De Andes
oeroude tijden
cfcn dag
Vaseline
Chesebrough
tfidwrfiaql
r
in
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Geen robbedoes ravot
Zijn ROBINSONS kapot
Alle abonnee
HET
GROOTE
AVONTUUR
HET WEERZIEN
DINSDAG 28 FEBRUARI
In elke Huisapotheek
HOOGE CULTUUR
-
i Willem Veere’s
avontuur
Een mysterieus volk
Steeds sneller!
1
Boomen In Canada
Een gezonde president
ol
I
Wereldreis per jonk
Bevolking van Italië
n
FEUILLETON
Ossenwagens in Zuid-
Afrika
O»
Vergiftiging op groote school
Het wemelde op zolder en deel van den landbouwer
P. te Aalten van de ratten en daar ze voldoende
voedsel konden vinden, meende hij dat daartegen
niet» gedaan kon woeden. Eenigen tijd later schreei
hij: .Ten einde raad probeerden we Rodent met dit
schitterende resultaat: 80 doode ratten. Dit resultaat
bereikten we met slechts één doosje Rodeut van 50
cent" Ot U test hebt van één o! van honderd ratten.
Rodent zal ze abeoluut uitroeien. Het trekt dit onge
dierte onweerstaanbaar aan en leidt ze zeker naar
hun verderf. Ook muizen ontkomen niet aan Rodent
Koop nog heden een enkele dooe i 50 ct ot een
dubbele doos i 90 et en morgen zult U van rat en
muis bevrijd zijn. O.a. Mj alle drogisten, imp-: Pa.
B. Memdersma - Den Haag. B 48
1
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
5
geen levende ziel aanwezig
C»
Op 5000 Meter hoogt
eens
Op zekeren dag besloot Freddy een
paard te maken. HU zocht een hollen
boom en met een zaag sneed hij er
een stuk af, om bet lichaam van bet
Robbie was zeer verheugd, toen hij
zag wat de zeeman gemaakt had.
„I ast me eens zien, hoe je er over
moet springen," zei Robbie, .en dan
zal ik bet ook eens probeeren."
Een gevorderde staat
slaakte
kreet.
een
zeeman
-(Morgenavond vervolg.)
n-
(Ingezonden Mededeellng)
f
Ie
OP HET GEVECHTSTERREIN
n
d
sterke
bi
van deze
r-
a
paard te vormen. Van de takken van
den boom maakte hij de pooten.
Waar thans de oorlog woedt,
woonden eens de be
schaafde Inca’s
Freddy sprong heel sierlijk over het
houten paard en weer terug.
X Leek zoo gemakkelijk, dat Rob
bie zeker was, dat hU t ook kon en
wilde het juist probeeren, toen Polly
haar kop uit bet eene eind van den
hollen boom stak en baar staart uit
."kWlst niet, dat de kat In het paard
■st,” zet hjj.
„X Ljjkt nu niet zoo erg meer op
een paard.” merkte Topsy op.
„Neen, 1 lijkt op heelemaal niets,"
zei Topsy.
bet andere.
De
'X
n
d
l.
s
i.
r
r
i
r
s
dt
ek
n-
ar
sn
n-
m.
at
ie-
■n.
n-
de
d
sr
kunnen
gewoonlijk
i hadden
r
il
Het geboorte-cljfer in Italië, eens het hoog
ste in Europa, is de laatste drie Jaren steeds
terug geloopen.
Bedroeg het geboortecijfer in 1930 nog 26.7
per 1000 inwoners, in 1933 was het 23.6.
In 1932 zijn slechts ruim 83.000 Italianen ge
ëmigreerd tegen 350.000 in 1930.
tu-
ar-
ar-
tar
tt-
en.
ta
ut
te
h
ch-
chs
rd-
len.
8
rel-
lUi—
ge-
en-
oo-
■rd.
bet
ue,
ook
on.
len.
et
sen
rl-
sfl-
De Zuid-Afrikaansche Spoorwegen hebben,
naar Reuter meldt, een felle concurrentie ge
kregen in een herleefd ouderwetsch vervoer
middel. n.l. de ossenwagen.
Vooral de locaal-treinen ondervinden hiervan
een zeer nadeeilgen Invloed, daar de vracht
prijzen der spoorwegen te hoog zijn en de men-
schen genoodzaakt zjjn de snelheid van het ver
voer thans op te offeren aan de bezuiniging
Dientengevolge is het vervoer per wagen, ge
trokken door ossen, ezels of paarden het afge-
loopen jaar sterk toegenomen en dat van de
spoorwegen aanzienlijk gedaald. De leerlooierijen
hebben hiervan een groote opleving «mdervon-
den en belangrijke orders worden geboekt voor
zadelwerk en paardentuig.
