Wilde dieren ratken slaags H 1u&fiaal van den dag -j-v eeds enkele maanden woonde in het pen-* MANCHESTER GUARDIAN WEEKLY I I .1 LENTEMAAND ROBINSON CRUSOE’? AVONTUREN If you Alle abonné’s HET GROOTE AVONTUUR ROBINSONschoenen: Ongeloofelijk sterk Ongeloofelijk goedkoop 1 DONDERDAG 2 MAART René Antoine Ferchault de Réaumur I OERWOUD-DRAMA I Eere aan den dappere! op. Koninklijke emoires De dappere geëerd Legerhonden interested in England are READ THE FEUILLETON De Spaansche kroon domeinen 4 Verbeten ttryd tusschen den krokodil en den koning der dieren 1 k V rouwenarbeid Send your subscription to the Publisher GUARDIAN BUILDING - MANCHESTER - ENGLAND Opsporing r* Hij staat met een revolver In de hand, voor Leeuw en krokodil L AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Op een donkeren dag gingen Robbie en Topsy uit met de parapluie van den zeeman en spoedig begon inktvisch leefde. de regen viel stroomen neer. „Kijk die aardmannetjes arme eens,” riep Topsy, „gevangen in den regen en de oude inktvisch lacht ze maar uit." iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii iiimiiiimiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiutiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH glWIl en om zong zei afstand te nen -A The Manchester Guardian Weekly Is published every Friday and is sent to any address post free for 12 months for 13s. Od. and the paper will reach you every Saturday morning Specimen copies will be sent on request. (Ingezonden Mededeeling) haast, maakten om s 5 verzocht i I It i de ge^keren, de den vijand die. daarginds regen te vallen. Tegen den tijd, dat ze de kust bereikten, waar de oude een de aardmannetjes iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniir: Volgens statistieken gepubliceerd In verband met de tentoonstelling „De Vrouw”, die te Ber lijn op 18 Maart as. geopend wordt, moeten 4S mlllioen van de 15 X millloen vrouwen op fabrieken, kantoren enz. werken om in het onderhoud van haar gezinnen te voorzien. Uit andere cijfers blijkt, dat slechts 7 procent van de huisgezinnen te Berlijn een dienstbode op nahouden. Kom we chargee ren!” Hjj maakt den linkerstijgbeugel los en buigt zich voorover om den majoor in de gelegen heid te stellen zijn ceintuur te grijpen en op te stappen. Een dof geluld klink en het paard midden in het voorhoofd getroffen, valt stervend neer. In een oogwenk heeft de jongeman zich uit den zadel gewerkt en staat hij fier, den vijand braveerende. nast zijn chef. Heel dit drama heeft niet langer geduurd dan een halve minuut. De revolver van den majoor is leeg. Met de zelfde koelbloedigheid als zijn chef loet Taylor de zes schoten uit zijn vuurwapen en trekt, als de laatste patroon is verbruikt, zijn sabel. Die twee bijna bovenaards-geweldige ruiters van zooeven zijn thans in de oogen der Vw- dedlgers niets meer dan doodgewone mannen, die handig en dapper manoeuvreeren met hun sabel, maar dat is ook alles. (Wordt vervolgd) Binnenkort zuUen^JMKr Reuter verneemt, drie deelen verschijnen van de „Memoires van Ko ningin Maria van-Roemenlë. die In het Engelsch geschreven zijn en waaraan zij twee jaar ge werkt heeft. De koningin bespreekt In deze boeken niet alleen haar particulier leven, doch geeft ook haar indrukken weer over vele be roemde mannen en vrouwen met wie zij in contact is geweest. In het eerste deel geeft zjj de herinneringen weer aan haar grootmoeder. Koningin Victoria en beschrijft haar jeugd op Malta, waar haar vader, de hertog van Edinburgh aan het hoofd stond van de Britsche vloot. Het tweede deel geeft haar moeilijkheden weer in haar nieuwe vaderland. Roemenië, en be schrijft haar leven als kroonprinses en moeder. In het derde deel wordt de wereldoorlog be handeld en beschrijft zjj wat zij als oorlogs- verpleegster heeft meegemaakt. te zwemmen, omdat hij geen steun kon vinden voor zijn pooten, nu was de leeuw in de meer derheid. Langzaam trok hij den krokodil weer uit het water en de strijd begon