Oceaanreuzen in vlammen I 15ïet wtfaal aan den dag L voortzelten. Ik heb nog een heele week voor me; daarna moet ik weer in mn betrekking terug, maar in die week hoop ik het zaakje wel op te knappen.” D I FAVORIET I W'branden tique" en I AKKER.CACHETS Zoo’ii erge Hoof dpi jn? ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Het merk ROBINSON staat op iedere HET GROOTE AVONTUUR zool. Let daar op GRIEP f3000.verhes'vsï^^tteïmenH^lde'beenea1?! Pelde'oogen f 75O.~ doodelijken afloop f250.- een voet of een oog DINSDAG 24 JANUARI WÉINIG GEVAAR Voortreffelijk uitgerust Het reisverkeer Liefdesapostel Chopin’s laatste reis Clemenceau’s genoegen in volle see Alle abonné s Sngtv*uen FEUILLETON Als niet alle omstandigheden tegenwerken, is het schip veilig Ij 2^ct. SOPLA CIGARILLOS 2'^ct. I I* IOTQMÜöIELmMOTORR’JWIEL Xtentoohstellihg 27JAHVARt-^FEBPUARI. Of De brandende „Atlmlique” 1’ Indringers dood gevonden In de fouragepakbulzen van den beer Jellesma te St Nicolaasga wemelde het van ratten, dieden eigenaar groole schade toebrachten. Op aanraden van een drogist werd een proef genomen met Rodent en het resultaat was verrassend. ,lk ben nu zoo goed als geheel van ratten bevrijd" schrijft genoemde heer ons daarna, .en had het geluk met één doosje 120 ratten te dooden." Zulke successen zijn niet zeld zaam, eiken dag doodt Rodent duizenden ratten en muizen Indien dit ongedierte Uw eigendommen ver nielt, koop dan nog heden een doosje Rodent, gebruik het op de voorgeschreven manier en mor gen zult U van rat en muis bevrijd zijn. Enkele doos 50 ct. dulbele doos 90 ct Importeurs: Fa. B. Melndersma - Den Haag. B 44 >81 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERDIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Miskende De winst- en verliesrekening i®-. te hebben op het K. l 1 niemand minder dan de Ze vond daar een zeemanstrui, en na dat ze die had uitgerafeld, breidde ze zich een nieuwen jumper met de woL „Vind je 'm niet mooi”? vroeg ze. sr?” vroeg terwijl ze hem aan Topsy toonde. con- ,J»een,” zei Ivy. „Eerst moet ik hem waaschen." Nadat haar jumper had gewas- herhaalde schen, liet ze hem drogen in de zon. Janus Maar de zon was zoo heet Op het Artls-eiland. dal de jumper veel te snel droogde en daardoor kromp tot heel kleine afmetingen. Ivy had wel een uur noodig om m aan te trekken. Ze scheen er nu niet «Morgenavond vervolg) uit te drukken in bijna HU 14 van goed, want de overheid, daar ginds toch al Woedt vervolgd). v zoo erg meer mee ingenomen „t Lijkt wel, of hU gekrompen is,” .Drachtig." zei Topsy. „Doe 'm eens aan. om te zien, boe hij je staat." Ga! mijn vooruit, ga nu!” herhaalde de zonderlinge bezoeker op een toon die geen verdere bezwaren duldde. De Franectunan stond heel zachtjes op, knip te het licht uit, en sloop naar het achtergedeelte n te ga- ,ulf zand En van i van 1 De Wanneer uw vrouw soms jarig is Of baby Krijgt een tand. Of wel u heeft voor eigen pret Een werkje onderhand: Bedenk dan. dat de wetenschap Daartoe een middel schiep! En u schrijft keurig aan uw baas „Mijnheer, ik heb de griep... «Ingezonden Mededeeling) het ■4 "AKKERTJES" En trekt het mooie winterweer U door zijn ijsbaan aan. Dan is het ook wel moeilijk om Verleiding te weerstaan: Bedenk dan, dat de wetenschap Daartoe een middel schiep! En u schrijft keurig aan uw baas .Mijnheer, ik heb de griep...." GEOPEND wu> 10v.m.