In
uithoek van Pendjab die grenst aan Ai
de bekende Khafber-pas, de
In tegenstelling met de meesten zijner ambts
voorgangers. geniet president Hoover als bij
over eenlge weken, na vier jaar regeeren, het
Witte Huls verlaat, nog een uitstekende ge
zondheid.
Volgens den dokter van Hoover is hij In de
vier jaar dat hij aan het bewind was, 12 kilo
in gewicht afgevallen. Zijn haar, waardoor in
1928 slechts een enkel grijs kaartje liep, is nu
geheel wit geworden, terwijl zijn gezicht, dat
by zijn intrede in het Witte Huis vol was, thans
mager is.
De geneesheer van het Witte Huls verklaarde,
dat Hoover zijn gezondheid dankt aan zijn ge
regelde gewoonte en zijn dageltjksche oefe
ningen.
Ofschoon Hoover steeds lange dagen maakte,
gebruikte hij zijn maaltijden altijd op denzelf-
den tijd.
President Hoover heeft aan zijn vrienden ver
teld. dat hij na 4 Maart negen maanden rust
wil nemen in zijn huis te Palo Alto in Califor
nia. teneinde zijn gestel weer geheel in orde
te brengen.
Naar men weet was de gezondheidstoestand
van zijn drie ambtsvoorgangers bu hun aftreden
zeer slecht.
Wilson en Coolidge stierven kort nadat slj hun
ambt hadden neergelegd en president Harding
zelfs voor zijn ambtsperiode om was.
landbouwers en kleine kooplieden. Zij hadden
van hun dorpje “n soort paradijsje weten te ma
ken en waren daarbij royaal geholpen door hun
buren, de Brahmanen, ondanks beider verschil
van geloof.
Zoolang de communauteit der Brahmanen de
Heilige Pagode bewoonde, had de omgeving er
wél bU gevaren.
Toen de poendlts bet bouwwerk hadden ver
laten of Uever: nadat zjj eruit waren verdre
ven door de Engelachen was het ook den Par-
sis minder goed gegaan.
Maar de gehechtheid aan den geboortegrond
hield ben op die plek vast, te meer daar zU
iets zeldzaams voor een zóó kleine groep Parsis
tn de nabijheid een „Toren der Stilte" of, om
de bij de Parsis eenig-gangbare uitdrukking te
gebruikeneen .Dakma” hadden.
Dit bouwwerk van groote afmetingen had
blijkbaar vroeger beantwoord aan de behoeften
van een talrijke Parsl-bevolking. Thans lag het.
op "n twintigtal kilometers afstand van het
kleine Parsi-dorp, als verloren te midden van t
Jungle.
Nog slechts van tijd tot tijd, soms met groote
tusschenpoozen werd er het Hjk begraven van
„u -een anderen geloovige. h Slecht bestaan voor
hoofden en beenderen en knekel» ta ontelbare 4» «teren die daar, krachtens gewoonte verblijf
hadden gekozen. Zij zochten den geheelen om
trek af naar hst karkas van een in de rijstvel
den besweken buffel of naar eenlgen prooi van
mindere beteekenls, ontsnapt asm de slachtoffers
van den hongersnood.
De roofvogels-bü-uitstek doorstonden al de
ellende van den honger In deze «Dakma”, die
bun „kamp der ellende'’ was.
Een wetenschappelijke medewerker aan het
commissariaat voor Verkeerswezen te Moskou
zou een super-snellen trein hebben uitgevon
den, voorzien van electrlsche motoren, welke
een snelheid van 400 KM. per uur kan ont
wikkelen. Deze trein loopt over een rail, op
een hooge stellage en men beweert, dat deze
trein een verbetering Is van de Amerikaanschc
luchtspoorweg, dasr hij grootere snelheid kan
ontwikkelen en door bet feit, dat geen groote
metalen constructies voor den aanleg noodlg
zijn.
Er zUn reeds proeven genomen met dezen
nieuwen super-trein, die een uitstekend resul
taat hebben opgeleverd.
Sedert de Instelling van een departement
voor den aankweek van boomen in 1901, heeft
de Canadeesche regeering 117326.000 jonge
boomen kosteloos uitgereikt aan de boeren, die
zich gevestigd hebben op de uitgestrekte prai
riën van Canada.
De regeering is hiertoe overgegaan om, met
het oog op de geleidelijke vestiging van boeren
op de voorheen kale prairievlakten. de kracht
der zware winden te breken en het den boeren
mogelijk te maken zich op moes
tuinen en boomgaarden.
44
Dat zou natuurlijk geruimen tijd in beslag ne
men, wanneer men voor de verhaasting van het
proces niet kon rekenen op de hulp der vraat
zuchtige gieren, die zich bU honderdtallen rond-
menlgte; zjj worden er, veertien dagen na de
begrafenis door dezelfde dragers in den put ge
worpen, waaruit ze door vier ondergronds-aan-
gelegde kanalen wegdrijven naar diepe kullen,
waar ze onder de atmosferische Invloeden van
eeuwen vergaan tot stof.
