I
H
v&fiaal van den dag
Acht-jarige leerplicht
GRIEP
Bedenkelijk wetsvoorstel
HOOGER INSTITUUT
VOOR MEISJES
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
HET
GROOTE
AVONTUUR
ROBINSONschoenen zijn prima
Nederlandsch fabrikaat
Alle abonné’s
f250.- 1" f 125.-&3T^S fSO.-'&Z" JE
140.-
'"f
MAANDAG 6 FEBRUARI
gangster
RONDOM EEN KIND
Loonkorting Rotterdam
TEGEN PENS1OENKORTING
FEUILLETON
Aan de Keizer Karei»
Universiteit
LOONSVERLAGING OP
TARIEF WERK
\De dubbel-
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN
VITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
R bij
mis
maakte Ik
het
van
rota,
die
was.”
slaakte Topsy een kreet.
komt naar ons terug," riep ze uit.
en
bet
brood uit het water te halen, zag
ze.
dat een zwaardvlsch bet had terugge
bracht.
ver-
(MOrgenavond vervolg)
DE OI4FANTEN-RIT
het brood zouden aanvallen. Plotseling
„Het brood
Terwijl Ivy aldus sprak, keek Topsy
naar de zeevogels, om te zien, of deze
Terwijl Ivy haar dagboek bijwerkte,
stapte Freddy Vrijdag over de
et kan den heer Ter Laan ca
onbekend zijn, dat Nederland
Maar aan die mogelijkheid juist
breekt het. v
Examens groote stoomvaart
DEN HAAG. Geslaagd voor le stuurman: D.
H. Stuurman. P. Persson en J. M. Versteegh.
H
tl
bi
D
ui
d<
ze
k<
te
In Den Haag hield de Algemeene Militaire
Pensioenbond Zaterdagmiddag een drukbezoch
te openbare vergadering, waarin de hoofdbe-
nam
haar
neder.
hi
dt
m
in
rt
zl
e<
d<
d
voor-
te
(Ingezonden Mededeeling)
Ivy begreep niet, hoe dat met eo
mogelijk was, toch bleef ze wachten
op den terugkeer van het brood,
toen ze zich gereed maakte om
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
üiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiii
niet
nog
steeds sukkelt met de financiën;
zeer onaangename en op zichzelf eigenlijk
hoogst ongewensehte maatregelen heeft
men alreeds moeten nemen om in de rich
ting van een sluitende begrooting te ko
men; we noemen hier maar terloops de
salaris- en loonsverlagingen, de verhooging
van den suikeraccijns en de verhooging van
invoerrechten; werkloozen- en armen
zorg vergen honderden millioenen, en het
ziet er niet naar uit, dat deze uitgaven in
den eerstvolgenden tijd ingekrompen kun
nen worden, integendeel! bovendien
gaapt er nog het gat van het tekort op
de spoorwegen: in het afgeloopen jaar rond
26 mlllloen
Terwijl nu eenerzijds ten koste van
wkt ook moet worden gestreefd naar ver
hooging van Inkomsten terwijl ander
zijds de uiterste zuinigheid en een vaak zeer
ongewensehte bezuiniging noodig zijn om
althans te probééren, de Staatsbegrootlng
te doen „sluiten” terwijl de soclaal-de
mokraten, ja, zelfs de communisten ervan
overtuigd zijn, dat inflatie (welke bij een
voortdurend nlet-sluttende begrooting on
ontkoombaar is) voor ons volk, en vooral
voor den arbeider de ergste ramp zou be-
BU de Kon. Tapijt Industrie en Handel Mij.
der Gebroeders v. d. Bergh te Oss is Zaterdag
morgen voor de tarlefwerkers in de weverij op
verschillende artikelen een tariefsverlaging aan-
gekondigd, varieerend van 10 tot 13 pet. Deze
verlaging zal ingaan op 13 Febr. ax.
voorziene bibliotheek zal ten dienste van leerares
en leerlingen staan.
In het Instituut worden verder voordrach
ten ingericht o.a. over algemeene en verge
lijkende literatuur e.d. terwijl de zelfwerkzaam -
held der leerlingen zal worden bevorderd door
speciale werk-colleges onder leiding van bevoeg
den in de verschillende vakken-
Op het einde van het derde studiejaar sullen
zU, die dit verlangen, het diploma der Theolo-
gisch-Maatschappelijke Afdeellng aan de Uni
versiteit kunnen behalen. Verplichtend is
examen daarvoor echter in geenen deele.
