CRITIEK OP DEN CLERUS
Het beleid der Regeering
1
Werkloozenkassen
Afzet van
onze
kaasproductie
BLIJVENDE BEZUINIGING
i I
ZATERDAG 25 FEBRUARI
LEEKEPREEKEN
Thans echter uitgeput
TWEEDE KAMER
Mijnwerkerspensioenen
r
4
--
MET ZIJN EIGEN GEWEER
GEDOOD
I
DE OVERVAL TE TILBURG
EERSTE KAMER
Een derde arrestatie
bezuiniging
nemen
Geen heffing ineens
Geen onbezonnen daad
HULSTIJN—VOGT
Steun aardappelteelt
Roode inconsequentie
De Regeering zal met grooten
ernst de zuivering der
Marine ter hand
In jaren van bedryvigheidsdepres-
sie kunnen de reserves worden
aangesproken
Eisch tot schadevergoeding
afgewezen
ii
I
t
1
R.K. JUVENAAT BISDOM
HAARLEM
Nog meer
Sombere toekomst
7
DEN HAAG, 24 Februari 1933
roep om
eens
ken.
maken.
zich
i
maar
DEN HAAG, 34 Februari 33.
van seer
onnoo-
meer
en
De 50-jarige J. Hommersom te‘ Dodewaard.
die Vrijdagmorgen omstreeks 10 uur on de
Uiterwaarden onder Ochten, met een geladen
dubbelloops-jachtgeweer onder een haag door
kroop, werd, doordat zijn geweer afging, door
een schampschot getroffen in de knie, waar
na hem de volle lading in de borst drong.
De ongelukkige werd met een diepe schot
wonde in de rechter borst op den Veerweg
DrutenOchten dood gevonden.
Spoedig waren ter plaatse aanwezig de bur
gemeester van Echteld en Dodewaard. Een in
middels ontboden geneesheer uit Ochten kon
slechts den dood constateeren.
het dezer dagen nog eens op heel andere
verstandiger taal bevatte. Het schreef:
„Wat de arbeidersbeweging elscht krachtens
haar principe gedurende al deze jaren van
oorlogsellende is juist orde, regel. De chaos
kan slechts de ellende ten top voeren en ons
gemeentebestuur, dat alles heeft gedaan om
orde en regel te brengen en te handhaven,
moet tegenover geweld geweld stellen, mag de
hoofdstad niet ten prooi geven aan den chaos".
1318 tal
1-33»
624
686
64
Als we hier een korte beschouwing wjjden aan
het kaasvraagstuk aan de vraag nJ. hoe
Wij de Nederlandsche kaasproductie ook in de
toekomst zullen kUnnen afzetten dan mogen
wjj gerust uitgaan van de veronderstelling, dat
3/3 van onze kaasproductie naar het buiten
land gaat en circa 1/3 binnenslands verbruikt
wordt.
Wanneer het buitenland, door verschillende
omstandigheden, onze kaas gaat weren, blijven
wij met groote kwantiteiten zitten, die wij niet
kunnen slijten. Men mag nog zoo veel adver-
teeren: ..eët meer kaas," onze menscheljjke
magen zijn niet bestand tegen het consumeeren
van nqg eens de dubbele hoeveelheid, welke
wjj nu verorberen.
Wij moeten dus zorgen, dat wij, wanneer be
paalde gebieden onze kaas gaan weren, andere
regionen vinden, die onze kaas wél vragen. Dit
is natuurlijk moeilijk, maar wij mogen nimmer
vergeten, dat de kwaliteit van on^ product uit
stekend is en de prijs naar verhouding niet
hoog. Het zijn deze eigenschappen, die ons niet
al te ongerust maken voor de toekomst, al zul
len kaasmakers zorglijke tijden voor den boeg
hebben. Zeer terecht heeft een onzer landbouw-
consulenten nog eens den nadruk gelegd on
het verzorgen van de kwaliteit; men gebrulke
prima melk en prima stremsel. Men komt, sells
in deze tijden van versobering, met prima kwa
liteit verder dan met inferieure soorten.
Aan verschillende kaassoorten werd in 1932
uitgevoerd (dus Edammer, Oouda-volvet, 40
plus etc.) 77.138 ton, ter waarde van 35428,000
en In 1931 88391 ton, ter waarde van 52.037.000
hoofdzakelijk naar
Duitschland
Engeland
België, Luxemburg
Frankrijk
Spanje
Algiers, Tunis
Indië
Ver. 8t. AmëHka
de Import in Duitschland vanuit Nederland is
als billijk en acceptabel aangenomen 2 op I.
ma.w. Duitschland mag circa tweemaal zooveel
naar ons uitvoeren dan het van ons heeft te
ontvangen. Wijzigt zich deze verhouding In ons
nadeel, dan zal een reactie in Nederland niet
kunnen ultblüven.
Men kan Invoerrechten verhoogen, maar daar
door verkrijgt een land nog geen eigen produc
ten. Kaas uit Nederland Is van buitengewoon
goede kwaliteit. Zou de Berlijner zijn stukje
Hollandsche kaas willen missen, wanneer hij
daaraan gewoon geraakt Is? Kan Duitschland
voldoende eigen kaas voortbrengen, die van
voldoende kwaliteit is om de Nederlandsche te
vervangen?
