De opvoeding Amerika in Juist voor Vrouwen! ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Met ROBINSON aan HET GROOTE AVONTUUR kun je uren lang gaan (Ingezonden mededeellng) r-- Griep, Influenza. «SS WOENSDAG 22 FEBRUARI GEZOND SYSTEEM uoor Gebrek aan traditie Insuline den toren Idylle in Madrid Auto’s vliegen in de lucht Nieuwe stad in Midden- Azië Telefoon in de V.S. Leestempo De drie musketiers De Witte Zee Een vierde als toegift FEUILLETON De eerste Noordpool- onderzoekers Sovjetmijnen op Spits bergen Maar toch ia de Amerikaan alles een geld verdiener Vogels voederen met vliegtuigen i ’•AKKERTJES" JHü blafte.... en liep been en weer. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL i Het spook in Geen pensioen, maar een boerderij namen?” vroeg Perrie hoofd- Als de Kamer straks naar huis gaat. ▼er- gerul- mi Barend!” gilde de koster weer drie mil- van zes hier Hlppopothamus hem ■prak lachen en te h« DE EERSTE NEDERLAAG VAN DEN FAKIR edele Jonge- levende geraamten met hetzelfde (Wordt vsrvoigd) aU- De Ze gereed aardmannetjes vier den Op zekeren dag kwam Alexander Dumas bij den chef-redacteur Perrie, om hem zijn nleuw- sten roman „Athoa, Parthos en Aramis” aan te bieden als feuilleton In de „Siècle”. De re dacteur weigerde het werk op te nemen, dat hem reeds onmogelijk scheen wegens den titel. .Athoa. Parthos en Aramis? Lieve Hemel, wat beteekent dat?" vroeg hij ontzet. „Dat zijn drie musketiers." antwoordde Du mas, „uit den tijd van Lodewijk XIII en ho penlijk zullen ze door mij beroemd worden! Door nauwkeurige waarnemingen, beeft men vastgesteld, dat iemand, die in een tram of een autobus leest, dit veel minder snel kan doen dan gewoonlijk en de vermindering aan snel heid bedraagt in de tram 12 pet., terwijl men in eea autobus maar half zoo vlug kan lezen als in z'n leeskamer. HU ik wissels uitingën jeugd. De Chlleensche regeering heeft, naar Reuter meldt, besloten om aan uit den dienst getreden officieren van land- en zeemacht in plaats van een pensioen een boerderij met een stuk land te geven, waarvan de grootte in evenredigheid zal zUn met hun rang. De regeering beschikt op het oogenbllk over een groot aantal boerderijen van boeren, die hun belasting niet meer konden opbrengen. Men verwacht, dat ook vele burgerlUke ’amb tenaren hun pensioen liever in dezen vorm wil len hebben, daar de valuta reeds gedeprecieerd is cn een nog verdere daling in waarde ver wacht wordt. Een aantrekkelUke rijde is. dat degenen, die hun pensioen op deze wijze ontvangen, voor hun verdere leven worden vrijgesteld van be lasting op onroerende goederen. In het Russische Museum te Leningrad wordt dezer dagen, naar Reuter meldt, een Noordpool- Tentoonstelling geopend, waar herinnerings- stukken zullen worden geëxposeerd van de eer ste Noordpool-onderzoekers. Onder de tentoongestelde voorwerpen bevin den zich vele waardevolle historische documen ten, o.a. een buitengewoon zeldzaam boek, te Amsterdam in het Latijn uitgegeven in 1611, waarin de reis wordt verhaald van Barents en Heemskerk naar Nova Zernbla. ■MM MOSKOU. 22 Pebr. (Reuter). De Sovjet-re- geering heeft 53 millloen roebel uitgetrokken voor den bouw van een stad in de republiek Kara-Kalpaker nabij de nederzetting Nukus. Op deze midden in de Centraal-Azlatische oerwouden gelegen plek is reeds *n groote hoe veelheid bouwmateriaal aangekomen, en men neemt aan, dat hier over 2 jaar een groote stad zal zijn verrezen, die de hoofdstad wordt der republiek Kara-Kalpaker. ter vervanging van het tegenwoordige Turtkul, dat ten ondergang gedoemd is. De laatste 15 jaar is de rivier Amu-Darja (in het Arabisch„De waanzinnige stroom") die groote landstreken onder water heeft gezet tot bijna vlak bij de stad genaderd. Over 