Oceaanreuzen in vlammen
I
15ïet wtfaal aan den dag
L
voortzelten. Ik heb nog een heele week voor
me; daarna moet ik weer in mn betrekking
terug, maar in die week hoop ik het zaakje
wel op te knappen.”
D
I
FAVORIET
I
W'branden
tique" en
I
AKKER.CACHETS
Zoo’ii erge Hoof dpi jn?
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Het merk ROBINSON staat op iedere
HET
GROOTE
AVONTUUR
zool. Let daar op
GRIEP
f3000.verhes'vsï^^tteïmenH^lde'beenea1?! Pelde'oogen f 75O.~ doodelijken afloop f250.- een voet of een oog
DINSDAG 24 JANUARI
WÉINIG GEVAAR
Voortreffelijk uitgerust
Het reisverkeer
Liefdesapostel
Chopin’s laatste reis
Clemenceau’s genoegen
in volle see
Alle abonné s Sngtv*uen
FEUILLETON
Als niet alle omstandigheden
tegenwerken, is het schip
veilig
Ij
2^ct. SOPLA CIGARILLOS 2'^ct.
I
I*
IOTQMÜöIELmMOTORR’JWIEL
Xtentoohstellihg
27JAHVARt-^FEBPUARI.
Of
De brandende „Atlmlique”
1’
Indringers dood gevonden
In de fouragepakbulzen van den beer Jellesma te
St Nicolaasga wemelde het van ratten, dieden eigenaar
groole schade toebrachten. Op aanraden van een
drogist werd een proef genomen met Rodent en
het resultaat was verrassend. ,lk ben nu zoo goed
als geheel van ratten bevrijd" schrijft genoemde heer
ons daarna, .en had het geluk met één doosje 120
ratten te dooden." Zulke successen zijn niet zeld
zaam, eiken dag doodt Rodent duizenden ratten en
muizen Indien dit ongedierte Uw eigendommen ver
nielt, koop dan nog heden een doosje Rodent,
gebruik het op de voorgeschreven manier en mor
gen zult U van rat en muis bevrijd zijn. Enkele
doos 50 ct. dulbele doos 90 ct Importeurs: Fa.
B. Melndersma - Den Haag. B 44
>81
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERDIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Miskende
De winst- en verliesrekening
i®-.
te
hebben
op
het
K.
l 1
niemand minder dan de
Ze vond daar een zeemanstrui, en na
dat ze die had uitgerafeld, breidde ze
zich een nieuwen jumper met de woL
„Vind je 'm niet mooi”? vroeg ze.
sr?” vroeg
terwijl ze hem aan Topsy toonde.
con-
,J»een,” zei Ivy. „Eerst moet ik hem
waaschen."
Nadat haar jumper had gewas-
herhaalde
schen, liet ze hem drogen in de zon.
Janus
Maar de zon was zoo heet Op het
Artls-eiland. dal de jumper veel te
snel droogde en daardoor kromp tot
heel kleine afmetingen.
Ivy had wel een uur noodig om m
aan te trekken. Ze scheen er nu niet
«Morgenavond vervolg)
uit te drukken in bijna
HU
14
van
goed, want de overheid, daar ginds toch al
Woedt vervolgd).
v
zoo erg meer mee ingenomen
„t Lijkt wel, of hU gekrompen is,”
.Drachtig." zei Topsy. „Doe 'm eens
aan. om te zien, boe hij je staat."
Ga! mijn
vooruit, ga
nu!” herhaalde de zonderlinge bezoeker op een
toon die geen verdere bezwaren duldde.
De Franectunan stond heel zachtjes op, knip
te het licht uit, en sloop naar het achtergedeelte
n te ga-
,ulf zand
En
van i
van 1
De
Wanneer uw vrouw soms jarig is
Of baby Krijgt een tand.
Of wel u heeft voor eigen pret
Een werkje onderhand:
Bedenk dan. dat de wetenschap
Daartoe een middel schiep!
En u schrijft keurig aan uw baas
„Mijnheer, ik heb de griep...
«Ingezonden Mededeeling)
het
■4
"AKKERTJES"
En trekt het mooie winterweer
U door zijn ijsbaan aan.
Dan is het ook wel moeilijk om
Verleiding te weerstaan:
Bedenk dan, dat de wetenschap
Daartoe een middel schiep!
En u schrijft keurig aan uw baas
.Mijnheer, ik heb de griep...."
