CRITIEK OP DEN CLERUS Het beleid der Regeering 1 Werkloozenkassen Afzet van onze kaasproductie BLIJVENDE BEZUINIGING i I ZATERDAG 25 FEBRUARI LEEKEPREEKEN Thans echter uitgeput TWEEDE KAMER Mijnwerkerspensioenen r 4 -- MET ZIJN EIGEN GEWEER GEDOOD I DE OVERVAL TE TILBURG EERSTE KAMER Een derde arrestatie bezuiniging nemen Geen heffing ineens Geen onbezonnen daad HULSTIJN—VOGT Steun aardappelteelt Roode inconsequentie De Regeering zal met grooten ernst de zuivering der Marine ter hand In jaren van bedryvigheidsdepres- sie kunnen de reserves worden aangesproken Eisch tot schadevergoeding afgewezen ii I t 1 R.K. JUVENAAT BISDOM HAARLEM Nog meer Sombere toekomst 7 DEN HAAG, 24 Februari 1933 roep om eens ken. maken. zich i maar DEN HAAG, 34 Februari 33. van seer onnoo- meer en De 50-jarige J. Hommersom te‘ Dodewaard. die Vrijdagmorgen omstreeks 10 uur on de Uiterwaarden onder Ochten, met een geladen dubbelloops-jachtgeweer onder een haag door kroop, werd, doordat zijn geweer afging, door een schampschot getroffen in de knie, waar na hem de volle lading in de borst drong. De ongelukkige werd met een diepe schot wonde in de rechter borst op den Veerweg DrutenOchten dood gevonden. Spoedig waren ter plaatse aanwezig de bur gemeester van Echteld en Dodewaard. Een in middels ontboden geneesheer uit Ochten kon slechts den dood constateeren. het dezer dagen nog eens op heel andere verstandiger taal bevatte. Het schreef: „Wat de arbeidersbeweging elscht krachtens haar principe gedurende al deze jaren van oorlogsellende is juist orde, regel. De chaos kan slechts de ellende ten top voeren en ons gemeentebestuur, dat alles heeft gedaan om orde en regel te brengen en te handhaven, moet tegenover geweld geweld stellen, mag de hoofdstad niet ten prooi geven aan den chaos". 1318 tal 1-33» 624 686 64 Als we hier een korte beschouwing wjjden aan het kaasvraagstuk aan de vraag nJ. hoe Wij de Nederlandsche kaasproductie ook in de toekomst zullen kUnnen afzetten dan mogen wjj gerust uitgaan van de veronderstelling, dat 3/3 van onze kaasproductie naar het buiten land gaat en circa 1/3 binnenslands verbruikt wordt. Wanneer het buitenland, door verschillende omstandigheden, onze kaas gaat weren, blijven wij met groote kwantiteiten zitten, die wij niet kunnen slijten. Men mag nog zoo veel adver- teeren: ..eët meer kaas," onze menscheljjke magen zijn niet bestand tegen het consumeeren van nqg eens de dubbele hoeveelheid, welke wjj nu verorberen. Wij moeten dus zorgen, dat wij, wanneer be paalde gebieden onze kaas gaan weren, andere regionen vinden, die onze kaas wél vragen. Dit is natuurlijk moeilijk, maar wij mogen nimmer vergeten, dat de kwaliteit van on^ product uit stekend is en de prijs naar verhouding niet hoog. Het zijn deze eigenschappen, die ons niet al te ongerust maken voor de toekomst, al zul len kaasmakers zorglijke tijden voor den boeg hebben. Zeer terecht heeft een onzer landbouw- consulenten nog eens den nadruk gelegd on het verzorgen van de kwaliteit; men gebrulke prima melk en prima stremsel. Men komt, sells in deze tijden van versobering, met prima kwa liteit verder dan met inferieure soorten. Aan verschillende kaassoorten werd in 1932 uitgevoerd (dus Edammer, Oouda-volvet, 40 plus etc.) 77.138 ton, ter waarde van 35428,000 en In 1931 88391 ton, ter waarde van 52.037.000 hoofdzakelijk naar Duitschland Engeland België, Luxemburg Frankrijk Spanje Algiers, Tunis Indië Ver. 8t. AmëHka de Import in Duitschland vanuit Nederland is als billijk en acceptabel aangenomen 2 op I. ma.w. Duitschland mag circa tweemaal zooveel naar ons uitvoeren dan het van ons heeft te ontvangen. Wijzigt zich deze verhouding In ons nadeel, dan zal een reactie in Nederland niet kunnen ultblüven. Men kan Invoerrechten verhoogen, maar daar door verkrijgt een land nog geen eigen produc ten. Kaas uit Nederland Is van buitengewoon goede kwaliteit. Zou de Berlijner zijn stukje Hollandsche kaas willen missen, wanneer hij daaraan gewoon geraakt Is? Kan Duitschland voldoende eigen kaas voortbrengen, die van voldoende kwaliteit is om de Nederlandsche te vervangen? De toestand is ongetwijfeld hoogst ernstig, maar hij Is niet hopeloos. Er is met nauwer contact, met klemmender argumenten, met een loyale, maar toch strenge houding veel te be reiken. De onderhandelingen tusschen Duitech- land en Nederland zullen na de Dultache ver kiezingen worden hervat. Het hangt ten deele van