2 a 3 jaar zal de rivier het gebied van de stad geheel overstroomd hebben. Terwijl de Zwarte Zee meestal grijs, groen of blauw ie en de Roode Zee bruin, is er op Mada gascar een meer, dat den naam van -Witte Zee” draagt en waarvan het water ook werke lijk melkwit is. In New-York hebben ongeveer Hoen menschen telefoon en de 496 telefoon- centralen worden gemiddeld 11 millloen maal per dag opgeroepen. gMMHMMNM DE KIEZER f ^Agitatie in het land! JA- -ja-. de deur. .Aie.zpt^" grinnikte hjj zelfbewust, „nou ga je je gang maar; wij wachten wel beneden en morgen zullen we zien of de spijker er rit." De barbier beklom de smalle trap. Ze hoor den nog even z'n gebrom. Toen werd alles stil!.... Het was een nacht, dat er grauwe donkere wolken langs den hemel joegen. Af en toe gluurde de maan door de dreigende bergen, daar omhoog. De wind gierde en zong een vreemden zang door den ouden toren. En hooger klom de barbier, in zichzelf lachend om het domme tweetal. De ham zou hem ■maken. Daar konden ze van op aan. Zoo, nu was hij er. Het zilveren licht der maan glansde door de spleten in de muren en in dien glans zag hjj de klokke-touwen en de lage balken waarvan de koster hem gesproken had. Maar.t was toch vreemd in dezen schemer. En hoe gierde de wind! Ja, t was zoo- als de koster hem had gezegd: de wolken, die hij door de wandgaten zag, waren als dansen de, vreemde vrouwen, die er wiegden om het kerkgebouw heen. Hij zou zich haasten. In de herberg was t toch wel zoo gezellig Pang.... er galmde een zwaar geluid door de lucht! De barbier kromp ineen van schrik, op hetzelfde oogenbllk dacht hij aan de kerk klok. die den tijd blmbamde. Weer klonk een schrille kreet. Tegelijkertijd zwiepte een kleine, zwarte gedaante langs z’n haren. Er voer een koude rilling langs den rug van den barbier. Maar hU onderdrukte z'n schrik met geweld. Hij lachte. Dat was een uil geweest die kraste en langs "z'n gezicht was een vleermuis gefladderd. Vlug zou hij nu den spijker in het hout slaan. En dan naar beneden! Naar de twee blaaskaken! Die twee bange hazen! Hij wilde den nagel in den balk drijven. Meteen gierde het door de galmgaten. De brok ken kalk vlogen hem langs de ooren Maar hjj hamerde, hij hamerde zoo, dat hij dacht, dat ze beneden het geluld konden hoeren. Zie zoo, bij was klaar. Toch een geluk dat het was afgeloopen. In de herberg, bij den TROMBOS, 22 Pebr. (Reuter). Zes Neder- landsche en 13 Dultsche ingenieurs en meca niciens zijn alhier aangekomen van de Sovjet- Russische kolenmijnen op Spitsbergen. Zij vertelden, dat het thans in de mijnen begonnen werk bevredigende vorderingen maakt, doch dat eenlge tijd moet verloopen, alvorens de productie van beteekenis is gewor den. Het aantal bewoners van de nederzetting be draagt ongeveer 1000, terwijl er slechts huisves ting bestond voor 600 menschen. Daarom zijn er verschillende nieuwe huizen gebouwd. Eenige mijnongelukken hebben reeds plaats gehad waardoor In totaal zeven mijnwerkers zijn ge dood. De nieuwste methode, om een onbeminde uit de wereld te ruimen, zonder daarbij zelf al te groot gevaar op te loopen, schijnen Madrileen- sche anarchisten uitgevonden te hebben„De vliegende auto's I” In niet minder dan 10 geval len exploideerden dezer dagen midden in het drukste verkeer auto's, welke zonder uitzonde ringen aan leden der regeeringspartüen behoor den. In elk dezer gevallen werd de radiateur met den motor glad weggeslagen en alleen het verbrijzelde chassis met de carosserie bleef op straal liggen. Naar allen schijn hadden on bekenden bommen met tUdontploffing in de motorkappen geplaatst. Het .resultaat” was echter gelukkig uitgebleven, want de Inzitten den der auto’s kwamen, behalve lichte kwetsu ren door glassplinters, met