De Andes oeroude tijden cfcn dag Vaseline Chesebrough tfidwrfiaql r in ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Geen robbedoes ravot Zijn ROBINSONS kapot Alle abonnee HET GROOTE AVONTUUR HET WEERZIEN DINSDAG 28 FEBRUARI In elke Huisapotheek HOOGE CULTUUR - i Willem Veere’s avontuur Een mysterieus volk Steeds sneller! 1 Boomen In Canada Een gezonde president ol I Wereldreis per jonk Bevolking van Italië n FEUILLETON Ossenwagens in Zuid- Afrika O» Vergiftiging op groote school Het wemelde op zolder en deel van den landbouwer P. te Aalten van de ratten en daar ze voldoende voedsel konden vinden, meende hij dat daartegen niet» gedaan kon woeden. Eenigen tijd later schreei hij: .Ten einde raad probeerden we Rodent met dit schitterende resultaat: 80 doode ratten. Dit resultaat bereikten we met slechts één doosje Rodeut van 50 cent" Ot U test hebt van één o! van honderd ratten. Rodent zal ze abeoluut uitroeien. Het trekt dit onge dierte onweerstaanbaar aan en leidt ze zeker naar hun verderf. Ook muizen ontkomen niet aan Rodent Koop nog heden een enkele dooe i 50 ct ot een dubbele doos i 90 et en morgen zult U van rat en muis bevrijd zijn. O.a. Mj alle drogisten, imp-: Pa. B. Memdersma - Den Haag. B 48 1 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 5 geen levende ziel aanwezig C» Op 5000 Meter hoogt eens Op zekeren dag besloot Freddy een paard te maken. HU zocht een hollen boom en met een zaag sneed hij er een stuk af, om bet lichaam van bet Robbie was zeer verheugd, toen hij zag wat de zeeman gemaakt had. „I ast me eens zien, hoe je er over moet springen," zei Robbie, .en dan zal ik bet ook eens probeeren." Een gevorderde staat slaakte kreet. een zeeman -(Morgenavond vervolg.) n- (Ingezonden Mededeellng) f Ie OP HET GEVECHTSTERREIN n d sterke bi van deze r- a paard te vormen. Van de takken van den boom maakte hij de pooten. Waar thans de oorlog woedt, woonden eens de be schaafde Inca’s Freddy sprong heel sierlijk over het houten paard en weer terug. X Leek zoo gemakkelijk, dat Rob bie zeker was, dat hU t ook kon en wilde het juist probeeren, toen Polly haar kop uit bet eene eind van den hollen boom stak en baar staart uit ."kWlst niet, dat de kat In het paard ■st,” zet hjj. „X Ljjkt nu niet zoo erg meer op een paard.” merkte Topsy op. „Neen, 1 lijkt op heelemaal niets," zei Topsy. bet andere. De 'X n d l. s i. r r i r s dt ek n- ar sn n- m. at ie- ■n. n- de d sr kunnen gewoonlijk i hadden r il Het geboorte-cljfer in Italië, eens het hoog ste in Europa, is de laatste drie Jaren steeds terug geloopen. Bedroeg het geboortecijfer in 1930 nog 26.7 per 1000 inwoners, in 1933 was het 23.6. In 1932 zijn slechts ruim 83.000 Italianen ge ëmigreerd tegen 350.000 in 1930. tu- ar- ar- tar tt- en. ta ut te h ch- chs rd- len. 8 rel- lUi— ge- en- oo- ■rd. bet ue, ook on. len. et sen rl- sfl- De Zuid-Afrikaansche Spoorwegen hebben, naar Reuter meldt, een felle concurrentie ge kregen in een herleefd ouderwetsch vervoer middel. n.l. de ossenwagen. Vooral de locaal-treinen ondervinden hiervan een zeer nadeeilgen Invloed, daar de vracht prijzen der spoorwegen te hoog zijn en de men- schen genoodzaakt zjjn de snelheid van het ver voer thans op te offeren aan de bezuiniging Dientengevolge is het vervoer per wagen, ge trokken door ossen, ezels of paarden het afge- loopen jaar sterk toegenomen en dat van de spoorwegen aanzienlijk gedaald. De leerlooierijen hebben hiervan een groote opleving «mdervon- den en belangrijke orders worden geboekt voor zadelwerk en paardentuig. In uithoek van Pendjab die grenst aan Ai de bekende Khafber-pas, de In tegenstelling met de meesten zijner ambts voorgangers. geniet president Hoover als bij over eenlge weken, na vier jaar regeeren, het Witte Huls verlaat, nog een uitstekende ge zondheid. Volgens den dokter van Hoover is hij In de vier jaar dat hij aan het bewind was, 12 kilo in gewicht afgevallen. Zijn haar, waardoor in 1928 slechts een enkel grijs kaartje liep, is nu geheel wit geworden, terwijl zijn