Voor Gramofoonlief hebbers
<Ketv&Aaal
van
E.R.K
F
FAVORIET
sopla(27z)cigarillos I
den daq
BEZUINIG NIET
H
Bij Pijn
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
E
De ROBINSONheerenmolière kost:
zwart f 4.50 - bruin f 4.90
HET
GROOTE
AVONTUUR
I
Vergeten feestelingen i
Alle abonné’s f WÜSif7S0.-Tf f 150.-^
ZATERDAG 11 FEBRUARI
7
LEVENSVERZEKERING MIJ.
te Nijmegen Nassau singel 3
Kapitaalsverzekering
De echte Faust
Toen de Sahara be-
Korter werktijd
woond was
Universiteit* jubileum
he
Moeilijke redding
Stadsverfraaiing
(Jongensmatèn naar verhouding goedkooper)
V olksver zekering
5
ei
c1
Kapitein Clarke
T»»»»»»»»M»»»«»»*«»M»aMMM(«araMMg<6aMMMMggf
gen één op Sjaddah-Pas>!”
T> 1 -
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
DOOR UW GIFTEN
I De ontdekking van
Mijnhardt’s Poeders
,ro FEUILLETON
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
In
al»
frisch zijn, alsof zij versch geplukt
RJ
wormen
antwoordde
be-
van
rond
een
en
wenschen.
zeker
1
voor
(Maandagavond vervolg)
de
le
om aan zijn lusten te vol-
Wordt vervolgd).
(Ingezonden Mededeeling'
Bijkantoor: J. J. A. DU1JNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag.
groote
de
ven,
halzen
kneep.
„ZU
dat ze
was
waarvan
drt
bui
de verkeerde richting. Een levensverzekering is een
levensbehoefte. Sluit haar bij de
verwonderd
leen Atkinson
iets wat men
lui
let’
Hel
let’
B!
2(
B
K
B
1
11
t
1<
1
1
i
1
Ju
he
kl
22
11
4
X
I
1
X
1
Er
ou<
Bt
vo
tu
o
la
tn
Al
„niet
het
1
me
nu
me
bal
g*
He
R<
h<
B<
O.
go
ge-
hun
flinke
Er
Zond
velde
baar
zeer
verba
In en
In h<
In
dam
sterk,
club
ook i
dit n
staat
datie<
stelle:
ren f
ook
hoofc
Dé
kansl
punt»
Do
is d
toege
aansj
heeft
de ze
veel
terwi
runni
strijd
langs
het r
Gn
hem.
„Hier, neem dit." zei hij, terwijl hij Willmot
20 banknoten in de hand drukte, „betaal vlug
en ga mee!’*
Tn Matsoezaka-stad, gelegen In de Japansche
provincie Miye, is de vierurige werkdag en de
24-urlge werkweek ingevoerd ter bestrijding
der werkloosheid.
naars tot dienstbaarheid hebben gebracht zon
der er in geslaagd te zijn het land en de be
volking voor zich te winnen.
Dit aanbod van Bikanel, bijna eenig in de
eeschiedbladznden der verovering van Britsch-
Indië. was voor de Regeering een fortuintje.
twee
gevonden,
eten waard
Den volgenden dag om drie uur precies reed
de auto van luitenant Willmot voor. Onderweg
informeerde Clarke naar de gebruiken der club.
„U begrijpt, dat er grenzen gesteld zijn aan
het wedden.” zal Willmot; „niet meer dan
501 en niet boven de duizend pond. De hou
der van de club is een gewezen „bookmaker”.
U zult er overigens wel bekenden ontmoeten.”
De auto stopte voor een huis in de Stanhope
street.
„Hier is het," sprak Willmot; Jk zal u even
voorgaan om u aan te dienen bij den secre
taris.”
Eenige oogenblikken later werd kapitein Clar
ke aan den secretaris, mijnheer Atkinson, voor-
gesteld.
„U bent zeker door mijnbeer Willmot reeds
op de hoogte gebracht van onze gebruiken.
Contributie wordt niet geheven. De bookmaker
handelt geheel op eigen risico en ieder lid staat
in voor z n introducé s. Wilt u zoo goed zijn mij
te volgen, dan zal ik u aan de verschillende
leden voorstellen.”
Onderweg fluisterde Willmot den kapitein in
t oor: „Een fameuze kerel, die Atkinson. Hij
wacht altijd tot het laatste moment met z’n
weddenschap, maar in den regel wint hij ook.”
Clarke werd binnengeleid in een weelderig
gemeubileerd salon, waar zich verscheidene
personen bevonden, zoowel dames als heeren.
onder wie vele bekenden van hem. Een deur
verborg het telegraaftoestel, dat de naam van
het winnende paard moest opteekenen. Deze
deur werd niet eer geopend, dan nadat een
De Sovjetregeering heeft ean bedrag van
500 miUioen roebel toegestaan voor de ver
fraaiing der steden in Rusland.
