De Slavenhandel afgeschaft v&fiaal van den dag 5 let f40.- asrxï weezen ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn met leeren- HET GROOTE AVONTUUR \De twee I I of met rubberzool WOENSDAG 8 FEBRUARI (Nadruk verboden) De „aftchaffing' Baarden-kolonie in Hollywood Dure reclame Jacht op slaven Ruwe gebruiken FEUILLETON zün 4 VOOR HONDERD JAAR E Itt 1833 stelde Engeland de eerste daad tot vrijmaking der tlaven J- Een bittere bijsmaak Door de eeuwen Alle dhonné’s OT^vauèn1 «™kSTOvoordeaènr^wrvcSgen<ir^mlwrlngênf3000. v«-Useeva^^S<8r^Srnen?^Kle bMnu/of belde oogen f 750.“ doodelljk^'^lripop f250.“ een voet at een oog f 1^5."duim at wijsvingerfSO. "been at arm AANGIFTE MOET, OP. STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I niet de nooit werd wensch uw gebruik lachte (Morgenavond vervolg) rende Bi 1-1 Be •tt Be he on Be Br J f® cc Dl Armeniërs Turken i hebben ve rw M B all et 26 ct. O 1 BcJ AH di te K 93 J» Tï Ja 1 WO O. (1 p« ka .21 1 nu da 1 171 rei 1 th< bei 1 «tl va dl sa 7 vol pid opi bes I mil 1 de var eer hec sal bib en 7 var ver te i het ma ■tui E dru pra ,JÏ< zür xen Ju W ah he ho O oo en 11 Kr rei Mi »U De oudste mannelijke bewoner van Sjanghai, de 110-jarige LI Fang Hsiao, heeft een aan klacht ingediend tegen een Chmeeschen dro gist. omdat deze met de foto van den bejaarden man zonder diens toestemming reclame maakte voor zijn artikelen. Li Fang Hsiao elscht een schadeloosstelling «Ingezonden mededeelingen) De slavenjagers, die de ongelukkigen trachten op te sporen, zjjn lieden, die geen medelijden om Het van 10.000 Chlneescbe dollar en zegt, dat In- dien hij het proces wint, hy het verkregen be drag zal wegschenken aan de Chlneeache vrij williger» In Mands.oerlje in hun strijd tegen de Japansche troepen. SUCCES iHuuimiiiiiHiminnu. Dit heeft zoo geduurd tot de achttiende eeuw en men mag zich hierover verbazen. Men ver- baze zich nog meer, als men verneemt, dat de afschaffing van den slavenhandel niet eens In de eerste plaats uit menscheiyke motieven ont stond maar uit economische gronden. Men be gon nJ. in Amerika in de slaven een concur rentie te zien met den vrijen arbeider en dat was een van de voornaamste redenen, waarom men eindelijk tot afschaffing overging. Op het Weensche Congres van 1815 besloot men den slavenhandel in verschillende staten te bestrijden met het gevolg, dat b.v. de En- gelsche regeerlng langs de Afrlkaansche kust oorlogsschepen Het kruisen om de handelaars te kunnen attrapeeren. In het geheele Britse e Rijk werd de slavenhandel in 1833 afgeschaft. Vijftien jaar later kwam ook de Fransche re- geering aan de beurt en de Nederlanders volg den In 1857. Amerika had nog even geduld en kondigde pas de afschaffing asm In 1863. Pas een jaar later werd deze afkondiging tot wet verheven. Wie nu zou denken, dat de slavernij geheel of zelfs maar voor een groot deel Is uitgeroeid vergist zich. Er zijn nog heel wat meer slaven dan men in onzen verlichten tijd zou durven veronderstellen. Het bestuur van den Bond tot Bestrijding der Slavernij neemt aan, dat er op de wereld nog minstens vijf millioen menschen zjjn. die geheel van anderen afhankelijk zijn en die volkomen in slavernij leven. Tot de Con ventie van Genève, regelend de bestrijding van - -r Toen de klad er eenmaal in was, ging men tot ruwere gebruiken over. Vanaf het oogenblik, dat men In den slaaf het eigendom ging zien waarover men naar goeddunken kon beschik ken, werd hij wel eens gebruikt tot louter ge noegen van de meesters. Zoo moest hij vaak in het strijdperk treden tegen wilde dieren, hoe wel men vrijwel met zekerheid tevoren kon vast stellen, dat de slaaf het leven er niet veilig zou afbrengen. Zoo kwamen er heel wat slaven om het leven en naarmate de oorlogen afna men. werden de slaven schaarscher. Er was geen toevoer meer en dit leidde tot de oprich ting van dat afschuwelijke instituut, dat men In de hoop carrière te zullen maken In de fllmstad zijn uit alle deejen van Amerika man nen met baarden naar Hollywood gekomen, waar zU in eigengemaakte hutjes op de helling van een ..heuvel zijn gaan wonen, die reeds de naam van „Baard-heuvel" gekregen heeft. In dien