De Schot in het ware daglicht H 1 f 50. f 73.005. J I wïAaal uan den daq I keerden wij heden uit ONZE 218e UITKEERING 1 I I s r- AVONTUUR I Tegen GRIEP D vSMrtft SS: gebied der Schotten. Deze express-treln. die niet - icxals misschien zouden ver wachten uitsluitend bestemd is voor men- schen met zware geldbuidels, doch die klasse heeft, te het eerste bruikbare object voor den i- M II I 8 I I I l£' ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN De voet spreekt: Geef mij maar feuilleton HET ROBINSONschoenen ij GROOTE „GIERIGHEID" De geham- I sterde Ham ■•••••••••«•••••••WsaaeMBatvaaaaaaisvzsMMsttiaKdt »bi£* v^^TOX^^ Z^r^kf750.-Mk°^T^ f250.- e^dg f f50.-^TbS^f40.- WOENSDAG 25 JANUARI i I De proef op de som RF l Noorsche Staatsradio? )EN n Een begeerde post 1 a wegens een aan tria TOTAAL BEDRAG VAN EEN THANS WAARMEDE Engelsche luchtpost DE DIRECTIE 1EN EL d 4 Schotfenmopptn berusten op boot- aardige verxiruelt en onder- lingen nayver Vertlagen I I f 1 l i j 'I Hl ri Alle a bonne 3 Verenen verzekerd voor I AWW5bIEL«M0T0RR'JWIEL Xtfntoohstellihg AMSTERDAM 27JANUARI - 5 FEBRUARI, ingevolge de voor onze abonnes geldende gratis ongevallen verzekering aan den Heer A. BEKKERS, Leeuwenhoekstraat 22 te Hilversum, hem overkomen ongeval. Dit is aan onze verzekerde abonnes is uitgekeerd. Finland drinkt weer ^AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL r op zei hy halen?” vroeg J I ..Hoe ,4k Ivy vond een boog en wat pijlen, die waren achtergelaten door de zwarten bü een bezoek aan het Artis-eiland. heel verheugd met haar was po.io alsof geheele zü „Loetje en Loutje mogen straks eens schieten, als ik ze eerst heb laten zien, hoe of ze moeten doen.” meneer Iry wilde, dat i de beurt zouden antwoordden, dat wantroii- manler zouden doen. Zoo namen ze elk een pijl en span- den samen den boog. „Wel,” zei Ivy. ,Jk heb al vaak zien boogschieten, maar zoo nog nooit.” „We kunnen er niets aan doen,” zeiden de tweelingen. Engelschen zijn onreine varkensik pnt; afge- nleuws.... wees welkom. mü D Tndiaehe bedelmonnik toovenaar. (Wordt vervolgd). I I ‘I de tweelingen om schieten, maar zü ze t op hun eigen om te eten. Het „Ik was dol op boogschieten, voor dat ik schipbreuk leed,” legde zü uit. ,Jk geloof," zei Ivy„„dat jullie niets doen, als je it. rekel, e Flying Scotsman” Engeland in de richting een derde i studie- I Aswifeji or ie In van Waal, a gen; ergen n; 2 Btop- cten- Het Noorsche Storting heeft in principe be sloten, de Noorsche draadlooze zenders door het rjjk te doen exploiteeren. Tot dusver werden de zenders geëxploiteerd door particuliere ondernemingen en de regee- ring wil de exploitatie thans zelf ter hand ne men om de ryksmlddelen te verbeteren. (Ingezonden Mededeeling) 1{I pot.; MB.1S pnt. I pnt. it. O I t»- et ea luten 1 van die jevos SB, inge- ZU vondst en begon te mikken op een haar palmboom, leven met pijl en boog was omgegaan. oude waalf 5 ge- estlen i ge it en- port- n be- iCMte v. d. oor 9 innen 3. F. Keet- man. Wgal. eluk- Laer, Meld, roep. Ze rit en et li- n- n- in n om ge- ■eden. r. Er schap sec.; iroek. waalf rend: oen, pnt.; t; Er t”. iw ïn iw id. in in ns de w, te en ed es in xsdag lames Gro ei b- n- tel meer zouden kunnen elkaar kwijt raakte.” (Morgenavond vervolg) <11 op dit blad zijn Ingevolge de verwkerlngsvoorwMrrtenJegen Verleden jaar zijn per luchtpost uit Enge land brieven verwonden tot een totaal gewicht van 64 ton. Dit is 20 pet. meer dan in 1931. De geheele Engelsche luchtpost heeft een gewicht gehad van 121 ton (in 1931 115 ton). GEOPEND va». 10v«.-5hm SM VAN 8mM.