Voor Moskou wordt 125 millioen uitgetrok
ken en 93 millioen voor Leningrad.
De hoogste inzet! Iedereen k<
naar de beide mannen, maav-4
scheen een beetje zenuwachtig.
van hem niet gewoon was. Daarentegen stond
kapitein Clarke met onbewogen gelaat naast
hem, geleund tegen het raamkozijn.
Veel tijd tot beschouwingen over deze nieuwe
sensatie was er niet, want het volgend oogen-
blik kondigde een doordringend .geschel het bin
nenkomen van het telegram aan. De bookmaker
mAakte de deur open en ten aanschouwe van
alle aanwezigen ontcijferde hij de strepen en
punten op het papierlint tot: .JShaddah-Pasja”.
Kalm streek kapitein Clarke z’n 50 000 pond
op. Dan keek hij rond naar Willmot. Deze
stond achteraf, leunend tegen de tafeL Hy zag
doodsbleek en het koude zweet,-parelde op zijn
voorhoofd. In een paar passen was Clarke by
I) ontsteken, die achteraf met stroo
biyken. Herinner u
herdenkingen van het vorige jaar, C
stortvloed van nieuwe uitgaven, studies
„En u hebt op my gerekend om u te helpen,
mylord?”
Noemt u mij zoo graag mylord?”
,,’n Amerlkaansch koning kan in Britsch-In-
dlë zeker niet minder zijn dan een lord."
,AU right!.... Ja. ik reken op u.... Hoeveel
geld?”....
„Vooreerst volstrekte straffeloosheid voor alle
kleine onregelmatigheden die ik zal moeten be
gaan.”
„Straffeloosheid gewaarborgd door autoritei
ten.... Hoeveel geld?”
„Veel.... veel....
„Goedgoedje krijgt op den dag dat
!k. na den dood van Pennyless met zyn weduwe
rouw. *n millioen dollars/
„U bent *n echte lord!" zei de politieman,
overdonderd door dit kolossale bedrag.
.Je neemt hei dus op je?"
„Met genoegenMaar wat nu de onkosten
betreft voor de te nemen maatregelen...."
.Die betaal ik ook!.... Hier is *n cheque van
honderdduizend dollar op de Nationale Bank..*
„Dank u. mylord! En waar is uw vijand op
oogenblik’”.
„Hy komt de Hoegll opgevaren met zijn jacht,
dat naar hem heet, de „Pennyle»s".HU I*
vannacht te Calcutta."
„Bent u daar zeker van?”
De universiteit van Pollers zal op 1 Juni as.
500 jaar bestaan, welk feit op feestelyke wijze
zal worden herdacht.
Een groot aantal buitenlandsche universltei-
ten zal vertegenwoordigers sturen om aan de
herdenkingsplechtigheden luister by te zetten.
Wyien President Doumer had tijdens zyn
leven beloofd de aloude stad ter gelegenheid
van de unlversiteitsfeesten met een bezoek te
zullen vereeren.
Het staat nog niet vast of zyn opvolger, pre
sident Lebrun, aanwezig zal zyn.
STEUNT:
ONS GIRONUMMER IS 23653
U helpt ons hierdoor Jonqens
zielen redden voor Chrlatuv
De Koninklyke Italiaansche Geografische Ver-
eeniging heeft eenigen tijd geleden opdracht ge
kregen van de regeering om in de Italiaansche
kolonie'Tripolis een onderzoek in te stellen naar
de ontwikkeling der daar wonende rassen. On
der leiding van prof. Cipriani is een expeditie
uitgetrokken, om deze taak te vervullen. Het
gevolg van de onderzoekingen is o.m. een ar
tikel van den geleerde in de „Corriere della
Sera”, waarin de professer verslag uitbrengt
van de studiereis.
De Sahara, vooral het Italiaansche gedeelte
daarvan, bevat nog menig onopgehelderd ge
heim, aldus de professor. De vroegere bewoners
van de streek, die thans een dorre woestyn is,
hebben vermoedeiyk geleefd onder byzonder
gunstige levensomstandigheden. Men neemt zelfs
aan. dat de toenmalige bewoners zich langza
merhand hebben verspreid naar Europa en an
dere deelen der aarde en daar den grondslag
hebben gelegd voor de nieuwere rassen. Uit op
gravingen biykt, dat de Sahara reeds bewoond
was in oeroude tijden, die nauwelyks meer te
berekenen zyn. Ook voorwerpenuit den prae-
historischen tyd werden gevonden, waaruit de
professor meent te mogen concludeeren. dat
Noord-Afrika, en vooral Tripolis het eerst be
woonde deel der aarde was. De geleerde neemt
aan- dat de bewoners niet werden beïnvloed
door de nabijwonende Carthagers. noch door
de Romeinen of Phoeniciërs. Tot de tweede
eeuw na Christus Is het Romeinsche leger ver
moede !yk niet grooter geweest dan 25.000 man
en daaronder waren slechts weinig Europeanen.
