was weggehaald.
Tom Brunt, de inspecteur tan {jolitie was
woedend: hü zwoer zich te zullen wreken,
maar verzweeg wUselük dat hü self een rol
had gespeeld In het nachtelük avontuur, waar
in hü twee gentleman-dieven bit elkaar had
gebracht en. zonder erg. in de gelegenheid hsd
gesteld, hun slag te slaan.