De Schot in het
ware daglicht
H
1
f 50.
f 73.005.
J
I
wïAaal uan den daq
I
keerden wij heden uit
ONZE 218e UITKEERING
1
I
I
s
r-
AVONTUUR I
Tegen GRIEP
D vSMrtft SS:
gebied der Schotten. Deze express-treln.
die niet - icxals misschien zouden ver
wachten uitsluitend bestemd is voor men-
schen met zware geldbuidels, doch die
klasse heeft, te het eerste bruikbare
object voor den i-
M
II
I
8
I
I
I
l£'
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
De voet spreekt: Geef mij maar
feuilleton
HET
ROBINSONschoenen
ij
GROOTE
„GIERIGHEID"
De geham-
I sterde Ham
■•••••••••«•••••••WsaaeMBatvaaaaaaisvzsMMsttiaKdt
»bi£* v^^TOX^^ Z^r^kf750.-Mk°^T^ f250.- e^dg f f50.-^TbS^f40.-
WOENSDAG 25 JANUARI
i
I
De proef op de
som
RF
l
Noorsche Staatsradio?
)EN
n
Een begeerde post
1
a
wegens een aan
tria
TOTAAL BEDRAG VAN
EEN
THANS
WAARMEDE
Engelsche luchtpost
DE DIRECTIE
1EN
EL
d
4
Schotfenmopptn berusten op boot-
aardige verxiruelt en onder-
lingen nayver
Vertlagen
I
I f
1
l
i
j
'I
Hl
ri
Alle a bonne 3 Verenen verzekerd voor
I
AWW5bIEL«M0T0RR'JWIEL
Xtfntoohstellihg
AMSTERDAM
27JANUARI - 5 FEBRUARI,
ingevolge de voor onze abonnes geldende
gratis ongevallen verzekering aan den Heer
A. BEKKERS, Leeuwenhoekstraat 22 te Hilversum,
hem overkomen ongeval. Dit is
aan onze verzekerde abonnes is uitgekeerd.
Finland drinkt weer
^AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
r
op
zei hy
halen?”
vroeg
J I
..Hoe
,4k
Ivy vond een boog en wat pijlen, die
waren achtergelaten door de zwarten
bü een bezoek aan het Artis-eiland.
heel verheugd met
haar
was
po.io
alsof
geheele
zü
„Loetje en Loutje mogen straks eens
schieten, als ik ze eerst heb laten
zien, hoe of ze moeten doen.”
meneer
Iry wilde, dat
i
de beurt zouden
antwoordden, dat
wantroii-
manler zouden doen.
Zoo namen ze elk een pijl en span-
den samen den boog.
„Wel,” zei Ivy. ,Jk heb al vaak zien
boogschieten, maar zoo nog nooit.”
„We kunnen er niets aan doen,”
zeiden de tweelingen.
Engelschen zijn onreine varkensik
pnt;
afge-
nleuws.... wees welkom.
mü
D Tndiaehe bedelmonnik toovenaar.
(Wordt vervolgd).
I
I
‘I
de tweelingen om
schieten, maar zü
ze t op hun eigen
om te eten. Het
„Ik was dol op boogschieten, voor
dat ik schipbreuk leed,” legde zü uit.
,Jk geloof," zei Ivy„„dat jullie niets
doen, als je
it.
rekel,
e Flying Scotsman”
Engeland in de richting
een derde
i studie-
I Aswifeji
or
ie
In
van
Waal,
a gen;
ergen
n; 2
Btop-
cten-
Het Noorsche Storting heeft in principe be
sloten, de Noorsche draadlooze zenders door het
rjjk te doen exploiteeren.
Tot dusver werden de zenders geëxploiteerd
door particuliere ondernemingen en de regee-
ring wil de exploitatie thans zelf ter hand ne
men om de ryksmlddelen te verbeteren.
(Ingezonden Mededeeling)
1{I
pot.;
MB.1S
pnt.
I pnt.
it. O
I t»-
et ea
luten
1 van
die
jevos
SB,
inge-
ZU
vondst en begon te mikken op een
haar
palmboom,
leven met pijl en boog was omgegaan.
oude
waalf
5 ge-
estlen
i ge
it en-
port-
n be-
iCMte
v. d.
oor 9
innen
3. F.
Keet-
man.
Wgal.
eluk-
Laer,
Meld,
roep.
Ze
rit
en
et
li-
n-
n-
in
n om
ge-
■eden.
r. Er
schap
sec.;
iroek.
waalf
rend:
oen,
pnt.;
t;
Er
t”.
iw
ïn
iw
id.
in
in
ns
de
w,
te
en
ed
es
in
xsdag
lames
Gro
ei
b-
n-
tel
meer zouden kunnen
elkaar kwijt raakte.”