Nu met 1 Maart as. zal worden overgegaan
tot toepassing van een nieuwen tjjdeltjken af
trek op de loonen en salarissen van het ge-
meentepersoneel te Rotterdam, zullen er stap
pen behooren te worden gedaan, opdat een
geheel overeenkomstige korting ook zal worden
verkregen op de wedden van de leden van het
college, alsmede van die ambtenaren der ge
meente, wier bezoldiging dool de Kroon of
Ged. Stater, wordt geregeld.
B. en W stellen den Raad voor hen te mach
tigen om namens den Raad tot Ged. Staten,
reap. tot de Kroon het verzoek te richten om
toepassing, met 1 Maart, van een tljdelljken
aftrek van 3 of pet. op de jaarwedden van
den burgemeester, de wethouders, den secreta
ris, den ontvanger en de ambtenaren van den
Burgerlijken Stand, den hoofdcommissaris en
de commissarissen van politie.
De vreemde geschiedenis te Breda
- De Dames Kanunnlkessen van het H. Graf
te Nijmegen hebben, naar de .Maasbode” ver
neemt, bisschoppelijke toestemming bekomen
tot de oprichting van een „Hooger Instituut
voor Meisjes.” een instituut, dat, evenals de
paedologische. een zelfstandig karakter zal
hebben, maar waarvan de opleiding in nauw
verband zal staan met het universitaire milieu,
in het bijzonder met de Theologisch-Maatschap
pelijke Afdeellng der Keizer Karel-Unlversitett.
De bedoeling van dit Hooger Instituut voor
Meisjes is: een verzoening te scheppen tus-
schen de noodzaak voor de moderne vrouw en
toekomstige moeder om breed-onderlegd en
tegen’de stroomingen van den tijd opgewassen
te zijn en de behoefte om het goede der tra
dities te behouden, om de vrouwelijke fijnheid
te behoeden en aan te kweeken.
Het instituut stelt katholieke meisjes in de
gelegenheid hunne godsdienstige en algemeen-
cultureele ontwikkeling na hun middelbare
school verder te voltooien en zoo zich zorgvuldig
voor te bereiden voor de taak om de katholieke
beginselen te doen doorwerken in het huisgezin
en in het charitatief en sociaal vereenigings-
leven.
De cursus wordt gegeven ten deele aan de
katholieke universiteit ten deele in het Instituut
zelf. Hij is berekend op den duur van drie jaren
en valt samen met de universitaire lesjaren.
Ook voor korteren tijd (één of twee jaren) kan
men echter den cursus volgen.
Dogmatiek en apologetiek verschillende wjjs-
geerlge vakken en sociologie zijn verplichte
vakken van het programma. Verder moet een
viertal bijvakken gekozen worden, die ook door
universiteitsprofessoren worden onderwezen.
Verschillende andere vakken, o.a. liturgie en
kerkzang worden in het instituut zelf gegeven.
Het Instituut wil ook een verdere en vooral
practische bekwaming geven in de moderne
talen: Fransch, Duitsch. Engelach. Elk dezer
talen wordt om de beurt gedurende één jaar
conversatietaal, ook en bij voorkeur in de
avonden. De conversatie wordt dan door een
leerares in het vak geleid. Een uitstekend-
„3e moet kostelijk voedsel op
manier niet vermorsen," riep Ivy uit,
terwijl ze opsprong, ,Jk kon het in n
pudding gebruiken, als het oudbakken
e portier van het Scaia-Theater hield
I 1 Dolly Bateman aan, toen ze het gebouw
wilde verlaten: „Miss Renoble heeft
naar je gevraagd,” zei hij. „Ze is in haar kleed
kamer." Dolly kreeg een kleur; als een flgu-
rantje bU een groote ster moet komen, zijn er
slechts twee mogelijkheden: ontslag, wegens
een of ander nietig verzuim of een flinke be
vordering, omdat men eindelijk eens werd op
gemerkt. 2e ging terug het gebouw in naar de
afdeellng prlvé-kleedkamers voor de hoofdrol
len. De kamenier van miss Renoble deed de
deur een paar centimeter op haar kloppen
open: ,4a?”
„Ik heet Dolly Bateman; miss Renoble heeft
naar me gevraagd.” En dat verleende haar toe
gang tot het heiligdom van een artiste.
Miss Renoble wees Dolly een stoel en stuurde
haar kamenier weg om alleen te zijn.
„Kijk eens,” zei ze dan, „je bent nieuwsgie
rig waarom ik je liet roepen? Dat is heel een
voudig. Je lijkt verrassend veel op me, je zoudt
ook wat postuur en manier van doen betreft,
bij het eerste gezicht uitstekend mijn dubbel
gangster kunnen zijn. En die zou ik op het
oogenblik heel goed kunnen gebruiken.”
