Diocesane Jeugdraad bijeen ■lï u&fiaal aan den dag R M 1 J 5 r IN GOEDE RICHTING! HET GROOTE AVONTUUR ROBINSONschoenen: Ongeloofelijk sterk Ongeloofelijk goedkoop ROBINSON CRUSQE’S AVONTUREN ti BOT i'i VRIJDAG 13 JANUARI De nieuwe methodiek De kleinste man Eenheid naar buiten Dierenlanden voor den mensch St. F randt cut Liefdewerk Kindermond Hoe een banaan zich zelf kan schillen Alle abonné’s FEUILLETON t;' U>' 1 Een drang naar verdieping van *t Eucharistisch leven bii de jeugd di F ZOO STUF ALS EEN PLANK Kon zijn jas niet meer aantrekken Ns weer zoo flink als ooit. I M I H- 'Mislukte spook- i geschiedenis i - ik j iets iets i nevelach- tigs, doch allengs werd bet duidelijker, dat wa ren armen.... beenen.... dat was een li chaam, maar het hoofd.waar was bet hoofd van dit afzichtelijke wezen?” AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN VITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Adv. Robbie en Topey waren aan toen giraffe Kagen klimmen en de toen !v naar beneden glijden, terwijl Edwin rustig graasde. De nhoudend ae- „Dan moeten ae kijken,” rood Robbie. De aardmannetjes gilden, toen rU in het water vielen, en Edwin draai de zich om, om te zien, wat er aan de hand was. Toen hij de aardmannetjes daar in het i I „Hoe komen jullie daar terecht?' antwoordde deze. „We dachten niet aan den vloed." (Morgenavond vervolg) lennox haar doodelijk geachte Hoegij-krekeglllt en eene arrestatie b Maar in (Wordt vervolgd». aardmannetjes vonden dit een geschikte manier om htet strand te bereiken, maar se had- vroeg hjj een der kereltjes. ,Wt wisten niet, dat je in het wa ter stond." hij se een voor een op en zette ze op het droge. aar- daar- meer. den niet gedacht aan het getij. JO.” riep Topey, „ze zulten vallen I" „Tante, mag ik even uw bovenkamer zien, ik zal heusch niet bang zijn." ..Bang zijn? Hoe kom je daaraan, jongen?” „Wel vader zei, dat het in uw bovenkamer niet pluis was.” houten wand gestoken. En op dat papier ston den drie woorden te lezen, die omtrent den aard en de beweegredenen van dezen nieuwen moord aanslag Kflgn twijfel meer overlieten: „Wraakgericht der Brahmanen!” Werp een brandend stuk papier in een leegc flescli en sluit den hals luchtdicht af met 1 geheel gepelde harde ei of met een rauw ei. waarvan men de schaal week heeft gemaakt, door het in azijn te leggen. Na eenlge oogenbllkken ziet men het el zich uitrekken en dunner worden en in de flesch vallen met een vermakeljjken knal, welke ver- MARTIN BERDEN Nadruk verboden) (Ingezonden Mededeeling) klauteren over de klippen, drie aardmannetjes op den nek van beurt X» geestigheid plaatsen, toen, plotseling iet vaartuig stopte. De „Jachtsmanof eigenaar van X jacht had door den roeper van de machine een bevel ge geven, waaraan den machinist onmlddellük ge hoorzaamde. „Wat is er aan de hand!” riep de Fransch- man. recht voor zich uit over de rivier been kijkende. Het water was op sommige plaatsen onstui mig in beweging, het schuimde hier en daar en te midden van steeds breeder wordende krin- en. vertoonden zich zwarte voorwerpen aan de oppervlakte. Ook Johnny bekeek het tafereel en zeide met z ’n heesche gtem „Toe! Marius, jij hebt zulke scherpe oogen; kijk eens wat dat is”.... „Wel. dat zijn zwemmers, sou ik denken”, mei" Groote góden”, riep ifflng van stem, „het k „Of beesten, God bl< „Of balen met goed hij plotseling met vt krioelt hier van krokodillen!” „Menschen, pakken, krokodillen, alles wriemelt door mekaar.Arme duivels!Die zijn ver loren”.... Het jacht bewoog zich nu nog nauwelijks merkbaar en van den anderen kant kwam de geheimzinnige waterbeweging aandrijven steeds nader en nader zoodat elk oogenbOk de ontmoeting kon plaats hebben. De Franw-hman had zich niet vergist. Een mooi jacht, de Amerikaansche vlag voerende, stoomde langzaam de Hoegll op In de richting van Calcutta. Het mat ongeveer vijftienhonderd ton. was elegant en tevens soiled gebouwd, men zou zeg gen: evengoed geschikt om dgpl te nemen aan wedstrijden als om zich te bewegen In volle zee, kortom *n juweel van modernen luxe- scheepsbouw van binnen en van bulten alle denkbare comfort, overbodig-rijke