Een tenor wordt beroemd utofaal van den dag 11 I H Niets anders noodig i Kunt Ge niet slapen? HET KWIK Als ik Caruso was ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Met ROBINSON aan kun je uren lang gaan HET GROOTE AVONTUUR i \200 Diners per dag\ MAANDAG 30 JANUARI J Werkloozen-initiatief i i FEUILLETON Michaël Bohnen als pólitie-agent Fransche ratten, rolt uw matten! I 1 Rijkdommen van den zeebodem ••AKKERTJES" A MOTORRIJWIEL TENTOONSTELLING AMSTERDAM 27JANUARI- 5FEBRUARI. GEOPEND VAN 10v.M.-5r.M. EN VAN 8nM“I0nm SLUITING ZONDAG 5FEBR. 5u. n m. Met een vliegtuig over den Mount Everest AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL en en MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) „Mister naam, I het Nadruk verboden.) 'I (United Press.) maanden Freddy kreeg op dag ruzie een met Ivy, omdat hij wat roet gemorst had op Polly's staart. Hij had na melijk den schoorsteen van kwam wel een emmer vol roet uit. ,.Kljk toch uit, waar je loopt,” schold Ivy. „Hoe krijg |k de kat ooit gaan weer schoon? Kom eens hier, Polly! Poes, poes, poes! Kom, dan zal ik je staart wasschen!” Ivy s stem hoorde. toen ze langs Freddy kwam, aaide ze hem plotseling met haar roetstaart in ’t gezicht. I I zoodat hij eruit kwam te zien als een neger. ..Kijk nu weer eens, wal dat mis- punt uithaalt!” gromde Freddy. „Ik ben ontoonbaar!" i ,.’t Zou niet gebeurd zijn. als Je geen roet op Polly’s staart gemorst had!” zei Ivy. „Nu kan ik behalve de kat ook jou nog gaan wasschen!” (Morgenavond vervolg) I (Ingezonden Mededeeling.) I het voorwerp in een der precies 35 ..roepies" 1> ixtu'in mniHRiifHtMiiimuiiMHMHinnuHiuiiiiiiHHUuiiiauwmiiiuiiiiiniin 19 1) Ongeveer l 52. staan «n begonnen te zingen. Een zongen zij, ongeveer zoo: Na de repetitie enkele jongens ..Als ik Mascagni was. En op ontdekkingsreis. Nam ik je mee....” i dan Purol, om een ruwe huid, schrale lippen en gesprongen handen, spoedig te genezen. Doos 30 en 60 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Als ik Caruso was. En zoon stem ook had Zong ik niet hier...." Volgens te Nizza gepubliceerde schattingen zou jaarlijks een bedrag van 700 tnilUoen francs kunnen worden bespaard, als men er in zou sla gen alle ratten in Prankiijk te verdelgen. Deze ondieren richten overal groote schade aan en kunnen door hun snelle vermenigvul diging groote verwoestingen aanrichten. In den tijd van twee jaar brengt een ratten paar onget ccr 1500 jongen te: wereld. Polly kwam direct, toen zij maar En aller oogen zijn gericht... Natuurlijk, op het kwik’ Want, weet u, dit artikel gaat, Althans voor 't oogenblik! Het gaat. omlaag en dit is juist Hetgeen men zoo begeert. Tenminste als men schaatsen rijdt, Of 't in de gauwte leert.' En daalt het kwik, dan rjjst de hoop, Dat ’t nog wel even duurt, 't Is daarom, dat men naar dat kwik Nu zoo voortdurend tuurt. Maar ook degeen, die in den geest De Rivièra prijst, Hij kijkt alleen maar om te zien Of 't kwik nu nog niet rijst.' Maar daar hèt kwik onzijdig is. En dat is een geluk Heeft al die drukke kijkerij Geen invloed op den druk! En of men nu van zoeter weer Dan wel van schaatsen houdt Dit laat het kwik, zooals u voelt. Thans wel volkomenkoud! bloemen voor haar meegebracht, eri ze "wak er' punt der halte waren gekomen zoo mee ingenomen, dat zjj ze in een glas wa ter naast zich In de cassa zette. iiiuiiiHiiiiiiHniiig ^IIHtHIlllltlINIIII le lijden. hU haalde haar niet minder goed bij verlies van ‘n anderen vinger magere wangetjes, streek de hand over hun zwarte haar en prevelde eenige woorden van ge negenheid en medelijden. Vervolgens haastten zij zich, geheel vervuld van de gedachte aan het kleinood, het eenige overblijfsel van hun vroegeren welstand, langs de Hoegli naar het strand. Zij bemerkten daarbij dat de kleine groep Hindoes hen op een afstand volgde. In de Europeesche wijk aangekomen zochten zü en vonden zij weldra een adres, waar