(Morgenavond vervolg)
<11 op dit blad zijn Ingevolge de verwkerlngsvoorwMrrtenJegen
Verleden jaar zijn per luchtpost uit Enge
land brieven verwonden tot een totaal gewicht
van 64 ton. Dit is 20 pet. meer dan in 1931. De
geheele Engelsche luchtpost heeft een gewicht
gehad van 121 ton (in 1931 115 ton).
GEOPEND va». 10v«.-5hm SM VAN 8mM.~10iiK
SLUITING ZONDAG 5FEBR. 5u.
tsen-
IJs-
p de
b:
Wol-
nger-
lamp,
Sedert de afschaffing van het alcohol-verbod
in Finland, is de invoer van alcoholhoudende
dranken sterk toegenomen.
In 1932 bedroeg de Invoer niet minder dan
83 mllUoen mark tegen 10 mlllioen in 1931,
toen de drankwet nog van kracht was.
De invoer bestond hoofdzal^elük uit Engel
sche whiskey en Fransche wijnen en likeuren.
een ruimte, die hem veroorloofde op te staan
en eenlge beweging te maken, meer niet.
Pennyless gewaardigde zich niet met n woord
of 'n gebaar tegen deze barbaarsche behande
ling te protesteeren. Hij bleef zijn voorname
onverschilligheid behouden, at flink, sliep en
wachtte, zonder zich van streek te maken, den
loop der gebeurtenissen af. Maar in het diepst
van zijn gemoed kookte het van woede, haat
en vreeselljken wraaklust!
Daar kwam voor hem plotseling en geheel on
verwacht een vertroosting heerlijk en zoet!
Hij was pas twee uur in deze kleine door stee-
nen muren begrensde ruimte, die slechts zwak
ke verlichting ontving uit een getralied ven
stertje. Men kwam hem zijn eten brengen.
De gevangenbewaarder, wien zijn waardigheid
als blanke verbood eenlgen last te dragen, was
daarbij vergezeld van een koellf.
Op eei» teeken van den eerstgenoemde zette
de Hindoe een pot met rijst op den grond en
legde er een houten lepel naast; op een houten
bordje lag koud vteesch, te voren gesneden, ten
einde voor den gevangene het gebruik van mes
en vork onnoodig UWmaken.
Daarna gingen de mannen heen zonder een
woord te zeggen.
Pennyless begon aan zijn maaltijd en sloeg
daarbij op den grond zittende, de beenen krui
selings over elkaar, een houding die men wel
kent van de Oosterlingen en ook van de kleer
makers. Zijn ketting hinderde hem eenlgszlns,
maar in tijd van nood moet men zich weten te
behelpen!
Als in Gouda
Een der jongens
Door den meester
Wordt betrapt.
Dat hij even
Instinctmatig
Zich eens achter
D’ ooren krabt.
Dan krijgt pa of
Ma een briefje
En daarin wordt
Aangestipt,
Dat het hoofdje
Van het zoontje
Effectief moet
Kaal geknipt!
Want het hoofd mat,
Wel ontwikkeld!
En vergaren
Stap voor stap,
Maar het mag niéts
Tastbaars bergen.
Doch uitsluitend
Wetenschap!
En dat heeft nu
Niets te maken
Met bediUen
Of terreur.
Maar de school is
Nog geen Artis
En de meester
Geen dresseur!
op
mondhoeken
herhaalde zü
mmuummmmm/N GOlJDA»uunimunnmimi:
Huilenden hebben reeds vroeger de ver
rassende werking van Akker's Abdijsiroop
bij griep-aan vallen ondervonden. Door haar
hoeststillende werking, haar siektekiem-
doodende eigenschappen, haar gunstigen
invloed op borst, keel en ademhalingsor
ganen is de bekende, van ouds geprezen
akkers Abdijsiroop
het beproefds middel in griep-tijd.
Overal verkrijgbaar In flacons vanaf f L»
’eg: „We
tijd naar
leeft en dat zijn belang elscht al hetgeen gü
zult waarnemen.”
„OU jaagt mü schrik aan!”
.Nog eens: vrees niets en dat uw hart een
onverwoestbare hoop beware, ondanks en tegen
allen en alles, zelfs tegen de meest blijkbare
werkelijkheid, in. Alleen tot dien prijs zal de
kapitein de vrijheid kunnen herkrijgen.”
„Ik zal doen wat gU zegt,” antwoordde de
moedige Amerikaansche op vastberaden toon.
