De opvoeding
Amerika
in
Juist voor Vrouwen!
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Met ROBINSON aan
HET
GROOTE
AVONTUUR
kun je uren lang gaan
(Ingezonden mededeellng)
r--
Griep, Influenza. «SS
WOENSDAG 22 FEBRUARI
GEZOND SYSTEEM
uoor
Gebrek aan traditie
Insuline
den toren
Idylle in Madrid
Auto’s vliegen in de lucht
Nieuwe stad in Midden-
Azië
Telefoon in de V.S.
Leestempo
De drie musketiers
De Witte Zee
Een vierde als toegift
FEUILLETON
De eerste Noordpool-
onderzoekers
Sovjetmijnen op Spits
bergen
Maar toch ia de Amerikaan
alles een geld verdiener
Vogels voederen met
vliegtuigen
i
’•AKKERTJES"
JHü blafte.... en liep been en weer.
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
i Het spook in
Geen pensioen, maar
een boerderij
namen?” vroeg Perrie hoofd-
Als de Kamer straks naar huis gaat.
▼er-
gerul-
mi
Barend!”
gilde de koster
weer
drie mil-
van
zes
hier
Hlppopothamus
hem
■prak
lachen en
te
h«
DE EERSTE NEDERLAAG VAN DEN FAKIR
edele Jonge-
levende geraamten met hetzelfde
(Wordt vsrvoigd)
aU-
De
Ze
gereed
aardmannetjes
vier
den
Op zekeren dag kwam Alexander Dumas bij
den chef-redacteur Perrie, om hem zijn nleuw-
sten roman „Athoa, Parthos en Aramis” aan
te bieden als feuilleton In de „Siècle”. De re
dacteur weigerde het werk op te nemen, dat
hem reeds onmogelijk scheen wegens den titel.
.Athoa. Parthos en Aramis? Lieve Hemel, wat
beteekent dat?" vroeg hij ontzet.
„Dat zijn drie musketiers." antwoordde Du
mas, „uit den tijd van Lodewijk XIII en ho
penlijk zullen ze door mij beroemd worden!
Door nauwkeurige waarnemingen, beeft men
vastgesteld, dat iemand, die in een tram of een
autobus leest, dit veel minder snel kan doen
dan gewoonlijk en de vermindering aan snel
heid bedraagt in de tram 12 pet., terwijl men
in eea autobus maar half zoo vlug kan lezen
als in z'n leeskamer.
HU
ik
wissels
uitingën
jeugd.
De Chlleensche regeering heeft, naar Reuter
meldt, besloten om aan uit den dienst getreden
officieren van land- en zeemacht in plaats van
een pensioen een boerderij met een stuk land
te geven, waarvan de grootte in evenredigheid
zal zUn met hun rang.
De regeering beschikt op het oogenbllk over
een groot aantal boerderijen van boeren, die
hun belasting niet meer konden opbrengen.
Men verwacht, dat ook vele burgerlUke ’amb
tenaren hun pensioen liever in dezen vorm wil
len hebben, daar de valuta reeds gedeprecieerd
is cn een nog verdere daling in waarde ver
wacht wordt.
Een aantrekkelUke rijde is. dat degenen, die
hun pensioen op deze wijze ontvangen, voor
hun verdere leven worden vrijgesteld van be
lasting op onroerende goederen.
In het Russische Museum te Leningrad wordt
dezer dagen, naar Reuter meldt, een Noordpool-
Tentoonstelling geopend, waar herinnerings-
stukken zullen worden geëxposeerd van de eer
ste Noordpool-onderzoekers.
Onder de tentoongestelde voorwerpen bevin
den zich vele waardevolle historische documen
ten, o.a. een buitengewoon zeldzaam boek, te
Amsterdam in het Latijn uitgegeven in 1611,
waarin de reis wordt verhaald van Barents en
Heemskerk naar Nova Zernbla.
■MM
MOSKOU. 22 Pebr. (Reuter). De Sovjet-re-
geering heeft 53 millloen roebel uitgetrokken
voor den bouw van een stad in de republiek
Kara-Kalpaker nabij de nederzetting Nukus.
Op deze midden in de Centraal-Azlatische
oerwouden gelegen plek is reeds *n groote hoe
veelheid bouwmateriaal aangekomen, en men
neemt aan, dat hier over 2 jaar een groote stad
zal zijn verrezen, die de hoofdstad wordt der
republiek Kara-Kalpaker. ter vervanging van
het tegenwoordige Turtkul, dat ten ondergang
gedoemd is.