een film-regisseur artisten of figuranten met een echten baard noodlg heeft, stuurt hij een boodschap naar de nederzetting met opgave van bet baard-type dat hij noodlg heeft. Er zijn namelijk mannen met -Bernard Shaw-, Kalser-, Schippers- of andere baarden. Onlangs zijn in een film 500 leden der baar den-kolome opgetreden. meer tot de der zestiende 5 tw Waarom zou men In het duister tevergeefs rijn kruit verschieten, als er geen enkel doel is dan het zwakke en vluchtige schijnsel van een straalt Tal van vrouwen zouden angstkreten ge slaakt hebben en zich wanhopig aan bun man hebben vastgeklemd. Maar mistrees Claudia, “Waardige echtgenoote van den dapperen Pennyless. laadde doodbe daard een klein repetitie-geweer en hield zich onbeweeglijk, trachtende in bet duister althans Iets gewaar te worden. Plotseling volgt een tweede losbranding, en Bcindiah. uynteuw gewond, beeft, wankelt en dreigt te vallen. „Alle donders’* mompelt Marius, .het arme dier is geraakt op zjjn gevoeligste plekken Tegelijkertijd hoort men een menarheljjke •tem bilde roepen; Na hard werken had Freddy Vrij dag een kruiwagen gemaakt. Niemand had hem bjj dien arbeid geholpen, zelfs WHHe Woensdag niet. Doch, niettegenstaande Willie te lui was om te helpen, was hij toch de eerste, die den kruiwagen wilde gebruiken. „We zullen een lading zand van de kust halen,” sprak hjj tot Robbie en Topsy, „en bet In de grot brengen, dan kunnen jullie zandkasteelen bou wen in de grot, wanneer het te nat is, om op bet strand te spelen." an uit de smalle veranda, haar geliefkoosd zitje, kon mevrouw van Essen een blik werpen In het tuintje van de buren. Ze had altijd gemeend verheven te zijn boven de vulgaire nieuwsgierigheid, die bij weinig om handen hebbende dames van haar leeftijd licht tn babbelzucht en bemoeizucht ontaardt, maar sU moest met een vleugje schaamtegevoel be kennen. dat haar verheven standpunt In dat opzicht gedurende de laatste maanden zeer wankel was geworden. In het huisje naast het hare woonde een juf frouw. die de benedensuite met het keukentje gemeubileerd verhuurde, waarbij de huurders tevens het recht hadden van den kleinen, vriendelljken tuin te genieten; maar bediening konden de inwonenden niet van de verhuurster verwachten. Deze bijzonderheden waren mevrouw van Essen sinds lang bekend en ze was er tn den loop der jaren aan gewoon geraakt, af en toe andere gezichten in het tuintje te zien verschij nen. maar nooit had zij pogingen tot toenade ring met de wisselende buren gedaan. Maar het toeval had gewtld. dat daarin ver andering kwam. Het begon met een paar woor den over de lage schutting heep gewisseld: ult- noodlgingen tot bezichtiging van de wederztjd- sche tuintjes, volgden en langzamerhand was mevrouw van Essen tot de overtuiging gekomen, dat zij tegenover twee lieve, bescheiden meisjes, als haar nieuwe buren schenen te zijn, haar ge wone terughouding gerust kon laten varen. De meisjes betoonden zich uiterst gevoelig voor haar welwillendheid, maar ze schenen overeengekomen te zijn, zoo weinig mogelijk over haar eigen aangelegenheden te spreken En juist deze geheimzinnigheid was oorzaak, dat mevrouw van Essen zich In allerlei gissingen verdiepte. Meer en neer begon ze op het doen en laten van de zusters te letten, om. uit wat ze opmerkte, haar conclusies te kunnen trekken en ze wist al spoedig verschillende dingen met groote zekerheid vast te stellen, De -meisjes waren niet ruim bij kas. maar hadden betere dagen gekend. Het eerste bleek uit haar uiterst eenvoudige leefwijze, het tweede uit de kostbaarheid van haar kleeren al waren die 'teen mode ten achter geraakt. Toen zij op een zijden bandje den naam zag der firma, die een der japonnen geleverd had. begreep ze on- mlddellljk. dat dit enkele toiletje meer gekost had. dat zij, mevrouw van Essen, In een heel jaar aan kleeding besteden kon. Waarom leefden meisjes.