Diocesane Jeugdraad bijeen
■lï
u&fiaal aan den dag
R
M
1
J
5
r
IN GOEDE RICHTING!
HET
GROOTE
AVONTUUR
ROBINSONschoenen: Ongeloofelijk sterk
Ongeloofelijk goedkoop
ROBINSON CRUSQE’S AVONTUREN
ti
BOT
i'i
VRIJDAG 13 JANUARI
De nieuwe methodiek
De kleinste man
Eenheid naar buiten
Dierenlanden voor den
mensch
St. F randt cut Liefdewerk
Kindermond
Hoe een banaan zich zelf
kan schillen
Alle abonné’s
FEUILLETON
t;'
U>' 1
Een drang naar verdieping van *t
Eucharistisch leven bii
de jeugd
di
F
ZOO STUF ALS EEN PLANK
Kon zijn jas niet meer aantrekken
Ns weer zoo flink als ooit.
I
M I
H-
'Mislukte spook- i
geschiedenis i
- ik j
iets
iets i
nevelach-
tigs, doch allengs werd bet duidelijker, dat wa
ren armen.... beenen.... dat was een li
chaam, maar het hoofd.waar was bet hoofd
van dit afzichtelijke wezen?”
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN VITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Adv.
Robbie en Topey waren
aan
toen
giraffe Kagen klimmen en
de
toen
!v
naar beneden glijden, terwijl
Edwin
rustig
graasde.
De
nhoudend ae-
„Dan moeten ae
kijken,” rood Robbie.
De aardmannetjes gilden, toen rU
in het water vielen, en Edwin draai
de zich om, om te zien, wat er aan de
hand was.
Toen hij de aardmannetjes daar in
het
i I
„Hoe komen jullie daar
terecht?'
antwoordde
deze.
„We
dachten niet aan den vloed."
(Morgenavond vervolg)
lennox haar doodelijk geachte
Hoegij-krekeglllt en eene arrestatie
b
Maar in
(Wordt vervolgd».
aardmannetjes
vonden dit een geschikte manier om
htet strand te bereiken, maar se had-
vroeg hjj een der kereltjes.
,Wt wisten niet, dat je in het wa
ter stond."
hij se een voor een op en zette ze op
het droge.
aar-
daar-
meer.
den niet gedacht aan het getij.
JO.” riep Topey, „ze zulten
vallen I"
„Tante, mag ik even uw bovenkamer zien,
ik zal heusch niet bang zijn."
..Bang zijn? Hoe kom je daaraan, jongen?”
„Wel vader zei, dat het in uw bovenkamer
niet pluis was.”
houten wand gestoken. En op dat papier ston
den drie woorden te lezen, die omtrent den aard
en de beweegredenen van dezen nieuwen moord
aanslag Kflgn twijfel meer overlieten:
„Wraakgericht der Brahmanen!”
Werp een brandend stuk papier in een leegc
flescli en sluit den hals luchtdicht af met 1 geheel
gepelde harde ei of met een rauw ei. waarvan
men de schaal week heeft gemaakt, door het in
azijn te leggen.
Na eenlge oogenbllkken ziet men het el zich
uitrekken en dunner worden en in de flesch
vallen met een vermakeljjken knal, welke ver-
MARTIN BERDEN
Nadruk verboden)
(Ingezonden Mededeeling)
klauteren over de klippen,
drie aardmannetjes op den nek van
beurt X» geestigheid plaatsen, toen, plotseling
iet vaartuig stopte.
De „Jachtsmanof eigenaar van X jacht had
door den roeper van de machine een bevel ge
geven, waaraan den machinist onmlddellük ge
hoorzaamde.
„Wat is er aan de hand!” riep de Fransch-
man. recht voor zich uit over de rivier been
kijkende.
Het water was op sommige plaatsen onstui
mig in beweging, het schuimde hier en daar
en te midden van steeds breeder wordende krin-
en. vertoonden zich zwarte voorwerpen aan de
oppervlakte.
Ook Johnny bekeek het tafereel en zeide met
z ’n heesche gtem
„Toe! Marius, jij hebt zulke scherpe oogen;
kijk eens wat dat is”....
„Wel. dat zijn zwemmers, sou ik denken”,
mei"
Groote góden”, riep
ifflng van stem, „het
k
„Of beesten, God bl<
„Of balen met goed
hij plotseling met vt
krioelt hier van krokodillen!”
„Menschen, pakken, krokodillen, alles wriemelt
door mekaar.Arme duivels!Die zijn ver
loren”....
Het jacht bewoog zich nu nog nauwelijks
merkbaar en van den anderen kant kwam de
geheimzinnige waterbeweging aandrijven
steeds nader en nader zoodat elk oogenbOk
de ontmoeting kon plaats hebben.
De Franw-hman had zich niet vergist.
Een mooi jacht, de Amerikaansche vlag
voerende, stoomde langzaam de Hoegll op In
de richting van Calcutta.