zij het goud konden verkoopen voor geld. Maar nu werden zij toch eenigszins bevreesd. Zij durfden niet naar binnengaan, omdat zij niet wisten wat te zeggen als men hen mocht vragen hoe zu aan dat kleinood gekomen waren. Zij aarzelden geruimen tijd en dachten na over hetgeen zu zouden antwoorden Ten slotte toonde Mary zich de dapperste en hakte óen knoop door. Zij ging naar binnen en zag aanstonds een Perzisch koopman met een bril op den neus, en die bezig was bankbiljetten te tellen en van tjjd tot tijd notities maakte in een dik boek. „Mijnheer," zeide zij, terwijl ze een hoogroode kleur kreeg en haar stem beefde. ..zoudt u dit gouden voorwerp eens voor mj) willen schaltiy/ en het van ml) willen koopen. als u het ku0f gebruiken.” Haar optreden was zóó vol gratie, haar stem zoo dringend smeekend en tegeiijkertljd beschei den, dat de koopman er niet aan dacht te vra gen naar de herkomst van het aangebodene HU knikte even, bekeek het metaal, haalde het over een langen bruinen steen, begoot den Een groote Maestro kwam eens met een Sta- giene door de stad en hoorde den jongeman zingen. Caruso. Caruso, wie wis Caruso? Ook zoon arme jongen, als jij bent. Maar hij heeft „Ja. Patrick, laten we aanstonds heengaan. Ik kan niet langer hier blijven en dezen toe stand aanzien; dat breekt me het hart.” De jongeman stak het kleinood in zijn zak en beiden gevolgd door hun hond, die nu en dan tegen hen opsprong, alsof ook hij zich over de vondst verheugde, sloegen den weg in naar Cal cutta. Toen zij het park uitgingen. ontmoetten zij weer de ongelukkige Hindoes, die hun den vo- rigen dag. zonder het te weten, opmerkzaam hadden gemaakt op de voedende eigenschappen der Bassla-bloesems. Ook zjj kwamen terug van de natuur-voor- raadschuur en hadden er flink gegeten. Zij spraken eenige woorden van hoffelijke groetenls tot de jeugdige Engelschen en deze lachten hun vriéndelijk toe als oude kennissen. Mary streelde de arme kindertjes, die er zoo uitgemergeld uitzagen, kneep hun zachtjes in de Neem dan voor 't naar bed gaan, eens xoo’n "AKKERTJE" en slaap S' i X heerlijk rustig en fijn door die tawsEa AKKER.CACHETS W r»C«pf vo" ApoHtaür Oumonf Wü lachten.... Mascagni: ..Wie zijn jullie dan wel? Waar komt dat lied vandaan?" „Van Gigli," riepen zij allen door elkaar, „die is im mers zoo begonnen en tegenwoordig is hij een beroemde tenor!” In Amerika beléeldc ik eens een zelc^aam avontuur. dat echter teekenénd te noemeh is voor onzen tijd. Een jonge, misschien ook niet meer zoo héél jonge dame deed mü voort durend huwelijksaanzoeken. Alle blauwtjes, die zij liep, alle uitvluchten, die ik zocht, niets hielp!.... Mjjn secretaris vertelde haar roover- geschiedenissen van mij. Op zekeren-dag liep ik tegen haar op en onmiddellUk klampte zij zich aan mij vast. Ik werd onbeleefd, grof zelfs.... Zij glimlachte alleen maar eens en verzocht mjj haar mijn laatste woorden schrif- telUk te geven, dan zou zü mü met rust laten. Ik deed dat en spaarde geen hard woord. Zij glimlacht en zegt, dat zb nu het record in blauwtjes geslagen heeft. 299 schriftelljke af- wüzigingen heeft zjj reeds in haar tasch. De 300ste was ik. Maar niet alleen het getal beves tigde het record. Ook de naam! Zij vond, dat ik in goed gezelschap was. want de nieuwe pre sident Roosevelt was ook al bij haar verzame ling. Tenslotte nóg een amusante geschiedenis uit de eerste jaren der prohibitie, die binnenkort nog slechts een legende zal zijn. Wij hadden vacantle en vermaakten ons in Miami aan de Beach.... Toscanini, Bodansky. Michael Boh nen en Maria Jeritza. Op zekeren dag maak ten wij een trip door de omgeving. In een kleine herberg wilden wij rusten. Maria Jeritza zal een ..rondje' geven in de afgesloten gelag kamer.... Wij zijn op tijd aanwezig. Alleen 511 MOSKOJ. D Jan. (Reuter» de Zeeboezem van Karabugas aan de Kaspische Zee wordt op het oogenblik geëxploiteerd voor de productie van