De toestand is ongetwijfeld hoogst ernstig,
maar hij Is niet hopeloos. Er is met nauwer
contact, met klemmender argumenten, met een
loyale, maar toch strenge houding veel te be
reiken. De onderhandelingen tusschen Duitech-
land en Nederland zullen na de Dultache ver
kiezingen worden hervat. Het hangt ten deele
van die verkiezingen af, of een stugge houding
door de Dultachera zal worden aangenomen, ja
dan neen. Krijgen de nazi's een meerderheid,
dan Is de kans op strenge maatregelen grooter.
dan wanneer zij een toontje lager zullen hebben
te zingen.
Voorlooplg blijft het perspectief In ieder ge
val echter nog zeer onzeker.
blik, omdat tal van vermogens geen baten op
leveren en dus tegen afbraak-koersen aange
sproken zouden moeten worden. En bovendien
werkt deze heffing hoogst onbillijk. Waarom
een weduwe met 4800 gulden Inkomen uit een
ton vermogen en met vijf minderjarige kinderen
te haren laste wel ƒ300 drie jaar achtereen
opgelegd en een dokter, een advocaat met
120.000 inkomen uit hun practük vrijgelaten?
De toekomst ziet ook Jhr. de Geer natuurlijk
somber In. Zij zou echter nog somberder zijn.
Indien niet door de gezonde flnancleele politiek
In het verleden, de leenlngsmogelijkheden zoo
betrekkeljjk gunstig waren.
We mogen verder uit 's Ministers zeer gede
gen betoog, dat, in de Handelingen rustig na
gelezen, nog dieper Indruk maken zal. alleen
nog aanstippen, dat er hij had dit in de
Tweede Kamer beloofd een ontwerp komt,
dat de gemeenten In staat stelt, de peraoneeie
belasting voor cafés en restaurants, waar dit
noodlg is. minder drukkend te maken
As. Dinsdag replieken.
I
Over de Kamerontbinding kon de Minister-
President niet veel anders doen dan herhalen,
wat hij Maandag j.l. in de Tweede Kamer
daarover heeft gezegd. Als nieuw klonk ons
daarbij in de ooren, dat het vermaarde ont
werp betreffende de rechterlijke macht niet de
laatste bezuiniging van het kabinet was
De Minister-President en de Minister van
Financiën hebben niet nagelaten, uitvoerig en
grondig in te gaan op de beschouwigen, bij het
debat over het algemeen beleid door de sena
toren gewijd aan de gebeurtenissen van den
dag. Wü lichten daaruit zij dringen trou
wens zichzelf op den vóórgrond allereerst de
Kamernnminding en de muiterij.
Z. H. Exc. de Blsschop van IJaarlem heeft
aan den zeereerw. heer J. M. L u c a s s e n,
deken van Beverwük, op zijn verzoek op de
meest eervolle wijze ontslag verleend als voor
zitter van het RK. Juvenaat in het Bisdom
Haarlem.
Tot nieuwen voorzitter is benoemd de weleerw.
heer J. Mol te Amsterdam.
Minister de Graaff komt over de Indische
begrootlng eerst Dinsdag aan het woord. Er
waren eenlge andere ontwerpen en de rest van
den middag werd door David Wijnkoop volge
schreeuwd. De Kamer was toen uitgestorven en
de communistische stem schalde door een stilte
als van een Russische toendra.
Dinsdag wordt ook de vandaag geschorste
InterpellatieDe Visser over de houding der
Regeering tegenover de in Boven-Dlgoel ver
toevende communistische Kamercandldaten
voortgezet. Minister de Graaff moet eerst con
tact met Indië hebben.
Aangenomen werden o.a. een suppletoire be
grootlng ten behoeve van het mechanisch be
drijf voor rijst en andere gewassen In Suriname
waarover tot onze verwondering, want juist in
verband met dit ontwerp zweeg men over dit
onderwerp bij de Surinaamsche begrootlng,
behalve Wijnkoop., niemand sprak, en het ont
werp, dat aan het pensioenfonds van de mijn
werkers gedurende 75 jaar een Staatsbüdragc
van 4 ton toekent. De katholieke afgevaardigde
Maenen bepleitte bij dit laatste ontwerp een
verbetering van de pensioenen der reeds gepen-
slonneerden en een invalldlteits-pensioen voor
mijnwerkers, gunstiger dan dat van andere
arbeiders.
afkeer der Kamer onmogelijk .symptomatisch'
zijn kon maar een van de eerste reorganlsa-
tlemaatregelen. Het Kabinet had dus nog meer
op zijn program. En dat bleek ook later, toen
Minister de Geer een wetsontwerp aankondlgde,
dat nog heden zou worden Ingediend en dat een
b lij v e n d e bezuiniging brengen zal. die ook
het tekort op de onderhavige begrootlng (circa
30 mlllioen) dekken zal. Of zij dit geheel dan
wel gedeeltelijk zal wegnemen, bleek uit 's Mi
nisters mededeellng niet. Het Incident van
9 Februari heeft de afhandeling van dit ont
werp vertraagd, maar tóch heeft de heer de
Geer den datum van invoering op 1 Juli van
dit jaar gehandhaafd, In het vertrouwen, dat
de huidige Tweede Kamer het nog In de afdee-
llngen zal onderzoeken en deze besparing nog
voor 1 Juli de goedkeuring der Staten-Generaal
zal hebben.
