WRIGLEY
Waar de gouddorst heerscht
u e
uetóaal van den dag
V>CKS
Een
warm
hapje
30
Zware hoest?
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
ROBINSONschoenen
zijn Uw
beste vrienden
Alle abonné’s
HET
GROOTE
AVONTUUR
MAANDAG 20 FEBRUARI
In Niemo-Guinea
De aloudste goudgraver
gevangene
Filmgages
Tweelingen in Oeganda
Goud by de negers
De oudste delver
cents per Va pondspakje
s
FEUILLETON
s
i
a
te
GOUDVELDEN ONT
DEKT IN RUSLAND?
Amerikaansche negers verdreven
door gouddelvers
n
P
r
Een ontsnapte
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
pakken.
Sensatie in Venezuela
V VapoRu»
en
«Ingezonden Mededeeling).
<k
37
H
1
n
V
s
p
c
O!
a
o
ii
a
In den negerstaat Oeganda zün tweelingen
zoo iets zeldzaams, dat hun geboorte met een
groot feest gevierd wordt.
moed, waarmede hü zijn heele leven bleef in
het land, dat hem dagelijks moest herinneren
aan de enorme rijkdommen, die hem voor den
neus waren weggekaapt.
Dat is een kou, die vastzit)
Voor het naar bed gaan
keel en borst
een
een
ki
el
v
h
z
h
p
d
il
fa
V
c
1
a
t
t
I
s
i
<1
I
d
h
si
el
C
kind
en
h
<1
h
d
b
fa
fa
b
ai
di
fa
l
i
s
SiiMMMMiMSaMMMMUMMiMWMWWMa
Zü
nen.
WRIGLEY'S
KAUWGOM
in oe MOND
«S LEKKE* EN Vit* STUKS
G E Z O N Dl
Robbie en Topsy gingen met Freddy
Vrijdag naar het pad. dat leidde naar
de plaats waar de bananen groeider..
De zeeman had zijn bamboestok mee
gebracht, om hem te helpen de ba
nanen te dragen.
..Nu moeten Jullie hier blijven en
op den papegaai letten, terwijl ik ba
nanen ga plukken." zei hij tot Robbie
i Topsy
..De papegaai gaat op dien bam
boestok zitten," zei Robbie
.Ja. ik weet hef zei Freddy ..maar
hij zal van zijn zitplaats af moeten
komen, als ik terug kom. want ik wil
de bananen over den stok slingeren.'
hoog is en veel hooger dan van het gouderts
in Siberië Maar de waarheid over de hoeveel
heid van den voorraad zal uiteraard pas be
kend kunnen worden, als de staat officieele
mededeelingen heeft gedaan. Voorloopig echter
ligt nog een geheimzinnige sluier over het heele
geval.
Meer dan interessant, zelfs sensationeel is de
nieuwste ontdekking in Venezuela, waar het
vinden van een goudader een ware ..goldrush''
heeft veroorzaakt. De ader werd ontdekt door
een ouden goudgraver, die in de veronderstel
ling had geleefd, dat op de plaats, waar reeds
zooveel goud was gevonden, ongetwijfeld nog
veel meer aanwezig moest zijn, en dit klinkt
niet vreemd, wanneer men bedenkt, dat Vene
zuela een van de voornaamste goudlanden van
de wereld is geweest De oude man dan vond
een goudgebied op de plaats, waar een rivier
van een rots naar beneden stortte.
Nauwelijks had men vernomen, dat de man
goud had gevonden, of men stormde in massa's
naar het nieuwe gebied en vertelde elkaar, dat
hij met eenvoudige werktuigen meer dan vijftig
kilogram goud had opgedolven. Dit beteekent
een waarde van ongeveer negentig duizend gul
den. Kort daarna hebben anderen in weinig
tijds en eveneens met primitieve werktuigen
meer dan zeshonderd kilo goud gevonden. Maar
deze veroveringen konden nog niet gevolgd wor
den door regelmatige ontginningen, omdat deze
onderneming met groote moeilijkheden gepaard
gaat. De streek is n.l. zeer moeilijk te bereiken
en te bewerken Oude rotten als de geroutineer
de goudgravers, die den strijd tegen de wildernis
en de koorts niet vreezen en tegen het klimaat
gehard zijn, kunnen op hun eentje er wel in sla
gen de onherbergzame oorden te beklimmen en
in klein bestek goud te delven, maar voor een
regelmatige ontginning door nieuwe krachten
is dit een vrijwel onbegonnen werk. Er is reeds
heel wat voortvarendheid en durf noodig Om de
plaats te bereiken, waar het goud verborgen ligt
en dan pas kan het graven beginnen. Het komt
herhaaldelijk voor, dat de begeerigen hun roe
keloosheid en hun gouddorst met ziekte en zelfs
met den dood moeten tfekoopen. En bjj dit alles
is het nog niet zeker, dat alle veronderstellin
gen van de liefhebbers zullen uitkomen, want
men heeft nog lang niet kunnen nagaan, hoe
groot de goudvoorraad is. al neemt men aan. dat
deze van bijzondere afmetingen moet zijn. Zou
het vast staan, dat de rijkdommen zoo onmete
lijk zijn, als sommigen aannemen, dan zou de
regeering natuurlijk direct maatregelen treffen
om den toegang tot de plaats mogelijk te ma
ken.