Op vijf of zes mijlen afstand van de .Heilige
Pagode” woonde een kleine kolonie van Parel»
bandiet zjjn gevangenen bedreigd had: hen
levend als voedsel voor te werpen aan de gieren
van de „Dakma”, zooflat er van hen weldra niets
anders zou overblijven dan geraamten.
Men moet Oosterling zijn om dergeljjke af-
schuwelljke wreedheden uit te denken en ze ook
cm te zetten in daden!
Niemand van den troep protesteerde tegen dit
tnfaam bedrijf, de Zilverkoning natuurlijk het
allerminst, thans Immers zou niets de gevange
nen meer kunnen redden!
De poort van den „Turen dar Stilte" ging met
een op haar verroeste schal nieren knarsend ge
luid open en de gevangenen kregen daarbinnen
plotseling het afgrijselljke schouwspel te zien,
dat we aooeven in X kort beschreven.
Zjj werden, roerloos als lijken, neergelegd In
de nissen terwijl de gieren knipoogden van
hongerlgen moordlust, elk oogenbllk gereed op
ben af te schieten. Bikanel gaf *n teeltenen men
droeg mistress Claudia en Mary voor de ge
opende poort. De jonge vrouw verbleekte en be
gon te sidderen en om haar foltering nog groo-
ter te maken, riep Bikanel luide, langzaam en
met dulvelsch? voldoening:
„Nanndra. werkend Brahmaan, werd door een
Europeesche geslagen en stak haar dood.
Ik Bikanel. afgevallen Brahmaan, ben door
een blanke geslagen en wreek mij veel scherper
en verschrikkelijker.
Is het waar, madame, of niet?"
„Vooruit! Eet smakelijk, gieren
„Dakma!”
De ongelukkige vrouw hoorde die woorden niet
Dat was dus de vreeeeljjke staaf waarmede de [meer, zij slaakte een lichten kreet en verloor X
«MH Vaseline Chesebrawgh
- twfc» Boor-Vateline Chesebrough
M» Vaseline' Chesebroogls
Kamlerijs
Een uitkomst voor ruw» huid,
kleine verwondingen, winter
handen en -voeten.
„Blanke huid
Zachte handen"
ren, vestigden zich elders, wsar zU tech tot
•parte volkeren ontwikkelden. Zoo heerschte
orde en vrede in het Inca-rDk.
Vernuftige brugccnstructies. prachtige siera
den in goud en zilver, uitstekende wegen en
waterwerken, geweven wollen kleedlngstukken
enz. zijn daar als even zooveel getuigen van oe
bekwaamheden der Inca's, merkwaardig afste-
kend naast het totaal gebrek aan nagelaten
schrlftelljtoe wetten In welken vorm dan ook.
terugtocht, loopend. Want de afstand was ge
ring en het weer, ofschoon koud, droog en hel
der.
Juist wilde ik den huissleutel In X slot steken,
toen naast me. twee gedaanten oprezen, ik
weet niet van waar. BU X naar huls gaan was
ik In gedachten verzonken en meende dat er
!n de stille straat
WM
Ik zag den gllm-
menden loop van
een revolver en
voelde mUn hart
bijna stilstaan van
schrik.
Een beescha stem brak de stilte:
„(la direct met ons mee. dan zal je geen
leed geschieden, maar als je weigert of alarm
maakt.
En hU maakte een beweging met het op mU
gerichte wapen. Ik keek om me heen; ik zag
niets ot niemand, van wlen ik hulp verwachten
kon; de kerels zouden niet licht tot schieten
overgaan, redeneerde Ik. want de knal zou het
alarm maken dat mU verboden was, maar
we konden daar niet als wassen beelden blUven
staan, er moest iets gebeuren, daarvan waren
we blijkbaar alle drie overtuigd.
„Gauw wat!" bromde de woordvoerder.
..Met wlen heb ik het genoegen?" vroeg ik be
leefd. „en op wiens last noodigt gU me op dese
zonderlinge wijze uit u te vergezellen?”
„Geen praatjes!” snauwde hU norsch.
Een zware hand werd op m'n schouder ge
legd. wat verzet In mU deed ontwaken. Ik wilde
mU niet als een lam laten wegvoeren en besloot
de zaak te rekken in de hoop op spoedige hulp.
De kerel scheen m'n gedachten te raden.
„Kom,” grijnsde hij. „we hebben genoeg tijd
verspild: men wacht u met ongeduld.”
„Wie?”
Als antwoord drukte hij den kouden loop van
z'n revolver even tegen mijn slaap en zeide
dat het ernst was. Toen volgde Ik het tweetal
naar een auto, die op een straathoek te wach
ten stond.
We reden geruimen tUd voort. Eindelijk werd
Ik tot uitstappen en het binnengaan van een
huis gedwongen. In een halfdonkere kamer bon
den mUn vriendelfjke geleiders mU stevig op
een stoel en verlieten het vertrek, nadat zU de
deur In X slot gedraald hadden.
