I H v&fiaal van den dag Acht-jarige leerplicht GRIEP Bedenkelijk wetsvoorstel HOOGER INSTITUUT VOOR MEISJES ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN HET GROOTE AVONTUUR ROBINSONschoenen zijn prima Nederlandsch fabrikaat Alle abonné’s f250.- 1" f 125.-&3T^S fSO.-'&Z" JE 140.- '"f MAANDAG 6 FEBRUARI gangster RONDOM EEN KIND Loonkorting Rotterdam TEGEN PENS1OENKORTING FEUILLETON Aan de Keizer Karei» Universiteit LOONSVERLAGING OP TARIEF WERK \De dubbel- AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN VITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL R bij mis maakte Ik het van rota, die was.” slaakte Topsy een kreet. komt naar ons terug," riep ze uit. en bet brood uit het water te halen, zag ze. dat een zwaardvlsch bet had terugge bracht. ver- (MOrgenavond vervolg) DE OI4FANTEN-RIT het brood zouden aanvallen. Plotseling „Het brood Terwijl Ivy aldus sprak, keek Topsy naar de zeevogels, om te zien, of deze Terwijl Ivy haar dagboek bijwerkte, stapte Freddy Vrijdag over de et kan den heer Ter Laan ca onbekend zijn, dat Nederland Maar aan die mogelijkheid juist breekt het. v Examens groote stoomvaart DEN HAAG. Geslaagd voor le stuurman: D. H. Stuurman. P. Persson en J. M. Versteegh. H tl bi D ui d< ze k< te In Den Haag hield de Algemeene Militaire Pensioenbond Zaterdagmiddag een drukbezoch te openbare vergadering, waarin de hoofdbe- nam haar neder. hi dt m in rt zl e< d< d voor- te (Ingezonden Mededeeling) Ivy begreep niet, hoe dat met eo mogelijk was, toch bleef ze wachten op den terugkeer van het brood, toen ze zich gereed maakte om MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) üiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiii niet nog steeds sukkelt met de financiën; zeer onaangename en op zichzelf eigenlijk hoogst ongewensehte maatregelen heeft men alreeds moeten nemen om in de rich ting van een sluitende begrooting te ko men; we noemen hier maar terloops de salaris- en loonsverlagingen, de verhooging van den suikeraccijns en de verhooging van invoerrechten; werkloozen- en armen zorg vergen honderden millioenen, en het ziet er niet naar uit, dat deze uitgaven in den eerstvolgenden tijd ingekrompen kun nen worden, integendeel! bovendien gaapt er nog het gat van het tekort op de spoorwegen: in het afgeloopen jaar rond 26 mlllloen Terwijl nu eenerzijds ten koste van wkt ook moet worden gestreefd naar ver hooging van Inkomsten terwijl ander zijds de uiterste zuinigheid en een vaak zeer ongewensehte bezuiniging noodig zijn om althans te probééren, de Staatsbegrootlng te doen „sluiten” terwijl de soclaal-de mokraten, ja, zelfs de communisten ervan overtuigd zijn, dat inflatie (welke bij een voortdurend nlet-sluttende begrooting on ontkoombaar is) voor ons volk, en vooral voor den arbeider de ergste ramp zou be- BU de Kon. Tapijt Industrie en Handel Mij. der Gebroeders v. d. Bergh te Oss is Zaterdag morgen voor de tarlefwerkers in de weverij op verschillende artikelen een tariefsverlaging aan- gekondigd, varieerend van 10 tot 13 pet. Deze verlaging zal ingaan op 13 Febr. ax. voorziene bibliotheek zal ten dienste van leerares en leerlingen staan. In het Instituut worden verder voordrach ten ingericht o.a. over algemeene en verge lijkende literatuur e.d. terwijl de zelfwerkzaam - held der leerlingen zal worden bevorderd door speciale werk-colleges onder leiding van bevoeg den in de verschillende vakken- Op het einde van het derde studiejaar sullen zU, die dit verlangen, het diploma der Theolo- gisch-Maatschappelijke Afdeellng aan de Uni versiteit kunnen behalen. Verplichtend is examen daarvoor echter in geenen deele. Nu met 1 Maart as. zal worden overgegaan tot toepassing van een nieuwen tjjdeltjken af trek op de loonen en salarissen van het ge- meentepersoneel te