Het mat ongeveer vijftienhonderd ton. was
elegant en tevens soiled gebouwd, men zou zeg
gen: evengoed geschikt om dgpl te nemen aan
wedstrijden als om zich te bewegen In volle
zee, kortom *n juweel van modernen luxe-
scheepsbouw van binnen en van bulten alle
denkbare comfort, overbodig-rijke versierselen
De bemanning bestond uit ongeveer dertig
man. de machinisten niet medegerekend. Ieder
was op zijn post met bet oog op de naderende
landing
Al dat scheepsvolk, blijkbaar met zorg gekozen,
gaf een beeld te zien van bewonderenswaardlge
discipline, behendigheid en vlugheid, en op hun
tnarine-blauwe blouses stond in tetters van
zilveren borduursel het woord, dat met al dit
weeldevertoon een komische tegenstelling
vormde: ..Pennyless' dat bet best vertaald
kan worden door „Platzak”.
Blijkbaar de naam van het schip, omdat het
óók prijkte op den achtersteven. *n Vreemde
naam die deed denken aan een of ander ge
heimzinnig avontuur.
Op de brug stonden een heer en een dame;
Twee dagen daarna zat tante Anna weer op
de sofa, had Mlen en Jan begroet, had gezegd,
dat ze hier toch zoo lief woonden, wilde juist
aan een tweede kopje thee en de eerste geschie
denis beginnen, toen Jan zacht en geheimzinnig
de vraag stelde:
„Gelooft u aan spoken, tante?”
.Met een hevlgen ruk haar corpulente ge
stalte naar Jan keerend, antwoordde de oude
juffrouw met bevende stem: „Nou ik heb wel
eens dingen gehoord.... waarom vraag je dat
nou? We zitten net zoo gezellig bü mekaar; je
zou een mensch den schrik op X Ujf jagen.”
„Dc vraag u dat, tante.” zei Jan met een ern-
stlgen nadruk op elk woord. ,Jk vraag u dat,
omdat ik de tastbare bewijzen van het bestaan
van spoken hier in huls heb. en daar u hier
een veelvuldige en graag geziene gast bent, wil
ik het u niet verhelen” r
„X Is vreeselijk Jan. X is ontzettend. Wat heb
je dan gemerkt?” vroeg de onwelkome bezoek
ster. r
„Zijn uw zenuwen sterk genoeg het verhaal
van het afgesneden hoofd aan te hooren?” vroeg
Jan met theatra*h .wijden armzwaai.
„Van het afgesnedenX is vreeselijk,” beef
de jante.
.ja, wel vreeselijk.” hernam Jan, „en niet
graag zou Ik me later te verwijten hebben, dat
u hier dingen zoudt zien, die uw geestelijk even
wicht verstoorden en u wellicht voor altijd een
ontzettend tafereel voor oogen zouden stel
len....”
„Ja. ja," riep tante, „begin maar,” en met
onrustige blikken Inspecteerde zij de hoeken van
de kamer, terwijl Jan half fluisterend begon:
„Toen we dit huls huurden, waarschuwden
ons de vorige bewoners, dat het bewoond ge
weest was, misschien wel den jaren geleden,
door een ouden vrijgezel, een gierigaard, die -ie
avonden en vaak een gedeelte van den nacht
doorbracht met het tellen en hertellen van zijn
schatten. Een brandkast vertrouwde hij niet.
Hij had een losse zerk In den kelder ontdekt,
daaronder een kuil gegraven en hierin stond 'n
ijzeren kist, waarin hij zijn geld bewaarde. De
zerk kon hjj met moeite aan één zijde oplichten
en rechtop tegen den muur plaatsen, wint het
gat. waarin de kist stond, was juist aan' den
zijwand. Op zekeren dag verscheen de oude
man niet aan het ontbijt, tot verwondering van
dc huishoudster, die zich onmiddellijk naar zijn
slaapkamer begaf, maar X bed onbeslapen vond.
Niet wetend wat te denken, telefoneerde zij de
politie, die het heele huls doorzocht en eindelij!:
den ouden man In den kelder vond, althans he;
Ieder trachtte van den Jeugdraad te maken,
wat er van te maken Is. En daarom is de heer
H. M. Theunlsaen. lid van het Juvenaat, uitge-
noodlgd te spreken over: „de nieuwe Methodiek.'
Men vreesde al, het IJsselmeer
Is niet meer dat voor visch,
Vooral nu dat de afsluitdijk,
Die sluiten moet, er is!
Want hoe nu komt de visch er in?
Men houdt haar zoo er uit-
En die dan vischt, die vischt er naast
En praat niet meer van buit.
Want visschen waar de visch niet is,
Dat is toch wel te zot.
En teder, die nu visschen gaat.
Die vischt alleen.... naar bot!
En inderdaad, ze vangen bot!
Maar niet zooals u vreest.
Nog nooit is dddr, nog nooit is zód
De vangst van bot geweest.
De aanvoer is als ongekend.
Ja, is zoo reuze, dat
Men aan den afslag constateert:
In botprifs zit de klad!
Zoodat dan door den overvloed
Men toch weer komt tot slot:
Een iedèr, die daar visschen
Die vangt met recht.... slecl
an v. d. Heuvel was vier weken getrouwd.