GEOPEND wu> 10v.m.-5>u<. van 8h.m-IOmn
SLUITING ZONDAG 5 FE BR. 5u.uk
I te zeggen, den
sloot de luikjes,
pte, toen zU had
vastgesteld dat van binten af niets zichtbaar
was. het electrische licht aan.
BU het zien van de achoone jonge vrouw,
wier gelaat bleek en wier blik otnsluierd was
van smart, maakte de Hindoe een beweging en
zonk langzaam op de knieën.
zei Topsy. „O, wat zonde
,Jk zou m den papegaai maar laten
dragen,” grinnikte Freddy.
dus de kamer uit.
De bezoeker was
vader van Naatje Stuifzand.
„Ah! Goeie morgen!” riep Janus hem ver
heugd toe; „ik heb u in langen tUd niet gezien
paar
rug, i
de
dus
b|j verlies van "n
anderen vinger
tróle op de electrische Installaties is dus
van het grootste belang voor de veiligheid
schepen.
Bij al deze veibgheidsmaatregelen blijft
intusschen niettemin mogelijk, dat er branden
ontstaan.-wanneer alle omstandigheden tegen
werken. Maar dan nog, wanneer het schip ver
loren moet gaan, blijven nog de reddingsboeien,
die voldoende ruimte moeten kunnen oieden er>
die tegenwoordig vrijwel onmogelijk kunnen
zinken Deze booten zijn voorzien van watervrjj
afgedekte motoren, die op flinke afstanden be
rekend zjjn en bovendien hebben zij radlo-ap-
paraten aan boord, waardoor zij zich met de
buitenwereld in verbinding kunnen stellen
Zoo ziet men, dat de Oceaan-reuzen toch wel
een hooge garantie voor veiligheid bieden en
dat levensgevaar bjj brand alleen dan kan ont
staan, wanneer letterlijk alle omstandigheden
tegenwerken.
Eindelijk zjjn de pogingen van het „Poolsche
Comité tot het overbrengen van het stoffelijk
overschot van Chopin naar zijn vaderland” met
succes bekroond.
De Fransche regeering heeft haar vroeger
standpunt laten vsren en toestemming verleend.
Het gebeente van den componist wordt uit bet
graf op 1 Parljsche Père Lachaise opgegraven
en naar Wolja, een voorstad van Warschau en
de geboorteplaats van Chopin, overgebracht.
Chopin, wiens moeder een Poolsche en wiens
vader echter een Franschman was, had in zijn
testament bepaald, dat hjj in Frankrijk begra
ven wenschte te worden, maar «lat zijn hart in
Polen moest rusten.
Deze wensch van den Poolschen componist
was indertijd ook in vervulling gebracht.
Ach,~ eiken dag naar dat kantoor.
Dat is ook niets voor mij!
Als u zóó denkt, neem dan gerust
Een dag of vier, vijf vrij:
Bedenk dan, dat de wetenschap
Daartoe een middel schiep!
Èn u schrijft keurig aan uw baas
„Mijnheer, ik heb de griep...."
volkomen onkundig. Hij bleef in volstrekte ver
eenzaming. met geen andere omgeving dan de
vier muren der cel en zonder zelfs ook maar de
minste tijding te ontvangen van zijn vrouw.
Deze was op haar jacht de gevangene der
Britache soldaten en leefde daar eveneens zoo
goed als in eenzame opsluiting.
Met de bemanning was het precies hetzelfde
gesteld; zij kon zich met de buitenwereld op
geenerlei wijze in verbinding stellen.
Als voorzorgsmaatregel tegen alle verrassin
gen was de ligging van het jacht verplaatst
naar het midden van den stroom en werden
alle inkoopen gedaan uitsluitend door Engel-
schen. De bewaking was buitengewoon scherp
en de aflossing had plaats om de twee uren.
Overigens zorgde men ten einde' den tijd
te dooden goed voor het onderhoud van het
schip: er werd schoongemaakt, hier en daar
gerepareerd en bijgeschilderd, kortom alles wat
anders in volle zee verricht werd.
Des nachts sliep men. behalve natuurlijk de
wacht op de brug en de man die voor de ver
lichting zorgde.
De soldaten gevoelden onwillekeurig dat zij
in eene hun vijandige omgeving leefden en
volgden hun consignes op als automaten....