Rotterdam, zullen er stap pen behooren te worden gedaan, opdat een geheel overeenkomstige korting ook zal worden verkregen op de wedden van de leden van het college, alsmede van die ambtenaren der ge meente, wier bezoldiging dool de Kroon of Ged. Stater, wordt geregeld. B. en W stellen den Raad voor hen te mach tigen om namens den Raad tot Ged. Staten, reap. tot de Kroon het verzoek te richten om toepassing, met 1 Maart, van een tljdelljken aftrek van 3 of pet. op de jaarwedden van den burgemeester, de wethouders, den secreta ris, den ontvanger en de ambtenaren van den Burgerlijken Stand, den hoofdcommissaris en de commissarissen van politie. De vreemde geschiedenis te Breda - De Dames Kanunnlkessen van het H. Graf te Nijmegen hebben, naar de .Maasbode” ver neemt, bisschoppelijke toestemming bekomen tot de oprichting van een „Hooger Instituut voor Meisjes.” een instituut, dat, evenals de paedologische. een zelfstandig karakter zal hebben, maar waarvan de opleiding in nauw verband zal staan met het universitaire milieu, in het bijzonder met de Theologisch-Maatschap pelijke Afdeellng der Keizer Karel-Unlversitett. De bedoeling van dit Hooger Instituut voor Meisjes is: een verzoening te scheppen tus- schen de noodzaak voor de moderne vrouw en toekomstige moeder om breed-onderlegd en tegen’de stroomingen van den tijd opgewassen te zijn en de behoefte om het goede der tra dities te behouden, om de vrouwelijke fijnheid te behoeden en aan te kweeken. Het instituut stelt katholieke meisjes in de gelegenheid hunne godsdienstige en algemeen- cultureele ontwikkeling na hun middelbare school verder te voltooien en zoo zich zorgvuldig voor te bereiden voor de taak om de katholieke beginselen te doen doorwerken in het huisgezin en in het charitatief en sociaal vereenigings- leven. De cursus wordt gegeven ten deele aan de katholieke universiteit ten deele in het Instituut zelf. Hij is berekend op den duur van drie jaren en valt samen met de universitaire lesjaren. Ook voor korteren tijd (één of twee jaren) kan men echter den cursus volgen. Dogmatiek en apologetiek verschillende wjjs- geerlge vakken en sociologie zijn verplichte vakken van het programma. Verder moet een viertal bijvakken gekozen worden, die ook door universiteitsprofessoren worden onderwezen. Verschillende andere vakken, o.a. liturgie en kerkzang worden in het instituut zelf gegeven. Het Instituut wil ook een verdere en vooral practische bekwaming geven in de moderne talen: Fransch, Duitsch. Engelach. Elk dezer talen wordt om de beurt gedurende één jaar conversatietaal, ook en bij voorkeur in de avonden. De conversatie wordt dan door een leerares in het vak geleid. Een uitstekend- „3e moet kostelijk voedsel op manier niet vermorsen," riep Ivy uit, terwijl ze opsprong, ,Jk kon het in n pudding gebruiken, als het oudbakken e portier van het Scaia-Theater hield I 1 Dolly Bateman aan, toen ze het gebouw wilde verlaten: „Miss Renoble heeft naar je gevraagd,” zei hij. „Ze is in haar kleed kamer." Dolly kreeg een kleur; als een flgu- rantje bU een groote ster moet komen, zijn er slechts twee mogelijkheden: ontslag, wegens een of ander nietig verzuim of een flinke be vordering, omdat men eindelijk eens werd op gemerkt. 