Claudia en haar echtgenoote sloe-
met verbazing, maar vooral met twijfel
zucht dit inderdaad zonderling gebeuren gade.
..En gelooft gij nu. m'n waarde fakir,” vroeg
de jonge vrouw. ..dat mijn kleine vriendin zal
worden genezen alleen door uwen wil zonder
eenig ander hulpmiddel?”
„Ik zweer het ui Ou zult vanavond eens zien,
boe rustig zit op mijn bevel inslaapt.”
„En zal dat nu zóó blijven voortduren?”
„Dat zal zóó blijven voortduren
..Maar als nu later, wanneer gü niet meer
bij ons zijt. die ziekelijke verschijnselen zich
opnieuw vertoonen
.JJan hebt gü alleen haar te bevjlAi
BLUE BAND
YERSCH GEKARND MET 25 ALLERFIJNSTE ROOMBOTER ONDER RUKSCONTROLE
aan de koffietafel.... dat doet een
mensch goed. Vooral in den winter.
Ook zonder dat *t vriest dat *t kraakt!
Dank zij *t schoteltje waarvoor het
Blue Band-meisje zorgt. Met Blue
Band versch gekarnd bent U
zeker, dat U iets fijns klaar maakt!
•Als
men.”
„Ik zal u gehoorzamen!"
„Dwi beveel ik u hedenavond, om negen uur,
zeer rustig te gaan slapen.... OU blüft sla
pen tot morgenochtend bij zonsopgangDan
wordt gü
schok
Greta Garbo's eerste filmengagement in
Amerika bracht haar een gage van f 160 per
week, thans hebben de beroemdste prima don
na s een gage van H tot 1 mlllioen per jaar.
„Zou 1 k haar In slaap kunnen krljgaé
Ik betwijfel het. Trouwens, slaapt zij nu wer
kelijk?"
voor duur geld en de inboorlingen kunnen niets
beters doen dan hun land verlaten of lijdelijk
toezien, hoe hun grond stuk voor stuk door
vreemden wordt ingepalmd. Alle arbeid, aan de
bewerking van den grond besteed, is vergeel sch
geweest, nu de wildvreemden gekomen zijn om
den grond open te klieven op zoek naar goud.
De negers waren tevreden met de vruchten van
hun landarbeid, de vreemden verstoren het een
voudige geluk omwille der goudkorrels. De hut
ten zijn neergehaald, de weiden vertreden,
opengehakt en heele mijnen ontstaan, die bet
land volkomen verwoesten. Dit alles betreft een
gebied van meer dan duizend vierkante mijlen.
Men vraagt zich intusschen af. wat er met de
negers moet gebeuren, die hun grond kwijt
raakten. Officieel heet het. dat zij schsneioos
zullen worden gesteld en dat zij ander land zul
len krijgen. Dit ander land is echter alleen te
vinden in de verbeelding der Europeanen of m
streken, waar andere stammen wonen, die niets
te maken hebben met de bevolking der Engel-
sche kolonie. Het ziet er voor de negers dus
meer dan treurig uit.
Fn deze diepe, rustige slaap werd door niets
onderbroken, noch door het komen en gaan
der gravin, noch door het geluid van dicht
slaande deuren, dat in de bTeede. hooge gan-
ggp een echo schiep als van 'n kathedraal!
En op het tijdstip dat de ochtendschemering
begon aan te lichten en dat in Indlë onmld-
dellijk het opkomen van de zon voorafgaat, be
gon het meisje lichte teekenen van onrust te
toonen. teekenen, die het naderende ontwaken
aankcndigden.