-5>u<. van 8h.m-IOmn SLUITING ZONDAG 5 FE BR. 5u.uk I te zeggen, den sloot de luikjes, pte, toen zU had vastgesteld dat van binten af niets zichtbaar was. het electrische licht aan. BU het zien van de achoone jonge vrouw, wier gelaat bleek en wier blik otnsluierd was van smart, maakte de Hindoe een beweging en zonk langzaam op de knieën. zei Topsy. „O, wat zonde ,Jk zou m den papegaai maar laten dragen,” grinnikte Freddy. dus de kamer uit. De bezoeker was vader van Naatje Stuifzand. „Ah! Goeie morgen!” riep Janus hem ver heugd toe; „ik heb u in langen tUd niet gezien paar rug, i de dus b|j verlies van "n anderen vinger tróle op de electrische Installaties is dus van het grootste belang voor de veiligheid schepen. Bij al deze veibgheidsmaatregelen blijft intusschen niettemin mogelijk, dat er branden ontstaan.-wanneer alle omstandigheden tegen werken. Maar dan nog, wanneer het schip ver loren moet gaan, blijven nog de reddingsboeien, die voldoende ruimte moeten kunnen oieden er> die tegenwoordig vrijwel onmogelijk kunnen zinken Deze booten zijn voorzien van watervrjj afgedekte motoren, die op flinke afstanden be rekend zjjn en bovendien hebben zij radlo-ap- paraten aan boord, waardoor zij zich met de buitenwereld in verbinding kunnen stellen Zoo ziet men, dat de Oceaan-reuzen toch wel een hooge garantie voor veiligheid bieden en dat levensgevaar bjj brand alleen dan kan ont staan, wanneer letterlijk alle omstandigheden tegenwerken. Eindelijk zjjn de pogingen van het „Poolsche Comité tot het overbrengen van het stoffelijk overschot van Chopin naar zijn vaderland” met succes bekroond. De Fransche regeering heeft haar vroeger standpunt laten vsren en toestemming verleend. Het gebeente van den componist wordt uit bet graf op 1 Parljsche Père Lachaise opgegraven en naar Wolja, een voorstad van Warschau en de geboorteplaats van Chopin, overgebracht. Chopin, wiens moeder een Poolsche en wiens vader echter een Franschman was, had in zijn testament bepaald, dat hjj in Frankrijk begra ven wenschte te worden, maar «lat zijn hart in Polen moest rusten. Deze wensch van den Poolschen componist was indertijd ook in vervulling gebracht. Ach,~ eiken dag naar dat kantoor. Dat is ook niets voor mij! Als u zóó denkt, neem dan gerust Een dag of vier, vijf vrij: Bedenk dan, dat de wetenschap Daartoe een middel schiep! Èn u schrijft keurig aan uw baas „Mijnheer, ik heb de griep...." volkomen onkundig. Hij bleef in volstrekte ver eenzaming. met geen andere omgeving dan de vier muren der cel en zonder zelfs ook maar de minste tijding te ontvangen van zijn vrouw. Deze was op haar jacht de gevangene der Britache soldaten en leefde daar eveneens zoo goed als in eenzame opsluiting. Met de bemanning was het precies hetzelfde gesteld; zij kon zich met de buitenwereld op geenerlei wijze in verbinding stellen. Als voorzorgsmaatregel tegen alle verrassin gen was de ligging van het jacht verplaatst naar het midden van den stroom en werden alle inkoopen gedaan uitsluitend door Engel- schen. De bewaking was buitengewoon scherp en de aflossing had plaats om de twee uren. Overigens zorgde men ten einde' den tijd te dooden goed voor het onderhoud van het schip: er werd schoongemaakt, hier en daar gerepareerd en bijgeschilderd, kortom alles wat anders in volle zee verricht werd. Des nachts sliep men. behalve natuurlijk de wacht op de brug en de man die voor de ver lichting zorgde. De soldaten gevoelden onwillekeurig dat zij in eene hun vijandige omgeving leefden en volgden hun consignes op als automaten.... De naderende nacht had over de rivier zijn donkere sluiers uitgespreid. Het was de vierde sinds de dramatische aankomst van kapitein Pennyless en zijn jonge vrouw in Britach-In- dié. Het kon ongeveer tien uur in