Om op het betoog van den Minister-President
terug te komen, hU heeft de onderdeelen van
het beleid, waarop gecrttlseerd is, knap verde
digd.
Mr. Fock, die had geklaagd over partijdige
burgemeestersbenoemingen, herinnerde hij ter
loops en terecht alleen even aan den verleden
tijd. Al sprak hij niet uit, dat in dien tijd de
geestverwanten van den heer Fock op dit gebied
heeletnaal niet zonder zonde zijn geweest
Integendeel I zijn vaag antwoord zal er niet
minder goed om begrepen zijn.
land als Zweden, dat zulke geweldige werkver-
schafflngsplannen hebben zou. De tijd. om
daarover onze notities uit te werken, ontbreekt
ons. maar de Zweedsche cijfers zonken bij de
Nederlandsche in het niet.
Dat het sociaal beleid op den achtergrond
gesteld zou zijn klacht van den katholiek de
Bruyn ontkende minister Ruys met krach
tige argumenten. Inderdaad is deze crltlek
overdreven, als men bedenkt, dat het kabinet de
sociale wetgeving en de sociale verzekering
ondanks den buitengewoon slechten tijd onge
rept heeft weten te bewaren en daarnaast nog
tal van wetten en wetswijzigingen op sociaal
gebied tot stand bracht. Wij herinneren aan de
Arbeidsgeschlllenwet, de Winkelsluitingswet, de
groote wijzigingen van Drankwet en Woning
wet, de verdere uitvoering van de Arbeidswet,
de Ingediende maar door de Kamerontbin
ding In haar behandeling gestuite technische
- - herziening van de Ziektewet en tenslotte de
déArop Immers grondde zich het verwijt, dat de Bedrüfsradenwet. die de Regeering nog gaarne
met de Eerste Kamer behandelen zal.
Ook Minister DE GEER was bijzonder op
dreef. Hij wees er den soclaal-democraat Oude-
geest op, dat zijn stelling stelling, die ook in
de roode pers opgeld doet als zouden de
soclaal-democraten zich aan de verantwoorde
lijkheid mogen onttrekken, omdat niet zij, maar
het andere volksdeel de schuld voor alle ellende
en dus ook den plicht tot herstel heeft, volko
men faalt. Immers, hij, de heer Oudegeest zelf,
erkent als de groote oorzaak van de crisis den
wereldoorlog. En in 1914 heeft mr. Troelstra
In de Tweede Kamer verklaard, dat. zoo er ééne
Regeering aan eten wereldoorlog onschuldig
was, het de Nederlandsche was. Het gaat dus
niet aan, op dit motief alle medewerking te
weigeren.
Overigens heeft de Minister van Financiën
de flnancleele denkbeelden van den heer Oude
geest vrjj summier en met al vroeger aange-
voer^e argumenten bestreden. De monopoll-
satle van een aantal bedrijven de clou dezer
denkbeelden is ook volgens den Minister niet
In staat, dadelijk soelaas te brengen, zelfs al
zou zij het in de toekomst doen. Voor de bef-
flng Ineens is het een allerongeschlktst oogen-
De Amsterdamsche Rechtbank deed gister
uitspraak in de procedure, welke de heer
Wouter Hulstijn. vroeger redacteur van De Te
legraaf aanhangig heeft gemaakt tegen de hee
ren W. Vogt, directeur van den AVRO en Gll-
demeester. secretaris van den AVRO.
De heer Hulstijn vorderde hierbij vergoeding
voor de schade, welke hU heeft geleden door
het feit, dat hjj, als gevolg van stappen dezer
belde heeren, bj) de Telegraaf-directie. ont
slagen Is als redacteur van dit dagblad. De
heer Hulstijn was bestuurslid van den AVRO en
weigerde als zoodanig bepaalde handelingen
van belde heeren, die hij niet met zijn eer en
geweten In overeenstemming achtte, te dekken,
De rechtbank achtte den eisch tot schadever
goeding niet ontvankelijk, daar het causaal
verband tusschen de feiten niet te Aangetoond.
Overigens blies deze sarcastische sociaal-
democrate het heele geval aan tot een tegen
stelling tusschen inlanders en Europeanen,
waarvan het blijkt oa uit de debatten uit
den Volksraad volstrekt geen sprake te Er
werd met een hatelijk toontje op de „Christe
nen" gesmaald en zelfs de voorzitter der Twee
de Kamer ontkwam niet aan een smeer, om
dat hij In de rede van Prof. Aalberse. den kalm
ste van heel bet debat aan den anderen kant
Over de laatste hebben heden In de ochtend
uren nog de soclaal-democraten Mevrouw Pot
huisSmit en Moltmaker een en ander te
berde gebracht, dat in bet minst niet gunstig
afstak bü wat uit den rooden hoek al eerder
aan alle verhoudingen uit het oog verliezende
enormiteiten gedebiteerd te.
Gisteren was bet Dr. Wlbaut, die met zijn
antwoord op de vraag, wat h U gedaan zou
hebbeqTde grootst mogelijke verbazing wekte.