Zoo zat ik. naar mU later bleek, drie volle
uren, maar jullie zult me wel willen gelooven,
als ik je zeg. dat het er wel dertig leken. Ik
wist niet waar Ik was en in wiens macht; Ik
wist niet, wat men met mU voor had. evenmin
of ik nog eens het daglicht zou aanschouwen.
Ik deed vergeefsche pogingen mU los te wrin
gen. Toen bleef ik bewegingloos zitten, wach
tend op het onbekende gevaar dat mij zeker
bedreigde.
Ik geloof niet, dat ik grooter lafaard ben dan
een ir.dar, maar Ik beken dat Ik al m'n wils
kracht noodlg had om ten minste mijn tegen
woordigheid van geest niet te verliezen.
ElndelUk werd de kamerdeur geopend. Ik
hoorde geruisch van een vrouwenrok, een lampje
werd blijkbaar omhoog gehouden ik vergat
te zeggen, dat mU een doek voor de oogen ge
bonden was en plotseling klonk een woedende
stem:
„Ezels, idioten, het is de verkeerde!”
De mannen schenen te willen protesteeren,
maar de woedende vrouw siste: „Breng hem
weg!"
„Waarheen?"
„Naar de hel voor mijn part!"
Ze brachten me niet naar de hel. maar naar
den boek der straat, waar ze me hadden opge
pikt.
Ziedaar mijn avontuur.”
De verteller zweeg, maar onmlddellUk werd
hij door een aantal vragen bestormd. Glim
lachend hernam hU: „Ik deed geen aangifte bij
de politie en maakte me niet druk met een
onderzoek. M'n waarde neef had kwestie met
z'n voor niets terug deinzende uitverkorene ge
had. hü had z'n verloving blijkbaar verbroken
en zU besloot zich op hem te wreken. HU voor
zag dat op welke wUze weet ik niet, mis
schien had zij zich onvoorzichtig uitgelaten
en gebruikte mU door middel van z'n jas en
hoed als proefkonUn. Valsch en verraderhjk?
MogelUk wel, maar och, mU is geen leed ge
schied en die kleine affaire heeft mij voor goed
genezen naar mUn verlangen naar een .avon
tuur”.
om dese torens ophouden, op de muren zitten en
öe nadering afwachten van een üjkrtoet, om.
zoodra de plechtigheden daarbinnen verricht
zUn en de familieleden en dragers zich verwij
derd hebben, als pUlen op den nieuwen prooi af
te schieten en daarbU onderling telkens een ver
woed gevecht te leveren. Op den bodem dezer
torens liggen, rondom een waterput van vijf
Men bedenke maar eens: er ging soms meer
dan 'n maand voorbU zonder dat ze een lijkstoet
mgenl
Maar op dien ochtend heerschte er onder de
gieren een wilde bedrijvigheid bU de nadering
van een vrij grooten stoet, die zich bewoog in de
richting van deze eenzaam gelegen .Dakma.”
De beesten sloegen breed hun vlerken uit. hun
nekken beefden en nu en dan vlogen zü in klei
ne kringen onrustig boven den somberen ring
muur.
De stoet naderde te paard, in snellen draf.
Ongewoon schouwspel voor die weerzinwekkende
toekijkers bU plechtigheden welke voorafgingen
aan hun eigen nog meer walglngwekkend feest
maal.
De paarden hielden stil op slechts ongeveer
twintig meter afstand van de .Datan»". en de
lichamen, die als pakken, op het zadel vóór den
ruiter, waren medegevoerd, werden afgeladen.
Er waren er vier! Drie groote en een kleine. De
gieren zagen “n feest tegemoet.
De dragers waren niet gekleed als de offlcieele
„bedienaren ter begrafenis," de .Nasasolars"
hun houding was ook niet zoo eerbiedig in
tegendeel. Maar wat kon dit den van bégeerlg-
held bUna razend geworden gieren schelen!
Daar klonk een stem droog, hard, sarrend:
„Hoort u mij. kapitein Pennylesa? Ja, hé?
Welnu, we ztjn hier gekomen bU een der „Torens
van de Stilte”.... de laatste verbUjfplaate der
Parsis na hun dood. Dit wordt óók voor u en
voor uw kameraden uw laatste woning en te
vens uw graf."
geheel i
geen gebrek.
In den tUd. waarin ons verhaal speelt, was
deze militaire sterkte voor Engeland hier hoog
noodlg. want men leefde op voet van oorlog.
Eenlge Afridi's waren door Engelache belas
tingambtenaren lastig gevallen meer dan hun
lief was. en dus in opstand gekomen. De gewe
ren waren vanzelf losgebrand en de Afridi's
In het begin verreweg de zwaksten. hadden
hulp gekregen vin de Toeeoefzal en de Moh-
mands. De vijandelijkheden hadden steeds
grootere afmetingen aangenomen, de Britsche
regeering had een geheel legerkorps moeten
mobiliseerep en een geheele provincie in staat
van beleg moeten verklaren.