Wanneer dus het Romeinsche leger ergens op
verovering uit ging, dan konden het moeilijk de
Romeinsche soldaten zijn, die de ras«en zouden
hebben beïnvloed Deze soldaten van het Ro
meinsche leger waren meestal menschen uit
Noord-Afrika. zoodat hoogstens kan gesproken
worden van een vermenging van rassen aan de
Noord-Afrikaansche kust. Ook de Vandalen, die
later met een leger van 200 000 mzm naar Noord-
Afrika trokken, hebben weinig sporen van in
vloed achtergelaten. De Grieken van hun kant
hebben zelden kolonisten afgestaan voor dit
deel van Afrika, zoodat ook van die zyde weinig
Indrukken achterbleven.
De Arabieren en de Byzantynen hebben meer
invloed uitgeoefend op de vorming van de ras
sen. vooral in de elfde eeuw, toen zy in grooten
getale nederzettingen stichtten aan den rand
van de Sahara. En ook de Joden waren vrij tal
rijk in Noord-Afrika. En verder zyn het de
negers van de Zuidelijke Sahara, die ook een
woord ie hebben meegesprok*n. Deze negers zyn
n.l. in vroegere tijden naar het Noorden getrok
ken. voorzoover zy niet reeds als slaven naar
de Noordgrens waren overgebracht. Deze slaven
toevoer geschiedde vooral onder het regiem van
den Islam in Soedan Er had toen een vermen
ging plaats van negers en Arabieren.
Tenslotte hecht prof. Cipriani groote waarde
aan den Invloed der Aethioplërs. die volgens
hem vroeger de Sahara moeten hebben bewoond.
Intus-'Chen Is de studie van den professor nog
maar in haar eerste stadium, doch niettemin
verklaart hij. dat hy-er zeker van is, dat de eerste
volkeren der aarde hebben gewoond daar waar
thans de eindelooze vlakten van de Sahara zich
uitstrekken. Daar zou dus de ..bakennat” van
het menschdom zyn, althans: daar zouden de
eerste rassen hebben gewoond Verdere open
baringen van den Itallaanschen geleerde zullen
nog moeten uitmaken in hoeverre hy gelyk
heeft, of zich vergist....
liiimtmiiliuui
in hoofd en ledematen, alsook by Kiespijn en ge
vatte Koude. Rheumatische Pynen. Griep, Influ
enza en vastzittende Hoest, zullen
U spoedig helpen Prys per poeder 8 ct
Doos 45 ct. VerkrUgbaar by Uw Drogist.
Twee vrouwelyk toeristen, die eenige maan
den geleden de Alpen waren beklommen in het
Trento-dlstrict en sedert dien vermist werden,
zijn thans door leden van de fascistische militie
in veiligheid gebracht.
Een der vrouwen had by de klimparty een
been gebroken en daarom had haar gezellin
haar naar een berghut gebracht om dan hulp
te gaan halen, doch kort nadat de vrouwen in
de hut waren, zette een hevige sneeuwval in.
waardoor het onmogeiyk was de hut te ver
laten.
De vrouwen bleven daarom in de hut en twee
maal per week bracht een jongen uit een veraf
gelegen dorp hun voedsel.
De tocht naar de hut was echter door de ge
weldige sneeuwmassa's uiterst gevaariyk en op
een van zijn tochten verongelukte de jongen en
zyn lijk werd later door eenige soldaten gevon
den.
Hierdoor kwam men evenwel op het snoor
van de vrouwen en na moeizame pogingen
slaagde men er in de hut te ontdekken.
De belde vrouwen, die eenige dagen zonder
voedsel en brandstof waren geweest, waren vol
komen uitgeput en bijna doodgevroren.
overvloedig gebruik wordt gemaakt. Men ver
moedde met stelligheid, dat Faust al deze
machten had gekregen van den heerscher der
duisternis, die hem eindelyk zijn tol liet be
talen voor de bewezen diensten en hem mede
sleurde naar de hel.
Aldus de verhalen, die onder het volk de
ronde deden, maar het gaat niet aan deze ver
balen voor lief te nemen. Men moet dan ook
veronderstellen, dat de geleerdheid van Faust
zoo ver boven het bevattingsvermogen zyner
medemenschen uitging, dat dezen niet beter
wisten te doen dan legenden om zyn naam
heen dichten. Deze legenden vonden hun weg
naar de verbeelding en werden in dén loop der
jaren de stof voor' nieuwe verhalen.
Hoofdzaak is echter, dat dr. Faust werkelijk
heeft bestaan.
„Hoe zal ik het u ooit terug kunnen betalen!"
riep Willmot. wanhopig, terwijl hij zenuwachtig
en opgewonden de kamer van kapitein Clarke
op en neer wandelde.