De naderende nacht had over de rivier zijn
donkere sluiers uitgespreid. Het was de vierde
sinds de dramatische aankomst van kapitein
Pennyless en zijn jonge vrouw in Britach-In-
dié.
Het kon ongeveer tien uur in den avond zjjn
geweest. De eerste «tuinman lag op zijn brits
Maar heeft u wórk’lijk eens de griep,
Want dat komt óók wel voorr
Dan heeft u thuis toch niemendal.
Dus.... u gaat naar kantoor!
Een zakdoek en wat aspirien
Uw baas zegt: wat een type!
Die kerel gloeit van arbeidslost
Al heeft hij ook de griep!
MARTIN BERDEN
Wanneer u eens zijt uit geweest
En ‘t werd toen nogal laat.
Of wel u heeft het ’s morgens vroeg
Met haarpijn nog te kwaad:
Bedenk dan, dat de wetenschap
Daartoe een middel schiep!
En u schrijft keurig aan uw baas
.Mijnheer, ik heb de griep...."
Binnen een kwartier kunt Ge die
vergeten zijn en U als herboren
voelen door één of twee van die
Volgns recept *ow Apotheker Dvmatit
..Nou. vertel t me dan maar niet; t kan me
ook geen lor schelen,” viel de beminnelijke
maagd uit. ..JU betaalt m U zestig gulden. Praat
me niet van geen geld hebben. Je hebt wel geld
om Naatje te trouwen. Je doet beter als je me
nu dadelijk geld geeft, dan ga ik er dadelijk
heen.”
Janus Huisman zuchtte, ging langzaam de
kamer uit. de trap op naar boven en keerde
binnen enkele minuten terug met een bankje
van zestig.
Zoodra z'n zuster vertrokken was. sloot de
dikke groenteboer z'n winkel, stuurde z'n loop
jongen haar huls, stak 'z'n pijp op en wachtte
de terugkomst van z'n gezante af. Even over
negenen kwam ze thuis.
Hoe ben je geslaagd?" vroeg Janus, terwijl
ze hoed en mantel aflegde.
„Och. zoo-zoo." antwoordde ze nonchalant.
..Wat zei je?" vroeg hU weer.
,Jk heb een heeleboel leugens verteld." ant
woordde juffrouw Betje, en nam plaats aan de
tafel.
„En hoe nam ze 1 op?"
„Nou, om je de waarheid te zeggen, ze nam
er niet veel notitie van
Janus' gezicht werd aanmerkelijk langer.
Maar dat is
minder.” hernam
z'n zuster, terwijl
zij zich koffie in
schonk. ,Jtu ik
eenmaal met de
zaak begonnen
ben. zal ik haar
-t— -
gezicht of hem een kies getrokken werd. „Daar
dacht ik zelf ook juist over. Ik
..En een nieuwe mantel." ging de- dame
voort.
„Wat?” riep Janus verschrikt uit. J
een nieuwe bont," ging de eischeres kalm
voort.
Janus keek hulpeloos naar 1 plafond, toen
naar de pendule op den schoorsteenmantel en
daarna weer naar z'n veelelschende zuster.
„Dat kan me wel vijftig gulden kosten,”
klaagde hU. met een snik in zijn stem.
.Misschien wel wat meer. Geef maar zestig
en van 1 geen ik overhoud, koop ik een ca
deautje voor jou.”
„Ik kan t niet betalen.” mompelde Janus,
met een gezicht als een oorworm.
c„Wat?” riep ze, „je verdient geld als water.”
„Och, dat denkAje maar,” kreunde haar broer,
„t Is ellendig met den groentenhandel. Als Ik
je nu vertelde wat ze me laatst durfden te
vragen vaar Brusselsch lof, dan kreeg je be
paald een beroerte
En iedereen zag in deze ontzettende gebeur
tenissen het onvermijdelijke gevolg van de on
verstandige en volstrekt onnoodigc lijkenschen
nis -,an den terechtgestelden poendlt. den Brah-
maanschen „wijze". Nanpdra. Men had ge
meend aldus den Hindoes voor geruimen tijd
schrik te kunnen inboezemen, maar deze poli
tieke misgreep had hun fanatisme slechts aan-
gewskkerd.
Het is niet voldoende raak te slaan, men
moet bet ook op iet juiste oogenbllk en met
reden weten te doen
anderen kant nam bet gebeurde
i Pennyless, den rijken Yankee,
afmetingen aan en dreigde voor
het Britsche gouvernement diplomatieke ver
wikkelingen tengevolge te zullen hebben.