versierselen De bemanning bestond uit ongeveer dertig man. de machinisten niet medegerekend. Ieder was op zijn post met bet oog op de naderende landing Al dat scheepsvolk, blijkbaar met zorg gekozen, gaf een beeld te zien van bewonderenswaardlge discipline, behendigheid en vlugheid, en op hun tnarine-blauwe blouses stond in tetters van zilveren borduursel het woord, dat met al dit weeldevertoon een komische tegenstelling vormde: ..Pennyless' dat bet best vertaald kan worden door „Platzak”. Blijkbaar de naam van het schip, omdat het óók prijkte op den achtersteven. *n Vreemde naam die deed denken aan een of ander ge heimzinnig avontuur. Op de brug stonden een heer en een dame; Twee dagen daarna zat tante Anna weer op de sofa, had Mlen en Jan begroet, had gezegd, dat ze hier toch zoo lief woonden, wilde juist aan een tweede kopje thee en de eerste geschie denis beginnen, toen Jan zacht en geheimzinnig de vraag stelde: „Gelooft u aan spoken, tante?” .Met een hevlgen ruk haar corpulente ge stalte naar Jan keerend, antwoordde de oude juffrouw met bevende stem: „Nou ik heb wel eens dingen gehoord.... waarom vraag je dat nou? We zitten net zoo gezellig bü mekaar; je zou een mensch den schrik op X Ujf jagen.” „Dc vraag u dat, tante.” zei Jan met een ern- stlgen nadruk op elk woord. ,Jk vraag u dat, omdat ik de tastbare bewijzen van het bestaan van spoken hier in huls heb. en daar u hier een veelvuldige en graag geziene gast bent, wil ik het u niet verhelen” r „X Is vreeselijk Jan. X is ontzettend. Wat heb je dan gemerkt?” vroeg de onwelkome bezoek ster. r „Zijn uw zenuwen sterk genoeg het verhaal van het afgesneden hoofd aan te hooren?” vroeg Jan met theatra*h .wijden armzwaai. „Van het afgesnedenX is vreeselijk,” beef de jante. .ja, wel vreeselijk.” hernam Jan, „en niet graag zou Ik me later te verwijten hebben, dat u hier dingen zoudt zien, die uw geestelijk even wicht verstoorden en u wellicht voor altijd een ontzettend tafereel voor oogen zouden stel len....” „Ja. ja," riep tante, „begin maar,” en met onrustige blikken Inspecteerde zij de hoeken van de kamer, terwijl Jan half fluisterend begon: „Toen we dit huls huurden, waarschuwden ons de vorige bewoners, dat het bewoond ge weest was, misschien wel den jaren geleden, door een ouden vrijgezel, een gierigaard, die -ie avonden en vaak een gedeelte van den nacht doorbracht met het tellen en hertellen van zijn schatten. Een brandkast vertrouwde hij niet. Hij had een losse zerk In den kelder ontdekt, daaronder een kuil gegraven en hierin stond 'n ijzeren kist, waarin hij zijn geld bewaarde. De zerk kon hjj met moeite aan één zijde oplichten en rechtop tegen den muur plaatsen, wint het gat. waarin de kist stond, was juist aan' den zijwand. Op zekeren dag verscheen de oude man niet aan het ontbijt, tot verwondering van dc huishoudster, die zich onmiddellijk naar zijn slaapkamer begaf, maar X bed onbeslapen vond. Niet wetend wat te denken, telefoneerde zij de politie, die het heele huls doorzocht en eindelij!: den ouden man In den kelder vond, althans he; Ieder trachtte van den Jeugdraad te maken, wat er van te maken Is. En daarom is de heer H. M. Theunlsaen. lid van het Juvenaat, uitge- noodlgd te spreken over: „de nieuwe Methodiek.' Men vreesde al, het IJsselmeer Is niet meer dat voor visch, Vooral nu dat de afsluitdijk, Die sluiten moet, er is! Want hoe nu komt de visch er in? Men houdt haar zoo er uit- En die dan vischt, die vischt er naast En praat niet meer van buit. Want visschen waar de visch niet is, Dat is toch wel te zot. En teder, die nu visschen gaat. Die vischt alleen.... naar bot! En inderdaad, ze vangen bot! Maar niet zooals u vreest. Nog nooit is dddr, nog nooit is zód De vangst van bot geweest. De aanvoer is als ongekend. Ja, is zoo reuze, dat Men aan den afslag constateert: In botprifs zit de klad! Zoodat dan door den overvloed Men toch weer komt tot slot: Een iedèr, die daar visschen Die vangt met recht.... slecl an v. d. Heuvel was vier weken getrouwd. Man en vrouw waren belden gelukkig. en van den Heuvel had als chef de bureau van een groot handelshuis zich eenlgszins