gezicht, dat by zijn intrede in het Witte Huis vol was, thans mager is. De geneesheer van het Witte Huls verklaarde, dat Hoover zijn gezondheid dankt aan zijn ge regelde gewoonte en zijn dageltjksche oefe ningen. Ofschoon Hoover steeds lange dagen maakte, gebruikte hij zijn maaltijden altijd op denzelf- den tijd. President Hoover heeft aan zijn vrienden ver teld. dat hij na 4 Maart negen maanden rust wil nemen in zijn huis te Palo Alto in Califor nia. teneinde zijn gestel weer geheel in orde te brengen. Naar men weet was de gezondheidstoestand van zijn drie ambtsvoorgangers bu hun aftreden zeer slecht. Wilson en Coolidge stierven kort nadat slj hun ambt hadden neergelegd en president Harding zelfs voor zijn ambtsperiode om was. landbouwers en kleine kooplieden. Zij hadden van hun dorpje “n soort paradijsje weten te ma ken en waren daarbij royaal geholpen door hun buren, de Brahmanen, ondanks beider verschil van geloof. Zoolang de communauteit der Brahmanen de Heilige Pagode bewoonde, had de omgeving er wél bU gevaren. Toen de poendlts bet bouwwerk hadden ver laten of Uever: nadat zjj eruit waren verdre ven door de Engelachen was het ook den Par- sis minder goed gegaan. Maar de gehechtheid aan den geboortegrond hield ben op die plek vast, te meer daar zU iets zeldzaams voor een zóó kleine groep Parsis tn de nabijheid een „Toren der Stilte" of, om de bij de Parsis eenig-gangbare uitdrukking te gebruikeneen .Dakma” hadden. Dit bouwwerk van groote afmetingen had blijkbaar vroeger beantwoord aan de behoeften van een talrijke Parsl-bevolking. Thans lag het. op "n twintigtal kilometers afstand van het kleine Parsi-dorp, als verloren te midden van t Jungle. Nog slechts van tijd tot tijd, soms met groote tusschenpoozen werd er het Hjk begraven van „u -een anderen geloovige. h Slecht bestaan voor hoofden en beenderen en knekel» ta ontelbare 4» «teren die daar, krachtens gewoonte verblijf hadden gekozen. Zij zochten den geheelen om trek af naar hst karkas van een in de rijstvel den besweken buffel of naar eenlgen prooi van mindere beteekenls, ontsnapt asm de slachtoffers van den hongersnood. De roofvogels-bü-uitstek doorstonden al de ellende van den honger In deze «Dakma”, die bun „kamp der ellende'’ was. Een wetenschappelijke medewerker aan het commissariaat voor Verkeerswezen te Moskou zou een super-snellen trein hebben uitgevon den, voorzien van electrlsche motoren, welke een snelheid van 400 KM. per uur kan ont wikkelen. Deze trein loopt over een rail, op een hooge stellage en men beweert, dat deze trein een verbetering Is van de Amerikaanschc luchtspoorweg, dasr hij grootere snelheid kan ontwikkelen en door bet feit, dat geen groote metalen constructies voor den aanleg noodlg zijn. Er zUn reeds proeven genomen met dezen nieuwen super-trein, die een uitstekend resul taat hebben opgeleverd. Sedert de Instelling van een departement voor den aankweek van boomen in 1901, heeft de Canadeesche regeering 117326.000 jonge boomen kosteloos uitgereikt aan de boeren, die zich gevestigd hebben op de uitgestrekte prai riën van Canada. De regeering is hiertoe overgegaan om, met het oog op de geleidelijke vestiging van boeren op de voorheen kale prairievlakten. de kracht der zware winden te breken en het den boeren mogelijk te maken zich op moes tuinen en boomgaarden. 44 Dat zou natuurlijk geruimen tijd in beslag ne men, wanneer men voor de verhaasting van het proces niet kon rekenen op de hulp der vraat zuchtige gieren, die zich bU honderdtallen rond- menlgte; zjj worden er, veertien dagen na de begrafenis door dezelfde dragers in den put ge worpen, waaruit ze door vier ondergronds-aan- gelegde kanalen wegdrijven naar diepe kullen, waar ze onder de atmosferische Invloeden van eeuwen vergaan tot stof. Op vijf of zes mijlen afstand van de .Heilige Pagode” woonde een kleine kolonie van Parel» bandiet zjjn gevangenen bedreigd had: hen levend als voedsel voor te werpen aan de gieren van de „Dakma”, zooflat er van hen weldra niets anders zou overblijven