In tegenstelling met deze nieuwe ontdekkin
gen begint het oude land Alaska, het beroemd
ste van alle goudlanden, zijn goudgraversleveu
op te geven. De ontdekker van deze streek is
in den leeftijd van 78 jaar gestorven. Het was
Robert Henderson, die echter niet zoozeer on
der dezen naam. dan wel onder dien van Klon-
dyke-Bob bekend is geworden. Hij was het type
van een goudgraver uit hartstocht, heeft de
rijkste goudmijnen ontdekt en is niettemin
doodarm gestorven. Hjj won schatten, maar
verstond niet de kunst deze schatten te be
waren. Hij was een speler, een avonturier en
een eeuwige zwerver en dat bleef hjj tot zijn
dood. De bekende schrijver Jack London heeft
dit type beschreven in een van zijn boeken en
vermoedehjk in meerdere. Als jongeman bracht
hjj het zoo ver, dat hij zijn vader vrijwel in
den grond werkte. Toen ging hij naar zee. en
eindelijk werd hij goudgraver in Colorado Daar
behoorde hij tot de velen, die precies genoeg
verdienden om hun dagelijksch kostje te
scharrelen, en wat er overbleef in drank om te
zetten. Eindelijk kwam hjj in Alaska terecht,
toen het nog niet bekend was. dat daar gouden
bergen te vinden waren. Hij toog op eigen ge
legenheid aan het werk en op een goeden dag
in 1896 stootte hij plotseling op een klomp zui
ver goud. Aanvankelijk was hjj van plan zün
geheim te bewaren en hij ging naar de regee
ring. die zjjn rechten zou garandeeren. Maar
op den duur kon hu niet zwijgen en dit werd
zijn ongeluk. Hu liet een .en ander los en toen
hij enkele dagen later in Alaska aankwam, wa
ren anderen hem voor geweest. Zoo moest hij
toezien, hoe anderen een claim legden op wat
hjj gevonden had en hoe zij schatten geld ver
dienden. waarvan hjj weliswaar het zijne kreeg,
maar dat overigens aan talrijke anderen ten
deel viel. Als eenigen dank ontving hij van zun
kameraden den naam van Klondyke-Bob en
daar werd hij niet rijker van. Wat hjj tenslotte
nog verdiende. ging spoedig op aan spel en
drinkgelag. Maar hjj bleef zijn ..beroep” trouw
en delfde verder. Zijn populariteit groeide
voortdurend omdat hij. terwijl de anderen met
goud beladen wegtrokken, in Klondike bleef
wonen en werken, drinken en spelen. Dit duur
de zoo tot in zjjn hoogen ouderdom en toen hij
hoorde, dat in de Pelly-rivier platina ontdekt
was, deed hij mee aan de speculatie en legde
daaraan op zeven en zeventig-jarigen leeftijd zijn
laatste geld ten koste Zoo stierf hij als een
arm man, wien rijkdommen door de handen
waren gegaan, maar die toch zjjn leven lang
arm was geweest Het eenige wat we tenslotte
in den man nog kunnen bewonderen, is de
„Vriend.” zeide Pennyless. .Jk stel groot ver
trouwen in uw kennis en in uw toewudlng. Ver
oorloof mjj een beroep te doen op beide.”
„Gij zjjt mijn meester- beveel!”
„Het betreft het jonge meisje, dat gu bevrud
hebt van de jungle-koorts Haar slaap wordt
verstoord door vage schrikkelijke visioenen....
zjj lijdt zeer... haar algemeen* gezondheids
toestand wordt zienderoogen slechter Kunt gij
haar genezen?”
„Gemakkelük.”
„Wanneer?” y
„Als u dat wilt OpT oogenblik.”
„Laten we dan naar haar toegaan.
Onderweg gaf de kapitein den fakir opnieuw
Inlichtingen, aoodat «leze zün werk kon ver
richten zonder de zieke te ondervragen.
Sinda haar aankomst in de pagode had
Mary hem nauwelijks *n paar malen gezien.
Beiden keken gedurehde eenigen tijd met ge
spannen aandacht naar het jonge meisje dat,
ofschoon met de oogen wijd open liggende,
niets scheen te zien en ook hun tegenwoordig
heid zelfs niet vermoedde.
Ten laatste fluisterde de gravin, zich voor
overbuigende. haar toe:
„Lieve Mary, word wakker.”