De laatste 15 jaar is de rivier Amu-Darja (in
het Arabisch„De waanzinnige stroom") die
groote landstreken onder water heeft gezet tot
bijna vlak bij de stad genaderd.
Over 2 a 3 jaar zal de rivier het gebied van
de stad geheel overstroomd hebben.
Terwijl de Zwarte Zee meestal grijs, groen of
blauw ie en de Roode Zee bruin, is er op Mada
gascar een meer, dat den naam van -Witte
Zee” draagt en waarvan het water ook werke
lijk melkwit is.
In New-York hebben ongeveer
Hoen menschen telefoon en de 496 telefoon-
centralen worden gemiddeld 11 millloen maal
per dag opgeroepen.
gMMHMMNM DE KIEZER
f ^Agitatie in het land!
JA- -ja-.
de deur.
.Aie.zpt^" grinnikte hjj zelfbewust, „nou ga
je je gang maar; wij wachten wel beneden en
morgen zullen we zien of de spijker er rit."
De barbier beklom de smalle trap. Ze hoor
den nog even z'n gebrom. Toen werd alles
stil!....
Het was een nacht, dat er grauwe donkere
wolken langs den hemel joegen. Af en toe
gluurde de maan door de dreigende bergen,
daar omhoog. De wind gierde en zong een
vreemden zang door den ouden toren.
En hooger klom de barbier, in zichzelf lachend
om het domme tweetal. De ham zou hem
■maken. Daar konden ze van op aan.
Zoo, nu was hij er. Het zilveren licht der
maan glansde door de spleten in de muren en
in dien glans zag hjj de klokke-touwen en de
lage balken waarvan de koster hem gesproken
had.
Maar.t was toch vreemd in dezen
schemer. En hoe gierde de wind! Ja, t was zoo-
als de koster hem had gezegd: de wolken, die
hij door de wandgaten zag, waren als dansen
de, vreemde vrouwen, die er wiegden om het
kerkgebouw heen. Hij zou zich haasten. In
de herberg was t toch wel zoo gezellig
Pang.... er galmde een zwaar geluid door
de lucht! De barbier kromp ineen van schrik,
op hetzelfde oogenbllk dacht hij aan de kerk
klok. die den tijd blmbamde.
Weer klonk een schrille kreet. Tegelijkertijd
zwiepte een kleine, zwarte gedaante langs z’n
haren. Er voer een koude rilling langs den
rug van den barbier. Maar hU onderdrukte z'n
schrik met geweld. Hij lachte. Dat was een uil
geweest die kraste en langs "z'n gezicht was
een vleermuis gefladderd.
Vlug zou hij nu den spijker in het hout
slaan. En dan naar beneden! Naar de twee
blaaskaken! Die twee bange hazen!
Hij wilde den nagel in den balk drijven.
Meteen gierde het door de galmgaten. De brok
ken kalk vlogen hem langs de ooren Maar hjj
hamerde, hij hamerde zoo, dat hij dacht, dat
ze beneden het geluld konden hoeren.
Zie zoo, bij was klaar. Toch een geluk dat
het was afgeloopen. In de herberg, bij den
TROMBOS, 22 Pebr. (Reuter). Zes Neder-
landsche en 13 Dultsche ingenieurs en meca
niciens zijn alhier aangekomen van de Sovjet-
Russische kolenmijnen op Spitsbergen.
Zij vertelden, dat het thans in de mijnen
begonnen werk bevredigende vorderingen
maakt, doch dat eenlge tijd moet verloopen,
alvorens de productie van beteekenis is gewor
den.
Het aantal bewoners van de nederzetting be
draagt ongeveer 1000, terwijl er slechts huisves
ting bestond voor 600 menschen. Daarom zijn
er verschillende nieuwe huizen gebouwd. Eenige
mijnongelukken hebben reeds plaats gehad
waardoor In totaal zeven mijnwerkers zijn ge
dood.
De nieuwste methode, om een onbeminde uit
de wereld te ruimen, zonder daarbij zelf al te
groot gevaar op te loopen, schijnen Madrileen-
sche anarchisten uitgevonden te hebben„De
vliegende auto's I” In niet minder dan 10 geval
len exploideerden dezer dagen midden in het
drukste verkeer auto's, welke zonder uitzonde
ringen aan leden der regeeringspartüen behoor
den. In elk dezer gevallen werd de radiateur
met den motor glad weggeslagen en alleen het
verbrijzelde chassis met de carosserie bleef op
straal liggen. Naar allen schijn hadden on
bekenden bommen met tUdontploffing in de
motorkappen geplaatst. Het .resultaat” was
echter gelukkig uitgebleven, want de Inzitten
den der auto’s kwamen, behalve lichte kwetsu
ren door glassplinters, met den schrik vrij.