- die zulke toiletten hadden kunnen bekostigen, thans In een goed koops straat op gemeubileerde kamers, waar ze haar eigen potje moesten koken’ Dat was een raadsel, waarvan mevrouw van Essen de oplos sing niet kon vinden. Ze had éénmaal als terloops gevraagd of de meisjes weezen waren, wat veel zou kunnen ver klaren. maar daarop een enkel ..neen” ten ant woord gekregen. Ze wilde niet vragen, waarom rij dan niet bij hun ouders woonden, hield zich bovendien over tuigd. dat zU. als ze die vraag het gedaan, met een ontwijkend antwoord afgescheept zou rijn Het kon niet anders, of er was in het leven van die beide meisjes een geheim, dat voor een buitenstaander niet te doorgronden was dat zij zelf zorgvuldig bewaarden Maar overigens wa ren zij allerliefst en bijzonder dankbaar voor de vele raadgevingen, die zij, als oudere, wereld wijze vrouw en perfecte huishoudster, gaarne ten beste gaf. Het gaf haar inderdaad een gevoel van groote voldoening, die beide lieve, maar onpractlsche schepseltjes wegwijs te maken en haar te helpen gemakkelijker door het leven te komen, door haar te leeren. op de kleintjes te pausen en door handigheid de bekrompenheid van haar njldde- len minder drukkend te maken. Er zou werkelijk geen schaduw op den aange- namen omgang te bekennen zijn geweest, als mevrouw van Essen maar niet gekweld was ge worden door die ellendige nieuwsgierigheid, waarover zij zich heimelijk schaamde. Eenmaal was bij een gezellig gesprek bet on derwerp .reizen” te pas gekomen, en zü. me vrouw van Essen, had gezegd: „Op dat gebied heb ik altijd maar één wensch gekoesterd." „Sn werd die vervuld?" vroeg de oudste der zusters. „Neen." „Welke was dan die wensch?" „Een verblijf aan de Riviera." wJa, bet Is daar heerlijk." „Bent U er dan geweest?" ,Ja." had het meisje even bloeend geantwoord, „ja, we hebben er een paar maal een winter doorgebracht „Ik benijd u." ,.Maar waarom vervuld?" „Omdat gebeuren. net benedengedse*® intusseben veel I i I ongeduld. H* beid van dit bezoek anders riepen ze over het schuttinkje of ze een praatje mochten im.» maken. ging ze naar de voorkamer en ag de belde meisjes staan, geheel reisvaardig met kleine taschjes tn de hand. „Wel.” begon ze. „dat is „We komen afscheid van U nemen, lieve me vrouw.” sprak bet oudste meisje op trlestlgen beweging zou kunnen zetten, dreef het zooveel in zijn vermogen was, voort, hij wilde althans den doodstrijd van dezen olifant benutten ten bate van het geheele reisgezelschap. Op bet kalme galop-tempo was een gestrekte draf gevolgd, vol schokken en horten en stoe ten. Men rende voort In het wilde, door allerlei struikgewassen en dichten plantengroei been. De hoedah’s waggelden op him zadels en had den door 'V schuren tegen allerlei hindernissen, reeds lang de gordijnen, de draperieën en de parasols verloren, zij waren tot bouten kooien geworden. De vluchtelingen werden tegen en door elkaar geworpen en klampten zich krampachtig aan elkaar vast, elk oogenblik vreezende dat de die ren bulten adem zouden neerploffen. Na een helschen rit van wel een uur besweek de arme Bcindiah dan ook. Zij zakte plotseling ineen onder het ultstoo- ten van een laatste trompetgeluid en zjjn taa- loet. den fakir en de beide zeelieden in bet boo- gan gras werpende. Rama, zijn kameraad Mende vallen, bleef staan. De vier mannen, die door den val in het gras gelukkig niet gekwetst waren, sprongen uu>- stonde op sn de mahoet wierp zich snikkend op zijn stervend beest, voegde het allerlei Ueve woordjes toe en trachtte met beide armen den monsterachtlgen kop feeder te omvatten. Terwijl Rama daar stond schuimend en bla- aend en wonderlijke trompetgelulden deed boo- slavenhandel noemt. Er waren lieden te over, die trachten menschen te lokken en te vangen om ze dan op de slavenmarkten te verkoopen. Vooral in het Oosten is er steeds een bloeiende slavenhandel geweest. Na de Kruistochten nam de slavenhandel af. maar het zou nog eeuwen duren, voor hij zou opgeheven worden. De Engelschen en de Hol landers hebben zich speciaal toegelegd op de gele slavernij, terwijl Amerika zwarte overhelde. In het begin eeuw begonnen de Portugeezen zwarte slaven naar Amerika in te schepen. Zij maakten hier grof geld voor, want de negers, die sterke en willige werktuigen waren, konden bij groote hoeveelheden tewerk gesteld worden op de katoen - plantages in Zuld-Amerika. Deze slavernij stak wel droevig af bij die der oudere tijden. De negers werden