opnieuw, toen de krokodil weer vasten grond voeldj. Dit spel herhaalde zich nog enkele malen zonder een oplossing te brengen. Minstens tien minuten duurde het gevecht op leven en dood tusschen de beide ontzaglijke heerschers der wildernis. Geen van beide wist van toegeven. De sterkste of de sluwste zou overwinnen en medelijden kent het oerwoud niet. Zij leken wel een paar gla diatoren uit den Romeinschen tijd, die evenmin medelijden met elkaar hadden en wlen het al leen ging om de overwinning, daar de nederlaag onherroepelijk een smadelijken dood beteekende. Zij maten eikaars krachten tot in het uiterste en maakten gebruik van leder blijk van zwak heid. Met sluw overleg bespiedden de kerels ei kaars bewegingen en iedere gelegenheid namen zjj waar om den tegenstander een zware of een lichte wond toe te brengen. C De dieren van het oerwoud zijn niet minder meedoogenloos. Leeuw en krokodil trokken elkaar naar de beek en terug in een regelmaat, die men eentonig zou kunnen noemen, als ze niet zoo bloedig was geweest. Wellicht zou de strijd ge duurd hebben tot beider krachten waren uitge put en zonder dat het tot een beslissing was gekomen, indien niet de jagers op het denk beeld gekomen waren met hun geweren den strijd te beslechten. Wie zou als offer van de geweer schoten worden uitgekozen 7 Iedere zwarte of blanke, die ooit het oerwoud aanschouwde, kan gemakkeljjk gissen, wie van de beide strijders favoriet was. Niet de verraderlijke gluiperige krokodil, maar de dappere eerlijke en fiere leeuw had de bewondering van de jagers. Daar om zou hij, de koning worden bijgestaan door hen, die het verraad verachten en den moed bewonderen. De krokodil wordt door inboorlin gen en Jagers gehaat, de leeuw wordt gevreesd. In de voormalige kroondomeinen van ex- konlng Alfonso te Rio Frio heeft een uit 40 socialisten bestaand jachtgezelschap een groote drijfjacht gehouden, waarbij geweren werden gebruikt met het koninklijk wapen voorzien. Niet minder dan 52 herten werden neergelegd. In de rechtsche pers komt groote verontwaar diging over deze Jacht tot uiting, omdat zij plaats had na sluiting van het jachtseizoen, waarbij erop gewezen wordt, dat ex-koning Al- Jonso altijd nauwgezet de data van opening en sluiting van den jachttijd in acht nam. Het jachtgezelschap daarentegen verklaart, dat de jacht gehouden is om de domeinen te ontlasten van de overtollige herten. De domeinen zijn reeds driemaal in veiling geweest, doch daar zich geen koopers aanboden, zijn zjj tot dusver steeds ongebruikt gebleven. de aardmannetjes regen te ko- een groep vijanden, die zich gereed maken hem levend gevangen te nemen. Dan is de betooverlng gebroken en de schrik geweken en geen één van de vijanden die nog vreest voor de ontmoeting met het paard, dat zooeven als een geweldig projectiel in hun ge lederen dreigde binnen te vallen. De onverschrokken officier legt doodbedaard aan als voor een schietschijf en lost achtereen volgens zijn schoten. De luitenant, ziende in welk gevaar zijn ehef verkeert, houdt zijn paard in en roept: „Mylord! Kom achter mij zitten en laten Op een onverwacht oogenblik dook een kegel- vormig gevaarte uit het riviertje op. Het was de bek van een krokodil, die zijn wijdopen muil als een tang om den kop van den leeuw legde. Met een vreeselijk gehuil trachtte de leeuw zich aan den greep te ontworstelen. Zijn flanken sloegen wild heen en weer en zijn krachtige pooten groeven zich vast in het zand om te voorkomen, dat de aanvaller hem in het water zou sleuren en verstikken. Het werd een strijd cm lederen centimeter grond, maar centimeter voor centimeter moest de leeuw toegeven en de krokodil trok hem langzaam maar zeker naar het water toe. De leeuw, die niet voor niets de koning der dieren wordt genoemd, liet zich niet zoo gemakkeljjk overmeesteren. Toen hij merk te, dat de krokodil met zjjn pooten in het water was gekomen en dus zichzelf moest redden door Vandaar dat de pakketten bij hoopjes aan de bevelhebbers