Heden ging Mevrouw POTHUIS nog een stapje
verder en reageerde op de Interruptie, dat de
muiters aan boord toch op de officieren ge-
schoten hadden, met den nonsens een an-
der woord vinden wij daarvoor niet dat
dat schieten niet geschiedde met de bedoe
ling om te dooden of te verwonden, maar
alléén, om te doen blijken, dat zij gewapend
waren I Als Mevrouw nu een dergelijke intentie
ook eens b(j de vliegboot. die de bom wierp,
veronderstelde I
van het Binnenhof, den term .krachtpatserij”
toegelaten had! Zulk een verwijt klinkt van
een zijde, die zelve met de geweldigste termen
en met rechtaf walglijke prenten In haar
„Notenkraker" werkt, wel hoogst onoprecht.
En het trof al buitengewoon merkwaardig, dat
na het venijnige speechje van de roode sena-
trlce haar fractiegenoot MOLTMAKER zich
aan termen bezondigde, die waarlijk zeer ver
bulten de perken gingen. Ook in het daverend
betoog van den heer Moltmaker trof trouwens
weder de groote Inconsequentie, die alle uit
latingen van roode zijde over deze zaak ken
merkt.
Na het schunnige nummer van de „Noten
kraker” te hebben verdedigd met de aanklacht,
dat al het water van den Indlschen Oceaan
niet in staat te, het bloed te wasschen van de
handen der natuurlijk nlet-roode hltsers.
bad deze senator plotseling behoefte aan een
grondig onderzoek! En Dr. ColiJns verklaring,
dat de 8D.A.P de eenlge was, die met een
telegram de muiters tot tijdigen Inkeer had
kunnen brengen, noemde hij bespottelijk, om
dat dkt toch de taak van de B D.A.P. niet was.
Terwijl gisteren nog de heer Wlbaut den mo
dernen Bond van Marinepersoneel de rol van
bemiddelaar had willen doen spelen.
32.222 ton
9.175
17.635
9.574
1364
1.073
886
775
en verder naar Britach-Indlë, Mlddel-Amerikn.
Curacao. Venezuela, etc., voldoende bewijs, dat
onze Hollandsche kaassoorten algemeen be
kend zijn.
Nu heeft Engeland Intusschen zijn Ottawa,
waarvan wij nog niet weten, hoe de Britsche
houding Inzake kaas zal zijn. De maand Januari
1933 vertoonde een minder fraai begin van het
nieuwe jaar. In totaal werden geëxporteerd
4410 ton ter waarde van ƒ2.365.000 tegen 5.883
ton ter waarde van 3.021.000 in de maand
Januari 1932. waarbij
Duitschland opnam
België en Luxemb.
Engeland
Frankrijk
Indië
Nu heeft Duitschland een sterke neiging om
zooveel mogelijk selfsupporting te
vooral op het gebied van landbouwproducten.
De Invoerrechten zullen zoodanig verhoogd
worden, dat ze grootendeels prohibitief zullen
werken. Dit zijn nog maar beglnpoglngen, want
het te nog niet te voorspellen, of de protectlo-
nlsten bij uitnemendheid de overwinning zul
len behalen dan wel de gematigden. Men mag
niet vergeten, dat de industrie moet exportee-
ren en wanneer Duitschland niet meer voldoen
de Importeert, te er van een noemenswaard I ge
export evenmin sprake. De verhouding tusschen
export vanuit Duitschland naar Nederland en
De heer Smeenge kreeg de mededeellng, dat I
dezer dagen weer een ontwerp tot steun aan de
veenkoloniale aardappelteelt afkomt. De con-
sumptie-aardappelen moeten nog even wachten.
Dat op het gebied van werkloozenzorg het l
Rijk te royale gemeenten soms tracht te ma- I
tlgen, verklaarde de bewindsman tegenover den
soclaal-democraat Hermans volkomen gerecht
vaardigd. Over die ..aantasting van de autono
mie" wordt niet geklaagd, wanneer zij plaats
heeft ten voordeele van de werkloosen.
Dat geschiedt óók. De gemeente Hutesen te er
een voorbeeld van.
Prof, van Embden heeft van den Minister
een met seer krachtige cijfers gestaafd ant
woord gekregen op zijn klacht, dat Nederland
wel eens een voorbeeld mocht nemen aan een
In verband met de arrestatie van den 18-
jarigen F. S. en den 19-jarigen M. v. H„ ver
dacht van een overval op een winkelier
Tilburg, te thans door de Tllburgsche politie
nog een derde persoon aangehouden, de veer-
tig-jarige meesterknecht F. Sm. Deze Sm. had
met de thans gearresteerde jongens, van wie
er een met hem op dezelfde fabriek werkte,
vriendschap gesloten en aan hem de pistolen
verkocht, waarmede zij van plan waren, een
aanslag te plegen op de weduwe P„ die een
winkel had in de de Ruyterstraat.
Belden waren naar den winkel der weduwe
gegaan, spraken daar even met haar,
toen kwamen er twee klanten binnen.
Kort daarop kwmfltn weer andere klanten
en daarom achtten de jongens het niet raad
zaam. wijl zij door zooveel personen waren
gezien, nu reeds hun plan te volvoeren.