Dolly zei niets, en wachtte rustig af.
,4e moet het volgende voor me doen.” ver
volgde miss Renoble Een dag of tien geleden
op een liefdadigheidsfeest kennis
met eeh zekeren Robert Tilden-Smith, en hij
vroeg mU hem nogmaals te ontmoeten. Intus-
schen heeft hfj mij daarna niet anders dan ge
schminkt op het tooneel kunnen zien. Ik be
loofde hem een nieuw onderhoud, daar ik toen
meende, dat hij de bekende Tilden-Smith was,
die verbluffend rijk is en zelfs nog grooter rijk
dommen en ook een titel te erven heeft. Je be
grijpt dus wat ik bedoel nietwaar? Ik heb geen
tijd voor alledaagsche bewonderaars; jij hebt
hem dus te ontvangen en hem, zonder dat bij
merkt, dat ik het niet ben, aan het verstand
te brengen, dat ik niet bU een kantoorbedien
de pas."
Dolly stond op, ze voelde wat ze riskeerde,
doch zij zei: „Dank u wel, dat doe ik niet!"
„Zeg niet te gauw neen, want ik weet toe
vallig. dat de revue aan het einde van de
maand van het program genomen wordt en "n
nieuwe positie is moeilijk te krijgen. Bovendien,
kan ik me een denkbeeld vormen van je be
kwaamheden ais je deze rol voor me spéélt.
En indien je dat goed zoudt doen, is er met
mijn aanbeveling nog wel iets beters te krijgen
dan een rol als figurante.”
„Dan geloof ik, dat ik wel moet accepteeren”.
zij Dolly, die werkloosheid en ellende In den
winter maar al te goed kende.
,,In orde,*’ zei miss Renoble. terwijl ze haar
kamenier belde. „Zie eens wat Dolly Bateman
uit mijn garderobe dragen kan bij Flemings.
We soupeeren daar vanavond”, droeg ze haar
op.
veel
met veel
maar
heb ik
stuursleden van den bond, de heeren L. van
Geest en W. Klooster, spraken over: „De drei
gende korting op de pensioenen van de Indi
sche militairen”.
Tenslotte werd een motie aangenomen, waar
in er bij de Regeering en de Volksvertegen
woordiging op aangedrongen werd hun goed
keuring aan den voorgestelden maatregel te
onthouden.
Mr. Cladder te Gineken heeft van den offfi-
cier van justitie te Breda een bericht ontvan
gen. waarin hem wordt medegedeeld, dat de
zaak, strafbaar volgens art. 256 van het Wet
boek van Strafrecht (het doen te vondeling
leggen van een kind) bulten vervolging is ge
steld.
Het onverwachte gezicht van deze slurf-ko-
lossen deed de beide zeelieden in hun verbazing
■n oogenblik het consign^»n den fakir ver
geten.
„Wat 'n knapen!"
„Stilte I" siste de fakir als ’n woedende cobra.
Op den nek van eiken olifant, vlak achter de
ooren, zat de mahoet of kornak de geleider,
in z'n hand een stokje met ijzeren punt hou
dende. waarmede hij meer dan met woorden den
schranderen dieren bevelen geeft.
De fakir wees met zijn hand naar de beesten
en zeide zacht:
„Deze beide olifanten zijn de sterkste, de moe
digste en de best gedresseerde van geheel Ben
galen. Die voor u bestemd is. meester, heet
Rama; de andere, die ons vervoeren zal, heet
Sclndlah. U zult eens zien welk een wonder-
baarlljk instinct, welk een moed en welk een
uithoudingsvermogen zij hebben. We kunnen
trouwens al die goede eigenschappen in de ge
geven omstandigheden best gebruiken!”
Kapitein Pennyless, begrijpende dat de tijd
kostbaar was, klom vlug tegen het laddertje op,
dat boog, kraakte, maar zich goed hield.
Hij stapte rechts in de hoedah en zeide tot
zijn vrouw:
„Claudla. klnd-lief. kom naar boven.”
Zij volgde handig zijn voorbeeld, ofschoon
haar Ooetersche kleedlng haar eenlgszins hin
derlijk was. w
Toen zij boven aan de ladder was gekomen.
Pennyless haar onder de armen en zette
in het rijk bekleedde tentje naast zich
Loop geen risico, wanneer griep heeraebt. Bewesg
zooveel mogelljk in de buitenlucht, eet krach.A
roedeel, drink melk en sinaasappelsap. Da
levenskracht op peil te houden.
Heb* U een kou gevat, behandel haar dan direct.
Neem aoo noodig een laxeermiddel, een heer bad
en ga naar bed. Vlcks VapoRub Hink op reel en
bont wrijven en met warm flanel bedekken.