„En nu ga ik heen,” zei de fakir. „Schrijf op
een stukje papier een woord van liefde en ge
negenheid voor hem wiens eenlg verdriet is van
u gescheiden te zijn. Morgen in de vroegte zal
dit stukje papier hem worden overhandigd en
zijn hart zal overvloeien van vreugde
Ontroerd door deze alles-voorzlende fijne
hoffelijkheid, door deze toewijding, die voor het
schijnbaar onmogelijke niet terugschrok, ging
mevrouw Claudia voor haar schrijfbureau zit
ten, en vertrouwde aan het papier eenlge rege
len toe, waarin zij heel haar hart uitstortte. ZU
gaf het geschrevene aan den fakir.
Deze nam het stukje papier eerbiedig aan,
rolde het op. haalde het foedraaltje van de
punt van den dolk dien hü aan zUn linkerarm
droeg, .topte het papiertje erin en schoof het
foedr-.altje weer over zijn dolk heen.
„Vaarwel, mevrouw ik ga heen”.... was zijn
laatste woord, en zonder een wederwoord af te
wachten, opende hij de deur en verdween.
Bulten de deur ontmoete hU Marius, die ge
duldig op het einde van het onderhoud was blij
ven wachten en die hem toefluisterde;
Ik ging een hotel binnen
eerste, wat mij opviel, was dat er op iedere
tafel een karaf met water en glazen stond; het
geen de gasten er niet van af hield, melk, aran-
geade of andere dranken te bestellen. Toen ik
bU het betalen van de rekening erop wees, dat
ik nog twee broodjes had gehad en een vel
schrijfpapier, antwoordde de oberkel’ner: „Dat
is voor onze gasten kosteloos, meneer!"....
Ik was verslagen.
Blijkbaar was Edinburg niet de juiste plaats,
om de gierigheid der Schotten te onderzoeken.
De meeste Schottenmoppen spelen zich dan ook
in Aberdeen af. Ik nam een auto om naar Aber
deen te vertrekken. Toen wij onderweg een ben
zinestation aandeden, om het koelwater aan te
vullen en de benzinetank nog zoodanig gevuld
bleek te zijn, dat er niet noemenswaard meerbïj
kon, wilde Ik den exploitant, een ouden gebrek-
klgen grijsaard een paar pennies in de hand
drukken. Maar hij weigerde beslist en betoogde:
„Neen meneer, dat kleine beetje water is toch
n'ets waard!”....
De vaart, dwars door de landerijen, gaf een
goeden kijk op het productief maken van den
bodem van dit van nature m'sdeelde land Arm
is het landschap behalve een beetje gras
groeit er hier in het Noorden niet veel en de
bodem is allesbehalve zwaar en vruchtbaar.
Kleine, bescheldene huisjes verleenen den bewo
ners onderdak en men zou het. met het oog op
deze door de natuur veroorzaakte a:vnoede kun
nen begrijpen, als zij crlerig zouden zijn. Maar
ook in Aberden miste ik lederen grond, om de
spaarzaamheid der Schotten als gierigheid aan
te dulden. Ook hier wierp de kapper den hand
doek in de waschmand, nadat die door één klant
gebruikt was en nam hU voor een nieuwen klant
een schoenen, hoewel de eerste geen enkel spoor
van zichtbare verontreiniging toonde. Hw ge-
makkelljk zou hU zich het waschgeld niet heb
ben kunnen besparen? Daarnaast, in het café
werd ieder glas na het gebruik omgespoeld,
hoewel er hardnekkige geruchten loepen, dat
In Aberdeen de volgende bezoeker steeds de
blerresten, die zich nog in het glas bev nden,
moet meedrinken, in zooverre de voorafgaan ie
bezoeker tenminste nog een druppel in het glas
gelaten heeft. Hier moet ik echter toegeven, dat
ik geen enkel geval waarnam, waarbij e”n
Aberdeener In zijn bierglas nog één druppel
bier overllet. Maar hieruit de een of andere
minder gunstige conclusie te trekken lijkt mU
onrechtvaardig, want een glas b'er niet tot den
laatsten druppel uitdrinken. dit is geen gie
righeid dat is leuter domheid!
angst in z'n klein hart.
Behoedzaam stapte hU de stoep af en sloop
als een inbreker langs de hulzen. Onder t licht
van een lantaarn keek hU even op z'n horloge.
Ii£ji mlhuten voor half elf. HU schrok. Enfin,
als hU met de ham thuis kwam, dan.... ja
„als.” maar als hU nu eens niét met de ham
thuis kwam en ingerekend werd. Stel je voor..—
iemand van zUn naam en reputatie in de
gevangenis.... in de bank vah de oeklaagden.
.Meneer, weet U ook hoe laat het is?”
„X Is eh.... 't is over achten.”
vei woed.
,J->ank je wel, dat weet m’n grootmoeder ook.”
klonk het smalend.
„Stom toch van me,” dacht Davids,
kon hU nu zoolets zeggen!"