die verkiezingen af, of een stugge houding door de Dultachera zal worden aangenomen, ja dan neen. Krijgen de nazi's een meerderheid, dan Is de kans op strenge maatregelen grooter. dan wanneer zij een toontje lager zullen hebben te zingen. Voorlooplg blijft het perspectief In ieder ge val echter nog zeer onzeker. blik, omdat tal van vermogens geen baten op leveren en dus tegen afbraak-koersen aange sproken zouden moeten worden. En bovendien werkt deze heffing hoogst onbillijk. Waarom een weduwe met 4800 gulden Inkomen uit een ton vermogen en met vijf minderjarige kinderen te haren laste wel ƒ300 drie jaar achtereen opgelegd en een dokter, een advocaat met 120.000 inkomen uit hun practük vrijgelaten? De toekomst ziet ook Jhr. de Geer natuurlijk somber In. Zij zou echter nog somberder zijn. Indien niet door de gezonde flnancleele politiek In het verleden, de leenlngsmogelijkheden zoo betrekkeljjk gunstig waren. We mogen verder uit 's Ministers zeer gede gen betoog, dat, in de Handelingen rustig na gelezen, nog dieper Indruk maken zal. alleen nog aanstippen, dat er hij had dit in de Tweede Kamer beloofd een ontwerp komt, dat de gemeenten In staat stelt, de peraoneeie belasting voor cafés en restaurants, waar dit noodlg is. minder drukkend te maken As. Dinsdag replieken. I Over de Kamerontbinding kon de Minister- President niet veel anders doen dan herhalen, wat hij Maandag j.l. in de Tweede Kamer daarover heeft gezegd. Als nieuw klonk ons daarbij in de ooren, dat het vermaarde ont werp betreffende de rechterlijke macht niet de laatste bezuiniging van het kabinet was De Minister-President en de Minister van Financiën hebben niet nagelaten, uitvoerig en grondig in te gaan op de beschouwigen, bij het debat over het algemeen beleid door de sena toren gewijd aan de gebeurtenissen van den dag. Wü lichten daaruit zij dringen trou wens zichzelf op den vóórgrond allereerst de Kamernnminding en de muiterij. Z. H. Exc. de Blsschop van IJaarlem heeft aan den zeereerw. heer J. M. L u c a s s e n, deken van Beverwük, op zijn verzoek op de meest eervolle wijze ontslag verleend als voor zitter van het RK. Juvenaat in het Bisdom Haarlem. Tot nieuwen voorzitter is benoemd de weleerw. heer J. Mol te Amsterdam. Minister de Graaff komt over de Indische begrootlng eerst Dinsdag aan het woord. Er waren eenlge andere ontwerpen en de rest van den middag werd door David Wijnkoop volge schreeuwd. De Kamer was toen uitgestorven en de communistische stem schalde door een stilte als van een Russische toendra. Dinsdag wordt ook de vandaag geschorste InterpellatieDe Visser over de houding der Regeering tegenover de in Boven-Dlgoel ver toevende communistische Kamercandldaten voortgezet. Minister de Graaff moet eerst con tact met Indië hebben. Aangenomen werden o.a. een suppletoire be grootlng ten behoeve van het mechanisch be drijf voor rijst en andere gewassen In Suriname waarover tot onze verwondering, want juist in verband met dit ontwerp zweeg men over dit onderwerp bij de Surinaamsche begrootlng, behalve Wijnkoop., niemand sprak, en het ont werp, dat aan het pensioenfonds van de mijn werkers gedurende 75 jaar een Staatsbüdragc van 4 ton toekent. De katholieke afgevaardigde Maenen bepleitte bij dit laatste ontwerp een verbetering van de pensioenen der reeds gepen- slonneerden en een invalldlteits-pensioen voor mijnwerkers, gunstiger dan dat van andere arbeiders. afkeer der Kamer onmogelijk .symptomatisch' zijn kon maar een van de eerste reorganlsa- tlemaatregelen. Het Kabinet had dus nog meer op zijn program. En dat bleek ook later, toen Minister de Geer een wetsontwerp aankondlgde, dat nog heden zou worden Ingediend en dat een b lij v e n d e bezuiniging brengen zal. die ook het tekort op de onderhavige begrootlng (circa 30 mlllioen) dekken zal. Of zij dit geheel dan wel gedeeltelijk zal wegnemen, bleek uit 's Mi nisters mededeellng niet. Het Incident van 9 Februari heeft de afhandeling van dit ont werp vertraagd, maar tóch heeft de heer de Geer den datum van invoering op 1 Juli van dit jaar gehandhaafd, In het vertrouwen, dat de huidige Tweede Kamer het nog In de afdee- llngen zal onderzoeken en deze besparing nog voor 1 Juli de goedkeuring der Staten-Generaal zal hebben. Om op het betoog van den Minister-President terug te komen, hU heeft de onderdeelen van het beleid, waarop gecrttlseerd is, knap verde digd. Mr. Fock, die had geklaagd over partijdige