luxu eus kunnen inlichten. Dat er echter aan hun geluk iets ontbrak zooals altijd op dit onder- maansche zal uit den loop van dit verhaal blijken. Het was het schemeruurtje, zoon kwartiertje na X diner en X meisje had juist afgenomen. In de ruime, gezellig gemeubileerde kamer zaten Mien en Jan tegenover elkaar in een fauteuil. Eensklaps werd er hevig gescheld. Na eenlge oogenbllkken klopte X meisje en kondigde aan: Mejuffrouw uw tante, mevrouw.” „Goed. Jansje.” zei mevrouw en Jansje ver dween om tante's hoed en mantel aan te nemen. Zwijgend zaten Jan en Mlen en staarden met strakke oogen in het vuur, tot tante binnen kwam. .Dag Mlentje, kind, hoe gaat het?” vroeg tante op een toon of haar nicht zoo juist uit Amerika was gearriveerd. „Goed tante, u ook?” informeerde Mien vrién delijk. „Best hoor, en Jij Jan, ook goed?” „Dank u tante,” zei Jan een. weinig stroef. Vergenoegd keek tante Anna in X rond en zei voor de zooveelste maal: ..Kinderen, wat wo nen jullie hier toch gezellig! Als ik jullie was, ging ik hier nooit vandaar. Dan had je moe ten zien hoe vroeger de menschen begonnen, e-s ze trouwdenen menschen die X goed konden doen hoor.!., daar had je bijv, een nicht van me, die Dan volgde een geschiedenis uit het grijs ver leden, die Jan noch Mien in X minst niet in teresseerde, doch waarnaar beiden, knikkend en beamend, veroordeeld waren, te luisteren. Toen X half elf was. maakte tante toch aan stalten tot vertrek. Mlen ontwaakte als uit eer. aroom en Jan kwam heel gedienstig met mantel en hoed van tante aansnellen. Toen tante vertrokken was, zette Mien rich op de leuning van den fauteuil en zei knorrig: „Ik wou dat ze nooit meer kwam.” Blij verrast keek hij op. Meen je X heusch? Dan is X in orde, dan vinden we wel wat om dat meubel.... ik wil zeggen, je {ante.... X is waarachtig al de vierde koer oat ze komt van de week, enfin, je begrijpt me.” „X Is best. Jan,” lach-e Mien. „X Is een goed mensch, maar die ouwerwetsche geschiedenissen maken me wee. Verzin maar iets dat ze minder druk komt, als je kunt.” En Jan verzon en bleef aan X verzinnen. Het werd een kwartier, een half uur. Eensklaps slaakte hij een triomfkreet, zoodat Mlen, die al was inged mmeld, wakker scl.rok, „Ik heb het gevonden!” lachte Jan. Fluisterend ontvouwde Jan nu zXi plan, tel kens afgebroken door Mien’s uitroepen als: .Ajakkes! Afschuwelijk! O Jan!’ en: „zou't wat geven?” Jan vertelde en lachte en eindelijk schaterden belden als kinderen, die een grap zien gebeuren, lang vooruit beraamd. leefde lady verwonding. Haar teven hing weliswaar aan een zijden draad, maar zij leefde In elk geval nog. J De geneesheer, die dit knap stuk werk had verricht, was nu vol hoop. Patrick en Mary hadden totdusverre, meer dood dan levend van vermoeienis, en ver pletterd door hun smart, geen uur kunnen slapen en ook geen voedsel kunnen gebruiken. De arme kinderen begonnen thans te hopen en te herleven. Een flauw, pijnlijk glimlachje, schuchter als een zonnestraaltje in den winter, had zich afgeteekend op de bleeke lippen hun ner moeder en deze had hun namen gefluisterd. Dit glimlachje dat nauwelijks waarneembare gelispel. had hunne zenuwen ontspannen, hun harten doen kloppen en ten slotte een hevige uitbarsting van tranen ten gevolge gehad. Zij zagen hun moeder dan eindelijk gered. En hoe innig en ontroerend-dankbaar waren zij jegens hem. wiens wetenschap en toewijding hun een niet te beschrijven ongeluk hadden bespaard! ZIJ konden nu iets eten en drinken en toen de nacht aanbrak, verzonken belden In dien diepen slaap, die op schokkende gemoedsbewe gingen pleegt te volgen. De dokter zelf ook hij was doodmoe hsrt zich naar zijn vertrekken begeven en de -ewonde toevertrouwd aan de beproefde zorg zaamheid van een verpleegster, op wie hij met de meest onfeilbare zekerheid rekenen kon. Intusschen was hij geheel gekleed op zijn bed gaan liggen, gereed om hulp te verleenen bij het eerste sein van bet electrische schelletje. donker zag onduidelijk schemeren, wits, Heel vroeg In den ochtend werd hij wakker door ontstellende kreten. Deze kreten kwamen uit de kamer van lady Lennox, die van de zijne