De Slavenhandel afgeschaft
v&fiaal van den dag
5
let
f40.- asrxï
weezen
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
ROBINSONschoenen zijn met leeren-
HET
GROOTE
AVONTUUR
\De twee
I
I
of met rubberzool
WOENSDAG 8 FEBRUARI
(Nadruk verboden)
De „aftchaffing'
Baarden-kolonie in
Hollywood
Dure reclame
Jacht op slaven
Ruwe gebruiken
FEUILLETON
zün
4
VOOR HONDERD
JAAR
E
Itt 1833 stelde Engeland de eerste
daad tot vrijmaking der tlaven
J-
Een bittere bijsmaak
Door de eeuwen
Alle dhonné’s OT^vauèn1 «™kSTOvoordeaènr^wrvcSgen<ir^mlwrlngênf3000. v«-Useeva^^S<8r^Srnen?^Kle bMnu/of belde oogen f 750.“ doodelljk^'^lripop f250.“ een voet at een oog f 1^5."duim at wijsvingerfSO. "been at arm
AANGIFTE MOET, OP. STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I
niet
de
nooit
werd
wensch
uw
gebruik
lachte
(Morgenavond vervolg)
rende
Bi
1-1
Be
•tt
Be
he
on
Be
Br
J
f®
cc
Dl
Armeniërs
Turken
i hebben
ve
rw
M
B
all
et
26
ct.
O
1
BcJ
AH
di
te
K
93
J»
Tï
Ja
1
WO
O.
(1
p«
ka
.21
1
nu
da
1
171
rei
1
th<
bei
1
«tl
va
dl
sa
7
vol
pid
opi
bes
I
mil
1
de
var
eer
hec
sal
bib
en
7
var
ver
te i
het
ma
■tui
E
dru
pra
,JÏ<
zür
xen
Ju
W
ah
he
ho
O
oo
en
11
Kr
rei
Mi
»U
De oudste mannelijke bewoner van Sjanghai,
de 110-jarige LI Fang Hsiao, heeft een aan
klacht ingediend tegen een Chmeeschen dro
gist. omdat deze met de foto van den bejaarden
man zonder diens toestemming reclame maakte
voor zijn artikelen.
Li Fang Hsiao elscht een schadeloosstelling
«Ingezonden mededeelingen)
De slavenjagers, die de ongelukkigen trachten
op te sporen, zjjn lieden, die geen medelijden
om
Het
van 10.000 Chlneescbe dollar en zegt, dat In-
dien hij het proces wint, hy het verkregen be
drag zal wegschenken aan de Chlneeache vrij
williger» In Mands.oerlje in hun strijd tegen de
Japansche troepen.
SUCCES iHuuimiiiiiHiminnu.
Dit heeft zoo geduurd tot de achttiende eeuw
en men mag zich hierover verbazen. Men ver-
baze zich nog meer, als men verneemt, dat de
afschaffing van den slavenhandel niet eens In
de eerste plaats uit menscheiyke motieven ont
stond maar uit economische gronden. Men be
gon nJ. in Amerika in de slaven een concur
rentie te zien met den vrijen arbeider en dat
was een van de voornaamste redenen, waarom
men eindelijk tot afschaffing overging.
Op het Weensche Congres van 1815 besloot
men den slavenhandel in verschillende staten
te bestrijden met het gevolg, dat b.v. de En-
gelsche regeerlng langs de Afrlkaansche kust
oorlogsschepen Het kruisen om de handelaars te
kunnen attrapeeren. In het geheele Britse e
Rijk werd de slavenhandel in 1833 afgeschaft.
Vijftien jaar later kwam ook de Fransche re-
geering aan de beurt en de Nederlanders volg
den In 1857. Amerika had nog even geduld en
kondigde pas de afschaffing asm In 1863. Pas
een jaar later werd deze afkondiging tot wet
verheven.
Wie nu zou denken, dat de slavernij geheel
of zelfs maar voor een groot deel Is uitgeroeid
vergist zich. Er zijn nog heel wat meer slaven
dan men in onzen verlichten tijd zou durven
veronderstellen. Het bestuur van den Bond tot
Bestrijding der Slavernij neemt aan, dat er op
de wereld nog minstens vijf millioen menschen
zjjn. die geheel van anderen afhankelijk zijn en
die volkomen in slavernij leven. Tot de Con
ventie van Genève, regelend de bestrijding van
- -r
Toen de klad er eenmaal in was, ging men
tot ruwere gebruiken over. Vanaf het oogenblik,
dat men In den slaaf het eigendom ging zien
waarover men naar goeddunken kon beschik
ken, werd hij wel eens gebruikt tot louter ge
noegen van de meesters. Zoo moest hij vaak in
het strijdperk treden tegen wilde dieren, hoe
wel men vrijwel met zekerheid tevoren kon vast
stellen, dat de slaaf het leven er niet veilig
zou afbrengen. Zoo kwamen er heel wat slaven
om het leven en naarmate de oorlogen afna
men. werden de slaven schaarscher. Er was
geen toevoer meer en dit leidde tot de oprich
ting van dat afschuwelijke instituut, dat men
In de hoop carrière te zullen maken In de
fllmstad zijn uit alle deejen van Amerika man
nen met baarden naar Hollywood gekomen,
waar zU in eigengemaakte hutjes op de helling
van een ..heuvel zijn gaan wonen, die reeds de
naam van „Baard-heuvel" gekregen heeft. In
dien een film-regisseur artisten of figuranten
met een echten baard noodlg heeft, stuurt hij
een boodschap naar de nederzetting met opgave
van bet baard-type dat hij noodlg heeft.
