WRIGLEY Waar de gouddorst heerscht u e uetóaal van den dag V>CKS Een warm hapje 30 Zware hoest? ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn Uw beste vrienden Alle abonné’s HET GROOTE AVONTUUR MAANDAG 20 FEBRUARI In Niemo-Guinea De aloudste goudgraver gevangene Filmgages Tweelingen in Oeganda Goud by de negers De oudste delver cents per Va pondspakje s FEUILLETON s i a te GOUDVELDEN ONT DEKT IN RUSLAND? Amerikaansche negers verdreven door gouddelvers n P r Een ontsnapte AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL pakken. Sensatie in Venezuela V VapoRu» en «Ingezonden Mededeeling). <k 37 H 1 n V s p c O! a o ii a In den negerstaat Oeganda zün tweelingen zoo iets zeldzaams, dat hun geboorte met een groot feest gevierd wordt. moed, waarmede hü zijn heele leven bleef in het land, dat hem dagelijks moest herinneren aan de enorme rijkdommen, die hem voor den neus waren weggekaapt. Dat is een kou, die vastzit) Voor het naar bed gaan keel en borst een een ki el v h z h p d il fa V c 1 a t t I s i <1 I d h si el C kind en h <1 h d b fa fa b ai di fa l i s SiiMMMMiMSaMMMMUMMiMWMWWMa Zü nen. WRIGLEY'S KAUWGOM in oe MOND «S LEKKE* EN Vit* STUKS G E Z O N Dl Robbie en Topsy gingen met Freddy Vrijdag naar het pad. dat leidde naar de plaats waar de bananen groeider.. De zeeman had zijn bamboestok mee gebracht, om hem te helpen de ba nanen te dragen. ..Nu moeten Jullie hier blijven en op den papegaai letten, terwijl ik ba nanen ga plukken." zei hij tot Robbie i Topsy ..De papegaai gaat op dien bam boestok zitten," zei Robbie .Ja. ik weet hef zei Freddy ..maar hij zal van zijn zitplaats af moeten komen, als ik terug kom. want ik wil de bananen over den stok slingeren.' hoog is en veel hooger dan van het gouderts in Siberië Maar de waarheid over de hoeveel heid van den voorraad zal uiteraard pas be kend kunnen worden, als de staat officieele mededeelingen heeft gedaan. Voorloopig echter ligt nog een geheimzinnige sluier over het heele geval. Meer dan interessant, zelfs sensationeel is de nieuwste ontdekking in Venezuela, waar het vinden van een goudader een ware ..goldrush'' heeft veroorzaakt. De ader werd ontdekt door een ouden goudgraver, die in de veronderstel ling had geleefd, dat op de plaats, waar reeds zooveel goud was gevonden, ongetwijfeld nog veel meer aanwezig moest zijn, en dit klinkt niet vreemd, wanneer men bedenkt, dat Vene zuela een van de voornaamste goudlanden van de wereld is geweest De oude man dan vond een goudgebied op de plaats, waar een rivier van een rots naar beneden stortte. Nauwelijks had men vernomen, dat de man goud had gevonden, of men stormde in massa's naar het nieuwe gebied en vertelde elkaar, dat hij met eenvoudige werktuigen meer dan vijftig kilogram goud had opgedolven. Dit beteekent een waarde van ongeveer negentig duizend gul den. Kort daarna hebben anderen in weinig tijds en eveneens met primitieve werktuigen meer dan zeshonderd kilo goud gevonden. Maar deze veroveringen konden nog niet gevolgd wor den door regelmatige ontginningen, omdat deze onderneming met groote moeilijkheden gepaard gaat. De streek is n.l. zeer moeilijk te bereiken en te bewerken Oude rotten als de geroutineer de goudgravers, die den strijd tegen de wildernis en de koorts niet vreezen en tegen het klimaat gehard zijn, kunnen op hun eentje er wel in sla gen de onherbergzame oorden te beklimmen en in klein bestek goud te delven, maar voor een regelmatige ontginning door nieuwe krachten is dit een vrijwel onbegonnen werk. Er is reeds heel wat voortvarendheid en durf noodig Om de plaats te bereiken, waar het goud verborgen ligt en