zeer slecht behandeld en moes ten voor zoo weinig mogelijk eten en drinken en voor zooveel mogelijk slaag zoo hard moge- H)k werken. Hoe ouder de slaaf werd, des te harder moest hü aanpakken, want wat kon een meester doen met een ouden slaaf, die niet meer kon werken? Hl) moest zich dus in den letterlijken zin doodwerken, dan was meester van hem af en kostte hij hem' geen cent onderhoud. Toen Willie zijn kruiwagen vol zand had. begon hjj zijn lading naar de grot te rijden. Doch hij had nog niet heel ver gereden, of Creepy en Crawly sta ken hun koppen boven bet sand uit en bezorgden Willie een geweldigen schrik. „Hoe zjjn die twee slangen nu in dit zand gekomen?" riep Willie. toen hij weder een beetje op adem geko men was. ,Jk denk.” set Robbie, „dat as al In den kruiwagen lagen, toen Jij be gonnen bent dezen met zand te vul len.” goede resultaten kwestie van Ongelukkigerwijze kan men tn bet jungle ds» nachts volstrekt niets beginnen. Men moest dus met koortsig ongeduld bet aanbreken van den dag afwachten. Van den anderen kant was die duisternis te midden van een schier ondoordringbaar -dich ten plantengroei voor ben iets ondraaglijks. De fakir begreep dat zij zenuwachtig begon nen te worden, stak daarom *n paar droge schors aan. zocht daarmede wat harsbo’» op en kon op die wijze aan allen ietwat hebt verse ha f f en Bcindiah had zjjn doodstrijd ultgeetreden. Het arme beest was doorzeefd met kogels, waar»*» er een hem in den nek doodelijk getroffen had- Zijn kameraad Rama. ofsêhoon ook over* bevlekt met bloed, scheen minder ernstig wond. Pennyless onderzocht bij bet licht van toorts de pooten en bevond die mtader wp*s dan het onmenachelük bevel het wel bedoeld had. Er waren hier en daar eenige gaten, maar i; projectielen van zeer klein kaliber I leen de spieren gescheurd zonder gelul®* da beenderen te kwetsen. Eén dezer wonden, aan bet van een dar pooten, scheen L™-- te veroorzaken. Zij bloedde hevig en deed ma grommen van boosheid en dier hief met zachte rukjes, als 71 kat dte gebrand heeft, den enormen poot omhoog- GjEordt ren, zeide Pennyless, die blij was van deze waanzinnige gymnastische oefening verlost te zijn, tot zijn vrouw; „Klonk die stem, die het bevel gaf om onze beesten te dooden, ook jou niet bekend in de ooren, Claudia?" „Ik geloof het wel. maar zeker weet ik bet niet.” „Die stem met dat Amerikaansrhe accent, dat bier, in een Engelach land, heel zeldzaam voor komt, was die van mijn doodsvijand, denzelf- den die gedacht had met Jou te zullen trouwen en die mij nooit beeft kunnen vergeven, dat ik Je man ben geworden.” „Jim Silver?”.... ..Precies, de Zilverkonlng. die wraak zoekt.” Nog vóórdat de jonge vrouw kon antwoorden klonken snerpende Huilgeluiden door de lucht, gevolgd door een ontzettend gedrulach. Men zou geineend hebben dat het de stoom fluit was van een locomotief, en het donderend geraas van door en op elkaar geworpen sn ver brijzelde spoorwegwagens. De eerste gedachte van kapitein Pennylees sn zijn metgezellen was rich heen te spoeden tn de richting waaruit het ontzettend geluid tot hen doordrong. Inderdaad had er in de nabijheid een vresse Hjk ongeluk plaats gehad. Er waren ongeluk kigen, die om hulp riepen, en bet goede hart der vluchtelingen, die zelf nog altijd in groot gevaar verkeerden, drong ben ertoe een plicht te vervullen van menschelljke en opofferende nye sten Hefrte- er dan wel eerst een wonder mocht een wonder, dat mij geld genoeg in den schoot wierp, om aan dat in mij levende verlangen te voldoen, lachte mevrouw van Essen. Het jongste meisje, dat aan de theetafel be zig was, trad nu nader en bracht kalm het ge sprek op een ander onderwerp. Het was een uit gemaakte zaak; de meisjes wilden om de een of andere reden niet over haar verleden spreken en zoodra een van haar belden door een vraag, waarop een antwoord gegeven moest worden, in verlegenheid geraakte, was de ander gereed, om dat gevaar zoo gauw mogelijk af te a enden. Mevrouw van Essen ~s gedachten hielden zich op een warmen zomerdag met haar buren bezig, ze zat op haar geliefkoosd zitje in d’r veranda, toen haar dienstmeisje haar kwam zeggen, dat de dames van „hier