dan geraamten. Men moet Oosterling zijn om dergeljjke af- schuwelljke wreedheden uit te denken en ze ook cm te zetten in daden! Niemand van den troep protesteerde tegen dit tnfaam bedrijf, de Zilverkoning natuurlijk het allerminst, thans Immers zou niets de gevange nen meer kunnen redden! De poort van den „Turen dar Stilte" ging met een op haar verroeste schal nieren knarsend ge luid open en de gevangenen kregen daarbinnen plotseling het afgrijselljke schouwspel te zien, dat we aooeven in X kort beschreven. Zjj werden, roerloos als lijken, neergelegd In de nissen terwijl de gieren knipoogden van hongerlgen moordlust, elk oogenbllk gereed op ben af te schieten. Bikanel gaf *n teeltenen men droeg mistress Claudia en Mary voor de ge opende poort. De jonge vrouw verbleekte en be gon te sidderen en om haar foltering nog groo- ter te maken, riep Bikanel luide, langzaam en met dulvelsch? voldoening: „Nanndra. werkend Brahmaan, werd door een Europeesche geslagen en stak haar dood. Ik Bikanel. afgevallen Brahmaan, ben door een blanke geslagen en wreek mij veel scherper en verschrikkelijker. Is het waar, madame, of niet?" „Vooruit! Eet smakelijk, gieren „Dakma!” De ongelukkige vrouw hoorde die woorden niet Dat was dus de vreeeeljjke staaf waarmede de [meer, zij slaakte een lichten kreet en verloor X «MH Vaseline Chesebrawgh - twfc» Boor-Vateline Chesebrough M» Vaseline' Chesebroogls Kamlerijs Een uitkomst voor ruw» huid, kleine verwondingen, winter handen en -voeten. „Blanke huid Zachte handen" ren, vestigden zich elders, wsar zU tech tot •parte volkeren ontwikkelden. Zoo heerschte orde en vrede in het Inca-rDk. Vernuftige brugccnstructies. prachtige siera den in goud en zilver, uitstekende wegen en waterwerken, geweven wollen kleedlngstukken enz. zijn daar als even zooveel getuigen van oe bekwaamheden der Inca's, merkwaardig afste- kend naast het totaal gebrek aan nagelaten schrlftelljtoe wetten In welken vorm dan ook. terugtocht, loopend. Want de afstand was ge ring en het weer, ofschoon koud, droog en hel der. Juist wilde ik den huissleutel In X slot steken, toen naast me. twee gedaanten oprezen, ik weet niet van waar. BU X naar huls gaan was ik In gedachten verzonken en meende dat er !n de stille straat WM Ik zag den gllm- menden loop van een revolver en voelde mUn hart bijna stilstaan van schrik. Een beescha stem brak de stilte: „(la direct met ons mee. dan zal je geen leed geschieden, maar als je weigert of alarm maakt. En hU maakte een beweging met het op mU gerichte wapen. Ik keek om me heen; ik zag niets ot niemand, van wlen ik hulp verwachten kon; de kerels zouden niet licht tot schieten overgaan, redeneerde Ik. want de knal zou het alarm maken dat mU verboden was, maar we konden daar niet als wassen beelden blUven staan, er moest iets gebeuren, daarvan waren we blijkbaar alle drie overtuigd. „Gauw wat!" bromde de woordvoerder. ..Met wlen heb ik het genoegen?" vroeg ik be leefd. „en op wiens last noodigt gU me op dese zonderlinge wijze uit u te vergezellen?” „Geen praatjes!” snauwde hU norsch. Een zware hand werd op m'n schouder ge legd. wat verzet In mU deed ontwaken. Ik wilde mU niet als een lam laten wegvoeren en besloot de zaak te rekken in de hoop op spoedige hulp. De kerel scheen m'n gedachten te raden. „Kom,” grijnsde hij. „we hebben genoeg tijd verspild: men wacht u met ongeduld.” „Wie?” Als antwoord drukte hij den kouden loop van z'n revolver even tegen mijn slaap en zeide dat het ernst was. Toen volgde Ik het tweetal naar een auto, die op een straathoek te wach ten stond. We reden geruimen tUd voort. Eindelijk werd Ik tot uitstappen en het binnengaan van een huis gedwongen. In een halfdonkere kamer bon den mUn vriendelfjke geleiders mU stevig op een stoel en verlieten het vertrek, nadat zU de deur In X slot gedraald hadden. Zoo zat ik. naar mU later bleek, drie volle uren, maar jullie zult me wel willen gelooven, als ik je zeg. dat het er wel dertig leken. Ik wist niet waar Ik was en in wiens macht; Ik wist