dan pas kan het graven beginnen. Het komt herhaaldelijk voor, dat de begeerigen hun roe keloosheid en hun gouddorst met ziekte en zelfs met den dood moeten tfekoopen. En bjj dit alles is het nog niet zeker, dat alle veronderstellin gen van de liefhebbers zullen uitkomen, want men heeft nog lang niet kunnen nagaan, hoe groot de goudvoorraad is. al neemt men aan. dat deze van bijzondere afmetingen moet zijn. Zou het vast staan, dat de rijkdommen zoo onmete lijk zijn, als sommigen aannemen, dan zou de regeering natuurlijk direct maatregelen treffen om den toegang tot de plaats mogelijk te ma ken. Claudia en haar echtgenoote sloe- met verbazing, maar vooral met twijfel zucht dit inderdaad zonderling gebeuren gade. ..En gelooft gij nu. m'n waarde fakir,” vroeg de jonge vrouw. ..dat mijn kleine vriendin zal worden genezen alleen door uwen wil zonder eenig ander hulpmiddel?” „Ik zweer het ui Ou zult vanavond eens zien, boe rustig zit op mijn bevel inslaapt.” „En zal dat nu zóó blijven voortduren?” „Dat zal zóó blijven voortduren ..Maar als nu later, wanneer gü niet meer bij ons zijt. die ziekelijke verschijnselen zich opnieuw vertoonen .JJan hebt gü alleen haar te bevjlAi BLUE BAND YERSCH GEKARND MET 25 ALLERFIJNSTE ROOMBOTER ONDER RUKSCONTROLE aan de koffietafel.... dat doet een mensch goed. Vooral in den winter. Ook zonder dat *t vriest dat *t kraakt! Dank zij *t schoteltje waarvoor het Blue Band-meisje zorgt. Met Blue Band versch gekarnd bent U zeker, dat U iets fijns klaar maakt! •Als men.” „Ik zal u gehoorzamen!" „Dwi beveel ik u hedenavond, om negen uur, zeer rustig te gaan slapen.... OU blüft sla pen tot morgenochtend bij zonsopgangDan wordt gü schok Greta Garbo's eerste filmengagement in Amerika bracht haar een gage van f 160 per week, thans hebben de beroemdste prima don na s een gage van H tot 1 mlllioen per jaar. „Zou 1 k haar In slaap kunnen krljgaé Ik betwijfel het. Trouwens, slaapt zij nu wer kelijk?" voor duur geld en de inboorlingen kunnen niets beters doen dan hun land verlaten of lijdelijk toezien, hoe hun grond stuk voor stuk door vreemden wordt ingepalmd. Alle arbeid, aan de bewerking van den grond besteed, is vergeel sch geweest, nu de wildvreemden gekomen zijn om den grond open te klieven op zoek naar goud. De negers waren tevreden met de vruchten van hun landarbeid, de vreemden verstoren het een voudige geluk omwille der goudkorrels. De hut ten zijn neergehaald, de weiden vertreden, opengehakt en heele mijnen ontstaan, die bet land volkomen verwoesten. Dit alles betreft een gebied van meer dan duizend vierkante mijlen. Men vraagt zich intusschen af. wat er met de negers moet gebeuren, die hun grond kwijt raakten. Officieel heet het. dat zij schsneioos zullen worden gesteld en dat zij ander land zul len krijgen. Dit ander land is echter alleen te vinden in de verbeelding der Europeanen of m streken, waar andere stammen wonen, die niets te maken hebben met de bevolking der Engel- sche kolonie. Het ziet er voor de negers dus meer dan treurig uit. Fn deze diepe, rustige slaap werd door niets onderbroken, noch door het komen en gaan der gravin, noch door het geluid van dicht slaande deuren, dat in de bTeede. hooge gan- ggp een echo schiep als van 'n kathedraal! En op het tijdstip dat de ochtendschemering begon aan te lichten en dat in Indlë onmld- dellijk het opkomen van de zon voorafgaat, be gon het meisje lichte teekenen van onrust te toonen. teekenen, die het naderende ontwaken aankcndigden. In tegenstelling met deze nieuwe ontdekkin gen begint het oude land Alaska, het beroemd ste van alle goudlanden, zijn goudgraversleveu op