naast” in de voorkamer waren en mevrouw verzochten te spreker. Bevreemd over de zonderlinge plechtstatig- "\'T7’C beleven dit Jaar een eigenaardig Jubl- yy leum. nl. het honderdjarig jubileum der afschaffing van den slavenhandel. Waardoor de laatste zevenhonderd duizend sla ven de vrijheid herkregen. Wanneer wij zeggen, dat de slavenhandel werd afgeschaft, dan is dit helaas bij wijze van ■preken, want er te nog wel degelijk een slaven handel en het te de vraag of die wel ooit zal worden uitgeroeid Hoe tvaak komen In de pers nog berichten voor van slavensjacheraars. Ja tells van regeeringen. die den slavenhandel oogluikend toelaten? Neen, de slavenhandel te nog niet afgeschaft, en dit verschijnsel geeft aan het jubileum een bitteren bijsmaak. Niettemin zullen in den loop van dit jaar op verschillende plaatsen herdenkingsfeesten plaats hebben, want al zijn er nog slaven, officieel te de slavenhandel niet meer toegelaten. Officieel onderscheidt men dus onder de menschen geen vrijen en slaven meer en zijn aUe menschen even mens^waardlg. de slavernij zijn nog slechts veertig staten toe getreden en vele weigeren vooralsnog, waar door zij dus te kennen geven, dat zij de slaver nij in principe goedkeuren. De handel in slaven bestaat dus nog wel degelijk. In China b v. be staat nog een kinderslavernij, die bepaalt, dat kinderen tot hun vijftiende of hun twintigste jaar In slavernij leven. Men heeft hiertegen van alle kanten en met groote energie geageerd. De Engelschen. die onder alle staten het meest In het Verre Oosten te doen hadden en er ook wat te vertellen hadden, hebben meerdere ma len zich verzet tegen dit systeem, maar tot een daadwerkelijke felle actie te het nooit gekomen. Ook In Abesslnie beerscht nog slavernij en zelfs In Liberia. Wat dit laatste beteekent. word pa; duidelijk, wanneer men bedenlgt. dat de staat Liberia gesticht is door slaven, die uit £uid-Amerika waren vrijgemaakt. De ironie te dus niet aan deze ongelukkigen voorbijgegaan. Maar het blijft niet bij Liberia of Abessinlë. Wat dit laatste land betreft, zal men zich her inneren. dat juist een paar jaar geleden keizer Ras Tafai ’t besluit nam ook daar de slavernij op te heffen. Latere berichten echter meldden destijds, dat de slavernij er nog welig tiert. Het zal daar wel zijn, zooals in vele staten. Officieel bestaat de slavernij niet meer, maar In de prac- Hjk des te sterker. Ook Arabië kent nog de zegeningen van de slavernij en de parelduikers in de Perzische Golf werken onder omstandig heden. die veel weg hebben van een slavèrnlj in optima forma. En wanneer men eenmaal slaaf te. dan te men evenals vroeger overgeleverd aan de willekeur van den meester. Dit ligt trouwens voor de hand. Een meedoogenloos heerscher over een lijfeigene kan zijn heerschappij pas goed doen gelden, wanneer hij zeker weet, dat de andere partij volkomen aan hem te onder worpen en in dat geval zal hij dan ook volop maken van zijn macht, al te dit ook niet zijn recht. „Hard! my boys!.... hard!!.... we hebben hen te pakken Bij die woorden komt uit het bamboe-boech een talrijke troep ruiters te voorschijn, die de belde olifanten omringen. Mistress Claudia, die vgag het lichte dekkleed van *n paard onderscheidt, legt aan en schiet. Het paard, midden in de borst geraakt, stei gert hoog op als *n paardenfiguur uit *n wapen en stort neer op zUn ruiter. „Bravo! Claudia,” roep Pennyless, eveneens vurende. Marius en Johnny zijn asmstonds van de par tij en openen een helach vuur op de beweeglijke groep, die verrast te door zulk een felle verdedi ging- „Wel vervloekt” huilt dezelfde stem van aoo- •ven, die eHendlge olifanten blijven staan. Vooruit, boys, schiet hun de pooten stuk „Ik ken dat schorre kraaien-geluid," denkt Pennyless. op goed geluk af een schot lossende in de lichting van dit vijandig personnage. De dikhuidigheid van olifanten en hun won- derbaarlüke taaiheid van leven, maken deae beesten over het algemeen niet wondbaar door gewone kogels. Om ae te laten vallen stjn er kogels ncodlg var zeer groot kaHbcr afgeschoten <joor een kruitlading van meer dan twintig gram. Daarbij moet de jager mikken op de ooren. op den zijkant van