Zij vertrokken en fietsten naar den 70-jari
gen alleen wonenden winkelier J. K. op den
Korvelschen weg. Hier gaven zij hun rijwie
len ter bewaring aan Sm., die zich intusschen
bij hen had gevoegd en traden den winkel
binnen.
Een der jongens had ook een hamer en
een schroevendraaier meegenomen uit de fa
briek.
Na de reeds gisteren gemelde discussie met
cien winkelier, sloeg F. 8. dezen met den ha
mer viermaal op het hoofd. Toen zij door het
hulpgeroep van den winkelier kans liepen ont
dekt te worden, kozen zij het hazenpad en
vluchtten zij naar een afgelegen stadsdeel,
waar zij hun revolvers verborgen.
Het hardnekkig ontkennen na hun arres
tatie konden zij na een conferentie met het
slachtoffer niet meer volhouden. Toen legden
zij dan ook een volledige bekentenis af.
De laatstgearresteerde F. Sm. ontkent ech-
ter, eenlg aandeel in de zaak gehad te heb
ben.
Minister RUYS DE BEERENBROUCK heeft
tegenover dit en tegenover het In vorige ver
gaderingen opgemerkte gesteld, dat er in leder
geval één ding vaststaat, njn. de muiterij, en
dat er van een onbezonnen daad van jongens
niet mag worden gesproken, omdat er onder de
Europeesche muiters 4 van 20, 23 van 21 tot 24
en 7 van 2$ tot 34 jaar waren en omdat uit
allerlei feiten het dooven der lichten, het
opstellen van hindernissen, het voortdurend in
bedwang houden van de nlet-muiters valt
af te lelden, dat de daad terdege tevoren was
beraamd. De „geweldige hak in de loonen"
terminologie van Mr. Mendels beteekende
voor geen enkelen schepeling meer dan 35 cent
oer dag en na de korting waren er aan boord
27-jarigen, die ƒ6.45 en 34-jarigen, die ƒ6.80
per dag verdienden. Behalve vrij voeding, klee-
dlng en onderdak I
De Regeering zal met grooten ernst de zui
vering der Marine ter hand nemen, zij zal met
kracht en beleid herhaling voorkomen en niet
nalaten, zoowel de muiters als de verraders
van hun plicht-als-lelders te straffen.
Den soclaal-democraten hield de Minister
nog<eens de houding van bultenlandsche nartij-
genooten als Scheidemann en Noeke in soort
gelijke omstandigheden voor. HU had óók kun
nen herinneren aan het Amsterdamsche aard-
appel-oproer” van 1917. toen Wlbaut en Vliegen
daar wethouder waren, toen tegen de opstan
delingen óók seer krachtig werd ongetreden en
toen „Het Volk" het „Handeteblad" haalde
■J—w gewone oorzaken waaruit in vervlo-
j 1 gen eeuwen anU-clericalteme onder de
BS katholieken ontstond, zUn in onsen tijd
niet aanwezig, schreven wU een vorigen keer
Er te geen afzonderlijke priesterkaste, omdat
de geestelijken tegenwoordig utt alle standen
der maatschappij gerecruteerd worden en, on
verschillig van welke afkomst, tot de hoogste
rangen der Kerk stUgen. De wereldlUke macht
is voor de geestelijkheid afgeschaft en volgens
kerkelUke verordeningen mag de clerus zich
zelfs met geen zaken van koophandel Inlaten.
Op de derde plaats kan zelfs de meest kwaad
willige vUand niet met een schUn van waar
heid beweren, dat de katholieke geestelijkheid
in onzen tijd een onwaardig, wereldsgezind leven
de
on-
otr.
»*nwUzingen van een verkeersagent op, zonder
d<* af te vragen of de politieman in zijn par
ticulier leven wel altUd In woord en daad het
bugerlUk gesag eerbiedigt. En terecht. Welnu,
een priester te aangesteld als leider in het
geestelUk verkeer. Zoolang hU de leer der Kerk
zuiver verkondigt, met den vereischten eerbied
de Sacamenten uitdeelt, het misoffer opdraagt
enz. vervult hU zijn ambtelljke plichten en heb
ben wU hem te volgen. In hoeverre zün parti
culiere leven strookt met de lessen, die hij
ons moet voorhouden, te een zaak, die ons
eigenlijk niet aangaat. Wel zal het godsdien
stig leven van een parochie Invloed ten goede
of ten kwade ondervinden, naar mate de dienst
doende geesteUJkheld een meer of mindar hei
ligen levenswandel leidt, omdat de massa nu
eenmaal door het levende voorbeeld sterk be
ïnvloed wordt. Maar dit geeft den leek nog
geen recht tot openbare crltlek. of wel tot
voortdurende hekeling in particuliere gesprek
ken, waardoor het geestelijk gezag hoe langer
hoe meer wordt ondermijnd. Er zijn andere en
betere middelen om tot zUn doel te geraken,
wanneer althans dat doel niet te bemoeizucht
of het verschuilen van eigen fouten achter de
onvolmaaktheden van een bepaalden geestelijke
Daar te bij ernstige gevallen het persoonlijk
onderhoud, het beroep op de geestelUke over
heid, het gebed, het eigen voorbeeld van een
zeer godsdienstig leven. Wanneer allen, vooral
de heetgebakerde jongelingen, die den laatsten
tUd zoo hartstochtelUk on\ „heilige priesters"
roepen, eens tot deze laatste middelen hun toe
vlucht namen. wU gelooven. dat zU veel
zouden bereiken dan met hun verbitterde
verbitterende, met hun in vele kringen erger
nis gevende crltlek.