De twist had misschien in het begin nog bjj-
gelegd kunnen worden, indien niet zooals
dat gewoon lijk gaat fanatieke elementen
ervan hadden geprofiteerd om hun slag te
slaan en den zoogenaamden .heiligen oorlog” te
gaan prediken. De leider dezer fanatleken was
de in de geschiedenis welbekende door de En-
gelschen desgenaamde „gekke Mollah.” Deze
wist rondom zjjn vlag wit en beschilderd
met wUd geopende handen een zeer talrijke
menigte te verzamelen van lieden, tegelijker
tijd bezeten door een soort godsdienstweanzin
en door een zucht tot plunderen.
(Wordt vervolgd).
r-j e zaten te praten tn het late middaguur
dat tot vertrouwelijkheid stemt, de diepe.
leeren clubstoelen, geschoven rond den
vuurgllmmenden haard. In X midden een éen-
pootig tafeltje, waarop karaffen, glazen, asch-
bakjes In grillige wanorde waren neergezet.
Ze hadden gepraat over kunst en waren langs
vele omwegen gekomen op de duffe eentonig
heid van het aardsche bestaan in X algemeen
en van het hunne in X bUzonder. BUna eenparig
verlangden zc naar iets, dat hen onzacht zou
wakker schudden uit hun dommel, dat hen sou.
brengen naar het ..avontuur'" waarvan ieder
zich z'n eigen vage voorstelling maakte.
„Misschien kan ik jullie een avontuur ver
tellen, zooals jullie ze in je "erbeeldlng ziet."
«prak een langzame stem in den hoek
DadelUk was aller aandacht gespannen. Het
gebeurde niet dlkwUls dat Willem Veere zich
tot vertellen liet verleiden en toch vermoedden
allen achter z'n effen gezicht en z'n lakse
manier van doen dat hU veel belangrUks zou
kunnen meedeelen als hU wilde.
JSm avontuur dat je zelf overkomen is?”
vroeg Harry levendig.
„Vertel gauw, ik brand van nieuwsgierigheid
Met licht gedrulsch werden de stoelen wat
dichter naar het donkere hoekje getrokken en
Willem Veere begon met de kalme zekerheid
van een man. die weet dat hU een aangenaam,
onderhoudend verteller is:
„Zooals je allen wel weet, promoveerde Ik
twintig jaar geleden In de medicunen. Ik wilde,
vóór ik me ging vestigen wat toen inderdaad
mUn plan was. al is het er nooit van gekomen,
omdat ik bu nader inzien aan een leven van
studie de voorkeur gaf wat van de wereld
zien en me zelf beloonen voor den Uver, waar
mee ik me In korten tUd voor m'n examens had
bekwaamd. M'n moeder was een Engelache en
had familieleden in verschillende streken van
Engeland. Aan invltatiea voor een verbluf daar
ontbrak het ons nooit en ik besloot als begin
van mijn reizen en trekken een ttjdje in Londen
te gaan logeeren bU een neef die enkele Jaren
ouder was dan ik en een mooi en geriefelijk
huis in een deftige buurt bezat. Op X eind van
October nam ik bU hem m'n intrek en voelde
me spoedig op mUn gemak, ofschoon hU een
eigenaardig mensch was, stil en niet gemakke-
UJk te doorgronden.
HU leefde geheel bet leven van een rijken
jongen man, die geen zorgen kende, die wat
liefhebberij had In letterkunde en verder alleen
er op bedacht was om de vele uren van den lie
ven langen dag door te komen. HU was T trouw
Ud van een deftige club, deed bU mooi weer
een toertje te paard en was dat deelde hU
me tenminste mee verloofd met een aller-
bekoorlUkste jonge dame, met wie ik hem eenlge
malen zag lunchen, toeren en in den schouw
burg zitten. ZU was echter niet van z'n stand
en had voor mU. die niet op haar verliefd was,
een hoogst onbetrouwbare uitdrukking In haar
mooi, ovaal gezichtje.
Ik amuseerde me uitstekend, ging, nu
met mijn neef, dan weer alleen uit en wU bel
den hielden, ondanks ons vele samenzUn, vast
aan onze persoonlUke vrijheid.
Op een middag, ongeveer zes weken ns mijn
komst, meende ik op te merken dat mUn neef
teekenen van onrust en ongedurigheid gaf. Na
het diner dronken we In de bibliotheek onze
koffie onder het genot van een sigaar; ik nam
een avondblad op en verdiepte me in de politiek.
„William.” klonk het eensklaps van de over
zijde van den haard.
Ik keek op.
„Wat la er?”
„Heb je plannen voor vanavond?”