den kop of op den voorkant zoodra het beest dezen onder zijn bereik brengt. Dan I» er nog verder het schot in de pooten welbekend aan geroutineerde olHantjagers Het is niet je kleeding, De snit van je jas. Of wat je daarvoor hebt betaald, Ook niet of je blut bent Of goed bent bij kas, Of kruipt door het oog van een naald- Het is niet een kwestie Van rang of van stand, Noch werklust en luiheid of geld- Op welke verdieping Je wieg stond geplant, Hoe lang of je naam wordt gespeld. Het is niet je wijsheid, Je titel of graad, Je Sussex, Rolls Ragce of je Ford. Of dat je een oom hebt. Minister van Staat En dat je gekruiwagend wordt. Het is niet de glans Van talent of verstand Of dat je een brandkastje kraakt. Maar wil^e je foto Beslist in» krant, Zorgdat je een goal hebt ge maakt! MARTIN BERDEN kennen en die alles in het werk stellen, hun prooi te vangen en mee te sleuren, gaat hun alleen om het geld en de menschelljke ellende of de menschelljke waardigheid telt bij hen niet. Soms volgen zij dagen en weken lang het spoor van een vogelvrije, die zich ten einde raad en in doodsangst over moet geven. De drijvers overvallen soms een negerdorp, dat eenzaam In de woestijn ligt, dooden de kinde ren en de oude vrouwen en mannen om daarna de sterke vrouwen gevankelijk mee te voeren en aan slavenhouders te verkoopen. Een En- gelsch officier heeft eens een beschrijving ge geven van een convooi slaven en slavinnen, die door drijvers waren buitgemaakt. Het ge- toon. .Afscheid? Gaat U dan weg van hier? Teer goed weg?” „Dat weten we nog niet. Misschien konm later wel weer terug, maar nu „Wat te er dan toch gebeurd? Ik begrijp niet,, zoo onverwachts. Waarom „Onze vader te gestorven.” antwoordde het meisje met bevende stem. „Uw vader gestorven? Och. arme kinderen!! En uw moeder .Die hebben we al lang geleden verloren." „Och. wat vind ik dat verschrikkelijk. Maar. „We njpeten nu gaan.” viel het Jonge meisje in. dat. cordater dan haar zuster, dikwijls de leiding nam. „W|j moeten ons f haasten om den trein niet te mis sen. maar we wilden niet ver trekken. zonder i afscheid van U genomen te hebben en U te hebben bedankt voor alles, wat U voor ons deed." JO. wat dat betreft „We zullen al Uw vriendelijkheid voor ons nooit vergeten! Dag lieve mevrouw!” Een oogenblik later was mevrouw van Basen alleen tn haar keurige voorkamer, en zU vroeg zich af, of zij dit geheele tooneeltje soms ge droomd had. zoo snel had het zich afgespeejd. In de volgende dagen verdiepte zij zich mee? dan ooit in gissingen over de aangelegenheden der belde meisjes, die even geheimzinnig doende verdwenen waren, als zU eenige maanden te voren verschenen. Maar zij vond geen enkele oplossing, die geheel met de feiten klopte. ZU was vervuld van medelijden met de Jongs schepseltjes, die op de een of andere wjjse in moeilijkheden geraakt schenen te zUn. natuur lijk bulten haar schuld. Want het was oruno- gelijk aan te nemen, dat die twee ooit iets verkeerds hadden gedaan en zU voelde een oo- beredeneerden wrok tegen den gestorven vader, al wist zU volstrekt niet, of die verantwoorde- lUk was geweest voor wat het leven van da meisjes in vreemde banen had geleld. De slotsom van haar overpeinzingen was steeds, dat ztj haar lieve buren erg miste, en nooit weer zoon gezellige conversatie zou ge nieten. als zU de laatste maanden gehad haa. Twee weken na het haastige afscheid, waar aan ae niet terug kon denken, zonder zich te verwijten, dat ae niet hartelUk genoeg was ge weest, ontving mevrouw Van Fasen een aan- geteekenden brief, waarvan de Inhoud haar verheugde, verwonderde, beangst te. alles tege lijk. Want die Inhoud was een chèque van tienduizend gulden, en op het velletje papier dat er omheen gevouwen was. stond geschre ven: „Voor een reisje naar de BJviera." Geruimen tijd zat ze met chèque en briefje in de band wezenloos voor zich uit te kijken in nlet-begrlipen. Eindelijk tot bezinning gekomen, kleedde s|j zich aan en ging naar de bank, waar zU bet geld zou kunnen innen, in de boop daar to- Hchtlngen te kunnen krijgen. Aan de herkomst twijfelde zij niet; dat geld kwam van haar belde Jeugdige vriendinnen, maar - D*.""sei de directeur der dien zij tl spreke?» had gevraagd. „Ik kan u wel inlich tingen geven. Ik geloof ten minste, dat ik een tamelijk helder Inzicht heb in deze kwestie, door verschillende gegevens te comblneexen. U weet toch den naam der jonge dames, die..