te geven. De ontdekker van deze streek is in den leeftijd van 78 jaar gestorven. Het was Robert Henderson, die echter niet zoozeer on der dezen naam. dan wel onder dien van Klon- dyke-Bob bekend is geworden. Hij was het type van een goudgraver uit hartstocht, heeft de rijkste goudmijnen ontdekt en is niettemin doodarm gestorven. Hjj won schatten, maar verstond niet de kunst deze schatten te be waren. Hij was een speler, een avonturier en een eeuwige zwerver en dat bleef hjj tot zijn dood. De bekende schrijver Jack London heeft dit type beschreven in een van zijn boeken en vermoedehjk in meerdere. Als jongeman bracht hjj het zoo ver, dat hij zijn vader vrijwel in den grond werkte. Toen ging hij naar zee. en eindelijk werd hij goudgraver in Colorado Daar behoorde hij tot de velen, die precies genoeg verdienden om hun dagelijksch kostje te scharrelen, en wat er overbleef in drank om te zetten. Eindelijk kwam hjj in Alaska terecht, toen het nog niet bekend was. dat daar gouden bergen te vinden waren. Hij toog op eigen ge legenheid aan het werk en op een goeden dag in 1896 stootte hij plotseling op een klomp zui ver goud. Aanvankelijk was hjj van plan zün geheim te bewaren en hij ging naar de regee ring. die zjjn rechten zou garandeeren. Maar op den duur kon hu niet zwijgen en dit werd zijn ongeluk. Hu liet een .en ander los en toen hij enkele dagen later in Alaska aankwam, wa ren anderen hem voor geweest. Zoo moest hij toezien, hoe anderen een claim legden op wat hjj gevonden had en hoe zij schatten geld ver dienden. waarvan hjj weliswaar het zijne kreeg, maar dat overigens aan talrijke anderen ten deel viel. Als eenigen dank ontving hij van zun kameraden den naam van Klondyke-Bob en daar werd hij niet rijker van. Wat hjj tenslotte nog verdiende. ging spoedig op aan spel en drinkgelag. Maar hjj bleef zijn ..beroep” trouw en delfde verder. Zijn populariteit groeide voortdurend omdat hij. terwijl de anderen met goud beladen wegtrokken, in Klondike bleef wonen en werken, drinken en spelen. Dit duur de zoo tot in zjjn hoogen ouderdom en toen hij hoorde, dat in de Pelly-rivier platina ontdekt was, deed hij mee aan de speculatie en legde daaraan op zeven en zeventig-jarigen leeftijd zijn laatste geld ten koste Zoo stierf hij als een arm man, wien rijkdommen door de handen waren gegaan, maar die toch zjjn leven lang arm was geweest Het eenige wat we tenslotte in den man nog kunnen bewonderen, is de „Vriend.” zeide Pennyless. .Jk stel groot ver trouwen in uw kennis en in uw toewudlng. Ver oorloof mjj een beroep te doen op beide.” „Gij zjjt mijn meester- beveel!” „Het betreft het jonge meisje, dat gu bevrud hebt van de jungle-koorts Haar slaap wordt verstoord door vage schrikkelijke visioenen.... zjj lijdt zeer... haar algemeen* gezondheids toestand wordt zienderoogen slechter Kunt gij haar genezen?” „Gemakkelük.” „Wanneer?” y „Als u dat wilt OpT oogenblik.” „Laten we dan naar haar toegaan. Onderweg gaf de kapitein den fakir opnieuw Inlichtingen, aoodat «leze zün werk kon ver richten zonder de zieke te ondervragen. Sinda haar aankomst in de pagode had Mary hem nauwelijks *n paar malen gezien. Beiden keken gedurehde eenigen tijd met ge spannen aandacht naar het jonge meisje dat, ofschoon met de oogen wijd open liggende, niets scheen te zien en ook hun tegenwoordig heid zelfs niet vermoedde. Ten laatste fluisterde de gravin, zich voor overbuigende. haar toe: „Lieve Mary, word wakker.” Pennyless stond, sprakeloos en roerloos, j^rak toe te zien. Aanstonds kwam er in Mary's oogleden be weging. haar blik kreeg de gewone uitdruk king terug en zonder eenigen overgang