De koster en de doodgraver hadden
men tijd beneden aan de trap gewacht.
,KU doet lang over z’n spijker.” spotte dc
eerste; „*t is nog aoo makkelijk niet."
Toen was onrust over hen gekomen. En de
natuurlijk aan
Hl! zelf wilde heel bet herstel van desen on-
gelukklgen lelden.
Den volgenden dag maakte de man het dan
ook veel beter.
Hij had zijn helderheid van geest geheel te
ruggekregen. maar was natuurlijk uiterst
zwak,
Patrick was hem met zijn zuster, en natuur
lijk vergezeld door Bob, komen opzoeken.
Bij het zien der beide kinderen trokken zich
zijn perkamenten gerichtsplooien samen tot een
pijnlijk glimlachje Met uiterst zwakke stem
betuigde hü hun zijn eerbied en zijn vreugde
hen weer te zien.
Met horten en stooten verhaalde de man hun
dat bij het spoorwegongeluk al de anderen
om het leven waren gekomen en dat hü zelf
onder de puinen vandaan was gehaald door
personeel van een hulptreln
„Dus,” vroeg Patrick. ,.u bent Inderdaad een
van degenen, die we ontmoetten m den tuin
van onze villaen die in het .Kamp der
Ellende" bij ons zijn Ingestapt?"
„Twijfeltu daar nog aan.
man?"
.Keen, in *t geheel niet! Maar die ontmoe-
tlng-voor-de-derde-maal is aoo wonderlijk. En
gelukkig en overwacht voor mij!"....
,Jk zal u zeggen.... hoe ik.... hier kon ko
men. Uw hond lag bijna stervend, onder de
wrakstukken Ik gaf hem te drinken.... bij
volgde mij en zocht u overalop de plaats
des otiheil*.
zijn die "AKKERTJES" een ideaal
middel Ze helpen verrassend bij
onbehaaglijkheid, maar bovendien
ook bij klachten op gezette tijden
AKKER.CACHET5
VoJptwt rstspi vm Dvmaat.
De kapitein pakte den stervende onder de ar
men en, op zijn bevel, nam de fakir met zicht
baren tegenzin hem vast bij de beenen. Beiden
droegen hem de pagode in, terwijl Patrick, dol
blij jnet het weervinden van zijn hondje, ach
teraan kwam.
*t is de
pont,” riep
dat Ik nat
rivier over-
maar het lange vasten had hem danig ver
zwakt en dc overvloedige maaltijd plotseling te
zwaar gemaakt en daarom mislukte sün poging
op grappige wijze.
begon
Hij wilde daarom zelf den ongelukkige ver
zorgen volgens alle regelen der voorzichtigheid
zooals zijn vrouw dit Mary had gedaan. HU
speelde voor dokter en huisvader en ziekenver
pleger tegelijk en zag daarvan langzaam, heel
langzaam, goede resultaten. De uit den dood
geredde was hem daarvoor uiterst dankbaar en
prevelde nu en dan: .Dank.... Sahib!....
duizendmaal.... dank!”
De toon waarop die woorden werden gespro
ken, was er een die getuigde van zooveel door
gestaan lijden en ellende, dat Pennyless daar
door tot in het diepst zijner ziel ontroerd werd.
Ondertusachen hield Patrick zich bezig met
Bob en zette dezen "n schotel voor met een
portie gekookt scnapenvleesch, wel genoeg voor
drie menschen.
Bob sprong er op los en bewerkte met tong
en tanden de portie soodanig en zoo vlug, dat
het maal in vijf minuten tijde was afgeloopen.
De hond, zooeven nog n plank, was riender-
oogen rond en bol geworden als ’n baaltje HU
zat naar den leegen schotel te kijken en in de
'richting van zijn meester te knlpoogen, alsof
hU wilde zeggen: ,Jk zou nog wel lust hebben
in ’n „toet je."
Patrick maakte aan die beweeeglUkheidsbe-
vlieglngen een einde door op vriendelüken toon
te zeggen.
„Komaan, Bob, het Is nu genoeg! We gaan
nu naar je meesteres, naar Mary.... Hoor je
het? Mary.... Mary!"