* „NatuurlUk/1 „En zegt die naam u niets?” „laat me eens nadenken! Neen.... ja toch maar dat kan niet zijn! De bekende mU- lionnsür van dien naamAch. lieve hemel die is pas gestorven, las ik in de krant! Zou hij. „Ju, hU was de vader van de beide meisjes.' „Maar waarom dan in vredesnaam die sa- medie?” „Het was geen comedle. Ik moet hier even aanstippen, dat die man een schurk was, dk op allerlei gemeene manieren, door zwendel sa uitauigerij. Ju. dat weet ik. dat beb ik geboord." .demand heeft I'D dochters de oogen daar voor geopend en de belde meisjes wilden niet langer proflteeren van dat onrechtvaardig ver kregen geld. Ze verlieten hun vader en gingen te samen leven van haar moederiUk erfdeel waaraan geen smet kleefde.” Mevrouw van Bssen zuchtte bU de gedacht» aan wat die belde jonge schepseltjes moestee doorgemaakt hebben, om tot zulk een bestak te komen.” „En nu?” vroeg ze. toen de verteller bleef zwUgen. „Nu hebben ze al het geld geërfd. Ze hebben het onder verschillende liefdadige instellingen verdeeld, maar er eerst enkele bedragen alke nomen. om daarmee goed te doen aan bepaal de personen, aan wie ae dankbaarheid verschul digd waren.” „Och. die lieve kinderen!" „U kunt ze geen grooter genoegen doen dza bet geld te besteden voor het doel, waarvoor bet u werd gegeven." Rn zoo was eigenlijk bet wonder, waarop mevrouw van Fasen gehoopt bad. tóch nog gekomen. schiedde In Abessinlë. waar een groot aantal mannen en vrouwen werden meegevoerd te voet door de woestijn. Allen waren met touwen aan elkaar vastgemaakt. Wie niet mee kon. werd afgemaakt. Moeders, die hun kinderen meer konden dragen, werd de baby afgenomen. De kinderen werden dan met vier of vUf op een paard of muilezel gebonden en zoo trok men verder tot het treurige einde bereikt was. Op de slavenmarkten werden allen verkocht en vader en moeder en kinderen zagen elkaar nooit meer terug. ZU werden verspreid naar alle oorden en moesten hun verder leven slijten In slaveinU. in dienst van soms wreede meesters. En wie herinnert zich niet de verschrikke lijke christenvervolgingen onder de tijdens den grooten oorlog, toen de tienduizenden katholieke Armeniërs vermoord en wreedaardig gemarteld, terwijl dui zenden werden overgeleverd aan Tïirksche althans Mohammedaansche gezinnen om deze als slaven en slavinnen te dienen. En zóó ver ligt de groote oorlog toch niet achter ons! ^ver deze Christenvervolging is een lUvlg Engelach rapport verschenen, dat destfids zeer veel kwaad bloed heeft gezet bij de Turken, die hun schanddaden ontkenden. Het rapport spreekt echter in al zUn zakeHjke nuchterheid zulk een afschuwelUke en overvloedige duidelijke taal, dat het in alle opzichten geloofwaardig klinkt, wie zal de Christenen tellen, die nu nog tengevolge van de vervolgingen uit dien tyd als slaven leven en wreedhdïen te verduren hebben omwille van hun geloof? Men zegge dus niet, dat de slavenhandel vol komen is afgeschaft. Het is waar, dat hij niet officieel meer wordt beschermd, maar het Is ook waar, dat hU nog bestaat en dat hU wordt toegelaten. Dit valt niet meer te ontkennen na het onderzoek van Genève. Nog rijf millioen menschen zijn In slavemü. d wz. bUna het aan tel Inwoners van ons vaderland! Laten we hopen, dat de actie van den Vol kenbond in deze richting meer steun moge ondervinden dan tot dusver het geval was. Dan zal men eindelijk tot kunnen komen. Het is alles een goeden wil en krachtdadig ingrijpen. De slaven handelaars zyn slim, maar de regeeringen. die goed willen, zijn sterker dan zU. De mensch is door God geschapen om vrij te zjjn en het schreit ten Hemel, dat er nog rijf millioen on vrije menschen rondloopen, die geheel van an deren afhankelUk zUn Van wanneer dateert elgenlük de slaven handel? Precies zouden we dit niet kunnen zeggen, maar zoover het geheugen reikt, komen er slaven voor in de geschiedenis, waar we lezen, dat de strijdende volken slaven gebruik