den schrik vrij. De koster en de doodgraver hadden men tijd beneden aan de trap gewacht. ,KU doet lang over z’n spijker.” spotte dc eerste; „*t is nog aoo makkelijk niet." Toen was onrust over hen gekomen. En de natuurlijk aan Hl! zelf wilde heel bet herstel van desen on- gelukklgen lelden. Den volgenden dag maakte de man het dan ook veel beter. Hij had zijn helderheid van geest geheel te ruggekregen. maar was natuurlijk uiterst zwak, Patrick was hem met zijn zuster, en natuur lijk vergezeld door Bob, komen opzoeken. Bij het zien der beide kinderen trokken zich zijn perkamenten gerichtsplooien samen tot een pijnlijk glimlachje Met uiterst zwakke stem betuigde hü hun zijn eerbied en zijn vreugde hen weer te zien. Met horten en stooten verhaalde de man hun dat bij het spoorwegongeluk al de anderen om het leven waren gekomen en dat hü zelf onder de puinen vandaan was gehaald door personeel van een hulptreln „Dus,” vroeg Patrick. ,.u bent Inderdaad een van degenen, die we ontmoetten m den tuin van onze villaen die in het .Kamp der Ellende" bij ons zijn Ingestapt?" „Twijfeltu daar nog aan. man?" .Keen, in *t geheel niet! Maar die ontmoe- tlng-voor-de-derde-maal is aoo wonderlijk. En gelukkig en overwacht voor mij!".... ,Jk zal u zeggen.... hoe ik.... hier kon ko men. Uw hond lag bijna stervend, onder de wrakstukken Ik gaf hem te drinken.... bij volgde mij en zocht u overalop de plaats des otiheil*. zijn die "AKKERTJES" een ideaal middel Ze helpen verrassend bij onbehaaglijkheid, maar bovendien ook bij klachten op gezette tijden AKKER.CACHET5 VoJptwt rstspi vm Dvmaat. De kapitein pakte den stervende onder de ar men en, op zijn bevel, nam de fakir met zicht baren tegenzin hem vast bij de beenen. Beiden droegen hem de pagode in, terwijl Patrick, dol blij jnet het weervinden van zijn hondje, ach teraan kwam. *t is de pont,” riep dat Ik nat rivier over- maar het lange vasten had hem danig ver zwakt en dc overvloedige maaltijd plotseling te zwaar gemaakt en daarom mislukte sün poging op grappige wijze. begon Hij wilde daarom zelf den ongelukkige ver zorgen volgens alle regelen der voorzichtigheid zooals zijn vrouw dit Mary had gedaan. HU speelde voor dokter en huisvader en ziekenver pleger tegelijk en zag daarvan langzaam, heel langzaam, goede resultaten. De uit den dood geredde was hem daarvoor uiterst dankbaar en prevelde nu en dan: .Dank.... Sahib!.... duizendmaal.... dank!” De toon waarop die woorden werden gespro ken, was er een die getuigde van zooveel door gestaan lijden en ellende, dat Pennyless daar door tot in het diepst zijner ziel ontroerd werd. Ondertusachen hield Patrick zich bezig met Bob en zette dezen "n schotel voor met een portie gekookt scnapenvleesch, wel genoeg voor drie menschen. Bob sprong er op los en bewerkte met tong en tanden de portie soodanig en zoo vlug, dat het maal in vijf minuten tijde was afgeloopen. De hond, zooeven nog n plank, was riender- oogen rond en bol geworden als ’n baaltje HU zat naar den leegen schotel te kijken en in de 'richting van zijn meester te knlpoogen, alsof hU wilde zeggen: ,Jk zou nog wel lust hebben in ’n „toet je." Patrick maakte aan die beweeeglUkheidsbe- vlieglngen een einde door op vriendelüken toon te zeggen. „Komaan, Bob, het Is nu genoeg! We gaan nu naar je meesteres, naar Mary.... Hoor je het? Mary.... Mary!" Bob probeerde bU het hooren van dezen naam een dulkelsprong te maken van plezier, ■j—en Dultach journalist heeft onlangs een pstudiereis in de Vereenigde Staten beëln- digd. die tot doel had het Amerikaansche opvoedingssysteem te bestudeeren. HU vertelt hierover merkwaardige bUzonderheden en begint rijn relaas met de mededeellng, dat het niet zoo heel eenvoudig is uit den smeltkroes der