Bob probeerde bU het hooren van dezen
naam een dulkelsprong te maken van plezier,
■j—en Dultach journalist heeft onlangs een
pstudiereis in de Vereenigde Staten beëln-
digd. die tot doel had het Amerikaansche
opvoedingssysteem te bestudeeren. HU vertelt
hierover merkwaardige bUzonderheden en begint
rijn relaas met de mededeellng, dat het niet
zoo heel eenvoudig is uit den smeltkroes der
volkeren die Amerika is wUs te worden.
Op zUn reis ontmoette hü vele Europeesche pae-
dagogen, die allen zonder uitzondering een on
vriendelijk beeld ophingen van de Amerikaan
sche opvoeding en die verklaarden, dat ieder
Europeesch kind veel meer weet dan het ge
middelde Amerikaansche. Deze gevolgtrekking
is niet onverklaarbaar. De Amerikaan is ie
mand, wien het in bet leven vooral te doen is
om de verzameling van een groot mogelUk aan
tal dollars. De zagen des geestes inec. esseeren
hem minder, cultuur en traditie kent hU niet,
hoewel hü in volstrekte tegenstelling met dit
gebrek aan cultuur, liefst met zUn heele familie
lederen zomer een paar maanden naar Euro
pa oversteekt om bU voorkeur de oude en tra-
dltie-dragende steden te bezoeken.
Hiertegenover staat, dat de Amerikanen iets
In het leven meekrUgen, dat zU zoo hard noo-
dig hebben en dat hun het leven zooveel ge-
makkelUker doet leven dan het Europeesche. ZU
leeren namelUk zoo ongeveer op hun tiende jaar
met chèques en wissels omgaan, hetgeen som-
HALIFAX (Nieuw Schotland) 22 Pebr.
(Reuter). De regeering heeft besloten, om
vliegtuigen over bet kustgebied voedsel te laten
uitstrooien voor de wilde ganzen en eenden.
dis daar in grooten getale hun winterverblijf
houden.
De dieren worden met den hongerdood be
dreigd. daar de grassoort, dte hun tot voedsel
dient, dit jaar in bet geheel niet meer voor
komt.
Men gelooft, dat een plantenziekte hiervan
de oorzaak is. Duizenden vogels zUn reeds om
gekomen «n groote. troepen trekken naar
andere gebieden.
Door het voederen vanuJJ 44. vliegtuigen
hoopt men de dieren voor uitsterven te be
hoeden en inmiddels wordt onderzocht hoe de
groei van het gras weer te verwezenlUken is
abotlïte 3 ongevallen verzekerd roor een der voegende ultkeeringenf3000. verUes'^n^l^e^raien^^lde'beenen'of belde oogen f 750»~ doodsUjkan* afloop f250»~ een**roet ol een <»g f 125»~ duim of wljevlnger
Het insuline, het succesvolle bestrijdingsmid
del der suikerziekte heeft pas zün 10-jarig
bestaan gevierd. De uitvinder dr. Banting, was
in 1922 nog een jonge onbekende practlsche
plattelandsdokter. HU kwam op bet idee in
suline te winnen. HU legde zijn practUk neer
en begaf zich naar Toronto, waar prof Macleod
zich voor zijn Ideeën interesseerde en hem met
raad en daad bUstond. Een jaar later was Ban
ting wereldbekend als weldoener der mensch-
held en thans hebben duizenden hun leven aan
hem te danken, HU ontvangt van de Canadee-
sche regeering een jaarlUksch honorarium van
5000 dollar en in 1923 werd hem de Nobel
prijs van medische wetenschappen toegekend
mlge Europeanen nooit in hun heele leven lee
ren. De Dultsche deskundige dan kwam in New-
York aan en vond er armen en rUken, een leger
werkloozen. onbezoldigde onderwijzers, coëduca-
tie, waarbij niet mannen maar vrouwen onder
wijzen enz. enz.
Een merkwaardig verschUntel in Amerika is
de open deur. Men legt de post op de brieven
bus, als deze vol is, zonder vrees, dat ze ge
stolen zal worden door onbevoegden, en als de
wind de brieven wegblaast, dan brengt een
straatjongen ze weer terug. Men is in Amerika
in kleine dingen vol vertrouwen, openhartig. In
de scholen is ook alles open deur of glas, zoodat
men ten allerr tijde binnen kan komen. Zoo kwam
de reiziger eens in een school binnen en keek
ietwat schuw rond te midden van al die open
heid, tot een onderwUzeres hem wenkte nader
bU te komen, waarna zU hem vroeg, of hU rich
voor de school Interesseerde. Ze stelde twee
meisjes van twaalf jaar tot rijn beschikking die
- hem rondleidden met een ernst en een be-
kwaambeid. waar de Europeaan van te kUken
stond. De man was verrast en buitengewoon
tevreden. Toen iets later een Afghanlstansch
vont dezelfde school bezocht, werd hU op de
zelfde wijae ontvangen. Deze beer was minder
tevreden en meende, dat men hem in zUn waar
digheid tekort had gedaan. Dat is nu Amerl-
kaansch. men maakt geen onderscheid.