Er zijn namelijk mannen met -Bernard Shaw-,
Kalser-, Schippers- of andere baarden.
Onlangs zijn in een film 500 leden der baar
den-kolome opgetreden.
meer tot de
der zestiende
5 tw
Waarom zou men In het duister tevergeefs
rijn kruit verschieten, als er geen enkel doel is
dan het zwakke en vluchtige schijnsel van een
straalt
Tal van vrouwen zouden angstkreten ge
slaakt hebben en zich wanhopig aan bun man
hebben vastgeklemd.
Maar mistrees Claudia, “Waardige echtgenoote
van den dapperen Pennyless. laadde doodbe
daard een klein repetitie-geweer en hield zich
onbeweeglijk, trachtende in bet duister althans
Iets gewaar te worden.
Plotseling volgt een tweede losbranding, en
Bcindiah. uynteuw gewond, beeft, wankelt en
dreigt te vallen.
„Alle donders’* mompelt Marius, .het arme
dier is geraakt op zjjn gevoeligste plekken
Tegelijkertijd hoort men een menarheljjke
•tem bilde roepen;
Na hard werken had Freddy Vrij
dag een kruiwagen gemaakt. Niemand
had hem bjj dien arbeid geholpen,
zelfs WHHe Woensdag niet. Doch,
niettegenstaande Willie te lui was
om te helpen, was hij toch de eerste,
die den kruiwagen wilde gebruiken.
„We zullen een lading zand van de
kust halen,” sprak hjj tot Robbie en
Topsy, „en bet In de grot brengen,
dan kunnen jullie zandkasteelen bou
wen in de grot, wanneer het te nat
is, om op bet strand te spelen."
an uit de smalle veranda, haar geliefkoosd
zitje, kon mevrouw van Essen een blik
werpen In het tuintje van de buren. Ze
had altijd gemeend verheven te zijn boven de
vulgaire nieuwsgierigheid, die bij weinig om
handen hebbende dames van haar leeftijd licht
tn babbelzucht en bemoeizucht ontaardt, maar
sU moest met een vleugje schaamtegevoel be
kennen. dat haar verheven standpunt In dat
opzicht gedurende de laatste maanden zeer
wankel was geworden.
In het huisje naast het hare woonde een juf
frouw. die de benedensuite met het keukentje
gemeubileerd verhuurde, waarbij de huurders
tevens het recht hadden van den kleinen,
vriendelljken tuin te genieten; maar bediening
konden de inwonenden niet van de verhuurster
verwachten.
Deze bijzonderheden waren mevrouw van
Essen sinds lang bekend en ze was er tn den
loop der jaren aan gewoon geraakt, af en toe
andere gezichten in het tuintje te zien verschij
nen. maar nooit had zij pogingen tot toenade
ring met de wisselende buren gedaan.
Maar het toeval had gewtld. dat daarin ver
andering kwam. Het begon met een paar woor
den over de lage schutting heep gewisseld: ult-
noodlgingen tot bezichtiging van de wederztjd-
sche tuintjes, volgden en langzamerhand was
mevrouw van Essen tot de overtuiging gekomen,
dat zij tegenover twee lieve, bescheiden meisjes,
als haar nieuwe buren schenen te zijn, haar ge
wone terughouding gerust kon laten varen.
De meisjes betoonden zich uiterst gevoelig
voor haar welwillendheid, maar ze schenen
overeengekomen te zijn, zoo weinig mogelijk
over haar eigen aangelegenheden te spreken En
juist deze geheimzinnigheid was oorzaak, dat
mevrouw van Essen zich In allerlei gissingen
verdiepte. Meer en neer begon ze op het doen
en laten van de zusters te letten, om. uit wat
ze opmerkte, haar conclusies te kunnen trekken
en ze wist al spoedig verschillende dingen met
groote zekerheid vast te stellen,
De -meisjes waren niet ruim bij kas. maar
hadden betere dagen gekend. Het eerste bleek
uit haar uiterst eenvoudige leefwijze, het tweede
uit de kostbaarheid van haar kleeren al waren
die 'teen mode ten achter geraakt. Toen zij op
een zijden bandje den naam zag der firma, die
een der japonnen geleverd had. begreep ze on-
mlddellljk. dat dit enkele toiletje meer gekost
had. dat zij, mevrouw van Essen, In een heel
jaar aan kleeding besteden kon.