Engelschen en Amerikanen. John Buil en
Oom Sam, die overal ter wereld op elkaar na
ijverige broeders, kunnen onderling geen an-
t 1 fT t>U verlies v»n een f Cf} oü een breuk van Af}
I AZGU*-duim of wijsvinger f <zl/»"been of arms
(Nadruk verboden)
NtiiaiHiiiitiiiiiiiiiiiiirtiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiniiiiiiiiiiiiiiiiminiiiiiiiirï
zich voldoende weet
alle talen
„Waar kom jij vandaan’.... Alle duivels!..”
vraagt hjj in wonderlijk, maar toch genoegzaam
verstaanbaar Engelsch.
De Hindoe zegt niets, maar wijst eenvoudig
met zjjn zwarten vinger naar de rivier.
„M'n complimentl Dat is geen gemakkelük
karweitje! En wie bent u?”
,,’n Trouwe en toegewijde vriend
„Bent u dan misschien één van die zwem
mers, die wij n paar dagen geleden uil de mui
len van de krokodillen hebben gered?”
-Ja!”
„En wat wilt u?"
„Ik wil dadelijk de echtgenoote spreken
den Sahib, van kapitein Pennyless...."
„Maar, beste vrind, dit is toch geen uur om
op visite te komen”.
Welke sommen de verschillende naties
hun reizen in het buitenland noodlg hebben en
hoeveel iedere Staat aan de toeristen verdient,
is onlangs door den Volkenbond in een statls-
l tiek vastgesteld. Onderstaande getallen toonen
de winst, welke den afzonderlUken landen van
het toerisme overblijft. nadat de sommen af
getrokken zijn, welke de eigen onderdanen op
hun reizen in het buitenland uitgegeven heb
ben.
Volgens deze statistiek had Italië in 1926 uit
het toerisme een ontvangst van 107 millloen
dollar. In 1927 groeit dit bedrag tot 126A aan.
i In Frankrijk zijn die cijfers zeer varleerend
geweest. In 1926 bedroegen de ontvangsten
422.5 millloen dollar. In 1927 daarentegen slechts
235 5 millloen. in 1928 was weer een stijging
merkbaar, toen bedroegen de Inkomsten nJ.
315,2 millloen dollar.
I Uit de statistiek blijkt verder het zeer inte
ressante feit, dat de inkomsten der Vereenigde
Staten van Amerika uit het toerisme veel ge
ringer zjjn dan de uitgaven, welke de Ameri
kanen in andere landen doen.
In 1926 gaven de Amerikanen 475 mlllioen
dollar meer In andere landen uit dan zjj in
denzelfden tijd aan het vreemdelingenverkeer
in eigen land verdienden. Het deficit tg zelfs in
de volgende jaren voortdurend nog grooter ge
worden: in 1927 bedroeg het 533 millloen, in
1928 741 mlllioen. In 1931 hebben de Ameri
kanen nog slechts 654 mlllioen dollar meer uit
gegeven op reizen In het buitenland dan zij
op reiziger» uit andere landen verdiend hebben,
wat zeker Wel een gevolg is van de ongunstiger
wordende economische toestanden.
dere verhouding dan die van kat en hond, en de
gezant die te Calcutti de regeering van Was
hington vertegenwoordigde, nam beslist en en
ergiek de partij op voor een zijner landslieden
en roerde zich op onrustbarende wijze.
En om de verwarring nog grooter en den toe
stand, die toch al zooveel geestkracht en bele.d
elschte, nog meer onhoudbaar te maken, was de
onderkoning zooals in dergelijke omstandig
heden veelvuldig pleegt te geschieden afwe
zig!
Vandaar dat Calcutta en weldra heel de pro
vincie Bengalen ten prooi waren aan een onbe
schrijfelijke opwinding.
i intusschen was, ondanks het optreden
den Amerikaanschen diplomaat, de positie
Pennyless veeleer verergerd dan verbeterd.
i bedreigingen en de misdaden der „Wor-
gers” deden aan zijn geval meer kwaad dan
___2_ ----- ---- i jjoo
wantrouwend, had door de gebeurtenissen der
laatste dagen hel hoofd geheel verloren en be
schouwde hem als de oorzaak van den moord
op president Taylor.
