Een tenor wordt beroemd
utofaal van den dag
11
I
H
Niets anders noodig
i
Kunt Ge niet slapen?
HET KWIK
Als ik Caruso
was
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Met ROBINSON aan
kun je
uren lang gaan
HET
GROOTE
AVONTUUR
i
\200 Diners
per dag\
MAANDAG 30 JANUARI
J
Werkloozen-initiatief
i i
FEUILLETON
Michaël Bohnen als
pólitie-agent
Fransche ratten, rolt
uw matten!
I
1
Rijkdommen van den
zeebodem
••AKKERTJES"
A MOTORRIJWIEL
TENTOONSTELLING
AMSTERDAM
27JANUARI- 5FEBRUARI.
GEOPEND VAN 10v.M.-5r.M. EN VAN 8nM“I0nm
SLUITING ZONDAG 5FEBR. 5u. n m.
Met een vliegtuig over
den Mount Everest
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
en
en
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
„Mister
naam,
I
het
Nadruk verboden.)
'I
(United Press.)
maanden
Freddy kreeg op
dag
ruzie
een
met Ivy, omdat hij wat roet gemorst
had op Polly's staart. Hij had
na
melijk den schoorsteen
van
kwam
wel een emmer vol roet uit.
,.Kljk
toch uit,
waar je loopt,”
schold Ivy. „Hoe krijg |k de kat ooit
gaan
weer schoon? Kom eens hier, Polly!
Poes, poes, poes! Kom, dan zal ik je
staart wasschen!”
Ivy s
stem hoorde.
toen ze langs
Freddy kwam, aaide ze hem plotseling
met haar roetstaart in
’t
gezicht.
I I
zoodat hij eruit kwam te zien
als
een neger.
..Kijk nu weer eens, wal dat mis-
punt uithaalt!” gromde Freddy. „Ik
ben ontoonbaar!"
i
,.’t Zou niet gebeurd zijn.
als
Je
geen roet op Polly’s staart
gemorst
had!” zei Ivy. „Nu kan ik behalve de
kat ook jou nog gaan wasschen!”
(Morgenavond vervolg)
I
(Ingezonden Mededeeling.)
I
het voorwerp in een der
precies 35 ..roepies" 1>
ixtu'in
mniHRiifHtMiiimuiiMHMHinnuHiuiiiiiiHHUuiiiauwmiiiuiiiiiniin
19
1) Ongeveer l 52.
staan «n begonnen te zingen. Een
zongen zij, ongeveer zoo:
Na de repetitie
enkele jongens
..Als ik Mascagni was.
En op ontdekkingsreis.
Nam ik je mee....”
i
dan Purol, om een ruwe huid, schrale lippen
en gesprongen handen, spoedig te genezen.
Doos 30 en 60 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Als ik Caruso was.
En zoon stem ook had
Zong ik niet hier...."
Volgens te Nizza gepubliceerde schattingen
zou jaarlijks een bedrag van 700 tnilUoen francs
kunnen worden bespaard, als men er in zou sla
gen alle ratten in Prankiijk te verdelgen.
Deze ondieren richten overal groote schade
aan en kunnen door hun snelle vermenigvul
diging groote verwoestingen aanrichten.
In den tijd van twee jaar brengt een ratten
paar onget ccr 1500 jongen te: wereld.
Polly kwam direct, toen zij
maar
En aller oogen zijn gericht...
Natuurlijk, op het kwik’
Want, weet u, dit artikel gaat,
Althans voor 't oogenblik!
Het gaat. omlaag en dit is juist
Hetgeen men zoo begeert.
Tenminste als men schaatsen rijdt,
Of 't in de gauwte leert.'
En daalt het kwik, dan rjjst de hoop,
Dat ’t nog wel even duurt,
't Is daarom, dat men naar dat kwik
Nu zoo voortdurend tuurt.
Maar ook degeen, die in den geest
De Rivièra prijst,
Hij kijkt alleen maar om te zien
Of 't kwik nu nog niet rijst.'
Maar daar hèt kwik onzijdig is.
En dat is een geluk
Heeft al die drukke kijkerij
Geen invloed op den druk!
En of men nu van zoeter weer
Dan wel van schaatsen houdt
Dit laat het kwik, zooals u voelt.
Thans wel volkomenkoud!
bloemen voor haar meegebracht, eri ze "wak er' punt der halte waren gekomen
zoo mee ingenomen, dat zjj ze in een glas wa
ter naast zich In de cassa zette.
iiiuiiiHiiiiiiHniiig
^IIHtHIlllltlINIIII
le lijden. hU haalde
haar niet minder goed
bij verlies van ‘n
anderen vinger
magere wangetjes, streek de hand over hun
zwarte haar en prevelde eenige woorden van ge
negenheid en medelijden.