Als een voorbehoedmiddel eenlge malen per dag
Vlcks In de neusgaten aanbrengen en goed op-
mul van.
de met zekeren ontstelden ernst te moeten 'op
merken:
„Stilte! als *t u belieft, stilte!"
,4a, vadertje, ja!" repliceerde Marius de on-
verbeterlijke babbelaar, we zullen onze tongen
van nu af aan vastbinden.”
„Zeker,” hernam de fakir zijn ernst geen
oogenblik verliezende, „gij zult een tijd lang het
stilzwijgen moeten bewaren vanwege uwe onbe
kendheid met de Hlndoe-taal.
GU zult doorgaan voor geloovigen die een ge
lofte hebt af gelegd.... de gelofte niet te spre
ken, onder welke omstandigheden ook, in te
genwoordigheid van inboorlingen. En laten we
nu zoo spoedig mogelijk vertrekken.... wij
hebben al reeds te veel tijd verbruikt.”
ZU gingen heel stil naar bulten, en nu hunne
oogen langzamerhand aan de duisternis gewend
waren geworden, bemerkten zU, onder de hoo
rnen, twee kolossale olifanten, vaag te onder
scheiden bU het licht der sterren.
Elk van de beesten droeg op zUn rug een hoe
dah. *n tentje, met zitplaatsen erin. Deze hoe
dah's waren om de lichamen der olifanten
vastgesnoerd met leeren riemen. Een ervan, ge
drapeerd met kostbare stoffen en een mlnaret-
vorm vertoonende. was bestemd voor den kapi
tein en diens echtgenoote; de andere had als
dak 'n soort parasol, voldoende om reizigers te
beschermen tegen zon en regen.
Om naar deze comfortabel Ingerichte zit
plaatsen omhoog te klauteren hingen er langs de
flanken der dikhuiden twee soepele laddertjes
van bamboe, die men op reis medeneemt.
2 :eringc»ooi waarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfï bU een ongeval^met
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f t doodeiyken r
maar ze kon het woord
Robert zag haar aan:
teekenen, terwijl de zaken zóó staan,
komen de soclaal-demokraten aandragen
met een wetsvoorstel, dat in ieder geval niet
urgent kan heeten en waarvan de kosten
gesteld, dat het aangenomen werd zóó
hoog zouden zijn, dat de voorstellers zélf
deze niet eens durven berekenen!
„Welk bedrag noodig zal zijn voor de in
voering van het achtste leerjaar, is moei
lijk nauwkeurig te ramen”, zoo zeggen zij
in hun toelichting:
„Het dichtste bij de waarheid komt
men, door het aantal kinderen boven
13 jaar, die niet school gaan, te ramen,
en dit aantal te vermenigvuldigen met
het gemiddelde bedrag, dat een leerling
van het lager onderwijs kost per jaar.
Vast staat wel, dat de uitkomst een’ hoog
cijfer aanwijst. Maar dit cijfer toont
slechts des te duidelijker het buitenge
woon groote belang van de zaak aan.
Hoe langer men wacht, des te grooter is
het onherstelbare verlies.”
Dit laatste argument is werkelijk ver
bijsterend:
het feit, dat de zaak veel geld zal kosten,
bewijst, dat de zaak van buitengewoon
groot belang is!
Het zou ontzettend veel geld kosten,
alle hulzen van ’n stad als Amsterdam af
te breken en weer net zoo op te bouwen,
dus is "het van buitengewoon groot belang,
dat Amsterdam afgebroken en weer opge
bouwd wordt!!
Deze „logica” is typeerend voor héél het
wetsvoorstel, dat overigens alle kenmerken
vertoont van een inderhaast samengeflansd
staatsstuk.
De lichtvaardigheid, waarmede hier een
financieel zóó buitengewoon belangrijk
vraagstuk aan de orde gesteld wordt (in
de gauwte eischen de voorstellers ook „het
verplicht stellen van de gelegenheid voor
voeding en kleedlng voor alle leerplichtige
kinderen, die daaraan behoefte hebben”),
deze lichtvaardigheid demonstreert zich
echter het sterkst in het feit, dat iédere
kostenberekening achterwege is gelaten.
Het is natuurlijk uiterst moeilijk, een
eenlgszins juiste taxatie te maken, doch in
dien de voorstellers werkelijk gemeend heb
ben, hier een groot volksbelang te kunnen
dienen, zouden zij althans gepoogd hebben,
met enkele cijfers te komen.
De voorstellers vreesden blijkbaar, dat
zelfs een zeer optimistische, een zeer laag
gehouden berekening een ieder den schrik
op het lijf zou jagen, voor een ieder op
het eerste gezicht de onmogelijkheid van
het plan zou aantoonen.