burgemeestersbenoemingen, herinnerde hij ter loops en terecht alleen even aan den verleden tijd. Al sprak hij niet uit, dat in dien tijd de geestverwanten van den heer Fock op dit gebied heeletnaal niet zonder zonde zijn geweest Integendeel I zijn vaag antwoord zal er niet minder goed om begrepen zijn. land als Zweden, dat zulke geweldige werkver- schafflngsplannen hebben zou. De tijd. om daarover onze notities uit te werken, ontbreekt ons. maar de Zweedsche cijfers zonken bij de Nederlandsche in het niet. Dat het sociaal beleid op den achtergrond gesteld zou zijn klacht van den katholiek de Bruyn ontkende minister Ruys met krach tige argumenten. Inderdaad is deze crltlek overdreven, als men bedenkt, dat het kabinet de sociale wetgeving en de sociale verzekering ondanks den buitengewoon slechten tijd onge rept heeft weten te bewaren en daarnaast nog tal van wetten en wetswijzigingen op sociaal gebied tot stand bracht. Wij herinneren aan de Arbeidsgeschlllenwet, de Winkelsluitingswet, de groote wijzigingen van Drankwet en Woning wet, de verdere uitvoering van de Arbeidswet, de Ingediende maar door de Kamerontbin ding In haar behandeling gestuite technische - - herziening van de Ziektewet en tenslotte de déArop Immers grondde zich het verwijt, dat de Bedrüfsradenwet. die de Regeering nog gaarne met de Eerste Kamer behandelen zal. Ook Minister DE GEER was bijzonder op dreef. Hij wees er den soclaal-democraat Oude- geest op, dat zijn stelling stelling, die ook in de roode pers opgeld doet als zouden de soclaal-democraten zich aan de verantwoorde lijkheid mogen onttrekken, omdat niet zij, maar het andere volksdeel de schuld voor alle ellende en dus ook den plicht tot herstel heeft, volko men faalt. Immers, hij, de heer Oudegeest zelf, erkent als de groote oorzaak van de crisis den wereldoorlog. En in 1914 heeft mr. Troelstra In de Tweede Kamer verklaard, dat. zoo er ééne Regeering aan eten wereldoorlog onschuldig was, het de Nederlandsche was. Het gaat dus niet aan, op dit motief alle medewerking te weigeren. Overigens heeft de Minister van Financiën de flnancleele denkbeelden van den heer Oude geest vrjj summier en met al vroeger aange- voer^e argumenten bestreden. De monopoll- satle van een aantal bedrijven de clou dezer denkbeelden is ook volgens den Minister niet In staat, dadelijk soelaas te brengen, zelfs al zou zij het in de toekomst doen. Voor de bef- flng Ineens is het een allerongeschlktst oogen- De Amsterdamsche Rechtbank deed gister uitspraak in de procedure, welke de heer Wouter Hulstijn. vroeger redacteur van De Te legraaf aanhangig heeft gemaakt tegen de hee ren W. Vogt, directeur van den AVRO en Gll- demeester. secretaris van den AVRO. De heer Hulstijn vorderde hierbij vergoeding voor de schade, welke hU heeft geleden door het feit, dat hjj, als gevolg van stappen dezer belde heeren, bj) de Telegraaf-directie. ont slagen Is als redacteur van dit dagblad. De heer Hulstijn was bestuurslid van den AVRO en weigerde als zoodanig bepaalde handelingen van belde heeren, die hij niet met zijn eer en geweten In overeenstemming achtte, te dekken, De rechtbank achtte den eisch tot schadever goeding niet ontvankelijk, daar het causaal verband tusschen de feiten niet te Aangetoond. Overigens blies deze sarcastische sociaal- democrate het heele geval aan tot een tegen stelling tusschen inlanders en Europeanen, waarvan het blijkt oa uit de debatten uit den Volksraad volstrekt geen sprake te Er werd met een hatelijk toontje op de „Christe nen" gesmaald en zelfs de voorzitter der Twee de Kamer ontkwam niet aan een smeer, om dat hij In de rede van Prof. Aalberse. den kalm ste van heel bet debat aan den anderen kant Over de laatste hebben heden In de ochtend uren nog de soclaal-democraten Mevrouw Pot huisSmit en Moltmaker een en ander te berde gebracht, dat in bet minst niet gunstig afstak bü wat uit den rooden hoek al eerder aan alle verhoudingen uit het oog verliezende enormiteiten gedebiteerd te. Gisteren was bet Dr. Wlbaut, die met zijn antwoord op de vraag, wat h U gedaan zou hebbeqTde grootst mogelijke verbazing wekte. Heden ging Mevrouw POTHUIS nog een stapje verder en reageerde op de Interruptie, dat de muiters aan boord toch op de officieren ge- schoten hadden, met den nonsens een an- der woord vinden wij daarvoor niet dat dat schieten niet geschiedde met de bedoe ling om te dooden of te verwonden, maar alléén, om te doen