2e ging terug het gebouw in naar de afdeellng prlvé-kleedkamers voor de hoofdrol len. De kamenier van miss Renoble deed de deur een paar centimeter op haar kloppen open: ,4a?” „Ik heet Dolly Bateman; miss Renoble heeft naar me gevraagd.” En dat verleende haar toe gang tot het heiligdom van een artiste. Miss Renoble wees Dolly een stoel en stuurde haar kamenier weg om alleen te zijn. „Kijk eens,” zei ze dan, „je bent nieuwsgie rig waarom ik je liet roepen? Dat is heel een voudig. Je lijkt verrassend veel op me, je zoudt ook wat postuur en manier van doen betreft, bij het eerste gezicht uitstekend mijn dubbel gangster kunnen zijn. En die zou ik op het oogenblik heel goed kunnen gebruiken.” Dolly zei niets, en wachtte rustig af. ,4e moet het volgende voor me doen.” ver volgde miss Renoble Een dag of tien geleden op een liefdadigheidsfeest kennis met eeh zekeren Robert Tilden-Smith, en hij vroeg mU hem nogmaals te ontmoeten. Intus- schen heeft hfj mij daarna niet anders dan ge schminkt op het tooneel kunnen zien. Ik be loofde hem een nieuw onderhoud, daar ik toen meende, dat hij de bekende Tilden-Smith was, die verbluffend rijk is en zelfs nog grooter rijk dommen en ook een titel te erven heeft. Je be grijpt dus wat ik bedoel nietwaar? Ik heb geen tijd voor alledaagsche bewonderaars; jij hebt hem dus te ontvangen en hem, zonder dat bij merkt, dat ik het niet ben, aan het verstand te brengen, dat ik niet bU een kantoorbedien de pas." Dolly stond op, ze voelde wat ze riskeerde, doch zij zei: „Dank u wel, dat doe ik niet!" „Zeg niet te gauw neen, want ik weet toe vallig. dat de revue aan het einde van de maand van het program genomen wordt en "n nieuwe positie is moeilijk te krijgen. Bovendien, kan ik me een denkbeeld vormen van je be kwaamheden ais je deze rol voor me spéélt. En indien je dat goed zoudt doen, is er met mijn aanbeveling nog wel iets beters te krijgen dan een rol als figurante.” „Dan geloof ik, dat ik wel moet accepteeren”. zij Dolly, die werkloosheid en ellende In den winter maar al te goed kende. ,,In orde,*’ zei miss Renoble. terwijl ze haar kamenier belde. „Zie eens wat Dolly Bateman uit mijn garderobe dragen kan bij Flemings. We soupeeren daar vanavond”, droeg ze haar op. veel met veel maar heb ik stuursleden van den bond, de heeren L. van Geest en W. Klooster, spraken over: „De drei gende korting op de pensioenen van de Indi sche militairen”. Tenslotte werd een motie aangenomen, waar in er bij de Regeering en de Volksvertegen woordiging op aangedrongen werd hun goed keuring aan den voorgestelden maatregel te onthouden. Mr. Cladder te Gineken heeft van den offfi- cier van justitie te Breda een bericht ontvan gen. waarin hem wordt medegedeeld, dat de zaak, strafbaar volgens art. 256 van het Wet boek van Strafrecht (het doen te vondeling leggen van een kind) bulten vervolging is ge steld. Het onverwachte gezicht van deze slurf-ko- lossen deed de beide zeelieden in hun verbazing ■n oogenblik het consign^»n den fakir ver geten. „Wat 'n knapen!" „Stilte I" siste de fakir als ’n woedende cobra. Op den nek van eiken olifant, vlak achter de ooren, zat de mahoet of kornak de geleider, in z'n hand een stokje met ijzeren punt hou dende. waarmede hij meer dan met woorden den schranderen dieren bevelen geeft. De fakir wees met zijn hand naar de beesten en zeide zacht: „Deze beide olifanten zijn de sterkste, de moe digste en de best gedresseerde van geheel Ben galen. Die voor u bestemd is. meester, heet Rama; de andere, die ons vervoeren zal, heet Sclndlah. U zult eens zien welk een wonder- baarlljk instinct, welk een moed en welk een uithoudingsvermogen zij hebben. We kunnen trouwens al die goede eigenschappen in de ge geven omstandigheden best gebruiken!” Kapitein Pennyless, begrijpende dat de tijd kostbaar was, klom vlug tegen het laddertje op, dat boog, kraakte, maar zich goed hield. Hij stapte rechts in de hoedah en zeide tot zijn vrouw: „Claudla. klnd-lief. kom naar boven.” Zij volgde handig zijn voorbeeld, ofschoon haar Ooetersche kleedlng haar eenlgszins hin derlijk was. w Toen zij boven aan de ladder was gekomen. Pennyless haar onder de armen en zette in het rijk bekleedde tentje naast zich Loop geen risico, wanneer griep heeraebt. Bewesg zooveel mogelljk in de buitenlucht, eet krach.A roedeel, drink melk en sinaasappelsap. Da