Wilde dieren ratken slaags
H
1u&fiaal van den dag
-j-v eeds enkele maanden woonde in het pen-*
MANCHESTER GUARDIAN WEEKLY
I
I
.1
LENTEMAAND
ROBINSON CRUSOE’? AVONTUREN
If you
Alle abonné’s
HET
GROOTE
AVONTUUR
ROBINSONschoenen: Ongeloofelijk sterk
Ongeloofelijk goedkoop
1
DONDERDAG 2 MAART
René Antoine Ferchault
de Réaumur
I
OERWOUD-DRAMA
I
Eere aan den dappere!
op.
Koninklijke
emoires
De dappere geëerd
Legerhonden
interested in England
are
READ THE
FEUILLETON
De Spaansche kroon
domeinen
4
Verbeten ttryd tusschen den
krokodil en den koning
der dieren
1
k
V rouwenarbeid
Send your subscription to the Publisher
GUARDIAN BUILDING - MANCHESTER - ENGLAND
Opsporing
r*
Hij staat met een revolver In de hand, voor
Leeuw en krokodil
L
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Op een donkeren dag gingen Robbie
en Topsy uit met de parapluie van
den zeeman en spoedig begon
inktvisch leefde.
de regen
viel
stroomen neer.
„Kijk
die
aardmannetjes
arme
eens,” riep Topsy, „gevangen in den
regen en de oude inktvisch lacht ze
maar uit."
iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii iiimiiiimiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiutiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH
glWIl
en
om
zong
zei
afstand
te
nen
-A
The Manchester Guardian Weekly Is published
every Friday and is sent to any address post free
for 12 months for 13s. Od.
and the paper will reach you every Saturday morning
Specimen copies will be sent on request.
(Ingezonden Mededeeling)
haast,
maakten om
s
5
verzocht i
I
It
i
de ge^keren, de
den vijand die. daarginds
regen te vallen. Tegen den tijd, dat
ze de kust bereikten, waar de oude
een
de aardmannetjes
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniir:
Volgens statistieken gepubliceerd In verband
met de tentoonstelling „De Vrouw”, die te Ber
lijn op 18 Maart as. geopend wordt, moeten
4S mlllioen van de 15 X millloen vrouwen op
fabrieken, kantoren enz. werken om in het
onderhoud van haar gezinnen te voorzien.
Uit andere cijfers blijkt, dat slechts 7 procent
van de huisgezinnen te Berlijn een dienstbode
op nahouden.
Kom
we chargee ren!”
Hjj maakt den linkerstijgbeugel los en buigt
zich voorover om den majoor in de gelegen
heid te stellen zijn ceintuur te grijpen en op te
stappen.
Een dof geluld klink en het paard midden
in het voorhoofd getroffen, valt stervend neer.
In een oogwenk heeft de jongeman zich uit
den zadel gewerkt en staat hij fier, den vijand
braveerende. nast zijn chef.
Heel dit drama heeft niet langer geduurd
dan een halve minuut.
De revolver van den majoor is leeg. Met de
zelfde koelbloedigheid als zijn chef loet Taylor
de zes schoten uit zijn vuurwapen en trekt,
als de laatste patroon is verbruikt, zijn sabel.
Die twee bijna bovenaards-geweldige ruiters
van zooeven zijn thans in de oogen der Vw-
dedlgers niets meer dan doodgewone mannen,
die handig en dapper manoeuvreeren met hun
sabel, maar dat is ook alles.
(Wordt vervolgd)
Binnenkort zuUen^JMKr Reuter verneemt, drie
deelen verschijnen van de „Memoires van Ko
ningin Maria van-Roemenlë. die In het Engelsch
geschreven zijn en waaraan zij twee jaar ge
werkt heeft. De koningin bespreekt In deze
boeken niet alleen haar particulier leven, doch
geeft ook haar indrukken weer over vele be
roemde mannen en vrouwen met wie zij in
contact is geweest.
In het eerste deel geeft zjj de herinneringen
weer aan haar grootmoeder. Koningin Victoria
en beschrijft haar jeugd op Malta, waar haar
vader, de hertog van Edinburgh aan het hoofd
stond van de Britsche vloot.
Het tweede deel geeft haar moeilijkheden weer
in haar nieuwe vaderland. Roemenië, en be
schrijft haar leven als kroonprinses en moeder.
In het derde deel wordt de wereldoorlog be
handeld en beschrijft zjj wat zij als oorlogs-
verpleegster heeft meegemaakt.
te zwemmen, omdat hij geen steun kon vinden
voor zijn pooten, nu was de leeuw in de meer
derheid. Langzaam trok hij den krokodil weer
uit het water en de strijd begon opnieuw, toen
de krokodil weer vasten grond voeldj. Dit spel
herhaalde zich nog enkele malen zonder een
oplossing te brengen. Minstens tien minuten
duurde het gevecht op leven en dood tusschen
de beide ontzaglijke heerschers der wildernis.