der gevechtseenheden werden overhandigd. Dat alles ging zóó snel in zijn werk, dat het in den opmarsch der kolonnes nauwelijks ’n merkbare vertraging veroorzaakte. De kolonel der Gordon-Schotten bulderde het commando uit: „Voorwaarts!.... Marsch!...." En de bataljons-chefs en de kapiteins her haalden: „Voorwaarts!" - Majoor Lennox liet de sabel in de scheede rusten en de teugels op den hals van zjjn paard, ten einde de handen vrij te hebben; zenuwachtig frommelde hij aan een brief, dien hij met moeite open kon maken. Hij had het schrift herkend van Mary, maar wat was dat anders dan gewoonlijk! Wat was dat beverig!.... Ook luitenant Taylor had een brief ontvan- I Ook al schijnt het weer nog win- tersch, Toch schept iedereen nu moed. Want het woordje Maart vervult je Met een stemming, die., het doet. leder mensch zit uit te kijjeen Naar een zaliger milieu. Winter, borstrok en de kachel Een welgemikt schot in -het oog van den water-bewoner deed hem wankelen en stervend zonk hij in het beekje weg. De leeuw sprong, bevrijd van den ijzeren greep der krokodillen- kaken in woeste Sprongen op en neer, snakkend naar adem en bloedend uit talrijke wonden. Zeker zou de koning der wildernis zijn wonden ovërleefd hebben, ware het niet, dat nogmaals de geweren in actie kwamen, gedachtig de op dracht om de streek van de leeuwenplaag te bevrijden. Maar de sportiviteit verloochent zich niet tegenover den leeuw en zoo. kreeg hjj nog een half uur om op adem te komen en zich zjjn vrijheid bewust te worden. Toen ging het schot, een losse flodder, die het dier even deed schrik ken, waarna het onder een gebrom van ver- stoordheflb» in het kreupelhout verdween. Zoo zjjn soms de Jagers. Zij konden het niet van zich verkrijgen een dapper strijder te vellen, hoe gemakkelijk deze taak ook ware geweest. De strijd op leven en dood in het oerwoud kent dus nog nu en dan een mild accent, als de mensch in het strijdperk treedt. Het is meestal echter anders. De duizenden doodsgevechten, Waarvan niemand iets verneemt dan een ver gebrul«of een stervend gekreun, Zijn er het be wijs van. loopen en gedecimeerd, en trekken zich, hui lende van woede, terug op de tweede linie, die binnen ’n paar seconden zal zjjn bereikt door de beide officieren. Aan het razend geschreeuw achter hen be merken zij hoe onvoorzichtig zij zijn geweest en dat zij zich thans bevinden tusschen twee vuren. Zij zien onmiddellijk hun toestand in. Temgkeeren. door dat kluwen van wanho pige vijanden heenkomen, is onmogelijk. Hun terugkeer zou gelijken op een vlucht en ónder de Schotten de grootste verwarring ver oorzaken. Zij doen het eenige dat onder deze omstan digheden gedaan kan en moet worden, zij ren nen tegen de tweede verschansing op. Deze is veel moeilüker te bestormen en veel gevaarlijker dan de eerste. Het rotsachtige ter rein met allerlei kloven en holen is voor rui terij bijna ontoegankelijk. Alleen de krachtige Engelsche paarden en hun schitterende berij ders kunnen zich daarop wagen, maar dan toch altijd nog door een daad, die gelijk staat met het uittarten van een zekeren dood. Wat nood! Zij zien geen gevaar en trotseeren alles en zouden er bijna in geslaagd zijn hun thans sneller achter hen aanrennende ruiterbenden te midden dezer vijandelijke infanterie te doen doordringen met het geweld van een losbar stende granaat, Indien niet het paard van den majoor midden in de borst door een kogel ware getroffen en neergezakt. Met één sprong is de majoor op den grond. Zijn wij zachtjes agn toch beu. Ook de kaalheid van de boomen Maakt ons weinig enthousiast. Want wij vinden, dat wat groenheid Bij de voorjaarskleeren past. Lenteweer is nu in aantocht! Dus wij maken ons gereed Om dit jaartij te ontvangen, Opgeruimd en up to date! Ja, wij worden bijna lyrisch; Hij, die griep heeft, fleurt weer leder voelt zich nu zoo'n beetje Als het jonge groen in knop! Ook al kwispelt, ~uit traditie. Deze maand wat met haar staart. Dan is dit alleen uit vreugde, Want de lente,is het waard! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) et geheimzinnige oerwoud verbergt meni- gen strijd op leven en dood. Niet alleen tusschen de dieren onderling, maar ook tusschen de inboorlingen en de wilde beesten, en tusschen de jagers en het wild. De Engelsche oerwoudjager Campbell vertelt over deze gevechten Interessante bijzonder heden, die zelfs door de meest sensationeele oer- woudfilm niet worden overtroffen. Het komt meermalen voor, dat de wilde dieren zoo agres sief te werk gaan, dat de inboorlingen om hulp vragen bij de regeering, waaronder zij ressor- teeren. Dit was ook het geval met de bewoners van het gebied aan de Lubllarivier op de West kust van Afrika. Een heele kudde leeuwen had zich in de nabijheid van het dorp opgehouden met de kennelijke bedoeling een aanval te wagen op de hutten, het vee en de menschen. Leeuwen echter zijn voorzichtige dieren en wachten hun goede kans af. Zij proflteeren van het nachtelljk duister om hun slag te slaan en doen dit zelden met een.groot aantal tegelijk. Campbell, die werd uitgezonden om de negers te helpen in hun strijd tegen den koning der dieren, vond hen in een toestand van groote depressie, daar de leeuwen reeds vele prachtige exemplaren van den veestapel hadden geroofd. De expeditie trok er dus op uit en reeds den eersten dag kwam bet tot een verwoed gevecht. In de nabijheid van de mannen hielden enkele gieren zich op verdachte wijze op, waaruit vlei af te leiden, dat er in de buurt iets bijzonders te doen moest zijn. Ongetwijfeld moest een of ander dier ten offer gevallen zijn aan een hon- gerigen leeuw en Inderdaad vond men spoedig het halfverscheurde Ijjk van een buffel. De jagers hielden zich schuil in het dichte kreupel hout en het duurde geen uur, of aan de over zijde kraakten de takken en daar verscheen de koning Leo in hoogst eigen persoon om de si tuatie op te nemen. Het ging hem blijkbaar niets aan. dat een buffel als lunch voor hem gereed lag, want plotseling kwam een jonge leeuw achter zjjn vader vandaan om enkele meters verder zich over een bron te buigen en behaaglijk water te slurpen. De heele plechtig heid was dus blijkbaar georganiseerd om den schoonen jongeling gelegenheid te geven onder de hoede van Pa zijn koninklijken dorst te les- schen. Daarna strekte het .Jongmensch” zich uit in de zon en liet zich lekker door de warme stralen koesteren, enkele meters van de bron verwijderd aan den kant van het beekje, dat uit de bron werd gevoed. It gives a siEteiary of the week’s news combined with such ex^^slon of liberal thought on British and International affairs as has made the Man chester Guardian dk highly regarded In contemporary journalism J men zich met plezier zou laten doodschieten!” Uit de verte klonken de trompetten, en de doedelzakken der Gordons gaven hierop het antwoord, aldus het rhythme markeerende van den marsch der Hooglanders „Voorwaarts! Voorwaarts!”... Steeds sneller bewogen zich de tusschen aan den voet der heuvelen. reeds was begon- schieten, en de aanvalscolonne werd voortdurend geringer en nu begonnen, plotse ling, ook de kanonnen him woord meé te spre ken. Dat veroorzaakte bij den vijand een groo te verwarring, waarvan de kolonel gebruik maakte door drie verschrikkelijke elkaar on middellijk opvolgende salvo's te laten afvuren. De projectielen kwamen neer als een regen van lood en hadden een vernietigende uitwer king. De soldaten hervatten den marsch, toen plotseling, van alle kanten, in de verte ook de hoornsignalen der andere regimenten klonken. Voor de Schoten waren dat oude populaire deuntjes. Kildare die aan het hoofd der eerste compagnie ging, blies zjjn ouden Schotschen marsch: ..Cock the North’’ en de Schotsche Hooglanders sidderden van strijdlust. Maar dien hadden zjj ook dringend noodig. want zij werden door de op hun wallen huilende en joe lende Afridi's ontvangen met een moorddadig vuur, dat in hun eerste gelederen dood en ver derf zaaide. Wat