levenskracht op peil te houden. Heb* U een kou gevat, behandel haar dan direct. Neem aoo noodig een laxeermiddel, een heer bad en ga naar bed. Vlcks VapoRub Hink op reel en bont wrijven en met warm flanel bedekken. Als een voorbehoedmiddel eenlge malen per dag Vlcks In de neusgaten aanbrengen en goed op- mul van. de met zekeren ontstelden ernst te moeten 'op merken: „Stilte! als *t u belieft, stilte!" ,4a, vadertje, ja!" repliceerde Marius de on- verbeterlijke babbelaar, we zullen onze tongen van nu af aan vastbinden.” „Zeker,” hernam de fakir zijn ernst geen oogenblik verliezende, „gij zult een tijd lang het stilzwijgen moeten bewaren vanwege uwe onbe kendheid met de Hlndoe-taal. GU zult doorgaan voor geloovigen die een ge lofte hebt af gelegd.... de gelofte niet te spre ken, onder welke omstandigheden ook, in te genwoordigheid van inboorlingen. En laten we nu zoo spoedig mogelijk vertrekken.... wij hebben al reeds te veel tijd verbruikt.” ZU gingen heel stil naar bulten, en nu hunne oogen langzamerhand aan de duisternis gewend waren geworden, bemerkten zU, onder de hoo rnen, twee kolossale olifanten, vaag te onder scheiden bU het licht der sterren. Elk van de beesten droeg op zUn rug een hoe dah. *n tentje, met zitplaatsen erin. Deze hoe dah's waren om de lichamen der olifanten vastgesnoerd met leeren riemen. Een ervan, ge drapeerd met kostbare stoffen en een mlnaret- vorm vertoonende. was bestemd voor den kapi tein en diens echtgenoote; de andere had als dak 'n soort parasol, voldoende om reizigers te beschermen tegen zon en regen. Om naar deze comfortabel Ingerichte zit plaatsen omhoog te klauteren hingen er langs de flanken der dikhuiden twee soepele laddertjes van bamboe, die men op reis medeneemt. 2 :eringc»ooi waarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfï bU een ongeval^met ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f t doodeiyken r maar ze kon het woord Robert zag haar aan: teekenen, terwijl de zaken zóó staan, komen de soclaal-demokraten aandragen met een wetsvoorstel, dat in ieder geval niet urgent kan heeten en waarvan de kosten gesteld, dat het aangenomen werd zóó hoog zouden zijn, dat de voorstellers zélf deze niet eens durven berekenen! „Welk bedrag noodig zal zijn voor de in voering van het achtste leerjaar, is moei lijk nauwkeurig te ramen”, zoo zeggen zij in hun toelichting: „Het dichtste bij de waarheid komt men, door het aantal kinderen boven 13 jaar, die niet school gaan, te ramen, en dit aantal te vermenigvuldigen met het gemiddelde bedrag, dat een leerling van het lager onderwijs kost per jaar. Vast staat wel, dat de uitkomst een’ hoog cijfer aanwijst. Maar dit cijfer toont slechts des te duidelijker het buitenge woon groote belang van de zaak aan. Hoe langer men wacht, des te grooter is het onherstelbare verlies.” Dit laatste argument is werkelijk ver bijsterend: het feit, dat de zaak veel geld zal kosten, bewijst, dat de zaak van buitengewoon groot belang is! Het zou ontzettend veel geld kosten, alle hulzen van ’n stad als Amsterdam af te breken en weer net zoo op te bouwen, dus is "het van buitengewoon groot belang, dat Amsterdam afgebroken en weer opge bouwd wordt!! Deze „logica” is typeerend voor héél het wetsvoorstel, dat overigens alle kenmerken vertoont van een inderhaast samengeflansd staatsstuk. De lichtvaardigheid, waarmede hier een financieel zóó buitengewoon belangrijk vraagstuk aan de orde gesteld wordt (in de gauwte eischen de voorstellers ook „het verplicht stellen van de gelegenheid voor voeding en kleedlng voor alle leerplichtige kinderen, die daaraan behoefte hebben”), deze lichtvaardigheid demonstreert zich echter het sterkst in het feit, dat iédere kostenberekening achterwege is gelaten. Het is natuurlijk uiterst moeilijk, een eenlgszins