~10iiK SLUITING ZONDAG 5FEBR. 5u. tsen- IJs- p de b: Wol- nger- lamp, Sedert de afschaffing van het alcohol-verbod in Finland, is de invoer van alcoholhoudende dranken sterk toegenomen. In 1932 bedroeg de Invoer niet minder dan 83 mllUoen mark tegen 10 mlllioen in 1931, toen de drankwet nog van kracht was. De invoer bestond hoofdzal^elük uit Engel sche whiskey en Fransche wijnen en likeuren. een ruimte, die hem veroorloofde op te staan en eenlge beweging te maken, meer niet. Pennyless gewaardigde zich niet met n woord of 'n gebaar tegen deze barbaarsche behande ling te protesteeren. Hij bleef zijn voorname onverschilligheid behouden, at flink, sliep en wachtte, zonder zich van streek te maken, den loop der gebeurtenissen af. Maar in het diepst van zijn gemoed kookte het van woede, haat en vreeselljken wraaklust! Daar kwam voor hem plotseling en geheel on verwacht een vertroosting heerlijk en zoet! Hij was pas twee uur in deze kleine door stee- nen muren begrensde ruimte, die slechts zwak ke verlichting ontving uit een getralied ven stertje. Men kwam hem zijn eten brengen. De gevangenbewaarder, wien zijn waardigheid als blanke verbood eenlgen last te dragen, was daarbij vergezeld van een koellf. Op eei» teeken van den eerstgenoemde zette de Hindoe een pot met rijst op den grond en legde er een houten lepel naast; op een houten bordje lag koud vteesch, te voren gesneden, ten einde voor den gevangene het gebruik van mes en vork onnoodig UWmaken. Daarna gingen de mannen heen zonder een woord te zeggen. Pennyless begon aan zijn maaltijd en sloeg daarbij op den grond zittende, de beenen krui selings over elkaar, een houding die men wel kent van de Oosterlingen en ook van de kleer makers. Zijn ketting hinderde hem eenlgszlns, maar in tijd van nood moet men zich weten te behelpen! Als in Gouda Een der jongens Door den meester Wordt betrapt. Dat hij even Instinctmatig Zich eens achter D’ ooren krabt. Dan krijgt pa of Ma een briefje En daarin wordt Aangestipt, Dat het hoofdje Van het zoontje Effectief moet Kaal geknipt! Want het hoofd mat, Wel ontwikkeld! En vergaren Stap voor stap, Maar het mag niéts Tastbaars bergen. Doch uitsluitend Wetenschap! En dat heeft nu Niets te maken Met bediUen Of terreur. Maar de school is Nog geen Artis En de meester Geen dresseur! op mondhoeken herhaalde zü mmuummmmm/N GOlJDA»uunimunnmimi: Huilenden hebben reeds vroeger de ver rassende werking van Akker's Abdijsiroop bij griep-aan vallen ondervonden. Door haar hoeststillende werking, haar siektekiem- doodende eigenschappen, haar gunstigen invloed op borst, keel en ademhalingsor ganen is de bekende, van ouds geprezen akkers Abdijsiroop het beproefds middel in griep-tijd. Overal verkrijgbaar In flacons vanaf f L» ’eg: „We tijd naar leeft en dat zijn belang elscht al hetgeen gü zult waarnemen.” „OU jaagt mü schrik aan!” .Nog eens: vrees niets en dat uw hart een onverwoestbare hoop beware, ondanks en tegen allen en alles, zelfs tegen de meest blijkbare werkelijkheid, in. Alleen tot dien prijs zal de kapitein de vrijheid kunnen herkrijgen.” „Ik zal doen wat gU zegt,” antwoordde de moedige Amerikaansche op vastberaden toon. „En nu ga ik heen,” zei de fakir. „Schrijf op een stukje papier een woord van liefde en ge negenheid voor hem wiens eenlg verdriet is van u gescheiden te zijn. Morgen in de vroegte zal dit stukje papier hem worden overhandigd en zijn hart zal overvloeien van vreugde Ontroerd door deze alles-voorzlende fijne hoffelijkheid, door deze toewijding, die voor het schijnbaar onmogelijke niet terugschrok, ging mevrouw Claudia voor haar schrijfbureau zit ten, en vertrouwde aan het papier eenlge rege len toe, waarin zij heel haar hart uitstortte. ZU gaf het geschrevene aan den fakir. Deze nam het stukje papier eerbiedig aan, rolde het op. haalde het foedraaltje van de punt van den dolk dien hü aan zUn linkerarm droeg, .topte het papiertje erin en schoof het foedr-.altje weer over zijn dolk heen. „Vaarwel, mevrouw