Die vrees is begrijpelijk.
Maar zij had niet mogen leiden tot een
verzuim, als waaraan de heer Ter Laan c.s.
zich schuldig maakten.
Nu de heer Ter Laan ex. echter deerlijk
tekort schoot, zullen wij in een volgend
artikel een bescheiden poging wagen, in die
tekortkoming te voorzien.
Het verkleeden geschiedde snel en de meta
morphose was volledig.
Graaf de Solignac zette een prachtigen zijden
tulband op, versierd met fonkelende diamanten
en een kostbare pluim. Hij trok het bekende
korte vest aan van wit cachemler met goud-
borduursel bekleedde zich met de wUdult-
staande pofbroek, eveneens van cachemler, stak
aan zijn voeten fijne rood-marokUnen schoenen
en bond om zijn middel een breede scharlaken
zijden sjerp.
Met zUn bruin baardje, zUn zwarte oogen,
matte gelaatskleur, fUne handen en klndervoe-
ten geleek hü precies op een van die jonge In
dische vorsten welke Engeland betaalt en door
middel van een goed leven geheel onder zijn
macht krijgt.
De gravin had zich getooid met het costuum
der Muzelmansche vrouwen; haar figuur ging
geheel schuil onder kostbare zijde en sluiers om
zoomd met goud en bezet met paarlen. Alleen
hare oogen warm zichtbaar.
In het aangrenzend vertrek waren Marius en
Johnny bezig met hun niaskerade-costuiuns.
Nu zU wisten dat hun meester leefde, waren
zU weer de oude oolijkerds. Al die gevaren waar
over men hun sprak en heel die overhaaste
vlucht beschouwden zU a*3 een puur zeemans-
avontuurtje. En daar hun reizen en trekken over
de wereld hun oog en hun waarnemingsvermo
gen gescherpt had en zU geleerd hadden zich
zeer spoedig aan te passen aan alle omstandig-
X'IIIIIIHII VOOR)'AARSBODE!
Ook op de wedden van B. en W.
heden, liep ook hun vermomming vlot van sta
pel en slaagde uitstekend.
Men herkende In hen geen Amerikaan en
geen Franscluuan meer, maar zU waren op en
top twee dikke Muzelmannen, bijna majestueus
van verschUnlng en met iets dreigends vanwege
hun wapentoerusting: dolkmessen, pistolen enz.
Toen de kapitein en zUn vrouw naar buiten
kwamen, brachten zU hun een kranig militair
saluut en zetten met komische fierheid de borst
vooruit, lerwUl Pennyless hun met geestdriftige
bewondering toevoegde:
„Bravo, Johnny! Bravo. Marius!.... alle hul
de ook namens m’n vrouw. Jelui zUn pracht-
figuren.”
Marius, die zUn tong nooit aan 'n band had,
antwoordde met 'n krakend zeemansgeluid, dat
*n zonderlingen tegenstelling vormde met zUn
Oostersch ulterlljk:
„O kapitein, u bent de keurigste, de meest
typische van al de zonen van den Profeet!....
Wie u en mevrouw ziet, zou zeggen dat gij de
keizer en de keizerin zUt van Afrika. Arabié en
Turkije."
Inderdaad zag Pennyless er voor *n pas „uit
den dood verrezen" man wonderwél uit!
HU lachte hartelük en luid en Claudla deed
dit, thans bUna overmoedig geworden, even
eens.
Marius en Johnny begonnen als vanzelf meé
te lachen tot verbazing van den fakir, wiens
Hlndoe-zwUgzaamheid zulk 'n vrooHjkheld in
dergeUJke omstandigheden niet kon begrUpen.
HU achtte die zelfs gevaarlUk, want hU meen-
Ondertusschen klom Marius tegen den an<^5"
ren olifant op en kon daarbü zUn mond niet
houden.
„Johnny, ouwe jongen, wat eeg je ervan? W®
komen boven langs de stuurboord-ladder, net
als officieren!”
HU nam zUn plaats In, zijn metgezel deea
Insgelijks. De fakir deed het. als laatste, ook en
toen allen voor het vertrek gereed waren, haal
de men de ladders op en bevestigde die aan
twee daarvoor aangebrachte haken aan den
buitenkant van elke hoedah.
De mahoets deden een gefluit hooren en aan
stonds begonnen de olifanten te loopen, Sdn-
dlah voorop.
ZU bewogen zich weldra In matigen draf, met
dat vasts, onvermoeibare rhythme, dat zU 3**
durende onbepaalden tUd kunnen volhouden.