Scherp tuurde hu de stille straat in, die nu
vóór hem lag. Heel aan 't einde, by 't licht van
een winkelraam zag hU een helm van een po-
Utie-agent. OnmiddellUk keerde de heer Davids
op z’n schreden terug. HU trilde op z'n beenen
en besloot den buitensingel te nemen, t Werd
dan wel een kwartiertje later, maar enfin, hU
had dan tenminste weinig kans veel politie te
gen te komen. HU zuchtte en sjorde de ham
onder z'n linkerarm.
„Was Ik er maar niet aan begonnen, aan dat
geduvel met die ham!” bromde hj).
HU nam den singel, maar nauwelijks halfweg,
steeds scherp voor zich uitstarend, kwamen
hem twee fietsers tegemoet. Politie! Radeloos
vlogen David’s blikken in 't rond. Daar viel z’n
oog op 't hoog bordes van een heerenhuls en
vlug als een eekhoorn klom hU de treden op en
duwde zich met alle macht tegen den muur. De
fietsers naderden. Zouden ze voorbUgaan? HU
wachtte in angstige spanning. Kalm fietsten de
beide agenten voorbij.
Daar werd eensklaps, vlak voor hem, de deur
van 't deftige huls geopend en een heldere stem
vroeg: „Wat voert U hier toch uit?”
„O,” zei Davids met bevende stem, „ik.... ik»
wou maar even rusten.... ik.... goeden avond”
en voort stormde hU weer met z n ham.
Eindelijk daar was zUn huis. Maar wie ston
den daar? Vlak voor z'n deur zag hU schaduwen,
die dan weer heen en weer hepen, dan weer
voor z’n woning bleven staan. Zou hU verraden
zUn en hier worden opgewacht? Misscliien dat
de dienstbode van zUn vriend hem stil aan ae
politie had verkocht. HU begreep het anders
niet; hü had haar toch een kwartje gegeven?
HU wachtte en hoorde de torenklok elf uur
slaan. HU wachtte nog een kwartier en naderde
toen een stap of tien met knikkende knieën.
Toen kon hU wat beter onderscheiden en zag
dat 'n jonge man vertrouwehjk z'n arm om het
middel van 'n dienstmeisje geslagen had. Nu
wandelden ze weer op. Dat deed ook Davids
en met den vasten wil om zóo dicht by de ha-
y?n geen sclüpbreuk te lyden, was hij met eenl
ge koene sprongen by z'n huisdeur, opende die
en legde met een zucht van verlichting weer
z'n ham op de trap om de deur in 't nachtslot
te doen.
..Alsjeblieft vrouw, hier heb je de ham. maar
't is voor 't laatst hoor! Zooiets óverkomt me
nooit meer. Daar ben ik een week ziek van!”
„Waar kom JU vandaan?” vroeg mevrouw
scherp, en keek maar 't opgezette gelaat en den
gejaagden blik van haar corpulenten echt
vriend.
„Omgeloopen, omgeloopen.” zei hy met bree-
den armzwaai, „om de politie uit den weg te
komen, 'k Ben nagezet ook! Sjonge, sjonge, wat
is dat een gevaarlyk baantje!”
„Sny nu brood, vrouw, dan eten we brood
met ham,”- en gewillig begon meneer Davids 't
papier los te wikkelen. Ja, daar was ham. Hij
legde er liefkoozend de hand op envloek
te. HU legde er z’n beide handen op.
„Die beroerling." siste hU. „daar heeft-le me
weer.
„X Is Xi prachtham,” prees mevrouw vrién
delijk. Ze stond aan X buffet en bekeek de
ham van verre.
Meneer Davids zakte op een stoel en viel uit:
..Ja, X is een prachtham. als Je ze uit de
verte ziet, maar X is een houten.die naar
ling!”
---y
iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiuiiiuiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiniinnuiiiiiiin
Uit een rapport van den secretaris van den
Amerlkaanschen Senaat blUkt. waarom de
Amerikaansche senatoren, ook bU Jiet bereiken
van een hoogen leeftUd hun zetel aanhouden
en zich niet uit het politieke leven terugtrek
ken.
1
h MNmI
spreekwoordelUke gierigheid v“ h.1
der Schotten op de keper te beschouwen'*
De -Flying Scotsman” is'een wonder op wiel
len: niet alleen omdat deze trein cü
wagen met twee rollende restaurants**
beschuldigen hem ervan ons aan te zetten tot
oproer.
„Dat is een laagheid!'
,Ja.... het zUn ellendelingen.... Maar vrees
niets!....
Tienduizend van onze mannen hebben ge
zworen hem te zullen bevrijdenmorgen zul
len er honderdduizend zijn.... en. Indien het
nóodlg is, zal heel Indië in opstand komen om
hem uit zijn tegenwoordlgen toestand te ver
lossen en hem aan u terug te schenken.”