„Dat hoeft niet! Bovendien zal je me een
groot genoegen doen met nog 20.000 pond van
me aan te nemen; dat is vermoedelyk het be
drag, dat je noodig hebt om je geleden verliezen
van dit seizoen te dekken, te oordeelen ten
minste naar je inzet van daarstraks. Het is
heelemaal niets bijzonders, dat ik dit doe: ik
geef je eenvoudig weer terug, wat die zwen
delaars daarginds je successievelijk afhandig
gemaakt hebben. Ik zal je het geval uitleggen:
„Schuin tegenover jullie club ligt een klein
restaurant met een reclame-uithangbord in tel
kens wisselende kleuren door middel van elec-
trische gloeilampjes. Door advertenties tn de
Times maakt de man. die dit ding aan den
overkant inschakelen moet, bekend, welke kleur
elk paard heeft, dat meeloopt. Atkinson maakte
al dadelijk een ongunstigen indruk op me. Ik
zorgde in zijn nabijheid te zijn, vooral na dat
gezegde van jou over z’n geweldig geluk, en ik
bemerkte, dat hij met z’n rug tegen een raam
ging staan, zoodanig echter, dat hij door een
daar tegenover liggend venster naar bulten kon
zien. Onafgebroken keek hij naar die licht
reclame. die merkwaardig genoeg op klaar
lichten dag werkte. Ik hield dat ding nu ook
goed In de gaten en eensklaps zag ik drie keer
achter elkaar de zelfde kleur: blauw. Dat was
.qjaddah-Pgsja volgens «en van (Je ad'^Jenties
in de Time». Onmiddeliyk zette ik dan ook den
hoogzten Inzet op dat paard, gviyktydlg met
Atkinson en, zooals je weet, juist bijt yds. want
direct daarna klonk de schel, die het verder
sluiten van weddenschappen onmogeiyk maak
te.”
„Eén ding begrijp ik niet," zei Willmot; ..hoe
kon die man aan de overzijde den uitslag we
ten?"
„Dat zullen we dadelijk hooren! Ja, binnen!
En. John?” vroeg de kapitein aan den binnen
tredenden bediende.
„Het restaurant, dat u bedoelde, heeft wer-
keiyk een telegrafisch ontvangtoestel,- myn
heer
„Dank je; je kunt je gang welgaan."
Nadat John verdwenen was, hernam Clarke:
„De man. die den schakelaar in het restau
rant bedient, krijgt dus geiyktydig het tele
gram. Natuurlijk is die schel in die chib van
jullie zóó geregeld, dat hy een paar minuten
na het binnenkomen van het telegram in wer
king komt, zoodat de man aan de overzyde ge
legenheid heeft z’n lichtsignaal te geven. At
kinson staat op z’n post en doet nog juist z’n
hoogsten inzet. Alle onlngewljden hebben kleine
inzetten gewaagd op raad van Atkinson, wiens
raad natuuriyk grif wordt aangenomen. Djze
inzetten gaan echter altijd voor de grootste
helft verloren, zoodat al deze menschen lang
zamerhand uitgezogen worden. Slechts enkele
mede-lngewyden spelen met Atkinson en den
bookmaker onder één hoedje en zorgen te win
nen. om de anderen zoodoende een rad voor
de oogen te draaien.
..Neem nu deze 20 banknoten, Willmot. maar
beloof me op je eerewoord, nooit meer te wed
den.”
daan, maar zijn niet zóó populair. Toch bevat
ten zy wonderlyk mooie stukken, oases in
woestbnen van breedsprakigheid. Columbia gaf
er een bloemlezing van. die bovendien de aan-
trekkeiykheid heeft, dat zy Bayreuth voor u
in huis haalt. Het album is namelyk het resul
taat van opnamen in het „Festspielhaus” zelf
en geeft een keur van fragmenten uit „Der
Ring der Nibelungen” en „Parsifal”. De schy-
ven zyn ook los verkrygbaar, wilt ge een eerste
keuze uit deze unieke verzameling doen, neem
dan vooral de heerlyke ;,Charfre?tagszauber"
waarin de rulle stem van Alexander Kipnis en
het lyrisch geluid van Fritz Wolf omsponnen
worden door het huisorkest van Wagner’s
tempel. Drie kanten beslaat dit kostelyk frag
ment; aan den vierden werd toegewezen het
lente'yk woudleven uit „Siegfried” (Columbia
L 2013 4).
Wanneer ik u vertel, dtt deze bedachtzame
greep uit het gramofoonrepertoire niet een drie
honderdste van de opperv’akte beslaat, die
door de verschillende gramofoonmaatschappyen
werd beploegd, dan zult ge het met my eens
zyn: werkeiyk. deze feesteling werd reeds Jaren
vóór de herdenking in het zonnetje gezet. En
laat ik u verzekeren, dat de genoemde lauwer
kransen. die de platenindustrie Wagner vlocht,
nog zoo
werden.
zy rich haastte prof ut te trekken.