alleen gescheiden was door een smalle gang. Hjj vliegt overeind en erheen met het voorgevoel van een onge luk. Hij opent de deur en een verbijsterend schouwspel vertoont zich aan zijne oogen. Op den grond ligt, de polsen vastgebonden, met een prop in den mond, blauw geslagen oogen en In de onmogelijkheid om eenlge be weging te maken, de verpleegster. Naast haar, Mary, ter prooi aan een hevige zenuw-crisls en bjj het bed Patrick handenwringend en met heesche en gebroken stem uit jammerend „Mama!.... mama!".... De hertogin van Richmond bleek, zonder eenlg teeken van leven te geven, roerloos op haar legerstede uitgestrekt liggen. Haar gelaat was wit en koud als marmer. Van ademhaling niet het geringste teeken meer; een barer handen hing verstijfd bulten het bed. Uit haar half-geopenden mond vloeide een dun straaltje brulnachtlg bloed. Rondom haar hals was een lange zwarte zijden doek geslagen en toegeknoopt met bijna ongelooflijke kracht en op heel bijzondere wijze. De ongelukkige was gedurende haar slaap geworgd. De dokter, ofschoon In sjjn langdurige praktijk aan veel gewend, verbleekte, beefde en kon een kreet van ontsteltenis niet onder drukken. Boven het bed zag stuk papier met een Hoe gelukkig moet deze man zich vóelen, nu hjj weer flink en lenig is, na zoo langen tijd een slachtoffer te zijn geweest van rheumatlek. Met is nu vele jaren geleden”, schrijft hjj. sinds k voor het eerst met chronische rheumatlek te bed moest blijven. Daarna moest ik met twee stokken rondloopen. Ik leefde In een ellendigen toestand tot vijf jaar geleden. Ik kon me slechts bewegen als een houten blok door me heelemaal rond te draaien. Ik kon mUn jas niet aan- of uit trekken zonder hulp van mijn vrouw. Maar dank XI Kruschen Balts, dat Ik nu vijf jaar lang regelmatig genomen heb, ben ik zoo actief als een jonge man van 23.” E. H. Opgehoopte afvalstoffen en Urinezuur, die de kwellende rheumatlsche pijnen doen ontstaan, :rljgen kans om zich te vormen wanneer inge wanden en nieren te traag werken. Kruschen Balts spoort ingewanden en nieren aan tot be ter fuctionneeren en drijft overtollig urinezuur en schadelijke afvalstoffen zacht en volkomen uit het lichaam. De pijnen worden nu gestild, gezwellen slinken, verstijfde ledematen worden weer lenig. Voortaan zal „de kleine dagelljksche dosis” U inwendig schoon houden, vrij van af valstoffen, overtollig urinezuur en dus ook vrij van rheumatlek. Kruschen Balts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten A ƒ0.90 en ƒ1.60 per flacon. l'. 3 i 1 l’l Toen bét drama was geëindigd. verdubbelde haar kreten van woede en wraak en trachtte, als waanzinnig, den kleinen stoet achterna te hollen, zij meenden misschien op het aller laatste oogenblik het zoo vreeselijk geschondene *t)k nog te kunnen redden van de voltooiing der -Mraf. En terwijl de Europeanen zich verwijderden Met verschillende indrukken en meenlngen kwam bij degenen, die de Inlandsche bevolking goed kenden, deze gedachte op: -De rechters hebben zich vergist ofwel zijn •lecht voorgelicht.... Zij hebben gemeend een roorbeeld te stellen en hebben niets anders ge daan dan haat saaien. God geve dat wU niet *e lijden hebben en al heel spoedig van areeselijke weerwraak!” Helaas! Die vrees was maar al te gegrond Sinds den moordaanslag waren zes en dertig Mxn verloopen. Tegen alle verwachting In over- De Zeereerw. pater A. Went maakt gaarne van de geboden gelegenheid gebruik, om een propa gandistisch woord te spreken ten gunste van het zoo nutt-ge en broodnoodige St. Franclscus Lief dewerk. Hjj klaagt erover, dat dat liefdewerk nog zoo weinig bekend Is, in de dekenale jeugd- vereenlglng toch zoo noodig. Duizenden zjjn cr in de groote steden, die hun geloof hebben ver leerd of vergeten, het dreigen te verliezen, het hebben leeren haten. Pas heeft een actie in Oostzaan aangetoond, dat men daar huls aan huls soms communistisch gezind Is. en dat er slechts een paar jongens bereid werden gevon den, om een andere richting uit te gaan. Alleen' bet Franclscus-Liefdewerk kan die jongens op voeden tot degelijke christenen naar de denk wijze van Don Boeco. Groote