Man en vrouw waren belden gelukkig.
en van den Heuvel had als chef de bureau
van een groot handelshuis zich eenlgszins luxu
eus kunnen inlichten. Dat er echter aan hun
geluk iets ontbrak zooals altijd op dit onder-
maansche zal uit den loop van dit verhaal
blijken.
Het was het schemeruurtje, zoon kwartiertje
na X diner en X meisje had juist afgenomen.
In de ruime, gezellig gemeubileerde kamer zaten
Mien en Jan tegenover elkaar in een fauteuil.
Eensklaps werd er hevig gescheld. Na eenlge
oogenbllkken klopte X meisje en kondigde aan:
Mejuffrouw uw tante, mevrouw.”
„Goed. Jansje.” zei mevrouw en Jansje ver
dween om tante's hoed en mantel aan te nemen.
Zwijgend zaten Jan en Mlen en staarden met
strakke oogen in het vuur, tot tante binnen
kwam.
.Dag Mlentje, kind, hoe gaat het?” vroeg
tante op een toon of haar nicht zoo juist uit
Amerika was gearriveerd.
„Goed tante, u ook?” informeerde Mien vrién
delijk.
„Best hoor, en Jij Jan, ook goed?”
„Dank u tante,” zei Jan een. weinig stroef.
Vergenoegd keek tante Anna in X rond en
zei voor de zooveelste maal: ..Kinderen, wat wo
nen jullie hier toch gezellig! Als ik jullie was,
ging ik hier nooit vandaar. Dan had je moe
ten zien hoe vroeger de menschen begonnen, e-s
ze trouwdenen menschen die X goed konden
doen hoor.!., daar had je bijv, een nicht van
me, die
Dan volgde een geschiedenis uit het grijs ver
leden, die Jan noch Mien in X minst niet in
teresseerde, doch waarnaar beiden, knikkend en
beamend, veroordeeld waren, te luisteren.
Toen X half elf was. maakte tante toch aan
stalten tot vertrek. Mlen ontwaakte als uit eer.
aroom en Jan kwam heel gedienstig met mantel
en hoed van tante aansnellen.
Toen tante vertrokken was, zette Mien rich
op de leuning van den fauteuil en zei knorrig:
„Ik wou dat ze nooit meer kwam.”
Blij verrast keek hij op.
Meen je X heusch? Dan is X in orde, dan
vinden we wel wat om dat meubel.... ik wil
zeggen, je {ante.... X is waarachtig al de vierde
koer oat ze komt van de week, enfin, je begrijpt
me.”
„X Is best. Jan,” lach-e Mien. „X Is een goed
mensch, maar die ouwerwetsche geschiedenissen
maken me wee. Verzin maar iets dat ze minder
druk komt, als je kunt.”
En Jan verzon en bleef aan X verzinnen. Het
werd een kwartier, een half uur. Eensklaps
slaakte hij een triomfkreet, zoodat Mlen, die al
was inged mmeld, wakker scl.rok,
„Ik heb het gevonden!” lachte Jan.
Fluisterend ontvouwde Jan nu zXi plan, tel
kens afgebroken door Mien’s uitroepen als:
.Ajakkes! Afschuwelijk! O Jan!’ en: „zou't wat
geven?”
Jan vertelde en lachte en eindelijk schaterden
belden als kinderen, die een grap zien gebeuren,
lang vooruit beraamd.
leefde lady
verwonding.
Haar teven hing weliswaar aan een zijden
draad, maar zij leefde In elk geval nog. J
De geneesheer, die dit knap stuk werk had
verricht, was nu vol hoop.
Patrick en Mary hadden totdusverre, meer
dood dan levend van vermoeienis, en ver
pletterd door hun smart, geen uur kunnen
slapen en ook geen voedsel kunnen gebruiken.
De arme kinderen begonnen thans te hopen
en te herleven. Een flauw, pijnlijk glimlachje,
schuchter als een zonnestraaltje in den winter,
had zich afgeteekend op de bleeke lippen hun
ner moeder en deze had hun namen gefluisterd.
Dit glimlachje dat nauwelijks waarneembare
gelispel. had hunne zenuwen ontspannen, hun
harten doen kloppen en ten slotte een hevige
uitbarsting van tranen ten gevolge gehad. Zij
zagen hun moeder dan eindelijk gered. En hoe
innig en ontroerend-dankbaar waren zij jegens
hem. wiens wetenschap en toewijding hun een
niet te beschrijven ongeluk hadden bespaard!
ZIJ konden nu iets eten en drinken en toen
de nacht aanbrak, verzonken belden In dien
diepen slaap, die op schokkende gemoedsbewe
gingen pleegt te volgen.
De dokter zelf ook hij was doodmoe
hsrt zich naar zijn vertrekken begeven en de
-ewonde toevertrouwd aan de beproefde zorg
zaamheid van een verpleegster, op wie hij met
de meest onfeilbare zekerheid rekenen kon.