den avond zjjn geweest. De eerste «tuinman lag op zijn brits Maar heeft u wórk’lijk eens de griep, Want dat komt óók wel voorr Dan heeft u thuis toch niemendal. Dus.... u gaat naar kantoor! Een zakdoek en wat aspirien Uw baas zegt: wat een type! Die kerel gloeit van arbeidslost Al heeft hij ook de griep! MARTIN BERDEN Wanneer u eens zijt uit geweest En ‘t werd toen nogal laat. Of wel u heeft het ’s morgens vroeg Met haarpijn nog te kwaad: Bedenk dan, dat de wetenschap Daartoe een middel schiep! En u schrijft keurig aan uw baas .Mijnheer, ik heb de griep...." Binnen een kwartier kunt Ge die vergeten zijn en U als herboren voelen door één of twee van die Volgns recept *ow Apotheker Dvmatit ..Nou. vertel t me dan maar niet; t kan me ook geen lor schelen,” viel de beminnelijke maagd uit. ..JU betaalt m U zestig gulden. Praat me niet van geen geld hebben. Je hebt wel geld om Naatje te trouwen. Je doet beter als je me nu dadelijk geld geeft, dan ga ik er dadelijk heen.” Janus Huisman zuchtte, ging langzaam de kamer uit. de trap op naar boven en keerde binnen enkele minuten terug met een bankje van zestig. Zoodra z'n zuster vertrokken was. sloot de dikke groenteboer z'n winkel, stuurde z'n loop jongen haar huls, stak 'z'n pijp op en wachtte de terugkomst van z'n gezante af. Even over negenen kwam ze thuis. Hoe ben je geslaagd?" vroeg Janus, terwijl ze hoed en mantel aflegde. „Och. zoo-zoo." antwoordde ze nonchalant. ..Wat zei je?" vroeg hU weer. ,Jk heb een heeleboel leugens verteld." ant woordde juffrouw Betje, en nam plaats aan de tafel. „En hoe nam ze 1 op?" „Nou, om je de waarheid te zeggen, ze nam er niet veel notitie van Janus' gezicht werd aanmerkelijk langer. Maar dat is minder.” hernam z'n zuster, terwijl zij zich koffie in schonk. ,Jtu ik eenmaal met de zaak begonnen ben. zal ik haar -t— - gezicht of hem een kies getrokken werd. „Daar dacht ik zelf ook juist over. Ik ..En een nieuwe mantel." ging de- dame voort. „Wat?” riep Janus verschrikt uit. J een nieuwe bont," ging de eischeres kalm voort. Janus keek hulpeloos naar 1 plafond, toen naar de pendule op den schoorsteenmantel en daarna weer naar z'n veelelschende zuster. „Dat kan me wel vijftig gulden kosten,” klaagde hU. met een snik in zijn stem. .Misschien wel wat meer. Geef maar zestig en van 1 geen ik overhoud, koop ik een ca deautje voor jou.” „Ik kan t niet betalen.” mompelde Janus, met een gezicht als een oorworm. c„Wat?” riep ze, „je verdient geld als water.” „Och, dat denkAje maar,” kreunde haar broer, „t Is ellendig met den groentenhandel. Als Ik je nu vertelde wat ze me laatst durfden te vragen vaar Brusselsch lof, dan kreeg je be paald een beroerte En iedereen zag in deze ontzettende gebeur tenissen het onvermijdelijke gevolg van de on verstandige en volstrekt onnoodigc lijkenschen nis -,an den terechtgestelden poendlt. den Brah- maanschen „wijze". Nanpdra. Men had ge meend aldus den Hindoes voor geruimen tijd schrik te kunnen inboezemen, maar deze poli tieke misgreep had hun fanatisme slechts aan- gewskkerd. Het is niet voldoende raak te slaan, men moet bet ook op iet juiste oogenbllk en met reden weten te doen anderen kant nam bet gebeurde i Pennyless, den rijken Yankee, afmetingen aan en dreigde voor het Britsche gouvernement diplomatieke ver wikkelingen tengevolge te zullen hebben. Engelschen en Amerikanen. John Buil en Oom Sam, die overal ter wereld op elkaar na ijverige broeders, kunnen onderling geen an- t 1 fT t>U verlies v»n een f Cf} oü een breuk van Af} I AZGU*-duim of wijsvinger f <zl/»"been of arms (Nadruk