stadsgedeelten liggen nog braak bij gebrek aan filialen. Er zjjn nog te veel ste den. waar men niets aan de beweging doet; ook niet in de kleine gemeenten. In troebel water kan door het communisme nog te veel worden gevischt. De jongens hebben wel een moeilijk karakter; doch het is verdroogd klei om harten van goud. Men late zich toch niet ontzenuwen met den dooddoener: het haalt toch niets uit! Het gaat erom om de jeugd te bevrijden uit de helllgschennenden greep van het communisme en te brengen tot Konlng Christus. Bjj de gedachtenwisseling vroeg kap. Leesberg, waarom men geen jongens neemt onder de 9 jaar; waarop pater Went antwoordde, dat men niet in bet parochiewerk kan treden; die tijd is er pas, als het blijkt, dat de jongens bun eerste H. Communie niet hebben gedaan. Betreffende een Ingekomen vraag, of, nu bet Meisjeswerk is toebedeeld aan ..De Graal”, er nog reden bestaat voor parochiale, dekenale en diocesane jeugdraden, antwoordde de voorzitter dat nog wel degelijk de bestaansgrond aanwezig ia Eigenlijk is het jammer, dat degenen, die voor de taak staan, niet genoegzaam op de hoog te zjjn van de bepalingen van de Synole. Ook werd onder het oog gezien, wat gedaan moet worden tegenover degenen, die buiten de organisatie blijven of er weer uitgaan. De voor zitter merkte op. dat dan propaganda moet war den gemaakt, om hen weer te brengen, waar ze hooren. En men kan bij ,JDe Graal" trachten, om aan redelijke wenschen tegemoet te komen. Ten laatste werd besproken de eventueele wen- scbelljkheld van de oprichting van een Jeugd organisatie van den Land- en Tuinbouw. De directeur van den Jongen Middenstand geeft toe dat er een groot verschil bestaat tusschen den boer en den tuinder. De aandrang komt grootendeels van het plat teland. De voorzitter wil wel het punt van contact we zen, cm deze quaestle onder de oogen te zien. De Diocesane Jeugdraad in het bisdom Haar lem hield Woensdag te Delft een algemeene le denvergadering onder leiding van den voorzitter, prof. Ntekel, die in zijn openingswoord den wensch uitsprak, dat in 1933 veel tot stand zal worden gebracht in bet belang van de Katholie ks Jeugd. Spr. is getuige geweest van de mam- I festatle van .De Graal" in Berlijn; hij hoopt dat van de RJC. jeugd nog vele demonstraties mllen uitgaan, vooral van inwendige werkzaam heid. Hjj verwelkomt mede den pas door Mori- zigneur benoemden directeur van bet Mannelijk Jeugdwerk; spr. wees er voorts op, dat door de bestanddeelen nog te weinig werk aan den Dlo- cesanen Jeugdraad wordt gegeven. Dit geldt zoo wel van de Dekenale als de Parochiale Jeugd raden. Men gaat nog te veel langs de zaak heen De Diocesane Synode heeft voorzien in de ver zorging der belangen van de geheele Jeugd, zoo- «el georganiseerd als ongeorganiseerd. Men heeft dus noodig een overzicht van den stand van het Jeugdwerk. De parochieele hebben zich te ver voegen tot de dekenale jeugdraden en deze tot den dlocesanen. Dat wordt te weinig ingezien: men vervoegt zich te veel direct tot den Bisschop. waardoor deze en de betrokken jeugdraad in een moeilijk parket worden gebracht. Die manier is trouwens niet de organisatorische weg. Men bejegent den Dioc. Jeugdraad niet, gelijk het be hoort Wij hebben gemeend trouw te zjjn aan de taak, ons opgelegd. En daarom willen we ook thans enkele zaken onder het oog brengen: de nieuwe methode van het St. randscus-Liefde- werk. We moeten trachten dsmrvan iets op te (teken In het belang van de eigen organisatie. De voorzitter bemerkt tevens op dat de subsi die van den Interdlocesanen Jeugdraad, welke vroeger 10.000 bedroeg en later op 8.000 werd teruggebracht, thans eigenlijk meer dan 10.000 rou moeten bedragen, krachtens de thans ver strekte gegevens. En tevens is gebleken, dat we aan de spits staan van alle Jeugdvereenigingen in ons vaderland. De enquête betrof slechts de kosten van de plaatselijke vereenlgmgendit jaar zullen ook de kosten van de dekenale en diocesane jeugdraden worden opgevraagd; en dan zal blijken, dat we op nog meer recht heb ben. De penningmeester wees erop, dat de begroe ting op 5960 is vastgesteld aan inkomsten, met oa. 1000 