volkeren die Amerika is wUs te worden. Op zUn reis ontmoette hü vele Europeesche pae- dagogen, die allen zonder uitzondering een on vriendelijk beeld ophingen van de Amerikaan sche opvoeding en die verklaarden, dat ieder Europeesch kind veel meer weet dan het ge middelde Amerikaansche. Deze gevolgtrekking is niet onverklaarbaar. De Amerikaan is ie mand, wien het in bet leven vooral te doen is om de verzameling van een groot mogelUk aan tal dollars. De zagen des geestes inec. esseeren hem minder, cultuur en traditie kent hU niet, hoewel hü in volstrekte tegenstelling met dit gebrek aan cultuur, liefst met zUn heele familie lederen zomer een paar maanden naar Euro pa oversteekt om bU voorkeur de oude en tra- dltie-dragende steden te bezoeken. Hiertegenover staat, dat de Amerikanen iets In het leven meekrUgen, dat zU zoo hard noo- dig hebben en dat hun het leven zooveel ge- makkelUker doet leven dan het Europeesche. ZU leeren namelUk zoo ongeveer op hun tiende jaar met chèques en wissels omgaan, hetgeen som- HALIFAX (Nieuw Schotland) 22 Pebr. (Reuter). De regeering heeft besloten, om vliegtuigen over bet kustgebied voedsel te laten uitstrooien voor de wilde ganzen en eenden. dis daar in grooten getale hun winterverblijf houden. De dieren worden met den hongerdood be dreigd. daar de grassoort, dte hun tot voedsel dient, dit jaar in bet geheel niet meer voor komt. Men gelooft, dat een plantenziekte hiervan de oorzaak is. Duizenden vogels zUn reeds om gekomen «n groote. troepen trekken naar andere gebieden. Door het voederen vanuJJ 44. vliegtuigen hoopt men de dieren voor uitsterven te be hoeden en inmiddels wordt onderzocht hoe de groei van het gras weer te verwezenlUken is abotlïte 3 ongevallen verzekerd roor een der voegende ultkeeringenf3000. verUes'^n^l^e^raien^^lde'beenen'of belde oogen f 750»~ doodsUjkan* afloop f250»~ een**roet ol een <»g f 125»~ duim of wljevlnger Het insuline, het succesvolle bestrijdingsmid del der suikerziekte heeft pas zün 10-jarig bestaan gevierd. De uitvinder dr. Banting, was in 1922 nog een jonge onbekende practlsche plattelandsdokter. HU kwam op bet idee in suline te winnen. HU legde zijn practUk neer en begaf zich naar Toronto, waar prof Macleod zich voor zijn Ideeën interesseerde en hem met raad en daad bUstond. Een jaar later was Ban ting wereldbekend als weldoener der mensch- held en thans hebben duizenden hun leven aan hem te danken, HU ontvangt van de Canadee- sche regeering een jaarlUksch honorarium van 5000 dollar en in 1923 werd hem de Nobel prijs van medische wetenschappen toegekend mlge Europeanen nooit in hun heele leven lee ren. De Dultsche deskundige dan kwam in New- York aan en vond er armen en rUken, een leger werkloozen. onbezoldigde onderwijzers, coëduca- tie, waarbij niet mannen maar vrouwen onder wijzen enz. enz. Een merkwaardig verschUntel in Amerika is de open deur. Men legt de post op de brieven bus, als deze vol is, zonder vrees, dat ze ge stolen zal worden door onbevoegden, en als de wind de brieven wegblaast, dan brengt een straatjongen ze weer terug. Men is in Amerika in kleine dingen vol vertrouwen, openhartig. In de scholen is ook alles open deur of glas, zoodat men ten allerr tijde binnen kan komen. Zoo kwam de reiziger eens in een school binnen en keek ietwat schuw rond te midden van al die open heid, tot een onderwUzeres hem wenkte nader bU te komen, waarna zU hem vroeg, of hU rich voor de school Interesseerde. Ze stelde twee meisjes van twaalf jaar tot rijn beschikking die - hem rondleidden met een ernst en een be- kwaambeid. waar de Europeaan van te kUken stond. De man was verrast en buitengewoon tevreden. Toen iets later een Afghanlstansch vont dezelfde school bezocht, werd hU op de zelfde