verboden) NtiiaiHiiiitiiiiiiiiiiiiirtiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiniiiiiiiiiiiiiiiiminiiiiiiiirï zich voldoende weet alle talen „Waar kom jij vandaan’.... Alle duivels!..” vraagt hjj in wonderlijk, maar toch genoegzaam verstaanbaar Engelsch. De Hindoe zegt niets, maar wijst eenvoudig met zjjn zwarten vinger naar de rivier. „M'n complimentl Dat is geen gemakkelük karweitje! En wie bent u?” ,,’n Trouwe en toegewijde vriend „Bent u dan misschien één van die zwem mers, die wij n paar dagen geleden uil de mui len van de krokodillen hebben gered?” -Ja!” „En wat wilt u?" „Ik wil dadelijk de echtgenoote spreken den Sahib, van kapitein Pennyless...." „Maar, beste vrind, dit is toch geen uur om op visite te komen”. Welke sommen de verschillende naties hun reizen in het buitenland noodlg hebben en hoeveel iedere Staat aan de toeristen verdient, is onlangs door den Volkenbond in een statls- l tiek vastgesteld. Onderstaande getallen toonen de winst, welke den afzonderlUken landen van het toerisme overblijft. nadat de sommen af getrokken zijn, welke de eigen onderdanen op hun reizen in het buitenland uitgegeven heb ben. Volgens deze statistiek had Italië in 1926 uit het toerisme een ontvangst van 107 millloen dollar. In 1927 groeit dit bedrag tot 126A aan. i In Frankrijk zijn die cijfers zeer varleerend geweest. In 1926 bedroegen de ontvangsten 422.5 millloen dollar. In 1927 daarentegen slechts 235 5 millloen. in 1928 was weer een stijging merkbaar, toen bedroegen de Inkomsten nJ. 315,2 millloen dollar. I Uit de statistiek blijkt verder het zeer inte ressante feit, dat de inkomsten der Vereenigde Staten van Amerika uit het toerisme veel ge ringer zjjn dan de uitgaven, welke de Ameri kanen in andere landen doen. In 1926 gaven de Amerikanen 475 mlllioen dollar meer In andere landen uit dan zjj in denzelfden tijd aan het vreemdelingenverkeer in eigen land verdienden. Het deficit tg zelfs in de volgende jaren voortdurend nog grooter ge worden: in 1927 bedroeg het 533 millloen, in 1928 741 mlllioen. In 1931 hebben de Ameri kanen nog slechts 654 mlllioen dollar meer uit gegeven op reizen In het buitenland dan zij op reiziger» uit andere landen verdiend hebben, wat zeker Wel een gevolg is van de ongunstiger wordende economische toestanden. dere verhouding dan die van kat en hond, en de gezant die te Calcutti de regeering van Was hington vertegenwoordigde, nam beslist en en ergiek de partij op voor een zijner landslieden en roerde zich op onrustbarende wijze. En om de verwarring nog grooter en den toe stand, die toch al zooveel geestkracht en bele.d elschte, nog meer onhoudbaar te maken, was de onderkoning zooals in dergelijke omstandig heden veelvuldig pleegt te geschieden afwe zig! Vandaar dat Calcutta en weldra heel de pro vincie Bengalen ten prooi waren aan een onbe schrijfelijke opwinding. i intusschen was, ondanks het optreden den Amerikaanschen diplomaat, de positie Pennyless veeleer verergerd dan verbeterd. i bedreigingen en de misdaden der „Wor- gers” deden aan zijn geval meer kwaad dan ___2_ ----- ---- i jjoo wantrouwend, had door de gebeurtenissen der laatste dagen hel hoofd geheel verloren en be schouwde hem als de oorzaak van den moord op president Taylor. En het scheen, ondanks alle protesten van kapitein Pennyless dat de overheid gelijk had Iedereen moest wel tot de conclusie komen dat de ongelukkige magistraat gevallen was als slachtoffer van zijn hardnekkige weigering om den kapitein onmiddellljk in vrijheid te stellen. Men moest nu nog maar te weten komen of de Amerikaan