Pennyless stond, sprakeloos en roerloos, j^rak
toe te zien.
Aanstonds kwam er in Mary's oogleden be
weging. haar blik kreeg de gewone uitdruk
king terug en zonder eenigen overgang ge
raakte het meisje van den slapenden in den
wakenden toestand.
Dat alles gebeurde onmiddelluk snel als
de gedachte!
Zooals de fakir het voorspeld en ook bevo
len had, herinnerde het meisje zich niets
meer, zelfs niet dat zü geslapen had.
Het eenige dat zü zich herinnerde, was dat
de Hindoe het vertrek was binnengekomen.
Men sprak haar natuurlijk over niets en de dag
verliep zonder eenig voorval van beleekenis.
Eenige minuten vóór negenen kreeg Mary
onweerstaanbaren aandrang om te slapen.
Tegen haar gewoonte in gevoelde zü niet
dien schrik voor den komenden nacht met zün
akelige en benauwende droomgezichten.
Zü was volkomen kalm; elk spoot- van ze
nuwachtigheid, de voorbode van die vreeselüke
nachtmerries, bleef uit. en klokke negen uur
sluimerde zü in en sliep weldra als 'n roos.
De gravin, die haar gadesloeg, kou hare
oogen niet gelooven.
■j—v e regen kletterde op het üzeren dak van
J den gevangeniswagen, welke, getrokken
dóór twee sterke paarden, langs de vette,
modderige wegen van het station naar de ge
vangenis bulten de stad reed. De koetsier op
den bok zat goed ingepakt tegen het slechte
weer, en achter, onder het luifeltje van den
wagen, zat een agent met een karabün.
„Dezelfde rommel en regen, als de vorige
maal.” gromde in den wagen een groote kerel,
met eet) valsch uiterlük, die Bill heette.
„Wat kan 't jou schelen?" zei een tweede, die
-nog groote r reus was; hü heette Asa en was
een neger.
„Voor hoeveel hebben
Chauncey." vroeg Bill.
„Voor vijf Jaar" zei Chauncey.
„Eén keer doet ie 'ns wat. en ze hebben 'm
meteen voor maar eventjes vüf jaar!" lachte de
ander ruw. Chauncey huiverde.
„Ja. als je eenmaal in de koets zit krüg je
geen kans meer,” gromde Asa.
Buiten was een dichte mist gevallen, de koet
sier kon weinig meer zien, en bemerkte alléén
aan t zwoegen van de paarden, dat ze tegen
den heuvel optrokken. Toen ging het afwaarts
en hü zette de remmen aan. langs den weg
was een steenen muurtje, daar de heuvel slers
afhelde en^ze als op een dük reden.
Opeens schuurden de stielen langs dat steenen
muurtje en plotseling op een door den regen
doorweekte plaats lieten de steenen uit den
grond los en scheurde het muurtje, de wielen
schoven door de opening en hingen een oogen
blik in de lucht, t Ging alles zoo snel, en de
koetsier had door den mist niets bemerkt, dat
hü nauwelüks nog tüd had om te roepen: .Alle
donders, het heele zaakje gaat naar beneden!”
In den wagen hoorde Chauncey een geweldig
gekraak, ze vielen tegen elkander aan. toen
kreeg hü het gevoel of hüzelf en de wagen
door de lucht vlogen, pr volgde een doffe smak,
welke hem m een hoek boven op Bill smeet, en
daarna was 't of de wagen een helling af
buitelde. Verder herinnerde hü zich niets meer.
Toen hü bükwam. voelde hü zich doornat en
half in 't water liggen. Naast hem lag nog
iemand, De mist was wat opgetrokken, maar 1
was büna heelemaal donker. Hü kroop uit het
water, en onderzocht den man naast hem.
t Was de agent, die achterop gezeten had, maar
hü was dood. Een eindje verderop vond hü den
koetsier, ook dood half tusschen de ruïne van
den wagen gekneld. Van de paarden was ei één
levenloos, het andere lag te stuiptrekken. Van
Bill en Asa vond hü geen spoor, 't Was duide-
lük. dat de leeren bekleeding in den wagen, de
ergste schokken voor hen had opgevangen en
hen daardoor had gered.