ik ga heen”.... was zijn laatste woord, en zonder een wederwoord af te wachten, opende hij de deur en verdween. Bulten de deur ontmoete hU Marius, die ge duldig op het einde van het onderhoud was blij ven wachten en die hem toefluisterde; Ik ging een hotel binnen eerste, wat mij opviel, was dat er op iedere tafel een karaf met water en glazen stond; het geen de gasten er niet van af hield, melk, aran- geade of andere dranken te bestellen. Toen ik bU het betalen van de rekening erop wees, dat ik nog twee broodjes had gehad en een vel schrijfpapier, antwoordde de oberkel’ner: „Dat is voor onze gasten kosteloos, meneer!".... Ik was verslagen. Blijkbaar was Edinburg niet de juiste plaats, om de gierigheid der Schotten te onderzoeken. De meeste Schottenmoppen spelen zich dan ook in Aberdeen af. Ik nam een auto om naar Aber deen te vertrekken. Toen wij onderweg een ben zinestation aandeden, om het koelwater aan te vullen en de benzinetank nog zoodanig gevuld bleek te zijn, dat er niet noemenswaard meerbïj kon, wilde Ik den exploitant, een ouden gebrek- klgen grijsaard een paar pennies in de hand drukken. Maar hij weigerde beslist en betoogde: „Neen meneer, dat kleine beetje water is toch n'ets waard!”.... De vaart, dwars door de landerijen, gaf een goeden kijk op het productief maken van den bodem van dit van nature m'sdeelde land Arm is het landschap behalve een beetje gras groeit er hier in het Noorden niet veel en de bodem is allesbehalve zwaar en vruchtbaar. Kleine, bescheldene huisjes verleenen den bewo ners onderdak en men zou het. met het oog op deze door de natuur veroorzaakte a:vnoede kun nen begrijpen, als zij crlerig zouden zijn. Maar ook in Aberden miste ik lederen grond, om de spaarzaamheid der Schotten als gierigheid aan te dulden. Ook hier wierp de kapper den hand doek in de waschmand, nadat die door één klant gebruikt was en nam hU voor een nieuwen klant een schoenen, hoewel de eerste geen enkel spoor van zichtbare verontreiniging toonde. Hw ge- makkelljk zou hU zich het waschgeld niet heb ben kunnen besparen? Daarnaast, in het café werd ieder glas na het gebruik omgespoeld, hoewel er hardnekkige geruchten loepen, dat In Aberdeen de volgende bezoeker steeds de blerresten, die zich nog in het glas bev nden, moet meedrinken, in zooverre de voorafgaan ie bezoeker tenminste nog een druppel in het glas gelaten heeft. Hier moet ik echter toegeven, dat ik geen enkel geval waarnam, waarbij e”n Aberdeener In zijn bierglas nog één druppel bier overllet. Maar hieruit de een of andere minder gunstige conclusie te trekken lijkt mU onrechtvaardig, want een glas b'er niet tot den laatsten druppel uitdrinken. dit is geen gie righeid dat is leuter domheid! angst in z'n klein hart. Behoedzaam stapte hU de stoep af en sloop als een inbreker langs de hulzen. Onder t licht van een lantaarn keek hU even op z'n horloge. Ii£ji mlhuten voor half elf. HU schrok. Enfin, als hU met de ham thuis kwam, dan.... ja „als.” maar als hU nu eens niét met de ham thuis kwam en ingerekend werd. Stel je voor..— iemand van zUn naam en reputatie in de gevangenis.... in de bank vah de oeklaagden. .Meneer, weet U ook hoe laat het is?” „X Is eh.... 't is over achten.” vei woed. ,J->ank je wel, dat weet m’n grootmoeder ook.” klonk het smalend. „Stom toch van me,” dacht Davids, kon hU nu zoolets zeggen!" Scherp tuurde hu de stille straat in, die nu vóór hem lag. Heel aan 't einde, by 't licht van een winkelraam zag hU een helm van een po- Utie-agent. OnmiddellUk keerde de heer Davids op z’n schreden terug. HU trilde op z'n beenen en besloot den buitensingel te nemen, t Werd dan wel een kwartiertje later, maar enfin, hU had dan tenminste weinig kans veel politie te gen te komen. HU zuchtte en sjorde de ham onder z'n linkerarm. „Was