Voor Gramofoonlief hebbers <Ketv&Aaal van E.R.K F FAVORIET sopla(27z)cigarillos I den daq BEZUINIG NIET H Bij Pijn ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN E De ROBINSONheerenmolière kost: zwart f 4.50 - bruin f 4.90 HET GROOTE AVONTUUR I Vergeten feestelingen i Alle abonné’s f WÜSif7S0.-Tf f 150.-^ ZATERDAG 11 FEBRUARI 7 LEVENSVERZEKERING MIJ. te Nijmegen Nassau singel 3 Kapitaalsverzekering De echte Faust Toen de Sahara be- Korter werktijd woond was Universiteit* jubileum he Moeilijke redding Stadsverfraaiing (Jongensmatèn naar verhouding goedkooper) V olksver zekering 5 ei c1 Kapitein Clarke T»»»»»»»»M»»»«»»*«»M»aMMM(«araMMg<6aMMMMggf gen één op Sjaddah-Pas>!” T> 1 - DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN DOOR UW GIFTEN I De ontdekking van Mijnhardt’s Poeders ,ro FEUILLETON AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL In al» frisch zijn, alsof zij versch geplukt RJ wormen antwoordde be- van rond een en wenschen. zeker 1 voor (Maandagavond vervolg) de le om aan zijn lusten te vol- Wordt vervolgd). (Ingezonden Mededeeling' Bijkantoor: J. J. A. DU1JNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag. groote de ven, halzen kneep. „ZU dat ze was waarvan drt bui de verkeerde richting. Een levensverzekering is een levensbehoefte. Sluit haar bij de verwonderd leen Atkinson iets wat men lui let’ Hel let’ B! 2( B K B 1 11 t 1< 1 1 i 1 Ju he kl 22 11 4 X I 1 X 1 Er ou< Bt vo tu o la tn Al „niet het 1 me nu me bal g* He R< h< B< O. go ge- hun flinke Er Zond velde baar zeer verba In en In h< In dam sterk, club ook i dit n staat datie< stelle: ren f ook hoofc Dé kansl punt» Do is d toege aansj heeft de ze veel terwi runni strijd langs het r Gn hem. „Hier, neem dit." zei hij, terwijl hij Willmot 20 banknoten in de hand drukte, „betaal vlug en ga mee!’* Tn Matsoezaka-stad, gelegen In de Japansche provincie Miye, is de vierurige werkdag en de 24-urlge werkweek ingevoerd ter bestrijding der werkloosheid. naars tot dienstbaarheid hebben gebracht zon der er in geslaagd te zijn het land en de be volking voor zich te winnen. Dit aanbod van Bikanel, bijna eenig in de eeschiedbladznden der verovering van Britsch- Indië. was voor de Regeering een fortuintje. twee gevonden, eten waard Den volgenden dag om drie uur precies reed de auto van luitenant Willmot voor. Onderweg informeerde Clarke naar de gebruiken der club. „U begrijpt, dat er grenzen gesteld zijn aan het wedden.” zal Willmot; „niet meer dan 501 en niet boven de duizend pond. De hou der van de club is een gewezen „bookmaker”. U zult er overigens wel bekenden ontmoeten.” De auto stopte voor een huis in de Stanhope street. „Hier is het," sprak Willmot; Jk zal u even voorgaan om u aan te dienen bij den secre taris.” Eenige oogenblikken later werd kapitein Clar ke aan den secretaris, mijnheer Atkinson, voor- gesteld. „U bent zeker door mijnbeer Willmot reeds op de hoogte gebracht van onze gebruiken. Contributie wordt niet geheven. De bookmaker handelt geheel op eigen risico en ieder lid staat in voor z n introducé s. Wilt u zoo goed zijn mij te volgen, dan zal ik u aan de verschillende leden voorstellen.” Onderweg fluisterde Willmot den kapitein in t oor: „Een fameuze kerel, die Atkinson. Hij wacht altijd tot het laatste moment met z’n weddenschap, maar in den regel wint hij ook.” Clarke werd binnengeleid in een weelderig gemeubileerd salon, waar zich verscheidene personen bevonden, zoowel dames als heeren. onder wie vele bekenden van hem. Een deur verborg het telegraaftoestel, dat de naam van het winnende paard moest opteekenen. Deze deur werd niet eer geopend, dan nadat een De Sovjetregeering heeft ean bedrag van 500 miUioen roebel toegestaan voor de ver fraaiing der steden in Rusland. Voor Moskou wordt 125 millioen uitgetrok ken en 93 millioen voor Leningrad. De hoogste inzet! Iedereen k< naar de beide mannen, maav-4 scheen een beetje zenuwachtig. van hem niet gewoon was. Daarentegen stond kapitein Clarke met onbewogen gelaat