Toen drong het tot hem door, dat' er nu de
kans was om te ontsnappen, zooals ook Bill en
Asa wel zouden gedaan hebben, en misschien
hadden ze den koetsier en den agent ook wel
meteen gedood Ze waren beruchte moordenaars,
en ze zouden geen kans op directe achtervolging
twintig jaar
»«l
Ook Nieuw-Guinea is een goudland, waar op
het oogenblik een goudgraversstad in wording
is. In 1927 werd in de dichte oerwouden temid
den varr het koortsdistrict een goudveld ont
dekt van groote afmetingen. Maar, als gezegd,
dit veld ligt in het ondoordringbaar oerwoud
en zoo viel er niet te denken aan den aanleg
van straten, zoodat het goudveld als het ware
waardeloos was. omdat men niets kon uitrich
ten met de groote en Ingewikkelde machines,
die voor een goudexploitatle in het groot nood-
zakelük zün. Toch bleef de aandacnt op ae
nieuwe ontdekking gespannen en de gouddorst
heeft ook hier overwonnen, zooals hü altud
overwint. Men is daarbü op zeer merkwaardige
wüze te werk gegaan. Midden in een woud, op
een geschikte en niet al te dichte plaats, heeft
men de boomen gerooid en een vliegveld aan
gelegd. Een kapitaalkrachtige onderneming
heeft een luchtvlootje aangeschaft en trans
porteerde door de lucht machines en menschen,
die voor de ontginning noodig waren. Men
bouwde barakken voor de menschen en de ma
chines werden in de open ruimte gemonteerd
en toen begon de koortsachtige arbeid. Steeds
verder breidde de open plek zich uit en in
weerwil van de grootste moellükheden deden
mensch en machine hun werk. Zoo ontstond
een kleine kolonie midden in het oerwoud, dat
den strüd aanbond met de wildernis en de oude
traditie handhaafde, dat tenslotte de mensch
door zün vernuft zegeviert over de kracht der
wildste natuur.
Welbeschouwd is de ontginning nog in het
eerste stadium en steeds breidt de kolonie zich
uit. die langzaamaan een ware goudgraversstad
is geworden. Maar het gaat heel langzaam. De
arbeiders worden niet te best betaald, men be
taalde aanvankelük slechts met eten en drank,
men werkte eenvoudig op risico, zoodat ver
schillenden na enkele dagen hard werken, maar
liever naar beschaafdere oorden terugkeerden.
Die bleven, zün er nog en moeten afwachten,
wat de toekomst brengen zal. Men rekent erop,
dat. als men den strüd kan volhouden, de rük-
dommen overweldigend zullen zün.
beving door Mary's hoofd en antwoordde met
dat geheimzinnige stemgeluid der gehypnoti-
seerden
„Ik zal gehoorzamen aan al wat gü beveelt.”
„En dat zal morgen zóo zünen overmor
gen en altud
Ja altud!"
„Gü zult zoo dadelük wakker worden. wan
neer de echtgenoote van den Sahib het u be
veelt Maar dan zult gü u van al hetgeen
tk u gedurende uwen slaap gezegd heb. niets
meer herinnerenGü suit niet eens meer
weten dat ik u heb laten inslapen!.... Ik wil
het
Mistress
gen
„Dan hebt gü alleen haar te bev^lAi kalm
te gaan slapen.... haar de gedachte aan den
slaap op te dringen.... Zü zal dan aan u even
goed gehoorzamen als aan mil
bü verlle* van H
andoren vinger
De Engelsche kolonie Kenya in Oost-Afrika
is sinds kort eveneens een goudveld rük De
inboorlingen hebben daar niet bepaald over ge
juicht. om de eenvoudige reden, dat zü als het
ware werden overwoekerd door goudgravers. De
goudgrond wordt aan belangstellenden verpacht
rustig wakker.... zonder schrik of
en wacht op het mooie geluid van
den „boelboel”Ik wil. ik eisch van u dat gü
«laapt als te voren, zonder droomen zon
der hallucinatie.... Hebt ge mü begrepen?....
Ik wil het!”
Bü die laatste woorden van ongeloofelük-
energieke wils-overdracht, ging er een lichte
Freddy Vrüdag kwam terug met
twee groote trossen bananen, doch toen
hü naar zün bamboestok keek, zag
hü dat de papegaai gezelschap gekre
gen had, terwül hü weg was.
Zeven andere vogels van diverse
pluimage zaten naast den papegaai
op den stok.
„Het lükt wel of de papegaai ver
dreven is.” riep Freddy uit.
..Hoelang zün de vogels hier?” riep
Freddy.