Op een goeden dag ontving de Duitscher een
brief van den minister van onderwUs, die hem
verzocht hem te tjpzoeken. Dit trof den man te
meer, waar hU geen bekend deskundige was
doch veeleer een belangstellende. Hij voldeed
het verzoek en bezocht het bu
reau voor opvoedkunde, een gebouw van
verdiepingen, dat onder den minister van on
derwijs ressorteert. Ook hier alles glas en open
heid. De minister zelf, die na een wandeling
door lange gangen te bereiken was, zat voor
iedereen zichtbaar aan zUn bureau te werken.
Enkele ambtenaren werden ontboden en van
’s morgens tien uur tot 's middags vUf uur werd
de bezoeker Ingelleht, waarna hU het gebouw
verliet, beladen met notitie* en papieren. De
Amerikanen komen dus gaarne voor den dag
met hun opvoeding en schromen niet zoo
openhartig mogelUk te zijn.
Voor den Amerikaanschen onderwijzer en lee-
raar is het leven niet zoo veilig als voor den
Europeesche. BU ons studeert de leeraar af.
HU krijgt een aanstelling en is aeker van zUn
pensioen. De Amerikaan echter moet doorloo-
pend zijn plaats veroveren en opnieuw verove
ren. Om zUn plaats te houden, moet de on-
derwUsman voortdurend bljstudeeren en zoo mo
gelUk college loopen op de unlversitelt.
Een droevige kant aan het opvoedingssysteem
tn sommige landen is de straf, waarmee men
soms een beetje erg gul is. Er zUn kinderen,
wien men den angst van het gelaat kan lezen.
ZU hebben vrees voor het leven, omdat zU zoo
veel gestraft werden en de verzekering hebben
gekregen, dat zU voor niets deugen. Op deze
wjjze wordt bU de zwakkere krachten een min
derwaardigheidsgevoel gekweekt, dat fataal kan
zUn voor hun verder leven. De andere kinde
ren echter zUn vrUe wezentjes, die graag naar
school gaan en de toekomst met open blik in
gaan. Het eerst geteekende type vindt men in
Amerika niet. Daar vinden de kinderen een
reprimande noodzakelUk om zich te harden in
het leven. Hun wordt de overtuiging bUge-
bracht, dat zü persoonlijkheden moeten worden.
De uitstekende inrichting der scholen is geen
gevolg van staatsbemoeiingen, maar van de
goedgeefschheld van rUke oud-leerllngen. Deze
in Europa geheel onbekende wU«e van „subsldl-
eering” vindt men overal in Amerika en het is
verwonderlUk te zien, hoe het systeem zich biUft
handhaven.
„Met deze
schuddend.
.Jawel, met deze namen?”
„U vergist u, uw roman moet een anderen
titel hebben; want deze hier zal het publiek Be
ker niet begrijpen U zegt, dat uw helden drie
muskeilers zijn, welnu, noem uw boek: ,De drie
musketiers.”
„Neen, neen,” weersprak Dumas, „dat gaat
immers niet, het zUn er immers vier, er is nog
een zekere d’Artagnon bU en „Vier musketiers”
dat klinkt niet goed!”
.Des te beter^’’, riep de uitgever, „u belooft
drie musketiers en geeft er vier, het publiek
krUgt er dus nog een toe. meer kan men toch
werkelijk niet verlangen. Ik schrap dus Athos,
Parthos en Aramis” en zet er voor in de plaats
de „Drie Musketiers". De auteur verklaarde zich
tenslotte met deze wUziging accoord. Het is de
vraag, of het werk onder den oorspronkelUken
1 onbeholpen titel tot zoon wereldberoemdheid
gekotritn was, als nu met de „Drie Musketiers
doodgraver had den naam van den barbier in
het donkere trapgat omhoog geschreeuwd.
brandewijn, was t beter dan hier, in dat
vloekte hol!