juiste taxatie te maken, doch in dien de voorstellers werkelijk gemeend heb ben, hier een groot volksbelang te kunnen dienen, zouden zij althans gepoogd hebben, met enkele cijfers te komen. De voorstellers vreesden blijkbaar, dat zelfs een zeer optimistische, een zeer laag gehouden berekening een ieder den schrik op het lijf zou jagen, voor een ieder op het eerste gezicht de onmogelijkheid van het plan zou aantoonen. Die vrees is begrijpelijk. Maar zij had niet mogen leiden tot een verzuim, als waaraan de heer Ter Laan c.s. zich schuldig maakten. Nu de heer Ter Laan ex. echter deerlijk tekort schoot, zullen wij in een volgend artikel een bescheiden poging wagen, in die tekortkoming te voorzien. Het verkleeden geschiedde snel en de meta morphose was volledig. Graaf de Solignac zette een prachtigen zijden tulband op, versierd met fonkelende diamanten en een kostbare pluim. Hij trok het bekende korte vest aan van wit cachemler met goud- borduursel bekleedde zich met de wUdult- staande pofbroek, eveneens van cachemler, stak aan zijn voeten fijne rood-marokUnen schoenen en bond om zijn middel een breede scharlaken zijden sjerp. Met zUn bruin baardje, zUn zwarte oogen, matte gelaatskleur, fUne handen en klndervoe- ten geleek hü precies op een van die jonge In dische vorsten welke Engeland betaalt en door middel van een goed leven geheel onder zijn macht krijgt. De gravin had zich getooid met het costuum der Muzelmansche vrouwen; haar figuur ging geheel schuil onder kostbare zijde en sluiers om zoomd met goud en bezet met paarlen. Alleen hare oogen warm zichtbaar. In het aangrenzend vertrek waren Marius en Johnny bezig met hun niaskerade-costuiuns. Nu zU wisten dat hun meester leefde, waren zU weer de oude oolijkerds. Al die gevaren waar over men hun sprak en heel die overhaaste vlucht beschouwden zU a*3 een puur zeemans- avontuurtje. En daar hun reizen en trekken over de wereld hun oog en hun waarnemingsvermo gen gescherpt had en zU geleerd hadden zich zeer spoedig aan te passen aan alle omstandig- X'IIIIIIHII VOOR)'AARSBODE! Ook op de wedden van B. en W. heden, liep ook hun vermomming vlot van sta pel en slaagde uitstekend. Men herkende In hen geen Amerikaan en geen Franscluuan meer, maar zU waren op en top twee dikke Muzelmannen, bijna majestueus van verschUnlng en met iets dreigends vanwege hun wapentoerusting: dolkmessen, pistolen enz. Toen de kapitein en zUn vrouw naar buiten kwamen, brachten zU hun een kranig militair saluut en zetten met komische fierheid de borst vooruit, lerwUl Pennyless hun met geestdriftige bewondering toevoegde: „Bravo, Johnny! Bravo. Marius!.... alle hul de ook namens m’n vrouw. Jelui zUn pracht- figuren.” Marius, die zUn tong nooit aan 'n band had, antwoordde met 'n krakend zeemansgeluid, dat *n zonderlingen tegenstelling vormde met zUn Oostersch ulterlljk: „O kapitein, u bent de keurigste, de meest typische van al de zonen van den Profeet!.... Wie u en mevrouw ziet, zou zeggen dat gij de keizer en de keizerin zUt van Afrika. Arabié en Turkije." Inderdaad zag Pennyless er voor *n pas „uit den dood verrezen" man wonderwél uit! HU lachte hartelük en luid en Claudla deed dit, thans bUna overmoedig geworden, even eens. Marius en Johnny begonnen als vanzelf meé te lachen tot verbazing van den fakir, wiens Hlndoe-zwUgzaamheid zulk 'n vrooHjkheld in dergeUJke omstandigheden niet kon begrUpen. HU achtte die zelfs gevaarlUk, want hU meen- Ondertusschen klom Marius tegen den an<^5" ren olifant op en kon daarbü zUn mond niet houden. „Johnny, ouwe jongen, wat eeg je ervan? W® komen boven langs de stuurboord-ladder, net als officieren!” HU nam zUn plaats In, zijn metgezel deea Insgelijks. De fakir deed het. als laatste, ook en toen allen voor het vertrek gereed waren, haal de men de ladders op