Intusschen was hij geheel gekleed op zijn bed
gaan liggen, gereed om hulp te verleenen bij het
eerste sein van bet electrische schelletje.
donker zag
onduidelijk
schemeren,
wits,
Heel vroeg In den ochtend werd hij wakker
door ontstellende kreten.
Deze kreten kwamen uit de kamer van lady
Lennox, die van de zijne alleen gescheiden was
door een smalle gang. Hjj vliegt overeind en
erheen met het voorgevoel van een onge
luk.
Hij opent de deur en een verbijsterend
schouwspel vertoont zich aan zijne oogen.
Op den grond ligt, de polsen vastgebonden,
met een prop in den mond, blauw geslagen
oogen en In de onmogelijkheid om eenlge be
weging te maken, de verpleegster. Naast haar,
Mary, ter prooi aan een hevige zenuw-crisls en
bjj het bed Patrick handenwringend en met
heesche en gebroken stem uit jammerend
„Mama!.... mama!"....
De hertogin van Richmond bleek, zonder
eenlg teeken van leven te geven, roerloos op
haar legerstede uitgestrekt liggen.
Haar gelaat was wit en koud als marmer.
Van ademhaling niet het geringste teeken meer;
een barer handen hing verstijfd bulten het bed.
Uit haar half-geopenden mond vloeide een dun
straaltje brulnachtlg bloed. Rondom haar hals
was een lange zwarte zijden doek geslagen en
toegeknoopt met bijna ongelooflijke kracht en
op heel bijzondere wijze.
De ongelukkige was gedurende haar slaap
geworgd. De dokter, ofschoon In sjjn langdurige
praktijk aan veel gewend, verbleekte, beefde en
kon een kreet van ontsteltenis niet onder
drukken.
Boven het bed zag
stuk papier met een
Hoe gelukkig moet deze man zich vóelen, nu
hjj weer flink en lenig is, na zoo langen tijd een
slachtoffer te zijn geweest van rheumatlek. Met
is nu vele jaren geleden”, schrijft hjj. sinds
k voor het eerst met chronische rheumatlek
te bed moest blijven. Daarna moest ik met twee
stokken rondloopen. Ik leefde In een ellendigen
toestand tot vijf jaar geleden. Ik kon me slechts
bewegen als een houten blok door me heelemaal
rond te draaien. Ik kon mUn jas niet aan- of uit
trekken zonder hulp van mijn vrouw. Maar dank
XI Kruschen Balts, dat Ik nu vijf jaar lang
regelmatig genomen heb, ben ik zoo actief als
een jonge man van 23.” E. H.
Opgehoopte afvalstoffen en Urinezuur, die de
kwellende rheumatlsche pijnen doen ontstaan,
:rljgen kans om zich te vormen wanneer inge
wanden en nieren te traag werken. Kruschen
Balts spoort ingewanden en nieren aan tot be
ter fuctionneeren en drijft overtollig urinezuur
en schadelijke afvalstoffen zacht en volkomen
uit het lichaam. De pijnen worden nu gestild,
gezwellen slinken, verstijfde ledematen worden
weer lenig. Voortaan zal „de kleine dagelljksche
dosis” U inwendig schoon houden, vrij van af
valstoffen, overtollig urinezuur en dus ook vrij
van rheumatlek.
Kruschen Balts is uitsluitend verkrijgbaar bij
alle apothekers en drogisten A ƒ0.90 en ƒ1.60
per flacon.
l'. 3
i 1
l’l
Toen bét drama was geëindigd. verdubbelde
haar kreten van woede en wraak en trachtte,
als waanzinnig, den kleinen stoet achterna te
hollen, zij meenden misschien op het aller
laatste oogenblik het zoo vreeselijk geschondene
*t)k nog te kunnen redden van de voltooiing der
-Mraf.
En terwijl de Europeanen zich verwijderden
Met verschillende indrukken en meenlngen
kwam bij degenen, die de Inlandsche bevolking
goed kenden, deze gedachte op:
-De rechters hebben zich vergist ofwel zijn
•lecht voorgelicht.... Zij hebben gemeend een
roorbeeld te stellen en hebben niets anders ge
daan dan haat saaien. God geve dat wU niet
*e lijden hebben en al heel spoedig van
areeselijke weerwraak!”
Helaas! Die vrees was maar al te gegrond
Sinds den moordaanslag waren zes en dertig
Mxn verloopen. Tegen alle verwachting In over-
De Zeereerw. pater A. Went maakt gaarne van
de geboden gelegenheid gebruik, om een propa
gandistisch woord te spreken ten gunste van het
zoo nutt-ge en broodnoodige St. Franclscus Lief
dewerk. Hjj klaagt erover, dat dat liefdewerk
nog zoo weinig bekend Is, in de dekenale jeugd-
vereenlglng toch zoo noodig. Duizenden zjjn cr
in de groote steden, die hun geloof hebben ver
leerd of vergeten, het dreigen te verliezen, het
hebben leeren haten. Pas heeft een actie in
Oostzaan aangetoond, dat men daar huls aan
huls soms communistisch gezind Is. en dat er
slechts een paar jongens bereid werden gevon
den, om een andere richting uit te gaan. Alleen'
bet Franclscus-Liefdewerk kan die jongens op
voeden tot degelijke christenen naar de denk
wijze van Don Boeco.