Toen kraste weer een uil. De barbier wilde
zich omkeeren. ten einde de trap te bereikt
Een ontzettende angst flitste op hetzelfde
oogenbllk door z’n half beneveld brein. Iemand
hield hem vast. Nog eens rukte hij, nog eens
en nog eens.... Iemand hield hem vast
t Was Of een foloedgolf hem naar de hersem
sloeg. HU zag nog vaag even de witte vrouwen,
die rond den kerktoren dansten. HU fy^erde
flauw het geroep van den nachtvogel, toen
viel hU met een bons neer.
Onder de voornaamste deugden van het onder
wijs behoort zeker de eenvoud, waarmee onder
wijzer en leerlingen met elkaar omgaan. Er
zUn heel wat scholen, waar belde partijen sa
men in een eenvoudig restaurant de lunch ge
bruiken, die uiteraard ook sober is. Deze ver
houding bestaat niet alleen op de volksscholen
daar zou bet geen verbazing wekken maar
ook tn hoogere instellingen en zelfs in het de
partement van onderwUs.
Al deze détails uit het onderwUs in Amerika
geven een optlmistischen kuk op het geval Men
zou zelfs mogen concludeeren, dat een dusdanig
systeem buitengewone gevolgen moet hebben
voor later, maar van den anderen kant zien
we resultaten in den vorm van tamelijk mate
rialistische menschen. die voor alles het geld
verdienen tot een eerste plicht verheffen. Het
systeem zou grootere gevolgen kunnen hebben,
I wanneer de scholen in plaats van niets dan
ook de hoogere levensvragen en levens-
i een kans kregen bU de schoolgaande
Moet ze ook opnieuw gevuld
Dit geheim wordt door de stembus
Altijd weer op tijd onthuld!
Maar daar tusschen, als de zetels
Onbepaald zijn door vacant,
Js er altijd politieke
iAgitatie in het land!
Want ddn zijn geen kamerleden
Doch de kiezers aan het woord
Dit zijn stemmen, die men éénmaal
In een aantal jaren hoort
En die stem vult geen kolommen,
Maar zij wint juist meer aan kracht
Daar de meening, kort en bondig,
Punctueel wordt uttgebracht!
Want dit puntje komt bij paaltje!
Puntjes vormen stippellijn,
Die de Kamer heeft te volgen,
Daar zij van de kiezers zijn!
Nu is weer de kiezer koning,
Met een onbeperkte macht
Hl) heeft inderdaad de wijsheid
Dezen éénen keer gepacht!
Als hij straks het potlood vasthoudt
Voor dat puntje aan den kant,
Dan beslist hij oppermachtig
Over ‘t welzijn van het land!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
of hU dol was geworden. Tenslotte scheen hU
een spoor te hebben gevonden dat samenliep
met het spoor van eer. olifant....
,Ja.... ja.... dat komt uit."
..De hond volgde nu het spoor van den oli
fant.... en ik volgde hem maar voortdurend..
Ik wist niet wat er van mil worden zou.... Ik
sliep vlak bU hem.... Ik at bladeren, wortels,
allee.... en zóó zUn wU hier gekomen, uitge
put van honger en ellende!”
Dit verhaal was onder elk opzicht aanneme
lijk, en de gehechtheid, welke Bob voor dezen
somberen reisgezel aan den dag legde, beves
tigde het. e
Daar stond tegenover dat Mary en Patrick
den ongelukkige niet met beslistheid herken
den om de eenvoudige reden dal al de slacht
offers van den hongersnood, in hun laatste
Hjdenstjjdperk gekomen, zóózeer .op elkaar ge
lijken. dat het seer moeilijk is se van elkaar te
onderscheiden.
Men moet er in de Engelsche geïllustreerde
bladen de foto's van die groepsgewijze door de
journalisten „genomen” rampzaligen maar eens
op nazien.
Het zUn
ulterlljk en van niet te bepalen leeftUd.
Hoe dan ook. de man kende de kinderen van
den majoor, hjj kende hun hond, hU wist hen
te herinneren aan verschillende bijzonderhe
den. die er op wezen dat zü elkaar reeds vroe
ger ontmoet hadden en hü was daarenboven
diep ongelukkig allee reden te over voor deze
gevoelige harten om medelUden met hem te
e zaten in de dorpsherberg bUeen.
koster, de doodgraver en de barbier.
A-* dronken brandewUn. Hun hoofden waren
verhit. En ze spraken van spoken
„Ze bestaan niet.” grinnikte de barbier en
beukte met z’n vuist op tafel.
De koster lachte fUntJes.
„En ik weden ik wed” sarde hU
„dat jU d’r toch aan gelooft."
„Ze bestaan niet," hield de barbier vol, en
hU bestelde s’n rijfde brandewUntje met
suiker.