niet, wat men met mU voor had. evenmin of ik nog eens het daglicht zou aanschouwen. Ik deed vergeefsche pogingen mU los te wrin gen. Toen bleef ik bewegingloos zitten, wach tend op het onbekende gevaar dat mij zeker bedreigde. Ik geloof niet, dat ik grooter lafaard ben dan een ir.dar, maar Ik beken dat Ik al m'n wils kracht noodlg had om ten minste mijn tegen woordigheid van geest niet te verliezen. ElndelUk werd de kamerdeur geopend. Ik hoorde geruisch van een vrouwenrok, een lampje werd blijkbaar omhoog gehouden ik vergat te zeggen, dat mU een doek voor de oogen ge bonden was en plotseling klonk een woedende stem: „Ezels, idioten, het is de verkeerde!” De mannen schenen te willen protesteeren, maar de woedende vrouw siste: „Breng hem weg!" „Waarheen?" „Naar de hel voor mijn part!" Ze brachten me niet naar de hel. maar naar den boek der straat, waar ze me hadden opge pikt. Ziedaar mijn avontuur.” De verteller zweeg, maar onmlddellUk werd hij door een aantal vragen bestormd. Glim lachend hernam hU: „Ik deed geen aangifte bij de politie en maakte me niet druk met een onderzoek. M'n waarde neef had kwestie met z'n voor niets terug deinzende uitverkorene ge had. hü had z'n verloving blijkbaar verbroken en zU besloot zich op hem te wreken. HU voor zag dat op welke wUze weet ik niet, mis schien had zij zich onvoorzichtig uitgelaten en gebruikte mU door middel van z'n jas en hoed als proefkonUn. Valsch en verraderhjk? MogelUk wel, maar och, mU is geen leed ge schied en die kleine affaire heeft mij voor goed genezen naar mUn verlangen naar een .avon tuur”. om dese torens ophouden, op de muren zitten en öe nadering afwachten van een üjkrtoet, om. zoodra de plechtigheden daarbinnen verricht zUn en de familieleden en dragers zich verwij derd hebben, als pUlen op den nieuwen prooi af te schieten en daarbU onderling telkens een ver woed gevecht te leveren. Op den bodem dezer torens liggen, rondom een waterput van vijf Men bedenke maar eens: er ging soms meer dan 'n maand voorbU zonder dat ze een lijkstoet mgenl Maar op dien ochtend heerschte er onder de gieren een wilde bedrijvigheid bU de nadering van een vrij grooten stoet, die zich bewoog in de richting van deze eenzaam gelegen .Dakma.” De beesten sloegen breed hun vlerken uit. hun nekken beefden en nu en dan vlogen zü in klei ne kringen onrustig boven den somberen ring muur. De stoet naderde te paard, in snellen draf. Ongewoon schouwspel voor die weerzinwekkende toekijkers bU plechtigheden welke voorafgingen aan hun eigen nog meer walglngwekkend feest maal. De paarden hielden stil op slechts ongeveer twintig meter afstand van de .Datan»". en de lichamen, die als pakken, op het zadel vóór den ruiter, waren medegevoerd, werden afgeladen. Er waren er vier! Drie groote en een kleine. De gieren zagen “n feest tegemoet. De dragers waren niet gekleed als de offlcieele „bedienaren ter begrafenis," de .Nasasolars" hun houding was ook niet zoo eerbiedig in tegendeel. Maar wat kon dit den van bégeerlg- held bUna razend geworden gieren schelen! Daar klonk een stem droog, hard, sarrend: „Hoort u mij. kapitein Pennylesa? Ja, hé? Welnu, we ztjn hier gekomen bU een der „Torens van de Stilte”.... de laatste verbUjfplaate der Parsis na hun dood. Dit wordt óók voor u en voor uw kameraden uw laatste woning en te vens uw graf." geheel i geen gebrek. In den tUd. waarin ons verhaal speelt, was deze militaire sterkte voor Engeland hier hoog noodlg. want men leefde op voet van oorlog. Eenlge Afridi's waren door Engelache belas tingambtenaren lastig gevallen meer dan hun lief was. en dus in opstand gekomen. De gewe ren waren vanzelf losgebrand en de Afridi's In het begin verreweg de zwaksten. hadden hulp gekregen vin de Toeeoefzal en de Moh- mands. De vijandelijkheden hadden steeds grootere afmetingen aangenomen, de Britsche regeering had een geheel legerkorps moeten mobiliseerep en een geheele provincie in staat van beleg moeten verklaren. De twist had misschien in het begin nog bjj- gelegd kunnen worden, indien