wijae ontvangen. Deze beer was minder tevreden en meende, dat men hem in zUn waar digheid tekort had gedaan. Dat is nu Amerl- kaansch. men maakt geen onderscheid. Op een goeden dag ontving de Duitscher een brief van den minister van onderwUs, die hem verzocht hem te tjpzoeken. Dit trof den man te meer, waar hU geen bekend deskundige was doch veeleer een belangstellende. Hij voldeed het verzoek en bezocht het bu reau voor opvoedkunde, een gebouw van verdiepingen, dat onder den minister van on derwijs ressorteert. Ook hier alles glas en open heid. De minister zelf, die na een wandeling door lange gangen te bereiken was, zat voor iedereen zichtbaar aan zUn bureau te werken. Enkele ambtenaren werden ontboden en van ’s morgens tien uur tot 's middags vUf uur werd de bezoeker Ingelleht, waarna hU het gebouw verliet, beladen met notitie* en papieren. De Amerikanen komen dus gaarne voor den dag met hun opvoeding en schromen niet zoo openhartig mogelUk te zijn. Voor den Amerikaanschen onderwijzer en lee- raar is het leven niet zoo veilig als voor den Europeesche. BU ons studeert de leeraar af. HU krijgt een aanstelling en is aeker van zUn pensioen. De Amerikaan echter moet doorloo- pend zijn plaats veroveren en opnieuw verove ren. Om zUn plaats te houden, moet de on- derwUsman voortdurend bljstudeeren en zoo mo gelUk college loopen op de unlversitelt. Een droevige kant aan het opvoedingssysteem tn sommige landen is de straf, waarmee men soms een beetje erg gul is. Er zUn kinderen, wien men den angst van het gelaat kan lezen. ZU hebben vrees voor het leven, omdat zU zoo veel gestraft werden en de verzekering hebben gekregen, dat zU voor niets deugen. Op deze wjjze wordt bU de zwakkere krachten een min derwaardigheidsgevoel gekweekt, dat fataal kan zUn voor hun verder leven. De andere kinde ren echter zUn vrUe wezentjes, die graag naar school gaan en de toekomst met open blik in gaan. Het eerst geteekende type vindt men in Amerika niet. Daar vinden de kinderen een reprimande noodzakelUk om zich te harden in het leven. Hun wordt de overtuiging bUge- bracht, dat zü persoonlijkheden moeten worden. De uitstekende inrichting der scholen is geen gevolg van staatsbemoeiingen, maar van de goedgeefschheld van rUke oud-leerllngen. Deze in Europa geheel onbekende wU«e van „subsldl- eering” vindt men overal in Amerika en het is verwonderlUk te zien, hoe het systeem zich biUft handhaven. „Met deze schuddend. .Jawel, met deze namen?” „U vergist u, uw roman moet een anderen titel hebben; want deze hier zal het publiek Be ker niet begrijpen U zegt, dat uw helden drie muskeilers zijn, welnu, noem uw boek: ,De drie musketiers.” „Neen, neen,” weersprak Dumas, „dat gaat immers niet, het zUn er immers vier, er is nog een zekere d’Artagnon bU en „Vier musketiers” dat klinkt niet goed!” .Des te beter^’’, riep de uitgever, „u belooft drie musketiers en geeft er vier, het publiek krUgt er dus nog een toe. meer kan men toch werkelijk niet verlangen. Ik schrap dus Athos, Parthos en Aramis” en zet er voor in de plaats de „Drie Musketiers". De auteur verklaarde zich tenslotte met deze wUziging accoord. Het is de vraag, of het werk onder den oorspronkelUken 1 onbeholpen titel tot zoon wereldberoemdheid gekotritn was, als nu met de „Drie Musketiers doodgraver had den naam van den barbier in het donkere trapgat omhoog geschreeuwd. brandewijn, was t beter dan hier, in dat vloekte hol! Toen kraste weer een uil. De barbier wilde zich omkeeren. ten einde de trap te bereikt Een ontzettende angst flitste op hetzelfde oogenbllk door z’n half beneveld brein. Iemand hield hem vast. Nog eens rukte hij, nog eens en nog eens.... Iemand hield hem vast t Was Of een foloedgolf hem naar de hersem sloeg. HU zag