Vervolgens haastten zij zich, geheel vervuld
van de gedachte aan het kleinood, het eenige
overblijfsel van hun vroegeren welstand, langs
de Hoegli naar het strand.
Zij bemerkten daarbij dat de kleine groep
Hindoes hen op een afstand volgde.
In de Europeesche wijk aangekomen zochten
zü en vonden zij weldra een adres, waar zij het
goud konden verkoopen voor geld.
Maar nu werden zij toch eenigszins bevreesd.
Zij durfden niet naar binnengaan, omdat zij
niet wisten wat te zeggen als men hen mocht
vragen hoe zu aan dat kleinood gekomen waren.
Zij aarzelden geruimen tijd en dachten na
over hetgeen zu zouden antwoorden
Ten slotte toonde Mary zich de dapperste en
hakte óen knoop door.
Zij ging naar binnen en zag aanstonds een
Perzisch koopman met een bril op den neus, en
die bezig was bankbiljetten te tellen en van tjjd
tot tijd notities maakte in een dik boek.
„Mijnheer," zeide zij, terwijl ze een hoogroode
kleur kreeg en haar stem beefde. ..zoudt u dit
gouden voorwerp eens voor mj) willen schaltiy/
en het van ml) willen koopen. als u het ku0f
gebruiken.”
Haar optreden was zóó vol gratie, haar stem
zoo dringend smeekend en tegeiijkertljd beschei
den, dat de koopman er niet aan dacht te vra
gen naar de herkomst van het aangebodene
HU knikte even, bekeek het metaal, haalde
het over een langen bruinen steen, begoot den
Een groote Maestro kwam eens met een Sta-
giene door de stad en hoorde den jongeman
zingen. Caruso. Caruso, wie wis Caruso? Ook
zoon arme jongen, als jij bent. Maar hij heeft
„Ja. Patrick, laten we aanstonds heengaan.
Ik kan niet langer hier blijven en dezen toe
stand aanzien; dat breekt me het hart.”
De jongeman stak het kleinood in zijn zak en
beiden gevolgd door hun hond, die nu en dan
tegen hen opsprong, alsof ook hij zich over de
vondst verheugde, sloegen den weg in naar Cal
cutta.
Toen zij het park uitgingen. ontmoetten zij
weer de ongelukkige Hindoes, die hun den vo-
rigen dag. zonder het te weten, opmerkzaam
hadden gemaakt op de voedende eigenschappen
der Bassla-bloesems.
Ook zjj kwamen terug van de natuur-voor-
raadschuur en hadden er flink gegeten.
Zij spraken eenige woorden van hoffelijke
groetenls tot de jeugdige Engelschen en deze
lachten hun vriéndelijk toe als oude kennissen.
Mary streelde de arme kindertjes, die er zoo
uitgemergeld uitzagen, kneep hun zachtjes in de
Neem dan voor 't naar bed gaan,
eens xoo’n "AKKERTJE" en slaap S' i X
heerlijk rustig en fijn door die tawsEa
AKKER.CACHETS W
r»C«pf vo" ApoHtaür Oumonf
Wü lachten.... Mascagni: ..Wie zijn jullie
dan wel? Waar komt dat lied vandaan?" „Van
Gigli," riepen zij allen door elkaar, „die is im
mers zoo begonnen en tegenwoordig is hij een
beroemde tenor!”
In Amerika beléeldc ik eens een zelc^aam
avontuur. dat echter teekenénd te noemeh is
voor onzen tijd. Een jonge, misschien ook niet
meer zoo héél jonge dame deed mü voort
durend huwelijksaanzoeken. Alle blauwtjes, die
zij liep, alle uitvluchten, die ik zocht, niets
hielp!.... Mjjn secretaris vertelde haar roover-
geschiedenissen van mij. Op zekeren-dag liep
ik tegen haar op en onmiddellUk klampte zij
zich aan mij vast. Ik werd onbeleefd, grof
zelfs.... Zij glimlachte alleen maar eens en
verzocht mjj haar mijn laatste woorden schrif-
telUk te geven, dan zou zü mü met rust laten.
Ik deed dat en spaarde geen hard woord. Zij
glimlacht en zegt, dat zb nu het record in
blauwtjes geslagen heeft. 299 schriftelljke af-
wüzigingen heeft zjj reeds in haar tasch. De
300ste was ik. Maar niet alleen het getal beves
tigde het record. Ook de naam! Zij vond, dat
ik in goed gezelschap was. want de nieuwe pre
sident Roosevelt was ook al bij haar verzame
ling.