„Neen, nog niet.”
„Zoo. je gaat dus niet uit?”
„Ik weef het no^nlet: misschien nog even
naar de club, maar ik voel me wat vermoeid
en wil wat vroev gaan slapen
„Zóó." herhaalde hij en vervolede een oogen-
blik later, weifelend, btina verlegen:
„Ik zou maar naar de club gaan, als Ik jou
wza."
Het vreemd-aaroelende tn z'n spreken deed
mH plotseling een licht oneaan. Hl! wilde me
kwijt zUn. Ik wist niet om welke reden, maar
het was duidelUk. hU wilde me voor den avond
loosen.
Misschien had z'n bekoorlijke Ellen hem een
bezoek beloofd, misschien ook verwachtte ht!
vrienden, met wie hU me niet in aanraking
wilde brengen Allerlei glssineen schoten mil
door het hoofd, maar éón ding was zeker: ik
moest aan zijn verlangen voldoen. Ik mocht z'n
gastvrijheid niet met ondsnk of Mever onbe
scheidenheid beloonen.
,Je hebt gelijk.” zei ik luchtig om de situatie
voor hem niet nog pUnllfker te maken. „Het Is
nog vroeg, de avond is te lang, om hem hier
In een stoel hangend, door te brengen: in de
elub tref ik wel een of ander om een partijtje
te biljarten.”
„Hoe laat denk je terug te komen?"
..Niet voor elven."
Mijn antwoord scheen hem te bevredigen.
.De pelsjas, die je besteld hebt, is nog niet ge
komen,” merkte hU. na een oogenblik zwUgens
op
„Neen."
,4e moest de mijne maar aandoen. Het Is
vinnig koud.”
„Ga je zelf niet meer uit?”
„Neen."
Ik stond op. HU ging mee naar de vestibule en
hielp me In de kostbare jas.
^Je eigen hoed past er niet bij." sprak hij
schertsend, „je moest de mijne maar opzetten.”
Onder gelach en gebabbel kwam Ik klaar en
ging naar de club, witr ik een paar genoegtUke
uren doorbracht; om elf uur aanvaardde Ik den
Ondergang
VermoedelUk la de Inca-beschaving afgebro
ken op bet oogenbllk, dat zU haar hoogtepunt
bereikt had. Men zegt, dat een der oorzaken
zou geweest zUn een bloedige strUd van een
verwijderd familielid, die begeerig neer den
troon en daarvoor niet in aanmerking kienend,
den Inca en zUn familie, mitsgaders zUn ge
trouwen sou hebben uitgemoord. Doch dit ver
haal is weinig aannemelijk, daar men toch moet
aannemen, dat de booswicht nog eenlge Uehdui-
senden overhield om te regeeren. Men belt dan
ook gemakkelUker over naar de stelling, dat bet
«te Bpaanache en andere goudzoekers waren,
die de Inca's verdreven naar de lirngviakten,
waar zU verspreid werden en waar dus hun
cultuur den dood moest vinden
Da bouwwerken, waarover hierboven spreke
is, zUn bewonderenswaardig van constructie
ZU zUn opeenstapelingen van rotsblokken, die
precies'ln elkaar passen en waarin geen spleetje
te ontdekken is. Met een ongeiooilijk geduld
werden zU op elkaar gestapeld en X is bUzonder
opmerkelük te zien, hoe de aloude bouwwerken
het langer uithouden dan de nieuwere. De
muren, die door de vöór-Inca's werden gebouwd,
staan nog hecht en stevig en ids het ware als
nieuw boven den grond. ZU bestaan uit groote
blokken steen, krechtig in elkaar gebouwd. De
Inca's werkten met kleinere steenen, die overi
gens eveneens vernuftig werden gestapeld. Vaak
treft men de twee bouwmethodes naast elkaar
aan en dan valt bet op. dat de oude bouwsels
sterker en intelligenter zUn dan de andere, hoe
seer men ook de nieuwere kan bewonderen.
Veel werd reeds over de Inca's geschreven,
maar geen schrijver was er. die het niet betreur
de, dat een Zoo hoogstaand volk zoo vroeg mneat
uitsterven en aoo weinig studiemateriaal achter
liet Het weinige dat er is. spreekt boekdeelen
en bewUst dat er een ongeloofelUke rijkdom van
gegevens moet geweest zijn. Niemand weet ech
ter, waar die gegevens gebleven zUn. Het is alles
mysterie....
De Noor. Bloomshield, is voornemens, war
Reuter verneemt, om in een groote Chlneeeche
jonk een wereldreis te ondernemen.
Tot dusver is niemand er in geslaagd om in
een jonk op zee te varen; een eenlge maanden
geleden ondernomen poging eindigde met het
vergaan van het vaartuig bU de kust van
Formosa.