Men vroeg aan Bikanel wat hij verlangde Hy
antwoordde: .Ken flink salaris en ‘n plaats bl
de politie.”
De
et was de avond vóór de groote Derby-
wedrennen by Epsom.
Kapitein Henry Clarke van het le re
giment Landers zat, weggedoken in een groo
ten clubfauteuil op z’n kamer. Nu en dan
fronste hy x’n wenkbrauwen en keek peinzend
voor zich op het tapijt. Het was zeker iets ern
stigs, dat z’n gedachten bezig hield. En dat was
het ook.
Het betrof een vermoedeiyke zwendelary by
de wedrennen. Een zyner jongere kameraden,
luitenant Willmot, was een hartstochtelyk wed
der. Tot nu toe had hy zyn verlies met de winst
van een volgenden keer kunnen dekken, maar
gedurende dit seizoen had hy telkens verloren,
zóóveel zelfs, dat hy aan den rand van z’n fi-
nancieelen ondergang stond. Het ergste was
nog. dat hjj het vorig jaar getrouwd was. Eenige
dagen geleden had Willmot z’n flnancieelen toe
stand aan zyn vrouw blootgelegd en in haar
wanhoop was deze naar kapitein Clarke, hun
besten vriend, gegaan, om hem om raad te
vragen.
t Was hierover, dat de kapitein nu nadacht.
Hy vond het hoogst eigenaardig, dat iemand
als Willmot, die vroeger over z’n geluk bjj t
spel en t wedden niet te klagen had, nu in dit
seizoen zulke geweldige verliezen had geleden.
Onwillekeurig zocht Clarke verband tusschen
dit verschynseJ en het toetreden van Willmot,
juist in dit seizoen, in een besloten club, waarin
voor vry hooge bedragen werd gewied.
Hy besloot morgen daar eens poolshoogte te
gaan nemen. Vroeger had hy ook veel gewed
en hy was volkomen op de hoogte van alle
daarby geldende gebruiken en wat meer
zegt van de daarby voorkomende zwendel-
methoden.
Hij lichtte de telefoon van den haak en belde
Willmot op
„Hallo! Hier kapitein Clarke! Is mijnheer
Willmot thuis? Ja? Vraag dan even of myn
heer aan de telefoon wil komen.... Xoo,
Willmot, ben je daar? Zeg, kerel, ik heb ge
hoord, jullie hebt zoo’n interessante club. Kun
je me daar niet introduceeren? Ik zou wel een
kansje willen wagen by de Derby."
„Goed, zorg dan om drie uur hier te zijn.
AU right.”
„Ziezoo, die introductie heb ik dus,” nu kan
ik zien, hoe de kansen morgen staan.”
Kapitein Clarke nam het avondblad van de
Times ter hand, dat meer dan één kolom wyd-
de aan de rennen van den volgenden dag. .341-
ralda” was sterk favoriet, maar ook de win
naar Van ’t vorige Jaar. „Sjaddah-Pasja” maak
te een goede kans. Eensklaps viel z’n oog op een
advertentie: „Mlralda: Rood”. De advertentie
bestond slechte uit deze twee woorden. Dat
moest in verband staan met de rennen. Hy
keek naar de klok: nog slechts enkele minuten
en de bureaux van de Times zouden gesloten
zyn Hy belde z’n kamerdienaar
.John, laat onmiddeliyk de kleine Ford voor
komen.
Hy snelde naar beneden, trok z’n overjas aan
en zette z’n hoed op. Op hetzelfde moment, dat
hjj de voordeur opende, gleed de Ford-auto
langs den trottoirband Snel stapte hy in.
„Naar de bureaux van de Times, Paternoster
Row! En rij zoo hard als je kan!”
Hy kwam nog juist vóór het gebouw voor t
publiek gesloten werd. In t archief verkreeg hy
Inzage van de avondbladen der laatste dagen
en vond in elk er van een advertentie met den
naam van een der in den Derby meeloopende
paarden, met daaronder telkens een andere
kleur.
..Laat ik het goed onthouden," mompelde ka
pitein Clarke by rich zelf, vóór hy rich te ruste
begaf: „Mlralda: rood; Shaddal-Pasjablauw".
We zullen zien wat dat te bateetotnen iseeft."
Velen meenen dat er geen echte Faust heeft
bestaan en vermoeden alleen het gefingeerde
bestaan van dr. Faustus, zooals Goethe ons
dien geschilderd heeft in zyn wereldberoemd
drama. Maar deze veronderstelling is niet juist.
Er heeft n.l. Inderdaad een geleerde bestaan,
die later door allerlei verdichtsels tot een
legende is geworden, een legende, die Goethe
heeft bewogen zyn drama te scheppen. De
volksverbeelding heeft van den echten Faust
een man gemaakt, die, zoekend naar <je die
pere waarheden tot de ontdekking kwam, dat
de waarheden te diep zyn voor den mensche-
lyken geest, zoodat Faust greep naar de toover-
kunst om over zyn teleurstellingen heen te
komen.