naast hem, geleund tegen het raamkozijn. Veel tijd tot beschouwingen over deze nieuwe sensatie was er niet, want het volgend oogen- blik kondigde een doordringend .geschel het bin nenkomen van het telegram aan. De bookmaker mAakte de deur open en ten aanschouwe van alle aanwezigen ontcijferde hij de strepen en punten op het papierlint tot: .JShaddah-Pasja”. Kalm streek kapitein Clarke z’n 50 000 pond op. Dan keek hij rond naar Willmot. Deze stond achteraf, leunend tegen de tafeL Hy zag doodsbleek en het koude zweet,-parelde op zijn voorhoofd. In een paar passen was Clarke by I) ontsteken, die achteraf met stroo biyken. Herinner u herdenkingen van het vorige jaar, C stortvloed van nieuwe uitgaven, studies „En u hebt op my gerekend om u te helpen, mylord?” Noemt u mij zoo graag mylord?” ,,’n Amerlkaansch koning kan in Britsch-In- dlë zeker niet minder zijn dan een lord." ,AU right!.... Ja. ik reken op u.... Hoeveel geld?”.... „Vooreerst volstrekte straffeloosheid voor alle kleine onregelmatigheden die ik zal moeten be gaan.” „Straffeloosheid gewaarborgd door autoritei ten.... Hoeveel geld?” „Veel.... veel.... „Goedgoedje krijgt op den dag dat !k. na den dood van Pennyless met zyn weduwe rouw. *n millioen dollars/ „U bent *n echte lord!" zei de politieman, overdonderd door dit kolossale bedrag. .Je neemt hei dus op je?" „Met genoegenMaar wat nu de onkosten betreft voor de te nemen maatregelen...." .Die betaal ik ook!.... Hier is *n cheque van honderdduizend dollar op de Nationale Bank..* „Dank u. mylord! En waar is uw vijand op oogenblik’”. „Hy komt de Hoegll opgevaren met zijn jacht, dat naar hem heet, de „Pennyle»s".HU I* vannacht te Calcutta." „Bent u daar zeker van?” De universiteit van Pollers zal op 1 Juni as. 500 jaar bestaan, welk feit op feestelyke wijze zal worden herdacht. Een groot aantal buitenlandsche universltei- ten zal vertegenwoordigers sturen om aan de herdenkingsplechtigheden luister by te zetten. Wyien President Doumer had tijdens zyn leven beloofd de aloude stad ter gelegenheid van de unlversiteitsfeesten met een bezoek te zullen vereeren. Het staat nog niet vast of zyn opvolger, pre sident Lebrun, aanwezig zal zyn. STEUNT: ONS GIRONUMMER IS 23653 U helpt ons hierdoor Jonqens zielen redden voor Chrlatuv De Koninklyke Italiaansche Geografische Ver- eeniging heeft eenigen tijd geleden opdracht ge kregen van de regeering om in de Italiaansche kolonie'Tripolis een onderzoek in te stellen naar de ontwikkeling der daar wonende rassen. On der leiding van prof. Cipriani is een expeditie uitgetrokken, om deze taak te vervullen. Het gevolg van de onderzoekingen is o.m. een ar tikel van den geleerde in de „Corriere della Sera”, waarin de professer verslag uitbrengt van de studiereis. De Sahara, vooral het Italiaansche gedeelte daarvan, bevat nog menig onopgehelderd ge heim, aldus de professor. De vroegere bewoners van de streek, die thans een dorre woestyn is, hebben vermoedeiyk geleefd onder byzonder gunstige levensomstandigheden. Men neemt zelfs aan. dat de toenmalige bewoners zich langza merhand hebben verspreid naar Europa en an dere deelen der aarde en daar den grondslag hebben gelegd voor de nieuwere rassen. Uit op gravingen biykt, dat de Sahara reeds bewoond was in oeroude tijden, die nauwelyks meer te berekenen zyn. Ook voorwerpenuit den prae- historischen tyd werden gevonden, waaruit de professor meent te mogen concludeeren. dat Noord-Afrika, en vooral Tripolis het eerst be woonde deel der aarde was. De geleerde neemt aan- dat de bewoners niet werden beïnvloed door de nabijwonende Carthagers. noch door de Romeinen of Phoeniciërs. Tot de tweede eeuw na Christus Is het Romeinsche leger ver moede !yk niet grooter geweest dan 25.000 man en daaronder waren slechts weinig Europeanen. Wanneer dus het Romeinsche leger ergens op verovering uit ging, dan konden het moeilijk de Romeinsche soldaten zijn, die de ras«en zouden hebben beïnvloed Deze soldaten van het Ro meinsche leger waren meestal