chemicaliën. Het ingesloten water dat veel weg heeft van de ..Doode Zee” in Palestina, heeft een opper vlakte van 21 vierkante K M Er leven geen visschen in en er is in het geheel geen planten groei. Onder de heete zonnestralen verdampt het water er zeer snel en daardoor is deze zee boezem een geweldige natuurlijke zoutpan ge worden. Duizenden jaren geleden moet dit verdam pingsproces reeds zjjn begonnen en men schat het bezinksel, waaruit chemicaliën kunnen wor den gehaald, op een hoeveelheid van zes mil liard ton. Het bezinksel hoopt zich op den bodem op of wordt door de golven op de kust geworpen, waar het snel droogt. Thans zal men met technische hulpmiddelen den zeeboezem gaan exploiteeren. waardoor reeds een groote industrie is ontstaan, bij het meer is een stad verrezen voor de 20.000 werklieden, die te werk zUn gesteld. rampzalige streek, zeer kenschetsend genoemd: „het kamp der ellende.” Men had het nog veel beter kunnen noemen: „de hel van den hongerwant misschien nooit, bij mensclienheugenis. krligt men een zóó schrikwekkende groote verzameling te zien van menschen ten prooi aan die vreeselijke ellende: den honger! Er zjjn daar duizenden en duizenden van bei derlei geslacht en van eiken leeftijd, die op den uitgestrekt liggen, buna zonder zich te kunnen bewegen en van een fantastische ma gerte. Men vraagt zich af hoe ’n mensch zonder te bezwijken zulk een ontvleezing kan ondergaan! Bij aankomst van een trein strekken al die menschelUke geraamten hun armen uit en sma ken met nauwelijks hoorbare jammergeluiden om wat voedsel-restjes. Moeders heffen hun in lompen gehulde uit gemergelde kinderen omhoog. DaAr komt alles bijeen wat bijna niet meer leven kan. wat zich den toegang tot de groote rijke stad ontzegd ziet en wat zich geen feest- disch maken mag van hetgeen andere men schen wegwerpen voor honden en katten en in vuilnisbakken. Men moet den rukdom met hinderen door de narigheid der annoede-.... Dat is immers voor velen nog altUd een beschavtngsprinciep! Men wijst aan die ellendige stakkerds als tfj- delUk verblijf het „kamp der ellende” aan. waar zjj intusschen dit dient óók gezegd niet ge heel en al aan hun lot worden overgelaten. (Wordt vervolgd). I - antwoordde met indrukwekkende hooghartig heid en waardighi ld „Ik ben Patrick Lennox, heilig van Rich mond! Is het misschien een misdaad arm te zUn en aan niemanu iels te vragen? Geef mi) twee landverhuizersbiljetten.” Nu was het de beurt aan den beanbte om te blozen en een paai woorden van verontschuldi ging te spreker.. Hij nam twee andere biljetten en zeide. dit maal weer op beleefden loon: „Dat is maar achttien roepies.” Patrick betaaldezonder iets te antwoorden, gaf zijn zuster den arm, en beiden, gevolgd door Bob. gingen het perron op, dat vol was van een dlehte menigte vertrekkende reizigers Patrick had niet veel geld meer over! ZU zochten een van die compartementen op. die aan de slaapwagens grenzen, waarmede zU ver binding hebben en waai ook de inboorlingen boys zich ophouden, die behooren tot het dienst personeel der rUke Engelsche reizigers Op een teeken van zUn meester sprong Bob de treeplank op en zocht een plaatsje onder de zitbank. Het gegil van de stoomfluit scheurde de lucht, er volgde een oorveidoovend gerommel en de trein zette zich in beweging. De Jeugdige reizigers slaakten een lange zucht van vei lichting en meenden nu in volle vaart en nauwelijks merkbaar gebracht te zullen worden tot dicht bij’het tooneel van den oorlog. Na tien Vhinuten rijden stopte de trein niet verre vafr een dier moerassige stukken grond die liggen langs het BalliagliaUa-luuiaal, een steen met een scherp vocht uit een glazen flesch en zag nu dat net zuiver goud was. zón der eenig mengsel. Daarna legde hij schalen van een kleinen balans, zette op de an dere schaal een paar gewichten, keek even en zeide vervolgens: „Mejuffrouw, dat is waard.” Wat ’n geld! Mary had bijna uitgeroepen: „O, mUnheer, hoeveel!.... Wat ben ik blij!’’ Maar een gevoel vap eigenwaarde en ook de voorzichtigheid deden haar dergelljke woorden onderdrukken. De koopman telde het bedrag uit. stelde het haar ter hand, groette en ging weer aan zijn werk. Eenmaal op straat gekomen, plotseling kapi talisten geworden, kenden broer en zuster zich zelf niet meer. ZU waren ervan overtuigd dat deze som hen in elk geval in staat zou stellen naar Peshawer te vertrekken. En nu dachten zü er slechts aan zoo spoedig mogelijk op reis te gaan. 44<lieten zich de richting naar het Centraal- inlTH^ wijzen door een inboorling-politie-agent die zich erover verwonderde dat zü. Engelschen, te voet gingen. ZU kwamen elndelük aan het doel van hun tocht, doodmoede en hongerig. Patrick, had als beheerder der financiën, de leiding der kleine expeditie op zich genomen. De traanproductie OSLO, 29 Jan. (Reuteró Teneinde overpro ductie van traan te voorkomen, heeft de groote Noorsche walvischvloot tUdens het seizoen 1931-1932 stil gelegen en thans wordt in de Zuidelijke IJszee door de walvischvaarders ge werkt op basis van een plan, volgens hetwelk de productie van traan beperkt blUft tot de hoe veelheid. die de markt in staat is op te nemen. De geheele productie van het loopende seizoen is reeds aan verschillende maatschappijen ver kocht. waarvan de voornaamste is de Unilever. In belanghebbende kringen wordt groote vol doening geult over de resultaten van het plan en de vereeniging voor den handel in walvisch- traan deelt mede, dat aan een speciale com missie is opgedragen een voorstel uit te werken voor een nieuw beperkingsplan, dat in het vol gend seizoen van kracht moet zjjn en zoo moge- lijk ook voor een verkoopsovereenkomst. Volgens niet-bevestlgde berichten hoopt men in belanghebbende kringen, dat de markt in het seizoen 1933-1934 behoefte zal hebben aan een grootere traanproductie en dat deze daardoor zal kunnen stügen met b.v. tien procent. Alle Noorsche walvischmaatschapptjen hebben zich practisch met het thans van kracht zUnde beperkingsplan vereenigd. uitgezonderd de tot de Unilever behoorende walvischvaarders, die zelfstandig staan. De hoop wordt uitgesproken, dat de Unilever zich eveneens met het plan zal kunnen ver- eenlgen en dat dientengevolge ook de walvisch vaarders van deze maatschappU in het komende seizoen hun vangsten naar dit plan zullen regelen. enjamino Gigll, de grootste tenor van Ita lië. verhaalt ons de- volgende humoristi sche oogenblikken uit zijn leven: „Kent u het sprookje van den tenor? In een kleine Italiaansche stad zong een jonge mim eens een parodie op een volkslied. In het Ne- derlandsch vertaald, luidde dat ongeveer als volgt iets en zoo met overtuiging in haar stem, dat Illi begreep dat dc zaak daarmee voorgoed Uit was. Doch John Aril»» was niet een man om aan „een gebroken hart” z’n schouders op. vroeg van hem te denken, en verhoogde opnieuw haar salaris. En toen ze was weggegaan, verdiepte hij zich opnieuw in zijn boekhouding En den volgenden Zondag nam Arthur Con nersby Mabel weer op een uitstapje in den om trek. en toen zij terugkwamen, vroeg hjj naar of ze met hem wilde trouwen Toen begreep Mabel: zü hield van Arthur Hij had haar nooit veel over zichzelf verteld, alleen dat hij spa it- de om voor zichzelf te kunnen beginnen in -• n zaak En ze antwoordde hem „ja" en hü kuste haar en op een gouden wolk reden ze naar huis in een droom van geluk, tot het geschreeuw van een conducteur hen aan t verstand bracht, dat ze in een autobus zatei\ en aan het ind- oewel hü als restaurateur en als mensch in het algemeen een zeer geschikt man was, kon Mabe! Betterway. die in zijn zaak de cassa bediende. John Arliss toch niet heelemaal uitstaan. „Ik begrijp Je niet,” zei het meisje, dat de tafeltjes by de cassa serveerde, „hü is dol op je. en hü staat je ik weet niet hoe dikwyls aan te staren." ..Heb je wel eens gezien