Deze jonk, waarmee de wereldreis gedaan
moet worden, is 19% Meter lang en is aan beide
zijden prachtig bewerkt. terwUl op den boeg
twee oogen zUn geschilderd, volgens oud Chl-
necach gebruik „opdat het vaartuig sjjn weg
vinde in de duisternis.”
De jonk bezit geen motor, doch voert een
klein bootje mee. een ag. sampan, uitgerust
met een dieselmotor en bestemd om de jonk
de havens binnen te steepen.
Bloomshield is voornemens New-York en Lon
den aan te doen en beeft zien Onto als einddoel
gesteld.
Wat we van de Inca's weten is deels historie,
deels gissing. Feit is, dat uit de wilde Indianen
stammen langzaam aan of vrU plotseling een
sterke leiding is gegroeid, die de stammen tot
een eenheid verbond en een soort staat sticht
te, waarin begaafde menschen een taak te ver
vullen kregen. Een soort broederlUke samen
leving. die weinig gaf om geld en die het goud
b.v. niet gebruikte als begeerenswaardlg om zun
geldehjke waarde maar als een welkom en edel
metaal, dat zich prachtig leende tot versiering
Iedere bewoner kreeg van bel gezag sUn taak
aangewezen en bad zich daarbU neer te leggen
In bel algemeen deed men dit ook. soodat men
terecht kon spreken van een ordelijk staats-
beatel. Het gezag kamm langzamerhand in han
den van een enkeling, den konlng, genaamd den
Inca, die alteenheerscher was en die regelend
optrad in allerlei zaken tot en met het aangaan
van huwelijken door de onderdanen.
Een schriltelUk verkeer bestond er niet. Men
sprak zUn taal Bonder tetterteekens te hebben
om ze te boek te stelten. Ook de wetten waren
dus ongeschreven en dit mag ons verbasen, als
we vernemen, boe voorbeeldig de verhouding was
tusschen de individuen. Hét staatshoofd paste
overigens wel eens maatregelen toe, die ons
duidelUk maken, dat bet IncarUk een ordelijke
samenleving kón zUn. Het is nJ. meermalen
gebeurd, dat de Inca een groot aantal onder
danen aanwees ter emigretie naar andere stre
ken, soodra overbevolking dreigde. Deze ultee-
wezenen, die er niet aan dachten te protectee-
De Inca's woonden voornamelijk In het hoog
gebergte van Peru, tusschen het beroemde Tl-
tlcaca-meer en de vroegere hoofdstad Cuzco op
een hoogte van ongeveer 5000 meter boven den
zeespiegel, afzakkend naar een hoogte van ruim
3000 meter Dit feit maakt, dat bet land, gelegen
midden in de tropen, nochtans een koud klimaai
heeft. Het is duidelijk, dat de Inca's, die enkele
honderden of een paar duizend meter lager
woonden, een geheel andere llchaamsgesteltenls
hadden. Belde soorten verschilden dan ook aan
merkelijk van elkaar. Allen echter waren berg
bewoners, wat de hooge ligging van hun land
betreft, doch vlaktebewoners, wat de uitge
strekte. gehlkmatlge. vlakten aangaat, die in
de bergen lagen De gebieden in deze Zuid-
Amerikaanache streken sUn zoo enorm uitge
strekt. dat men zich niet moet verbazen tn de
hooge Andesbergen groote vlakten te ontmoeten
Rondom het Titlcaca-meer hebben verschil
lende culturen elkaar opgevolgd. Het schijnt
wel vast te staan, dat vóór de Inca's reeds een
ander volk daar beeft gewoond. Merkwaardige
en talrijke overblijfselen van een oeroude be
schaving werden gevonden en prijken nog steeds
in het oude Inca-land als een bewUs van de
hooge ontwikkeling, dte de vóór-Inca's hebben
bezeten. En het opmerkelUke is. dat de Inca’s
zelf vermoedelUk geen invloed van hun voor
gangen hebben ondergaan. Waar dit oeroude
en sinds lang volledig uitgestorven volk van
daan kwam, kan slechts gegist worden. Som
migen meenen, dat bet verwant was aan de
Azteken uit NoordelUk Amerika, anderen geiëo-
ven echter, dat de eerste bewonen van Peru
rechtstreeks uit Azië zUn gekomen, ofwel laags
da kust dec Behringstraat ofwel lange vast land,
dat sindsdien door den oeeaan zou verzwolgen
■tn. De juiste toedracht van de zaak kent ech
ter niemand. Deze oudste bewonen hebben
bouwwerken nagelaten, die door de Inca's nooit
SUn geëvenaard en die nog de bewondering
wekken van onze heden da zgsche geroutineerde
en sterk ontwikkelde technici. De gloneuee
bouw werken in Inca-land mogen we dus niet
toeachrljven aan de Inca’s, maar aan de ge
heimzinnige bewoners van vroeger.
op dit blad sUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f t>U ongeval met f OCft bU verlies van een band f 1 t>U verlies van een Pil t»U een breuk van f Aft bfl verlies van X»
nnira veilen verzekerd voor een dar volgends uitkesrlngsn f s> Uv verilea van beid» armen, belde beenen of heids oogen f «JVe~ doodalUkan afloop f avv» een voet of een oog» .1 db Me duim of wijsvinger f v(/e~been of arm f anderen vinger
sche Infanterie, drie reglmehten inboorlingen
van hetzelfde wapen, een regiment roode Ben-
gaalsche landers en twee compagnieën genie.