.Maar die hem beschuldigen zUn tot alles in
staat!'
„Vrees niets.... WU hebben bU Kali gezwo
ren dat onze weldoener inj zal komen en zal
blUren leven
Binnen drie nachten op z'n laatst is hU
buiten het bereik van hun macht!”
„Als dat eens waar was. moedige Poendit!”
„Ik heb niet de eer te behooren tot de inge
wijden; ik ben maar Xi eenvoudig fakir 1)....
de Poendits zUn het hoofd, wU zUn de^mien..
zU bevelen, wjj voeren die bevelen uit.... Er is
geen vorst op aarde die beter gehoorzaamd
wordt dan zU- Maar wat er ook gebeure, wat
men u ook zegge, geloof er niets van en laat
u door niets verschrikkenAl zou men u
zeggen dat kapitein Pennyless ziek.... of dood
was. *1 zoudt gU zelfs zijn oogen gesloten.
zUn lippen roerloos. zUn lichaam koud en ver-
stl)M ^en als een lyk- verJaa8 1111 uw 8eeri
verre de gedachte aan den dood, denk dal hU
kant dachten de Engelsche rechterlijke autori
teiten er niet aan zich te laten dwingen.
De zoo tragisch om het leven gekomen presi
dent Taylor was opgevolgd geworden door den
vice-president van het Hooggerechtshof, rech
ter Archibald Norton.
Ook bU dezen laatste dezelfde ambtelUkc
hooghartigheid, dezelfde onverschrokkenheid
tegenover bedreigingen, dezelfde doodsverach
ting!
Nauwelijks was hU _ln functie getreden of de
Poendlts, wier politie* en inlichtingendienst be-
wonderenswaardlg georganiseerd zUn. deden
hem eenzelfde ultimatum, eenzelfden eisch-met-
doodsbedrelglng toekomen als zUn voorganger er
een ontvangen had.
Rechter Norton, meer strijdbaar van natuur,
stelde aanstonds een daad van uitdagend karak
ter daartegenover. HU liet den dolk, het stuk
papier en den worgdoek. die ook hU boven het
hoofdeinde van zUn bed gevonden had. in zUn
salon voor iedereen té kyk liggen en wees er zijn
dienstpersoneel op als op curiositeiten.
Om aan die geheimzinnige en verschrikkelijke
vUanden te toonen dat hU den strijd niet vrees
de. beval hU dat Pennyless uit zUn cel zou wor
den overgebracht naar een hok en in boeien zou
worden geslagen.
De kapitein kreeg dientengevolge aan zUn
rechterbeen een sterke ijzeren keten, vastge
klonken aan een steen, en een ijzeren boel om
■tin borst, welke boei eveneens was vastgeklon
ken aan een anderen steen.
De ketenen hadden een lengte van ongeveer
vier meter ea hielden den gevangene dus binnen
huis voorbij. Toen stond hU plotseling
stoep en schelde, heel zacht.
De meld deed open.
„Wie bent U?” schreeuwde ze meer dan ae
vroeg.
..Stil, stil toch,” fluisterde Davids. „Heb je X
pak?” vroeg hU zacht.
„O, komt U de ham halen?” riep de meld.
„Ongelukskind,” snauwde meneer Davids, „mos
soms de heele buurt hooren, dat ik dingen doe
die het licht niet mogen zien?”
De dienstbode haalde de schouders op en
kwam een oegenblik laten terug met de ham.
die, zooals beloofd, zorgvuldig in carton was
verpakt, voor de vettigheid.
„Hier,” zei meneer Davids en gaf de meld 'n
kwartje.
„Dank u wel," lachte ze en vriendelUk liet ze
er op volgen: „U mot nog de compelementen
hebben van meneer, en dat U wel voorzichtig
mag weze met de peltssle
Toen sloot ze
de deur en Da-
vld stond alleen f
op de stoep met
de groote ham i
onder z'n korten,
dikken arm en
met nog groot er
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
aiiiiiniiinniniiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniininiiiiniiNiiiiiiiiiniiiiiiiiiË
waalsch gemompelde beleefdheidsbetuiging greep
de aangesprokene haastig in den zak, haalde
daar vriéndelijk grijnzend een lucifersdoosje uri
en gaf mU bedaard vuur. Ik bedankte en ver-
daar deze streek voor mUn exper menten
blUkbaar ongeschikt was.