hoe hü op 'n bief stuk kan staren?" vroeg Mabel. „Maar een man moet toch eten, niet?" „Eten?” herhaaldt-' Mabel „ik zie hier man- nen niets anders doen. Vroeger dacht ik aan een man als aan een held, en nu! Een man is niets anders dan een altijd hongerig en slecht gehumeurd wezen!' Hoewel John Arliss haar op büzondere wijze bewonderde, hield hü z’n hoofd toch bij z’n zaak. Hij was geen man. die onmiddellUk poëzie gaat schrüven. of s nachts aan het venster staat te zingen en te tokkelen op een guitaar. Hij bewonderde haar zakelüke gewoonten, haar vriendellikc bediening van de klanten, en haar correcte afrekening. Hü vond haar een ge schikte vrouw voor hem en zn zaak, en hü zag heei goed hoe gezien ze was bü z’n klanten en personeel. En toen ze op een goeden keer eens genoeg had van dat zitten in de cassa en kijken naar als maar i-tcjjcle mannen, had hl) terstond haar salaris ^NNlgd. wal haar deed blüven Een van de geregeldste bezoekers was een knappe jonge man. Arthur Connersby. Mabel kende z’n naam, omdat hl) een abonnement gekomen en een vast tafeltje gekozen had HÜ had dat met Mabel geregeld, en hü had zoo n prettige wüze van optreden en zoo’n typisch muzikale stem, dat Mabel hem graag geholpen had en een anderen indruk van hem kreeg dan van de overige eters Den volgenden dag had Connersby eeu bosje Het was een eenvoudige huwelijksplechtig heid; ze hadden beiden geen familie en ze had den ’n paar "klanten als getuigen gevraagd die ze na het huwelijk een inaaltüd aanbotten. Toen gingen ze met hun beidjes naar Jiet huis, dat Arthur had gekocht en stilletjes voor hear had laten Inrichten En hü zei „dat is mijn hu- welükscadeau voor jou. en daarom heb !k je maar steeds niets willen zeggen. Mabel was overgelukkig en ze kuste hem op beide wangen. En toen ze aan hun eigen tafel zaten, op hun eigen stoelen, zeide Arthur „Luister eens. Mabel Ik heb nog een verras sing Ik heb je wei ns verteld, dal ik zelf een zaak wilde beginnen en... ik heb er een ge kocht Nu geen bloemcnzaakBloemen kan ik niet meer zien of ruiken t is vreeselük je iieele leven bloemen te moeten verkoopen! Bloemen zün alleen mooi en heerlijk. als je ze zelf Koopt ol krijgt! Nu. John Arliss vertelde me. dat hü genoeg had van z’n zaak, hü had er geen plei- zler meer in. zei hü- Én toen heb ik hem op goedkoope manier aan een goede bloemenzaak geholpen en zelf heb ik heel billijk zün zaak overgenomen. Wel. wat zeg je ervan? Je bent er gewend en als je me helpen wilt....! Jü tri de cassa en ik in de keuken, dat zal een fortuin beteekenen!" Arliss," bloosde Mabel. ..maar.. Maar ze kwam niet verder, want het is heel moeilijk, als je er vóórslaat, aan een man te zeggen, dat men hem niet liefheeft. „En dan. zei Arliss, „je hoeft nooit gebrek te lüden. Eten is er volop!” Doch ’t deed de maat overloopen. De gedachte aan eten, aan honderden menschen die hon derden diners verwerkten, bracht Mabel vol komen in opstand Ze stond op en pakte haar hoedje ..’t-Bpljt me meneer Arliss ’/zei zc. ..maar dat gaat niet. Ik kan niet U begrüpt dat niet maar, wees u niet boos, ik kan niet!” Arliss was ge slagen. zün aanbod scheen hem geweldigs toe. zü weigerde beslist zoon Hü moest zich een weg bantn door een onbe- schrüfelüke drukte, die m het enorme geboujv heeriehte, een drukte veroorzaakt door een me nigte, zoo talrük als die eener kleine provincie stad. Het arme kereltje maakte als verzorger en be schermer een allerpünlijkst debuut, dat-hij ge lukkig aan zün zuster kon besparen. Hü vroeg twee plaatskaarten naar Pesliawer. Dc beambte, die twee zeer goed gekleedc kin deren zag van het blanke ras. dacht dat hun bedoeling was dit lange traject af te leggen in een luxetreln. met de voornaamste stations als stopplaatsenBoerdwtn, Parakar. Shergotty, Allahabad. Toettehepoer. Cawnpoer, Etawolah, Agra. Dehli, Lahore. Laia-Musa. Attach en Peschawer. Hü maakte twee biljetten gereed, zoo