hij te voren .gezien” had, gebeurde, Kildare werd bij deze eerste botsing buiten ge vecht gesteld. HU viel neer met een doffen De luitenant las met oogen. wijd geopend en wezenloos-starend van ontzetting: „....Vader vermoord door een Hindoe,... geworgd gedurende den nacht....” De majoor zag als door een mist deze door Mary geschreven verschrikkelijke regels en waarop de sporen van tranen duidelijk merk baar waren: ....Onze lieve moeder is met een dolk gesto ken door een fanatieken Indiër.... half gene zen.... gedurende den slaap geworgd door het hoofd der Thoega’s. De luitenant, die het commando waarnam over de eerste compagnie van het bataljon, waarvan majoor Lennox de chef was, reed vlak achter dezen. De majoor wendde zich om en beiden zagen hoe bleek zij waren en hoe wéAr het was dat zjj van het ongeluk, hetwelk boven hun hoofd hing, een voorgevoel hadden gehad. „Ach, Taylor. Taylor.... die helderziend heid!" prevelde de majoor; „wat ’n verschrik kelijk nieuws! Komaan, er zijn dagen waarop met elkander hadden, en Livingstone herhaal delijk. zelfs veelvuldig, brieven kreeg uit Ame rika met een vrouwenhand geschreven. „Stel je nu toch eens voor....”, dacht me vrouw Armstrong telkens, en tenslotte had ze boven den stoom van den waterketel één dier brieven geopend. Er stak een brief en een be drukt papier in de enveloppe. De brief was een tegenvaller, die was in een vreemde taal ge schreven. maar het bedrukte papier! Mevrouw viel bleek van schrik terug in haar leunstoel. Het lag niet in haar aard, andermans corres pondentie in te zien, doch terwille van Mary had ze den brief geopend, ze zou niet willen dat het lieve kind bedrogen werd. Maar dit, nee. dat had ze 'niet verwacht. Op het papier zag ze met groote letters: Opsporing verzocht. Dan een signalement, volkomen gelijk aan dat van Mark Livingstone, alleen de naam was hier William Desmond. En hij werd gezocht, nog wel door de New-Yorksche politie, wegens moord! Mevrouw Armstrong kon het niet gelooven: Livingstone was toch zoo’n knappe, vriéndelijke Jongeman, maar tegenwoordig! De fijnste hee- ren zijn de grootste boeven dikwijls! En zijn portret stond toch boven het bericht afgedrukt, en een portret liegt niet. 1 Was vreeselijk. Me vrouw Armstrong ging geheel uit het lood ge slagen. eindelijk naar bed, maar niet om te sla pen. Wat moest ze doen? De politie inlichten? Dat werd een schandaal voor haar huis, voor Mary, en dan kwam uit, dat ze brieven open maakte, want niemand zou gelooven dat het de eerste maal was. Na een heelen nacht piekeren had ze haar besluit genomen. Of het toeval wilde ,de eerste dien ze ’s mor gens in de gang ontmoette was Livingstone. Ze verzocht hem nog denzelfden dag haar pension te verlaten, en Livingstone, waarschijnlijk om haar ontdaan, angstig gezicht en zenuwachtige gebaren, zei niets terug; hij knikte alleen; ver wonderd een beetje. Daarna volgde een onder houd met Mary. Mevrouw Armstrong had be sloten haar niet alles te vertellen. Ze zelde dus wantrouwend geweest te zijn, dat ze een brief had geopend, en dat ze gelezen had. dat Li vingstone al getrouwd was. De slag voor Mary was geweldig, en in haar eigendunk dacht me vrouw Armstrong: ..Stel je nou eens Voor dat ik gezegd had, dat hij een moordenaar was. dan had het arme kind het heelemaal niet over leefd”. Het einde der conferentie is niet moei lijk te begrijpen; Mary vroeg mevrouwk.4^^ strong nogmaals of ze het wel zeker wist entoen ze dat met klem verzekerde, viel het besluit dat Mary nooit meer Livingstone wenschte te zien, en dat ze nooit vertellen zou hoe mevrouw Arm strong achter zijn bedrog van Mary gekomen was. Réaumur, wiens naam héél wat bekender is dan zijn leven en zijn werk, is de eerste ge weest. die zich tn het begin van de 18e eeuw ernstig met het warmte-onderzoek en de warm- temeting heeft bezig gehouden. Slechts weinige mannen vóór hem schijnen over den gehelm- zinnigen samenhang tusschen de samenstelling der lucht en de