Dat alles. natuurlUk, voortdurend op oorlogs
sterkte. dus *n legertje. Aan geweldige forten,
aan geheeli forten-reeksen in den omtrek
Manlief we» een groot geleerde,
AU profeteer had hij naam-
Wetenschappelijke vondsten
Bond hij met conclusies saam.
Hij was dood’lijk van fossielen,
In skeletten goed doorkneed,
Daar hij gaarne als zijn stokpaard
Prae-historta bereed!
Voor een zeer geleerd genootschap
Moest hij eens naar Borneo,
Om een botje op te zoeken,
Dat verloren scheen of soa
't Was een reis voor vele maanden.
Dus zijn vrouw, zooals dit moet.
Pakte vele groote koffers
Met het schoone ondergoed.
„Goede reis en veel successen
JLaat de wetenschap je vrij,
„Denk dan eens een oogenblikje
,JEn aan Holland in aan mijl
Heel de reis ging zeer voorspoedig,
Ook uit ’t ooa van wetenschap,
Want het botje werd gevonden
En dat was verbazend knapr
Zeer tevreden ging de t'rugreis
En de vreugde was ook groot i
Toen de prof zijn vrouw omhelsde.
Die hem haalde van de boot.
.Mieve vrouw," sprak de professor,
,,’k Heb heel veel aan jou gedacht
Jn een echten reuzen aap ook
„Bijna voor je meegebracht.
J>och ik heb dien aap vergeten
,J)at is niets, zoo sprak de vrouw,
,Jk ben zdö ook wel tevreden,
„Want ik heb nu immers jou?
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
In het Noord-Westen van Brltsch-Indië.
een
ghanistan. ligt
weg. in den loop der eeuwen gevolgd door over
winnaars van dezen of van genen kant. Inval
lers en verdedigers, die er ten slotte, sinds 1875,
voor goed uit verdreven zUn door de Engel-
seben. Dezen hebben in bet fort Djamroed een
bezetting gelegd en de omgeving in
van geduchte militaire verdediging ge
it. Pesjawar ot Peschavar of Peïchaver
hoe men X schrijven wil is er het centrum
van. Deze stad, ruim honderdduizend inwo
ners tellende, heeft als garnizoen twee batte
rijen veldartillerie, twee regimenten Europee-
bewuatzljn. Mary, trouwens nog *n kind, kon
haar niet fielpen. maar zij wierp zich op het
behaam van mistress Claudia, en meenende dat
deze dood was. balde zU haar vuist tegen den
bandiet en riep hem toe:
„Onze wraak zal u treffen!”
HU lachte en gaf in de Hindoe-taal een kort
bevel.
Aanstonds werd de poort van den „Toren der
Stilte” gesloten en de sleutel ervan over den
muur geworpen op de binnenplaats.
TegeHjkerüjd namen twee mannen mistress
Claudia, die geheel bewusteloos was. en Mary op
legden haar vóór zich op de zadels.
Allen stegen thans te paard en verwUderden
zich in vollen galop, de vier ongelukklgen ach
terlatende ten prooi aan de roofvogels.
•w-a r zün vele gebeurtenissen op de wereld.
H die thans de aandacht gespannen houden
Eén daarvan is de strUd in Zuid-Amenka,
in bet gebied, waar eens een volk woonde van
hooge beschaving, dat minder oorlog voerde
dan hun nazaten, at althans de vetken. die hun
gebied later bewoonden. Bet waren de oude
Inca's, wonend tn het hooge en lage land van
Peru, tn het Andes-gebergte en aan de grens
van BraatlU. waar hun afstammelingen, de
Zuld-Amerikaansche Indianen, nog steeds' in
groote stammen aamenwonen op deels bekende
deels onbekende gebieden.
Nadat de Inca's door de Spanjaarden waren
overwonnen, werd het Christendon gepredikt
onder ben. Het succes der missionarissen was
groot en sU slaagden er selfs in den Inca-konlng
Oarcilaao de le Vega te bekeeren.
Vele beschrijvingen van Peru werden te boek
gesteld, maar vrUwel alle zijn met elk «ar tn
tegenspraak. De Inca-konlng zelf, die later zijn
leven sleet tn Bpanje, heeft aan alle dwalingen
een einde gemaakt door in eenvoudige maai
duidelijke taal zun oude tand te beschrijven en
te wijzen op de legenden, die over zün volk
werden verspreid-