Hoort men dezen roep om een „heiliger
priesterschap" in een betrekkelijk kleine groep
van min of meer onrijpe en onevenwichtige
geesten, de tweede klacht lUkt meer grond
te hebben en wordt in veel wijder kring ge
hoord: de priesters bemoeien zich te veel met
wereldsche aangelegenheden.
Inderdaad, de klachten over te weinig ziel
zorg zouden voor een groot deel kunnen.ver
vallen, wanneer onze priesters zich niet bezig
hielden met zaken, welke even goed en mis
schien beter door leeken konden worden ver
richt. a
Hebben wU ons echter wel eens afgevraagd
waaraan dit te wUten te? Laten wU ons maar
weer bU ons eigen land bepalen. Er te een Ujd
geweest en hU ligt nog niet zoo ver weg
dat onze beter gesltupirde katholieken zich
hoofdzakelijk op handel en nijverheid toeleg
den. Studeeren had weinig zin, omdat een ka
tholiek in het maatschappehjk leven toch wei
nig kans had een carrière te maken. De in-
tellectueelen onder ons moesten voornamelijk
onder de geestelijken worden gezocht. Toen er
een kentering kwam en de katholieken zich
begonnen te emancipeeren sprak het vanzelf,
dat de geestelUkheld om leiding werd gevraagd,
ook op gebieden, waar zU bU meer normale
verhoudingen niet zou zUn opgetreden. Ook
In het sxpl opkomend organisatie-leven was
dit het geval. Was de bedoeling der kerkelUke
overheid, dat aan een katholieke vereenlging
een geestelUke zou zUn verbonden alleen om
In zaken van geloof*- en zedenleer te waken
tegen misvattingen en van advies te dienen,
overal werd op den pastoor of kapelaan ook
in materieele aangelegenheden een beroep ge-
De directeur van den RUksdlenst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat de werkloosheid onder de leden
van ingevolge het werkloosheidsbesluit 1917
gesubsidieerde werkloozenkassen in de week
van 6 tot en met 11 Februari 1933 bedroeg
36 pct. In vergelUking met het voorgaande
bericht, dat betrekking had op de week van
23 tot en met 28 Januari 1933. toen de werk
loosheid een hoogtepunt van 40 pct. had be
reikt, te zU dus met 4 pet. gedaald. Hierbü
moet in aanmerking worden genomen, dat deze
week In een vorstperiode viel, waarvan vooral
de bouwvakken en de land- en tuinbouw den
invloed ondergingen.
Van den geldelüken invloed, dien de be-
drUvigheldsdepressie uitoefent, moge het vol
gende een beeld geven.
De werkloozenkassen, waarop het Werkloos
heidsbesluit 1917 van toepassing te. worden
gevormd door de bUdragen der leden, bet over
heidssubsidie (waarvan de helft door het Rijk
en de helft door de gemeenten wordt gedra
gen) en rente, die van de aanwezige reserves
wordt gekweekt.
De regel te, dat het subsidie 100 pct. van de
bUdragen uitmaakt en dat in jaren. die met
abnormaal kunnen worden genoemd, de In
komsten der kassen de daaruit te verstrekken
uitkeeringen overtreffen, zoodat reserve wordt
gemaakt voor jaren, waarin groote werkloosheid
voorkomt.
In jaren van bedrUvlgheldsdepressle kunnen
dan de reserves worden aangesproken. Het
Werkloosheidsbesluit 1917 opent bovendien da
mogelijkheid, dat het subsidie. Indien buiten
gewone omstandigheden van tUdelUken aard
dat noodlg maken, wordt vastgesteld op een
hooger percentage dan 100 pct. van de bU
dragen. In de jaren 1931 en 1933 te dit laatste
voor een aantal werkloozenkassen het geval
geweest; ook in 1933 te de mogelijkheid daar
toe voor een aantal kassen geopend.
In 1931 werd In het totaal door de kassen
ontvangen uit bUdragen der leden 5.800.000
en aan subsidie 16.000.000; in 1932 waren de
bedragen der leden 7.400.000 en het subsidie
17 400.000. In die Jaren waren de uit de kas
sen verstrekte uitkeeringen in het totaal res
pectievelijk ƒ24.600.000 en ƒ28.700.000.
Het vermogen der werkloozenkassen steeg
tengevolge van reserveering tot het einde van
het jaar 1929 tot een gezamenlijk bedrag van
ƒ11300 000. In 1930 waren de gezamenlUke jn-
komsten der kassen niet steeds meer voldoerede
om de uitkeeringen te bestrUden en moesten
reeds eenlgermate reserves worden aangespro
ken, waardoor het gezamenlUk vermogen der
kassen daalde tot 10.800.000 op het einde van
dat jaar.