Waarom leefden meisjes.- die zulke toiletten
hadden kunnen bekostigen, thans In een goed
koops straat op gemeubileerde kamers, waar ze
haar eigen potje moesten koken’ Dat was een
raadsel, waarvan mevrouw van Essen de oplos
sing niet kon vinden.
Ze had éénmaal als terloops gevraagd of de
meisjes weezen waren, wat veel zou kunnen ver
klaren. maar daarop een enkel ..neen” ten ant
woord gekregen.
Ze wilde niet vragen, waarom rij dan niet bij
hun ouders woonden, hield zich bovendien over
tuigd. dat zU. als ze die vraag het gedaan, met
een ontwijkend antwoord afgescheept zou rijn
Het kon niet anders, of er was in het leven
van die beide meisjes een geheim, dat voor een
buitenstaander niet te doorgronden was dat zij
zelf zorgvuldig bewaarden Maar overigens wa
ren zij allerliefst en bijzonder dankbaar voor
de vele raadgevingen, die zij, als oudere, wereld
wijze vrouw en perfecte huishoudster, gaarne
ten beste gaf.
Het gaf haar inderdaad een gevoel van groote
voldoening, die beide lieve, maar onpractlsche
schepseltjes wegwijs te maken en haar te helpen
gemakkelijker door het leven te komen, door
haar te leeren. op de kleintjes te pausen en door
handigheid de bekrompenheid van haar njldde-
len minder drukkend te maken.
Er zou werkelijk geen schaduw op den aange-
namen omgang te bekennen zijn geweest, als
mevrouw van Essen maar niet gekweld was ge
worden door die ellendige nieuwsgierigheid,
waarover zij zich heimelijk schaamde.
Eenmaal was bij een gezellig gesprek bet on
derwerp .reizen” te pas gekomen, en zü. me
vrouw van Essen, had gezegd:
„Op dat gebied heb ik altijd maar één wensch
gekoesterd."
„Sn werd die vervuld?" vroeg de oudste der
zusters.
„Neen."
„Welke was dan die wensch?"
„Een verblijf aan de Riviera."
wJa, bet Is daar heerlijk."
„Bent U er dan geweest?"
,Ja." had het meisje even bloeend geantwoord,
„ja, we hebben er een paar maal een winter
doorgebracht
„Ik benijd u."
,.Maar waarom
vervuld?"
„Omdat
gebeuren.
net benedengedse*®
intusseben veel I
i I
ongeduld. H*
beid van dit bezoek anders riepen ze over
het schuttinkje of ze een praatje mochten im.»
maken. ging ze naar de voorkamer en ag
de belde meisjes staan, geheel reisvaardig met
kleine taschjes tn de hand.
„Wel.” begon ze. „dat is
„We komen afscheid van U nemen, lieve me
vrouw.” sprak bet oudste meisje op trlestlgen
beweging zou kunnen zetten, dreef het zooveel
in zijn vermogen was, voort, hij wilde althans
den doodstrijd van dezen olifant benutten ten
bate van het geheele reisgezelschap.
Op bet kalme galop-tempo was een gestrekte
draf gevolgd, vol schokken en horten en stoe
ten.
Men rende voort In het wilde, door allerlei
struikgewassen en dichten plantengroei been.
De hoedah’s waggelden op him zadels en had
den door 'V schuren tegen allerlei hindernissen,
reeds lang de gordijnen, de draperieën en de
parasols verloren, zij waren tot bouten kooien
geworden.
De vluchtelingen werden tegen en door elkaar
geworpen en klampten zich krampachtig aan
elkaar vast, elk oogenblik vreezende dat de die
ren bulten adem zouden neerploffen.
Na een helschen rit van wel een uur besweek
de arme Bcindiah dan ook.
Zij zakte plotseling ineen onder het ultstoo-
ten van een laatste trompetgeluid en zjjn taa-
loet. den fakir en de beide zeelieden in bet boo-
gan gras werpende.
Rama, zijn kameraad Mende vallen, bleef
staan.
De vier mannen, die door den val in het gras
gelukkig niet gekwetst waren, sprongen uu>-
stonde op sn de mahoet wierp zich snikkend op
zijn stervend beest, voegde het allerlei Ueve
woordjes toe en trachtte met beide armen den
monsterachtlgen kop feeder te omvatten.
Terwijl Rama daar stond schuimend en bla-
aend en wonderlijke trompetgelulden deed boo-
slavenhandel noemt. Er waren lieden te over,
die trachten menschen te lokken en te vangen
om ze dan op de slavenmarkten te verkoopen.
Vooral in het Oosten is er steeds een bloeiende
slavenhandel geweest.