Groote stadsgedeelten liggen nog braak bij
gebrek aan filialen. Er zjjn nog te veel ste
den. waar men niets aan de beweging doet; ook
niet in de kleine gemeenten. In troebel water
kan door het communisme nog te veel worden
gevischt. De jongens hebben wel een moeilijk
karakter; doch het is verdroogd klei om harten
van goud. Men late zich toch niet ontzenuwen
met den dooddoener: het haalt toch niets uit!
Het gaat erom om de jeugd te bevrijden uit de
helllgschennenden greep van het communisme
en te brengen tot Konlng Christus.
Bjj de gedachtenwisseling vroeg kap. Leesberg,
waarom men geen jongens neemt onder de 9
jaar; waarop pater Went antwoordde, dat men
niet in bet parochiewerk kan treden; die tijd is
er pas, als het blijkt, dat de jongens bun eerste
H. Communie niet hebben gedaan.
Betreffende een Ingekomen vraag, of, nu bet
Meisjeswerk is toebedeeld aan ..De Graal”, er
nog reden bestaat voor parochiale, dekenale en
diocesane jeugdraden, antwoordde de voorzitter
dat nog wel degelijk de bestaansgrond aanwezig
ia Eigenlijk is het jammer, dat degenen, die
voor de taak staan, niet genoegzaam op de hoog
te zjjn van de bepalingen van de Synole.
Ook werd onder het oog gezien, wat gedaan
moet worden tegenover degenen, die buiten de
organisatie blijven of er weer uitgaan. De voor
zitter merkte op. dat dan propaganda moet war
den gemaakt, om hen weer te brengen, waar ze
hooren. En men kan bij ,JDe Graal" trachten,
om aan redelijke wenschen tegemoet te komen.
Ten laatste werd besproken de eventueele wen-
scbelljkheld van de oprichting van een Jeugd
organisatie van den Land- en Tuinbouw. De
directeur van den Jongen Middenstand geeft toe
dat er een groot verschil bestaat tusschen den
boer en den tuinder.
De aandrang komt grootendeels van het plat
teland.
De voorzitter wil wel het punt van contact we
zen, cm deze quaestle onder de oogen te zien.
De Diocesane Jeugdraad in het bisdom Haar
lem hield Woensdag te Delft een algemeene le
denvergadering onder leiding van den voorzitter,
prof. Ntekel, die in zijn openingswoord den
wensch uitsprak, dat in 1933 veel tot stand zal
worden gebracht in bet belang van de Katholie
ks Jeugd. Spr. is getuige geweest van de mam-
I festatle van .De Graal" in Berlijn; hij hoopt
dat van de RJC. jeugd nog vele demonstraties
mllen uitgaan, vooral van inwendige werkzaam
heid. Hjj verwelkomt mede den pas door Mori-
zigneur benoemden directeur van bet Mannelijk
Jeugdwerk; spr. wees er voorts op, dat door de
bestanddeelen nog te weinig werk aan den Dlo-
cesanen Jeugdraad wordt gegeven. Dit geldt zoo
wel van de Dekenale als de Parochiale Jeugd
raden. Men gaat nog te veel langs de zaak heen
De Diocesane Synode heeft voorzien in de ver
zorging der belangen van de geheele Jeugd, zoo-
«el georganiseerd als ongeorganiseerd. Men heeft
dus noodig een overzicht van den stand van het
Jeugdwerk. De parochieele hebben zich te ver
voegen tot de dekenale jeugdraden en deze tot
den dlocesanen. Dat wordt te weinig ingezien:
men vervoegt zich te veel direct tot den Bisschop.
waardoor deze en de betrokken jeugdraad in
een moeilijk parket worden gebracht. Die manier
is trouwens niet de organisatorische weg. Men
bejegent den Dioc. Jeugdraad niet, gelijk het be
hoort Wij hebben gemeend trouw te zjjn aan de
taak, ons opgelegd. En daarom willen we ook
thans enkele zaken onder het oog brengen: de
nieuwe methode van het St. randscus-Liefde-
werk. We moeten trachten dsmrvan iets op te
(teken In het belang van de eigen organisatie.
De voorzitter bemerkt tevens op dat de subsi
die van den Interdlocesanen Jeugdraad, welke
vroeger 10.000 bedroeg en later op 8.000 werd
teruggebracht, thans eigenlijk meer dan 10.000
rou moeten bedragen, krachtens de thans ver
strekte gegevens. En tevens is gebleken, dat we
aan de spits staan van alle Jeugdvereenigingen
in ons vaderland. De enquête betrof slechts de
kosten van de plaatselijke vereenlgmgendit
jaar zullen ook de kosten van de dekenale en
diocesane jeugdraden worden opgevraagd; en
dan zal blijken, dat we op nog meer recht heb
ben.
De penningmeester wees erop, dat de begroe
ting op 5960 is vastgesteld aan inkomsten, met
oa. 1000 aan rijkssubsidie.