menschen uit Noord-Afrika. zoodat hoogstens kan gesproken worden van een vermenging van rassen aan de Noord-Afrikaansche kust. Ook de Vandalen, die later met een leger van 200 000 mzm naar Noord- Afrika trokken, hebben weinig sporen van in vloed achtergelaten. De Grieken van hun kant hebben zelden kolonisten afgestaan voor dit deel van Afrika, zoodat ook van die zyde weinig Indrukken achterbleven. De Arabieren en de Byzantynen hebben meer invloed uitgeoefend op de vorming van de ras sen. vooral in de elfde eeuw, toen zy in grooten getale nederzettingen stichtten aan den rand van de Sahara. En ook de Joden waren vrij tal rijk in Noord-Afrika. En verder zyn het de negers van de Zuidelijke Sahara, die ook een woord ie hebben meegesprok*n. Deze negers zyn n.l. in vroegere tijden naar het Noorden getrok ken. voorzoover zy niet reeds als slaven naar de Noordgrens waren overgebracht. Deze slaven toevoer geschiedde vooral onder het regiem van den Islam in Soedan Er had toen een vermen ging plaats van negers en Arabieren. Tenslotte hecht prof. Cipriani groote waarde aan den Invloed der Aethioplërs. die volgens hem vroeger de Sahara moeten hebben bewoond. Intus-'Chen Is de studie van den professor nog maar in haar eerste stadium, doch niettemin verklaart hij. dat hy-er zeker van is, dat de eerste volkeren der aarde hebben gewoond daar waar thans de eindelooze vlakten van de Sahara zich uitstrekken. Daar zou dus de ..bakennat” van het menschdom zyn, althans: daar zouden de eerste rassen hebben gewoond Verdere open baringen van den Itallaanschen geleerde zullen nog moeten uitmaken in hoeverre hy gelyk heeft, of zich vergist.... liiimtmiiliuui in hoofd en ledematen, alsook by Kiespijn en ge vatte Koude. Rheumatische Pynen. Griep, Influ enza en vastzittende Hoest, zullen U spoedig helpen Prys per poeder 8 ct Doos 45 ct. VerkrUgbaar by Uw Drogist. Twee vrouwelyk toeristen, die eenige maan den geleden de Alpen waren beklommen in het Trento-dlstrict en sedert dien vermist werden, zijn thans door leden van de fascistische militie in veiligheid gebracht. Een der vrouwen had by de klimparty een been gebroken en daarom had haar gezellin haar naar een berghut gebracht om dan hulp te gaan halen, doch kort nadat de vrouwen in de hut waren, zette een hevige sneeuwval in. waardoor het onmogeiyk was de hut te ver laten. De vrouwen bleven daarom in de hut en twee maal per week bracht een jongen uit een veraf gelegen dorp hun voedsel. De tocht naar de hut was echter door de ge weldige sneeuwmassa's uiterst gevaariyk en op een van zijn tochten verongelukte de jongen en zyn lijk werd later door eenige soldaten gevon den. Hierdoor kwam men evenwel op het snoor van de vrouwen en na moeizame pogingen slaagde men er in de hut te ontdekken. De belde vrouwen, die eenige dagen zonder voedsel en brandstof waren geweest, waren vol komen uitgeput en bijna doodgevroren. overvloedig gebruik wordt gemaakt. Men ver moedde met stelligheid, dat Faust al deze machten had gekregen van den heerscher der duisternis, die hem eindelyk zijn tol liet be talen voor de bewezen diensten en hem mede sleurde naar de hel. Aldus de verhalen, die onder het volk de ronde deden, maar het gaat niet aan deze ver balen voor lief te nemen. Men moet dan ook veronderstellen, dat de geleerdheid van Faust zoo ver boven het bevattingsvermogen zyner medemenschen uitging, dat dezen niet beter wisten te doen dan legenden om zyn naam heen dichten. Deze legenden vonden hun weg naar de verbeelding en werden in dén loop der jaren de stof voor' nieuwe verhalen. Hoofdzaak is echter, dat dr. Faust werkelijk heeft bestaan. „Hoe zal ik het u ooit terug kunnen betalen!" riep Willmot. wanhopig, terwijl hij zenuwachtig en opgewonden de kamer van kapitein Clarke op en neer wandelde. „Dat hoeft niet! Bovendien zal je me een groot genoegen doen met nog 20.000 pond van me aan te nemen; dat is vermoedelyk het be drag, dat je noodig hebt om je geleden verliezen van dit seizoen te dekken, te oordeelen