„O, den heelen tüd al," zei Topsy.
„maar ze moeten er nu af, niet waar?”
(Morgenavond vervolg)
ze jou te
n Paar Indische nachtegalen deden door de
roze stilte van den scheldenden nacht en den
naderenden dag hun schitterende trillers hoe
ren en Mary, steeds helderder wakker wor
dende, luisterde ernaar met een zoeten glim
lach.
En toen de eerste zonnestralen met haar
gouden schün de spits van de hoog boven da
Boomen uitstekende minaret in zachten glans
zette, slaakte het meisje een lichten zucht,
opende de oogen en keek vroohik om zich heeo-
Zü zag aanstonds dat mistress Claudia Ml
haar bed stond en haar gadesloeg.
„En. Mary?” klonk de vraag, nadat de jong*
vrouw het kind op het voorhoofd gekust hsd.
hoe is het gegaan vannacht?"
„O mevrouw, ik heb heerlük geslapen!..-
Ik herken me zelf niet meer!Ach. als d*
eens zóó kon blüven duren!”
,XMt zal zóó blüven duren, m'n kind,
verzeker het Je En nu profiteer van de heer-
Ujk-frissche ochtenduren, sta op en doe wat g*
van plan waart.”
(Wordt imiOiF’
genomen hebben. Toen begaf hü zich op weg,
de mist trok meer en meer op. en eindelük zag
hü een eind van den weg af. een groep boomen,
en een boerden) waar licht brandde. Hü liep er
heen. 1 kon hem niet meer schelen wat er met
hem gebeurde, zün hoofd dee<t pün, hü was
doornat, en voelde zich hopeloos verlaten. Toch
werd hü. als hü bü het huis kwam omzichtiger.
Hü kreeg den indruk, dat alles er welverzorgd
en welvarend uitzag. en hü overwoog een be
schutting te zoeken en te wachten tot den nacht.
Misschien kon ie inbreken en wat eten en
drinken bemachtigen. Plotseling hoorde hü een
kletterend geluid; t was of er binnen iets werd
stukgesmeten. Toen volgde er een dronkemans-
lachen. .Allemachtig," zei Chauncey, „dat is
Bill!"
Heel voorzichtig sloop hü naar het raam, dat
wüdopen stond en zag de kamer binnen, 't Was
een vreemde aanblik. In t midden aan een
tafel zaten Bill en Asa. Alles wees er op, dat ze
pas een maaltüd hadden gehad, maar ze had
den nog glazen voor zich staan en ze waren
allebei flink dronken. In een hoek op een stoel
gebonden, zat bleek van angst en woede
oude man; en de vietde in de kamer was
meisje van onge
veer I
tenger, met een
Hef gezichtje en
bruine krullen.
Ze was niet
vastgebonden.
maar moest ge
dwongen toezien. Ze zag er ook bleek uit, maar
meer woedend dan angstig.
Asa begon te zingen, maar Bill, die niet zoo
dronken bleek, loerde naar het meisje.
„Kom Jü 'ns hier, en schenk me nog een*
in!” schreeuwde hü met een dikken long. En
toen het meisje niet gehoorzaamde, smeet hü
z'n glas naar den ouden man en trof hem net
boven het oog. ..En als je nou niet direct komt,
gooi ik nog ns naar 'm,” dreigde hü. En het
meisje gehoorzaamde daarop met trillende
lippen.
Toen ze naderbü kwam, greep hü haar vast
en trok haar naar zich toe. Het meisje vocht
wanhopig en zelfs Bill kon haar nauwelüks hou
den „Jü. leelüke kat,” schreeuwde hü. en pakte
haar nog steviger vast, trok haar naar zieh
toe. zün dronken gezicht kwam steeds dichter
bü het hare. Het meisje gilde, en afschuw en
angst vertrokken haar gezicht.
Op dat oogenblik trok Chauncey zich om
hoog en sprong door het raam naar binnen. De
neger zag hem 't eerst: „Kük, daar is Chaun
cey. die komt 't feest meevieren en net op tijd.'*
Doch Chauncey liep op de tafel toe en greep
een flesch. Toen zag Bill hem en begreep.
„Ben je razend?" schreeuwde hü wild, hü
liet het meisje los en wendde zich naar Chaun
cey. doch op hetzelfde oogenblik kwam de flesch
met alle kracht van Chauncey's arm boven op
z'n hoofd terecht, en sloeg in scherven. Bill
maakte een stap achterwaarts, viel terug op
z'n stoel, en tuimelde dan met stoel en al over
den grond en bleef roerloos liggen.