blijken, dat zij gewapend waren I Als Mevrouw nu een dergelijke intentie ook eens b(j de vliegboot. die de bom wierp, veronderstelde I van het Binnenhof, den term .krachtpatserij” toegelaten had! Zulk een verwijt klinkt van een zijde, die zelve met de geweldigste termen en met rechtaf walglijke prenten In haar „Notenkraker" werkt, wel hoogst onoprecht. En het trof al buitengewoon merkwaardig, dat na het venijnige speechje van de roode sena- trlce haar fractiegenoot MOLTMAKER zich aan termen bezondigde, die waarlijk zeer ver bulten de perken gingen. Ook in het daverend betoog van den heer Moltmaker trof trouwens weder de groote Inconsequentie, die alle uit latingen van roode zijde over deze zaak ken merkt. Na het schunnige nummer van de „Noten kraker” te hebben verdedigd met de aanklacht, dat al het water van den Indlschen Oceaan niet in staat te, het bloed te wasschen van de handen der natuurlijk nlet-roode hltsers. bad deze senator plotseling behoefte aan een grondig onderzoek! En Dr. ColiJns verklaring, dat de 8D.A.P de eenlge was, die met een telegram de muiters tot tijdigen Inkeer had kunnen brengen, noemde hij bespottelijk, om dat dkt toch de taak van de B D.A.P. niet was. Terwijl gisteren nog de heer Wlbaut den mo dernen Bond van Marinepersoneel de rol van bemiddelaar had willen doen spelen. 32.222 ton 9.175 17.635 9.574 1364 1.073 886 775 en verder naar Britach-Indlë, Mlddel-Amerikn. Curacao. Venezuela, etc., voldoende bewijs, dat onze Hollandsche kaassoorten algemeen be kend zijn. Nu heeft Engeland Intusschen zijn Ottawa, waarvan wij nog niet weten, hoe de Britsche houding Inzake kaas zal zijn. De maand Januari 1933 vertoonde een minder fraai begin van het nieuwe jaar. In totaal werden geëxporteerd 4410 ton ter waarde van ƒ2.365.000 tegen 5.883 ton ter waarde van 3.021.000 in de maand Januari 1932. waarbij Duitschland opnam België en Luxemb. Engeland Frankrijk Indië Nu heeft Duitschland een sterke neiging om zooveel mogelijk selfsupporting te vooral op het gebied van landbouwproducten. De Invoerrechten zullen zoodanig verhoogd worden, dat ze grootendeels prohibitief zullen werken. Dit zijn nog maar beglnpoglngen, want het te nog niet te voorspellen, of de protectlo- nlsten bij uitnemendheid de overwinning zul len behalen dan wel de gematigden. Men mag niet vergeten, dat de industrie moet exportee- ren en wanneer Duitschland niet meer voldoen de Importeert, te er van een noemenswaard I ge export evenmin sprake. De verhouding tusschen export vanuit Duitschland naar Nederland en De heer Smeenge kreeg de mededeellng, dat I dezer dagen weer een ontwerp tot steun aan de veenkoloniale aardappelteelt afkomt. De con- sumptie-aardappelen moeten nog even wachten. Dat op het gebied van werkloozenzorg het l Rijk te royale gemeenten soms tracht te ma- I tlgen, verklaarde de bewindsman tegenover den soclaal-democraat Hermans volkomen gerecht vaardigd. Over die ..aantasting van de autono mie" wordt niet geklaagd, wanneer zij plaats heeft ten voordeele van de werkloosen. Dat geschiedt óók. De gemeente Hutesen te er een voorbeeld van. Prof, van Embden heeft van den Minister een met seer krachtige cijfers gestaafd ant woord gekregen op zijn klacht, dat Nederland wel eens een voorbeeld mocht nemen aan een In verband met de arrestatie van den 18- jarigen F. S. en den 19-jarigen M. v. H„ ver dacht van een overval op een winkelier Tilburg, te thans door de Tllburgsche politie nog een derde persoon aangehouden, de veer- tig-jarige meesterknecht F. Sm. Deze Sm. had met de thans gearresteerde jongens, van wie er een met hem op dezelfde fabriek werkte, vriendschap gesloten en aan hem de pistolen verkocht, waarmede zij van plan waren, een aanslag te plegen op de weduwe P„ die een winkel had in de de Ruyterstraat. Belden waren naar den winkel der weduwe gegaan, spraken daar even met haar, toen kwamen er twee klanten binnen. Kort daarop kwmfltn weer andere klanten en daarom achtten de jongens het niet raad zaam. wijl zij door zooveel personen waren gezien, nu reeds hun plan te volvoeren. Zij vertrokken en fietsten naar den 70-jari gen alleen wonenden winkelier J. K. op den Korvelschen weg. Hier gaven zij hun rijwie len ter bewaring aan Sm., die zich intusschen bij hen had gevoegd en traden den winkel binnen. Een der jongens had ook een hamer en een schroevendraaier meegenomen uit de fa briek. Na de reeds gisteren gemelde discussie met cien