Geen van beide wist van toegeven. De sterkste
of de sluwste zou overwinnen en medelijden kent
het oerwoud niet. Zij leken wel een paar gla
diatoren uit den Romeinschen tijd, die evenmin
medelijden met elkaar hadden en wlen het al
leen ging om de overwinning, daar de nederlaag
onherroepelijk een smadelijken dood beteekende.
Zij maten eikaars krachten tot in het uiterste
en maakten gebruik van leder blijk van zwak
heid. Met sluw overleg bespiedden de kerels ei
kaars bewegingen en iedere gelegenheid namen
zjj waar om den tegenstander een zware of een
lichte wond toe te brengen. C
De dieren van het oerwoud zijn niet minder
meedoogenloos. Leeuw en krokodil trokken elkaar
naar de beek en terug in een regelmaat, die men
eentonig zou kunnen noemen, als ze niet zoo
bloedig was geweest. Wellicht zou de strijd ge
duurd hebben tot beider krachten waren uitge
put en zonder dat het tot een beslissing was
gekomen, indien niet de jagers op het denk
beeld gekomen waren met hun geweren den strijd
te beslechten. Wie zou als offer van de geweer
schoten worden uitgekozen 7 Iedere zwarte of
blanke, die ooit het oerwoud aanschouwde, kan
gemakkeljjk gissen, wie van de beide strijders
favoriet was. Niet de verraderlijke gluiperige
krokodil, maar de dappere eerlijke en fiere
leeuw had de bewondering van de jagers. Daar
om zou hij, de koning worden bijgestaan door
hen, die het verraad verachten en den moed
bewonderen. De krokodil wordt door inboorlin
gen en Jagers gehaat, de leeuw wordt gevreesd.
In de voormalige kroondomeinen van ex-
konlng Alfonso te Rio Frio heeft een uit 40
socialisten bestaand jachtgezelschap een groote
drijfjacht gehouden, waarbij geweren werden
gebruikt met het koninklijk wapen voorzien.
Niet minder dan 52 herten werden neergelegd.
In de rechtsche pers komt groote verontwaar
diging over deze Jacht tot uiting, omdat zij
plaats had na sluiting van het jachtseizoen,
waarbij erop gewezen wordt, dat ex-koning Al-
Jonso altijd nauwgezet de data van opening
en sluiting van den jachttijd in acht nam.
Het jachtgezelschap daarentegen verklaart,
dat de jacht gehouden is om de domeinen te
ontlasten van de overtollige herten.
De domeinen zijn reeds driemaal in veiling
geweest, doch daar zich geen koopers aanboden,
zijn zjj tot dusver steeds ongebruikt gebleven.
de
aardmannetjes
regen te ko-
een groep vijanden, die zich gereed maken hem
levend gevangen te nemen.
Dan is de betooverlng gebroken en de schrik
geweken en geen één van de vijanden die nog
vreest voor de ontmoeting met het paard, dat
zooeven als een geweldig projectiel in hun ge
lederen dreigde binnen te vallen.
De onverschrokken officier legt doodbedaard
aan als voor een schietschijf en lost achtereen
volgens zijn schoten.
De luitenant, ziende in welk gevaar zijn ehef
verkeert, houdt zijn paard in en roept:
„Mylord! Kom achter mij zitten en laten
Op een onverwacht oogenblik dook een kegel-
vormig gevaarte uit het riviertje op. Het was
de bek van een krokodil, die zijn wijdopen muil
als een tang om den kop van den leeuw legde.
Met een vreeselijk gehuil trachtte de leeuw zich
aan den greep te ontworstelen. Zijn flanken
sloegen wild heen en weer en zijn krachtige
pooten groeven zich vast in het zand om te
voorkomen, dat de aanvaller hem in het water
zou sleuren en verstikken. Het werd een strijd
cm lederen centimeter grond, maar centimeter
voor centimeter moest de leeuw toegeven en de
krokodil trok hem langzaam maar zeker naar
het water toe. De leeuw, die niet voor niets de
koning der dieren wordt genoemd, liet zich niet
zoo gemakkeljjk overmeesteren. Toen hij merk
te, dat de krokodil met zjjn pooten in het water
was gekomen en dus zichzelf moest redden door
Vandaar dat de pakketten bij hoopjes aan
de bevelhebbers der gevechtseenheden werden
overhandigd.
Dat alles ging zóó snel in zijn werk, dat het
in den opmarsch der kolonnes nauwelijks ’n
merkbare vertraging veroorzaakte.