De doodgraver had ernstig geluisterd, soo-
als een doodgraver betaamt.
„Nou, as je nachts over t kerkhof doolt,”
zoo sprak hU somber ,Jk geef je de ver
zekering dat je dan vreemde geluiden hoort.”
HU hield z'n glaasje tegen het lamplicht en
slaakte daarbU zelf een vreemd geluid.
„En in den ouden toren dan?” vroeg de
koster, het reeds griezelig wordend gesprek met
deze vraag opsmukkend.
„Ik geef je de heilige verzekering vervolgde
hU: „dat ik er een avond kwam om de klok
te lulden: jullie weet wel toen met dat storm
weer, toen de schuur van Maarten in lichter
laaie stond; ik geef je de heilige verzekering,
dat 't er niet pluis was. De uilen krijschten, de
wind floot door de gaten, de kalk plofte me in
blokken voor de voeten, spoken zijn er niet,
zei je, best hoor, maar ik zal dien avond nooit
vergeten. *k Had geen drogen draad meer aan
m*n lUf van t zweeten. En als je de jagende
wolken door de torengaten zag, was 't net, of
er vrouwen in witte mantels om de kerk
dansten."
De barbier grinnikte weer.
„Onzin! Zenuwen!” hoonde hU, en dronk z’n
glas brandewUn half uit.
De koster en de doodgraver keken elkander
verbouwereerd aan.
„Wat zeg je nou van zoo*n vent?” viel de
eerste heftig uit.
De doodgraver haalde de schouders op, uit
medelUden met het ongeloof in het vreeselUke.
het griezelige van den ouden toren.
„Drukte! Dat heb Je hier!" zoo viel de
koster den barbier aan. „Ik zou je wel eens
willen zien, in zoo'n storm-nacht. Je bracht het
nog niet eens tot den eersten ommegang. Wed
den?”
Dat woordje „wedden” verhitte de gemoede
ren nog meer. Ze bestelden nog een drietal
glaasjes van het prikkelende vocht. De koster
dronk z’n glas in één teug leeg.
En weer herhaalde hU tertend z'n vraag.
Hel klonk de lach van den barbier.
„Nou. wit wedden?" zoo aanvaardde hU de
uitdaging.
„Wedden, dat je d’r niet in durft, als ik jou
den sleutel geef?"
„Om wat?”
„Om wat? Da’s mU hetzelfde!” antwoordde
de koster, die zeker van z'n zaak was. *k Wed
om een ham, om een pot bier, *k wed <xn alles
wat je wilt, maar je kent de ouwe balken,
daarboven. Nou, ik wed, dat Je voor geen geld
van de wereld nou naar boven kruipt en een
spUker in *t hout slaat”
De barbier lachte luid en sarcastisch. HU
viel van louter pret bUne van z’n stoel en be
stelde nog een glas brandewUn.
„Top!" riep hU en kletste z’n hand tn den
eeltlgen knuist van den koster.
,JU bent getuige" zoo wendde hU zich tot
den doodgraver „Wedden? wel zeker! om
een ham, 'n beste, van m'n nieuwe slacht."
Ze dronken nog een borrel en gingen toen
weg. de koster, rammelend met den kerktoren
sleutel, de barbier, met spUker en hamer ge
wapend, van den herbergier geleend. BU het
gebouw gekomen, ontsloot de koster met een
zegevierend lachje de in <ft” hengsels knarson-
te hebben. Men hechtte zich aan hem uit
menschllevendheld.
Alleen de fakir toonde zich tegenover hem
minder vriendelUk en gaf nu en dan zelfs blik
van een soort vUandschap, die men bijna haat
h^Dv^Sm bteto°de zorg en het medelijden
niet besteed aan een ondankbare.
Naar gelang zUn herstel vorderde betoond»
hij tegenover rijn weldoeners een inderdaad
treffende erkenteUjkheid, zooals men die
Oosterlingen maar selden aantreft.
En die erkenteUjkheid werd steeds grootsr
en uitte zich in fUne beleefdheden, welke mj»
van een zóó afmen man nauwelijks sou heb-
ben verwacht.
HU liep ten langen laatete opgewekt door he*
de pagode, kende deze weldra tot in de “iterste
hoeken, stelde belang in alles en trachtte rich
nuttig en verdienstelijk te maken door allen**
dingen te verzinnen, die hem meer en meer
sympathie deden winnen.
Mistress Claudia en Mary hielden seer vee*
van bloemen. Hij voorkwam hun stille wsn-
scher. op dit punt en zorgde eiken dag voor»
prachtige collectie Flora-kinderen. die
de muren en op de uitgestrekte terreinen
pagode groeiden en bloeiden.