onge veer als die voor slaap-wagens en zeide: „Als ’t u belieft, meneer.... twee plaatsen voor Peschawer. hondertwintlg roepies.” Patrick bloosde hevig, vermande zich echter en stamelde: ,Dat is te duur.... veel te duur.... ik heb geen geld genoeg.wij. mijn zuster en ik, wil len reizen als Inboorlingen met hen.” v De beambte, plotseling een geheel andere hou ding aannemende, riep op minachtenden toon: „Met inboorlingen reizen.... Engelschen.... blanken.... daar valt toch niet aan te denken, •Jongenje bent zeker een of ander knecht je en je zuster een dienstmeisje.... je meester zal dat volstrekt niet goedvinden.” Het ventje richtte nu fier het hoofd op en j jw f *9 op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bi-* levenslange gelieele ongeschiktheid tot werken door ®®n ongeval met OC/i bij verlies van een hand 1 OC olj verlies van een hij een breuk van Afl QuO/tflf S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f szl/.” doodeljjken afloop OU»" een voet of een oog f a duim of wijsvinger <zlr.“been of arm Begin Februari vertrekt uit Engeland een vlieg-expeditie naar den Mount Everest met het doel over den hoogsten bergtop der we reld te vliegen. Büna gelüktüdlg vertrekt uit Engeland nog een tweede expeditie onder lei ding van Hugh Rutledge, die den bergreus te voet wil bedwingen. Wat de moedige vliegeniers in de Himalaya in nog geen anderhalf uur hopen te bereiken, is tot nu toe geen enkel mensch gelukt. Ook te voet heeft nog nooit iemand den top van den Mount Everest bereikt, ofschoon de jong ste expeditie slechts eenige honderden meters van het doel verwüderd. moest terugkeeren Het schünt echter nog moeilüker over den berg te vliegen, dan hem te beklimmen wegens de gevaarlüke luchtstroomingen en de onmogc- lükheid ergens te landen. In het jaar 1924 trachtte de Engelsche vlie genier Sir Alan Cobham over den Everest te vliegen, maar de poging mislukte. Ook de po gingen door de Amerikaansche vliegers Halli burton en Stephens ondernomen, hadden geen succes. De Houston-expeditie, die nu haar ge luk wil beproeven. Is er echter vast van over tuigd. dat de tocht zal slagen, dank zü Haar voortreffelükc uitrusting De expeditie is genoemd naar Lady Houston, een rüke weduwe van een Engelschen reeder. die den tocht financiert. De gevaarlüke tocht werd georganiseerd door Overste Etherton. Lord Peel, den vroegeren staatssecretaris voor Indië en luitenant Blac ker. Deze uitstekende Indië-kenners, van wie alleen Blacker aan de expeditie zelf zal deel nemen. hebben alle technische büzonderheden van de vlucht voorbereid. De andere deelnemers die in twee vliegtui gen over den Everest willen vliegen zijn de 30-jarlge Markies von Clydesdale, die in En geland den bünaam heeft van den „boksenden markies." De markies zal een der vliegtuigen besturen en Blacker als waarnemer meenemen. Het tweede vliegtuig zal bestuurd worden door luitenant-vliegenier Mc Intyre. Hü zal ver gezeld worden door Fellowes als waarnemer, die jaren lang werkzaam is geweest aan Engelsche ministerie van luchtvaart. De twee vliegtuigen der expeditie zün open tweedekkers die oorspronkelük voor het leger gebouwd werden. E?n der grootste moeilükhe- den. waarmee de vliegers te kampen zullen hebben is de overgang uit He normale atmos feer naar de verdunde lucht der hoogere re gionen. Zonder zuurstofapparaten zouden de vliegers /lezen overgang niet kunnen uithou den. Van Karachi zal de expeditie naar Purnea in Noord-Indië vliegen en van daar uit naar den Mount Everest starten. geluk gehad. Hoe heet Je? Benjamino? Goed, zing dan nog eens een lied, kleine Benjamino, misschien ben je óók een Caruso En ik zong een volkslied, warm en innig; en ik werd ge ëngageerd! Later hoorde ik: waarom. Niet om den zang zelvenmaaromdat het lied toe vallig door den leider der Stagione was gecom poneerd Overal ter wereld, waar men ook komt, hoort men den naam van den grootsten aller