ten minste naar je inzet van daarstraks. Het is heelemaal niets bijzonders, dat ik dit doe: ik geef je eenvoudig weer terug, wat die zwen delaars daarginds je successievelijk afhandig gemaakt hebben. Ik zal je het geval uitleggen: „Schuin tegenover jullie club ligt een klein restaurant met een reclame-uithangbord in tel kens wisselende kleuren door middel van elec- trische gloeilampjes. Door advertenties tn de Times maakt de man. die dit ding aan den overkant inschakelen moet, bekend, welke kleur elk paard heeft, dat meeloopt. Atkinson maakte al dadelijk een ongunstigen indruk op me. Ik zorgde in zijn nabijheid te zijn, vooral na dat gezegde van jou over z’n geweldig geluk, en ik bemerkte, dat hij met z’n rug tegen een raam ging staan, zoodanig echter, dat hij door een daar tegenover liggend venster naar bulten kon zien. Onafgebroken keek hij naar die licht reclame. die merkwaardig genoeg op klaar lichten dag werkte. Ik hield dat ding nu ook goed In de gaten en eensklaps zag ik drie keer achter elkaar de zelfde kleur: blauw. Dat was .qjaddah-Pgsja volgens «en van (Je ad'^Jenties in de Time». Onmiddeliyk zette ik dan ook den hoogzten Inzet op dat paard, gviyktydlg met Atkinson en, zooals je weet, juist bijt yds. want direct daarna klonk de schel, die het verder sluiten van weddenschappen onmogeiyk maak te.” „Eén ding begrijp ik niet," zei Willmot; ..hoe kon die man aan de overzijde den uitslag we ten?" „Dat zullen we dadelijk hooren! Ja, binnen! En. John?” vroeg de kapitein aan den binnen tredenden bediende. „Het restaurant, dat u bedoelde, heeft wer- keiyk een telegrafisch ontvangtoestel,- myn heer „Dank je; je kunt je gang welgaan." Nadat John verdwenen was, hernam Clarke: „De man. die den schakelaar in het restau rant bedient, krijgt dus geiyktydig het tele gram. Natuurlijk is die schel in die chib van jullie zóó geregeld, dat hy een paar minuten na het binnenkomen van het telegram in wer king komt, zoodat de man aan de overzyde ge legenheid heeft z’n lichtsignaal te geven. At kinson staat op z’n post en doet nog juist z’n hoogsten inzet. Alle onlngewljden hebben kleine inzetten gewaagd op raad van Atkinson, wiens raad natuuriyk grif wordt aangenomen. Djze inzetten gaan echter altijd voor de grootste helft verloren, zoodat al deze menschen lang zamerhand uitgezogen worden. Slechts enkele mede-lngewyden spelen met Atkinson en den bookmaker onder één hoedje en zorgen te win nen. om de anderen zoodoende een rad voor de oogen te draaien. ..Neem nu deze 20 banknoten, Willmot. maar beloof me op je eerewoord, nooit meer te wed den.” daan, maar zijn niet zóó populair. Toch bevat ten zy wonderlyk mooie stukken, oases in woestbnen van breedsprakigheid. Columbia gaf er een bloemlezing van. die bovendien de aan- trekkeiykheid heeft, dat zy Bayreuth voor u in huis haalt. Het album is namelyk het resul taat van opnamen in het „Festspielhaus” zelf en geeft een keur van fragmenten uit „Der Ring der Nibelungen” en „Parsifal”. De schy- ven zyn ook los verkrygbaar, wilt ge een eerste keuze uit deze unieke verzameling doen, neem dan vooral de heerlyke ;,Charfre?tagszauber" waarin de rulle stem van Alexander Kipnis en het lyrisch geluid van Fritz Wolf omsponnen worden door het huisorkest van Wagner’s tempel. Drie kanten beslaat dit kostelyk frag ment; aan den vierden werd toegewezen het lente'yk woudleven uit „Siegfried” (Columbia L 2013 4). Wanneer ik u vertel, dtt deze bedachtzame greep uit het gramofoonrepertoire niet een drie honderdste van de opperv’akte beslaat, die door de verschillende gramofoonmaatschappyen werd beploegd, dan zult ge het met my eens zyn: werkeiyk. deze feesteling werd reeds Jaren vóór de herdenking in het zonnetje gezet. En laat ik u verzekeren, dat de genoemde lauwer kransen. die de platenindustrie Wagner vlocht, nog zoo werden. zy rich haastte prof ut te trekken. Men vroeg aan Bikanel wat hij verlangde Hy antwoordde: .Ken flink salaris en ‘n plaats bl de politie.” De et was de avond vóór de groote