In de jaren 1931 en 1932 moest in het to
taal 2.600.000 en 3.900.000 uit de reserves
worden geput, waardoor het gezamenlUk ver
mogen der werkloozenkassen daalde tot
8.200.000 op het einde van 1931 en tot
ƒ4300.000 op het einde van 1933. Hierbü valt
op te merken, dat deze reserves uitsluitend In
het bezit zün van werkloosheidskassen, die nog
het hoofd kunnen bieden aan de etechen. die
de werkloosheid stelt. Dé kassen, die het meest
lijden onder de gevolgen der crisis en die dan
ook in aanmerking komen voor subsidies van
meer dan 100 pet. der bUdragen, bezitten geen
reserves meer.
BU 220 organen der openbare arbeidsbemid
deling in gemeenten met 5000 of meer inwo
ners waren op 11 Februari 1933 Ingeschreven
302 050 werkzoekende mannen, zijnde ruim
7000 minder dan op 28 Januari 1933.
leidt.* Integendeel kan van den clerus in
meeste landen worden getuigd, wat alle
bevooroordeelden van de geestelüken in
eigen land moeten erkennen, dat zü met be
roepsplichten overladen zün en geheel door
hun werk in beslag worden genomen.
Wanneer dit alles nu waar te, waaruit te
dan het niet te ontkennen antl-clericalteme
jn onzen tüd en In ons land, waar het ver
schijnsel zich zoo zelden voordeed, te ver
klaren?
WU zouden als algemeene oorzaken den tüd-
geest, met zün weinigen eerbied voor gezag,
den afkeer van geestelUke personen en zaken
en dergelüke kunnen aanvoeren, maar'vreezen
daarmee geen bevredigende oplossing aan de
hand te doen. WU willen dieper peilen en mee
nen dan de antl-clericale gevoelens, welke de
laatste jaren in woord en geschrift tot uiting
komen, in deze twee klachten te kunnen samen
vatten: ten eerste, de priesters zün niet heilig
genoeg om den afval In de Kerk tegen te hou
den; ten tweede de priesters bemoeien zich te
veel met wereldsche aangelegenheden.
Laten wü de waarde van belde klachten
Onderzoeken.
Ten eerste, de priesters zün niet heilig ge
noeg. WU kunnen ons begrüpen dat er in vroe
ger eeuwen hier en daar een groote afkeer van
den prlesterlüken stand merkbaar was, een af
keer, welke somtüds in protestbewegingen en
In bet uitgeven van pamfletten uitlaaide. In
zulke tüden heerschten er dan ook toestanden
welke wü ons thans niet meer kunnen inden-
een vorige beschouwing hebben wü de
aangegeven hoe het kwam en hoe het
mogelUk was, dat vele onwaardlgen het prles-
terlüke kleed droegen, velen, die door een zede
loos leven een ergernis voor de geloovigen wa
ren. Tegenover zooveel verdorvenheid was een
felle reactie der leeken verklaarbaar. En toch
lezen wü, hoe zelfs In de donkerste tüden der
kerkelUke historie heilige mannen en vrouwen
die uitblonken In deugd en wüsheid en die
al sinds lang tot de eer der altaren zün ver
heven, hun tüdgenooten vermaanden, om het
gezag en de waardigheid van den gezalfde des
Heeren boven diens menacbelüke fouten en ge- I
breken te laten gelden. Immers, voor zün per-
soonlük leven is de priester verantwoording
schuldig aan God; maar de geloovlge Is eer
bied aan het geestelük gezag verschuldigd on
afhankelijk van den persoon van den waar-
dlgheldsdrager. St. Paulus elschte dien eerbied
en gehoorzaamheid zelfs tegenover het wereld-
lük gezag, tegenover den heer, „ook wanneer
hü hard en slecht is.” Hoeveel te -meer dan
tegenover het geestelük gezag.
Krasse uitspraken hieromtrent zün gedaan
zelfs tegenover hen, die zich tegen een aller-
onwaardlgsten Paus, als den zedeloozen Alexan
der VI. durfden verzetten. En wie op dit punt
nog maar den minsten twüfel mocht hebben,
die leze, wat dr. Wilde in het laatste nummer
van Studiën uit de vermaningen van den H
Ignatius over critlek op de overheid en speciaal
op de geestelUkheld, aanhaalt.
Wanneer nu zulke waarschuwingen reeds
gelden voor tüden. waarin ergerniswekkende
schaigtelükheden onder den clerus voorkwamen,
hoeveer te meer kracht hebben zü dan voor
onzen tüd! Laten wü ons tot ons eigen land
bepalen. In welk opzicht hebben wü over de
geestelUkheld in haar geheel genomen te kla
gen? Het ergste wat wü kunnen zeggen is, dat
onze priesters menschen zün, met de geworfe
menachelüke fouten en gebreken, die wü zelf
hebben; dat bü hen echter de menschelüke
fouten hinderlüker zün en feller In het oog
vallen dan bü leeken.
Zou het waar zün, dat de wereld een para
dijs van volmaakte schepselen zou zün, wanneer
alle katholieke priesters de deugden hadden van
een St. Vlncentlus of een pastoor van Ars?
Laten wü ons geen Illusies maken. Natuurlük
trekt een verstorven, een zichzelf opofierend
priester de aandacht van zün omgeving en
heeft hü meer kans dan een minder verstor
ven collega om zielen te winnen. Maar ten
eerste betwüfelen wü. of, ook al was de ge-;
heele priesterstand heilig, ook de wereld zon-
I der meer uit heiligen zou bestaan. En ten twee
de hebben wü het te aanvaarden, dat God
Nch in het bestuur van ZUn Kerk slechts nu
i en dan van buitengewone priesters bedient;
dat HU daarvoor In den regel gewone, zwakke
Mkachen uitzoekt en dat HU zelfs vaak toe-
I laat, dat onwaardlgen Zün Kerk besturen.