volume-uitzettlng der vloeibare stoffen te hebben nagedacht. Wij weten, dat de Engelsche natuurkundige Halley vóór hem der gelijke doeleinden najoeg en dat een Danziger geleerde. Fahrenheit genaamd, er zelfs toe over gegaan is een goed functioneerenden sc'naal- thermometer te construeeren, welke gerulmen tijd den toon aangegeven heeft bij de warmte- meting. Réaumur echter, die het geluk had te leven in het tijdvak van de grootste revoluties op natuurkundig gebied, bracht de tot dusver systeemloos gedane proefnemingen op het ge bied, van het nauwgezet onderzoek. Bovendien had h* nog het bijzondere geluk een man te leeren kennen, die eenige van zijn vergissingen bemerkte en ze van zijn kant verbeterde den Zweedschen natuurkundige Andreas Cel sius, die daarom dan ook met recht naast Réaumur op den thermometer wordt vertegen woordigd door de letter C. René Antoine Ferchault de Réaumur werd den 28sten Februari 1683 te La Rochelle gebo ren. NÜ technische en natuurkundige studiën in Parijs trok hij, die als landedelman van zijn ouders uitgestrekte bezittingen had geërfd, zich op het land terug om daar rustig zijn natuur wetenschappelijk onderzoek voort te zetten. Het is tegenwoordig minder bekend hoe uitgebreid het gebied van Réaumur's studiën was. Hij had een bijzondere Voorliefde voor zjjn bijen; be studeerde ze met de oogen van een geleerde en legde de uitkomst van zijn onderzoek neer in zijn boek „Gedenkbladen over de geschiedenis der Insecten”, dat naast cultuur-historische bij zonderheden hoogst Interessante mededeelingen over de rol van den levensgroei van alle be schaafde en onbeschaafde volken bevat. Hei valt daarbij vooral op, dat hij. hetgeen Darwin zegt over teeltkeus en den strijd om het be staan, in bijzonderheden bij zijn bijen heeft waargenomen meer dan honderd jaar vóór het verschijnen van „origin of species”. Het werk echter, dat hem onsterfelijk zou maken, bestaat uit zijn drie in het Jaar 1730 voor de Parijsche academie van Wetenschappen ge houden voordrachten over het volume der vloei bare stoffen. Aan de hand van zijn onderzoe kingen vond hij den wijngeest thermometer uit, die jaren lang werd gebruikt, totdat Celsius den wijngeest door kwikzilver verving. Op zijn thermometer, die 80 graden telt, is het vries punt bij 90° en het kookpunt bij 80 gr. geplaatst Réaumur heeft ook nog een belangrijke ont dekking gedaan omtrent de bereiding van staal en hU vond het naar hem genoemde glas of porcelein van Réaumur uit. gen. De onderteekening was het schrift zijner moeder, maar de enveloppe heeft een rouw rand,... De mannen van zijn compagnie zagen hem plotseling een beweging maken van ontstelte nis en bleek worden, zoodat zij meenden dat hij zich eensklaps onwel gevoelde. Tegelijkertijd ontsnapte aan de borst van den majoor een doffe kreet en bracht hij de saamgeknepen hand ter plaatse van zijn hart, alsof dit laatste plotseling had opgehouden te kloppen. kV sion van mevrouw Armstrong de heer Mark Livingstone; hij had zich na zijn terugkeer uit Amerika onmiddellijk daar ge vestigd en terstond een goede betrekking als bultenlandsch correspondent gekregen. Doch mevrouw Armstrong maakte zich zeer ongerust over hem, of liever over haar, want Living stone had al spoedig meer dan hechte vriend schapsbanden aangeknoopt met Mary Rubens, een allerliefst meisje, dat nu al ruim zes Jaar in haar pension was en waarover ze zich als een soort moeder gevoelde. De kwestie was, dat Mary en Livingstone een openlijke verkeering Doch de inktvisch was reeds tal van malen een goede schuilplaats geweest voor hij lachte nu alleen maar welke de uit den „Eerst weigerde ik hem te zien, maar hij hield aan en verzocht me een verklaring, waar hij recht op had. Ik wilde niet zeggen, dat u een brief van hem had geopend, dus vertelde ik hem, dat u wantrouwig was. omdat hij zoo dikwijls brieven kreeg uit Ame rika, die met een vrouwenhand geschreven wa ren. HIJ verklaarde me toen, dat die brieven van zijn schoonzuster