De uitgaven vermelden ƒ700 aan algemeen
beheer; 600 Juvenaat, 300 8t. Jozefgezellen
Amsterdam; ƒ225 Verkenners; 175 Jonge Mid
denstand; 100 Dioc. GymnasUekbond; 150 81
Franclscushefdewerk; 1000 De Graal; 150
Fraccisca Romana; aan de 20 dekenale Jeugd
raden ieder 50; onvoorzien 500. Het over
schot wordt geraamd op 1160. Daarvan is men
voornemens 1000 te beleggen, waaroccr de re
serve tot 3000 stijgt.
De voorzitter deelde mede, dat overwogen is,
om een diocesane spaarkas op te richtei,. Na de
zoovele onaangename ervaringen op dat gebied,
wordt na rijpe overweging geadviseerd, zulks niet
te doen.
De Dekenale raad van Schiedam had in over-
wegmg gegeven, om de Eucharistische dagen
voor de jeugd, welke aldaar zoo best zijn ge
daagd, nu reeds aan de vergadering voor den
Dioc. Jeugdraad voor te stellen.
De voorzitter achtte daar den tijd nog niet
voor gekomen; voor de mannelijke ea vrouwe-
Ujke jeugd. We wachten nog op meer eenheid.
Wat bet rapport aangaande de Jeugdlectuur
betreft, de commissieleden hebben allen aan
de uitnoodiging gevolg gegeven; het rapport is
reeds in ons bezit, doch bet was te laat, om
het alsnog in deze vergadering te behandelen.
De voorzitter merkte op, dat men nog wel
andere personen had geassumeerd, doch daar
dieade men toch het dioc. jeugdraadsbestuur in
te kennen. De volgende vergadering is waar
schijnlijk een voorstel te wachten.
Pastoor Möller van Voorburg spijt het, dat het
met de Eucharistische dagen niet gaat. Dit moet
juist ons middelpunt zijn. De Instelling van een
commissie zou wel het minste zijn, dat hjj te
dien opzichte zou kunnen vragen.
Spr. is pas geweest op een vergadering van
een jonge werkgeversvereeniglng. en daar drong
iemand aan op bevordering van het Eucharis
tisch leven, de kennis van de plichten van zijn
staat; betrachting van recht vaardigheid en lief
de; en geen scheiding tusschen moraal en eco-
ncmle. Daarmede is pastoor bet ook eens, doch
hij sou de Eucharistie voorop willen zetten, cm
de jeugd in de eerste plaats tot Christus te bren
gen.
HU betreurt, dat er niet een ernstige studie van
wordt gemaakt en rapport uitgebracht.
De voorzitter vraagt, of nu reeds de tijd geko
men is, om als eenheid naar bulten te treden.
Onze actie is niet alleen gericht op de aanbid
ding In de Kerk, maar ook op bet optreden naar
buiten.
Hij wijst er tenslotte op, dat Monseigneur een
directeur benoemd heeft voor de jeugd beneden
17 jaar. De rapporten zjjn aan Mgr. uitgebracht
en wellicht aan den nieuwen directeur overge-
teacht.
wereerd Maar da's toch
menschen geen manier yi
een eeuwigen schrik op je
X zeggenik ben erg op Jullie gesteld, maar
heusch," en angstig keek ze rond, „dan zjjn
enze gezellige avonden afgeloopen, hoor! *k Wil
je natuurlijk met alle liefde bij me antvangen,
maar hier, in dit spookhuis, kom ik nooit meer.”
,Dat zou ons spijten, tante; enfin, daar pra
ten we nog wel eens over. Zal Ik u maar even
naar de tram brengen?”
Tante nam afscheid van Mlen en vroeg of
ze overmorgenavond bj) hAAr op visite kwam,
wat Mlen niet beloofde.
Mom je gauw terug, man?” vroeg Mlen met
iets angstigs in dX stem.
Matuurlijk, vrouwtje,” en eenlgszins onder
zoekend zag hjj haar aan. Toen knipoogde njj
onmerkbaar en ze antwoordde met een glim
lachje.
Toen Jan terug kwam, vroolljk lachend, vond
hj> haar snikkend.
Maar kind, wat is er gebewrd?” vroeg hij
verschrikt.
„O Jan, k geloof niet, dat W» er goed aan
gedaan hebben, die vreeselljke geschiedenis aan
dat oude mensch te vertellen. Eb» je vertelde X
zóó vreeselijk, zóó werkelijk, zie je.... en wat
zette tante een gezicht, heb je dat gezien?" En
Mlen barstte nu in een lang
nuwachtig lachen uit.
Jan werd bepaald ongerust.
Mom, vrouwtje, wees nou kalm; we zullen
maar gaan slapen, hè?”
Ze knikte met een zenuwachtigen trek om
den mond. Midden in den nacht werd Jan ge
wekt door het hevig snikken van Mien.
„Wat is er?” vroeg hjj angstig.
„O Jan, X is zoo vreeselijk. Ik zie niets dan
bet onthoofde lichaam van dien gierigaard voor
me en het hoofd dat er omheen rolt. X Is ont
zettend."