Ik boemelde nog wat door de stad Voor de
courantenbureaux stonden niet meer menschen
dan in andere Brltsche steden, waar men even
zeer menschen aantreft, die parasiteeren op de
aldaar opgehangen couranten. Een bioscoop
verspreidde de faam van de voorstelling door
een luidspreker op straat, schUnbaar zonder
bevreesd te zUn. dat heel Edinburgh zich en
masse voor den Ingang zou opstellen, om rich
met de kostelooze klanken te verzadigen, en de
beelden daartoe eveneens kosteloos in de ver
beelding te ontwerpen. Niets van dat alles'
Verder merkte ik op. dat de papiermanden vol
weggeworpen couranten lagen, wier bezitters X
de papieren mee
daar voor Inpak-
discreter doelein-
In dit rapport wordt namelUk uiteengezet,
hoe de 2.800.000 dollar die in het afgeloopen
jaar door den Senaat uitgegeven zUn, besteed
werden.
De voorrechten van een senator zUn reeds
groot. Behalve een salaris van 10.000 dollar,
heeft een senator een staf van secretarissen en
klerken tot zUn beschikking, hij heeft vrU rei
zen, vrU scheren, haarknippen en gezichts
massage.
HU kan maaltUden gebruiken tegen een veel
lageren prijs dan In een restaurant, heeft vrij
gebruik van alle soorten mineraal-water, een
particuliere parkeerplaats voor zUn auto’s.
Uit de apotheek van den Senaat kan een
senator alle soorten geneesmiddelen krUgen en
als hu sterft als senator wordt hU op rijks
kosten op luisterrUke wyze begraven. De Senaat
‘betaalt en onderhoudt ook den auto van den
vice-president, hetgeen In het afgeloopen jaar
bUna 3000 dollar heeft gekost.
„Pas op! Het is alsof die roode jakhalzen de
lucht van Iets beet hebben gekregen."
De fakir haalde de schouders op en pre
velde:
„De
ben niet bang voor henl”
Marius stak hem de hand toe en zelde:
„Goeie reis, kameraad en wel bedankt!”
De fakir vatte de hand van den zeeman en
drukte die stevig.
Vervolgens klom hU gerulschloos tegen de
brug op, keek even rond, was met een paar
groote stappen bU de reeling en verdween zon
der dat de Franschman. die scherp luisterde,
ook maar het minste geluid van den sprong in
de rivier gehoord had.
.jSelderementWat 'n vuist!”.... dacht Ma
rius, wiens athleten-hand even gekraakt had
onder den handdruk van dc tengere figuur, die
zou men gezegd hebben door een windje
kon worden omvergeblazen.
„"n Zeldzaam heer en met wien de Engel
schen heel wat te stellen zullen hebben.”
Een rauwe kreet deed hem opschrikken.
„Who goes there!”.... (wie Is daar?) riep een
wachtpost. Daarna een licht flitseen schot.,
■n salvo van schoten.
Niets te zien of te hooren ook de rivier was
stü.
DRAMA Di HET 8ANS-SOUCI-THEATER
PANIEK TE CALCUTTA
Waren eenerzUds de Poendlts vaster dan ooit
besloten den strijd voor de vryheld van kapl-
,tela Pennyless voort te zetten, van den anderen
et was midden in den distributie-tijd.
J£n 'k kan Je er nog wel een leveren
ook!”
„Opschepperij”, zei meneer Davids, minach
tend.
„Nou, bonjour dan”, en meneer Davids
vriend wuifde met een splchtlgen- arm, waarom
zich het volgend oogenbllk de dikke vingers
klemden van den corpulenten heer Davids.
„Wees nu niet dadelUk zoo gepikeerd, beste
kerel; ik meen het immers zoo niet en....”
„Dat weet Ht wel,” zei de vriend, „maar X Is
toch niet aangenaam als Je iemand een plezier
wilt doen en je hoort dan dadelUk van „op-
schepperU". En hU lachte, zooals de eene vnend
tegen den anderen lachte. Maar dat lachen
wekte weer meneer David's argwaan op.
„Ja maar,” meende hU. „als jU zóó lacht, fan
denk Ik altüd, dat je me er weer tuschen wilt
nemen; dat heb je vroeger ook zoo dikwijls ge
daan; ik ken je van ouds.”
Toen de heer Davids echter den lach zag ver-
dwUnen en een rimpel zich zag vastzetten in
het mager gelaat van zUn vriend, eindigde hU
vergoelUkend
Maar dat is natuurlijk vergeten; Je beul
altUd een waar vriend voor me geweest en dat
toon Je nu weer opnieuw; Ik vind X hartelyK,
ver....verduiveld hartelijk van je.”
,JCom dan mee,” zei z’n vriend, „en eet bU
me thuis een boterham met echte, vette ham,
dan zal ik je mUn voorraad laten zien, waar
van je een ham tegen InkoopsprUs krUgen kunt.
Da’s drie gulden het pond. Kom maar mee."