Derby- wedrennen by Epsom. Kapitein Henry Clarke van het le re giment Landers zat, weggedoken in een groo ten clubfauteuil op z’n kamer. Nu en dan fronste hy x’n wenkbrauwen en keek peinzend voor zich op het tapijt. Het was zeker iets ern stigs, dat z’n gedachten bezig hield. En dat was het ook. Het betrof een vermoedeiyke zwendelary by de wedrennen. Een zyner jongere kameraden, luitenant Willmot, was een hartstochtelyk wed der. Tot nu toe had hy zyn verlies met de winst van een volgenden keer kunnen dekken, maar gedurende dit seizoen had hy telkens verloren, zóóveel zelfs, dat hy aan den rand van z’n fi- nancieelen ondergang stond. Het ergste was nog. dat hjj het vorig jaar getrouwd was. Eenige dagen geleden had Willmot z’n flnancieelen toe stand aan zyn vrouw blootgelegd en in haar wanhoop was deze naar kapitein Clarke, hun besten vriend, gegaan, om hem om raad te vragen. t Was hierover, dat de kapitein nu nadacht. Hy vond het hoogst eigenaardig, dat iemand als Willmot, die vroeger over z’n geluk bjj t spel en t wedden niet te klagen had, nu in dit seizoen zulke geweldige verliezen had geleden. Onwillekeurig zocht Clarke verband tusschen dit verschynseJ en het toetreden van Willmot, juist in dit seizoen, in een besloten club, waarin voor vry hooge bedragen werd gewied. Hy besloot morgen daar eens poolshoogte te gaan nemen. Vroeger had hy ook veel gewed en hy was volkomen op de hoogte van alle daarby geldende gebruiken en wat meer zegt van de daarby voorkomende zwendel- methoden. Hij lichtte de telefoon van den haak en belde Willmot op „Hallo! Hier kapitein Clarke! Is mijnheer Willmot thuis? Ja? Vraag dan even of myn heer aan de telefoon wil komen.... Xoo, Willmot, ben je daar? Zeg, kerel, ik heb ge hoord, jullie hebt zoo’n interessante club. Kun je me daar niet introduceeren? Ik zou wel een kansje willen wagen by de Derby." „Goed, zorg dan om drie uur hier te zijn. AU right.” „Ziezoo, die introductie heb ik dus,” nu kan ik zien, hoe de kansen morgen staan.” Kapitein Clarke nam het avondblad van de Times ter hand, dat meer dan één kolom wyd- de aan de rennen van den volgenden dag. .341- ralda” was sterk favoriet, maar ook de win naar Van ’t vorige Jaar. „Sjaddah-Pasja” maak te een goede kans. Eensklaps viel z’n oog op een advertentie: „Mlralda: Rood”. De advertentie bestond slechte uit deze twee woorden. Dat moest in verband staan met de rennen. Hy keek naar de klok: nog slechts enkele minuten en de bureaux van de Times zouden gesloten zyn Hy belde z’n kamerdienaar .John, laat onmiddeliyk de kleine Ford voor komen. Hy snelde naar beneden, trok z’n overjas aan en zette z’n hoed op. Op hetzelfde moment, dat hjj de voordeur opende, gleed de Ford-auto langs den trottoirband Snel stapte hy in. „Naar de bureaux van de Times, Paternoster Row! En rij zoo hard als je kan!” Hy kwam nog juist vóór het gebouw voor t publiek gesloten werd. In t archief verkreeg hy Inzage van de avondbladen der laatste dagen en vond in elk er van een advertentie met den naam van een der in den Derby meeloopende paarden, met daaronder telkens een andere kleur. ..Laat ik het goed onthouden," mompelde ka pitein Clarke by rich zelf, vóór hy rich te ruste begaf: „Mlralda: rood; Shaddal-Pasjablauw". We zullen zien wat dat te bateetotnen iseeft." Velen meenen dat er geen echte Faust heeft bestaan en vermoeden alleen het gefingeerde bestaan van dr. Faustus, zooals Goethe ons dien geschilderd heeft in zyn wereldberoemd drama. Maar deze veronderstelling is niet juist. Er heeft n.l. Inderdaad een geleerde bestaan, die later door allerlei verdichtsels tot een legende is geworden, een legende, die Goethe heeft bewogen zyn drama te scheppen. De volksverbeelding heeft van den echten Faust een man gemaakt, die, zoekend naar <je die pere waarheden tot de ontdekking kwam, dat de waarheden te diep zyn voor den mensche- lyken geest, zoodat Faust greep naar de toover- kunst om over zyn teleurstellingen heen te komen. Faust is inderdaad een zoeker geweest, een