.Maar dat verhaal heb Ik toch zelf verzonnen:
da's toch reine onzin.” suste hij.
„X Kan me niet schelen. Dc zie het de kel
dertrap opkomen en hier de slaapkamer inrollen.
O man, ik kan X niet langer aanzién."
Eindelijk viel ze in een onrustigen slaap.
Den volgenden morgen lachte Jan haar uit,
maar tegen den avond maakte zich weer een
onbedwingbare onrust van Mlen meester en de
nacht was eenvoudig ellendig. 'Zóó ging X een
voudig niet langer. Tante Anna kwam niet
meer en Mlen had in den avond niet veel af
leiding.
Toen de toestand na verloop van een week
niet veranderd was, besloot Jan een zenuwarts
te raadplegen, wien hjj de geschiedenis vertelde.
Deze schudde het hoofd, noemde Jan onvoor
zichtig en ried hem aan te verhuizen naar een
licht, vroolljk huis, liefst met grooten tuin.
Jan en Mien zjjn verhuisd, wat hun op
dig wat geld kwam te staan en Mien had <1
na geen schrikwekkende voorstellingen
Maar tante Anna kregen ze weer terug. Die was
hen niet meer in dat enge huls komen opzoeken,
maar ze had toch verder niet meer aan die
spookgeschiedenis gedacht, vertelde ze.
oorzaakt wordt door bet plotselinge toestroomen
van lucht in de flesch.
Het volgende te een wijziging van dte proef,
men giet in een flesch wat alcohol, welke men
aansteekt door er een brandende lucifer in te
welpen. Zet men boven op den hals een zeer
rijpe banaan, dan ziet men deze met een klok
kend geluld de flesch binnendringen, alsof een
gulzigaard haar haastig opstokte.Als ge van
te "oren twee of drie overlangsche sneden in de
bananenschil hebt gemaakt, ziet ge deze zich
verdeelen in twee of drie strooken. welke op den
hals van de flesch blijven liggen. Zoo kunt ge
aan tafel het gezelschap vermaken door »»m
„banaan, die zichzelf schilt!”
jinilIHMlnillMUIItlMaHUHNIMHHliMNHIlf
asataeMèMMsaaaessaatMMisksiaasssseasasssseseesssê
BELGRADO. 12 jan. (Reuter* De kleinste
man in Joego-Slaviè, genaamd Ivan Trajko-
vitsj, die nog geen 60 cM. lang ia, heeft zjjn
60sten verjaardag gevierd. HU woont in een
afgelegen dorp en wordt door zUn dorpsge-
nooten als .geleerd" beschouwd. Nog nooit heeft
hij een auto gezien en hü zegt er ook niets be
nieuwd naar te zijn.
Slechte één keer heeft hU zUn geboortedorp
verlaten, om een nabijgelegen stad te bezoeker,
maar hjj keerde zoo gauw mogelUk terug.
Circus-dlrectles hebben den dwerg al verschil
lende malen aantrekkelijke voorstellen gedaan,
maar steeds beeft bU ze van de hand gewezen.
„Waarom zou ik weggaan?” placht hU te
zeggen
„Hier ben ik geboren en hier wU ik sterven."
hU, X* slanke, flinke figuur, In een keurige uni
form van ..yachtsman" en zij. ’n mooie jonge
vrouw, gekleed in een eenvoudige peignoir van
crème-kleur. HU bruin van tint, met ’n punt
baardje, in zjjn manieren en bewegingen van
hooge voornaamheid; sU blond en gracieus.
Onder de equipage viel bijzonder op X*
athleet van X» kerel met geweldigen baard en
groote, behaarde handen Xi type van Xi ver
rader uit een melodrama. Te oordeelen naar zijn
pet met smalle gouden bles en zjjn Jasje met
metalen knoopen, die Ahkers vertoonden, scheen
hU eerste-stuurman te zUn. Op den achtersteven
stond een rossige kolossus met bakkebaard.
Xi volbloed-Tankee, die de bewegingen van het
schip leidde met zeldzame handigheid en koel
bloedigheid.
Ofschoon het bUna zonsondergang was,
heerschte er een benauwende hitte.
Dit deed den eerste-stuurman tot zUn collega
zeggen:
„Johnny, kerel, ben je nog niet ge
smolten? Wat X> temperatuur! Je sou denken,
dat )e in Toulon was...."
De andere spuwde een lange straal geelachtig
sap overboord en antwoordde met een Yankee-
neusklank.
Meste tabak!.... Toulon, zei je?..
Toulon vriest en sneeuwt het toch.
„'n Beetje sneeuw zie je van tUd tot tUd
overal”, antwoordde de andere, „maar dat is
'ikwUls warme sneeuw, waar de bladeren niet
?ens nat van wórden....”
De Yankee begon te lachen en wilde op zUn
water zag rondspartelen, pikte
TOKIO, 12 Jan. (Reuter) Een professor van
de tandheelkundige Unlversltelt te Kyushu
meent dat het mogelUk is de tanden van dieren
te plaatsen in de kaken van den mensch.