niet zooals dat gewoon lijk gaat fanatieke elementen ervan hadden geprofiteerd om hun slag te slaan en den zoogenaamden .heiligen oorlog” te gaan prediken. De leider dezer fanatleken was de in de geschiedenis welbekende door de En- gelschen desgenaamde „gekke Mollah.” Deze wist rondom zjjn vlag wit en beschilderd met wUd geopende handen een zeer talrijke menigte te verzamelen van lieden, tegelijker tijd bezeten door een soort godsdienstweanzin en door een zucht tot plunderen. (Wordt vervolgd). r-j e zaten te praten tn het late middaguur dat tot vertrouwelijkheid stemt, de diepe. leeren clubstoelen, geschoven rond den vuurgllmmenden haard. In X midden een éen- pootig tafeltje, waarop karaffen, glazen, asch- bakjes In grillige wanorde waren neergezet. Ze hadden gepraat over kunst en waren langs vele omwegen gekomen op de duffe eentonig heid van het aardsche bestaan in X algemeen en van het hunne in X bUzonder. BUna eenparig verlangden zc naar iets, dat hen onzacht zou wakker schudden uit hun dommel, dat hen sou. brengen naar het ..avontuur'" waarvan ieder zich z'n eigen vage voorstelling maakte. „Misschien kan ik jullie een avontuur ver tellen, zooals jullie ze in je "erbeeldlng ziet." «prak een langzame stem in den hoek DadelUk was aller aandacht gespannen. Het gebeurde niet dlkwUls dat Willem Veere zich tot vertellen liet verleiden en toch vermoedden allen achter z'n effen gezicht en z'n lakse manier van doen dat hU veel belangrUks zou kunnen meedeelen als hU wilde. JSm avontuur dat je zelf overkomen is?” vroeg Harry levendig. „Vertel gauw, ik brand van nieuwsgierigheid Met licht gedrulsch werden de stoelen wat dichter naar het donkere hoekje getrokken en Willem Veere begon met de kalme zekerheid van een man. die weet dat hU een aangenaam, onderhoudend verteller is: „Zooals je allen wel weet, promoveerde Ik twintig jaar geleden In de medicunen. Ik wilde, vóór ik me ging vestigen wat toen inderdaad mUn plan was. al is het er nooit van gekomen, omdat ik bu nader inzien aan een leven van studie de voorkeur gaf wat van de wereld zien en me zelf beloonen voor den Uver, waar mee ik me In korten tUd voor m'n examens had bekwaamd. M'n moeder was een Engelache en had familieleden in verschillende streken van Engeland. Aan invltatiea voor een verbluf daar ontbrak het ons nooit en ik besloot als begin van mijn reizen en trekken een ttjdje in Londen te gaan logeeren bU een neef die enkele Jaren ouder was dan ik en een mooi en geriefelijk huis in een deftige buurt bezat. Op X eind van October nam ik bU hem m'n intrek en voelde me spoedig op mUn gemak, ofschoon hU een eigenaardig mensch was, stil en niet gemakke- UJk te doorgronden. HU leefde geheel bet leven van een rijken jongen man, die geen zorgen kende, die wat liefhebberij had In letterkunde en verder alleen er op bedacht was om de vele uren van den lie ven langen dag door te komen. HU was T trouw Ud van een deftige club, deed bU mooi weer een toertje te paard en was dat deelde hU me tenminste mee verloofd met een aller- bekoorlUkste jonge dame, met wie ik hem eenlge malen zag lunchen, toeren en in den schouw burg zitten. ZU was echter niet van z'n stand en had voor mU. die niet op haar verliefd was, een hoogst onbetrouwbare uitdrukking In haar mooi, ovaal gezichtje. Ik amuseerde me uitstekend, ging, nu met mijn neef, dan weer alleen uit en wU bel den hielden, ondanks ons vele samenzUn, vast aan onze persoonlUke vrijheid. Op een middag, ongeveer zes weken ns mijn komst, meende ik op te merken dat mUn neef teekenen van onrust en ongedurigheid gaf. Na het diner dronken we In de bibliotheek onze koffie onder het genot van een sigaar; ik nam een avondblad op en verdiepte me in de politiek. „William.” klonk het eensklaps van de over zijde van den haard. Ik keek op. „Wat la er?” „Heb je plannen voor vanavond?” „Neen, nog niet.” „Zoo. je gaat dus niet uit?” „Ik weef het no^nlet: misschien nog even naar de club, maar ik voel me wat vermoeid en wil wat vroev gaan slapen „Zóó." herhaalde hij