Na de Kruistochten nam de slavenhandel af.
maar het zou nog eeuwen duren, voor hij zou
opgeheven worden. De Engelschen en de Hol
landers hebben zich speciaal toegelegd op de
gele slavernij, terwijl Amerika
zwarte overhelde. In het begin
eeuw begonnen de Portugeezen zwarte slaven
naar Amerika in te schepen. Zij maakten hier
grof geld voor, want de negers, die sterke en
willige werktuigen waren, konden bij groote
hoeveelheden tewerk gesteld worden op de katoen -
plantages in Zuld-Amerika. Deze slavernij stak
wel droevig af bij die der oudere tijden. De
negers werden zeer slecht behandeld en moes
ten voor zoo weinig mogelijk eten en drinken
en voor zooveel mogelijk slaag zoo hard moge-
H)k werken. Hoe ouder de slaaf werd, des te
harder moest hü aanpakken, want wat kon een
meester doen met een ouden slaaf, die niet
meer kon werken? Hl) moest zich dus in den
letterlijken zin doodwerken, dan was
meester van hem af en kostte hij hem' geen
cent onderhoud.
Toen Willie zijn kruiwagen vol zand
had. begon hjj zijn lading naar de grot
te rijden. Doch hij had nog niet heel
ver gereden, of Creepy en Crawly sta
ken hun koppen boven bet sand uit
en bezorgden Willie een geweldigen
schrik.
„Hoe zjjn die twee slangen nu in
dit zand gekomen?" riep Willie. toen
hij weder een beetje op adem geko
men was.
,Jk denk.” set Robbie, „dat as al
In den kruiwagen lagen, toen Jij be
gonnen bent dezen met zand te vul
len.”
goede resultaten
kwestie van
Ongelukkigerwijze kan men tn bet jungle ds»
nachts volstrekt niets beginnen.
Men moest dus met koortsig ongeduld bet
aanbreken van den dag afwachten.
Van den anderen kant was die duisternis te
midden van een schier ondoordringbaar -dich
ten plantengroei voor ben iets ondraaglijks.
De fakir begreep dat zij zenuwachtig begon
nen te worden, stak daarom *n paar
droge schors aan. zocht daarmede wat harsbo’»
op en kon op die wijze aan allen ietwat hebt
verse ha f f en
Bcindiah had zjjn doodstrijd ultgeetreden. Het
arme beest was doorzeefd met kogels, waar»*»
er een hem in den nek doodelijk getroffen had-
Zijn kameraad Rama. ofsêhoon ook over*
bevlekt met bloed, scheen minder ernstig
wond.
Pennyless onderzocht bij bet licht van
toorts de pooten en bevond die mtader wp*s
dan het onmenachelük bevel het wel bedoeld
had.
Er waren hier en daar eenige gaten, maar i;
projectielen van zeer klein kaliber I
leen de spieren gescheurd zonder gelul®*
da beenderen te kwetsen.
Eén dezer wonden, aan bet
van een dar pooten, scheen L™--
te veroorzaken. Zij bloedde hevig en deed
ma grommen van boosheid en
dier hief met zachte rukjes, als 71 kat dte
gebrand heeft, den enormen poot omhoog-
GjEordt
ren, zeide Pennyless, die blij was van deze
waanzinnige gymnastische oefening verlost te
zijn, tot zijn vrouw;
„Klonk die stem, die het bevel gaf om onze
beesten te dooden, ook jou niet bekend in de
ooren, Claudia?"
„Ik geloof het wel. maar zeker weet ik bet
niet.”
„Die stem met dat Amerikaansrhe accent, dat
bier, in een Engelach land, heel zeldzaam voor
komt, was die van mijn doodsvijand, denzelf-
den die gedacht had met Jou te zullen trouwen
en die mij nooit beeft kunnen vergeven, dat ik
Je man ben geworden.”
„Jim Silver?”....
..Precies, de Zilverkonlng. die wraak zoekt.”
Nog vóórdat de jonge vrouw kon antwoorden
klonken snerpende Huilgeluiden door de lucht,
gevolgd door een ontzettend gedrulach.
Men zou geineend hebben dat het de stoom
fluit was van een locomotief, en het donderend
geraas van door en op elkaar geworpen sn ver
brijzelde spoorwegwagens.
De eerste gedachte van kapitein Pennylees sn
zijn metgezellen was rich heen te spoeden tn de
richting waaruit het ontzettend geluid tot hen
doordrong.
Inderdaad had er in de nabijheid een vresse
Hjk ongeluk plaats gehad. Er waren ongeluk
kigen, die om hulp riepen, en bet goede hart
der vluchtelingen, die zelf nog altijd in groot
gevaar verkeerden, drong ben ertoe een plicht
te vervullen van menschelljke en opofferende
nye sten Hefrte-
er dan wel eerst een wonder mocht
een wonder, dat mij geld genoeg in
den schoot wierp, om aan dat in mij levende
verlangen te voldoen, lachte mevrouw van
Essen.
Het jongste meisje, dat aan de theetafel be
zig was, trad nu nader en bracht kalm het ge
sprek op een ander onderwerp. Het was een uit
gemaakte zaak; de meisjes wilden om de een
of andere reden niet over haar verleden spreken
en zoodra een van haar belden door een vraag,
waarop een antwoord gegeven moest worden, in
verlegenheid geraakte, was de ander gereed,
om dat gevaar zoo gauw mogelijk af te a enden.