Weldra bereikten en passeerden zU Doem-
Doem, ’n stadje van vUfduizend inwoners, dat de
inlandsche wapenfabriek Is en waar de beruen-
te kogels worden vervaardigd, die door de bar-
baarsche uitvinding welke erop werden toeger
past, zulke verzchrikkeUjke en moeilük te gene
zen verwondingen veroorzaken.
De nacht was zeer donker. Het kon omstreek»
twee uur in den ochtend zUn.
Daar de zon pas om halfzes opging, hadden
de vluchtelingen tUd genoeg om den vastgeetri-
den weg af te leggen en ten minste voor M»
oogenblik te ontkomen aan dat geheimzinnig»
gevaar, hetwelk alleen aan den fakir beken
(Wordt vervolgdl*
Den volgenden avond meldde zich volgens
afspraak Robert TUden-Smlth aan de kleedka
mer van miss Renoble. Ze praatten wat met
elkaar, totdat onverwachts miss Renoble
vroeg: ,&i vertelt u me nu eens wat over
uzelf. U werkt op een kantoor, is het niet?”
,4a, dat is zoo", zei Robert, „maar hoe weet
u dat?”
„Och. dat hoort men zoo," antwoordde miss
Renoble tactisch, en Dolly volgde zoo nauw
keurig de wijze van optreden en manieren van
de echte miss Renoble, dat zij in 1 geheel geen
moeilijkheden met haar situatie ondervond.
„t Bevalt me er best," sei Robert, „en het
werk is heel pleizlerig. over een dag of wat bU-
voorbeeld moet ik naar Sussex voor een in
spectie ik verveel u toch niet met die ver
telling?”
.Asoluut niet." zei Dolly.
„Wél, dat reisje heeft voor mU groote betee-
kenis; mijn bevordering hangt er van af....
Maar ik zie, 't ts al half twaalf. Mag Ik u vra
gen ergens met me te gaan soupeeren?"
,X>e kwestie is,” zei Robert, toen de kellncr
de bestelling had opgenomen, „dat ik een hekel
heb aan de stad, en dus blij ben als ik naar
bulten kan.”
„Dat is met mij juist eender”, zei Dolly, en zU
schrok ervan, dat ze zoo bulten haar rol ging:
dan herstelde ze zich: „Vertelt u me nog wat
meer over Sussex, Ja?”
Robert vertelde, zoo prettig en vlot, dat ze
beiden onverwacht opschrikten van het late
uur.
„Mag ik morgen terugkomen?” vroeg Robert.
Dolly wilde „neen” zeggen, maar ze moest
er aan denken, dat ze te handelen had naar
opdracht van miss Renoble. Dus antwoordde
ze:
„Als u het de moeite waard vindt!”
Er was slechts één antwoord op die vraag en
Robert gaf het zoo enthousiast, dat het haar
tegen haar zin sterk deed bloeen.
Doch Dolly sliep dien nacht weinig, ze voel
de dat ze een rol ging spelen in een drama,
waarin ze zelf slachtoffer zou worden. Maar
miss Renoble wenschtz, dat ze doorspeelde,
hoe spoediger Robert haar zou vragen om te
trouwen, des te spoediger zou ook miss Renoble
door Dolly haar afwijzend en ontnuchterend
antwoord kunnen geven. En miss Renoble
drong er bU Dolly op aan, dat moment te ver
haasten als ze kon. dan was er te minder ge
vaar dat het bedrog zou uitkomen.
Doch Robert verhaastte zelf dat oogenblik
door haar te vragen des Zondags mee te gaan
naar Astonshire in Sussex. Ze accepteerde;
het was zoo gemakkeljjk toe te stemmen en zoo
moellUk om te weigeren. Ze vroeg een voile,
in opdracht van miss Renoble, die in de ult-
noodiging het laatste bedrijf van haar spel ver
moedde. Robert kwam haar halen in een on-
aanzienlUken two-seater, maar Dolly vond het
een genot naast hem in den wagen te rUden,
Vlugger dan de lieve lente
En de bloemetjes in Mei
Is de fiscus met zijn vraagUfst,
Die beschreven moet, er bij!
Niet als zoete voor)aarsbode
Of als bloenfpje, dat ge plukt,
Doch alleen om in te vullen
Staan de stippeltjes gedrukt!
Toch weer is het een ontluiken,
Zij het op fiscaal gebied,
Want de fiscus, als een kikker,
Loert, ontwakend, door het riet.
Evenals de boer den akker,
Zoo bezaait u dit biljet,
Doch u doet het met uw antwoord,
Als ge ronde cijfers zet.
Maar ook dit zaad zal gedijen.