en vervolede een oogen- blik later, weifelend, btina verlegen: „Ik zou maar naar de club gaan, als Ik jou wza." Het vreemd-aaroelende tn z'n spreken deed mH plotseling een licht oneaan. Hl! wilde me kwijt zUn. Ik wist niet om welke reden, maar het was duidelUk. hU wilde me voor den avond loosen. Misschien had z'n bekoorlijke Ellen hem een bezoek beloofd, misschien ook verwachtte ht! vrienden, met wie hU me niet in aanraking wilde brengen Allerlei glssineen schoten mil door het hoofd, maar éón ding was zeker: ik moest aan zijn verlangen voldoen. Ik mocht z'n gastvrijheid niet met ondsnk of Mever onbe scheidenheid beloonen. ,Je hebt gelijk.” zei ik luchtig om de situatie voor hem niet nog pUnllfker te maken. „Het Is nog vroeg, de avond is te lang, om hem hier In een stoel hangend, door te brengen: in de elub tref ik wel een of ander om een partijtje te biljarten.” „Hoe laat denk je terug te komen?" ..Niet voor elven." Mijn antwoord scheen hem te bevredigen. .De pelsjas, die je besteld hebt, is nog niet ge komen,” merkte hU. na een oogenblik zwUgens op „Neen." ,4e moest de mijne maar aandoen. Het Is vinnig koud.” „Ga je zelf niet meer uit?” „Neen." Ik stond op. HU ging mee naar de vestibule en hielp me In de kostbare jas. ^Je eigen hoed past er niet bij." sprak hij schertsend, „je moest de mijne maar opzetten.” Onder gelach en gebabbel kwam Ik klaar en ging naar de club, witr ik een paar genoegtUke uren doorbracht; om elf uur aanvaardde Ik den Ondergang VermoedelUk la de Inca-beschaving afgebro ken op bet oogenbllk, dat zU haar hoogtepunt bereikt had. Men zegt, dat een der oorzaken zou geweest zUn een bloedige strUd van een verwijderd familielid, die begeerig neer den troon en daarvoor niet in aanmerking kienend, den Inca en zUn familie, mitsgaders zUn ge trouwen sou hebben uitgemoord. Doch dit ver haal is weinig aannemelijk, daar men toch moet aannemen, dat de booswicht nog eenlge Uehdui- senden overhield om te regeeren. Men belt dan ook gemakkelUker over naar de stelling, dat bet «te Bpaanache en andere goudzoekers waren, die de Inca's verdreven naar de lirngviakten, waar zU verspreid werden en waar dus hun cultuur den dood moest vinden Da bouwwerken, waarover hierboven spreke is, zUn bewonderenswaardig van constructie ZU zUn opeenstapelingen van rotsblokken, die precies'ln elkaar passen en waarin geen spleetje te ontdekken is. Met een ongeiooilijk geduld werden zU op elkaar gestapeld en X is bUzonder opmerkelük te zien, hoe de aloude bouwwerken het langer uithouden dan de nieuwere. De muren, die door de vöór-Inca's werden gebouwd, staan nog hecht en stevig en ids het ware als nieuw boven den grond. ZU bestaan uit groote blokken steen, krechtig in elkaar gebouwd. De Inca's werkten met kleinere steenen, die overi gens eveneens vernuftig werden gestapeld. Vaak treft men de twee bouwmethodes naast elkaar aan en dan valt bet op. dat de oude bouwsels sterker en intelligenter zUn dan de andere, hoe seer men ook de nieuwere kan bewonderen. Veel werd reeds over de Inca's geschreven, maar geen schrijver was er. die het niet betreur de, dat een Zoo hoogstaand volk zoo vroeg mneat uitsterven en aoo weinig studiemateriaal achter liet Het weinige dat er is. spreekt boekdeelen en bewUst dat er een ongeloofelUke rijkdom van gegevens moet geweest zijn. Niemand weet ech ter, waar die gegevens gebleven zUn. Het is alles mysterie.... De Noor. Bloomshield, is voornemens, war Reuter verneemt, om in een groote Chlneeeche jonk een wereldreis te ondernemen. Tot dusver is niemand er in geslaagd om in een jonk op zee te varen; een eenlge maanden geleden ondernomen poging eindigde met het vergaan van het vaartuig bU de kust van Formosa. Deze jonk, waarmee de wereldreis gedaan moet worden, is 19% Meter lang en is aan beide zijden prachtig bewerkt. terwUl op den boeg twee oogen zUn geschilderd, volgens oud Chl- necach gebruik „opdat het vaartuig sjjn weg vinde in de duisternis.” De jonk bezit geen motor, doch voert een klein bootje mee. een ag. sampan, uitgerust