ten In den strijd en hun overwonnenen even eens tot slaven maakten. Deze overwonnenen werden eenvoudig gebruikt als goedkoone werk tuigen, eigendom van de eigenaars. ZU" werden over verschillende families verspreid en dienden als knecht in of buiten de huishouding. Een bUzondere scherpe vorm van slavernij kwam in zulke gevallen zelden voor. - De slaven werden behooriyk behandeld, wanneer hun Uver niet al te veel te wenschen overliet. Sommigen wer den gebruikt voor den tempeldienst en waren dus veeleer eigendom van de godheid dan van de menschen. NatuurlUk konden de eigenaars van den slaaf dezen verkoopen. wanneer hu daar lust In had en kon hü geheel naar eigen willekeur handel drijven In levende waar. Daar had men dus reeds een vorm van slavenhandel, dien we In later jaren vooral in Afrika en Zuld- Amerika ontmoeten. Behalve door krijgsgevangenschap kon mem ook slaaf worden door geboorte. Wie een vader en moeder had In dienst van een heer, verviel door zyn geboorte eveneens In eigendom aan denzelfden heer. Soms ook was de slavernij een straf. Iemand die zyn schulden niet kon betelen, kon tot slaaf worden vernederd ofwel ▼oor altyd ofwel tot de schulden betaald wa ren. Gelukkig bestaat deze vorm van slaverny niet meer, want de vraag rijst, of er dan niet meer slaven dan vrijen op aarde zouden rond wandelen. Ook het bedrijven van een misdaad kon tot slaverny lelden. Slaven, die hun heer groote diensten be wezen. baddan het lang niet kwaad. Ja. meest al hing de vlotte levenswijze van den slaaf af nn de funétle, die hü in het huis zyns mees ters bekleeéMe. Sommige slaven genoten een zeer groote mate van vrijheid en er zUn er zelfs veel geweest, die met een vrije vrouw of ongekeerd konden huwen en dit ook deden. Dikwijls kwam het voor, dat een slaaf van hoo- ge afkomst was en door ellende en ongeluk tot slavernij was vervallen. In zoo'n geval werd hü gebruikt om b.v. onderwüs te geven aan de jeugd ofwel werd hü beschouwd als wat wy tegenwoordig zouden noemen een particulier ■ecretarls. BU de Grieken en Romeinen kwamen zulke gevallen zeer dikwyis voor. Men leest immers zelfs van lytsBlaven. die hun heer wijsbegeerte moesten leeren en die les gaven In alle vakken aan de studeerende jeugd van bun meesters. Deze slaven stonden in hoog aanzien en zU van hun kant hadden zich allerminst te bekla gen en waren vaak volmaakt tevreden met hun lot. Naarmate de landbouw toenam kwam er verandering In het lot der slaven, althans bU de Romeinen. Vanaf dat oogenblik begon men in den slaaf een goedkoope werkkracht te zien, die dure kon vervangen en die niets anders kostte dan eten en drinken. Bovendien kon men den slaaf zoolang laten werken als men maar wilde, daar dit alleen door zyn krachten kon worden bepaald. en waardoor bet beest volstrekt bulten gevecht wordt gesteld. Zoodra de olifant één stukgeschoten voor poot heeft en hü probeert te loopen, ploft hü neer en wordt een gemakkeUJke prooi. BU het hooren van dit door den onbekende gegeven barbaarsche bevel sidderde de fakir *n oogenblik. Als de olifanten eenmaal zouden zün geval len. zouden de vluchtelingen de prooi zün hun ner rijanden. en zouden de „ingewyden" op hem de schuld werpen van de katastrophe. Van daar dat hU niet aarzelt alles op het spel te zetten. Met klinkende stem beveelt hü daarom aan de mahoets: .Jongens, door het Jungle heen!" Bcindiah. ernstig gewond, kermt erbarmeiyk, en Rama. zenuwachtig en woedend, doet even eens woeste geluiden hooren. Zonder 'n poging te doen om ae te kalmeeren. dienen de mahoets den beesten eenige stoksla gen toe en bevelen hun rechtsaf voorwaarts te gaan. En nu storten de kolossen zich met de onstui migheid van redelooze dieren op den ruiter troep loopen de paarden ondersteboven, slaan met hun geweldige slurven de mannen, die bun tn den weg komen neer en. door het bamboe- bosch als door zachte korenaren heenbrekende, rennen zü in dolle vaart het „jungle” in. Nu ging Rarr.a aan het hoofd en volgde Scln- dlah. met moeite, hinkende en kreunende. De fakir, begrijpende dat het beest, wanneer het eenmaal bleef stilstaan, zich niet meer ia

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 6