zangers: Enrico Caruso. Dat Is niet altijd prettig om te moeten hooren. Een directeur, Te Almelra (Spanje waar veel werkloosheid heerscht. hebben de arbeiders de gemeente aan geboden. zonder dat zü hiervoor terstond loon verwachten, nieuwe wegen en pijpen voor de waterleiding aan te leggen. Zu l-open. dat de stad vroeg of laat in staat zal zün hen te betalen uit de fondsen die van de regeenng te Madrid verwacht worden. De kruideniers en slagers hebben den arbeiders levensmiddelen op crediet aangeboden. met wien ik als onbekende zanger onderhan delde zeide: „Ja. mün beste jongen, als je Caruso nu eens was „En wie was er dan vóór Caruso?" vroeg ik woedend. „Wind je niet zoo op, beste jongen! Vóór Caruso? Toen be stonden er nog geen tenoren Het is het oude liedjezoolang men nog niet gespeeld heeft op een beroemd tooneel, zoolang kan men niets. 4s men niets! Maar heeft men een engagement aan een eerste rangs theater, al is het in een zeer bescheiden rol. dan is men bekend en plotseling een goed zanger geworden! Dan is men ontdekt.... Hoe wel het aan de kleinere theaters duizendmaal gemakkelijker is. iets te worden, terwül men in de groote theaters onder de vele, zeer goede krachten bijna niet opvalt. Zoo ging het ook met ml). Als kleinen zanger kende men mü niet. Toen ik echter aan de „Scala” te Milaan kwam, had ik plotseling een menigte bewonderaars. vanwege de vrijkaarten. Autogrammen waren destijds nog niet in de mode, die kwamen pas in de laatste vier jaar. Mascagni, de leider van de „Scala" en de schepper van tal van beroemde W’erken, waar van de „Cavalleria Rusticana zelfs de wereld veroverde, nam mü eens naar een Operette- Stagione mee Wü waren toen in Sienna. De maestro was overal bekend, loopen wü door de straten. zagen ons aankomen, gingen midden op straat staan «n begonnen te zingen. Een volkslied Michael Bohnen was niet te bespeuren! Maar onze gastvrouw zegt, dat hü dan maar moet zien, wat er overblijft. Juist hebben wü het eerste glas op de gezondheid van onze collega Maria Jeritza geledigd, als er tegen de deur wordt geklopt: „Open the door!” De politie! Bibberend staan wij in de kamer.... Waar zul len we de flesch verstoppen? Het kloppen wordt heftiger. De flesch IA de kast te sluiten en de deur te openen, was ons eerste werk. Een poli- tiemen met een martialen snor en een diepe basstem loopt kwaadaardig de kamer binnen: „Hebt u alcohol?”.... ..Neen!" ..En toch ruikt het hier naar alcohol! Hallo, daar staan glazen ook!” Wij schrikken geducht. „Wü hebben geen al cohol gedronken.” redt Toscanini de situatie, ..alleen Apollinaris". De beambte visiteert ons, vindt niets. Zoekt in de kamer.... zonder resultaat! Hü opent de kast. en zwaait triomphantelük met de flesch. Ik wenschte mij ergens op de Noord pool! Als gast tegen de wetten van het land te zondigen, lükt mü on vergeeflijkEen schan daal! Ik zie reeds de kolommen der couranten, gevuld met berichten als „Alcohol-excessen van onze Prominenten!” Ik zag reeds het bevel tot vitwüsang en de gevolgen daarvan.... De beambte haalt zün notitieboek te voor- schün: „Hoe heet u?” Toscanini antwoordt: „Mister Brown”. De beambte noteertEn dan tot Jeritza.Hoe is uw naam?” „Miss Smith.” De beambte noteert. Tot Bodansky: ..What is your name?” Ernstig en zakelijk antwoordt Bodansky: „Mr. Miller." De situatie is haar kookpunt genaderd. De atmosfeer is dik als pap nu ben ik aan de beurt. Hoe heet u? Ik zit gebroken op een stoel. Alle oogen zün op mü gericht En ik nog denkend aan het schandaal steun, büna verontschuldigend: ,J cannot speak English, I am an Italiano!” Ik zie den politieman grijnzen, de groote Toscanini, Jeritza en Bodansky heffen een ho merisch gelach aan. Wat nu, ben ik zóó grap pig geweest! Ik ben zoo verlegen, dat ik zonder het zelf te willen lach. De politieman steekt het boekje in z’n tak. neemt pet, snor en pruik af en ontpopt zich als Michael Bohnen! Ik