ge raakte het meisje van den slapenden in den wakenden toestand. Dat alles gebeurde onmiddelluk snel als de gedachte! Zooals de fakir het voorspeld en ook bevo len had, herinnerde het meisje zich niets meer, zelfs niet dat zü geslapen had. Het eenige dat zü zich herinnerde, was dat de Hindoe het vertrek was binnengekomen. Men sprak haar natuurlijk over niets en de dag verliep zonder eenig voorval van beleekenis. Eenige minuten vóór negenen kreeg Mary onweerstaanbaren aandrang om te slapen. Tegen haar gewoonte in gevoelde zü niet dien schrik voor den komenden nacht met zün akelige en benauwende droomgezichten. Zü was volkomen kalm; elk spoot- van ze nuwachtigheid, de voorbode van die vreeselüke nachtmerries, bleef uit. en klokke negen uur sluimerde zü in en sliep weldra als 'n roos. De gravin, die haar gadesloeg, kou hare oogen niet gelooven. ■j—v e regen kletterde op het üzeren dak van J den gevangeniswagen, welke, getrokken dóór twee sterke paarden, langs de vette, modderige wegen van het station naar de ge vangenis bulten de stad reed. De koetsier op den bok zat goed ingepakt tegen het slechte weer, en achter, onder het luifeltje van den wagen, zat een agent met een karabün. „Dezelfde rommel en regen, als de vorige maal.” gromde in den wagen een groote kerel, met eet) valsch uiterlük, die Bill heette. „Wat kan 't jou schelen?" zei een tweede, die -nog groote r reus was; hü heette Asa en was een neger. „Voor hoeveel hebben Chauncey." vroeg Bill. „Voor vijf Jaar" zei Chauncey. „Eén keer doet ie 'ns wat. en ze hebben 'm meteen voor maar eventjes vüf jaar!" lachte de ander ruw. Chauncey huiverde. „Ja. als je eenmaal in de koets zit krüg je geen kans meer,” gromde Asa. Buiten was een dichte mist gevallen, de koet sier kon weinig meer zien, en bemerkte alléén aan t zwoegen van de paarden, dat ze tegen den heuvel optrokken. Toen ging het afwaarts en hü zette de remmen aan. langs den weg was een steenen muurtje, daar de heuvel slers afhelde en^ze als op een dük reden. Opeens schuurden de stielen langs dat steenen muurtje en plotseling op een door den regen doorweekte plaats lieten de steenen uit den grond los en scheurde het muurtje, de wielen schoven door de opening en hingen een oogen blik in de lucht, t Ging alles zoo snel, en de koetsier had door den mist niets bemerkt, dat hü nauwelüks nog tüd had om te roepen: .Alle donders, het heele zaakje gaat naar beneden!” In den wagen hoorde Chauncey een geweldig gekraak, ze vielen tegen elkander aan. toen kreeg hü het gevoel of hüzelf en de wagen door de lucht vlogen, pr volgde een doffe smak, welke hem m een hoek boven op Bill smeet, en daarna was 't of de wagen een helling af buitelde. Verder herinnerde hü zich niets meer. Toen hü bükwam. voelde hü zich doornat en half in 't water liggen. Naast hem lag nog iemand, De mist was wat opgetrokken, maar 1 was büna heelemaal donker. Hü kroop uit het water, en onderzocht den man naast hem. t Was de agent, die achterop gezeten had, maar hü was dood. Een eindje verderop vond hü den koetsier, ook dood half tusschen de ruïne van den wagen gekneld. Van de paarden was ei één levenloos, het andere lag te stuiptrekken. Van Bill en Asa vond hü geen spoor, 't Was duide- lük. dat de leeren bekleeding in den wagen, de ergste schokken voor hen had opgevangen en hen daardoor had gered. Toen drong het tot hem door, dat' er nu de kans was om te ontsnappen, zooals ook Bill en Asa wel zouden gedaan hebben, en misschien hadden ze den koetsier en den agent ook wel meteen gedood Ze waren beruchte moordenaars, en ze zouden geen kans op directe achtervolging twintig jaar »«l