Tenslotte nóg een amusante geschiedenis uit
de eerste jaren der prohibitie, die binnenkort
nog slechts een legende zal zijn. Wij hadden
vacantle en vermaakten ons in Miami aan de
Beach.... Toscanini, Bodansky. Michael Boh
nen en Maria Jeritza. Op zekeren dag maak
ten wij een trip door de omgeving. In een kleine
herberg wilden wij rusten. Maria Jeritza zal
een ..rondje' geven in de afgesloten gelag
kamer.... Wij zijn op tijd aanwezig. Alleen
511
MOSKOJ. D Jan. (Reuter» de Zeeboezem
van Karabugas aan de Kaspische Zee wordt op
het oogenblik geëxploiteerd voor de productie
van chemicaliën.
Het ingesloten water dat veel weg heeft van
de ..Doode Zee” in Palestina, heeft een opper
vlakte van 21 vierkante K M Er leven geen
visschen in en er is in het geheel geen planten
groei.
Onder de heete zonnestralen verdampt het
water er zeer snel en daardoor is deze zee
boezem een geweldige natuurlijke zoutpan ge
worden.
Duizenden jaren geleden moet dit verdam
pingsproces reeds zjjn begonnen en men schat
het bezinksel, waaruit chemicaliën kunnen wor
den gehaald, op een hoeveelheid van zes mil
liard ton.
Het bezinksel hoopt zich op den bodem op of
wordt door de golven op de kust geworpen, waar
het snel droogt. Thans zal men met technische
hulpmiddelen den zeeboezem gaan exploiteeren.
waardoor reeds een groote industrie is ontstaan,
bij het meer is een stad verrezen voor de 20.000
werklieden, die te werk zUn gesteld.
rampzalige streek, zeer kenschetsend genoemd:
„het kamp der ellende.”
Men had het nog veel beter kunnen noemen:
„de hel van den hongerwant misschien nooit,
bij mensclienheugenis. krligt men een zóó
schrikwekkende groote verzameling te zien van
menschen ten prooi aan die vreeselijke ellende:
den honger!
Er zjjn daar duizenden en duizenden van bei
derlei geslacht en van eiken leeftijd, die op den
uitgestrekt liggen, buna zonder zich te
kunnen bewegen en van een fantastische ma
gerte.
Men vraagt zich af hoe ’n mensch zonder te
bezwijken zulk een ontvleezing kan ondergaan!
Bij aankomst van een trein strekken al die
menschelUke geraamten hun armen uit en sma
ken met nauwelijks hoorbare jammergeluiden
om wat voedsel-restjes.
Moeders heffen hun in lompen gehulde uit
gemergelde kinderen omhoog.
DaAr komt alles bijeen wat bijna niet meer
leven kan. wat zich den toegang tot de groote
rijke stad ontzegd ziet en wat zich geen feest-
disch maken mag van hetgeen andere men
schen wegwerpen voor honden en katten en in
vuilnisbakken.
Men moet den rukdom met hinderen door de
narigheid der annoede-.... Dat is immers voor
velen nog altUd een beschavtngsprinciep!
Men wijst aan die ellendige stakkerds als tfj-
delUk verblijf het „kamp der ellende” aan. waar
zjj intusschen dit dient óók gezegd niet ge
heel en al aan hun lot worden overgelaten.
(Wordt vervolgd).
I -
antwoordde met indrukwekkende hooghartig
heid en waardighi ld
„Ik ben Patrick Lennox, heilig van Rich
mond! Is het misschien een misdaad arm te
zUn en aan niemanu iels te vragen? Geef mi)
twee landverhuizersbiljetten.”
Nu was het de beurt aan den beanbte om te
blozen en een paai woorden van verontschuldi
ging te spreker..
Hij nam twee andere biljetten en zeide. dit
maal weer op beleefden loon:
„Dat is maar achttien roepies.”
Patrick betaaldezonder iets te antwoorden,
gaf zijn zuster den arm, en beiden, gevolgd door
Bob. gingen het perron op, dat vol was van een
dlehte menigte vertrekkende reizigers
Patrick had niet veel geld meer over! ZU
zochten een van die compartementen op. die
aan de slaapwagens grenzen, waarmede zU ver
binding hebben en waai ook de inboorlingen
boys zich ophouden, die behooren tot het dienst
personeel der rUke Engelsche reizigers
Op een teeken van zUn meester sprong Bob
de treeplank op en zocht een plaatsje onder de
zitbank.
Het gegil van de stoomfluit scheurde de lucht,
er volgde een oorveidoovend gerommel en de
trein zette zich in beweging.
De Jeugdige reizigers slaakten een lange zucht
van vei lichting en meenden nu in volle vaart en
nauwelijks merkbaar gebracht te zullen worden
tot dicht bij’het tooneel van den oorlog.
Na tien Vhinuten rijden stopte de trein niet
verre vafr een dier moerassige stukken grond
die liggen langs het BalliagliaUa-luuiaal, een
steen met een scherp vocht uit een glazen
flesch en zag nu dat net zuiver goud was. zón
der eenig mengsel.