En het scheen, ondanks alle protesten van
kapitein Pennyless dat de overheid gelijk had
Iedereen moest wel tot de conclusie komen dat
de ongelukkige magistraat gevallen was als
slachtoffer van zijn hardnekkige weigering om
den kapitein onmiddellljk in vrijheid te stellen.
Men moest nu nog maar te weten komen of
de Amerikaan de aanstichter was van deze mis
daad of enkel en alleen een onvrijwillige en on
bewuste medeplichtige.
Men liet hem van al hetgeen er gebeurd was
brand is ontstaan, zoodat men direct vso het
blusschingswerk kan beginnen. TegelUkertijd
treedt een automatisch bluschapparaat In wer-
hoeveelheld koolzuur in
uitstort, zoodat de brar.d
toch be-
enk er om, Betje. dat je daar nu met
in huis valt als een dolle koe." zei Ja
nus Huisman tegen s’n zuster, terwijl
hU achterover geleund in z'n stoel, de beide
duimen in z ni vestzakken stak. ,Je zou op die
manier ailes bcCerven.”
„Je hebt niets anders te doen,” ging Janus
voort, „dan er lederen avond een visite te ma
ken van een halfuur en dan heel vleiend over
me te spreken. Je zult gauw indruk op haar
maken. „Ik kan me niet begrijpen," begin je,
„dat mijn broer Janus nog niet getrouwd is. HU
kan aan ieoeren vinger een vrouw krijgen.”
„Wat 'n schandelijke leugen!” viel Betje uit.
„Nou goed, noem het dan een leugen." bitste
Janus terug, „dat beteekent nlemandal. In de
liefde, evenals in den oorlog, is alles geoor
loofd. Als je 't goed wilt doen, moet je je ver
beelding laten werken.'
„Ik ben van plan om niets te doen.”
..Nou, je gaat er heen.” vervolgde haar broer
onverstoorbaar, „en je vertelt haar wat een be
minnelijk humeur ik heb. En dan zeg je haar
hoe verdrietig het voor je is. dat je niet altijd
voor me kunt bLUven zorgen. ,De arme jongen.”
zeg je dan. „wat zal hij het eenzaam hebben
als ik weg ben. HU is net de man om weg te
kwijnen als hij niemand heeft om lief te heb
ben."
Juffrouw Betje keek naar de omvangrijke
figuur van haar broeder en lachte sarcastisch.
„Zie me soms voor volslagen gek aan?”
vroeg Betje verontwaardigd.
„O, nee, nee, ik Wpu je maar eenige wenken
geven.”
„Ik heb Je wenken niet noodlg.” luidde het
vinnige antwoord. „Wat ik noodlg heb, is....”
Hier hield te op en keek den kleinen corpu-
lenten man met haar koele oogen aan.
„Wel?” vroeg Janus, met angst in z'n stem.
„Een nieuwe hoed.” zei ze kort en droog
„O. zeker,” antwoordde haar broer, met een
Naar aanleiding van de onthulling van
Clemenceau's standbeeld, citeert een ParUsch
blad een passage uit het nieuwe boek van
Winston Churchill „Gedachten en Avonturen”
waarin de schrijver vertelt, hoe hij zich eens
met den voormaligen minister-president Clemen
ceau aan het front bevond.
„Onophoudelijk sloegen granaten in. De
„Tijger" schreed langzaam een kleinen heuvel
op. vanwaar men het strijdveld kon overzien
zonder direct aan het vuur blootgesteld te zijn.
We vertoefden daar ongeveer een kwartier.
Clemenceau was zorgeloos als een kind in de
vacantie; die hem vergezelden waren echter des
te ongeruster. Zij verzochten mij den minister
president te bewegen, zich terug te trekken.
Juist toen wij den weg bereikten, sloeg een
granaat uiteen midden tusschen een troep paar
den. die levend uit elkaar gerukt werden. Een
der gewonde dieren galoppeerde met bloed over
dekt, op ons toe. Clemenceau hjj was toen
74 Jaar greep het dier bU <len teugel en
bracht het weldra tot staan. Toen eerst stapte
hU in z'n auto. „Wat een heerlUk moment
zei hjj zachtjes tegen mij.
Later verweet ik hem, dat hij zich zoo aan
het gevaar blootgesteld had. maar hij ant
woordde: „Maar, dat deed me toch zoo'n
echt genoegen!”
„Niet zonder dringende reden lieb ik het ge
vaar van de rivier-monsters en van de kogels
der Engelsche soldaten getrotseerd....”