Ook Nieuw-Guinea is een goudland, waar op het oogenblik een goudgraversstad in wording is. In 1927 werd in de dichte oerwouden temid den varr het koortsdistrict een goudveld ont dekt van groote afmetingen. Maar, als gezegd, dit veld ligt in het ondoordringbaar oerwoud en zoo viel er niet te denken aan den aanleg van straten, zoodat het goudveld als het ware waardeloos was. omdat men niets kon uitrich ten met de groote en Ingewikkelde machines, die voor een goudexploitatle in het groot nood- zakelük zün. Toch bleef de aandacnt op ae nieuwe ontdekking gespannen en de gouddorst heeft ook hier overwonnen, zooals hü altud overwint. Men is daarbü op zeer merkwaardige wüze te werk gegaan. Midden in een woud, op een geschikte en niet al te dichte plaats, heeft men de boomen gerooid en een vliegveld aan gelegd. Een kapitaalkrachtige onderneming heeft een luchtvlootje aangeschaft en trans porteerde door de lucht machines en menschen, die voor de ontginning noodig waren. Men bouwde barakken voor de menschen en de ma chines werden in de open ruimte gemonteerd en toen begon de koortsachtige arbeid. Steeds verder breidde de open plek zich uit en in weerwil van de grootste moellükheden deden mensch en machine hun werk. Zoo ontstond een kleine kolonie midden in het oerwoud, dat den strüd aanbond met de wildernis en de oude traditie handhaafde, dat tenslotte de mensch door zün vernuft zegeviert over de kracht der wildste natuur. Welbeschouwd is de ontginning nog in het eerste stadium en steeds breidt de kolonie zich uit. die langzaamaan een ware goudgraversstad is geworden. Maar het gaat heel langzaam. De arbeiders worden niet te best betaald, men be taalde aanvankelük slechts met eten en drank, men werkte eenvoudig op risico, zoodat ver schillenden na enkele dagen hard werken, maar liever naar beschaafdere oorden terugkeerden. Die bleven, zün er nog en moeten afwachten, wat de toekomst brengen zal. Men rekent erop, dat. als men den strüd kan volhouden, de rük- dommen overweldigend zullen zün. beving door Mary's hoofd en antwoordde met dat geheimzinnige stemgeluid der gehypnoti- seerden „Ik zal gehoorzamen aan al wat gü beveelt.” „En dat zal morgen zóo zünen overmor gen en altud Ja altud!" „Gü zult zoo dadelük wakker worden. wan neer de echtgenoote van den Sahib het u be veelt Maar dan zult gü u van al hetgeen tk u gedurende uwen slaap gezegd heb. niets meer herinnerenGü suit niet eens meer weten dat ik u heb laten inslapen!.... Ik wil het Mistress gen „Dan hebt gü alleen haar te bev^lAi kalm te gaan slapen.... haar de gedachte aan den slaap op te dringen.... Zü zal dan aan u even goed gehoorzamen als aan mil bü verlle* van H andoren vinger De Engelsche kolonie Kenya in Oost-Afrika is sinds kort eveneens een goudveld rük De inboorlingen hebben daar niet bepaald over ge juicht. om de eenvoudige reden, dat zü als het ware werden overwoekerd door goudgravers. De goudgrond wordt aan belangstellenden verpacht rustig wakker.... zonder schrik of en wacht op het mooie geluid van den „boelboel”Ik wil. ik eisch van u dat gü «laapt als te voren, zonder droomen zon der hallucinatie.... Hebt ge mü begrepen?.... Ik wil het!” Bü die laatste woorden van ongeloofelük- energieke wils-overdracht, ging er een lichte Freddy Vrüdag kwam terug met twee groote trossen bananen, doch toen hü naar zün bamboestok keek, zag hü dat de papegaai gezelschap gekre gen had, terwül hü weg was. Zeven andere vogels van diverse pluimage zaten naast den papegaai op den stok. „Het lükt wel of de papegaai ver dreven is.” riep Freddy uit. ..Hoelang zün de vogels hier?” riep Freddy. „O, den heelen tüd