Waardoor haar goddelUk karakter des te meer
j Uitblinkt. En tenslotte: wanneer er aansporin-
I »len of maatregelen tegenover de priesters noo-
dig zUn voor een heiliger levenswandel, laten
Wü dit dan aan de bevoegde kerkelUke overheid
i overlaten en vooral niet als leeken in het
•Panbaar den zedenmeester over de geesteUjk-
I ***d gaan spelen.
J Want ten eerste gaat men daarmee heel ge-
I teakkelUk bulten de schreef en bulten zün be-
1 Wegdheid en ten tweede bereikt men gemeen-
I Mik slechts het tegengestelde van wat men be-
I doelt, zooals het met alle bemoeizucht gaat
I De zalige Thomas Morus. die in zün jeugd aan
I de felle crltlek op de geestelUkheld vóór de
I Hervorming had meegedaan, schreef later.
I «Hadden wü geweten, dat er een Luther sou
I komen, we zouden niet zoo fel op de geestelük-
J held hebben gescholden.”
I Is het ook niet meer dan zonderling, dat de
bedillers onder ons tegenover de priesters een
houding aannemen, die zü zich zelfs niet tegen-
I Over den geringsten wereldlüken beambte sou-
tal veroorloven? Men volgt zonder meer de
daan. Stapels folianten zouden gevuld kunnen
worden met de geschiedenis van al de be
moeiingen, die onze geestelüken bU het opko
mende organlsatleleven hebben gehad met het
stichten van vereenlglngsgebouwen, het Instel
len van fondsen en kassen, het ontwerpen van
statuten, het oprichten van ontspannlngs-af-
deelingen, tooneelclube en lledertafels; het
bejjechten van geschillen tusschen bestuurs
leden, enz. enz. Alle werklieden,- mlddenstands-
en boeren-organlsatles in de honderden steden
en dorpen van ons land zullen in de geschie
denis van de eerste jaren van haar bestaan een
priester kunnen aanwüzen, die ofwel den stoot
heeft gegeven, ofwel aan den eersten opbouw
krachtig heeft meegewerkt. En denk niet ,dat
dit alles al reeds tot. bet verleden behoort. Nog
dezer dagen hoorden wü de volgende klacht
van een pastoor, die voor kort professor was
aan een seminarie. Het Is een van huls uit zeer
bemiddeld man, die zün hart aan de studie heeft
verpand. Nu is hü herder vAn een plattelands
gemeente. Om zün huls ligt een fraai park en
menigeen benüdt hem wellicht. Wanneer ge
hem spreekt, kunt ge bet volgende hooren: ik
sta des ochtends om zes uur op en ben tot elf
uur 's avonds In de weer. BUna al den tüd gaat
heen met het aanhooren van en het advies
geven over de materieele zorgen van mün boe
ren, die het in dezen tüd hard te verantwoorden
hebben. Van studeeren of welke aangename
bezigheid ook, komt niets meerl
Hoeveel honderden geestelüken zouden zich
daar In onzen tüd niet bü aan kunnen sluiten?
De materieele zorgen der geloovigen zün groot
en menigvuldig. Er wordt gebrek geleden; er is
werkloosheid; er gaat In geen enkele parochie
een dag voorbU of er dreigt een famllleramp.
En de eerste, waartoe men zich wendt, is de
pastoor.
Voeg daarbü nog de onhandigheid
vele leeken. die de geestelUkheld geheel
dig en zelfs ongewenscht In allerlei wereldsche
zaken betrekken Er kan geen feestje of jubi
leum in een vereenlging zün; er kan geen woord
op een vergadering gesproken worden, of zf
willen weten wat de adviseur er van denkt
Spreekt hü zich uit, dan zegt de een: „waar
bemoeit hü zich mee"; onthoudt hü zich, dan
noemt een ander hem onbeleefd.
Hebben wü over de historische wording van
heel veel bemoeienis onzer (geestelUkheld we!
eens nagedacht? Is heel veel, ook wat objectief
beschouwd ongewenscht kan worden genoemd,
niet ófwel historisch verklaarbaar, ófwel aan
de kortzichtigheid van leeken zelf te wUten?
Wü behoeven den clerus niet heilig te ver
klaren, wü kunnen zelfs beweren, dat het beter
zus of beter zóó zou zün. Maar de eerlükheld
gebiedt de ware oorzaak op te sporen van wat
wü anders zouden wenschen.
De waarheid zal, bü oprecht onderzoek, deze
blUken te zün. dat er voor antl-clerlcallsme
onder ons niet de minste aanleiding bestaat; dat.
wanneer bü een volgroeide katholieke emanci
patie, de verhoudingen in bet maatschappelük
leven tusschen clerus en leeken langzamerhand
anders zün geworden, de algemeene en allen
dierbare katholieke zaak geen vervreemding,
maar samenwerking op nieuwen grondslag yer-
eischt.
Daarover in een slotartikel van deze reeks.
HOMO SAPIENS