de aanstichter was van deze mis daad of enkel en alleen een onvrijwillige en on bewuste medeplichtige. Men liet hem van al hetgeen er gebeurd was brand is ontstaan, zoodat men direct vso het blusschingswerk kan beginnen. TegelUkertijd treedt een automatisch bluschapparaat In wer- hoeveelheld koolzuur in uitstort, zoodat de brar.d toch be- enk er om, Betje. dat je daar nu met in huis valt als een dolle koe." zei Ja nus Huisman tegen s’n zuster, terwijl hU achterover geleund in z'n stoel, de beide duimen in z ni vestzakken stak. ,Je zou op die manier ailes bcCerven.” „Je hebt niets anders te doen,” ging Janus voort, „dan er lederen avond een visite te ma ken van een halfuur en dan heel vleiend over me te spreken. Je zult gauw indruk op haar maken. „Ik kan me niet begrijpen," begin je, „dat mijn broer Janus nog niet getrouwd is. HU kan aan ieoeren vinger een vrouw krijgen.” „Wat 'n schandelijke leugen!” viel Betje uit. „Nou goed, noem het dan een leugen." bitste Janus terug, „dat beteekent nlemandal. In de liefde, evenals in den oorlog, is alles geoor loofd. Als je 't goed wilt doen, moet je je ver beelding laten werken.' „Ik ben van plan om niets te doen.” ..Nou, je gaat er heen.” vervolgde haar broer onverstoorbaar, „en je vertelt haar wat een be minnelijk humeur ik heb. En dan zeg je haar hoe verdrietig het voor je is. dat je niet altijd voor me kunt bLUven zorgen. ,De arme jongen.” zeg je dan. „wat zal hij het eenzaam hebben als ik weg ben. HU is net de man om weg te kwijnen als hij niemand heeft om lief te heb ben." Juffrouw Betje keek naar de omvangrijke figuur van haar broeder en lachte sarcastisch. „Zie me soms voor volslagen gek aan?” vroeg Betje verontwaardigd. „O, nee, nee, ik Wpu je maar eenige wenken geven.” „Ik heb Je wenken niet noodlg.” luidde het vinnige antwoord. „Wat ik noodlg heb, is....” Hier hield te op en keek den kleinen corpu- lenten man met haar koele oogen aan. „Wel?” vroeg Janus, met angst in z'n stem. „Een nieuwe hoed.” zei ze kort en droog „O. zeker,” antwoordde haar broer, met een Naar aanleiding van de onthulling van Clemenceau's standbeeld, citeert een ParUsch blad een passage uit het nieuwe boek van Winston Churchill „Gedachten en Avonturen” waarin de schrijver vertelt, hoe hij zich eens met den voormaligen minister-president Clemen ceau aan het front bevond. „Onophoudelijk sloegen granaten in. De „Tijger" schreed langzaam een kleinen heuvel op. vanwaar men het strijdveld kon overzien zonder direct aan het vuur blootgesteld te zijn. We vertoefden daar ongeveer een kwartier. Clemenceau was zorgeloos als een kind in de vacantie; die hem vergezelden waren echter des te ongeruster. Zij verzochten mij den minister president te bewegen, zich terug te trekken. Juist toen wij den weg bereikten, sloeg een granaat uiteen midden tusschen een troep paar den. die levend uit elkaar gerukt werden. Een der gewonde dieren galoppeerde met bloed over dekt, op ons toe. Clemenceau hjj was toen 74 Jaar greep het dier bU <len teugel en bracht het weldra tot staan. Toen eerst stapte hU in z'n auto. „Wat een heerlUk moment zei hjj zachtjes tegen mij. Later verweet ik hem, dat hij zich zoo aan het gevaar blootgesteld had. maar hij ant woordde: „Maar, dat deed me toch zoo'n echt genoegen!” „Niet zonder dringende reden lieb ik het ge vaar van de rivier-monsters en van de kogels der Engelsche soldaten getrotseerd....” „Ik zeg niet: neen.... maar mevrouw «al wel slapen.... en Ik zou een van haar kame niers moeten wekken om haar te vragen ot zU u ontvangen kan,” „De vrouw van den Sahib