Ik er maar niet aan begonnen, aan dat geduvel met die ham!” bromde hj). HU nam den singel, maar nauwelijks halfweg, steeds scherp voor zich uitstarend, kwamen hem twee fietsers tegemoet. Politie! Radeloos vlogen David’s blikken in 't rond. Daar viel z’n oog op 't hoog bordes van een heerenhuls en vlug als een eekhoorn klom hU de treden op en duwde zich met alle macht tegen den muur. De fietsers naderden. Zouden ze voorbUgaan? HU wachtte in angstige spanning. Kalm fietsten de beide agenten voorbij. Daar werd eensklaps, vlak voor hem, de deur van 't deftige huls geopend en een heldere stem vroeg: „Wat voert U hier toch uit?” „O,” zei Davids met bevende stem, „ik.... ik» wou maar even rusten.... ik.... goeden avond” en voort stormde hU weer met z n ham. Eindelijk daar was zUn huis. Maar wie ston den daar? Vlak voor z'n deur zag hU schaduwen, die dan weer heen en weer hepen, dan weer voor z’n woning bleven staan. Zou hU verraden zUn en hier worden opgewacht? Misscliien dat de dienstbode van zUn vriend hem stil aan ae politie had verkocht. HU begreep het anders niet; hü had haar toch een kwartje gegeven? HU wachtte en hoorde de torenklok elf uur slaan. HU wachtte nog een kwartier en naderde toen een stap of tien met knikkende knieën. Toen kon hU wat beter onderscheiden en zag dat 'n jonge man vertrouwehjk z'n arm om het middel van 'n dienstmeisje geslagen had. Nu wandelden ze weer op. Dat deed ook Davids en met den vasten wil om zóo dicht by de ha- y?n geen sclüpbreuk te lyden, was hij met eenl ge koene sprongen by z'n huisdeur, opende die en legde met een zucht van verlichting weer z'n ham op de trap om de deur in 't nachtslot te doen. ..Alsjeblieft vrouw, hier heb je de ham. maar 't is voor 't laatst hoor! Zooiets óverkomt me nooit meer. Daar ben ik een week ziek van!” „Waar kom JU vandaan?” vroeg mevrouw scherp, en keek maar 't opgezette gelaat en den gejaagden blik van haar corpulenten echt vriend. „Omgeloopen, omgeloopen.” zei hy met bree- den armzwaai, „om de politie uit den weg te komen, 'k Ben nagezet ook! Sjonge, sjonge, wat is dat een gevaarlyk baantje!” „Sny nu brood, vrouw, dan eten we brood met ham,”- en gewillig begon meneer Davids 't papier los te wikkelen. Ja, daar was ham. Hij legde er liefkoozend de hand op envloek te. HU legde er z’n beide handen op. „Die beroerling." siste hU. „daar heeft-le me weer. „X Is Xi prachtham,” prees mevrouw vrién delijk. Ze stond aan X buffet en bekeek de ham van verre. Meneer Davids zakte op een stoel en viel uit: ..Ja, X is een prachtham. als Je ze uit de verte ziet, maar X is een houten.die naar ling!” ---y iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiuiiiuiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiniinnuiiiiiiin Uit een rapport van den secretaris van den Amerlkaanschen Senaat blUkt. waarom de Amerikaansche senatoren, ook bU Jiet bereiken van een hoogen leeftUd hun zetel aanhouden en zich niet uit het politieke leven terugtrek ken. 1 h MNmI spreekwoordelUke gierigheid v“ h.1 der Schotten op de keper te beschouwen'* De -Flying Scotsman” is'een wonder op wiel len: niet alleen omdat deze trein cü wagen met twee rollende restaurants** beschuldigen hem ervan ons aan te zetten tot oproer. „Dat is een laagheid!' ,Ja.... het zUn ellendelingen.... Maar vrees niets!.... Tienduizend van onze mannen hebben ge zworen hem te zullen bevrijdenmorgen zul len er honderdduizend zijn.... en. Indien het nóodlg is, zal heel Indië in opstand komen om hem uit zijn tegenwoordlgen toestand te ver lossen en hem aan u terug te schenken.” .Maar die hem beschuldigen zUn tot alles in staat!' „Vrees niets.... WU hebben bU Kali gezwo ren dat onze weldoener inj zal komen en zal blUren leven Binnen drie nachten op z'n laatst is hU buiten het bereik van