Uwe aanslag wijst het uit!
En dan doet ge als een lijster.
Spitst jfw mondje toe en fluit!
En ge ziet weer wat de wasdom
Bij de cijfers al kan doen.
Uw gelaat kleurt, als de velden,
Eveneens dan geel en groen!
en ze stond versteld over z’n chauffeeren dntr
die geweldige stadsdrukte. Onderweg tn esu
dorpje gebruikten ze de lunch en in den nüd.
dag kwamen ze In Astonshire. t Was een al-
lerbekoor’ijkst plaatsje, landelUk en vol een
voud. met huisjes met roode daken en een
prachtige oude kerk; in een glooiing van het
land zag ze boerderijen en boomgaarden en
aan den horizon, tusseben de heuvels door, de
zee.
,JXt hier,” zei Robert, „wilde ik je laten
zien, ’s Zomers is het hier een volmaakt para-
dUs.
„Houd op,” zei Dolly. Ze voelde, wat nu ko
men ging; er stonden tranen in haar oogen*
en ze durfde den strUd niet aan.
.Een paradijs, waar ik gelukkig zou kunnen
zijn met jou", ging Robert door, als had hjj
haar niet verstaan. „Heb ik *n kans?”
Dolly kon geen antwoord geven.
,Jk hield van je, zoodra ik je zag,” ging hjj
IMSZZI
„Wel, heb je ooit, wie zou dat ge
dacht hebben," riep de zeeman uit.
^a, Inderdaad,” sprak Ivy, ,4k ge
loof, dat de zwaardvlsch meer
stand beeft dan u!”
M
„Hier is goudgeld, hier zUn edelsteenen en
allerlei kostbaarheden, ging de fakir op drogen,
emstlgen toon voort.
„Ondanks uw rijkdom, hebt gU op het oogen
blik geen middelen.... Maar dat komt er niet
op aan; geef royaal uit. zonder aarzelen.... de
schat der Ingewijden staat tot uwe beschikking.”
„En het Jacht?.... MUn dierbaar „Penny-
Jess,” vroeg de kapitein.
.Maak u daarover geen zorg! De Engelschen
zullen het niet onder hun bereik krUgen. Als gU
het beveelt, zal de beste stuurman van Indië het
naar een veihgen plaats geleiden.”
jtgooi uitstekend, beate fakir!...*. Johnny.
Marius, gaat jelui verkleeden, onderwUl doen de
gravin en ik dat ook."
„Meester" sprak de fakir nogmaals, „haast
haast u!.... de oogenblikken zUn kost
baar. Want weet wel dat een nog veel grooter
gevaar dan waaruit gU ontsnapt zUt. u thans
wacht!’
verder, ,4k heb
omgang gehad
met veel men-
schen,
meisjes,
nimmer
direct van
iemand kunnen
houden. En er is toch niemand anders?”
„Neen," zeide ze,
niet terugnemen.
„Dan zei hU-
Het werd Dolly alles te machtig. „Waarom
vroeg je me?’> begon se wanhopig.
Hij nam haar hand. .Hou je van me?"
„Ik.... Ik haat mezelf”, zei Dolly.
„Dat is toch geen antwoord?” vroeg Robert.
.Ik.... ik kan niet.... ik mag niet,” riep
en plotseling begon ze hevig te snikken.
Robert wilde z’n arm om haar schouder leg
gen, doch ze stootte hem weg: .Neen. neen.
1 Mag niet,” schreide se, en toen opeens zich
bedwingend, vertelde ze:
.Luister, ik zal je de waarheid zeggen. Ik ben
niet miss Renoble doch Dolly Bateman, haar
dubbelgangster; ik moest haar rol spelen en Je
heleedigd weigeren fils je me zou vragen te
trouwen.”
,Jk wist het.’* zei Robert kalm. ,^e had ge
noeg van me. omdat ze hoorde dat ik niet rijk
was en dus de moeite niet waard. Ik wist het
op den eersten avond dat ik je zag.”
Dolly zag op, verbaasd en ontsteld.
„NatuwlUk,” hernam Rcfoert. „men denkt
dat liefde blind is, maar dat is niet altijd zno,
en bovendien zijn er menschen. die veel te
snel gelooven. dat men liefde voor hen gevoelt.”
„Waarom vroeg' je me dan mee te gaan?" be
gon Dolly.
„Eerst uit nieuwsgierigheid. En toen ik een
plan had om den opzet van miss Renoble ge
weldig spaak te laten loopen. ontdekte Ik dat
ik inderdaad alleen van jou Jiield. En nu vraag
ik alleen maar een kans, dat te bewijzen."