al," zei Topsy. „maar ze moeten er nu af, niet waar?” (Morgenavond vervolg) ze jou te n Paar Indische nachtegalen deden door de roze stilte van den scheldenden nacht en den naderenden dag hun schitterende trillers hoe ren en Mary, steeds helderder wakker wor dende, luisterde ernaar met een zoeten glim lach. En toen de eerste zonnestralen met haar gouden schün de spits van de hoog boven da Boomen uitstekende minaret in zachten glans zette, slaakte het meisje een lichten zucht, opende de oogen en keek vroohik om zich heeo- Zü zag aanstonds dat mistress Claudia Ml haar bed stond en haar gadesloeg. „En. Mary?” klonk de vraag, nadat de jong* vrouw het kind op het voorhoofd gekust hsd. hoe is het gegaan vannacht?" „O mevrouw, ik heb heerlük geslapen!..- Ik herken me zelf niet meer!Ach. als d* eens zóó kon blüven duren!” ,XMt zal zóó blüven duren, m'n kind, verzeker het Je En nu profiteer van de heer- Ujk-frissche ochtenduren, sta op en doe wat g* van plan waart.” (Wordt imiOiF’ genomen hebben. Toen begaf hü zich op weg, de mist trok meer en meer op. en eindelük zag hü een eind van den weg af. een groep boomen, en een boerden) waar licht brandde. Hü liep er heen. 1 kon hem niet meer schelen wat er met hem gebeurde, zün hoofd dee<t pün, hü was doornat, en voelde zich hopeloos verlaten. Toch werd hü. als hü bü het huis kwam omzichtiger. Hü kreeg den indruk, dat alles er welverzorgd en welvarend uitzag. en hü overwoog een be schutting te zoeken en te wachten tot den nacht. Misschien kon ie inbreken en wat eten en drinken bemachtigen. Plotseling hoorde hü een kletterend geluid; t was of er binnen iets werd stukgesmeten. Toen volgde er een dronkemans- lachen. .Allemachtig," zei Chauncey, „dat is Bill!" Heel voorzichtig sloop hü naar het raam, dat wüdopen stond en zag de kamer binnen, 't Was een vreemde aanblik. In t midden aan een tafel zaten Bill en Asa. Alles wees er op, dat ze pas een maaltüd hadden gehad, maar ze had den nog glazen voor zich staan en ze waren allebei flink dronken. In een hoek op een stoel gebonden, zat bleek van angst en woede oude man; en de vietde in de kamer was meisje van onge veer I tenger, met een Hef gezichtje en bruine krullen. Ze was niet vastgebonden. maar moest ge dwongen toezien. Ze zag er ook bleek uit, maar meer woedend dan angstig. Asa begon te zingen, maar Bill, die niet zoo dronken bleek, loerde naar het meisje. „Kom Jü 'ns hier, en schenk me nog een* in!” schreeuwde hü met een dikken long. En toen het meisje niet gehoorzaamde, smeet hü z'n glas naar den ouden man en trof hem net boven het oog. ..En als je nou niet direct komt, gooi ik nog ns naar 'm,” dreigde hü. En het meisje gehoorzaamde daarop met trillende lippen. Toen ze naderbü kwam, greep hü haar vast en trok haar naar zich toe. Het meisje vocht wanhopig en zelfs Bill kon haar nauwelüks hou den „Jü. leelüke kat,” schreeuwde hü. en pakte haar nog steviger vast, trok haar naar zieh toe. zün dronken gezicht kwam steeds dichter bü het hare. Het meisje gilde, en afschuw en angst vertrokken haar gezicht. Op dat oogenblik trok Chauncey zich om hoog en sprong door het raam naar binnen. De neger zag hem 't eerst: „Kük, daar is Chaun cey. die komt 't feest meevieren en net op tijd.'