Faust is inderdaad een zoeker geweest, een
geleerde, die leefde omstreeks 1500. Hy was de
zoon van een welgestelden boer en volgde de
colleges aan de universiteit te Ingolstadt in de
godgeleerdheid en de geneeskunde. Hy behaal
de aldaar verschillende graden en gaf zich
ook over aan de sterrenwichelarij. Zijn natuur
kundige experimenten wekten de bewondering
en ook eenigszins den angst van zyn omgeving,
die in hem een legendarisch wezen begon te
zien en hem een macht toeschreef, die ver
boven de gewone en natuuriyke, menschelyke
macht uitging. Het verhaal ging, dat Faust een
mantel had vervaardigd, die hem onzichtbaar
kon maken als een soort Thornhelm, zooals
we in de sage der Nibelungen ontmoeten, het
geen o.m. te zien is in de bekende film van
dien naam, waarin van dezen Thomhelm een
pJeegt men geweldige vüren te
-gevoed
slechte de Goethe-
die een
--en op-
voeringen met zich brachten en ge komt tot
de slotsom, dat ook feesten van den geest een
Hinken kater kunnen geven.
In de gramofoonwereld is men niet zoo her-
zullen nu
myn kleinen worm genomen
hadden,” meende Robbie.
„Ze hebben het verdiend
hun ruwheid." verklaarde Topsy.
Alle, op één na, wier naam onmiddeliyk doet
denken aan verdrukking, verachting, ellende en
achandeiyk-onrechtvaardlge behandeling die,
helaas, het diepste medelijden verdient: de me
nigte der paria's. t
De taalgeleerden zeggen cat dit woord af
komstig Is van ..pars»’’ hetwelk In net Sans
kriet evenal» in bet Grieksch b” -l-»nt. „bul
ten’' dus: buiten de wet nestelden. Oe paria’s
behooren dus eigenlijk ói jeen enkele klasse
Het zijn de ge vloekten, de onreinen. de ver
achten, met wie men zelf» niet toevalliger
wijze In aanraking mag komen, «onder daarna
raakt te worden tot het verrichten tan
bepaalde gebeden, zuiveringen, boetedoeningen.
En de afschuw voor deze menschen gaat zóó
ver. dat sells de priesters de „tweemaal gebo
renen.” de dwldjas, hen. om hen te tuchtigen
niet met een stok mogen aanraken.
van het
Muriel
„Ja,” antwoordde Madge,
van die magere wormen aan
einde van een stok.”
Gretig begonnen de lepelaars
trekken aan de heerlyke wormen
van achter de rotsen.
sport en hjj bewees daarbij groote diensten aan
zyn nieuwe meesters, die hem eiken dag meer
waardeerden.
Hy was van nu af aan betrokken in alle in-
boorllngen-aangelegenheden en onderscheidde
zich door een waarlyk duivelsche sluWf.ëld.
Hjj wist zich op allerlei wyzen te vermommen
en met de meest ongeloofelijke middelen achter
alle geheimen te komen.
Hy werd weldra de geheim? raadsman, de
„grijze Eminentie” van den directeur-generaal
der politie, wiens taak hy op buitengewone wjjxe
verlichtte.
Het verschrikkelijlte drama dat de hertogin
van Richmond het leven kostte, vervulde hem
met boosaardige blydschap.
Hij zou dus nu al de wraak van zijn haat kun
nen doen neerkomen op zijn voormaligen kaste-
broeder, den poendit Narindra.
Van hem ging het denkbeeld uit het stoffeiyk
overschot van den moordenaar zoo gruwelijk en
noodeloos wreed te profaneeren: een Engelsch-
man sou aan zóó iets nooit gedacht hebben,
maar hjj. de uitgeworpenè. wist wel dat dit de
meest wreede tuchtiging was, die geheel de kaste
treffen kon.
Daarby nam het geval, door de tusschenkomst
van kapitein Pennyleaa. voor hem buitengewone
en onverwacht* afmetingen aan.
Door te verhinderen dat de schennis van het
-loffelijk overschot tot het uiterste kon worden
doorgevoerd, werd Pennyless voor Bikanel na
tuuriyk een voorwerp van onverzoenljiken haat,
en die haat groeide nog aan op den dag waarop
denkerig. Wie het niet gelooft, snuffe'e slechts
in de laatste supplementen van de catalogi. Het
is nJ. honderd jaar geleden dat Brahms ge-
boren werd, vijftig dat Wagner stierf. En wat
doen de gramofoonmaatschappyen? zy geven
slechte lijsten van de mooiste opnamen uit het
werk der feestelingen en daarmee uit. Een pes
simist zal daaruit waanschyniyk de gevolgtrek
king dlstilleeren. dat het uit is met de cultuur.