en bevestigde die aan twee daarvoor aangebrachte haken aan den buitenkant van elke hoedah. De mahoets deden een gefluit hooren en aan stonds begonnen de olifanten te loopen, Sdn- dlah voorop. ZU bewogen zich weldra In matigen draf, met dat vasts, onvermoeibare rhythme, dat zU 3** durende onbepaalden tUd kunnen volhouden. Weldra bereikten en passeerden zU Doem- Doem, ’n stadje van vUfduizend inwoners, dat de inlandsche wapenfabriek Is en waar de beruen- te kogels worden vervaardigd, die door de bar- baarsche uitvinding welke erop werden toeger past, zulke verzchrikkeUjke en moeilük te gene zen verwondingen veroorzaken. De nacht was zeer donker. Het kon omstreek» twee uur in den ochtend zUn. Daar de zon pas om halfzes opging, hadden de vluchtelingen tUd genoeg om den vastgeetri- den weg af te leggen en ten minste voor M» oogenblik te ontkomen aan dat geheimzinnig» gevaar, hetwelk alleen aan den fakir beken (Wordt vervolgdl* Den volgenden avond meldde zich volgens afspraak Robert TUden-Smlth aan de kleedka mer van miss Renoble. Ze praatten wat met elkaar, totdat onverwachts miss Renoble vroeg: ,&i vertelt u me nu eens wat over uzelf. U werkt op een kantoor, is het niet?” ,4a, dat is zoo", zei Robert, „maar hoe weet u dat?” „Och. dat hoort men zoo," antwoordde miss Renoble tactisch, en Dolly volgde zoo nauw keurig de wijze van optreden en manieren van de echte miss Renoble, dat zij in 1 geheel geen moeilijkheden met haar situatie ondervond. „t Bevalt me er best," sei Robert, „en het werk is heel pleizlerig. over een dag of wat bU- voorbeeld moet ik naar Sussex voor een in spectie ik verveel u toch niet met die ver telling?” .Asoluut niet." zei Dolly. „Wél, dat reisje heeft voor mU groote betee- kenis; mijn bevordering hangt er van af.... Maar ik zie, 't ts al half twaalf. Mag Ik u vra gen ergens met me te gaan soupeeren?" ,X>e kwestie is,” zei Robert, toen de kellncr de bestelling had opgenomen, „dat ik een hekel heb aan de stad, en dus blij ben als ik naar bulten kan.” „Dat is met mij juist eender”, zei Dolly, en zU schrok ervan, dat ze zoo bulten haar rol ging: dan herstelde ze zich: „Vertelt u me nog wat meer over Sussex, Ja?” Robert vertelde, zoo prettig en vlot, dat ze beiden onverwacht opschrikten van het late uur. „Mag ik morgen terugkomen?” vroeg Robert. Dolly wilde „neen” zeggen, maar ze moest er aan denken, dat ze te handelen had naar opdracht van miss Renoble. Dus antwoordde ze: „Als u het de moeite waard vindt!” Er was slechts één antwoord op die vraag en Robert gaf het zoo enthousiast, dat het haar tegen haar zin sterk deed bloeen. Doch Dolly sliep dien nacht weinig, ze voel de dat ze een rol ging spelen in een drama, waarin ze zelf slachtoffer zou worden. Maar miss Renoble wenschtz, dat ze doorspeelde, hoe spoediger Robert haar zou vragen om te trouwen, des te spoediger zou ook miss Renoble door Dolly haar afwijzend en ontnuchterend antwoord kunnen geven. En miss Renoble drong er bU Dolly op aan, dat moment te ver haasten als ze kon. dan was er te minder ge vaar dat het bedrog zou uitkomen. Doch Robert verhaastte zelf dat oogenblik door haar te vragen des Zondags mee te gaan naar Astonshire in Sussex. Ze accepteerde; het was zoo gemakkeljjk toe te stemmen en zoo moellUk om te weigeren. Ze vroeg een voile, in opdracht van miss Renoble, die in de ult- noodiging het laatste bedrijf van haar spel ver moedde. Robert kwam haar halen in een on- aanzienlUken two-seater, maar Dolly vond het een genot naast hem in den wagen te rUden, Vlugger dan de lieve lente En de bloemetjes in Mei Is de fiscus met zijn vraagUfst, Die beschreven moet, er bij! Niet als zoete voor)aarsbode Of als bloenfpje, dat ge plukt, Doch alleen om in te vullen Staan de stippeltjes gedrukt! Toch weer is het een ontluiken, Zij het