„Ik zeg niet: neen.... maar mevrouw «al
wel slapen.... en Ik zou een van haar kame
niers moeten wekken om haar te vragen ot zU
u ontvangen kan,”
„De vrouw van den Sahib slaapt niet.
haar hart is verscheurd van droefheid.... zij
beweent hem dien zU liefheeft,
woorden zullen haar goed doen
Van den i
met kapitein
onverwachte
'•esssssseessssssessessa
Maar, zooals het meer gaat, moest ze den
volgenden avond van haar visite thuis komend,
^ekennen. dat de dochter des huizes niet de
minste aandacht aan haar loftuitingen op Ja
nus had geschonken.
„Ik heb allerlei onzin uitgekraamd over het
geluk van getrouwde menschen en het voor
deel een bezadigd man tot echtgenoot te heb
ben en meer van die dwaasheden." verklaarde
Betje geërgerd, „maar Naatje Stuifzand zat
daar al dien tijd en deed geen mond open.
Het was haar vader die mij te woord stond.”
^..Misschien denkt die er wel aan te her
trouwen,” opperde Janus.
„HU!” riep Betje. met een verachtelijk neus
ophalen, „ik zou niet weten wie zoon versle
ten, oud mirakel zou willen hebben!"
..Misschien slaag Je morgen beter.” meende
Janus.
„Dat zal ik zeker.
Echter, het resultaat der volgende avonden
was al even gering. Ofschoon Betje haar uiter
ste best deed, zei Naatje Stuifzand geen boe
of ba.
.Je zult er zelf op gf moeten," verklaarde
Betje op Zaterdagmorgen, terwijl ze haar goed
bijeen pakte in de kamer achter den winkel.
„Als ze Je niet hebben wil. dan weet je t in
eens.
JU moet net opknappen. Ik heb je daarvoor
betaald.”
Wat zeg je? Er zelf naar toe gaan? Ik denk
er niet aan.
Broer Janus stond juist op t punt in toorn
tegen z'n zuster uit te barsten, toen hU iemand
z'n winkel zag binnen komen. HU haastte zich
pas een paar scheeps-
achter den rug, die van
M. C. Hooft” en de „Atlan-
niet zonder reden dus vragen
velen zich af, of we in de naaste toekomst niet
een epidemie in scheepsbranden gaan beleven.
Zelden beleven we, dat groote gebouwen geheel
door brand worden vernietigd en zeker niet,
wanneer zU van moderne bluschapparaten zijn
voorzien. BU schepen schUnt dit ander» te zijn.
Behalve de twee zoo juist genoemde voorbeel
den zUn- er nog andere te over. Het vong jaar
b v. is de Fransche boot ..George Phllippar” door
brand omgekomen, terwijl de Dultsche stoomer
.Muenchen en de „Europa" eenlgen lijd daar
voor door brand werden vernield.
Dat de ..Atlantlque" niet behouden kon wor
den. lag waarlijk niet aan de onbedrevenheid
der bemanning, want deze oefende vaak en op
regelmatige tijden in het blusschen. De wacht
was bijzonder streng en een officier was voort
durend belast met het toezicht op het brand
gevaar Niettemin bleef het steeds mogelijk, dat
ergens in bet ruim of in een der kajuiten zich
een brandhaard kon ontwikkelen, dien men pas
kon ontdekken als het te laat was.
Dit alles leidt er toe, dat het reizend puoliek
wantrouwen ging krijgen in die groote zeekas-
teelen, die trots hun rustlgen en veillgen aan
blik niet ongevaarljjk zUn. Maar dit wantrou
wen is niet gegrond. Want de meeste groote
zeeschepen, en zeker de moderne, zijn voorzien
van alarm-apparaten. die uiterst nauwkeurig
functionneeren, zoodat een uitbrekende brand
direct kan worden bestreden. Uiteraard is een
begin van brand steeds en overal mogehjk, waar
menschen werken met vuur, lucifers, sigaren
en sigaretten en een volstrekte vermijding van
brand is natuurlijk niet te garandeeren. Het
gaat er om het vuur direct in zijn oorsprong
aan te tasten en te bestrijden en hierop zijn
de brand weermiddelen op de groote stoom
schepen uitstekend Ingesteld.