Dolly antwoordde niet, er was niets te ant
woorden. Doch Robert meende er een toestem
ming uit te mogen opmaken Dan zeide Dolly
langzaam: „Zou je heusch denken, dat ik je
gelukkig kan maken? Ik kan niet anders ko
ken dan een artlsten-potje, en ik kan niet an
ders naaien dan de kleeren van een revue-
figurantje en...."
4U die dingen kun je beter leeren als je er
pleizier in hebt." zei Robert. ..maar t herin
nert me aan iets anders. Ik geloof niet, dat
het noodig zal zijn.”
„Waarom niet,’* vroeg Dolly
„Omdat ik, toen ik miss Renoble leerde kennen,
een kennis op bezoek kreeg, die me vertelde
voorzichtig te zijn met haar. Ik nam de prgef
en voor een tientje begreep haar kamenier, dat
Ik voorloopig maar een kantoorbaatnje moest
vervullen”.
„Dus je bent niet op *n kantoor?”
„Niet dan op m’n eigen kantoor. Ik ben in
derdaad Robert TUden-Smlth. die een titel en
ik weet niet wat meer erft, als mijn oom sterft
Vindt je het erg?"
.Neen.” zei Dolly, .maar Ik denk, dat mU*
Renoble als se over onze plannen hoort, het
erg zal vinden!"
waar zU schreef, en wierp een groot
brood in zee.
ndien het nog bewijs behoefde, dat de
soclaal-demokraten vooral nu het
tegen de verkiezingen loopt méér
streven naar partijpropaganda dan naar
voor het volk bereikbaar heil, dan kon men
dit bewijs, sterker dan ooit te voreq, gele
verd vinden in het wetsvoorstel van den
lieer K. ter Laan es. tot verhooging van
den leerplicht tot den leeftijd van 14 jaren,
m.a.w. tot invoering van den 8-jarigen leer
plicht.
Voor een leder, die ook maar éven na
denkt, is dit voorstel in de huidige ekono-
mische omstandigheden zóó absurd en bij
voorbaat zóó zeker tot mislukking gedoemd,
gezien de onmogelijkheid van deszelfs
aanvaarding en naleving dat men zich
onwillekeurig afvraagt, of de sociaal-demo-
kraten met de indiening van dit wetsvoor
stel hun doel propaganda voor de partij
te maken niet voorbij schieten.
Zij schUnen echter bij voorbaat verzekerd
geweest te zijn van een tot nadenken niet
capabele massa, welke vatbaar is voor
iedere misleiding, hoe duidelijk, hoe tast
baar ook.
Over de mérites van een dergelijk
stel zou in normale omstandigheden
praten vallen:
het is toch werkelijk een groot volksbe
lang, dat onze Jeugd goed geschoold,
zooveel mogelijk algemeen ontwikkeld en
met zooveel mogelijk bezonken kennis het
verdere leven, de wijde wereld ingaat.
Het is bovendien een nationaal belang,
dat de Nederlanders in de nabije toekomst
internationaal zullen kunnen concurreeren,
ook intellectueel, ook cultureel.
Dankbaar moet echter erkend worden,
dat het onderwijs in Nederland een
vergelUking met dat in het buitenland tot
op heden glansrijk kan doorstaan, niet het
minst ook, doordat Nederland behoort tot
de landen, waar men aan het onderwUs
der jeugd de grootste bedragen ten koste
legt.
Blijkens een indertijd In ons blad gepu
bliceerd staatje, besteedde Nederland in
1929 19.2 pCt. van heel zijn staatsbegroo-
ting aan onderwijs; in alle andere landen
was dit percentage belangrijk minder: in
Oostenrijk 4.2; in België 8.6; in Spanje 5.3;
in Frankrijk 6.8; in HongarUe 10.3; In Ier
land 15.3; In Italië 3.7; in Noorwegen 15.0;
in Pruisen 16.5; in Zweden 15.8; In Enge
land 10.6.
Alleen Denemarken en Zwitserland gin
gen boven het Nederlandsche percentage
uit, maar deze belde landen vormen ten
aanzien van Nederland in dit opzicht dan
ook totaal onvergelijkbare grootheden:
Denemarken met z’n duizend-en-één eilan
den, Zwitserland met z’n onbereikbare
bergstreken.
Maar ondanks dit alles:
indien het mogelijk ware, het peil van
het onderwijs jn Nederland nóg op te voe
ren met vermijding natuurlijk van
ongewensehte gevolgen dan zou zulks
door ieder van ons toegejuicht worden.
ont-
v
Ei
VI
z
d
VI
b
s<
ki
K
Bestrijd
verkoudheid
zonder „innemen"!
^Beproefd
w middel
i
I' I