winkelier, sloeg F. 8. dezen met den ha mer viermaal op het hoofd. Toen zij door het hulpgeroep van den winkelier kans liepen ont dekt te worden, kozen zij het hazenpad en vluchtten zij naar een afgelegen stadsdeel, waar zij hun revolvers verborgen. Het hardnekkig ontkennen na hun arres tatie konden zij na een conferentie met het slachtoffer niet meer volhouden. Toen legden zij dan ook een volledige bekentenis af. De laatstgearresteerde F. Sm. ontkent ech- ter, eenlg aandeel in de zaak gehad te heb ben. Minister RUYS DE BEERENBROUCK heeft tegenover dit en tegenover het In vorige ver gaderingen opgemerkte gesteld, dat er in leder geval één ding vaststaat, njn. de muiterij, en dat er van een onbezonnen daad van jongens niet mag worden gesproken, omdat er onder de Europeesche muiters 4 van 20, 23 van 21 tot 24 en 7 van 2$ tot 34 jaar waren en omdat uit allerlei feiten het dooven der lichten, het opstellen van hindernissen, het voortdurend in bedwang houden van de nlet-muiters valt af te lelden, dat de daad terdege tevoren was beraamd. De „geweldige hak in de loonen" terminologie van Mr. Mendels beteekende voor geen enkelen schepeling meer dan 35 cent oer dag en na de korting waren er aan boord 27-jarigen, die ƒ6.45 en 34-jarigen, die ƒ6.80 per dag verdienden. Behalve vrij voeding, klee- dlng en onderdak I De Regeering zal met grooten ernst de zui vering der Marine ter hand nemen, zij zal met kracht en beleid herhaling voorkomen en niet nalaten, zoowel de muiters als de verraders van hun plicht-als-lelders te straffen. Den soclaal-democraten hield de Minister nog<eens de houding van bultenlandsche nartij- genooten als Scheidemann en Noeke in soort gelijke omstandigheden voor. HU had óók kun nen herinneren aan het Amsterdamsche aard- appel-oproer” van 1917. toen Wlbaut en Vliegen daar wethouder waren, toen tegen de opstan delingen óók seer krachtig werd ongetreden en toen „Het Volk" het „Handeteblad" haalde ■J—w gewone oorzaken waaruit in vervlo- j 1 gen eeuwen anU-clericalteme onder de BS katholieken ontstond, zUn in onsen tijd niet aanwezig, schreven wU een vorigen keer Er te geen afzonderlijke priesterkaste, omdat de geestelijken tegenwoordig utt alle standen der maatschappij gerecruteerd worden en, on verschillig van welke afkomst, tot de hoogste rangen der Kerk stUgen. De wereldlUke macht is voor de geestelijkheid afgeschaft en volgens kerkelUke verordeningen mag de clerus zich zelfs met geen zaken van koophandel Inlaten. Op de derde plaats kan zelfs de meest kwaad willige vUand niet met een schUn van waar heid beweren, dat de katholieke geestelijkheid in onzen tijd een onwaardig, wereldsgezind leven de on- otr. »*nwUzingen van een verkeersagent op, zonder d<* af te vragen of de politieman in zijn par ticulier leven wel altUd In woord en daad het bugerlUk gesag eerbiedigt. En terecht. Welnu, een priester te aangesteld als leider in het geestelUk verkeer. Zoolang hU de leer der Kerk zuiver verkondigt, met den vereischten eerbied de Sacamenten uitdeelt, het misoffer opdraagt enz. vervult hU zijn ambtelljke plichten en heb ben wU hem te volgen. In hoeverre zün parti culiere leven strookt met de lessen, die hij ons moet voorhouden, te een zaak, die ons eigenlijk niet aangaat. Wel zal het godsdien stig leven van een parochie Invloed ten goede of ten kwade ondervinden, naar mate de dienst doende geesteUJkheld een meer of mindar hei ligen levenswandel leidt, omdat de massa nu eenmaal door het levende voorbeeld sterk be ïnvloed wordt. Maar dit geeft den leek nog geen recht tot openbare crltlek. of wel tot voortdurende hekeling in particuliere gesprek ken, waardoor het geestelijk gezag hoe langer hoe meer wordt ondermijnd. Er zijn andere en betere middelen om tot zUn doel te geraken, wanneer althans dat doel niet te bemoeizucht of het verschuilen van eigen fouten achter de onvolmaaktheden van een bepaalden geestelijke Daar te bij ernstige gevallen het persoonlijk onderhoud, het beroep op de geestelUke over heid, het gebed, het eigen voorbeeld van een zeer godsdienstig leven. Wanneer allen, vooral de heetgebakerde jongelingen, die den laatsten tUd zoo hartstochtelUk on\ „heilige priesters" roepen, eens tot deze laatste middelen hun toe vlucht namen. wU gelooven. dat zU veel zouden bereiken dan met hun verbitterde verbitterende, met hun in vele kringen erger nis gevende crltlek. Hoort men dezen roep om een „heiliger priesterschap" in een