op fiscaal gebied, Want de fiscus, als een kikker, Loert, ontwakend, door het riet. Evenals de boer den akker, Zoo bezaait u dit biljet, Doch u doet het met uw antwoord, Als ge ronde cijfers zet. Maar ook dit zaad zal gedijen. Uwe aanslag wijst het uit! En dan doet ge als een lijster. Spitst jfw mondje toe en fluit! En ge ziet weer wat de wasdom Bij de cijfers al kan doen. Uw gelaat kleurt, als de velden, Eveneens dan geel en groen! en ze stond versteld over z’n chauffeeren dntr die geweldige stadsdrukte. Onderweg tn esu dorpje gebruikten ze de lunch en in den nüd. dag kwamen ze In Astonshire. t Was een al- lerbekoor’ijkst plaatsje, landelUk en vol een voud. met huisjes met roode daken en een prachtige oude kerk; in een glooiing van het land zag ze boerderijen en boomgaarden en aan den horizon, tusseben de heuvels door, de zee. ,JXt hier,” zei Robert, „wilde ik je laten zien, ’s Zomers is het hier een volmaakt para- dUs. „Houd op,” zei Dolly. Ze voelde, wat nu ko men ging; er stonden tranen in haar oogen* en ze durfde den strUd niet aan. .Een paradijs, waar ik gelukkig zou kunnen zijn met jou", ging Robert door, als had hjj haar niet verstaan. „Heb ik *n kans?” Dolly kon geen antwoord geven. ,Jk hield van je, zoodra ik je zag,” ging hjj IMSZZI „Wel, heb je ooit, wie zou dat ge dacht hebben," riep de zeeman uit. ^a, Inderdaad,” sprak Ivy, ,4k ge loof, dat de zwaardvlsch meer stand beeft dan u!” M „Hier is goudgeld, hier zUn edelsteenen en allerlei kostbaarheden, ging de fakir op drogen, emstlgen toon voort. „Ondanks uw rijkdom, hebt gU op het oogen blik geen middelen.... Maar dat komt er niet op aan; geef royaal uit. zonder aarzelen.... de schat der Ingewijden staat tot uwe beschikking.” „En het Jacht?.... MUn dierbaar „Penny- Jess,” vroeg de kapitein. .Maak u daarover geen zorg! De Engelschen zullen het niet onder hun bereik krUgen. Als gU het beveelt, zal de beste stuurman van Indië het naar een veihgen plaats geleiden.” jtgooi uitstekend, beate fakir!...*. Johnny. Marius, gaat jelui verkleeden, onderwUl doen de gravin en ik dat ook." „Meester" sprak de fakir nogmaals, „haast haast u!.... de oogenblikken zUn kost baar. Want weet wel dat een nog veel grooter gevaar dan waaruit gU ontsnapt zUt. u thans wacht!’ verder, ,4k heb omgang gehad met veel men- schen, meisjes, nimmer direct van iemand kunnen houden. En er is toch niemand anders?” „Neen," zeide ze, niet terugnemen. „Dan zei hU- Het werd Dolly alles te machtig. „Waarom vroeg je me?’> begon se wanhopig. Hij nam haar hand. .Hou je van me?" „Ik.... Ik haat mezelf”, zei Dolly. „Dat is toch geen antwoord?” vroeg Robert. .Ik.... ik kan niet.... ik mag niet,” riep en plotseling begon ze hevig te snikken. Robert wilde z’n arm om haar schouder leg gen, doch ze stootte hem weg: .Neen. neen. 1 Mag niet,” schreide se, en toen opeens zich bedwingend, vertelde ze: .Luister, ik zal je de waarheid zeggen. Ik ben niet miss Renoble doch Dolly Bateman, haar dubbelgangster; ik moest haar rol spelen en Je heleedigd weigeren fils je me zou vragen te trouwen.” ,Jk wist het.’* zei Robert kalm. ,^e had ge noeg van me. omdat ze hoorde dat ik niet rijk was en dus de moeite niet waard. Ik wist het op den eersten avond dat ik je zag.” Dolly zag op, verbaasd en ontsteld. „NatuwlUk,” hernam Rcfoert. „men denkt dat liefde blind is, maar dat is niet altijd zno, en bovendien zijn er menschen. die veel te snel gelooven. dat men liefde voor hen gevoelt.” „Waarom vroeg' je me dan mee te gaan?" be gon Dolly. „Eerst uit nieuwsgierigheid. En toen ik een plan had om den opzet van miss Renoble ge weldig spaak te laten loopen. ontdekte Ik dat ik inderdaad alleen van jou Jiield. En nu vraag ik alleen maar een kans, dat te bewijzen." Dolly antwoordde niet, er was niets te ant woorden. Doch