hun macht!” „Als dat eens waar was. moedige Poendit!” „Ik heb niet de eer te behooren tot de inge wijden; ik ben maar Xi eenvoudig fakir 1).... de Poendits zUn het hoofd, wU zUn de^mien.. zU bevelen, wjj voeren die bevelen uit.... Er is geen vorst op aarde die beter gehoorzaamd wordt dan zU- Maar wat er ook gebeure, wat men u ook zegge, geloof er niets van en laat u door niets verschrikkenAl zou men u zeggen dat kapitein Pennyless ziek.... of dood was. *1 zoudt gU zelfs zijn oogen gesloten. zUn lippen roerloos. zUn lichaam koud en ver- stl)M ^en als een lyk- verJaa8 1111 uw 8eeri verre de gedachte aan den dood, denk dal hU kant dachten de Engelsche rechterlijke autori teiten er niet aan zich te laten dwingen. De zoo tragisch om het leven gekomen presi dent Taylor was opgevolgd geworden door den vice-president van het Hooggerechtshof, rech ter Archibald Norton. Ook bU dezen laatste dezelfde ambtelUkc hooghartigheid, dezelfde onverschrokkenheid tegenover bedreigingen, dezelfde doodsverach ting! Nauwelijks was hU _ln functie getreden of de Poendlts, wier politie* en inlichtingendienst be- wonderenswaardlg georganiseerd zUn. deden hem eenzelfde ultimatum, eenzelfden eisch-met- doodsbedrelglng toekomen als zUn voorganger er een ontvangen had. Rechter Norton, meer strijdbaar van natuur, stelde aanstonds een daad van uitdagend karak ter daartegenover. HU liet den dolk, het stuk papier en den worgdoek. die ook hU boven het hoofdeinde van zUn bed gevonden had. in zUn salon voor iedereen té kyk liggen en wees er zijn dienstpersoneel op als op curiositeiten. Om aan die geheimzinnige en verschrikkelijke vUanden te toonen dat hU den strijd niet vrees de. beval hU dat Pennyless uit zUn cel zou wor den overgebracht naar een hok en in boeien zou worden geslagen. De kapitein kreeg dientengevolge aan zUn rechterbeen een sterke ijzeren keten, vastge klonken aan een steen, en een ijzeren boel om ■tin borst, welke boei eveneens was vastgeklon ken aan een anderen steen. De ketenen hadden een lengte van ongeveer vier meter ea hielden den gevangene dus binnen huis voorbij. Toen stond hU plotseling stoep en schelde, heel zacht. De meld deed open. „Wie bent U?” schreeuwde ze meer dan ae vroeg. ..Stil, stil toch,” fluisterde Davids. „Heb je X pak?” vroeg hU zacht. „O, komt U de ham halen?” riep de meld. „Ongelukskind,” snauwde meneer Davids, „mos soms de heele buurt hooren, dat ik dingen doe die het licht niet mogen zien?” De dienstbode haalde de schouders op en kwam een oegenblik laten terug met de ham. die, zooals beloofd, zorgvuldig in carton was verpakt, voor de vettigheid. „Hier,” zei meneer Davids en gaf de meld 'n kwartje. „Dank u wel," lachte ze en vriendelUk liet ze er op volgen: „U mot nog de compelementen hebben van meneer, en dat U wel voorzichtig mag weze met de peltssle Toen sloot ze de deur en Da- vld stond alleen f op de stoep met de groote ham i onder z'n korten, dikken arm en met nog groot er MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) aiiiiiniiinniniiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniininiiiiniiNiiiiiiiiiniiiiiiiiiË waalsch gemompelde beleefdheidsbetuiging greep de aangesprokene haastig in den zak, haalde daar vriéndelijk grijnzend een lucifersdoosje uri en gaf mU bedaard vuur. Ik bedankte en ver- daar deze streek voor mUn exper menten blUkbaar ongeschikt was. Ik boemelde nog wat door de stad Voor de courantenbureaux stonden niet meer menschen dan in andere Brltsche steden, waar men even zeer menschen aantreft, die parasiteeren op de aldaar opgehangen couranten. Een bioscoop verspreidde de faam van de voorstelling door een luidspreker op straat, schUnbaar zonder bevreesd te zUn. dat heel Edinburgh zich en masse voor den Ingang zou opstellen, om rich met de kostelooze