slaapt niet. haar hart is verscheurd van droefheid.... zij beweent hem dien zU liefheeft, woorden zullen haar goed doen Van den i met kapitein onverwachte '•esssssseessssssessessa Maar, zooals het meer gaat, moest ze den volgenden avond van haar visite thuis komend, ^ekennen. dat de dochter des huizes niet de minste aandacht aan haar loftuitingen op Ja nus had geschonken. „Ik heb allerlei onzin uitgekraamd over het geluk van getrouwde menschen en het voor deel een bezadigd man tot echtgenoot te heb ben en meer van die dwaasheden." verklaarde Betje geërgerd, „maar Naatje Stuifzand zat daar al dien tijd en deed geen mond open. Het was haar vader die mij te woord stond.” ^..Misschien denkt die er wel aan te her trouwen,” opperde Janus. „HU!” riep Betje. met een verachtelijk neus ophalen, „ik zou niet weten wie zoon versle ten, oud mirakel zou willen hebben!" ..Misschien slaag Je morgen beter.” meende Janus. „Dat zal ik zeker. Echter, het resultaat der volgende avonden was al even gering. Ofschoon Betje haar uiter ste best deed, zei Naatje Stuifzand geen boe of ba. .Je zult er zelf op gf moeten," verklaarde Betje op Zaterdagmorgen, terwijl ze haar goed bijeen pakte in de kamer achter den winkel. „Als ze Je niet hebben wil. dan weet je t in eens. JU moet net opknappen. Ik heb je daarvoor betaald.” Wat zeg je? Er zelf naar toe gaan? Ik denk er niet aan. Broer Janus stond juist op t punt in toorn tegen z'n zuster uit te barsten, toen hU iemand z'n winkel zag binnen komen. HU haastte zich pas een paar scheeps- achter den rug, die van M. C. Hooft” en de „Atlan- niet zonder reden dus vragen velen zich af, of we in de naaste toekomst niet een epidemie in scheepsbranden gaan beleven. Zelden beleven we, dat groote gebouwen geheel door brand worden vernietigd en zeker niet, wanneer zU van moderne bluschapparaten zijn voorzien. BU schepen schUnt dit ander» te zijn. Behalve de twee zoo juist genoemde voorbeel den zUn- er nog andere te over. Het vong jaar b v. is de Fransche boot ..George Phllippar” door brand omgekomen, terwijl de Dultsche stoomer .Muenchen en de „Europa" eenlgen lijd daar voor door brand werden vernield. Dat de ..Atlantlque" niet behouden kon wor den. lag waarlijk niet aan de onbedrevenheid der bemanning, want deze oefende vaak en op regelmatige tijden in het blusschen. De wacht was bijzonder streng en een officier was voort durend belast met het toezicht op het brand gevaar Niettemin bleef het steeds mogelijk, dat ergens in bet ruim of in een der kajuiten zich een brandhaard kon ontwikkelen, dien men pas kon ontdekken als het te laat was. Dit alles leidt er toe, dat het reizend puoliek wantrouwen ging krijgen in die groote zeekas- teelen, die trots hun rustlgen en veillgen aan blik niet ongevaarljjk zUn. Maar dit wantrou wen is niet gegrond. Want de meeste groote zeeschepen, en zeker de moderne, zijn voorzien van alarm-apparaten. die uiterst nauwkeurig functionneeren, zoodat een uitbrekende brand direct kan worden bestreden. Uiteraard is een begin van brand steeds en overal mogehjk, waar menschen werken met vuur, lucifers, sigaren en sigaretten en een volstrekte vermijding van brand is natuurlijk niet te garandeeren. Het gaat er om het vuur direct in zijn oorsprong aan te tasten en te bestrijden en hierop zijn de brand weermiddelen op de groote stoom schepen uitstekend Ingesteld. Daar zijn in de eerste plaats de brandschot- ten. waarvan alle afdeelingen van het schip voorzien zUn. Deze zUn zóó aangebracht, dai ze niet opvallen, zoodat de passagiers nooit door het zien van deze schotten