geleerde, die leefde omstreeks 1500. Hy was de zoon van een welgestelden boer en volgde de colleges aan de universiteit te Ingolstadt in de godgeleerdheid en de geneeskunde. Hy behaal de aldaar verschillende graden en gaf zich ook over aan de sterrenwichelarij. Zijn natuur kundige experimenten wekten de bewondering en ook eenigszins den angst van zyn omgeving, die in hem een legendarisch wezen begon te zien en hem een macht toeschreef, die ver boven de gewone en natuuriyke, menschelyke macht uitging. Het verhaal ging, dat Faust een mantel had vervaardigd, die hem onzichtbaar kon maken als een soort Thornhelm, zooals we in de sage der Nibelungen ontmoeten, het geen o.m. te zien is in de bekende film van dien naam, waarin van dezen Thomhelm een pJeegt men geweldige vüren te -gevoed slechte de Goethe- die een --en op- voeringen met zich brachten en ge komt tot de slotsom, dat ook feesten van den geest een Hinken kater kunnen geven. In de gramofoonwereld is men niet zoo her- zullen nu myn kleinen worm genomen hadden,” meende Robbie. „Ze hebben het verdiend hun ruwheid." verklaarde Topsy. Alle, op één na, wier naam onmiddeliyk doet denken aan verdrukking, verachting, ellende en achandeiyk-onrechtvaardlge behandeling die, helaas, het diepste medelijden verdient: de me nigte der paria's. t De taalgeleerden zeggen cat dit woord af komstig Is van ..pars»’’ hetwelk In net Sans kriet evenal» in bet Grieksch b” -l-»nt. „bul ten’' dus: buiten de wet nestelden. Oe paria’s behooren dus eigenlijk ói jeen enkele klasse Het zijn de ge vloekten, de onreinen. de ver achten, met wie men zelf» niet toevalliger wijze In aanraking mag komen, «onder daarna raakt te worden tot het verrichten tan bepaalde gebeden, zuiveringen, boetedoeningen. En de afschuw voor deze menschen gaat zóó ver. dat sells de priesters de „tweemaal gebo renen.” de dwldjas, hen. om hen te tuchtigen niet met een stok mogen aanraken. van het Muriel „Ja,” antwoordde Madge, van die magere wormen aan einde van een stok.” Gretig begonnen de lepelaars trekken aan de heerlyke wormen van achter de rotsen. sport en hjj bewees daarbij groote diensten aan zyn nieuwe meesters, die hem eiken dag meer waardeerden. Hy was van nu af aan betrokken in alle in- boorllngen-aangelegenheden en onderscheidde zich door een waarlyk duivelsche sluWf.ëld. Hjj wist zich op allerlei wyzen te vermommen en met de meest ongeloofelijke middelen achter alle geheimen te komen. Hy werd weldra de geheim? raadsman, de „grijze Eminentie” van den directeur-generaal der politie, wiens taak hy op buitengewone wjjxe verlichtte. Het verschrikkelijlte drama dat de hertogin van Richmond het leven kostte, vervulde hem met boosaardige blydschap. Hij zou dus nu al de wraak van zijn haat kun nen doen neerkomen op zijn voormaligen kaste- broeder, den poendit Narindra. Van hem ging het denkbeeld uit het stoffeiyk overschot van den moordenaar zoo gruwelijk en noodeloos wreed te profaneeren: een Engelsch- man sou aan zóó iets nooit gedacht hebben, maar hjj. de uitgeworpenè. wist wel dat dit de meest wreede tuchtiging was, die geheel de kaste treffen kon. Daarby nam het geval, door de tusschenkomst van kapitein Pennyleaa. voor hem buitengewone en onverwacht* afmetingen aan. Door te verhinderen dat de schennis van het -loffelijk overschot tot het uiterste kon worden doorgevoerd, werd Pennyless voor Bikanel na tuuriyk een voorwerp van onverzoenljiken haat, en die haat groeide nog aan op den dag waarop denkerig. Wie het niet gelooft, snuffe'e slechts in de laatste supplementen van de catalogi. Het is nJ. honderd jaar geleden dat Brahms ge- boren werd, vijftig dat Wagner stierf. En wat doen de gramofoonmaatschappyen? zy geven slechte lijsten van de mooiste opnamen uit het werk der feestelingen en daarmee uit. Een pes simist zal daaruit waanschyniyk de gevolgtrek king dlstilleeren. dat het uit is met de cultuur. Maar het geronde optimisme heeft ook dit keer voor de zooveelste maal ge'yk: in de zes jaar. dat niet