Door dien slag scheen Asa te ontuchteren, hij
sprong overeind en greep naar Chauncey, die
achteruit week Maar de kamer was niet groot,
en voor hü kon ontkomen naar het raam, had
Asa hem gegrepen. „Dat zal ik je afleeren." riep
de neger, en hü drukte hem tegen den muur
en begon hem te wurgen. HÜ zag Chauncey
aan met wilde, bloeddoorloopen oogen. en kneep
steeds vaster, 't Zou zeker binnen een paar mi
nuten met den mageren Chauncey gebeurd zün
als er niet plotseling iets door de lucht suisde
er in Asa s hoofd sloeg De neger gaf een hui
lenden schreeuw, en verdraaide z'n oogen, z'n
greep verzwakte en hü zakte met een smak
op den grond ineen. Chauncey hoorde bet
meisje gillen: „O. Ik geloof, dat ik hem ver
moord heb!” Hü haalde diep adem en viel be
wusteloos over Asa heen.
Toen hü bükwam zat hü op een stoel, het
meisje maakte z'n handen nat met met water:
„Gelukkig! Gaat het zoo wat beter?” vroeg ze.
„Hier, drink eens." Maar voordat Chauncey kon
antwoorden, werd de deur opengeworpen en
stormden twee agenten binnen: „Hier zün ze.
Jim”. riep de voorste, toen, als hü het vernielde
huisraad zag en de twee lichamen op den vloer,
bleef hü verbaasd staan
hebben maf. elkaar gevochten; dat 's is
tfï een heel gemakkelük karweitje," riep de
ander.
Het meisje ging op hen toe: „Gevochten?"
zei ze. „gevochten heeft er maar één. hü! En
daarmee heeft hü ons voor iets verschrikkelijks
behoed!"
..Daar begrüp ik niets van.” zei agent Jim.
.jnaar als hü 1 gedaan heeft, heeft ie t goed
gedaan!”
is een held geweest en heeft vader en
mü gered voor die beesten. Hü hoort niet in
de gevangenis!” en daarna vertelde het meisje
al wat gebeurd was.
„Nou.” zeide Jim. „1 zou me niet verwonde
ren. als hem door dit voorval veel vergeven
werd."
En hü had geluk Toen het verhaal in de
kranten kwam, ontstond er zooveel belangstel
ling voor Chauncèy, maar kwam er bovendien
zooveel achteraf uit over het door hem gepleeg-
de misdrüf van oplichting en over de eigenlijke
persoon van zün aanklager, dat zün vonnis werd
herzien en hü voorwaardelük werd veroordeeid-
Doch Chauncey behoefde die waarschuwende
voorwaarde niet, en hü ging ook nimmer terug
naar de sUd. Hü werkt nu hard en üverig, en
is een bekwaam landbouwer geworden in de
hoeve onder de boomen. en leeft er gelukkig
met z'n schoonvader en zün vrouw, voor wie hü
nog steeds haar held ^s. en die hem misschien
nog het meest liefheeft, omdat hü <1® kracht
vond een goed mensch te worden .toen..., bü
z’n kans kreeg
T T 11 Rusland süpelen sinds eenigen tüd be-
I j richten, of bever geruchten, dat in het
land van de Sovjet goudvelden zouden
gevonden zün. die enorme rükdommen bevat
ten. Deze goudvelden zouden ontdekt zün, ter
wül een wetenschappelüke expeditie op zoek
was naar voorwerpen uit vroegere eeuwen. Het
toeval zou dus tot de ontdekking hebben ge
leld. Onmiddellük na de ontdekking hebben de
geleerden het staatsbestuur op de hoogte ge
steld en verder werd het diepste stilzwügen be
waard. Ook de regeering houdt het geheim en
heeft per vliegtuig ixilitie naar het rüke gebied
gezonden, tegelük met een staf deskundigen
De streek, waar de ontdekking gedaan werd.
Is onbewoond en nauwelüks bekend land, waar
slechts nu en dan nomaden verblüven. Op deze
wüze was het natuurlük niet moeilük het stil
zwügen te bewaren, daar er geen nieuwsgieri
gen waren, die een spaak in het wiel konden
steken En de enkele boeren, die in de nabüheid
een kolonietje hadden, werden gedwongen re
verhuizen, hetgeen tegenwoordig in Rusland
ook al geen büzondere aandacht wekt. Zü kre
gen een ander stuk land en werden verder in
onwetendheid gelaten over de oorzaak van hun
gedwongen verhuizing. Het goudgebied werd
aldus geïsoleerd en de eenigen. die ingelicht
waren, behoorden tot de wetenschap, de politie
en de ambtenaren.