Maar het geronde optimisme heeft ook dit keer
voor de zooveelste maal ge'yk: in de zes jaar.
dat niet alleen de zegekar van de Muzen, en
speciaal de privé twoseater van Euterpe en
Polyhymnia, geëlectriflceerd rijn Is uit het
werk der jubilarissen anno 1933 het belang-
rykste opgenomen. Zoodat ik u moet verzoeken,
het vraagtëeken in den kop van dit artikel pyi-
snel de monsteriyke afmetingen als in een
nachtmerrie of een moderne film te geven.
Wagner is echter op het oogenblik troever
de troef en daarom dit keer een parade van
de vorige plaat'.ichtlngen. met name van on
officieel gedecoreerden. Dat Mengelberg voor
Columbia de Tannhkuser-ouverture ten twee
de male speelde, vermeldde ik reeds (Col. L
1770/1), zoodat deze door dén componist gefa
briceerde en gesanctionneerde potpourri uit het
muzikaal heldendicht der Minnezangers om
zoo te zeggen pasgeleden weer haar permanent
wave kreeg, die u niet voor een watergolf je ge
lieve te houden. Het prachtige relaas van
Tannhauser over rijn reis naar Rome komt er
echter niet in voor, evenmin als het „Lied aan
de avondster”. Ge kunt ze echter gezongen kry-
gen resp. door Lauritz Melchior Hls Master's
Voice D 1675) en Wil'y DomgrafFassbaender
(H. M. V. EH 724). twee platen wier keerrijden
nog andere hoogtepunten uit dezelfde opera
bieden.
Het voorspel „Lohengrin” benadert by Leo
pold Stokowsky wel het meest zyn natuuriyke
klankenweelde (H.M.V. D 1463). Daarna zyn we
er echter niet, wat deze opera betreft. Gedenk
het „Bruidskoor” (H.M.V. EW 60) en het edele
Graalverhaal, voorgedragen door Richard
Crooks (H.M.V. EJ. 1333), het laatste gekop
peld aan Wa'ther’s „Pryslled" uit de .Meis
tersinger” en daardoor een uitblinker als
weinige.
Het heerlyke voorspel van ..Tristan und Isol
de” hoor ik per schijf het liefst van Wilhelm
Furtwingler (Polydor 95438), die onlangs zoo
leelyk op de gramofoon heeft afgegeven, waar
over de vereerders van dezen mlcrofoon-crack
In ruste wel heel verbaasd geweest zyn, maar
wat voor wel inge'lchten niet zóó bevreemdend
was. Van de vele vergezichten uit dit muzikale
Alpenlandschap staan in alle Baedekers der
toonkunst met drie sterretjes gesierd het ver
heven liefdesduet uit het tweede bedryf en de
zwanenzang van Isolde. De verrukkingen van
Isolde en Tristan vindt ge Ideaal vertegenwoor
digd door Frida Leider en Lauritz Melchior
(H.M.V. D 1723 4), den extatischen dood uit lief-
de van Isolde in den zang van onze landge-
noote Elisabeth Ohms (Polydor 66928). Er gaat
een grapje, dat zekere gramofoonmaniak rim
lievelingsplaten zoo vaak speelde, dat hy af er.
toe stukjes van den onderkant hoorde. Mocht
u dat overkomen met Isolde'» klacht, dan hoort
ge die gemengd met flarden uit Senta’s Ballade
uit „De vliegende Hollander”.
De feesteiykheid van het voorspel „Meister
singer” zal by deze herdenking wel graag aan
gewend worden. Vraag er Hans Knappertsbusch
voor met het Berlynsche Phllharmonlsch or
kest (Polydor 66698). Wie een zwak heeft voor
het .Am stillen Herd”, beluistere Julius Pat-
zak. die daarna geestdriftig het „Pryslled” uit
de .Meistersinger” aanbeft (Polydor 90181).
De latere muziekdrama’s van Wagner heb
ben misschien het meest tot rijn roem toege-
electrische schel weerklonken had. die auto
matisch ingesteld werd by het beëindigen van
bet telegram. Zoodra aldus het binnenkomen
van den uitslag werd aangekondigd, werden
geen weddenschappen meer aangem
waafborg tegen oneerlijkheid
Eerst later op den middag kwam de book
maker. Voortdurend werden kleine wedden
schappen aangegaan. Eerst tegen den tyd. dat
de races afgeloopen konden rijn, stegen de be
dragen. Meestal werd er gewed op Mir» ih»
Steeds meer steeg de spanning.
Eensklaps zei willmot, die tot nu toe niet
gewed had: „1000 pond, 20 tegen één, tegen
Sjaddah-Pasja!"
Klnarblijkeiyk hoopte hy met één slag z’n
vorige verliezen goed te maken. Nog midden in
de emotie over
dezen hoogen in
zet. klonken de
stemmen van ka
pitein Clarke en
mynheer Atkin
son geiyktijdig:
1000 pond. 50 te-
de poendits Pennyless openlijk in bescherming
namen.
Daarenboven waren inderdaad verrassende
omstandigheden zyn gezindheid en zyn plan
nen komen begunstigen.