Daarna legde hij
schalen van een kleinen balans, zette op de an
dere schaal een paar gewichten, keek even en
zeide vervolgens:
„Mejuffrouw, dat is
waard.”
Wat ’n geld! Mary had bijna uitgeroepen:
„O, mUnheer, hoeveel!.... Wat ben ik blij!’’
Maar een gevoel vap eigenwaarde en ook de
voorzichtigheid deden haar dergelljke woorden
onderdrukken.
De koopman telde het bedrag uit. stelde het
haar ter hand, groette en ging weer aan zijn
werk.
Eenmaal op straat gekomen, plotseling kapi
talisten geworden, kenden broer en zuster zich
zelf niet meer.
ZU waren ervan overtuigd dat deze som hen
in elk geval in staat zou stellen naar Peshawer
te vertrekken.
En nu dachten zü er slechts aan zoo spoedig
mogelijk op reis te gaan.
44<lieten zich de richting naar het Centraal-
inlTH^ wijzen door een inboorling-politie-agent
die zich erover verwonderde dat zü. Engelschen,
te voet gingen.
ZU kwamen elndelük aan het doel van hun
tocht, doodmoede en hongerig.
Patrick, had als beheerder der financiën, de
leiding der kleine expeditie op zich genomen.
De traanproductie
OSLO, 29 Jan. (Reuteró Teneinde overpro
ductie van traan te voorkomen, heeft de groote
Noorsche walvischvloot tUdens het seizoen
1931-1932 stil gelegen en thans wordt in de
Zuidelijke IJszee door de walvischvaarders ge
werkt op basis van een plan, volgens hetwelk de
productie van traan beperkt blUft tot de hoe
veelheid. die de markt in staat is op te nemen.
De geheele productie van het loopende seizoen
is reeds aan verschillende maatschappijen ver
kocht. waarvan de voornaamste is de Unilever.
In belanghebbende kringen wordt groote vol
doening geult over de resultaten van het plan
en de vereeniging voor den handel in walvisch-
traan deelt mede, dat aan een speciale com
missie is opgedragen een voorstel uit te werken
voor een nieuw beperkingsplan, dat in het vol
gend seizoen van kracht moet zjjn en zoo moge-
lijk ook voor een verkoopsovereenkomst.
Volgens niet-bevestlgde berichten hoopt men
in belanghebbende kringen, dat de markt in het
seizoen 1933-1934 behoefte zal hebben aan een
grootere traanproductie en dat deze daardoor
zal kunnen stügen met b.v. tien procent.
Alle Noorsche walvischmaatschapptjen hebben
zich practisch met het thans van kracht zUnde
beperkingsplan vereenigd. uitgezonderd de tot
de Unilever behoorende walvischvaarders, die
zelfstandig staan.
De hoop wordt uitgesproken, dat de Unilever
zich eveneens met het plan zal kunnen ver-
eenlgen en dat dientengevolge ook de walvisch
vaarders van deze maatschappU in het komende
seizoen hun vangsten naar dit plan zullen
regelen.
enjamino Gigll, de grootste tenor van Ita
lië. verhaalt ons de- volgende humoristi
sche oogenblikken uit zijn leven:
„Kent u het sprookje van den tenor? In een
kleine Italiaansche stad zong een jonge mim
eens een parodie op een volkslied. In het Ne-
derlandsch vertaald, luidde dat ongeveer als
volgt
iets
en
zoo
met
overtuiging
in haar stem, dat
Illi begreep dat dc zaak daarmee voorgoed Uit
was.
Doch John Aril»» was niet een man om aan
„een gebroken hart”
z’n schouders op. vroeg
van hem te denken, en verhoogde opnieuw haar
salaris. En toen ze was weggegaan, verdiepte
hij zich opnieuw in zijn boekhouding
En den volgenden Zondag nam Arthur Con
nersby Mabel weer op een uitstapje in den om
trek. en toen zij terugkwamen, vroeg hjj naar
of ze met hem wilde trouwen Toen begreep
Mabel: zü hield van Arthur Hij had haar nooit
veel over zichzelf verteld, alleen dat hij spa it-
de om voor zichzelf te kunnen beginnen in -• n
zaak En ze antwoordde hem „ja" en hü kuste
haar en op een gouden wolk reden ze naar huis
in een droom van geluk, tot het geschreeuw
van een conducteur hen aan t verstand bracht,
dat ze in een autobus zatei\ en aan het ind-
oewel hü als restaurateur en als mensch
in het algemeen een zeer geschikt man
was, kon Mabe! Betterway. die in zijn
zaak de cassa bediende. John Arliss toch niet
heelemaal uitstaan.
„Ik begrijp Je niet,” zei het meisje, dat de
tafeltjes by de cassa serveerde, „hü is dol op
je. en hü staat je ik weet niet hoe dikwyls aan
te staren."