alleen de zegekar van de Muzen, en speciaal de privé twoseater van Euterpe en Polyhymnia, geëlectriflceerd rijn Is uit het werk der jubilarissen anno 1933 het belang- rykste opgenomen. Zoodat ik u moet verzoeken, het vraagtëeken in den kop van dit artikel pyi- snel de monsteriyke afmetingen als in een nachtmerrie of een moderne film te geven. Wagner is echter op het oogenblik troever de troef en daarom dit keer een parade van de vorige plaat'.ichtlngen. met name van on officieel gedecoreerden. Dat Mengelberg voor Columbia de Tannhkuser-ouverture ten twee de male speelde, vermeldde ik reeds (Col. L 1770/1), zoodat deze door dén componist gefa briceerde en gesanctionneerde potpourri uit het muzikaal heldendicht der Minnezangers om zoo te zeggen pasgeleden weer haar permanent wave kreeg, die u niet voor een watergolf je ge lieve te houden. Het prachtige relaas van Tannhauser over rijn reis naar Rome komt er echter niet in voor, evenmin als het „Lied aan de avondster”. Ge kunt ze echter gezongen kry- gen resp. door Lauritz Melchior Hls Master's Voice D 1675) en Wil'y DomgrafFassbaender (H. M. V. EH 724). twee platen wier keerrijden nog andere hoogtepunten uit dezelfde opera bieden. Het voorspel „Lohengrin” benadert by Leo pold Stokowsky wel het meest zyn natuuriyke klankenweelde (H.M.V. D 1463). Daarna zyn we er echter niet, wat deze opera betreft. Gedenk het „Bruidskoor” (H.M.V. EW 60) en het edele Graalverhaal, voorgedragen door Richard Crooks (H.M.V. EJ. 1333), het laatste gekop peld aan Wa'ther’s „Pryslled" uit de .Meis tersinger” en daardoor een uitblinker als weinige. Het heerlyke voorspel van ..Tristan und Isol de” hoor ik per schijf het liefst van Wilhelm Furtwingler (Polydor 95438), die onlangs zoo leelyk op de gramofoon heeft afgegeven, waar over de vereerders van dezen mlcrofoon-crack In ruste wel heel verbaasd geweest zyn, maar wat voor wel inge'lchten niet zóó bevreemdend was. Van de vele vergezichten uit dit muzikale Alpenlandschap staan in alle Baedekers der toonkunst met drie sterretjes gesierd het ver heven liefdesduet uit het tweede bedryf en de zwanenzang van Isolde. De verrukkingen van Isolde en Tristan vindt ge Ideaal vertegenwoor digd door Frida Leider en Lauritz Melchior (H.M.V. D 1723 4), den extatischen dood uit lief- de van Isolde in den zang van onze landge- noote Elisabeth Ohms (Polydor 66928). Er gaat een grapje, dat zekere gramofoonmaniak rim lievelingsplaten zoo vaak speelde, dat hy af er. toe stukjes van den onderkant hoorde. Mocht u dat overkomen met Isolde'» klacht, dan hoort ge die gemengd met flarden uit Senta’s Ballade uit „De vliegende Hollander”. De feesteiykheid van het voorspel „Meister singer” zal by deze herdenking wel graag aan gewend worden. Vraag er Hans Knappertsbusch voor met het Berlynsche Phllharmonlsch or kest (Polydor 66698). Wie een zwak heeft voor het .Am stillen Herd”, beluistere Julius Pat- zak. die daarna geestdriftig het „Pryslled” uit de .Meistersinger” aanbeft (Polydor 90181). De latere muziekdrama’s van Wagner heb ben misschien het meest tot rijn roem toege- electrische schel weerklonken had. die auto matisch ingesteld werd by het beëindigen van bet telegram. Zoodra aldus het binnenkomen van den uitslag werd aangekondigd, werden geen weddenschappen meer aangem waafborg tegen oneerlijkheid Eerst later op den middag kwam de book maker. Voortdurend werden kleine wedden schappen aangegaan. Eerst tegen den tyd. dat de races afgeloopen konden rijn, stegen de be dragen. Meestal werd er gewed op Mir» ih» Steeds meer steeg de spanning. Eensklaps zei willmot, die tot nu toe niet gewed had: „1000 pond, 20 tegen één, tegen Sjaddah-Pasja!" Klnarblijkeiyk hoopte hy met één slag z’n vorige verliezen goed te maken. Nog midden in de emotie over dezen hoogen in zet. klonken de stemmen van ka pitein Clarke en mynheer Atkin son geiyktijdig: 1000 pond. 50 te- de poendits Pennyless openlijk in bescherming namen. Daarenboven waren inderdaad verrassende omstandigheden zyn