Op denzelfden dag. waarop de ongelukkige
hertogin van Richmond doodeljjk met een dolk
gewond was door den Brahmaan, kreeg Bikanel
bezoek van een heer, die zich aan hem voor
telde onder den zeker niet alledaagschen naam
van Zilverkoning.
Die heer kon iemand zjjn van ongeveer vjjftlg
jaren. Hy was groot van stuk, beenlg. met
sproeten m het gezicht, en droeg een peper-en-
zout baardje. Hy sprak met korte zinnetjes, als
n gehaast zakenman, in telegramstyi. Heel die
figuur en zyn neusklank deden hem aanstonds
kennen als "n volbloed-Yankee.
„Ik ben Jim Silver,” zeide hij met de deur In
hut» vallende, „de ZilverkoningAmeri-
Kaansch burger ik bezit twee honderd mil
lioen dollar.... Hier 1» *n briefje van uw chef..
Lees hetgauw."
.Maar mylord.
„Ik betaal voor geen Ut el».... ik ben geen
lord.... ik betaal voor werk en ik betaal
goed.... heel goed"
„Wat wenscht uwe Edelheid?”
.Kapitein Pennylew.... petroleumkoning
Amerlkaansch burger.... mijn vijand.... heeft
me twee millioen dollar af genomenis ge
trouwd met de vrouw, die ik liefhadMoet
verdwijnenvoor altijdik wil trouwen
met zijn weduwe.”
Maar zóó dacht Bikanel er niet over. Na een
door-en-door geraffineerd Brahmaan te rijn
geweest, was hy nóg meer geraffineerd paria
geworden.
Overtuigd van de voortreffelijkheid van het
leven en vastbesloten het zoo laat mogeiyk
vaarwel te zeggen, meende hy dat de Engel-
schen «IJn geestesgaven wel zouden kunnen ge
bruiken en hem daarvoor de middelen zouden
kunnen schenken om aan zijn lusten te vol
doen.
En daar de Engelschen volstrekt geen afkeer
hebben van Heden, die door hun kaste-genooten
rijn uitgeworpen, ging hy hun met goeden moed
zjjn diensten aanbieden.
De Brahmanen kennen de meest schrikwek
kende geheimen van personen en toestanden
tn dit geheimzinnigen land, dat de overwln-
Op zekeren dag bood Robbie een
worm, aan het einde van een stok,
aan de twee lepelaars aan. doch
belde keerden hem den rug toe
en begaven zich naar eenige rotsen
op de kust.
„Wij hebben
Engelschen pingelen nooit als hun be
lang met iets gemoeid is.
Bikanel kreeg het salaris van een generaal
en werd ingedeeld by de geheime politie. Hem
werd bevoegdheid verleend tot zoowat alles,
waarmede hy de Britsche overheid van dienst
kon zjjn en dat hem tegeiykertijd in staat
stelde ongestraft aan zyn hartstochten en
wraaklust te kunnen voldoen.
Als een wild beest eenmaal getemd is. haat
^et altyd die exemplaren van zijn ras. welke in
de vrjje natuur zijn gebleven.
Paarden en oHfanten bijvoorbeeld toonen
zich hartstochtelijk by de Jacht op hun na-
■.uurgenooten en zijn onmeedoogend voor deze
laatste zoodra rij gevangen rijn.
Zóó ook de van zyn kaste-rang vervallen
’-trklaarde Brahmaan de wegens on waardig
gedrag gestrafte poendit Bikanel. die. soodra hy
in dienst was van de Engelschen een woesten
haat aan den dag legde voor alle Hindoe-kas-
ten en vooral voor die welke hem had ultge-
stooten.
Die haat maakte de wraak voor hem tot een
Doch het bleken Crewly en
Crawly te zyn, Freddy’s Uevellngs-
slangen, die, vanzelfsprekend,
zwaar er tegen hadden, dat de twee
lepelaars aan de eindjes van hun
staart begonnen te trekken.
Om den lepelaars een lesje te
slingerden zy zich
gaven ze
De paria is de verpersoonlyking van schande,
verachting, besmetting En dat biyft hy zyn
leven lang. En de menigte der paria's bestaat
niet enkel uit paria’s-door-geboorte. maar óók
uit al degenen die. om een of andere reden, uit
hun eigene kaste zjjn buitengesloten.
Begaafd met de rijkste collectie ondeugden
waarop 'n Oosterling trotsch kan zyn bezoedeld
met aHerlei denkbare misdaden om» aan die
ondeugden voedsel te geven, was Bikanel. op
zekeren dag, weggejaagd uit de kaste zyner ge
lijken. die der” Brahmanen, en dus in den ban
geslagen der geheele natie.
In zulk een geval maakt een Hindoe, veel
liever dan die vernedering te dragen, een einde
aan zyn .leven.
aan,
den
fyne
moeite
zjjn,” sprak
die