De kolonel der Gordon-Schotten bulderde het
commando uit:
„Voorwaarts!.... Marsch!...."
En de bataljons-chefs en de kapiteins her
haalden:
„Voorwaarts!"
- Majoor Lennox liet de sabel in de scheede
rusten en de teugels op den hals van zjjn
paard, ten einde de handen vrij te hebben;
zenuwachtig frommelde hij aan een brief, dien
hij met moeite open kon maken.
Hij had het schrift herkend van Mary, maar
wat was dat anders dan gewoonlijk! Wat was
dat beverig!....
Ook luitenant Taylor had een brief ontvan-
I
Ook al schijnt het weer nog win-
tersch,
Toch schept iedereen nu moed.
Want het woordje Maart vervult je
Met een stemming, die., het doet.
leder mensch zit uit te kijjeen
Naar een zaliger milieu.
Winter, borstrok en de kachel
Een welgemikt schot in -het oog van den
water-bewoner deed hem wankelen en stervend
zonk hij in het beekje weg. De leeuw sprong,
bevrijd van den ijzeren greep der krokodillen-
kaken in woeste Sprongen op en neer, snakkend
naar adem en bloedend uit talrijke wonden.
Zeker zou de koning der wildernis zijn wonden
ovërleefd hebben, ware het niet, dat nogmaals
de geweren in actie kwamen, gedachtig de op
dracht om de streek van de leeuwenplaag te
bevrijden. Maar de sportiviteit verloochent zich
niet tegenover den leeuw en zoo. kreeg hjj nog
een half uur om op adem te komen en zich zjjn
vrijheid bewust te worden. Toen ging het schot,
een losse flodder, die het dier even deed schrik
ken, waarna het onder een gebrom van ver-
stoordheflb» in het kreupelhout verdween. Zoo
zjjn soms de Jagers. Zij konden het niet van
zich verkrijgen een dapper strijder te vellen,
hoe gemakkelijk deze taak ook ware geweest.
De strijd op leven en dood in het oerwoud kent
dus nog nu en dan een mild accent, als de
mensch in het strijdperk treedt. Het is meestal
echter anders. De duizenden doodsgevechten,
Waarvan niemand iets verneemt dan een ver
gebrul«of een stervend gekreun, Zijn er het be
wijs van.
loopen en gedecimeerd, en trekken zich, hui
lende van woede, terug op de tweede linie, die
binnen ’n paar seconden zal zjjn bereikt door
de beide officieren.
Aan het razend geschreeuw achter hen be
merken zij hoe onvoorzichtig zij zijn geweest
en dat zij zich thans bevinden tusschen twee
vuren.
Zij zien onmiddellijk hun toestand in.
Temgkeeren. door dat kluwen van wanho
pige vijanden heenkomen, is onmogelijk.
Hun terugkeer zou gelijken op een vlucht en
ónder de Schotten de grootste verwarring ver
oorzaken.
Zij doen het eenige dat onder deze omstan
digheden gedaan kan en moet worden, zij ren
nen tegen de tweede verschansing op.
Deze is veel moeilüker te bestormen en veel
gevaarlijker dan de eerste. Het rotsachtige ter
rein met allerlei kloven en holen is voor rui
terij bijna ontoegankelijk. Alleen de krachtige
Engelsche paarden en hun schitterende berij
ders kunnen zich daarop wagen, maar dan
toch altijd nog door een daad, die gelijk staat
met het uittarten van een zekeren dood. Wat
nood! Zij zien geen gevaar en trotseeren alles
en zouden er bijna in geslaagd zijn hun thans
sneller achter hen aanrennende ruiterbenden
te midden dezer vijandelijke infanterie te doen
doordringen met het geweld van een losbar
stende granaat, Indien niet het paard van den
majoor midden in de borst door een kogel
ware getroffen en neergezakt. Met één sprong
is de majoor op den grond.
Zijn wij zachtjes agn toch beu.
Ook de kaalheid van de boomen
Maakt ons weinig enthousiast.
Want wij vinden, dat wat groenheid
Bij de voorjaarskleeren past.
Lenteweer is nu in aantocht!
Dus wij maken ons gereed
Om dit jaartij te ontvangen,
Opgeruimd en up to date!
Ja, wij worden bijna lyrisch;
Hij, die griep heeft, fleurt weer
leder voelt zich nu zoo'n beetje
Als het jonge groen in knop!
Ook al kwispelt, ~uit traditie.
Deze maand wat met haar staart.
Dan is dit alleen uit vreugde,
Want de lente,is het waard!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
et geheimzinnige oerwoud verbergt meni-
gen strijd op leven en dood. Niet alleen
tusschen de dieren onderling, maar ook
tusschen de inboorlingen en de wilde beesten,
en tusschen de jagers en het wild.