..Heb je wel eens gezien hoe hü op 'n bief
stuk kan staren?" vroeg Mabel.
„Maar een man moet toch eten, niet?"
„Eten?” herhaaldt-' Mabel „ik zie hier man-
nen niets anders doen. Vroeger dacht ik aan
een man als aan een held, en nu! Een man is
niets anders dan een altijd hongerig en slecht
gehumeurd wezen!'
Hoewel John Arliss haar op büzondere wijze
bewonderde, hield hü z’n hoofd toch bij z’n
zaak. Hij was geen man. die onmiddellUk poëzie
gaat schrüven. of s nachts aan het venster
staat te zingen en te tokkelen op een guitaar.
Hij bewonderde haar zakelüke gewoonten, haar
vriendellikc bediening van de klanten, en haar
correcte afrekening. Hü vond haar een ge
schikte vrouw voor hem en zn zaak, en hü zag
heei goed hoe gezien ze was bü z’n klanten en
personeel. En toen ze op een goeden keer eens
genoeg had van dat zitten in de cassa en kijken
naar als maar i-tcjjcle mannen, had hl) terstond
haar salaris ^NNlgd. wal haar deed blüven
Een van de geregeldste bezoekers was een
knappe jonge man. Arthur Connersby. Mabel
kende z’n naam, omdat hl) een abonnement
gekomen en een vast tafeltje gekozen had HÜ
had dat met Mabel geregeld, en hü had zoo n
prettige wüze van optreden en zoo’n typisch
muzikale stem, dat Mabel hem graag geholpen
had en een anderen indruk van hem kreeg dan
van de overige eters
Den volgenden dag had Connersby eeu bosje
Het was een eenvoudige huwelijksplechtig
heid; ze hadden beiden geen familie en ze had
den ’n paar "klanten als getuigen gevraagd die
ze na het huwelijk een inaaltüd aanbotten. Toen
gingen ze met hun beidjes naar Jiet huis, dat
Arthur had gekocht en stilletjes voor hear had
laten Inrichten En hü zei „dat is mijn hu-
welükscadeau voor jou. en daarom heb !k je
maar steeds niets willen zeggen.
Mabel was overgelukkig en ze kuste hem op
beide wangen. En toen ze aan hun eigen tafel
zaten, op hun eigen stoelen, zeide Arthur
„Luister eens. Mabel Ik heb nog een verras
sing Ik heb je wei ns verteld, dal ik zelf een
zaak wilde beginnen en... ik heb er een ge
kocht Nu geen bloemcnzaakBloemen kan ik
niet meer zien of ruiken t is vreeselük je iieele
leven bloemen te moeten verkoopen! Bloemen
zün alleen mooi en heerlijk. als je ze zelf Koopt
ol krijgt! Nu. John Arliss vertelde me. dat hü
genoeg had van z’n zaak, hü had er geen plei-
zler meer in. zei hü- Én toen heb ik hem op
goedkoope manier aan een goede bloemenzaak
geholpen en zelf heb ik heel billijk zün zaak
overgenomen. Wel. wat zeg je ervan? Je bent
er gewend en als je me helpen wilt....! Jü tri
de cassa en ik in de keuken, dat zal een fortuin
beteekenen!"
Arliss," bloosde Mabel. ..maar.. Maar ze
kwam niet verder, want het is heel moeilijk,
als je er vóórslaat, aan een man te zeggen, dat
men hem niet liefheeft.
„En dan. zei Arliss, „je hoeft nooit gebrek
te lüden. Eten is er volop!”
Doch ’t deed de maat overloopen. De gedachte
aan eten, aan honderden menschen die hon
derden diners verwerkten, bracht Mabel vol
komen in opstand Ze stond op en pakte haar
hoedje ..’t-Bpljt me meneer Arliss ’/zei zc.
..maar dat gaat niet. Ik kan niet U begrüpt dat
niet maar, wees u niet boos, ik kan niet!”
Arliss was ge
slagen. zün aanbod
scheen hem
geweldigs toe.
zü weigerde
beslist
zoon
Hü moest zich een weg bantn door een onbe-
schrüfelüke drukte, die m het enorme geboujv
heeriehte, een drukte veroorzaakt door een me
nigte, zoo talrük als die eener kleine provincie
stad.
Het arme kereltje maakte als verzorger en be
schermer een allerpünlijkst debuut, dat-hij ge
lukkig aan zün zuster kon besparen.
Hü vroeg twee plaatskaarten naar Pesliawer.
Dc beambte, die twee zeer goed gekleedc kin
deren zag van het blanke ras. dacht dat hun
bedoeling was dit lange traject af te leggen in
een luxetreln. met de voornaamste stations als
stopplaatsenBoerdwtn, Parakar. Shergotty,
Allahabad. Toettehepoer. Cawnpoer, Etawolah,
Agra. Dehli, Lahore. Laia-Musa. Attach en
Peschawer.