„Ik vind het verbazend aardig van je, kerel."
hygde de corpulente mUnheer Davids, die moei
te had zUn vriend by te houwen.
,4a. dat heb Je al gezegd," lachte deze.
„Wacht maar eerst tot je de ham veilig in
huls hebt, want je zult haar zelf moeten halen
vanavond als het donker is.
.Moet ik haaf zelf komen
mUnheer Davids angstig.
.Kom mee en kUk in den kelder.” zei z'n
vriend, toen ze In diens huls gekomen waren.
Davids stapte op de wankele keldertrap en wierp
een blik naar omlaag. Daar hingen, netjes op
een rU. vier prachtige hammen.
„Is dat nu opschepperU?” vroeg de eigenaar,
sarcastisch.
„Vergeef me,” smeekte mUnheer Davids,
wist niet dat je in ham deed.”
„Ik doe niet in ham," klonk het antwoord,
„maar uit vriendschap wil ik jou van mijn
voorraad een ham afstaan voor den prUs, dien
ik er voor betaald heb. Tc Zal ze Je eens laten
proeven. Kom maar mee naar boven."
Davids volgde en kreeg een snee ham, woals
hU in jaren niet geproefd had.
„Kan ik haar niet meenemen?" vroeg nU.
.Meenemen» Kerel, dan zit je binnen een
kwartier in den bak. Kom vanavond tegen IC
uür, dan is 't donker.”
„Dan moet Tl naar bed.... ik bedoel, dan ga
ik naar bed.... want.... eh.... voor m'n ge
zondheid, zie je,” hakkelde mUnheer Davids.
..Hoor npu es. amice, zeg JU nu tegen je
vrouw, dat er een heerlUke ham op je ligt te
wachten, dan mag je best vanavond om tien
uur even alleen uit. En zeg er dan bU. dat Je
er al van geproefd hebt, begrepen? Zeg er dat
vooral bU, anders denkt ze dat het een smoes
je Is.”
„En als 'k nu aangehouden wordt?” fluister
de Davids angstig. „KrUg Je daar gevangenis
straf voor, voor zulke dingen?”
„Transport-rlslco.” zei de vriend kort, zonder
op de laatste vraag acht te slaan. „En als ik
soms niet huis ben, zal ik ze Inpakken in kar
ton, voor de vettigheid en ze klaar leggen; dan
kan de meid je X pak wel geven, 'k Zal de
lichtste voor je klaar maken; vUftlen
tegen drie gulden.”
„En de betaling?” vroeg meneer Davids.
..Komt wel in orde,” lachte de vriend; „proef
ze nog eerst maar eens, hoor! Adieu!”
's Avonds tegen een uur of zeven, zei meneer
Davids tot z'n vrouw: „Vrouw, 'k ga vanavond
tegen een uur of tien even uit en
.Da’s geen tUd voor een fatsoenlUk, getrouwd
man, om alleen de straat op te gaan; dus van
avond om een uur of tien ga Je maar niét uit,”
antwoordde mevrouw Davids kort, en ze lachte
voort.
„Laat me uitspreken.” zei meneer Davids
korzelig, en hU vervolgde: „Tr Oa dus vanavond
om een uur of tien even uit en om kwart over
tienen ben ik weer terug met eenham."
Mevrouw Davids keek even verheugd
Toen zakten echter haar scherpe
en minachtend en ongeloovig
„Een ham?!”
Ja,” verzekerde haar echtgenoot, „een ham.
En *k heb er al van geproefd ook.”
„Van die ham?" vroeg mevrouw,
wend.
„Zoo, da's aardig. Dus als JU even uitgaat om
zoogenaamd een boodschap te doen, zit JU er
gens ham te eten."
De heer Davids beweerde, dat bet was ge
weest bU een vriend van vroeger, die zoo bil)
was hem weer te ontmoeten en een blUk wilde
geven van trouwe vriendschap.
Het woord: ham, had echter op mevrouw Da
vids z'n uitwerking niet gemist en vjjf minuten
vóór tien zei ze, zoo langs haar neus w<
zullen dan maér niet op den gewonen tl
bed gaan, want je moet nog even uit, is X
niet?”
„Tt Ben om kwart over tienen terug, mét de
ham!” riep mijnheer Davids. HU had z'n hoed
al op.
„■k Proef de ham al!” lachte mevrouw. .Denk
er om, direct naar huls!”
Met de meeste behoedzaamheid naderde Da
vids het huis van z'n vriend. Je kunt nooit we
ten, dacht hU. Iedereen kon hem naar binnen
zien gaan en later voor de rechtbank optreden
als getuige A charge. HU beefde. Och kom, zoo
ver zou het immers nooit komen. HU zou wel
voorzichtig zUn. Eerst sloop hü enkele malen X
Een gevoel van verteedering. waartegen hü
«ich niet verzette, doofde het vlammend vuur
>n zün blik uit en verzachtte de woeste uit
drukking van zün gelaat en het scherpe ac
cent van zün stem.