De Engelsche oerwoudjager Campbell vertelt
over deze gevechten Interessante bijzonder
heden, die zelfs door de meest sensationeele oer-
woudfilm niet worden overtroffen. Het komt
meermalen voor, dat de wilde dieren zoo agres
sief te werk gaan, dat de inboorlingen om hulp
vragen bij de regeering, waaronder zij ressor-
teeren. Dit was ook het geval met de bewoners
van het gebied aan de Lubllarivier op de West
kust van Afrika. Een heele kudde leeuwen had
zich in de nabijheid van het dorp opgehouden
met de kennelijke bedoeling een aanval te
wagen op de hutten, het vee en de menschen.
Leeuwen echter zijn voorzichtige dieren en
wachten hun goede kans af. Zij proflteeren van
het nachtelljk duister om hun slag te slaan en
doen dit zelden met een.groot aantal tegelijk.
Campbell, die werd uitgezonden om de negers
te helpen in hun strijd tegen den koning der
dieren, vond hen in een toestand van groote
depressie, daar de leeuwen reeds vele prachtige
exemplaren van den veestapel hadden geroofd.
De expeditie trok er dus op uit en reeds den
eersten dag kwam bet tot een verwoed gevecht.
In de nabijheid van de mannen hielden enkele
gieren zich op verdachte wijze op, waaruit vlei
af te leiden, dat er in de buurt iets bijzonders
te doen moest zijn. Ongetwijfeld moest een of
ander dier ten offer gevallen zijn aan een hon-
gerigen leeuw en Inderdaad vond men spoedig
het halfverscheurde Ijjk van een buffel. De
jagers hielden zich schuil in het dichte kreupel
hout en het duurde geen uur, of aan de over
zijde kraakten de takken en daar verscheen de
koning Leo in hoogst eigen persoon om de si
tuatie op te nemen. Het ging hem blijkbaar
niets aan. dat een buffel als lunch voor hem
gereed lag, want plotseling kwam een jonge
leeuw achter zjjn vader vandaan om enkele
meters verder zich over een bron te buigen en
behaaglijk water te slurpen. De heele plechtig
heid was dus blijkbaar georganiseerd om den
schoonen jongeling gelegenheid te geven onder
de hoede van Pa zijn koninklijken dorst te les-
schen. Daarna strekte het .Jongmensch” zich
uit in de zon en liet zich lekker door de warme
stralen koesteren, enkele meters van de bron
verwijderd aan den kant van het beekje, dat uit
de bron werd gevoed.
It gives a siEteiary of the week’s news combined
with such ex^^slon of liberal thought on British
and International affairs as has made the Man
chester Guardian dk highly regarded In contemporary
journalism J
men zich met plezier zou laten doodschieten!”
Uit de verte klonken de trompetten, en de
doedelzakken der Gordons gaven hierop het
antwoord, aldus het rhythme markeerende van
den marsch der Hooglanders
„Voorwaarts! Voorwaarts!”...
Steeds sneller bewogen zich de
tusschen
aan den voet der heuvelen. reeds was begon-
schieten, en de aanvalscolonne werd
voortdurend geringer en nu begonnen, plotse
ling, ook de kanonnen him woord meé te spre
ken. Dat veroorzaakte bij den vijand een groo
te verwarring, waarvan de kolonel gebruik
maakte door drie verschrikkelijke elkaar on
middellijk opvolgende salvo's te laten afvuren.
De projectielen kwamen neer als een regen
van lood en hadden een vernietigende uitwer
king.
De soldaten hervatten den marsch, toen
plotseling, van alle kanten, in de verte ook de
hoornsignalen der andere regimenten klonken.
Voor de Schoten waren dat oude populaire
deuntjes. Kildare die aan het hoofd der eerste
compagnie ging, blies zjjn ouden Schotschen
marsch: ..Cock the North’’ en de Schotsche
Hooglanders sidderden van strijdlust. Maar
dien hadden zjj ook dringend noodig. want zij
werden door de op hun wallen huilende en joe
lende Afridi's ontvangen met een moorddadig
vuur, dat in hun eerste gelederen dood en ver
derf zaaide.
Wat hij te voren .gezien” had, gebeurde,
Kildare werd bij deze eerste botsing buiten ge
vecht gesteld. HU viel neer met een doffen
De luitenant las met oogen. wijd geopend
en wezenloos-starend van ontzetting:
„....Vader vermoord door een Hindoe,...
geworgd gedurende den nacht....”
De majoor zag als door een mist deze door
Mary geschreven verschrikkelijke regels en
waarop de sporen van tranen duidelijk merk
baar waren:
....Onze lieve moeder is met een dolk gesto
ken door een fanatieken Indiër.... half gene
zen.... gedurende den slaap geworgd door het
hoofd der Thoega’s.