aan rijkssubsidie. De uitgaven vermelden ƒ700 aan algemeen beheer; 600 Juvenaat, 300 8t. Jozefgezellen Amsterdam; ƒ225 Verkenners; 175 Jonge Mid denstand; 100 Dioc. GymnasUekbond; 150 81 Franclscushefdewerk; 1000 De Graal; 150 Fraccisca Romana; aan de 20 dekenale Jeugd raden ieder 50; onvoorzien 500. Het over schot wordt geraamd op 1160. Daarvan is men voornemens 1000 te beleggen, waaroccr de re serve tot 3000 stijgt. De voorzitter deelde mede, dat overwogen is, om een diocesane spaarkas op te richtei,. Na de zoovele onaangename ervaringen op dat gebied, wordt na rijpe overweging geadviseerd, zulks niet te doen. De Dekenale raad van Schiedam had in over- wegmg gegeven, om de Eucharistische dagen voor de jeugd, welke aldaar zoo best zijn ge daagd, nu reeds aan de vergadering voor den Dioc. Jeugdraad voor te stellen. De voorzitter achtte daar den tijd nog niet voor gekomen; voor de mannelijke ea vrouwe- Ujke jeugd. We wachten nog op meer eenheid. Wat bet rapport aangaande de Jeugdlectuur betreft, de commissieleden hebben allen aan de uitnoodiging gevolg gegeven; het rapport is reeds in ons bezit, doch bet was te laat, om het alsnog in deze vergadering te behandelen. De voorzitter merkte op, dat men nog wel andere personen had geassumeerd, doch daar dieade men toch het dioc. jeugdraadsbestuur in te kennen. De volgende vergadering is waar schijnlijk een voorstel te wachten. Pastoor Möller van Voorburg spijt het, dat het met de Eucharistische dagen niet gaat. Dit moet juist ons middelpunt zijn. De Instelling van een commissie zou wel het minste zijn, dat hjj te dien opzichte zou kunnen vragen. Spr. is pas geweest op een vergadering van een jonge werkgeversvereeniglng. en daar drong iemand aan op bevordering van het Eucharis tisch leven, de kennis van de plichten van zijn staat; betrachting van recht vaardigheid en lief de; en geen scheiding tusschen moraal en eco- ncmle. Daarmede is pastoor bet ook eens, doch hij sou de Eucharistie voorop willen zetten, cm de jeugd in de eerste plaats tot Christus te bren gen. HU betreurt, dat er niet een ernstige studie van wordt gemaakt en rapport uitgebracht. De voorzitter vraagt, of nu reeds de tijd geko men is, om als eenheid naar bulten te treden. Onze actie is niet alleen gericht op de aanbid ding In de Kerk, maar ook op bet optreden naar buiten. Hij wijst er tenslotte op, dat Monseigneur een directeur benoemd heeft voor de jeugd beneden 17 jaar. De rapporten zjjn aan Mgr. uitgebracht en wellicht aan den nieuwen directeur overge- teacht. wereerd Maar da's toch menschen geen manier yi een eeuwigen schrik op je X zeggenik ben erg op Jullie gesteld, maar heusch," en angstig keek ze rond, „dan zjjn enze gezellige avonden afgeloopen, hoor! *k Wil je natuurlijk met alle liefde bij me antvangen, maar hier, in dit spookhuis, kom ik nooit meer.” ,Dat zou ons spijten, tante; enfin, daar pra ten we nog wel eens over. Zal Ik u maar even naar de tram brengen?” Tante nam afscheid van Mlen en vroeg of ze overmorgenavond bj) hAAr op visite kwam, wat Mlen niet beloofde. Mom je gauw terug, man?” vroeg Mlen met iets angstigs in dX stem. Matuurlijk, vrouwtje,” en eenlgszins onder zoekend zag hjj haar aan. Toen knipoogde njj onmerkbaar en ze antwoordde met een glim lachje. Toen Jan terug kwam, vroolljk lachend, vond hj> haar snikkend. Maar kind, wat is er gebewrd?” vroeg hij verschrikt. „O Jan, k geloof niet, dat W» er goed aan gedaan hebben, die vreeselljke geschiedenis aan dat oude mensch te vertellen. Eb» je vertelde X zóó vreeselijk, zóó werkelijk, zie je.... en wat zette tante een gezicht, heb je dat gezien?" En Mlen barstte nu in een lang nuwachtig lachen uit. Jan werd bepaald ongerust. Mom, vrouwtje, wees nou kalm; we zullen maar gaan slapen, hè?” Ze knikte met een zenuwachtigen trek om den mond. Midden in den nacht werd Jan ge wekt door het hevig snikken van Mien. „Wat is er?” vroeg hjj angstig. „O Jan, X is zoo vreeselijk. Ik zie niets dan bet onthoofde lichaam van dien gierigaard voor me en het hoofd dat er omheen rolt. X Is ont zettend." .Maar dat verhaal heb Ik toch zelf verzonnen: da's toch reine onzin.” suste hij. „X Kan me niet schelen. Dc zie het de kel dertrap opkomen en hier de slaapkamer inrollen. O man, ik kan X niet langer aanzién." Eindelijk viel ze in een onrustigen slaap. Den volgenden morgen lachte Jan haar uit, maar tegen den avond maakte zich weer een onbedwingbare onrust van Mlen meester en de nacht was eenvoudig ellendig. 