nog vaag even de witte vrouwen, die rond den kerktoren dansten. HU fy^erde flauw het geroep van den nachtvogel, toen viel hU met een bons neer. Onder de voornaamste deugden van het onder wijs behoort zeker de eenvoud, waarmee onder wijzer en leerlingen met elkaar omgaan. Er zUn heel wat scholen, waar belde partijen sa men in een eenvoudig restaurant de lunch ge bruiken, die uiteraard ook sober is. Deze ver houding bestaat niet alleen op de volksscholen daar zou bet geen verbazing wekken maar ook tn hoogere instellingen en zelfs in het de partement van onderwUs. Al deze détails uit het onderwUs in Amerika geven een optlmistischen kuk op het geval Men zou zelfs mogen concludeeren, dat een dusdanig systeem buitengewone gevolgen moet hebben voor later, maar van den anderen kant zien we resultaten in den vorm van tamelijk mate rialistische menschen. die voor alles het geld verdienen tot een eerste plicht verheffen. Het systeem zou grootere gevolgen kunnen hebben, I wanneer de scholen in plaats van niets dan ook de hoogere levensvragen en levens- i een kans kregen bU de schoolgaande Moet ze ook opnieuw gevuld Dit geheim wordt door de stembus Altijd weer op tijd onthuld! Maar daar tusschen, als de zetels Onbepaald zijn door vacant, Js er altijd politieke iAgitatie in het land! Want ddn zijn geen kamerleden Doch de kiezers aan het woord Dit zijn stemmen, die men éénmaal In een aantal jaren hoort En die stem vult geen kolommen, Maar zij wint juist meer aan kracht Daar de meening, kort en bondig, Punctueel wordt uttgebracht! Want dit puntje komt bij paaltje! Puntjes vormen stippellijn, Die de Kamer heeft te volgen, Daar zij van de kiezers zijn! Nu is weer de kiezer koning, Met een onbeperkte macht Hl) heeft inderdaad de wijsheid Dezen éénen keer gepacht! Als hij straks het potlood vasthoudt Voor dat puntje aan den kant, Dan beslist hij oppermachtig Over ‘t welzijn van het land! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) of hU dol was geworden. Tenslotte scheen hU een spoor te hebben gevonden dat samenliep met het spoor van eer. olifant.... ,Ja.... ja.... dat komt uit." ..De hond volgde nu het spoor van den oli fant.... en ik volgde hem maar voortdurend.. Ik wist niet wat er van mil worden zou.... Ik sliep vlak bU hem.... Ik at bladeren, wortels, allee.... en zóó zUn wU hier gekomen, uitge put van honger en ellende!” Dit verhaal was onder elk opzicht aanneme lijk, en de gehechtheid, welke Bob voor dezen somberen reisgezel aan den dag legde, beves tigde het. e Daar stond tegenover dat Mary en Patrick den ongelukkige niet met beslistheid herken den om de eenvoudige reden dal al de slacht offers van den hongersnood, in hun laatste Hjdenstjjdperk gekomen, zóózeer .op elkaar ge lijken. dat het seer moeilijk is se van elkaar te onderscheiden. Men moet er in de Engelsche geïllustreerde bladen de foto's van die groepsgewijze door de journalisten „genomen” rampzaligen maar eens op nazien. Het zUn ulterlljk en van niet te bepalen leeftUd. Hoe dan ook. de man kende de kinderen van den majoor, hjj kende hun hond, hU wist hen te herinneren aan verschillende bijzonderhe den. die er op wezen dat zü elkaar reeds vroe ger ontmoet hadden en hü was daarenboven diep ongelukkig allee reden te over voor deze gevoelige harten om medelUden met hem te e zaten in de dorpsherberg bUeen. koster, de doodgraver en de barbier. A-* dronken brandewUn. Hun hoofden waren verhit. En ze spraken van spoken „Ze bestaan niet.” grinnikte de barbier en beukte met z’n vuist op tafel. De koster lachte fUntJes. „En ik weden ik wed” sarde hU „dat jU d’r toch aan gelooft." „Ze bestaan niet," hield de barbier vol, en hU bestelde s’n rijfde brandewUntje met suiker. De doodgraver had ernstig