slip beschaamd weg. Men had mü leelük te pakken genomen tis-keuken geveegd, en daar Dat deed hem den volgenden dag nog wat bloemen meebrengen. „Ik houd van bloemen het allermeest." zei Mabel, en dus bracht hü haar den volgenden dag een bos chrysanthemums „U moet niet zooveel geld ervoor uitgeven." zei Mabel, terwül ze de bloemen tegen haar wangen hield. „Dat schikt wel. ik krüg tegen inkoops- prüs. Ik werk bü een groeten bloemist in pe- gentstreet.” antwoordde Connersby. ,,’t Moet heerlük zün, den hcelen dag tusschen bloemen door te brengen, inplaats van tusschen gekookte visch en karbonades, verzuchte Ma bel. en ’t bracht Connersby op een idee. „Wel, wat doet u Zondag?” vroeg hij. „ik be doel. is u wel eens in de Hortus Botanicus van Upstone geweest?” „Nog nooit." zei Mabel. „Ik heb een uitnoodiging, gaat u mee?” vroeg Connersby Mabel was meer gevraagd dpor klanten, voor schouwburg of dancing of zooiets, maar ze had steeds beleefd maar duidelük geweigerd, doch bloemen enArthur Connersby zelf, dat was toch iets anders.Dus stemde ze toe en hun uitje naar <ta schitterende tuinen van Upstone was een volslagen succes. En na al dat zien van die vele schoone bloe men, had ze zoowaar voor het eerst echt hon ger En Connersby wist hoe hü een lunch moest bestellen; ze durfde er niet aan denken, wat hem dat wel gekost had. John Arliss had de bloemen bemerkt, en ook den glimlach, welke ConnersGy iederen midda-1 kreeg bü het afrekenen, en hü was er niets mee ingenomen. Toen Connersby op een mid dag laat- was, pn jvilde afrekenén. stond Arliss bij de cas^i. „Wat ik vragen'wil," zei Connersby .tot Ma bel, „morgenmiddag hèeft u vrij niet?” „Ja," antwoordde Mabel, „waarom „Omdat ik u vragen wilde mee te naar ,,’t Spüt me." zei John Arliss op eens, dat ik u onderbreek, maar ik wilde Mabel juist vragen morgenmiddag te blüven voor de half- jaarlüksche balans.” Een dergelük verzoek van een baas is vrüwel gelük aan een bevel, en Mabel had dus geen keus. „Als dat noodig is. meneer Arliss. zei ze. „dan zal ik blüven," en ze keek vragend naar Connersby. „O. dat’is in orde,” zei deze met een stem die vrooluk moest klinken, „dan gaan we de vol gende week maar," en hü vertrok zonder John Arliss te groeten. En den volgenden middag, toen Mabel met Arliss de boeken afsloot, bleek dat zün winst ruim een vierde hooger was dan die van het afgeloopen jaar. „Dat is niet slecht, hèf" zei Arliss, „en het zou nog meer kunnen zün als Ik de juiste iemand had om me bü te staan Ik weet, da', het eten prima is. maar er moest iemand zün. die zoo af en toe een frisch idee bracht, die wat bloemen op de tafeltjes wist te zetten. Ik heb nieuwe tapütan noodig. maar ik weet niet wel ke kleur ze moeten hebben. En jü „Ik hoop, dat ik steeds mün best t’oor de zaak gedaan heb,” onderbrak Mabel, en ze dacht hoe jammer het was. dat John Arliss met z’n goeie hart alleen maar aan eten dacht. Hij zag haar even aan. ..Ju," herhaalde Mabel, „u is toch wel tevre den. nietwaar meneer Arllss?" „Waarom „meneer”? Waarom zeg je niet „John We kennen elkaar al z.oo lang, en je moet bemerkt hebben, dat ik veel om jc geef. Je ziet wat ik verdiend heb Waaróm zouden we niet trouwer, en samen de zaak drüven? Jü in de cassa. en ik in de keuken, dat zou een fortuin beteekenen!” „Oh.,eh.dat s erg aardig van u. meneer Zes maanden later vroeg een der klanten aan Arthur hoe het hem beviel ..Geweldig! Enorm!" zei hü. „maar ik dank alles aan mün vrouw Ze is zóó enthousiast en werkt zelf zóó hard, dat ik haar als 't ware gewoon maar help en dus de zaak wel goed moet gaan!” En Mabel bleef enthousiast en ze bleef met Arthur samen hard werken en ze bleven van elkaar houden. Doch daarin zit het juist, beter 200 diners per dag voor anderen, waar liefde is. dan eén diner per dag voor je zelf, als je niet van elkander houdt n g le i t i re le n y. I rt r s

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7