aan brandmogelijk- heden w'orden herinnerd. In geval van brand gevaar echter kunnen de schotten direct en au tomatisch in werking worden gesteld, waardoor de passagiers onmiddellljk voor het feit w-rden gesteld. Op deze wijze wordt het schip als het ware verdeeld in een aantal huizen, waarvan de niet brandende volkomen bulten gevaar zUn. Het Is dus mogelUk. dat een bepaald deel van het schip geheel uitbrandt, zonder dat de an dere deelen van het schip gevaar loopen. Deze eene, in gevaar verkeerende afdeellng, kan ge- makkeljjk met alle krachten onder handen ge nomen worden. Deze schotten zijn weer voor zien van deuren, zoodat men alle afdeelingen kan bereiken, ook wanneer de schotten gesloten zijn. De schotten doen echter nog meer dienst. Wanneer n.l. het schip een lek oploopt, «lan kan de wachthebbende officier vanaf zjjn stand plaats op het dek door het overhalen van een handle een bepaalde afdeellng afsluiten met schotten, zoodat alleen die afdeellng onder wa ter loopt, zonder dat de rest van het schip ook maar een oogenbllk gevaar loopt. Maar ook de brandsignalen en de bluschappa raten zelf bieden een groote geruststelling. Op alle gevaarlijke punten van het schip zyn de brandschellen aangebracht, die reeds bij den eersten rook alarm maken, en tot de comman dobrug doordringen. Op de commandobrug schieten dan lichtsignalen aan. die niet ilieen het gevaar melden, maar ook de plaats waar de van het schip, waar het vertrek der beide echt- genooten was gelegen. De Engelschen waren ten minste zóó betame- luk geweest binnen in het schip geen wacht posten uit te zetten. Gevolgd door den Hindoe, die onhoorbaar achter hem aansloop, kwam hij bij de deur en fluisterde in het Fransch: „Mevrouw, ik ben het. Marius hoort n me?” ,Ja. vriend, wat wilt ge?" „Hier is 'n Hindoe.... U weet wel.... een van die welke wij "n paar dagen geleden gered hebben. Hij brengt u nieuws van den kapi tein.” De jonge vrouw slaakte een snel onderdruk ten kreet van vreugde en antwoordde: „Gauw. Marius, gauw laat hem binnen.." De eerste stuurman opende de deur en zag hoe mevrouw Claudia hun in het duister tege moet kwam. ZU liet, zonder een boodschapper binnentrt trok de gordijnen dicht Waar kan ik u Hier zweeg hij plotseling, want dc heer Stuif zand liet met een nydigen slag z'n parapiule op de toonbank vallen. „Die zuster van jou Is die nog hu aan den verbaasden groentebot •Neeen!" stamelde Janus, geheel fuus. „Zoo! Dan zal ik jou de boodschap maar ge ven." bulderde Stuifzand, met van gramschap vertrokken gelaat. „Zeg JU haar maar, dat het mis is.” „Mis is??” echo-de Janus „Je kunt haar zeggen,” schreeuwde Stuifzand, terwijl hij een woedenden blik wierp op de deur, waarachter Betje met alle aandacht luisterde, „dat ik me niet laat inpalmen door haar praat jes over „eenzame mannen" en „gelukkige hu welijken.” „Gelukkige huweUjken?” weer. .Dat komt me avond op avond vervelen met d'r geklets en maakt me belachelUk voor m’n dochter. Als ze een man wil hebben, laat ze dan per advertentie een vragen, liefst iemand met zwakke oogen; b(j zoo een heeft ze de meeste kans.” Janus wilde wat te berde brengen, maar de bezoeker ging opgewonden voort: ,JZij met d'r minnende harten; ze zal bij mU geen minnend hart vinden, om den bl niet, dat verzeker ik je.” „Watbegon Janus ..Sta me tiaar nou niet zoo idioot pen" schreeuwde de woedende heer „als jullie soms denken, dat ik onder.'n hoedje te vangen ben. dan hebben jullie t gtad mie! Eén keer was ik zoo stom me door een we duwe te laten inpalmen, maar dat was voor X laatst, hoor! Ik had