HU is er in geslaagd tanden van menschen
te plaatsen In de kaken van eekhoorns en an
dere dieren. De meeste dezer operaties zUn met
volkomen succes uitgevoerd.
De heer Theu nissen merkt op. dat niet ieder
voldoende met de nieuwe werkwijze bekend is;
en daarom blijft men met de geringe resultaten
maar voorttobben. Tot voor korten tijd was daar
nog een andere reden dan onbekendheid voor
aan te voeren; toen ontbraken goed onderlegde
leiders; doch dat laatste bezwaar wordt steeds
minder, nu alom cursussen worden georgani
seerd, en men binnen niet al te langen tijd
ever een voldoend getal geschoolde jeugdle-
ders zal kunnen beschikken. Op duldelUke en
uitvoerige wijze zette hU de oude werkwUze en
de nieuwe richting uiteen.
Wanneer spr. scheeve ideeën heeft recht ge
zet. dan acht hU zUn doel bereikt. De nieuwe
richting gaat vol vertrouwen de toekomst in.
Wanneer de vrouwelUke jeugd zich uit met.
Excelsior. Alleluja, vooruit! dan kan de manne
lijke roepen: „Voor Christus, onzen Konlng!
God wil het.”
Naar aanleiding van het gesprokene ontspon
zich een aangename gedachtenwisseling.
Pastoor Möller vraagt tenslotte, of hU ook mag
spreken over de Jeugd boven 17 jaar. En dan
mist hU de quaestle van het huwelUk. Het groote
gezinsleven in Italië dankt men aan het jonge
huwelijksleven. En dat mist hU In onze jeugd
beweging Is dat nu Juist niet iets voor den Dioc.
Jeugdraad, om in studie te nemen?
De voorzitter gaat met het aangehaalde arti
kel van pastoor Möller ook accoord. Wellicht
kan de quaestle in een volgende vergadering in
bespreking komen.
hU een langwerpig
dolk in den ceder-
llchaam. Het hoofd van den man was verawenen
en eerst na lang zoeken,kwam men tot de ont
dekking, dat de loese zerk, die ongetwijfeld, toen
de man plat voorover lag om zijn geldkist te
laten zakken, was gekanteld en hem met het
volle gewicht op het hoofd gevallen was, dat
over de opening was heengebogen. Het hoofd
werd door de zware zerk van den romp
gescheiden en het verdween in den kuil, terwij)
het lichaam in den kelder lag. Dat ontn*»*de
lichaam nu, hoort u tante,” en Jan's stem daal
de nog dieper, „dat onthoofde lichaam 's soms
in huis zichtbaar, en ook het hoofd, maar af
zonderlijk.”
„Ik heb er om gelachten,” vervolgde Jan, „tot
gisteravond toe heb ik er om gelachen. Gister
avond echter was Jansje er niet en moest ik wat
kolen scheppen. Ik opende de kelderdeur, laaide
het trapje af en door een geheimzinnige wind
vlaag werd de
kaars, die ik in
mUn hand hield,
gedoofd. In het
Tante Anna was een flauwte nabU en Mlen
borduurde niet meer. Jan vervolgde:
„Ik stond als aan den grond genageld. Roepen
kon ik niet. MU van de plaats bewegen evenmin.
Ik staarde maar naar het onthoofde lichaam,
tot eindelijk iets, dat bewoog, mijn aandacht
trok. Ik keek naar den grqnd, ja, dAAr was
het hoofd het hoofd met grijnzend gelaat,
dat mu met holle oogen aanstaarde, en het
rolde.... hoort u tante, het rolde in Xi kring
om het hoofdelooze lichaam heen, in hetzelfde
tempo, niet sneller, niet langzamer. Hoe ik weer
in de kamer kwam, weet ik niet, maar ik ben
er uren van vanstreek geweest en nooit kom ik
weer beneden. Maar tante, en dAt is het vree
selljke va i de zaak, die verschijnselen vertelden
mjj de vorige bewoners, bepalen zich niet tot
den kelder alléén, maar werden vroeger ook in
andere kamers waargenomen en daarom wilde ik
u vooruit waarschuwen, opdat uw schrik niet
te hevig is.”
„O kinderen,” sidderde tante Anna, „hoe ver
schrikkelijk, dat jullie dat treffen moet. Ik....
ik wou nu liever naar huls. Tc Ben heelemaal
ontdaan.... En wanneer gaan jullie verhui
zen?” x
„We gaan niet verhuizen,” zei Jan kort.
„Ga je niet verhuizen?" vroeg tante verbou-
voor fatsoenlijke
;an doen! Je zou je
hals halen. Ik moet
op dit blad ZUn Ingevolge de verzekerinnvoorwaarden tegen Z 9/1/)/} bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f TC/) bfl een ongeval met f OC/Ï bij verlies van een hand f 1 UC ojj verlies van een C/t bj) een breuk van Z/l bU verlies van *n
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f s/l/t/l/e” verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelUkan afloop/ ^*/(/e” een voet of een oog 1 duim of wijsvinger f «/(/•"been of umf TV,’ anderen vinger