„Ik ben uw dienaar, j vrouw, wier schoon
heid gelijk is aan die van Seri, de goden-docn-
ter van den lotus, en wier arm dapper Is als
▼an Skanda. den oorlogsgod, den zoon van
Blva."
Hjj staarde haar eenlge seconden aan met
een uitdrukking van hartstochtelUken eerbied,
waarin dankbaarheid lag opgesloten en zelfver
loochening en offervaardigheid tot het fana
tieke toe.
„OU brengt
vriend."
J«1 De kapitein, uw echtgenoot, ta in de ge
vangenis. De Engelschen rekenen het hem ais
MB mladaad aan. dat hü on* gered heeft en
blUkbaar versmaad hadden,
naar huis te nemen, om ze
papier, onderleggers, of nog
man. die er op uittrok, de 1 <’el> te gebruiken.
Chrid van het geslacht
De ..Flying Scotsman” Is'een wonder
len: niet alleen omdat deze trein een keuken
wagen met twee roUende restaurants, een bar
een bibliotheek, een kapper en een damessalon
meevoert, maar In de eerste plaats wel: omdat
dat alles geen cent extra-toeslag kost!
^1 zouden wU ”n halven Shilling toeslag vra
gen, dan zou de trein al zouden wU die met
meubelen uit het konlnklUk paleis installeta
zonder één Schotschen passagier loonen
en dat kan men niet riskeeren by een trein
die heen en weer naar Schotland zélf rijdt.”
verkondigt zelfbewust en m.'t overtuiging de
friseur, die mü inzeept, ,ms jaar riJ-i Ik op
den trein meneer en pas driemaal hebben
Schotten mü fooi gegeven: daarbü was een Lord
die evenals de anderen een fooi van een pennv
gaf!"
„U bent zeker een Londenaar?*’ vroeg Ik En
de friseur gaf dat toe Ik de d er het zwygen
toe Later werd de argwaan, die op dat oogen
bllk In mü opkwam, bevestigd. Ik waag het te
verzekeren, dat speciaal Londenaars en verder
alle andere Engelschen om onbeg’-ypelyke rede
nen een hekel aan Schotten hebben en hen,
tengevolge van een soort gevoel van overwicht
„gierig” noemen. Dit terwijl de Schotten
In het geheel niet gierig zün, een enkele is
soms spaarzaam. En spaarzaamheid of gie
righeid is Iets heel verschillends. Vsnwcge de
Schotsche spaarraamheld valt het m sschien te
verklaren, dat alle boekhouders en accountants
en minstens driekwart van alle bankdirecteu
ren van het Britsche wereldrijk Schotten zün.
Zij bezitten mlsr. hlen niet zoozeer het genie om
geld te verdienen, maar cm het büeen te hou
den.... dat verstaan ze opperbest. Mlschien is
de afkeer van de heeren Engelschen gegrond
op de talrijke credletwelgeringen van de desbe
treffende heeren bankdirecteurs? In ieder ge
val besloot ik de spreekwoordelü’te gierigheid
der bewoners van Engeland* Noordelükste stre
ken eens grondig op de proef te stellen.
Het eerste experiment werd Onmlddellilk na
aankomst op het station Edinburgh ten u tvoer
gebracht. Ik verzocht den witkiel een touw,
dat om een kartonnen doos gebonden was, door
te knippen, daar ik den inhoud van de dooe In
mijn koffer wilde pakken. De man sneed het
touw door en wierp het achteloos weg. Vol
gens het qireekwoord iiad hü het zorgvuldig
moeten opwinden en in den zak steken! Het
eerste negatieve resultaat I
Daarop wierp ik mUn pas half opgerookte
sigaret in tegenwoordigheid van een dertigtal
Schotten weg. Hoewel iedereen deze beweging
moest hebben gezien, daar het in de xpcht-
kamer plaats had. ontstond er geen wilden
strijd om het nog rookènde stuk sigaret, n 1 e-
mand nam er ook maar eenlge notitie van.,
niemand verweet mü mijn verspilling, of iets
van dien aard. Niets, maar dan ook niets daar
van. Ik nam nu een nieuwe sigaret uit mün
koker en wendde mü tot een van de omstanders
met een verzoek om vuur. Ik had verwacht, dat
deze beleefd, maar beslist sou weigeren, want
een lucifer koM nog steeds geld en verbrande
“benzine eveneens! Ik werd dus wederom teleur
gesteld. Met een In een onverstaanbaar koeter-