Daar zijn in de eerste plaats de brandschot-
ten. waarvan alle afdeelingen van het schip
voorzien zUn. Deze zUn zóó aangebracht, dai
ze niet opvallen, zoodat de passagiers nooit door
het zien van deze schotten aan brandmogelijk-
heden w'orden herinnerd. In geval van brand
gevaar echter kunnen de schotten direct en au
tomatisch in werking worden gesteld, waardoor
de passagiers onmiddellljk voor het feit w-rden
gesteld. Op deze wijze wordt het schip als het
ware verdeeld in een aantal huizen, waarvan
de niet brandende volkomen bulten gevaar zUn.
Het Is dus mogelUk. dat een bepaald deel van
het schip geheel uitbrandt, zonder dat de an
dere deelen van het schip gevaar loopen. Deze
eene, in gevaar verkeerende afdeellng, kan ge-
makkeljjk met alle krachten onder handen ge
nomen worden. Deze schotten zijn weer voor
zien van deuren, zoodat men alle afdeelingen
kan bereiken, ook wanneer de schotten gesloten
zijn. De schotten doen echter nog meer dienst.
Wanneer n.l. het schip een lek oploopt, «lan kan
de wachthebbende officier vanaf zjjn stand
plaats op het dek door het overhalen van een
handle een bepaalde afdeellng afsluiten met
schotten, zoodat alleen die afdeellng onder wa
ter loopt, zonder dat de rest van het schip ook
maar een oogenbllk gevaar loopt.
Maar ook de brandsignalen en de bluschappa
raten zelf bieden een groote geruststelling. Op
alle gevaarlijke punten van het schip zyn de
brandschellen aangebracht, die reeds bij den
eersten rook alarm maken, en tot de comman
dobrug doordringen. Op de commandobrug
schieten dan lichtsignalen aan. die niet ilieen
het gevaar melden, maar ook de plaats waar de
van het schip, waar het vertrek der beide echt-
genooten was gelegen.
De Engelschen waren ten minste zóó betame-
luk geweest binnen in het schip geen wacht
posten uit te zetten.
Gevolgd door den Hindoe, die onhoorbaar
achter hem aansloop, kwam hij bij de deur en
fluisterde in het Fransch:
„Mevrouw, ik ben het. Marius hoort n
me?”
,Ja. vriend, wat wilt ge?"
„Hier is 'n Hindoe.... U weet wel.... een
van die welke wij "n paar dagen geleden gered
hebben. Hij brengt u nieuws van den kapi
tein.”
De jonge vrouw slaakte een snel onderdruk
ten kreet van vreugde en antwoordde:
„Gauw. Marius, gauw laat hem binnen.."
De eerste stuurman opende de deur en zag
hoe mevrouw Claudia hun in het duister tege
moet kwam.
ZU liet, zonder een
boodschapper binnentrt
trok de gordijnen dicht
Waar kan ik u
Hier zweeg hij plotseling, want dc heer Stuif
zand liet met een nydigen slag z'n parapiule
op de toonbank vallen.
„Die zuster van jou Is die nog
hu aan den verbaasden groentebot
•Neeen!" stamelde Janus, geheel
fuus.
„Zoo! Dan zal ik jou de boodschap maar ge
ven." bulderde Stuifzand, met van gramschap
vertrokken gelaat. „Zeg JU haar maar, dat het
mis is.”
„Mis is??” echo-de Janus
„Je kunt haar zeggen,” schreeuwde Stuifzand,
terwijl hij een woedenden blik wierp op de deur,
waarachter Betje met alle aandacht luisterde,
„dat ik me niet laat inpalmen door haar praat
jes over „eenzame mannen" en „gelukkige hu
welijken.”
„Gelukkige huweUjken?”
weer.
.Dat komt me avond op avond vervelen met
d'r geklets en maakt me belachelUk voor m’n
dochter. Als ze een man wil hebben, laat ze dan
per advertentie een vragen, liefst iemand met
zwakke oogen; b(j zoo een heeft ze de meeste
kans.”
Janus wilde wat te berde brengen, maar de
bezoeker ging opgewonden voort: ,JZij met d'r
minnende harten; ze zal bij mU geen minnend
hart vinden, om den bl niet, dat verzeker
ik je.”
„Watbegon Janus
..Sta me tiaar nou niet zoo idioot
pen" schreeuwde de woedende heer
„als jullie soms denken, dat ik onder.'n hoedje
te vangen ben. dan hebben jullie t gtad mie!