'Zóó ging X een voudig niet langer. Tante Anna kwam niet meer en Mlen had in den avond niet veel af leiding. Toen de toestand na verloop van een week niet veranderd was, besloot Jan een zenuwarts te raadplegen, wien hjj de geschiedenis vertelde. Deze schudde het hoofd, noemde Jan onvoor zichtig en ried hem aan te verhuizen naar een licht, vroolljk huis, liefst met grooten tuin. Jan en Mien zjjn verhuisd, wat hun op dig wat geld kwam te staan en Mien had <1 na geen schrikwekkende voorstellingen Maar tante Anna kregen ze weer terug. Die was hen niet meer in dat enge huls komen opzoeken, maar ze had toch verder niet meer aan die spookgeschiedenis gedacht, vertelde ze. oorzaakt wordt door bet plotselinge toestroomen van lucht in de flesch. Het volgende te een wijziging van dte proef, men giet in een flesch wat alcohol, welke men aansteekt door er een brandende lucifer in te welpen. Zet men boven op den hals een zeer rijpe banaan, dan ziet men deze met een klok kend geluld de flesch binnendringen, alsof een gulzigaard haar haastig opstokte.Als ge van te "oren twee of drie overlangsche sneden in de bananenschil hebt gemaakt, ziet ge deze zich verdeelen in twee of drie strooken. welke op den hals van de flesch blijven liggen. Zoo kunt ge aan tafel het gezelschap vermaken door »»m „banaan, die zichzelf schilt!” jinilIHMlnillMUIItlMaHUHNIMHHliMNHIlf asataeMèMMsaaaessaatMMisksiaasssseasasssseseesssê BELGRADO. 12 jan. (Reuter* De kleinste man in Joego-Slaviè, genaamd Ivan Trajko- vitsj, die nog geen 60 cM. lang ia, heeft zjjn 60sten verjaardag gevierd. HU woont in een afgelegen dorp en wordt door zUn dorpsge- nooten als .geleerd" beschouwd. Nog nooit heeft hij een auto gezien en hü zegt er ook niets be nieuwd naar te zijn. Slechte één keer heeft hU zUn geboortedorp verlaten, om een nabijgelegen stad te bezoeker, maar hjj keerde zoo gauw mogelUk terug. Circus-dlrectles hebben den dwerg al verschil lende malen aantrekkelijke voorstellen gedaan, maar steeds beeft bU ze van de hand gewezen. „Waarom zou ik weggaan?” placht hU te zeggen „Hier ben ik geboren en hier wU ik sterven." hU, X* slanke, flinke figuur, In een keurige uni form van ..yachtsman" en zij. ’n mooie jonge vrouw, gekleed in een eenvoudige peignoir van crème-kleur. HU bruin van tint, met ’n punt baardje, in zjjn manieren en bewegingen van hooge voornaamheid; sU blond en gracieus. Onder de equipage viel bijzonder op X* athleet van X» kerel met geweldigen baard en groote, behaarde handen Xi type van Xi ver rader uit een melodrama. Te oordeelen naar zijn pet met smalle gouden bles en zjjn Jasje met metalen knoopen, die Ahkers vertoonden, scheen hU eerste-stuurman te zUn. Op den achtersteven stond een rossige kolossus met bakkebaard. Xi volbloed-Tankee, die de bewegingen van het schip leidde met zeldzame handigheid en koel bloedigheid. Ofschoon het bUna zonsondergang was, heerschte er een benauwende hitte. Dit deed den eerste-stuurman tot zUn collega zeggen: „Johnny, kerel, ben je nog niet ge smolten? Wat X> temperatuur! Je sou denken, dat )e in Toulon was...." De andere spuwde een lange straal geelachtig sap overboord en antwoordde met een Yankee- neusklank. Meste tabak!.... Toulon, zei je?.. Toulon vriest en sneeuwt het toch. „'n Beetje sneeuw zie je van tUd tot tUd overal”, antwoordde de andere, „maar dat is 'ikwUls warme sneeuw, waar de bladeren niet ?ens nat van wórden....” De Yankee begon te lachen en wilde op zUn water zag rondspartelen, pikte TOKIO, 12 Jan. (Reuter) Een professor van de tandheelkundige Unlversltelt te Kyushu meent dat het mogelUk is de tanden van dieren te plaatsen in de kaken van den mensch. HU is er in geslaagd tanden van menschen te plaatsen In de kaken van eekhoorns en an dere dieren. De meeste dezer operaties zUn met volkomen succes