betrekkelijk kleine groep van min of meer onrijpe en onevenwichtige geesten, de tweede klacht lUkt meer grond te hebben en wordt in veel wijder kring ge hoord: de priesters bemoeien zich te veel met wereldsche aangelegenheden. Inderdaad, de klachten over te weinig ziel zorg zouden voor een groot deel kunnen.ver vallen, wanneer onze priesters zich niet bezig hielden met zaken, welke even goed en mis schien beter door leeken konden worden ver richt. a Hebben wU ons echter wel eens afgevraagd waaraan dit te wUten te? Laten wU ons maar weer bU ons eigen land bepalen. Er te een Ujd geweest en hU ligt nog niet zoo ver weg dat onze beter gesltupirde katholieken zich hoofdzakelijk op handel en nijverheid toeleg den. Studeeren had weinig zin, omdat een ka tholiek in het maatschappehjk leven toch wei nig kans had een carrière te maken. De in- tellectueelen onder ons moesten voornamelijk onder de geestelijken worden gezocht. Toen er een kentering kwam en de katholieken zich begonnen te emancipeeren sprak het vanzelf, dat de geestelUkheld om leiding werd gevraagd, ook op gebieden, waar zU bU meer normale verhoudingen niet zou zUn opgetreden. Ook In het sxpl opkomend organisatie-leven was dit het geval. Was de bedoeling der kerkelUke overheid, dat aan een katholieke vereenlging een geestelUke zou zUn verbonden alleen om In zaken van geloof*- en zedenleer te waken tegen misvattingen en van advies te dienen, overal werd op den pastoor of kapelaan ook in materieele aangelegenheden een beroep ge- De directeur van den RUksdlenst der Werk loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling deelt mede, dat de werkloosheid onder de leden van ingevolge het werkloosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde werkloozenkassen in de week van 6 tot en met 11 Februari 1933 bedroeg 36 pct. In vergelUking met het voorgaande bericht, dat betrekking had op de week van 23 tot en met 28 Januari 1933. toen de werk loosheid een hoogtepunt van 40 pct. had be reikt, te zU dus met 4 pet. gedaald. Hierbü moet in aanmerking worden genomen, dat deze week In een vorstperiode viel, waarvan vooral de bouwvakken en de land- en tuinbouw den invloed ondergingen. Van den geldelüken invloed, dien de be- drUvigheldsdepressie uitoefent, moge het vol gende een beeld geven. De werkloozenkassen, waarop het Werkloos heidsbesluit 1917 van toepassing te. worden gevormd door de bUdragen der leden, bet over heidssubsidie (waarvan de helft door het Rijk en de helft door de gemeenten wordt gedra gen) en rente, die van de aanwezige reserves wordt gekweekt. De regel te, dat het subsidie 100 pct. van de bUdragen uitmaakt en dat in jaren. die met abnormaal kunnen worden genoemd, de In komsten der kassen de daaruit te verstrekken uitkeeringen overtreffen, zoodat reserve wordt gemaakt voor jaren, waarin groote werkloosheid voorkomt. In jaren van bedrUvlgheldsdepressle kunnen dan de reserves worden aangesproken. Het Werkloosheidsbesluit 1917 opent bovendien da mogelijkheid, dat het subsidie. Indien buiten gewone omstandigheden van tUdelUken aard dat noodlg maken, wordt vastgesteld op een hooger percentage dan 100 pct. van de bU dragen. In de jaren 1931 en 1933 te dit laatste voor een aantal werkloozenkassen het geval geweest; ook in 1933 te de mogelijkheid daar toe voor een aantal kassen geopend. In 1931 werd In het totaal door de kassen ontvangen uit bUdragen der leden 5.800.000 en aan subsidie 16.000.000; in 1932 waren de bedragen der leden 7.400.000 en het subsidie 17 400.000. In die Jaren waren de uit de kas sen verstrekte uitkeeringen in het totaal res pectievelijk ƒ24.600.000 en ƒ28.700.000. Het vermogen der werkloozenkassen steeg tengevolge van reserveering tot het einde van het jaar 1929 tot een gezamenlijk bedrag van ƒ11300 000. In 1930 waren de gezamenlUke jn- komsten der kassen niet steeds meer voldoerede om de uitkeeringen te bestrUden en moesten reeds eenlgermate reserves worden aangespro ken, waardoor het gezamenlUk vermogen der kassen daalde tot 10.800.000 op het einde van dat jaar. In de jaren 1931 en 1932 moest in het to taal 2.600.000 en 3.900.000 uit de reserves worden geput, waardoor het gezamenlUk ver mogen der werkloozenkassen daalde tot 8.200.000 op het einde van 1931 en tot ƒ4300.000 op het einde van 1933. Hierbü valt op te merken, dat deze reserves uitsluitend In het bezit zün van werkloosheidskassen, die nog het hoofd kunnen bieden aan de etechen. die de werkloosheid stelt. Dé kassen, die het meest lijden onder de gevolgen der crisis en die dan ook in aanmerking komen voor subsidies van meer dan 100 pet. der bUdragen, bezitten geen reserves meer. BU 220 organen der openbare arbeidsbemid deling in gemeenten met 5000 of meer inwo ners waren op 11 Februari 1933 Ingeschreven 302 050 werkzoekende mannen, zijnde ruim 7000 minder dan op 28 Januari 1933. leidt.