me voorgenomen als er weer iemand het spelletje zou willen herhalen. dat ik ze de waarheid zou zeggen, en dat heb ik nu gedaan. En als je me soms niet begrepen hebt, is 1 je eigen schuld. Goeie morgen, mijn heer Huisman!" En z'n parapiule over z'n hoofd zwaaiend stoof de woedende weduwnaar den groenten- winket uit. Ivy kreeg er genoeg -van, altijd, s morgens, 's middags en 's avonds haar ouden gevlekten jumper te dragen; daarom ging ze op zoek op het wrak. king, die een grot de bedreigde ruinil onmiddellljk zoo niét gedoofd dan dwongen wordt Tevens worden automatische waterspuiten in werking gesteld en zelfs zijn overal waar olie in de nabijheid is, schu.m- bluschapparaten aangebracht. Al deze appara ten zijn zoo hoog mogelUk aangebraqht en kin nen nog functionneeren, wanneer het schip half onder water staat. Zoo kan ook de marjonist tot het laatste oogenbllk zijn S. O. S.-signaien de wereld inzenden. BU de ramp van «ie ,Jlt- lantlque" deed zich het merkwaardige geval voor, dat hA schip geen noodsignalen heeft uitgezonden. De eerste noodsignalen kwamen n.l. aan het Dultsche schip de „Ruhr”. Men zou dus moeten aannemen, dat het Fransche schip niet in staat is geweest om hulp te roepen. BU de meeste zeekasteelen Is zoolets ongetwijfeld ondenkbaar Men heeft na de ramp van het Fransche schip In de Fransche pers de aandacht geves tigd op de groote hoeveelheid hout, die iu het schip was aangebracht. Ziedaar inderdaad een noodlottig gevolg van de- overdreven luxe, die men op de groote schepen aantreft en die eischt, dat gioote ruimten met kostbaar bout worden betimmerd, waarbij men vergeet, noe gevaarlijk hout bij brand is. Men dient dus zoo veel mogelUk te vermijden, dat licht brandbare stoffen op een schip worden gebruikt en dat zU. wanneer zU niet vermeden kunnen worden, tegen brandbaarheid worden bewerkt, doordat zU tegen het vuur worden geprepareerd. Ook de electrische geleidingen dienen steeds nauwkeurig te worden nagekeken, want hoe vaak ontstaat geen brand door kortsluiting. Dit was ook het geval bU den jongsten brand op de .France", waarbij men met beslistheid kon vaststellen, dat de brand door kortsluiting was' ontstaan. Een nauwkeurige en voldoende con- Wfl der half te slapen. terwUl de deur van zijn hut op een kier stond. Hij dacht aan zijn kapi tein en verwenschte dezen toestand van ge dwongen niets-doen, dat hem drukte als een looden mantel Plotseling h< neembaar hU iets: een bUna niet waar- geschuifel van bloote voeten in de gang die naar zün hut leidt. En weldra, te mid den der volslagen donkerte, een hUgend adem halen. Hjj richt zich halverwege op en vraagt op gedempte toon in zUn Provenqaalsch dialect: „Quésaco? (Wie is daar?)" Op nóg meer gedempten toon wordt in het Engelsch geantw«x>rd: „Vriend!” In de war gebracht door de eigenaardige uit spraak hervat hij: „Ik beet geen Fred, m'n waarde! Ik ben Marius..., verstaat ge? Ma- riusl. „Set!.... stilte)...." ,.Dond Wacht even.ik boud niet van die geheime grappenmakerij „’n Beetje licht, als X u blieft!.... „Wat zeg je?.... Ucht?...." HU drukt drif tig het koperen knopje van de electrische gelei ding naar omlaag en op hetzelfde oogenbllk straalt het vertrek in blanken lichtschijn. Met zekere onzteltenis ondanks zUn zee- mansnatuur ziet fail voor zich een Indiër, alleen bekleed met een heupbroek. druipnat van het hoofd tot de voeten en die met z'n oogen knipt als een uil In het volle zonlicht. Zün vjjf en twintigjarig zwerven over alle aeeën en door alle landen maken dat Marius

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7