klanken te verzadigen, en de beelden daartoe eveneens kosteloos in de ver beelding te ontwerpen. Niets van dat alles' Verder merkte ik op. dat de papiermanden vol weggeworpen couranten lagen, wier bezitters X de papieren mee daar voor Inpak- discreter doelein- In dit rapport wordt namelUk uiteengezet, hoe de 2.800.000 dollar die in het afgeloopen jaar door den Senaat uitgegeven zUn, besteed werden. De voorrechten van een senator zUn reeds groot. Behalve een salaris van 10.000 dollar, heeft een senator een staf van secretarissen en klerken tot zUn beschikking, hij heeft vrU rei zen, vrU scheren, haarknippen en gezichts massage. HU kan maaltUden gebruiken tegen een veel lageren prijs dan In een restaurant, heeft vrij gebruik van alle soorten mineraal-water, een particuliere parkeerplaats voor zUn auto’s. Uit de apotheek van den Senaat kan een senator alle soorten geneesmiddelen krUgen en als hu sterft als senator wordt hU op rijks kosten op luisterrUke wyze begraven. De Senaat ‘betaalt en onderhoudt ook den auto van den vice-president, hetgeen In het afgeloopen jaar bUna 3000 dollar heeft gekost. „Pas op! Het is alsof die roode jakhalzen de lucht van Iets beet hebben gekregen." De fakir haalde de schouders op en pre velde: „De ben niet bang voor henl” Marius stak hem de hand toe en zelde: „Goeie reis, kameraad en wel bedankt!” De fakir vatte de hand van den zeeman en drukte die stevig. Vervolgens klom hU gerulschloos tegen de brug op, keek even rond, was met een paar groote stappen bU de reeling en verdween zon der dat de Franschman. die scherp luisterde, ook maar het minste geluid van den sprong in de rivier gehoord had. .jSelderementWat 'n vuist!”.... dacht Ma rius, wiens athleten-hand even gekraakt had onder den handdruk van dc tengere figuur, die zou men gezegd hebben door een windje kon worden omvergeblazen. „"n Zeldzaam heer en met wien de Engel schen heel wat te stellen zullen hebben.” Een rauwe kreet deed hem opschrikken. „Who goes there!”.... (wie Is daar?) riep een wachtpost. Daarna een licht flitseen schot., ■n salvo van schoten. Niets te zien of te hooren ook de rivier was stü. DRAMA Di HET 8ANS-SOUCI-THEATER PANIEK TE CALCUTTA Waren eenerzUds de Poendlts vaster dan ooit besloten den strijd voor de vryheld van kapl- ,tela Pennyless voort te zetten, van den anderen et was midden in den distributie-tijd. J£n 'k kan Je er nog wel een leveren ook!” „Opschepperij”, zei meneer Davids, minach tend. „Nou, bonjour dan”, en meneer Davids vriend wuifde met een splchtlgen- arm, waarom zich het volgend oogenbllk de dikke vingers klemden van den corpulenten heer Davids. „Wees nu niet dadelUk zoo gepikeerd, beste kerel; ik meen het immers zoo niet en....” „Dat weet Ht wel,” zei de vriend, „maar X Is toch niet aangenaam als Je iemand een plezier wilt doen en je hoort dan dadelUk van „op- schepperU". En hU lachte, zooals de eene vnend tegen den anderen lachte. Maar dat lachen wekte weer meneer David's argwaan op. „Ja maar,” meende hU. „als jU zóó lacht, fan denk Ik altüd, dat je me er weer tuschen wilt nemen; dat heb je vroeger ook zoo dikwijls ge daan; ik ken je van ouds.” Toen de heer Davids echter den lach zag ver- dwUnen en een rimpel zich zag vastzetten in het mager gelaat van zUn vriend, eindigde hU vergoelUkend Maar dat is natuurlijk vergeten; Je beul altUd een waar vriend voor me geweest en dat toon Je nu weer opnieuw; Ik vind X hartelyK, ver....verduiveld hartelijk van je.” ,JCom dan mee,” zei z’n vriend, „en eet bU me thuis een boterham met echte, vette ham, dan zal ik je mUn voorraad laten zien, waar van je een ham tegen InkoopsprUs krUgen kunt. Da’s drie gulden het pond. Kom maar mee." „Ik vind het verbazend aardig van je, kerel." hygde de corpulente mUnheer Davids, die moei te had zUn