* Integendeel kan van den clerus in meeste landen worden getuigd, wat alle bevooroordeelden van de geestelüken in eigen land moeten erkennen, dat zü met be roepsplichten overladen zün en geheel door hun werk in beslag worden genomen. Wanneer dit alles nu waar te, waaruit te dan het niet te ontkennen antl-clericalteme jn onzen tüd en In ons land, waar het ver schijnsel zich zoo zelden voordeed, te ver klaren? WU zouden als algemeene oorzaken den tüd- geest, met zün weinigen eerbied voor gezag, den afkeer van geestelUke personen en zaken en dergelüke kunnen aanvoeren, maar'vreezen daarmee geen bevredigende oplossing aan de hand te doen. WU willen dieper peilen en mee nen dan de antl-clericale gevoelens, welke de laatste jaren in woord en geschrift tot uiting komen, in deze twee klachten te kunnen samen vatten: ten eerste, de priesters zün niet heilig genoeg om den afval In de Kerk tegen te hou den; ten tweede de priesters bemoeien zich te veel met wereldsche aangelegenheden. Laten wü de waarde van belde klachten Onderzoeken. Ten eerste, de priesters zün niet heilig ge noeg. WU kunnen ons begrüpen dat er in vroe ger eeuwen hier en daar een groote afkeer van den prlesterlüken stand merkbaar was, een af keer, welke somtüds in protestbewegingen en In bet uitgeven van pamfletten uitlaaide. In zulke tüden heerschten er dan ook toestanden welke wü ons thans niet meer kunnen inden- een vorige beschouwing hebben wü de aangegeven hoe het kwam en hoe het mogelUk was, dat vele onwaardlgen het prles- terlüke kleed droegen, velen, die door een zede loos leven een ergernis voor de geloovigen wa ren. Tegenover zooveel verdorvenheid was een felle reactie der leeken verklaarbaar. En toch lezen wü, hoe zelfs In de donkerste tüden der kerkelUke historie heilige mannen en vrouwen die uitblonken In deugd en wüsheid en die al sinds lang tot de eer der altaren zün ver heven, hun tüdgenooten vermaanden, om het gezag en de waardigheid van den gezalfde des Heeren boven diens menacbelüke fouten en ge- I breken te laten gelden. Immers, voor zün per- soonlük leven is de priester verantwoording schuldig aan God; maar de geloovlge Is eer bied aan het geestelük gezag verschuldigd on afhankelijk van den persoon van den waar- dlgheldsdrager. St. Paulus elschte dien eerbied en gehoorzaamheid zelfs tegenover het wereld- lük gezag, tegenover den heer, „ook wanneer hü hard en slecht is.” Hoeveel te -meer dan tegenover het geestelük gezag. Krasse uitspraken hieromtrent zün gedaan zelfs tegenover hen, die zich tegen een aller- onwaardlgsten Paus, als den zedeloozen Alexan der VI. durfden verzetten. En wie op dit punt nog maar den minsten twüfel mocht hebben, die leze, wat dr. Wilde in het laatste nummer van Studiën uit de vermaningen van den H Ignatius over critlek op de overheid en speciaal op de geestelUkheld, aanhaalt. Wanneer nu zulke waarschuwingen reeds gelden voor tüden. waarin ergerniswekkende schaigtelükheden onder den clerus voorkwamen, hoeveer te meer kracht hebben zü dan voor onzen tüd! Laten wü ons tot ons eigen land bepalen. In welk opzicht hebben wü over de geestelUkheld in haar geheel genomen te kla gen? Het ergste wat wü kunnen zeggen is, dat onze priesters menschen zün, met de geworfe menachelüke fouten en gebreken, die wü zelf hebben; dat bü hen echter de menschelüke fouten hinderlüker zün en feller In het oog vallen dan bü leeken. Zou het waar zün, dat de wereld een para dijs van volmaakte schepselen zou zün, wanneer alle katholieke priesters de deugden hadden van een St. Vlncentlus of een pastoor van Ars? Laten wü ons geen Illusies maken. Natuurlük trekt een verstorven, een zichzelf opofierend priester de aandacht van zün omgeving en heeft hü meer kans dan een minder verstor ven collega om zielen te winnen. Maar ten eerste betwüfelen wü. of, ook al was de ge-; heele priesterstand heilig, ook de wereld zon- I der meer uit heiligen zou bestaan. En ten twee de hebben wü het te aanvaarden, dat God Nch in het bestuur van ZUn Kerk slechts nu i