De luitenant, die het commando waarnam
over de eerste compagnie van het bataljon,
waarvan majoor Lennox de chef was, reed
vlak achter dezen.
De majoor wendde zich om en beiden zagen
hoe bleek zij waren en hoe wéAr het was dat
zjj van het ongeluk, hetwelk boven hun hoofd
hing, een voorgevoel hadden gehad.
„Ach, Taylor. Taylor.... die helderziend
heid!" prevelde de majoor; „wat ’n verschrik
kelijk nieuws! Komaan, er zijn dagen waarop
met elkander hadden, en Livingstone herhaal
delijk. zelfs veelvuldig, brieven kreeg uit Ame
rika met een vrouwenhand geschreven.
„Stel je nu toch eens voor....”, dacht me
vrouw Armstrong telkens, en tenslotte had ze
boven den stoom van den waterketel één dier
brieven geopend. Er stak een brief en een be
drukt papier in de enveloppe. De brief was een
tegenvaller, die was in een vreemde taal ge
schreven. maar het bedrukte papier! Mevrouw
viel bleek van schrik terug in haar leunstoel.
Het lag niet in haar aard, andermans corres
pondentie in te zien, doch terwille van Mary had
ze den brief geopend, ze zou niet willen dat het
lieve kind bedrogen werd. Maar dit, nee. dat
had ze 'niet verwacht. Op het papier zag ze
met groote letters: Opsporing verzocht. Dan een
signalement, volkomen gelijk aan dat van Mark
Livingstone, alleen de naam was hier William
Desmond. En hij werd gezocht, nog wel door
de New-Yorksche politie, wegens moord!
Mevrouw Armstrong kon het niet gelooven:
Livingstone was toch zoo’n knappe, vriéndelijke
Jongeman, maar tegenwoordig! De fijnste hee-
ren zijn de grootste boeven dikwijls! En zijn
portret stond toch boven het bericht afgedrukt,
en een portret liegt niet. 1 Was vreeselijk. Me
vrouw Armstrong ging geheel uit het lood ge
slagen. eindelijk naar bed, maar niet om te sla
pen. Wat moest ze doen? De politie inlichten?
Dat werd een schandaal voor haar huis, voor
Mary, en dan kwam uit, dat ze brieven open
maakte, want niemand zou gelooven dat het de
eerste maal was. Na een heelen nacht piekeren
had ze haar besluit genomen.
Of het toeval wilde ,de eerste dien ze ’s mor
gens in de gang ontmoette was Livingstone. Ze
verzocht hem nog denzelfden dag haar pension
te verlaten, en Livingstone, waarschijnlijk om
haar ontdaan, angstig gezicht en zenuwachtige
gebaren, zei niets terug; hij knikte alleen; ver
wonderd een beetje. Daarna volgde een onder
houd met Mary. Mevrouw Armstrong had be
sloten haar niet alles te vertellen. Ze zelde dus
wantrouwend geweest te zijn, dat ze een brief
had geopend, en dat ze gelezen had. dat Li
vingstone al getrouwd was. De slag voor Mary
was geweldig, en in haar eigendunk dacht me
vrouw Armstrong: ..Stel je nou eens Voor dat
ik gezegd had, dat hij een moordenaar was. dan
had het arme kind het heelemaal niet over
leefd”. Het einde der conferentie is niet moei
lijk te begrijpen; Mary vroeg mevrouwk.4^^
strong nogmaals of ze het wel zeker wist entoen
ze dat met klem verzekerde, viel het besluit dat
Mary nooit meer Livingstone wenschte te zien,
en dat ze nooit vertellen zou hoe mevrouw Arm
strong achter zijn bedrog van Mary gekomen
was.
Réaumur, wiens naam héél wat bekender is
dan zijn leven en zijn werk, is de eerste ge
weest. die zich tn het begin van de 18e eeuw
ernstig met het warmte-onderzoek en de warm-
temeting heeft bezig gehouden. Slechts weinige
mannen vóór hem schijnen over den gehelm-
zinnigen samenhang tusschen de samenstelling
der lucht en de volume-uitzettlng der vloeibare
stoffen te hebben nagedacht. Wij weten, dat de
Engelsche natuurkundige Halley vóór hem der
gelijke doeleinden najoeg en dat een Danziger
geleerde. Fahrenheit genaamd, er zelfs toe over
gegaan is een goed functioneerenden sc'naal-
thermometer te construeeren, welke gerulmen
tijd den toon aangegeven heeft bij de warmte-
meting. Réaumur echter, die het geluk had te
leven in het tijdvak van de grootste revoluties
op natuurkundig gebied, bracht de tot dusver
systeemloos gedane proefnemingen op het ge
bied, van het nauwgezet onderzoek. Bovendien
had h* nog het bijzondere geluk een man te
leeren kennen, die eenige van zijn vergissingen
bemerkte en ze van zijn kant verbeterde
den Zweedschen natuurkundige Andreas Cel
sius, die daarom dan ook met recht naast
Réaumur op den thermometer wordt vertegen
woordigd door de letter C.