Hü maakte twee biljetten gereed, zoo onge
veer als die voor slaap-wagens en zeide:
„Als ’t u belieft, meneer.... twee plaatsen
voor Peschawer. hondertwintlg roepies.”
Patrick bloosde hevig, vermande zich echter
en stamelde:
,Dat is te duur.... veel te duur.... ik heb
geen geld genoeg.wij. mijn zuster en ik, wil
len reizen als Inboorlingen met hen.” v
De beambte, plotseling een geheel andere hou
ding aannemende, riep op minachtenden toon:
„Met inboorlingen reizen.... Engelschen....
blanken.... daar valt toch niet aan te denken,
•Jongenje bent zeker een of ander knecht je
en je zuster een dienstmeisje.... je meester zal
dat volstrekt niet goedvinden.”
Het ventje richtte nu fier het hoofd op en
j jw f *9 op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bi-* levenslange gelieele ongeschiktheid tot werken door ®®n ongeval met OC/i bij verlies van een hand 1 OC olj verlies van een hij een breuk van Afl
QuO/tflf S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f szl/.” doodeljjken afloop OU»" een voet of een oog f a duim of wijsvinger <zlr.“been of arm
Begin Februari vertrekt uit Engeland een
vlieg-expeditie naar den Mount Everest met
het doel over den hoogsten bergtop der we
reld te vliegen. Büna gelüktüdlg vertrekt uit
Engeland nog een tweede expeditie onder lei
ding van Hugh Rutledge, die den bergreus te
voet wil bedwingen.
Wat de moedige vliegeniers in de Himalaya
in nog geen anderhalf uur hopen te bereiken,
is tot nu toe geen enkel mensch gelukt. Ook
te voet heeft nog nooit iemand den top van
den Mount Everest bereikt, ofschoon de jong
ste expeditie slechts eenige honderden meters
van het doel verwüderd. moest terugkeeren
Het schünt echter nog moeilüker over den berg
te vliegen, dan hem te beklimmen wegens de
gevaarlüke luchtstroomingen en de onmogc-
lükheid ergens te landen.
In het jaar 1924 trachtte de Engelsche vlie
genier Sir Alan Cobham over den Everest te
vliegen, maar de poging mislukte. Ook de po
gingen door de Amerikaansche vliegers Halli
burton en Stephens ondernomen, hadden geen
succes. De Houston-expeditie, die nu haar ge
luk wil beproeven. Is er echter vast van over
tuigd. dat de tocht zal slagen, dank zü Haar
voortreffelükc uitrusting
De expeditie is genoemd naar Lady Houston,
een rüke weduwe van een Engelschen reeder.
die den tocht financiert.
De gevaarlüke tocht werd georganiseerd door
Overste Etherton. Lord Peel, den vroegeren
staatssecretaris voor Indië en luitenant Blac
ker. Deze uitstekende Indië-kenners, van wie
alleen Blacker aan de expeditie zelf zal deel
nemen. hebben alle technische büzonderheden
van de vlucht voorbereid.
De andere deelnemers die in twee vliegtui
gen over den Everest willen vliegen zijn de
30-jarlge Markies von Clydesdale, die in En
geland den bünaam heeft van den „boksenden
markies." De markies zal een der vliegtuigen
besturen en Blacker als waarnemer meenemen.
Het tweede vliegtuig zal bestuurd worden door
luitenant-vliegenier Mc Intyre. Hü zal ver
gezeld worden door Fellowes als waarnemer,
die jaren lang werkzaam is geweest aan
Engelsche ministerie van luchtvaart.
De twee vliegtuigen der expeditie zün open
tweedekkers die oorspronkelük voor het leger
gebouwd werden. E?n der grootste moeilükhe-
den. waarmee de vliegers te kampen zullen
hebben is de overgang uit He normale atmos
feer naar de verdunde lucht der hoogere re
gionen. Zonder zuurstofapparaten zouden de
vliegers /lezen overgang niet kunnen uithou
den.
Van Karachi zal de expeditie naar Purnea in
Noord-Indië vliegen en van daar uit naar den
Mount Everest starten.
geluk gehad. Hoe heet Je? Benjamino? Goed,
zing dan nog eens een lied, kleine Benjamino,
misschien ben je óók een Caruso En ik zong
een volkslied, warm en innig; en ik werd ge
ëngageerd! Later hoorde ik: waarom. Niet om
den zang zelvenmaaromdat het lied toe
vallig door den leider der Stagione was gecom
poneerd Overal ter wereld, waar men ook
komt, hoort men den naam van den grootsten
aller zangers: Enrico Caruso. Dat Is niet altijd
prettig om te moeten hooren. Een directeur,
Te Almelra (Spanje waar veel werkloosheid
heerscht. hebben de arbeiders de gemeente aan
geboden. zonder dat zü hiervoor terstond loon
verwachten, nieuwe wegen en pijpen voor de
waterleiding aan te leggen.