en dan van buitengewone priesters bedient; dat HU daarvoor In den regel gewone, zwakke Mkachen uitzoekt en dat HU zelfs vaak toe- I laat, dat onwaardlgen Zün Kerk besturen. Waardoor haar goddelUk karakter des te meer j Uitblinkt. En tenslotte: wanneer er aansporin- I »len of maatregelen tegenover de priesters noo- dig zUn voor een heiliger levenswandel, laten Wü dit dan aan de bevoegde kerkelUke overheid i overlaten en vooral niet als leeken in het •Panbaar den zedenmeester over de geesteUjk- I ***d gaan spelen. J Want ten eerste gaat men daarmee heel ge- I teakkelUk bulten de schreef en bulten zün be- 1 Wegdheid en ten tweede bereikt men gemeen- I Mik slechts het tegengestelde van wat men be- I doelt, zooals het met alle bemoeizucht gaat I De zalige Thomas Morus. die in zün jeugd aan I de felle crltlek op de geestelUkheld vóór de I Hervorming had meegedaan, schreef later. I «Hadden wü geweten, dat er een Luther sou I komen, we zouden niet zoo fel op de geestelük- J held hebben gescholden.” I Is het ook niet meer dan zonderling, dat de bedillers onder ons tegenover de priesters een houding aannemen, die zü zich zelfs niet tegen- I Over den geringsten wereldlüken beambte sou- tal veroorloven? Men volgt zonder meer de daan. Stapels folianten zouden gevuld kunnen worden met de geschiedenis van al de be moeiingen, die onze geestelüken bU het opko mende organlsatleleven hebben gehad met het stichten van vereenlglngsgebouwen, het Instel len van fondsen en kassen, het ontwerpen van statuten, het oprichten van ontspannlngs-af- deelingen, tooneelclube en lledertafels; het bejjechten van geschillen tusschen bestuurs leden, enz. enz. Alle werklieden,- mlddenstands- en boeren-organlsatles in de honderden steden en dorpen van ons land zullen in de geschie denis van de eerste jaren van haar bestaan een priester kunnen aanwüzen, die ofwel den stoot heeft gegeven, ofwel aan den eersten opbouw krachtig heeft meegewerkt. En denk niet ,dat dit alles al reeds tot. bet verleden behoort. Nog dezer dagen hoorden wü de volgende klacht van een pastoor, die voor kort professor was aan een seminarie. Het Is een van huls uit zeer bemiddeld man, die zün hart aan de studie heeft verpand. Nu is hü herder vAn een plattelands gemeente. Om zün huls ligt een fraai park en menigeen benüdt hem wellicht. Wanneer ge hem spreekt, kunt ge bet volgende hooren: ik sta des ochtends om zes uur op en ben tot elf uur 's avonds In de weer. BUna al den tüd gaat heen met het aanhooren van en het advies geven over de materieele zorgen van mün boe ren, die het in dezen tüd hard te verantwoorden hebben. Van studeeren of welke aangename bezigheid ook, komt niets meerl Hoeveel honderden geestelüken zouden zich daar In onzen tüd niet bü aan kunnen sluiten? De materieele zorgen der geloovigen zün groot en menigvuldig. Er wordt gebrek geleden; er is werkloosheid; er gaat In geen enkele parochie een dag voorbU of er dreigt een famllleramp. En de eerste, waartoe men zich wendt, is de pastoor. Voeg daarbü nog de onhandigheid vele leeken. die de geestelUkheld geheel dig en zelfs ongewenscht In allerlei wereldsche zaken betrekken Er kan geen feestje of jubi leum in een vereenlging zün; er kan geen woord op een vergadering gesproken worden, of zf willen weten wat de adviseur er van denkt Spreekt hü zich uit, dan zegt de een: „waar bemoeit hü zich mee"; onthoudt hü zich, dan noemt een ander hem onbeleefd. Hebben wü over de historische wording van heel veel bemoeienis onzer (geestelUkheld we! eens nagedacht? Is heel veel, ook wat objectief beschouwd ongewenscht kan worden genoemd, niet ófwel historisch verklaarbaar, ófwel aan de kortzichtigheid van leeken zelf te wUten? Wü behoeven den clerus niet heilig te ver klaren, wü kunnen zelfs beweren, dat het beter zus of beter zóó zou zün. Maar de eerlükheld gebiedt de ware oorzaak op te sporen van wat wü anders zouden wenschen. De waarheid zal, bü oprecht onderzoek, deze blUken te zün. dat er voor antl-clerlcallsme onder ons niet de minste aanleiding bestaat; dat. wanneer bü een volgroeide katholieke emanci patie, de verhoudingen in bet maatschappelük leven tusschen clerus en leeken langzamerhand anders zün geworden, de algemeene en allen dierbare katholieke zaak geen vervreemding, maar samenwerking op nieuwen grondslag yer- eischt. Daarover in een slotartikel van deze reeks. HOMO SAPIENS

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5