* Doch Chauncey liep op de tafel toe en greep een flesch. Toen zag Bill hem en begreep. „Ben je razend?" schreeuwde hü wild, hü liet het meisje los en wendde zich naar Chaun cey. doch op hetzelfde oogenblik kwam de flesch met alle kracht van Chauncey's arm boven op z'n hoofd terecht, en sloeg in scherven. Bill maakte een stap achterwaarts, viel terug op z'n stoel, en tuimelde dan met stoel en al over den grond en bleef roerloos liggen. Door dien slag scheen Asa te ontuchteren, hij sprong overeind en greep naar Chauncey, die achteruit week Maar de kamer was niet groot, en voor hü kon ontkomen naar het raam, had Asa hem gegrepen. „Dat zal ik je afleeren." riep de neger, en hü drukte hem tegen den muur en begon hem te wurgen. HÜ zag Chauncey aan met wilde, bloeddoorloopen oogen. en kneep steeds vaster, 't Zou zeker binnen een paar mi nuten met den mageren Chauncey gebeurd zün als er niet plotseling iets door de lucht suisde er in Asa s hoofd sloeg De neger gaf een hui lenden schreeuw, en verdraaide z'n oogen, z'n greep verzwakte en hü zakte met een smak op den grond ineen. Chauncey hoorde bet meisje gillen: „O. Ik geloof, dat ik hem ver moord heb!” Hü haalde diep adem en viel be wusteloos over Asa heen. Toen hü bükwam zat hü op een stoel, het meisje maakte z'n handen nat met met water: „Gelukkig! Gaat het zoo wat beter?” vroeg ze. „Hier, drink eens." Maar voordat Chauncey kon antwoorden, werd de deur opengeworpen en stormden twee agenten binnen: „Hier zün ze. Jim”. riep de voorste, toen, als hü het vernielde huisraad zag en de twee lichamen op den vloer, bleef hü verbaasd staan hebben maf. elkaar gevochten; dat 's is tfï een heel gemakkelük karweitje," riep de ander. Het meisje ging op hen toe: „Gevochten?" zei ze. „gevochten heeft er maar één. hü! En daarmee heeft hü ons voor iets verschrikkelijks behoed!" ..Daar begrüp ik niets van.” zei agent Jim. .jnaar als hü 1 gedaan heeft, heeft ie t goed gedaan!” is een held geweest en heeft vader en mü gered voor die beesten. Hü hoort niet in de gevangenis!” en daarna vertelde het meisje al wat gebeurd was. „Nou.” zeide Jim. „1 zou me niet verwonde ren. als hem door dit voorval veel vergeven werd." En hü had geluk Toen het verhaal in de kranten kwam, ontstond er zooveel belangstel ling voor Chauncèy, maar kwam er bovendien zooveel achteraf uit over het door hem gepleeg- de misdrüf van oplichting en over de eigenlijke persoon van zün aanklager, dat zün vonnis werd herzien en hü voorwaardelük werd veroordeeid- Doch Chauncey behoefde die waarschuwende voorwaarde niet, en hü ging ook nimmer terug naar de sUd. Hü werkt nu hard en üverig, en is een bekwaam landbouwer geworden in de hoeve onder de boomen. en leeft er gelukkig met z'n schoonvader en zün vrouw, voor wie hü nog steeds haar held ^s. en die hem misschien nog het meest liefheeft, omdat hü <1® kracht vond een goed mensch te worden .toen..., bü z’n kans kreeg T T 11 Rusland süpelen sinds eenigen tüd be- I j richten, of bever geruchten, dat in het land van de Sovjet goudvelden zouden gevonden zün. die enorme rükdommen bevat ten. Deze goudvelden zouden ontdekt zün, ter wül een wetenschappelüke expeditie op zoek was naar voorwerpen uit vroegere eeuwen. Het toeval zou dus tot de ontdekking hebben ge leld. Onmiddellük na de ontdekking hebben de geleerden het staatsbestuur op de hoogte ge steld en verder werd het diepste stilzwügen be waard. Ook de regeering houdt het geheim en heeft per vliegtuig ixilitie naar het rüke gebied gezonden, tegelük met een staf deskundigen De streek, waar de ontdekking gedaan werd. Is onbewoond en nauwelüks bekend land, waar slechts nu en dan nomaden verblüven. Op deze wüze was het natuurlük niet moeilük het stil zwügen te bewaren, daar er geen nieuwsgieri gen waren, die een spaak in het wiel konden steken En de enkele boeren, die in de nabüheid een kolonietje hadden, werden gedwongen re verhuizen, hetgeen tegenwoordig in Rusland ook al geen büzondere aandacht wekt. Zü kre gen een ander stuk land en werden verder in