uitgevoerd. De heer Theu nissen merkt op. dat niet ieder voldoende met de nieuwe werkwijze bekend is; en daarom blijft men met de geringe resultaten maar voorttobben. Tot voor korten tijd was daar nog een andere reden dan onbekendheid voor aan te voeren; toen ontbraken goed onderlegde leiders; doch dat laatste bezwaar wordt steeds minder, nu alom cursussen worden georgani seerd, en men binnen niet al te langen tijd ever een voldoend getal geschoolde jeugdle- ders zal kunnen beschikken. Op duldelUke en uitvoerige wijze zette hU de oude werkwUze en de nieuwe richting uiteen. Wanneer spr. scheeve ideeën heeft recht ge zet. dan acht hU zUn doel bereikt. De nieuwe richting gaat vol vertrouwen de toekomst in. Wanneer de vrouwelUke jeugd zich uit met. Excelsior. Alleluja, vooruit! dan kan de manne lijke roepen: „Voor Christus, onzen Konlng! God wil het.” Naar aanleiding van het gesprokene ontspon zich een aangename gedachtenwisseling. Pastoor Möller vraagt tenslotte, of hU ook mag spreken over de Jeugd boven 17 jaar. En dan mist hU de quaestle van het huwelUk. Het groote gezinsleven in Italië dankt men aan het jonge huwelijksleven. En dat mist hU In onze jeugd beweging Is dat nu Juist niet iets voor den Dioc. Jeugdraad, om in studie te nemen? De voorzitter gaat met het aangehaalde arti kel van pastoor Möller ook accoord. Wellicht kan de quaestle in een volgende vergadering in bespreking komen. hU een langwerpig dolk in den ceder- llchaam. Het hoofd van den man was verawenen en eerst na lang zoeken,kwam men tot de ont dekking, dat de loese zerk, die ongetwijfeld, toen de man plat voorover lag om zijn geldkist te laten zakken, was gekanteld en hem met het volle gewicht op het hoofd gevallen was, dat over de opening was heengebogen. Het hoofd werd door de zware zerk van den romp gescheiden en het verdween in den kuil, terwij) het lichaam in den kelder lag. Dat ontn*»*de lichaam nu, hoort u tante,” en Jan's stem daal de nog dieper, „dat onthoofde lichaam 's soms in huis zichtbaar, en ook het hoofd, maar af zonderlijk.” „Ik heb er om gelachten,” vervolgde Jan, „tot gisteravond toe heb ik er om gelachen. Gister avond echter was Jansje er niet en moest ik wat kolen scheppen. Ik opende de kelderdeur, laaide het trapje af en door een geheimzinnige wind vlaag werd de kaars, die ik in mUn hand hield, gedoofd. In het Tante Anna was een flauwte nabU en Mlen borduurde niet meer. Jan vervolgde: „Ik stond als aan den grond genageld. Roepen kon ik niet. MU van de plaats bewegen evenmin. Ik staarde maar naar het onthoofde lichaam, tot eindelijk iets, dat bewoog, mijn aandacht trok. Ik keek naar den grqnd, ja, dAAr was het hoofd het hoofd met grijnzend gelaat, dat mu met holle oogen aanstaarde, en het rolde.... hoort u tante, het rolde in Xi kring om het hoofdelooze lichaam heen, in hetzelfde tempo, niet sneller, niet langzamer. Hoe ik weer in de kamer kwam, weet ik niet, maar ik ben er uren van vanstreek geweest en nooit kom ik weer beneden. Maar tante, en dAt is het vree selljke va i de zaak, die verschijnselen vertelden mjj de vorige bewoners, bepalen zich niet tot den kelder alléén, maar werden vroeger ook in andere kamers waargenomen en daarom wilde ik u vooruit waarschuwen, opdat uw schrik niet te hevig is.” „O kinderen,” sidderde tante Anna, „hoe ver schrikkelijk, dat jullie dat treffen moet. Ik.... ik wou nu liever naar huls. Tc Ben heelemaal ontdaan.... En wanneer gaan jullie verhui zen?” x „We gaan niet verhuizen,” zei Jan kort. „Ga je niet verhuizen?" vroeg tante verbou- voor fatsoenlijke ;an doen! Je zou je hals halen. Ik moet op dit blad ZUn Ingevolge de verzekerinnvoorwaarden tegen Z 9/1/)/} bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f TC/) bfl een ongeval met f OC/Ï bij verlies van een hand f 1 UC ojj verlies van een C/t bj) een breuk van Z/l bU verlies van *n ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f s/l/t/l/e” verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelUkan afloop/ ^*/(/e” een voet of een oog 1 duim of wijsvinger f «/(/•"been of umf TV,’ anderen vinger

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5