vriend by te houwen. ,4a. dat heb Je al gezegd," lachte deze. „Wacht maar eerst tot je de ham veilig in huls hebt, want je zult haar zelf moeten halen vanavond als het donker is. .Moet ik haaf zelf komen mUnheer Davids angstig. .Kom mee en kUk in den kelder.” zei z'n vriend, toen ze In diens huls gekomen waren. Davids stapte op de wankele keldertrap en wierp een blik naar omlaag. Daar hingen, netjes op een rU. vier prachtige hammen. „Is dat nu opschepperU?” vroeg de eigenaar, sarcastisch. „Vergeef me,” smeekte mUnheer Davids, wist niet dat je in ham deed.” „Ik doe niet in ham," klonk het antwoord, „maar uit vriendschap wil ik jou van mijn voorraad een ham afstaan voor den prUs, dien ik er voor betaald heb. Tc Zal ze Je eens laten proeven. Kom maar mee naar boven." Davids volgde en kreeg een snee ham, woals hU in jaren niet geproefd had. „Kan ik haar niet meenemen?" vroeg nU. .Meenemen» Kerel, dan zit je binnen een kwartier in den bak. Kom vanavond tegen IC uür, dan is 't donker.” „Dan moet Tl naar bed.... ik bedoel, dan ga ik naar bed.... want.... eh.... voor m'n ge zondheid, zie je,” hakkelde mUnheer Davids. ..Hoor npu es. amice, zeg JU nu tegen je vrouw, dat er een heerlUke ham op je ligt te wachten, dan mag je best vanavond om tien uur even alleen uit. En zeg er dan bU. dat Je er al van geproefd hebt, begrepen? Zeg er dat vooral bU, anders denkt ze dat het een smoes je Is.” „En als 'k nu aangehouden wordt?” fluister de Davids angstig. „KrUg Je daar gevangenis straf voor, voor zulke dingen?” „Transport-rlslco.” zei de vriend kort, zonder op de laatste vraag acht te slaan. „En als ik soms niet huis ben, zal ik ze Inpakken in kar ton, voor de vettigheid en ze klaar leggen; dan kan de meid je X pak wel geven, 'k Zal de lichtste voor je klaar maken; vUftlen tegen drie gulden.” „En de betaling?” vroeg meneer Davids. ..Komt wel in orde,” lachte de vriend; „proef ze nog eerst maar eens, hoor! Adieu!” 's Avonds tegen een uur of zeven, zei meneer Davids tot z'n vrouw: „Vrouw, 'k ga vanavond tegen een uur of tien even uit en .Da’s geen tUd voor een fatsoenlUk, getrouwd man, om alleen de straat op te gaan; dus van avond om een uur of tien ga Je maar niét uit,” antwoordde mevrouw Davids kort, en ze lachte voort. „Laat me uitspreken.” zei meneer Davids korzelig, en hU vervolgde: „Tr Oa dus vanavond om een uur of tien even uit en om kwart over tienen ben ik weer terug met eenham." Mevrouw Davids keek even verheugd Toen zakten echter haar scherpe en minachtend en ongeloovig „Een ham?!” Ja,” verzekerde haar echtgenoot, „een ham. En *k heb er al van geproefd ook.” „Van die ham?" vroeg mevrouw, wend. „Zoo, da's aardig. Dus als JU even uitgaat om zoogenaamd een boodschap te doen, zit JU er gens ham te eten." De heer Davids beweerde, dat bet was ge weest bU een vriend van vroeger, die zoo bil) was hem weer te ontmoeten en een blUk wilde geven van trouwe vriendschap. Het woord: ham, had echter op mevrouw Da vids z'n uitwerking niet gemist en vjjf minuten vóór tien zei ze, zoo langs haar neus w< zullen dan maér niet op den gewonen tl bed gaan, want je moet nog even uit, is X niet?” „Tt Ben om kwart over tienen terug, mét de ham!” riep mijnheer Davids. HU had z'n hoed al op. „■k Proef de ham al!” lachte mevrouw. .Denk er om, direct naar huls!” Met de meeste behoedzaamheid naderde Da vids het huis van z'n vriend. Je kunt nooit we ten, dacht hU. Iedereen kon hem naar binnen zien gaan en later voor de rechtbank optreden als getuige A charge. HU beefde. Och kom, zoo ver zou het immers nooit komen. HU zou wel voorzichtig zUn. Eerst sloop hü enkele malen X Een gevoel van verteedering. waartegen hü «ich niet verzette, doofde het vlammend vuur >n zün blik uit en verzachtte de woeste uit drukking van zün gelaat en het