René Antoine Ferchault de Réaumur werd
den 28sten Februari 1683 te La Rochelle gebo
ren. NÜ technische en natuurkundige studiën in
Parijs trok hij, die als landedelman van zijn
ouders uitgestrekte bezittingen had geërfd, zich
op het land terug om daar rustig zijn natuur
wetenschappelijk onderzoek voort te zetten. Het
is tegenwoordig minder bekend hoe uitgebreid
het gebied van Réaumur's studiën was. Hij had
een bijzondere Voorliefde voor zjjn bijen; be
studeerde ze met de oogen van een geleerde en
legde de uitkomst van zijn onderzoek neer in
zijn boek „Gedenkbladen over de geschiedenis
der Insecten”, dat naast cultuur-historische bij
zonderheden hoogst Interessante mededeelingen
over de rol van den levensgroei van alle be
schaafde en onbeschaafde volken bevat. Hei
valt daarbij vooral op, dat hij. hetgeen Darwin
zegt over teeltkeus en den strijd om het be
staan, in bijzonderheden bij zijn bijen heeft
waargenomen meer dan honderd jaar vóór
het verschijnen van „origin of species”.
Het werk echter, dat hem onsterfelijk zou
maken, bestaat uit zijn drie in het Jaar 1730 voor
de Parijsche academie van Wetenschappen ge
houden voordrachten over het volume der vloei
bare stoffen. Aan de hand van zijn onderzoe
kingen vond hij den wijngeest thermometer uit,
die jaren lang werd gebruikt, totdat Celsius
den wijngeest door kwikzilver verving. Op zijn
thermometer, die 80 graden telt, is het vries
punt bij 90° en het kookpunt bij 80 gr. geplaatst
Réaumur heeft ook nog een belangrijke ont
dekking gedaan omtrent de bereiding van staal
en hU vond het naar hem genoemde glas of
porcelein van Réaumur uit.
gen. De onderteekening was het schrift zijner
moeder, maar de enveloppe heeft een rouw
rand,...
De mannen van zijn compagnie zagen hem
plotseling een beweging maken van ontstelte
nis en bleek worden, zoodat zij meenden dat
hij zich eensklaps onwel gevoelde.
Tegelijkertijd ontsnapte aan de borst van
den majoor een doffe kreet en bracht hij de
saamgeknepen hand ter plaatse van zijn hart,
alsof dit laatste plotseling had opgehouden te
kloppen.
kV sion van mevrouw Armstrong de heer
Mark Livingstone; hij had zich na zijn
terugkeer uit Amerika onmiddellijk daar ge
vestigd en terstond een goede betrekking als
bultenlandsch correspondent gekregen. Doch
mevrouw Armstrong maakte zich zeer ongerust
over hem, of liever over haar, want Living
stone had al spoedig meer dan hechte vriend
schapsbanden aangeknoopt met Mary Rubens,
een allerliefst meisje, dat nu al ruim zes Jaar
in haar pension was en waarover ze zich als
een soort moeder gevoelde. De kwestie was, dat
Mary en Livingstone een openlijke verkeering
Doch de inktvisch was reeds tal
van malen een goede schuilplaats
geweest voor
hij lachte nu alleen maar
welke de
uit den
„Eerst weigerde ik hem te
zien, maar hij hield aan en verzocht me een
verklaring, waar hij recht op had. Ik wilde niet
zeggen, dat u een brief van hem had geopend,
dus vertelde ik hem, dat u wantrouwig was.
omdat hij zoo dikwijls brieven kreeg uit Ame
rika, die met een vrouwenhand geschreven wa
ren. HIJ verklaarde me toen, dat die brieven
van zijn schoonzuster waren, die een Fran-
caise is. zijn broer sneuvelde in den oorlog, en
zijn zuster leeft nu met haar kinderen op een
farm, waar hijzelf ook langen tijd verbleef. Hij
heeft me trouwens de brieven laten zien, on
danks mijn protest daartegen”. v
Mevrouw Armstrong begreep dat haar leugen
schipbreuk geleden had, en dat nu de waarheid
volgen moest.
„Juffrouw Mary Rubens”, zei ze emstig-plech-
tig, ,Jk had iets voor u verzwegen, omdat ik
u wilde sparen. De verklaring van Livingstone
kan inderdaad correct zijn, maar in den brief
dien ik opende, vond ik ’n biljet, waarop zijn
foto stond en een groot bedrag werd uitgeloofd
voor zijn opsporing als.... moordenaar!”