geluisterd, soo- als een doodgraver betaamt. „Nou, as je nachts over t kerkhof doolt,” zoo sprak hU somber ,Jk geef je de ver zekering dat je dan vreemde geluiden hoort.” HU hield z'n glaasje tegen het lamplicht en slaakte daarbU zelf een vreemd geluid. „En in den ouden toren dan?” vroeg de koster, het reeds griezelig wordend gesprek met deze vraag opsmukkend. „Ik geef je de heilige verzekering vervolgde hU: „dat ik er een avond kwam om de klok te lulden: jullie weet wel toen met dat storm weer, toen de schuur van Maarten in lichter laaie stond; ik geef je de heilige verzekering, dat 't er niet pluis was. De uilen krijschten, de wind floot door de gaten, de kalk plofte me in blokken voor de voeten, spoken zijn er niet, zei je, best hoor, maar ik zal dien avond nooit vergeten. *k Had geen drogen draad meer aan m*n lUf van t zweeten. En als je de jagende wolken door de torengaten zag, was 't net, of er vrouwen in witte mantels om de kerk dansten." De barbier grinnikte weer. „Onzin! Zenuwen!” hoonde hU, en dronk z’n glas brandewUn half uit. De koster en de doodgraver keken elkander verbouwereerd aan. „Wat zeg je nou van zoo*n vent?” viel de eerste heftig uit. De doodgraver haalde de schouders op, uit medelUden met het ongeloof in het vreeselUke. het griezelige van den ouden toren. „Drukte! Dat heb Je hier!" zoo viel de koster den barbier aan. „Ik zou je wel eens willen zien, in zoo'n storm-nacht. Je bracht het nog niet eens tot den eersten ommegang. Wed den?” Dat woordje „wedden” verhitte de gemoede ren nog meer. Ze bestelden nog een drietal glaasjes van het prikkelende vocht. De koster dronk z’n glas in één teug leeg. En weer herhaalde hU tertend z'n vraag. Hel klonk de lach van den barbier. „Nou. wit wedden?" zoo aanvaardde hU de uitdaging. „Wedden, dat je d’r niet in durft, als ik jou den sleutel geef?" „Om wat?” „Om wat? Da’s mU hetzelfde!” antwoordde de koster, die zeker van z'n zaak was. *k Wed om een ham, om een pot bier, *k wed <xn alles wat je wilt, maar je kent de ouwe balken, daarboven. Nou, ik wed, dat Je voor geen geld van de wereld nou naar boven kruipt en een spUker in *t hout slaat” De barbier lachte luid en sarcastisch. HU viel van louter pret bUne van z’n stoel en be stelde nog een glas brandewUn. „Top!" riep hU en kletste z’n hand tn den eeltlgen knuist van den koster. ,JU bent getuige" zoo wendde hU zich tot den doodgraver „Wedden? wel zeker! om een ham, 'n beste, van m'n nieuwe slacht." Ze dronken nog een borrel en gingen toen weg. de koster, rammelend met den kerktoren sleutel, de barbier, met spUker en hamer ge wapend, van den herbergier geleend. BU het gebouw gekomen, ontsloot de koster met een zegevierend lachje de in <ft” hengsels knarson- te hebben. Men hechtte zich aan hem uit menschllevendheld. Alleen de fakir toonde zich tegenover hem minder vriendelUk en gaf nu en dan zelfs blik van een soort vUandschap, die men bijna haat h^Dv^Sm bteto°de zorg en het medelijden niet besteed aan een ondankbare. Naar gelang zUn herstel vorderde betoond» hij tegenover rijn weldoeners een inderdaad treffende erkenteUjkheid, zooals men die Oosterlingen maar selden aantreft. En die erkenteUjkheid werd steeds grootsr en uitte zich in fUne beleefdheden, welke mj» van een zóó afmen man nauwelijks sou heb- ben verwacht. HU liep ten langen laatete opgewekt door he* de pagode, kende deze weldra tot in de “iterste hoeken, stelde belang in alles en trachtte rich nuttig en verdienstelijk te maken door allen** dingen te verzinnen, die hem meer en meer sympathie deden winnen. Mistress Claudia en Mary hielden seer vee* van bloemen. Hij voorkwam hun stille wsn- scher. op dit punt en zorgde eiken dag voor» prachtige collectie Flora-kinderen. die de muren en op de