Mevrouw van Essen ~s gedachten hielden zich
op een warmen zomerdag met haar buren bezig,
ze zat op haar geliefkoosd zitje in d’r veranda,
toen haar dienstmeisje haar kwam zeggen, dat
de dames van „hier naast” in de voorkamer
waren en mevrouw verzochten te spreker.
Bevreemd over de zonderlinge plechtstatig-
"\'T7’C beleven dit Jaar een eigenaardig Jubl-
yy leum. nl. het honderdjarig jubileum der
afschaffing van den slavenhandel.
Waardoor de laatste zevenhonderd duizend sla
ven de vrijheid herkregen.
Wanneer wij zeggen, dat de slavenhandel
werd afgeschaft, dan is dit helaas bij wijze van
■preken, want er te nog wel degelijk een slaven
handel en het te de vraag of die wel ooit zal
worden uitgeroeid Hoe tvaak komen In de pers
nog berichten voor van slavensjacheraars. Ja
tells van regeeringen. die den slavenhandel
oogluikend toelaten? Neen, de slavenhandel te
nog niet afgeschaft, en dit verschijnsel geeft
aan het jubileum een bitteren bijsmaak.
Niettemin zullen in den loop van dit jaar op
verschillende plaatsen herdenkingsfeesten plaats
hebben, want al zijn er nog slaven, officieel te
de slavenhandel niet meer toegelaten. Officieel
onderscheidt men dus onder de menschen geen
vrijen en slaven meer en zijn aUe menschen
even mens^waardlg.
de slavernij zijn nog slechts veertig staten toe
getreden en vele weigeren vooralsnog, waar
door zij dus te kennen geven, dat zij de slaver
nij in principe goedkeuren. De handel in slaven
bestaat dus nog wel degelijk. In China b v. be
staat nog een kinderslavernij, die bepaalt, dat
kinderen tot hun vijftiende of hun twintigste
jaar In slavernij leven. Men heeft hiertegen
van alle kanten en met groote energie geageerd.
De Engelschen. die onder alle staten het meest
In het Verre Oosten te doen hadden en er ook
wat te vertellen hadden, hebben meerdere ma
len zich verzet tegen dit systeem, maar tot een
daadwerkelijke felle actie te het nooit gekomen.
Ook In Abesslnie beerscht nog slavernij en
zelfs In Liberia. Wat dit laatste beteekent.
word pa; duidelijk, wanneer men bedenlgt. dat
de staat Liberia gesticht is door slaven, die uit
£uid-Amerika waren vrijgemaakt. De ironie te
dus niet aan deze ongelukkigen voorbijgegaan.
Maar het blijft niet bij Liberia of Abessinlë.
Wat dit laatste land betreft, zal men zich her
inneren. dat juist een paar jaar geleden keizer
Ras Tafai ’t besluit nam ook daar de slavernij
op te heffen. Latere berichten echter meldden
destijds, dat de slavernij er nog welig tiert. Het
zal daar wel zijn, zooals in vele staten. Officieel
bestaat de slavernij niet meer, maar In de prac-
Hjk des te sterker. Ook Arabië kent nog de
zegeningen van de slavernij en de parelduikers
in de Perzische Golf werken onder omstandig
heden. die veel weg hebben van een slavèrnlj in
optima forma. En wanneer men eenmaal slaaf
te. dan te men evenals vroeger overgeleverd aan
de willekeur van den meester. Dit ligt trouwens
voor de hand. Een meedoogenloos heerscher
over een lijfeigene kan zijn heerschappij pas
goed doen gelden, wanneer hij zeker weet, dat
de andere partij volkomen aan hem te onder
worpen en in dat geval zal hij dan ook volop
maken van zijn macht, al te dit ook
niet zijn recht.
„Hard! my boys!.... hard!!.... we hebben
hen te pakken
Bij die woorden komt uit het bamboe-boech
een talrijke troep ruiters te voorschijn, die de
belde olifanten omringen.
Mistress Claudia, die vgag het lichte dekkleed
van *n paard onderscheidt, legt aan en schiet.
Het paard, midden in de borst geraakt, stei
gert hoog op als *n paardenfiguur uit *n wapen
en stort neer op zUn ruiter.
„Bravo! Claudia,” roep Pennyless, eveneens
vurende.
Marius en Johnny zijn asmstonds van de par
tij en openen een helach vuur op de beweeglijke
groep, die verrast te door zulk een felle verdedi
ging-
„Wel vervloekt” huilt dezelfde stem van aoo-
•ven, die eHendlge olifanten blijven staan.
Vooruit, boys, schiet hun de pooten stuk
„Ik ken dat schorre kraaien-geluid," denkt
Pennyless. op goed geluk af een schot lossende
in de lichting van dit vijandig personnage.
De dikhuidigheid van olifanten en hun won-
derbaarlüke taaiheid van leven, maken deae
beesten over het algemeen niet wondbaar door
gewone kogels.
Om ae te laten vallen stjn er kogels ncodlg
var zeer groot kaHbcr afgeschoten <joor een
kruitlading van meer dan twintig gram.