met een dieselmotor en bestemd om de jonk de havens binnen te steepen. Bloomshield is voornemens New-York en Lon den aan te doen en beeft zien Onto als einddoel gesteld. Wat we van de Inca's weten is deels historie, deels gissing. Feit is, dat uit de wilde Indianen stammen langzaam aan of vrU plotseling een sterke leiding is gegroeid, die de stammen tot een eenheid verbond en een soort staat sticht te, waarin begaafde menschen een taak te ver vullen kregen. Een soort broederlUke samen leving. die weinig gaf om geld en die het goud b.v. niet gebruikte als begeerenswaardlg om zun geldehjke waarde maar als een welkom en edel metaal, dat zich prachtig leende tot versiering Iedere bewoner kreeg van bel gezag sUn taak aangewezen en bad zich daarbU neer te leggen In bel algemeen deed men dit ook. soodat men terecht kon spreken van een ordelijk staats- beatel. Het gezag kamm langzamerhand in han den van een enkeling, den konlng, genaamd den Inca, die alteenheerscher was en die regelend optrad in allerlei zaken tot en met het aangaan van huwelijken door de onderdanen. Een schriltelUk verkeer bestond er niet. Men sprak zUn taal Bonder tetterteekens te hebben om ze te boek te stelten. Ook de wetten waren dus ongeschreven en dit mag ons verbasen, als we vernemen, boe voorbeeldig de verhouding was tusschen de individuen. Hét staatshoofd paste overigens wel eens maatregelen toe, die ons duidelUk maken, dat bet IncarUk een ordelijke samenleving kón zUn. Het is nJ. meermalen gebeurd, dat de Inca een groot aantal onder danen aanwees ter emigretie naar andere stre ken, soodra overbevolking dreigde. Deze ultee- wezenen, die er niet aan dachten te protectee- De Inca's woonden voornamelijk In het hoog gebergte van Peru, tusschen het beroemde Tl- tlcaca-meer en de vroegere hoofdstad Cuzco op een hoogte van ongeveer 5000 meter boven den zeespiegel, afzakkend naar een hoogte van ruim 3000 meter Dit feit maakt, dat bet land, gelegen midden in de tropen, nochtans een koud klimaai heeft. Het is duidelijk, dat de Inca's, die enkele honderden of een paar duizend meter lager woonden, een geheel andere llchaamsgesteltenls hadden. Belde soorten verschilden dan ook aan merkelijk van elkaar. Allen echter waren berg bewoners, wat de hooge ligging van hun land betreft, doch vlaktebewoners, wat de uitge strekte. gehlkmatlge. vlakten aangaat, die in de bergen lagen De gebieden in deze Zuid- Amerikaanache streken sUn zoo enorm uitge strekt. dat men zich niet moet verbazen tn de hooge Andesbergen groote vlakten te ontmoeten Rondom het Titlcaca-meer hebben verschil lende culturen elkaar opgevolgd. Het schijnt wel vast te staan, dat vóór de Inca's reeds een ander volk daar beeft gewoond. Merkwaardige en talrijke overblijfselen van een oeroude be schaving werden gevonden en prijken nog steeds in het oude Inca-land als een bewUs van de hooge ontwikkeling, dte de vóór-Inca's hebben bezeten. En het opmerkelUke is. dat de Inca’s zelf vermoedelUk geen invloed van hun voor gangen hebben ondergaan. Waar dit oeroude en sinds lang volledig uitgestorven volk van daan kwam, kan slechts gegist worden. Som migen meenen, dat bet verwant was aan de Azteken uit NoordelUk Amerika, anderen geiëo- ven echter, dat de eerste bewonen van Peru rechtstreeks uit Azië zUn gekomen, ofwel laags da kust dec Behringstraat ofwel lange vast land, dat sindsdien door den oeeaan zou verzwolgen ■tn. De juiste toedracht van de zaak kent ech ter niemand. Deze oudste bewonen hebben bouwwerken nagelaten, die door de Inca's nooit SUn geëvenaard en die nog de bewondering wekken van onze heden da zgsche geroutineerde en sterk ontwikkelde technici. De gloneuee bouw werken in Inca-land mogen we dus niet toeachrljven aan de Inca’s, maar aan de ge heimzinnige bewoners van vroeger. op dit blad sUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f t>U ongeval met f OCft bU verlies van een band f 1 t>U verlies van een Pil t»U een breuk van f Aft bfl verlies van X» nnira veilen verzekerd voor een dar volgends