Zu l-open. dat de stad vroeg of laat in staat
zal zün hen te betalen uit de fondsen die van
de regeenng te Madrid verwacht worden.
De kruideniers en slagers hebben den arbeiders
levensmiddelen op crediet aangeboden.
met wien ik als onbekende zanger onderhan
delde zeide: „Ja. mün beste jongen, als je
Caruso nu eens was „En wie was er dan
vóór Caruso?" vroeg ik woedend. „Wind je niet
zoo op, beste jongen! Vóór Caruso? Toen be
stonden er nog geen tenoren
Het is het oude liedjezoolang men nog
niet gespeeld heeft op een beroemd tooneel,
zoolang kan men niets. 4s men niets! Maar
heeft men een engagement aan een eerste
rangs theater, al is het in een zeer bescheiden
rol. dan is men bekend en plotseling een goed
zanger geworden! Dan is men ontdekt.... Hoe
wel het aan de kleinere theaters duizendmaal
gemakkelijker is. iets te worden, terwül men
in de groote theaters onder de vele, zeer goede
krachten bijna niet opvalt. Zoo ging het ook
met ml). Als kleinen zanger kende men mü niet.
Toen ik echter aan de „Scala” te Milaan kwam,
had ik plotseling een menigte bewonderaars.
vanwege de vrijkaarten. Autogrammen waren
destijds nog niet in de mode, die kwamen pas
in de laatste vier jaar.
Mascagni, de leider van de „Scala" en de
schepper van tal van beroemde W’erken, waar
van de „Cavalleria Rusticana zelfs de wereld
veroverde, nam mü eens naar een Operette-
Stagione mee Wü waren toen in Sienna. De
maestro was overal bekend,
loopen wü door de straten.
zagen ons aankomen, gingen midden op straat
staan «n begonnen te zingen. Een volkslied
Michael Bohnen was niet te bespeuren! Maar
onze gastvrouw zegt, dat hü dan maar moet
zien, wat er overblijft. Juist hebben wü het
eerste glas op de gezondheid van onze collega
Maria Jeritza geledigd, als er tegen de deur
wordt geklopt: „Open the door!” De politie!
Bibberend staan wij in de kamer.... Waar zul
len we de flesch verstoppen? Het kloppen wordt
heftiger. De flesch IA de kast te sluiten en de
deur te openen, was ons eerste werk. Een poli-
tiemen met een martialen snor en een diepe
basstem loopt kwaadaardig de kamer binnen:
„Hebt u alcohol?”....
..Neen!"
..En toch ruikt het hier naar alcohol! Hallo,
daar staan glazen ook!”
Wij schrikken geducht. „Wü hebben geen al
cohol gedronken.” redt Toscanini de situatie,
..alleen Apollinaris".
De beambte visiteert ons, vindt niets. Zoekt
in de kamer.... zonder resultaat! Hü opent de
kast. en zwaait triomphantelük met de
flesch. Ik wenschte mij ergens op de Noord
pool!
Als gast tegen de wetten van het land te
zondigen, lükt mü on vergeeflijkEen schan
daal! Ik zie reeds de kolommen der couranten,
gevuld met berichten als „Alcohol-excessen van
onze Prominenten!” Ik zag reeds het bevel
tot vitwüsang en de gevolgen daarvan....
De beambte haalt zün notitieboek te voor-
schün: „Hoe heet u?”
Toscanini antwoordt: „Mister Brown”. De
beambte noteertEn dan tot Jeritza.Hoe
is uw naam?” „Miss Smith.” De beambte
noteert. Tot Bodansky: ..What is your name?”
Ernstig en zakelijk antwoordt Bodansky: „Mr.
Miller." De situatie is haar kookpunt genaderd.
De atmosfeer is dik als pap nu ben ik aan
de beurt. Hoe heet u? Ik zit gebroken op een
stoel. Alle oogen zün op mü gericht En ik
nog denkend aan het schandaal steun, büna
verontschuldigend: ,J cannot speak English,
I am an Italiano!”
Ik zie den politieman grijnzen, de groote
Toscanini, Jeritza en Bodansky heffen een ho
merisch gelach aan. Wat nu, ben ik zóó grap
pig geweest! Ik ben zoo verlegen, dat ik zonder
het zelf te willen lach. De politieman steekt het
boekje in z’n tak. neemt pet, snor en pruik af
en ontpopt zich als Michael Bohnen! Ik
slip beschaamd weg. Men had mü leelük te
pakken genomen
tis-keuken geveegd, en daar
Dat deed hem den volgenden dag nog wat
bloemen meebrengen.