Daarbij moet de jager mikken op de ooren. op
den zijkant van den kop of op den voorkant
zoodra het beest dezen onder zijn bereik brengt.
Dan I» er nog verder het schot in de pooten
welbekend aan geroutineerde olHantjagers
Het is niet je kleeding,
De snit van je jas.
Of wat je daarvoor hebt betaald,
Ook niet of je blut bent
Of goed bent bij kas,
Of kruipt door het oog van een naald-
Het is niet een kwestie
Van rang of van stand,
Noch werklust en luiheid of geld-
Op welke verdieping
Je wieg stond geplant,
Hoe lang of je naam wordt gespeld.
Het is niet je wijsheid,
Je titel of graad,
Je Sussex, Rolls Ragce of je Ford.
Of dat je een oom hebt.
Minister van Staat
En dat je gekruiwagend wordt.
Het is niet de glans
Van talent of verstand
Of dat je een brandkastje kraakt.
Maar wil^e je foto
Beslist in» krant,
Zorgdat je een goal hebt ge
maakt!
MARTIN BERDEN
kennen en die alles in het werk stellen,
hun prooi te vangen en mee te sleuren,
gaat hun alleen om het geld en de menschelljke
ellende of de menschelljke waardigheid telt bij
hen niet. Soms volgen zij dagen en weken lang
het spoor van een vogelvrije, die zich ten einde
raad en in doodsangst over moet geven. De
drijvers overvallen soms een negerdorp, dat
eenzaam In de woestijn ligt, dooden de kinde
ren en de oude vrouwen en mannen om daarna
de sterke vrouwen gevankelijk mee te voeren
en aan slavenhouders te verkoopen. Een En-
gelsch officier heeft eens een beschrijving ge
geven van een convooi slaven en slavinnen, die
door drijvers waren buitgemaakt. Het ge-
toon.
.Afscheid? Gaat U dan weg van hier? Teer
goed weg?”
„Dat weten we nog niet. Misschien konm
later wel weer terug, maar nu
„Wat te er dan toch gebeurd? Ik begrijp niet,,
zoo onverwachts. Waarom
„Onze vader te gestorven.” antwoordde het
meisje met bevende stem.
„Uw vader gestorven? Och. arme kinderen!!
En uw moeder
.Die hebben we al lang geleden verloren."
„Och. wat vind ik dat verschrikkelijk. Maar.
„We njpeten nu gaan.” viel het Jonge meisje
in. dat. cordater dan haar zuster, dikwijls de
leiding nam.
„W|j moeten ons f
haasten om den
trein niet te mis
sen. maar we
wilden niet ver
trekken. zonder i
afscheid van U
genomen te hebben en U te hebben bedankt
voor alles, wat U voor ons deed."
JO. wat dat betreft
„We zullen al Uw vriendelijkheid voor ons
nooit vergeten! Dag lieve mevrouw!”
Een oogenblik later was mevrouw van Basen
alleen tn haar keurige voorkamer, en zU vroeg
zich af, of zij dit geheele tooneeltje soms ge
droomd had. zoo snel had het zich afgespeejd.
In de volgende dagen verdiepte zij zich mee?
dan ooit in gissingen over de aangelegenheden
der belde meisjes, die even geheimzinnig doende
verdwenen waren, als zU eenige maanden te
voren verschenen. Maar zij vond geen
enkele oplossing, die geheel met de feiten klopte.
ZU was vervuld van medelijden met de Jongs
schepseltjes, die op de een of andere wjjse in
moeilijkheden geraakt schenen te zUn. natuur
lijk bulten haar schuld. Want het was oruno-
gelijk aan te nemen, dat die twee ooit iets
verkeerds hadden gedaan en zU voelde een oo-
beredeneerden wrok tegen den gestorven vader,
al wist zU volstrekt niet, of die verantwoorde-
lUk was geweest voor wat het leven van da
meisjes in vreemde banen had geleld.
De slotsom van haar overpeinzingen was
steeds, dat ztj haar lieve buren erg miste, en
nooit weer zoon gezellige conversatie zou ge
nieten. als zU de laatste maanden gehad haa.
Twee weken na het haastige afscheid, waar
aan ae niet terug kon denken, zonder zich te
verwijten, dat ae niet hartelUk genoeg was ge
weest, ontving mevrouw Van Fasen een aan-
geteekenden brief, waarvan de Inhoud haar
verheugde, verwonderde, beangst te. alles tege
lijk. Want die Inhoud was een chèque van
tienduizend gulden, en op het velletje papier
dat er omheen gevouwen was. stond geschre
ven: „Voor een reisje naar de BJviera."
Geruimen tijd zat ze met chèque en briefje
in de band wezenloos voor zich uit te kijken
in nlet-begrlipen.
Eindelijk tot bezinning gekomen, kleedde s|j
zich aan en ging naar de bank, waar zU bet
geld zou kunnen innen, in de boop daar to-
Hchtlngen te kunnen krijgen.