onwetendheid gelaten over de oorzaak van hun gedwongen verhuizing. Het goudgebied werd aldus geïsoleerd en de eenigen. die ingelicht waren, behoorden tot de wetenschap, de politie en de ambtenaren. Een commissie, door de regeering te Moskou Ingesteld, stelde vast, dat hier sprake was van een büzonder rük gebied, aanmerkelük rüker dan de goudgebieden in Noord-Siberië destüds gevonden. WeUswaar heeft de bevolking in Moskou lucht gekregen van de ontdekking, maar niemand weet precies waar de velden ge vonden zün. Zü kan ook geen inlichtingen krügen van de betrokken ambtenaren en poli tie. want dezen zijn als het ware afgezonderd van de rest der wereld en worden streng onder toezicht gesteld. Zü mogen het goudkamp pas verlaten, als het eenmaal volkomen afgebakend is en kan afgesloten worden, zoodat niemand toegang kan krügen. Volgens geruchten, zou de eerste goudzendlng dezer dagen in Moskou gearriveerd zün en de eerste onderzoekingen der chemici zouden reeds hebben bevestigd, dat het goudgehalte zeer werd thans, bü zün plotseling verschü- aangegrepen door 'n soort schrik, maar verzette zich daartegen en maakte zich van die gesteltenis zelfs een verwüt. Hü boog eerbiedig zonder een woord te spre ken. Met een snelle beweging stond hü weer recht voor haar en keek haar asm met vlü- mend-scherp doordringenden blik. Het kind trachtte dien blik, die haar be nauwde en als t ware vernietigde, te ont- wüken. Dat duurde niet lander dan eenige seconden, en aanstonds begonnen de oogen van t kind *n vreemde uitdrukking aan te nemen en haar oogleden verstüfden. Zü beefde en vertoonde weldra het uiterlük van een onbeweeglük beeld. „Gü slaapt, nietwaar?" aei de fakir met doffe stem. .Jk slaap.” antwoordde Mary zonder aarze len met toonloos geluid, dat uit de verte scheen te komen. gü slaapt, zult gü mü ook gehoorza- op dit blad zün ingevolge de eersekeiingevoorwaarden tegen bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bü een ongeval met f OCfl bü verlies van een hand f 1 oü verlies van een f Cfl bü een breuk van Z J/3 ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen f ÜVW.' verlies van belde armen, beide beenen at beide oogen UV." doodeljjken afloop f St <JV." een voet of een oog f 1 St duim of Wijsvinger «JlZ. "been of annf We" De fakir glimlachte en nam een lange gou den hoedespeld der gravin. Hü stak die zacht en diep in Mary’s arm. Het kind scheen volmaakt gevoelloos. Toen hü dit eenige malen gedaan had, vroeg hü: „Gelooft gü nu dat zü werkelük slaapt?” „Dat is wonderlük!" riep de gravin, ziende dat Mary ongevoelig bleek voor dezen prik, die toch wel pünlük moest zün. ..Dal is voor ons de eenvoudigste zaak ter we reld „Maar laat haar, als ik het u verzoeken mag. wakker wordendie vreemde slaap maakt me büna angstig.” „Deze slaap is niet enkel ongevaarlijk, maar zelfs zeer heilzaam. Wat nu dat wakker-maken betreft, het is beter dat gü dit doet, als ik weg ben. Gü spreekt haar over niets van hetgeen er gebeurd is; trouwens ru weet er niets meer van Hü had zich reeds omgewend om heen te gaan, doch keerde nog even tot Mary terug, en zeide haar op denzelfden bevelenden en wils- krachtigen toon van daarstraks: .Als mevrouw de gravin u bevelen zal te gaan slapen, zult gü dit aanstonds doen.... ik wil het! Gü zult haar gehoorzamen evenals aan mü Maar aan haar alleen IEn aan elke andere wylsoverdracht zult gü weerstand bieden... Ik wil het!" „Ik zal gehoorzamen.” fluisterde Mary Na die woorden trok de fakir zich beschei den terug, den kapitein, diens vrouw en het jonge meisje alleen achterlatende.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 12