Mevrouw Armstrong had effect verwacht van
TOKIO, 1 Maart. (Reuter). De Japansche
legerleiding heeft besloten het aantal honden
en postduiven in het Japansche „leger in
Mandsjoertje te vermeerderenjF'Waarvoor een
bedrag van ongeveer 25.000 gulden beschik
baar is gesteld.
De honden werden tot nu toe afgericht te
Tsjiba, terwijl nu ook in de kazernes van het
Japansche garnizoen te Koeng Tsjoeling in
Mandsjoertje een 300-tal honden zullen worden
afgericht.
men.
Den geheelen tijd, dat de aard
mannetjes heen en weer renden,
om uit den regen te komen,
de inktvisch: „Kom onder deze pa
rapluie, wat zal er nou gebeuren.”
„Wie zou hem dat geleerd heb
ben?" riep Topsy verbaasd uit.
.Freddy Vrijdag natuurlijk”,
Bobbie, „daar kun Je zeker van zijn.”
(Morgenavond vervolg).
Het scheen alsof mevrouw Armstrong verstan
dig gehandeld had. want een paar dagen later
verscheen Mary weer geregeld in de eetkamer,
en ze bracht haar avonden door, thuis, in den
algemeenen kring. Doch een week later kwam
er verandering- Mary werd uithuizig, doch ze
leek even gelukkig en blij als ooit tevoren. Maar
mevrouw Armstrong dacht dat het voorgewend
geluk was. en Mary verstrooiing zocht in den
schouwburg en de bioscoop. Over Livingstone
werd niet meer gesproken, en toen mevrouw
Armstrong het nog eens waagde, verzocht Ma
ry haar onmiddellijk dat onderwerp niet meer
aan te roeren. Zoo was het geval al een paar
maanden geleden, toen het meisje de kamer van
mevrouw Armstrong binnenkwam en haar zei:
„t Spijt me heel erg, mevrouw, maar.... ik
denkIk zal de volgende week uw pension
verlaten".
Het korte, dikke mevrouwtje Armstrong zat
perplex; ze staarde lang en nadenkend naar
Mary, die rustig glimlachte.
..Dus.... dus je gaat nog met dien Living
stone?” vroeg ze tenslotte vol ingehouden ver
ontwaardiging.
,4a,” zei Mary.
oo dit blad sün Ingevolge de verzekeringevoorwaarden tegen f Qfïflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7Cf) bij een ongeval met f O Cfk by verlies van een hand f 1 9C bij verlies van een f Cf) bij een breuk van f jffl bfl verlies van °n
ongevallen verzekerd voor re™ der volgende uitkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelljken afloop f een voet of een oog f 1 duim of wijsvinger f */Vs~been of arm f TTlZ»- anderen vlnger^F
dezen nieuwen slag, maar zij had niet durven
denken aan zoo'n hellen angstkreet als Mary
gaf. Doodelijk bleek stond ze een oogenblik. toen
zakte ze ineen. De dikke mevrouw Armstrong
sprong op van haar stoel en snelde ter hulp,
met inspanning van alle krachten gelukte het
haar Mary op den divan te leggen. Dan haalde
ze ijlings een glas water.
*„Ja, t is verschrikkelijk, liefje, maar 1 was
toch het beste, dat je het nu maar wist, voor
het te laat zou zijn.’
„Voor het te laat zou zijn”, kreet Mary op
nieuw, „Mark Livingstone en ik zijn vanmorgen
Juist getrouwd!”
Er viel een doodelijke stilte Mary was bewus
teloos op den divan teruggevallen en mevrouw
Armstrong zat als versteend. Eindelijk kwam
ze tot bezinning, en na vele moeiten gelukte
het haar Mary tot bewustzijn tenïg te brengen...
Toen begon het meisje hevig te schreien.
Plotseling werd op de deur geklopt, de meid
meldde, dat de heer Livingstone juffrouw Mary
Rubens wenschte te spreken.
Beslist stond mevrouw Armstrong op: „Blijf
jij hier, lieve", zei ze, ,Jk zal hem te woord
staan!” En ze verzamelde al haar moed en
die was noodig om Livingstone te ont
moeten.
„Waar is Mary,"
vroeg Mark, zoo-
dra hjj haar zag,
,Jk sprak met
haar af, dat ik
haar binnen een
kwartier zou ont
moeten; zé is nu
al een half uur ruim bij u. Of is u soms weer
aan 't stoken geweest?”