Eén keer was ik zoo stom me door een we
duwe te laten inpalmen, maar dat was voor X
laatst, hoor! Ik had me voorgenomen als er
weer iemand het spelletje zou willen herhalen.
dat ik ze de waarheid zou zeggen, en dat heb
ik nu gedaan. En als je me soms niet begrepen
hebt, is 1 je eigen schuld. Goeie morgen, mijn
heer Huisman!"
En z'n parapiule over z'n hoofd zwaaiend
stoof de woedende weduwnaar den groenten-
winket uit.
Ivy kreeg er genoeg -van, altijd,
s morgens, 's middags en 's avonds haar
ouden gevlekten jumper te dragen;
daarom ging ze op zoek op het wrak.
king, die een grot
de bedreigde ruinil
onmiddellljk zoo niét gedoofd dan
dwongen wordt Tevens worden automatische
waterspuiten in werking gesteld en zelfs zijn
overal waar olie in de nabijheid is, schu.m-
bluschapparaten aangebracht. Al deze appara
ten zijn zoo hoog mogelUk aangebraqht en kin
nen nog functionneeren, wanneer het schip half
onder water staat. Zoo kan ook de marjonist
tot het laatste oogenbllk zijn S. O. S.-signaien
de wereld inzenden. BU de ramp van «ie ,Jlt-
lantlque" deed zich het merkwaardige geval
voor, dat hA schip geen noodsignalen heeft
uitgezonden. De eerste noodsignalen kwamen
n.l. aan het Dultsche schip de „Ruhr”. Men zou
dus moeten aannemen, dat het Fransche schip
niet in staat is geweest om hulp te roepen. BU
de meeste zeekasteelen Is zoolets ongetwijfeld
ondenkbaar
Men heeft na de ramp van het Fransche
schip In de Fransche pers de aandacht geves
tigd op de groote hoeveelheid hout, die iu het
schip was aangebracht. Ziedaar inderdaad een
noodlottig gevolg van de- overdreven luxe, die
men op de groote schepen aantreft en die
eischt, dat gioote ruimten met kostbaar bout
worden betimmerd, waarbij men vergeet, noe
gevaarlijk hout bij brand is. Men dient dus zoo
veel mogelUk te vermijden, dat licht brandbare
stoffen op een schip worden gebruikt en dat
zU. wanneer zU niet vermeden kunnen worden,
tegen brandbaarheid worden bewerkt, doordat
zU tegen het vuur worden geprepareerd.
Ook de electrische geleidingen dienen steeds
nauwkeurig te worden nagekeken, want hoe
vaak ontstaat geen brand door kortsluiting. Dit
was ook het geval bU den jongsten brand op
de .France", waarbij men met beslistheid kon
vaststellen, dat de brand door kortsluiting was'
ontstaan. Een nauwkeurige en voldoende con-
Wfl
der
half te slapen. terwUl de deur van zijn hut
op een kier stond. Hij dacht aan zijn kapi
tein en verwenschte dezen toestand van ge
dwongen niets-doen, dat hem drukte als een
looden mantel
Plotseling h<
neembaar
hU iets: een bUna niet waar-
geschuifel van bloote voeten in de
gang die naar zün hut leidt. En weldra, te mid
den der volslagen donkerte, een hUgend adem
halen.
Hjj richt zich halverwege op en vraagt op
gedempte toon in zUn Provenqaalsch dialect:
„Quésaco? (Wie is daar?)"
Op nóg meer gedempten toon wordt in het
Engelsch geantw«x>rd:
„Vriend!”
In de war gebracht door de eigenaardige uit
spraak hervat hij: „Ik beet geen Fred, m'n
waarde! Ik ben Marius..., verstaat ge? Ma-
riusl.
„Set!.... stilte)...."
,.Dond Wacht even.ik boud niet van
die geheime grappenmakerij
„’n Beetje licht, als X u blieft!....
„Wat zeg je?.... Ucht?...." HU drukt drif
tig het koperen knopje van de electrische gelei
ding naar omlaag en op hetzelfde oogenbllk
straalt het vertrek in blanken lichtschijn.
Met zekere onzteltenis ondanks zUn zee-
mansnatuur ziet fail voor zich een Indiër,
alleen bekleed met een heupbroek. druipnat van
het hoofd tot de voeten en die met z'n oogen
knipt als een uil In het volle zonlicht.
Zün vjjf en twintigjarig zwerven over alle
aeeën en door alle landen maken dat Marius