uitgestrekte terreinen pagode groeiden en bloeiden. De man leed, meer nog dan de hond, van den honger. Bob had onderweg nog wel iets weten te vinden, maar de man blUkbaar niet. Pennyless, die nog nooit slachtoffers van den hongersnood in Britsch-Indlé gezien had. kon zich nis* voorstellen dat het mogelUk was sóó te vermageren zonder te sterven. Zulk een lichamelijk* ellende scheen hem onvereenig- baar met het uithoudingsvermogen van *n mensch. Patrick moed in: „Vooruit. Bob, hondje, hou je taal,... We gaan naar Mary.” En de hond antwoordde met *n vrooUJk: „Oeap!.... Oeap!.... Oeapt".... Maar alvorens de keuken te verlaten, kwam zich eerst even aanvielen tegen den ster venden Hindoe als om hem te zeggen: ,Jk vergeet je niet, arme metgezel in slechte dagen.” De ongelukkige hongerlUder stak zUn ont- vleeschde hand uit, streek met zUn geraamto- vingers over den kop van den hond en fluis terde: ,KÜ heeft,... zUn meester.... terug. Is gelukkig; het goede beest. Maar ik kan zelfs voor niemand 'n hond rijn... Pennyless zag in 's mans oog een traan blin ken en seide. diep ontroerd; .Maak u maar niet ongerust over de toe komst. ZU die u gered hebben, sullen u niet overlaten aan uw lot.” De man scheen geheel uitgeput, verviel in *n soort doffe gevoelloosheid en bleef roeriooc op zUn mat liggen. De kapitein Uet hem overbrengen naar een ruim en comfortabel gemeubeld vertrek, na te hebben verboden, dat men hem iets te eten zou geven, wat ook. Maar de oude hield er niet van, dat passagiers op zijn gezicht zaten, dus nam hU een mond vol water uit de rivier en spoedig zagen Robbie en Topsy het mannetje de lucht in gaan op den top van een fontein. .Dat arme mannetje,” riep Topsy. terwUl se erg bedroefd keek. lrNu Ja," meende Freddy, „hU had toch moeten weten, dat hU niet op het gericht vin den Hippo moet gaan ritten. MUnheer Hippo moest spuiten als een walvisch om rich van hem te bevrijden." (Morgenavond vervolg.) te herstellen, zUn een paar MUnhardt's Poeders. Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. BU Uw Drogist. het donkere I Maar geen ant woord volgde. Slechts het ge gier van den wind bulderde op. En heel zacht krUschte de uil daarboven. Ze hadden elkander amngekeken, een oogenbllk, de doodgraver en de koster. Toen fluisterden zU, of er iets zou zUn. En nog eens galmde de koster den naam van den barbier. Maar weer bleef alles stil. .D’r is iets niet pluis," had toen de koster gezegd. „Zie je weL da*k gelijk heb?" De dood graver rilde. „Ik ga d’r niet in.... 1t doe t niet,” zet hü ontzet. „Barend naar boven. Slechts de nachtvogel kraste heel, heel zacht Toen, plots, bU een windvlaag, was de deur van den kerktoren dicht geklapt Ze stonden buiten en beefden van angst. En Bonder af spraak. maar als één van sin, holden ze eens klaps in de richting van de dorpsherberg en daar, bU *t licht van de olielamp, dronken se de griezelige herinnering van den avond weg. Den volgenden morgen vond men boven, ia den toren, waar nu de zonnestralen speelden, het lUk van den barbier. De hamer lag naast hem. De spUker glom, niet boog van den grond, in een knoestigen dwarsbalk. En de spUker was geslagen door een slip van de jas, die de wind omhoog had gewipt tegen het hout van het oude bouwwerk. Een geneesheer constateerde hartverlam ming.... door schrik! Robbie en Topsy wandelden langs den oever van de rivier, met Freddy VrUdag, toen ze zagen, dat mUnheer Hippo zich gereed maakte kleine aardmannetjes naar anderen oever te dragen. Een de kereltjes zat op mUnheer Hippos gezicht en hef scheen, alsof hU de anderen er vandaan hield. „Ik ga hier ritten, droogste plaats op de hU „en ik geloof niet, zal worden, als we de steken."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 6