uitkesrlngsn f s> Uv verilea van beid» armen, belde beenen of heids oogen f «JVe~ doodalUkan afloop f avv» een voet of een oog» .1 db Me duim of wijsvinger f v(/e~been of arm f anderen vinger sche Infanterie, drie reglmehten inboorlingen van hetzelfde wapen, een regiment roode Ben- gaalsche landers en twee compagnieën genie. Dat alles. natuurlUk, voortdurend op oorlogs sterkte. dus *n legertje. Aan geweldige forten, aan geheeli forten-reeksen in den omtrek Manlief we» een groot geleerde, AU profeteer had hij naam- Wetenschappelijke vondsten Bond hij met conclusies saam. Hij was dood’lijk van fossielen, In skeletten goed doorkneed, Daar hij gaarne als zijn stokpaard Prae-historta bereed! Voor een zeer geleerd genootschap Moest hij eens naar Borneo, Om een botje op te zoeken, Dat verloren scheen of soa 't Was een reis voor vele maanden. Dus zijn vrouw, zooals dit moet. Pakte vele groote koffers Met het schoone ondergoed. „Goede reis en veel successen JLaat de wetenschap je vrij, „Denk dan eens een oogenblikje ,JEn aan Holland in aan mijl Heel de reis ging zeer voorspoedig, Ook uit ’t ooa van wetenschap, Want het botje werd gevonden En dat was verbazend knapr Zeer tevreden ging de t'rugreis En de vreugde was ook groot i Toen de prof zijn vrouw omhelsde. Die hem haalde van de boot. .Mieve vrouw," sprak de professor, ,,’k Heb heel veel aan jou gedacht Jn een echten reuzen aap ook „Bijna voor je meegebracht. J>och ik heb dien aap vergeten ,J)at is niets, zoo sprak de vrouw, ,Jk ben zdö ook wel tevreden, „Want ik heb nu immers jou? MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) In het Noord-Westen van Brltsch-Indië. een ghanistan. ligt weg. in den loop der eeuwen gevolgd door over winnaars van dezen of van genen kant. Inval lers en verdedigers, die er ten slotte, sinds 1875, voor goed uit verdreven zUn door de Engel- seben. Dezen hebben in bet fort Djamroed een bezetting gelegd en de omgeving in van geduchte militaire verdediging ge it. Pesjawar ot Peschavar of Peïchaver hoe men X schrijven wil is er het centrum van. Deze stad, ruim honderdduizend inwo ners tellende, heeft als garnizoen twee batte rijen veldartillerie, twee regimenten Europee- bewuatzljn. Mary, trouwens nog *n kind, kon haar niet fielpen. maar zij wierp zich op het behaam van mistress Claudia, en meenende dat deze dood was. balde zU haar vuist tegen den bandiet en riep hem toe: „Onze wraak zal u treffen!” HU lachte en gaf in de Hindoe-taal een kort bevel. Aanstonds werd de poort van den „Toren der Stilte” gesloten en de sleutel ervan over den muur geworpen op de binnenplaats. TegeHjkerüjd namen twee mannen mistress Claudia, die geheel bewusteloos was. en Mary op legden haar vóór zich op de zadels. Allen stegen thans te paard en verwUderden zich in vollen galop, de vier ongelukklgen ach terlatende ten prooi aan de roofvogels. •w-a r zün vele gebeurtenissen op de wereld. H die thans de aandacht gespannen houden Eén daarvan is de strUd in Zuid-Amenka, in bet gebied, waar eens een volk woonde van hooge beschaving, dat minder oorlog voerde dan hun nazaten, at althans de vetken. die hun gebied later bewoonden. Bet waren de oude Inca's, wonend tn het hooge en lage land van Peru, tn het Andes-gebergte en aan de grens van BraatlU. waar hun afstammelingen, de Zuld-Amerikaansche Indianen, nog steeds' in groote stammen aamenwonen op deels bekende deels onbekende gebieden. Nadat de Inca's door de Spanjaarden waren overwonnen, werd het Christendon gepredikt onder ben. Het succes der missionarissen was groot en sU slaagden er selfs in den Inca-konlng Oarcilaao de le Vega te bekeeren. Vele beschrijvingen van Peru werden te boek gesteld, maar vrUwel alle zijn met elk «ar tn tegenspraak. De Inca-konlng zelf, die later zijn leven sleet tn Bpanje, heeft aan alle dwalingen een einde gemaakt door in eenvoudige maai duidelijke taal zun oude tand te beschrijven en te wijzen op de legenden, die over zün volk werden verspreid-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 7