scherpe ac cent van zün stem. „Ik ben uw dienaar, j vrouw, wier schoon heid gelijk is aan die van Seri, de goden-docn- ter van den lotus, en wier arm dapper Is als ▼an Skanda. den oorlogsgod, den zoon van Blva." Hjj staarde haar eenlge seconden aan met een uitdrukking van hartstochtelUken eerbied, waarin dankbaarheid lag opgesloten en zelfver loochening en offervaardigheid tot het fana tieke toe. „OU brengt vriend." J«1 De kapitein, uw echtgenoot, ta in de ge vangenis. De Engelschen rekenen het hem ais MB mladaad aan. dat hü on* gered heeft en blUkbaar versmaad hadden, naar huis te nemen, om ze papier, onderleggers, of nog man. die er op uittrok, de 1 <’el> te gebruiken. Chrid van het geslacht De ..Flying Scotsman” Is'een wonder len: niet alleen omdat deze trein een keuken wagen met twee roUende restaurants, een bar een bibliotheek, een kapper en een damessalon meevoert, maar In de eerste plaats wel: omdat dat alles geen cent extra-toeslag kost! ^1 zouden wU ”n halven Shilling toeslag vra gen, dan zou de trein al zouden wU die met meubelen uit het konlnklUk paleis installeta zonder één Schotschen passagier loonen en dat kan men niet riskeeren by een trein die heen en weer naar Schotland zélf rijdt.” verkondigt zelfbewust en m.'t overtuiging de friseur, die mü inzeept, ,ms jaar riJ-i Ik op den trein meneer en pas driemaal hebben Schotten mü fooi gegeven: daarbü was een Lord die evenals de anderen een fooi van een pennv gaf!" „U bent zeker een Londenaar?*’ vroeg Ik En de friseur gaf dat toe Ik de d er het zwygen toe Later werd de argwaan, die op dat oogen bllk In mü opkwam, bevestigd. Ik waag het te verzekeren, dat speciaal Londenaars en verder alle andere Engelschen om onbeg’-ypelyke rede nen een hekel aan Schotten hebben en hen, tengevolge van een soort gevoel van overwicht „gierig” noemen. Dit terwijl de Schotten In het geheel niet gierig zün, een enkele is soms spaarzaam. En spaarzaamheid of gie righeid is Iets heel verschillends. Vsnwcge de Schotsche spaarraamheld valt het m sschien te verklaren, dat alle boekhouders en accountants en minstens driekwart van alle bankdirecteu ren van het Britsche wereldrijk Schotten zün. Zij bezitten mlsr. hlen niet zoozeer het genie om geld te verdienen, maar cm het büeen te hou den.... dat verstaan ze opperbest. Mlschien is de afkeer van de heeren Engelschen gegrond op de talrijke credletwelgeringen van de desbe treffende heeren bankdirecteurs? In ieder ge val besloot ik de spreekwoordelü’te gierigheid der bewoners van Engeland* Noordelükste stre ken eens grondig op de proef te stellen. Het eerste experiment werd Onmlddellilk na aankomst op het station Edinburgh ten u tvoer gebracht. Ik verzocht den witkiel een touw, dat om een kartonnen doos gebonden was, door te knippen, daar ik den inhoud van de dooe In mijn koffer wilde pakken. De man sneed het touw door en wierp het achteloos weg. Vol gens het qireekwoord iiad hü het zorgvuldig moeten opwinden en in den zak steken! Het eerste negatieve resultaat I Daarop wierp ik mUn pas half opgerookte sigaret in tegenwoordigheid van een dertigtal Schotten weg. Hoewel iedereen deze beweging moest hebben gezien, daar het in de xpcht- kamer plaats had. ontstond er geen wilden strijd om het nog rookènde stuk sigaret, n 1 e- mand nam er ook maar eenlge notitie van., niemand verweet mü mijn verspilling, of iets van dien aard. Niets, maar dan ook niets daar van. Ik nam nu een nieuwe sigaret uit mün koker en wendde mü tot een van de omstanders met een verzoek om vuur. Ik had verwacht, dat deze beleefd, maar beslist sou weigeren, want een lucifer koM nog steeds geld en verbrande “benzine eveneens! Ik werd dus wederom teleur gesteld. Met een In een onverstaanbaar koeter-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7