Robert meende er een toestem ming uit te mogen opmaken Dan zeide Dolly langzaam: „Zou je heusch denken, dat ik je gelukkig kan maken? Ik kan niet anders ko ken dan een artlsten-potje, en ik kan niet an ders naaien dan de kleeren van een revue- figurantje en...." 4U die dingen kun je beter leeren als je er pleizier in hebt." zei Robert. ..maar t herin nert me aan iets anders. Ik geloof niet, dat het noodig zal zijn.” „Waarom niet,’* vroeg Dolly „Omdat ik, toen ik miss Renoble leerde kennen, een kennis op bezoek kreeg, die me vertelde voorzichtig te zijn met haar. Ik nam de prgef en voor een tientje begreep haar kamenier, dat Ik voorloopig maar een kantoorbaatnje moest vervullen”. „Dus je bent niet op *n kantoor?” „Niet dan op m’n eigen kantoor. Ik ben in derdaad Robert TUden-Smlth. die een titel en ik weet niet wat meer erft, als mijn oom sterft Vindt je het erg?" .Neen.” zei Dolly, .maar Ik denk, dat mU* Renoble als se over onze plannen hoort, het erg zal vinden!" waar zU schreef, en wierp een groot brood in zee. ndien het nog bewijs behoefde, dat de soclaal-demokraten vooral nu het tegen de verkiezingen loopt méér streven naar partijpropaganda dan naar voor het volk bereikbaar heil, dan kon men dit bewijs, sterker dan ooit te voreq, gele verd vinden in het wetsvoorstel van den lieer K. ter Laan es. tot verhooging van den leerplicht tot den leeftijd van 14 jaren, m.a.w. tot invoering van den 8-jarigen leer plicht. Voor een leder, die ook maar éven na denkt, is dit voorstel in de huidige ekono- mische omstandigheden zóó absurd en bij voorbaat zóó zeker tot mislukking gedoemd, gezien de onmogelijkheid van deszelfs aanvaarding en naleving dat men zich onwillekeurig afvraagt, of de sociaal-demo- kraten met de indiening van dit wetsvoor stel hun doel propaganda voor de partij te maken niet voorbij schieten. Zij schUnen echter bij voorbaat verzekerd geweest te zijn van een tot nadenken niet capabele massa, welke vatbaar is voor iedere misleiding, hoe duidelijk, hoe tast baar ook. Over de mérites van een dergelijk stel zou in normale omstandigheden praten vallen: het is toch werkelijk een groot volksbe lang, dat onze Jeugd goed geschoold, zooveel mogelijk algemeen ontwikkeld en met zooveel mogelijk bezonken kennis het verdere leven, de wijde wereld ingaat. Het is bovendien een nationaal belang, dat de Nederlanders in de nabije toekomst internationaal zullen kunnen concurreeren, ook intellectueel, ook cultureel. Dankbaar moet echter erkend worden, dat het onderwijs in Nederland een vergelUking met dat in het buitenland tot op heden glansrijk kan doorstaan, niet het minst ook, doordat Nederland behoort tot de landen, waar men aan het onderwUs der jeugd de grootste bedragen ten koste legt. Blijkens een indertijd In ons blad gepu bliceerd staatje, besteedde Nederland in 1929 19.2 pCt. van heel zijn staatsbegroo- ting aan onderwijs; in alle andere landen was dit percentage belangrijk minder: in Oostenrijk 4.2; in België 8.6; in Spanje 5.3; in Frankrijk 6.8; in HongarUe 10.3; In Ier land 15.3; In Italië 3.7; in Noorwegen 15.0; in Pruisen 16.5; in Zweden 15.8; In Enge land 10.6. Alleen Denemarken en Zwitserland gin gen boven het Nederlandsche percentage uit, maar deze belde landen vormen ten aanzien van Nederland in dit opzicht dan ook totaal onvergelijkbare grootheden: Denemarken met z’n duizend-en-één eilan den, Zwitserland met z’n onbereikbare bergstreken. Maar ondanks dit alles: indien het mogelijk ware, het peil van het onderwijs jn Nederland nóg op te voe ren met vermijding natuurlijk van ongewensehte gevolgen dan zou zulks door ieder van ons toegejuicht worden. ont- v Ei VI z d VI b s< ki K Bestrijd verkoudheid zonder „innemen"! ^Beproefd w middel i I' I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 14