„Ja”, zei mevrouw Armstrong, en haar stem
klonk absoluut moedig en dvertulgd, ,4k heb
haar de heele waarheid verteld. En dat ga ik
jou nu ook doen. Ik wantrouwde allang die
vrouwenbrieven van Je. en tenslotte opende ik
er een om me te overtuigen. Tot mijn verbijs
tering ontdekte ik dat je in Amerika onder een
anderen naam gezocht wordt wegens moord!
En om Mary niet alles te zeggen, loog ik maar,
dat je al getrouwd was...."
„Ik. gezocht wegens moord?” riep Mark uit,
en plotseling schoot hjj in een geweldigen scha
terlach. Toen bedaarde hij opeens, en zei woe
dend: „En dót heeft u Mary nu verteld?”
,4a”. zei mevrouw Armstrong, en ze deed een
stap achteruit, want hef scheen, dat Mark wilde
slaan. Maar hij begon opnieuw te lachen.
„Dat komt ervan, als men brieven van een
ander openmaakt.” zei Mark. „Dat biljet was
niets anders dan een strooibiljet voor theaters.
In de rotsstreken, waar mijn schoonzuster haar
farm heeft, kwam een filmmaatschappij om een
film op te nemen, en doordat ik den regisseur
toevallig bleek te kennen, uitstekend paard
reed en in die streek thuis was, nam ik aan een
rol in zijn film te spelen. Als reclame werden
deze biljetten b(j de film uitgegeven, en om
het eigenaardige ervan vroeg ik aan mijn
schoonzuster er een op te sturen. Ik vond zoo-
iets wel een curieuze herinnering. En in uw
zenuwachtigheid hebt u natuurlijk het biljet
slechts aan één zijde gelezen. Hier, kijkt u ’ns
op den achterkant’^ en Mark hield haar het
biljet onder den neus, waar op de achterzijde
gedrukt stond: interesseert u deze zaak? Gaat
u dan de spannende film „Opsporing ver
zocht” zien in het Capitol-Theatré, waar ze
vanaf de volgende week wordt vertoond."
Mevrouw Armstrong zei niets, ze kleurde
alleen hevig.
„En nu zegt u me onmiddellijk waar Mary
is”, eischte Mark.
„Boven in mijn zit-kamer”, antwoordde me
vrouw Armstrong, en wilde hem voorgaan, maar
Mark was reeds de trappen opgesneld. WiiseHjkUUJ
volgde Mevrouw Armstrong hem niet, doch toen
ze een tien minuten later haar kamer binnen
kwam, zag ze Mary zoo stralend en gelukkig
als nooit tevoren. Mary ging op haar toe: „AHes
is weer in orde! Iedereen zou er zoo iugevlogen
zijn, en tenslotte deed u alles alleen om voor
mij te zorgen en omdat u niet wilde dat ik on
gelukkig zou worden. Dat was toch ook heel
lief van u.”
.Maar zoolang ik leef,” getuigde mevrouw
Armstrong, ,jml1 ik nool meer een brief van een
ander openen; dat is me té slecht bekomen.
Doch heuschik dacht werkelijk dat zijn
aanhouding verzocht werd!”
„Maar dat is ook zoo!” lachte Mary, terwijl
ze gelukkig lachend haar echtgenoot bij den
arm hield, „en ik houd hem in arrest.... mijn
heele leven lang!”
smak, zonder een kreet te slaken, zwaar ge
wond aan belde beenen.
HU betastte koelbloedig zijn instrument,
constateerde dat het niet beschadigd was en
riep uit:
„De doedelzak is ongeschonden.... Vooruit
kameraden, leve het oude Schotland!”
Op handen en knieën, de bloedende beenen
meesleepende, kroop hU zoo goed mogelijk
vooruit en slaagde erin een rotspunt te berei
ken en daarop te gaan zitten.
En onder een helsch vuur bleef hij doorspe
len zUn: „Cock the North".
De Gordon-Hooglanders juichten hem toe:
.Hoera voor Kildare!.... Hoera!.... Hoera
voor Kildare!"
De majoor en zUn luitenant rennen in vol
len galop aan het hoofd hunner manschappen
den vijand tegemoet, nog meer denkende aan
den verschrikkeUjken inhoud der brieven wel
ke zjj in hun handen samenknijpen, dan aan
het hen bedreigende doodsgevaar. „Voor
waarts!” klink het telkens weer, terwijl de vU-
andelijke kogels hun aan alle kanten om de
ooren fluiten. Met ’n geweldigen sprong
„neemt” het paard van den majoor de eerste
verschansing, onmiddellijk gevolgd door dat
van den luitenant, zoodat de belde officieren
reeds naar de tweede linie galoppeeren, terwijl
hun mannen zelfs nog niet de eerste heben
bereikt.
Achter hen wordt een verwoed gevecht met
de bajonet geleverd. Dat is het werk van een
oogenblik.
De Afridi’s zijn weldra onder den voet ge-
I