Aan de herkomst twijfelde zij niet; dat geld
kwam van haar belde Jeugdige vriendinnen,
maar
- D*.""sei de directeur der dien zij tl
spreke?» had gevraagd. „Ik kan u wel inlich
tingen geven. Ik geloof ten minste, dat ik een
tamelijk helder Inzicht heb in deze kwestie,
door verschillende gegevens te comblneexen.
U weet toch den naam der jonge dames, die..*
„NatuurlUk/1
„En zegt die naam u niets?”
„laat me eens nadenken! Neen.... ja toch
maar dat kan niet zijn! De bekende mU-
lionnsür van dien naamAch. lieve hemel
die is pas gestorven, las ik in de krant!
Zou hij.
„Ju, hU was de vader van de beide meisjes.'
„Maar waarom dan in vredesnaam die sa-
medie?”
„Het was geen comedle. Ik moet hier even
aanstippen, dat die man een schurk was, dk
op allerlei gemeene manieren, door zwendel sa
uitauigerij.
Ju. dat weet ik. dat beb ik geboord."
.demand heeft I'D dochters de oogen daar
voor geopend en de belde meisjes wilden niet
langer proflteeren van dat onrechtvaardig ver
kregen geld. Ze verlieten hun vader en gingen
te samen leven van haar moederiUk erfdeel
waaraan geen smet kleefde.”
Mevrouw van Bssen zuchtte bU de gedacht»
aan wat die belde jonge schepseltjes moestee
doorgemaakt hebben, om tot zulk een bestak
te komen.”
„En nu?” vroeg ze. toen de verteller bleef
zwUgen.
„Nu hebben ze al het geld geërfd. Ze hebben
het onder verschillende liefdadige instellingen
verdeeld, maar er eerst enkele bedragen alke
nomen. om daarmee goed te doen aan bepaal
de personen, aan wie ae dankbaarheid verschul
digd waren.”
„Och. die lieve kinderen!"
„U kunt ze geen grooter genoegen doen dza
bet geld te besteden voor het doel, waarvoor
bet u werd gegeven."
Rn zoo was eigenlijk bet wonder, waarop
mevrouw van Fasen gehoopt bad. tóch nog
gekomen.
schiedde In Abessinlë. waar een groot aantal
mannen en vrouwen werden meegevoerd te voet
door de woestijn. Allen waren met touwen aan
elkaar vastgemaakt. Wie niet mee kon. werd
afgemaakt. Moeders, die hun kinderen
meer konden dragen, werd de baby afgenomen.
De kinderen werden dan met vier of vUf op
een paard of muilezel gebonden en zoo trok men
verder tot het treurige einde bereikt was. Op de
slavenmarkten werden allen verkocht en vader
en moeder en kinderen zagen elkaar nooit meer
terug. ZU werden verspreid naar alle oorden en
moesten hun verder leven slijten In slaveinU.
in dienst van soms wreede meesters.
En wie herinnert zich niet de verschrikke
lijke christenvervolgingen onder de
tijdens den grooten oorlog, toen de
tienduizenden katholieke Armeniërs
vermoord en wreedaardig gemarteld, terwijl dui
zenden werden overgeleverd aan Tïirksche
althans Mohammedaansche gezinnen om deze
als slaven en slavinnen te dienen. En zóó ver
ligt de groote oorlog toch niet achter ons! ^ver
deze Christenvervolging is een lUvlg Engelach
rapport verschenen, dat destfids zeer veel kwaad
bloed heeft gezet bij de Turken, die hun
schanddaden ontkenden. Het rapport spreekt
echter in al zUn zakeHjke nuchterheid zulk
een afschuwelUke en overvloedige duidelijke
taal, dat het in alle opzichten geloofwaardig
klinkt, wie zal de Christenen tellen, die nu nog
tengevolge van de vervolgingen uit dien tyd
als slaven leven en wreedhdïen te verduren
hebben omwille van hun geloof?
Men zegge dus niet, dat de slavenhandel vol
komen is afgeschaft. Het is waar, dat hij niet
officieel meer wordt beschermd, maar het Is
ook waar, dat hU nog bestaat en dat hU wordt
toegelaten. Dit valt niet meer te ontkennen na
het onderzoek van Genève. Nog rijf millioen
menschen zijn In slavemü. d wz. bUna het aan
tel Inwoners van ons vaderland!