De man leed, meer nog dan de hond, van den
honger. Bob had onderweg nog wel iets weten
te vinden, maar de man blUkbaar niet.
Pennyless, die nog nooit slachtoffers van den
hongersnood in Britsch-Indlé gezien had. kon
zich nis* voorstellen dat het mogelUk was sóó
te vermageren zonder te sterven. Zulk een
lichamelijk* ellende scheen hem onvereenig-
baar met het uithoudingsvermogen van *n
mensch.
Patrick
moed in:
„Vooruit. Bob, hondje, hou je taal,... We
gaan naar Mary.”
En de hond antwoordde met *n vrooUJk:
„Oeap!.... Oeap!.... Oeapt"....
Maar alvorens de keuken te verlaten, kwam
zich eerst even aanvielen tegen den ster
venden Hindoe als om hem te zeggen:
,Jk vergeet je niet, arme metgezel in slechte
dagen.”
De ongelukkige hongerlUder stak zUn ont-
vleeschde hand uit, streek met zUn geraamto-
vingers over den kop van den hond en fluis
terde:
,KÜ heeft,... zUn meester.... terug.
Is gelukkig; het goede beest. Maar ik
kan zelfs voor niemand 'n hond rijn...
Pennyless zag in 's mans oog een traan blin
ken en seide. diep ontroerd;
.Maak u maar niet ongerust over de toe
komst. ZU die u gered hebben, sullen u niet
overlaten aan uw lot.”
De man scheen geheel uitgeput, verviel in
*n soort doffe gevoelloosheid en bleef roeriooc
op zUn mat liggen.
De kapitein Uet hem overbrengen naar een
ruim en comfortabel gemeubeld vertrek, na te
hebben verboden, dat men hem iets te eten
zou geven, wat ook.
Maar de oude
hield er niet van, dat passagiers op
zijn gezicht zaten, dus nam hU een
mond vol water uit de rivier en
spoedig zagen Robbie en Topsy het
mannetje de lucht in gaan op den
top van een fontein.
.Dat arme mannetje,” riep Topsy.
terwUl se erg bedroefd keek.
lrNu Ja," meende Freddy, „hU
had toch moeten weten, dat hU
niet op het gericht vin den Hippo
moet gaan ritten. MUnheer Hippo
moest spuiten als een walvisch om
rich van hem te bevrijden."
(Morgenavond vervolg.)
te herstellen, zUn een paar MUnhardt's Poeders.
Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. BU Uw Drogist.
het donkere I
Maar geen ant
woord volgde.
Slechts het ge
gier van den
wind bulderde op.
En heel zacht
krUschte de uil
daarboven. Ze
hadden elkander amngekeken, een oogenbllk, de
doodgraver en de koster.
Toen fluisterden zU, of er iets zou zUn. En
nog eens galmde de koster den naam van den
barbier. Maar weer bleef alles stil.
.D’r is iets niet pluis," had toen de koster
gezegd. „Zie je weL da*k gelijk heb?" De dood
graver rilde.
„Ik ga d’r niet in.... 1t doe t niet,” zet
hü ontzet.
„Barend
naar boven.
Slechts de nachtvogel kraste heel, heel zacht
Toen, plots, bU een windvlaag, was de deur
van den kerktoren dicht geklapt Ze stonden
buiten en beefden van angst. En Bonder af
spraak. maar als één van sin, holden ze eens
klaps in de richting van de dorpsherberg en
daar, bU *t licht van de olielamp, dronken se
de griezelige herinnering van den avond weg.
Den volgenden morgen vond men boven, ia
den toren, waar nu de zonnestralen speelden,
het lUk van den barbier. De hamer lag naast
hem. De spUker glom, niet boog van den grond,
in een knoestigen dwarsbalk. En de spUker
was geslagen door een slip van de jas, die de
wind omhoog had gewipt tegen het hout van
het oude bouwwerk.
Een geneesheer constateerde hartverlam
ming.... door schrik!
Robbie en Topsy wandelden langs
den oever van de rivier, met Freddy
VrUdag, toen ze zagen, dat mUnheer
Hippo zich gereed maakte
kleine aardmannetjes naar
anderen oever te dragen. Een
de kereltjes zat op mUnheer Hippos
gezicht en hef scheen, alsof hU de
anderen er vandaan hield.
„Ik ga hier ritten,
droogste plaats op de
hU „en ik geloof niet,
zal worden, als we de
steken."