gezindheid en zyn plan nen komen begunstigen. Op denzelfden dag. waarop de ongelukkige hertogin van Richmond doodeljjk met een dolk gewond was door den Brahmaan, kreeg Bikanel bezoek van een heer, die zich aan hem voor telde onder den zeker niet alledaagschen naam van Zilverkoning. Die heer kon iemand zjjn van ongeveer vjjftlg jaren. Hy was groot van stuk, beenlg. met sproeten m het gezicht, en droeg een peper-en- zout baardje. Hy sprak met korte zinnetjes, als n gehaast zakenman, in telegramstyi. Heel die figuur en zyn neusklank deden hem aanstonds kennen als "n volbloed-Yankee. „Ik ben Jim Silver,” zeide hij met de deur In hut» vallende, „de ZilverkoningAmeri- Kaansch burger ik bezit twee honderd mil lioen dollar.... Hier 1» *n briefje van uw chef.. Lees hetgauw." .Maar mylord. „Ik betaal voor geen Ut el».... ik ben geen lord.... ik betaal voor werk en ik betaal goed.... heel goed" „Wat wenscht uwe Edelheid?” .Kapitein Pennylew.... petroleumkoning Amerlkaansch burger.... mijn vijand.... heeft me twee millioen dollar af genomenis ge trouwd met de vrouw, die ik liefhadMoet verdwijnenvoor altijdik wil trouwen met zijn weduwe.” Maar zóó dacht Bikanel er niet over. Na een door-en-door geraffineerd Brahmaan te rijn geweest, was hy nóg meer geraffineerd paria geworden. Overtuigd van de voortreffelijkheid van het leven en vastbesloten het zoo laat mogeiyk vaarwel te zeggen, meende hy dat de Engel- schen «IJn geestesgaven wel zouden kunnen ge bruiken en hem daarvoor de middelen zouden kunnen schenken om aan zijn lusten te vol doen. En daar de Engelschen volstrekt geen afkeer hebben van Heden, die door hun kaste-genooten rijn uitgeworpen, ging hy hun met goeden moed zjjn diensten aanbieden. De Brahmanen kennen de meest schrikwek kende geheimen van personen en toestanden tn dit geheimzinnigen land, dat de overwln- Op zekeren dag bood Robbie een worm, aan het einde van een stok, aan de twee lepelaars aan. doch belde keerden hem den rug toe en begaven zich naar eenige rotsen op de kust. „Wij hebben Engelschen pingelen nooit als hun be lang met iets gemoeid is. Bikanel kreeg het salaris van een generaal en werd ingedeeld by de geheime politie. Hem werd bevoegdheid verleend tot zoowat alles, waarmede hy de Britsche overheid van dienst kon zjjn en dat hem tegeiykertijd in staat stelde ongestraft aan zyn hartstochten en wraaklust te kunnen voldoen. Als een wild beest eenmaal getemd is. haat ^et altyd die exemplaren van zijn ras. welke in de vrjje natuur zijn gebleven. Paarden en oHfanten bijvoorbeeld toonen zich hartstochtelijk by de Jacht op hun na- ■.uurgenooten en zijn onmeedoogend voor deze laatste zoodra rij gevangen rijn. Zóó ook de van zyn kaste-rang vervallen ’-trklaarde Brahmaan de wegens on waardig gedrag gestrafte poendit Bikanel. die. soodra hy in dienst was van de Engelschen een woesten haat aan den dag legde voor alle Hindoe-kas- ten en vooral voor die welke hem had ultge- stooten. Die haat maakte de wraak voor hem tot een Doch het bleken Crewly en Crawly te zyn, Freddy’s Uevellngs- slangen, die, vanzelfsprekend, zwaar er tegen hadden, dat de twee lepelaars aan de eindjes van hun staart begonnen te trekken. Om den lepelaars een lesje te slingerden zy zich gaven ze De paria is de verpersoonlyking van schande, verachting, besmetting En dat biyft hy zyn leven lang. En de menigte der paria's bestaat niet enkel uit paria’s-door-geboorte. maar óók uit al degenen die. om een of andere reden, uit hun eigene kaste zjjn buitengesloten. Begaafd met de rijkste collectie ondeugden waarop 'n Oosterling trotsch kan zyn bezoedeld met aHerlei denkbare misdaden om» aan die ondeugden voedsel te geven, was Bikanel. op zekeren dag, weggejaagd uit de kaste zyner ge lijken. die der” Brahmanen, en dus in den ban geslagen der geheele natie. In zulk een geval maakt een Hindoe, veel liever dan die vernedering te dragen, een einde aan zyn .leven. aan, den fyne moeite zjjn,” sprak die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 10