Laten we hopen, dat de actie van den Vol
kenbond in deze richting meer steun moge
ondervinden dan tot dusver het geval was. Dan
zal men eindelijk tot
kunnen komen. Het is alles een
goeden wil en krachtdadig ingrijpen. De slaven
handelaars zyn slim, maar de regeeringen. die
goed willen, zijn sterker dan zU. De mensch is
door God geschapen om vrij te zjjn en het
schreit ten Hemel, dat er nog rijf millioen on
vrije menschen rondloopen, die geheel van an
deren afhankelUk zUn
Van wanneer dateert elgenlük de slaven
handel? Precies zouden we dit niet kunnen
zeggen, maar zoover het geheugen reikt, komen
er slaven voor in de geschiedenis, waar we
lezen, dat de strijdende volken slaven gebruik
ten In den strijd en hun overwonnenen even
eens tot slaven maakten. Deze overwonnenen
werden eenvoudig gebruikt als goedkoone werk
tuigen, eigendom van de eigenaars. ZU" werden
over verschillende families verspreid en dienden
als knecht in of buiten de huishouding. Een
bUzondere scherpe vorm van slavernij kwam in
zulke gevallen zelden voor. - De slaven werden
behooriyk behandeld, wanneer hun Uver niet
al te veel te wenschen overliet. Sommigen wer
den gebruikt voor den tempeldienst en waren
dus veeleer eigendom van de godheid dan van
de menschen. NatuurlUk konden de eigenaars
van den slaaf dezen verkoopen. wanneer hu
daar lust In had en kon hü geheel naar eigen
willekeur handel drijven In levende waar. Daar
had men dus reeds een vorm van slavenhandel,
dien we In later jaren vooral in Afrika en Zuld-
Amerika ontmoeten.
Behalve door krijgsgevangenschap kon mem
ook slaaf worden door geboorte. Wie een vader
en moeder had In dienst van een heer, verviel
door zyn geboorte eveneens In eigendom aan
denzelfden heer. Soms ook was de slavernij
een straf. Iemand die zyn schulden niet kon
betelen, kon tot slaaf worden vernederd ofwel
▼oor altyd ofwel tot de schulden betaald wa
ren. Gelukkig bestaat deze vorm van slaverny
niet meer, want de vraag rijst, of er dan niet
meer slaven dan vrijen op aarde zouden rond
wandelen. Ook het bedrijven van een misdaad
kon tot slaverny lelden.
Slaven, die hun heer groote diensten be
wezen. baddan het lang niet kwaad. Ja. meest
al hing de vlotte levenswijze van den slaaf af
nn de funétle, die hü in het huis zyns mees
ters bekleeéMe. Sommige slaven genoten een
zeer groote mate van vrijheid en er zUn er
zelfs veel geweest, die met een vrije vrouw of
ongekeerd konden huwen en dit ook deden.
Dikwijls kwam het voor, dat een slaaf van hoo-
ge afkomst was en door ellende en ongeluk tot
slavernij was vervallen. In zoo'n geval werd hü
gebruikt om b.v. onderwüs te geven aan de
jeugd ofwel werd hü beschouwd als wat wy
tegenwoordig zouden noemen een particulier
■ecretarls.
BU de Grieken en Romeinen kwamen zulke
gevallen zeer dikwyis voor. Men leest immers
zelfs van lytsBlaven. die hun heer wijsbegeerte
moesten leeren en die les gaven In alle vakken
aan de studeerende jeugd van bun meesters.
Deze slaven stonden in hoog aanzien en zU
van hun kant hadden zich allerminst te bekla
gen en waren vaak volmaakt tevreden met hun
lot. Naarmate de landbouw toenam kwam er
verandering In het lot der slaven, althans bU
de Romeinen. Vanaf dat oogenblik begon men
in den slaaf een goedkoope werkkracht te zien,
die dure kon vervangen en die niets anders
kostte dan eten en drinken. Bovendien kon men
den slaaf zoolang laten werken als men maar
wilde, daar dit alleen door zyn krachten kon
worden bepaald.
en waardoor bet beest volstrekt bulten gevecht
wordt gesteld.
Zoodra de olifant één stukgeschoten voor
poot heeft en hü probeert te loopen, ploft hü
neer en wordt een gemakkeUJke prooi.
BU het hooren van dit door den onbekende
gegeven barbaarsche bevel sidderde de fakir *n
oogenblik.
Als de olifanten eenmaal zouden zün geval
len. zouden de vluchtelingen de prooi zün hun
ner rijanden. en zouden de „ingewyden" op hem
de schuld werpen van de katastrophe. Van
daar dat hU niet aarzelt alles op het spel te
zetten.
Met klinkende stem beveelt hü daarom aan
de mahoets: .Jongens, door het Jungle heen!"
Bcindiah. ernstig gewond, kermt erbarmeiyk,
en Rama. zenuwachtig en woedend, doet even
eens woeste geluiden hooren.
Zonder 'n poging te doen om ae te kalmeeren.
dienen de mahoets den beesten eenige stoksla
gen toe en bevelen hun rechtsaf voorwaarts te
gaan.
En nu storten de kolossen zich met de onstui
migheid van redelooze dieren op den ruiter
troep loopen de paarden ondersteboven, slaan
met hun geweldige slurven de mannen, die bun
tn den weg komen neer en. door het bamboe-
bosch als door zachte korenaren heenbrekende,
rennen zü in dolle vaart het „jungle” in.
Nu ging Rarr.a aan het hoofd en volgde Scln-
dlah. met moeite, hinkende en kreunende.
De fakir, begrijpende dat het beest, wanneer
het eenmaal bleef stilstaan, zich niet meer ia