Een commissie, door de regeering te Moskou
Ingesteld, stelde vast, dat hier sprake was van
een büzonder rük gebied, aanmerkelük rüker
dan de goudgebieden in Noord-Siberië destüds
gevonden. WeUswaar heeft de bevolking in
Moskou lucht gekregen van de ontdekking,
maar niemand weet precies waar de velden ge
vonden zün. Zü kan ook geen inlichtingen
krügen van de betrokken ambtenaren en poli
tie. want dezen zijn als het ware afgezonderd
van de rest der wereld en worden streng onder
toezicht gesteld. Zü mogen het goudkamp pas
verlaten, als het eenmaal volkomen afgebakend
is en kan afgesloten worden, zoodat niemand
toegang kan krügen.
Volgens geruchten, zou de eerste goudzendlng
dezer dagen in Moskou gearriveerd zün en de
eerste onderzoekingen der chemici zouden reeds
hebben bevestigd, dat het goudgehalte zeer
werd thans, bü zün plotseling verschü-
aangegrepen door 'n soort schrik, maar
verzette zich daartegen en maakte zich van die
gesteltenis zelfs een verwüt.
Hü boog eerbiedig zonder een woord te spre
ken. Met een snelle beweging stond hü weer
recht voor haar en keek haar asm met vlü-
mend-scherp doordringenden blik.
Het kind trachtte dien blik, die haar be
nauwde en als t ware vernietigde, te ont-
wüken.
Dat duurde niet lander dan eenige seconden,
en aanstonds begonnen de oogen van t kind *n
vreemde uitdrukking aan te nemen en haar
oogleden verstüfden. Zü beefde en vertoonde
weldra het uiterlük van een onbeweeglük beeld.
„Gü slaapt, nietwaar?" aei de fakir met
doffe stem.
.Jk slaap.” antwoordde Mary zonder aarze
len met toonloos geluid, dat uit de verte scheen
te komen.
gü slaapt, zult gü mü ook gehoorza-
op dit blad zün ingevolge de eersekeiingevoorwaarden tegen bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bü een ongeval met f OCfl bü verlies van een hand f 1 oü verlies van een f Cfl bü een breuk van Z J/3
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen f ÜVW.' verlies van belde armen, beide beenen at beide oogen UV." doodeljjken afloop f St <JV." een voet of een oog f 1 St duim of Wijsvinger «JlZ. "been of annf We"
De fakir glimlachte en nam een lange gou
den hoedespeld der gravin. Hü stak die zacht
en diep in Mary’s arm.
Het kind scheen volmaakt gevoelloos.
Toen hü dit eenige malen gedaan had, vroeg
hü:
„Gelooft gü nu dat zü werkelük slaapt?”
„Dat is wonderlük!" riep de gravin, ziende
dat Mary ongevoelig bleek voor dezen prik, die
toch wel pünlük moest zün.
..Dal is voor ons de eenvoudigste zaak ter we
reld
„Maar laat haar, als ik het u verzoeken mag.
wakker wordendie vreemde slaap maakt
me büna angstig.”
„Deze slaap is niet enkel ongevaarlijk, maar
zelfs zeer heilzaam. Wat nu dat wakker-maken
betreft, het is beter dat gü dit doet, als ik weg
ben. Gü spreekt haar over niets van hetgeen
er gebeurd is; trouwens ru weet er niets meer
van
Hü had zich reeds omgewend om heen te
gaan, doch keerde nog even tot Mary terug, en
zeide haar op denzelfden bevelenden en wils-
krachtigen toon van daarstraks:
.Als mevrouw de gravin u bevelen zal te
gaan slapen, zult gü dit aanstonds doen....
ik wil het! Gü zult haar gehoorzamen evenals
aan mü Maar aan haar alleen IEn aan
elke andere wylsoverdracht zult gü weerstand
bieden... Ik wil het!"
„Ik zal gehoorzamen.” fluisterde Mary
Na die woorden trok de fakir zich beschei
den terug, den kapitein, diens vrouw en het
jonge meisje alleen achterlatende.