„Ik houd van bloemen het allermeest." zei
Mabel, en dus bracht hü haar den volgenden
dag een bos chrysanthemums
„U moet niet zooveel geld ervoor uitgeven."
zei Mabel, terwül ze de bloemen tegen haar
wangen hield.
„Dat schikt wel. ik krüg tegen inkoops-
prüs. Ik werk bü een groeten bloemist in pe-
gentstreet.” antwoordde Connersby.
,,’t Moet heerlük zün, den hcelen dag tusschen
bloemen door te brengen, inplaats van tusschen
gekookte visch en karbonades, verzuchte Ma
bel. en ’t bracht Connersby op een idee.
„Wel, wat doet u Zondag?” vroeg hij. „ik be
doel. is u wel eens in de Hortus Botanicus van
Upstone geweest?”
„Nog nooit." zei Mabel.
„Ik heb een uitnoodiging, gaat u mee?” vroeg
Connersby
Mabel was meer gevraagd dpor klanten, voor
schouwburg of dancing of zooiets, maar ze had
steeds beleefd maar duidelük geweigerd, doch
bloemen enArthur Connersby zelf, dat was
toch iets anders.Dus stemde ze toe en hun
uitje naar <ta schitterende tuinen van Upstone
was een volslagen succes.
En na al dat zien van die vele schoone bloe
men, had ze zoowaar voor het eerst echt hon
ger En Connersby wist hoe hü een lunch moest
bestellen; ze durfde er niet aan denken, wat
hem dat wel gekost had.
John Arliss had de bloemen bemerkt, en ook
den glimlach, welke ConnersGy iederen midda-1
kreeg bü het afrekenen, en hü was er niets
mee ingenomen. Toen Connersby op een mid
dag laat- was, pn jvilde afrekenén. stond Arliss
bij de cas^i.
„Wat ik vragen'wil," zei Connersby .tot Ma
bel, „morgenmiddag hèeft u vrij niet?”
„Ja," antwoordde Mabel, „waarom
„Omdat ik u vragen wilde mee te
naar
,,’t Spüt me." zei John Arliss op eens, dat
ik u onderbreek, maar ik wilde Mabel juist
vragen morgenmiddag te blüven voor de half-
jaarlüksche balans.”
Een dergelük verzoek van een baas is vrüwel
gelük aan een bevel, en Mabel had dus geen
keus.
„Als dat noodig is. meneer Arliss. zei ze.
„dan zal ik blüven," en ze keek vragend naar
Connersby.
„O. dat’is in orde,” zei deze met een stem die
vrooluk moest klinken, „dan gaan we de vol
gende week maar," en hü vertrok zonder John
Arliss te groeten.
En den volgenden middag, toen Mabel met
Arliss de boeken afsloot, bleek dat zün winst
ruim een vierde hooger was dan die van het
afgeloopen jaar.
„Dat is niet slecht, hèf" zei Arliss, „en het
zou nog meer kunnen zün als Ik de juiste
iemand had om me bü te staan Ik weet, da',
het eten prima is. maar er moest iemand zün.
die zoo af en toe een frisch idee bracht, die wat
bloemen op de tafeltjes wist te zetten. Ik heb
nieuwe tapütan noodig. maar ik weet niet wel
ke kleur ze moeten hebben. En jü
„Ik hoop, dat ik steeds mün best t’oor de
zaak gedaan heb,” onderbrak Mabel, en ze dacht
hoe jammer het was. dat John Arliss met z’n
goeie hart alleen maar aan eten dacht. Hij
zag haar even aan.
..Ju," herhaalde Mabel, „u is toch wel tevre
den. nietwaar meneer Arllss?"
„Waarom „meneer”? Waarom zeg je niet
„John We kennen elkaar al z.oo lang, en je
moet bemerkt hebben, dat ik veel om jc geef.
Je ziet wat ik verdiend heb Waaróm zouden
we niet trouwer, en samen de zaak drüven? Jü
in de cassa. en ik in de keuken, dat zou een
fortuin beteekenen!”
„Oh.,eh.dat s erg aardig van u. meneer
Zes maanden later vroeg een der klanten
aan Arthur hoe het hem beviel
..Geweldig! Enorm!" zei hü. „maar ik dank
alles aan mün vrouw Ze is zóó enthousiast en
werkt zelf zóó hard, dat ik haar als 't ware
gewoon maar help en dus de zaak wel goed
moet gaan!”
En Mabel bleef enthousiast en ze bleef met
Arthur samen hard werken en ze bleven van
elkaar houden. Doch daarin zit het juist, beter
200 diners per dag voor anderen, waar liefde is.
dan eén diner per dag voor je zelf, als je niet
van elkander houdt
n
g
le
i
t
i
re
le
n
y.
I
rt
r
s