waren, die een Fran- caise is. zijn broer sneuvelde in den oorlog, en zijn zuster leeft nu met haar kinderen op een farm, waar hijzelf ook langen tijd verbleef. Hij heeft me trouwens de brieven laten zien, on danks mijn protest daartegen”. v Mevrouw Armstrong begreep dat haar leugen schipbreuk geleden had, en dat nu de waarheid volgen moest. „Juffrouw Mary Rubens”, zei ze emstig-plech- tig, ,Jk had iets voor u verzwegen, omdat ik u wilde sparen. De verklaring van Livingstone kan inderdaad correct zijn, maar in den brief dien ik opende, vond ik ’n biljet, waarop zijn foto stond en een groot bedrag werd uitgeloofd voor zijn opsporing als.... moordenaar!” Mevrouw Armstrong had effect verwacht van TOKIO, 1 Maart. (Reuter). De Japansche legerleiding heeft besloten het aantal honden en postduiven in het Japansche „leger in Mandsjoertje te vermeerderenjF'Waarvoor een bedrag van ongeveer 25.000 gulden beschik baar is gesteld. De honden werden tot nu toe afgericht te Tsjiba, terwijl nu ook in de kazernes van het Japansche garnizoen te Koeng Tsjoeling in Mandsjoertje een 300-tal honden zullen worden afgericht. men. Den geheelen tijd, dat de aard mannetjes heen en weer renden, om uit den regen te komen, de inktvisch: „Kom onder deze pa rapluie, wat zal er nou gebeuren.” „Wie zou hem dat geleerd heb ben?" riep Topsy verbaasd uit. .Freddy Vrijdag natuurlijk”, Bobbie, „daar kun Je zeker van zijn.” (Morgenavond vervolg). Het scheen alsof mevrouw Armstrong verstan dig gehandeld had. want een paar dagen later verscheen Mary weer geregeld in de eetkamer, en ze bracht haar avonden door, thuis, in den algemeenen kring. Doch een week later kwam er verandering- Mary werd uithuizig, doch ze leek even gelukkig en blij als ooit tevoren. Maar mevrouw Armstrong dacht dat het voorgewend geluk was. en Mary verstrooiing zocht in den schouwburg en de bioscoop. Over Livingstone werd niet meer gesproken, en toen mevrouw Armstrong het nog eens waagde, verzocht Ma ry haar onmiddellijk dat onderwerp niet meer aan te roeren. Zoo was het geval al een paar maanden geleden, toen het meisje de kamer van mevrouw Armstrong binnenkwam en haar zei: „t Spijt me heel erg, mevrouw, maar.... ik denkIk zal de volgende week uw pension verlaten". Het korte, dikke mevrouwtje Armstrong zat perplex; ze staarde lang en nadenkend naar Mary, die rustig glimlachte. ..Dus.... dus je gaat nog met dien Living stone?” vroeg ze tenslotte vol ingehouden ver ontwaardiging. ,4a,” zei Mary. oo dit blad sün Ingevolge de verzekeringevoorwaarden tegen f Qfïflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7Cf) bij een ongeval met f O Cfk by verlies van een hand f 1 9C bij verlies van een f Cf) bij een breuk van f jffl bfl verlies van °n ongevallen verzekerd voor re™ der volgende uitkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelljken afloop f een voet of een oog f 1 duim of wijsvinger f */Vs~been of arm f TTlZ»- anderen vlnger^F dezen nieuwen slag, maar zij had niet durven denken aan zoo'n hellen angstkreet als Mary gaf. Doodelijk bleek stond ze een oogenblik. toen zakte ze ineen. De dikke mevrouw Armstrong sprong op van haar stoel en snelde ter hulp, met inspanning van alle krachten gelukte het haar Mary op den divan te leggen. Dan haalde ze ijlings een glas water. *„Ja, t is verschrikkelijk, liefje, maar 1 was toch het beste, dat je het nu maar wist, voor het te laat zou zijn.’ „Voor het te laat zou zijn”, kreet Mary op nieuw, „Mark Livingstone en ik zijn vanmorgen Juist getrouwd!” Er viel een doodelijke stilte Mary was bewus teloos op den divan teruggevallen en mevrouw Armstrong zat als versteend. Eindelijk kwam ze tot bezinning, en na vele moeiten gelukte het haar Mary tot bewustzijn tenïg te brengen... Toen begon het meisje hevig te schreien. Plotseling werd op de deur geklopt, de meid meldde, dat de heer Livingstone juffrouw Mary Rubens wenschte te spreken. Beslist stond mevrouw Armstrong op: „Blijf jij hier, lieve", zei ze, ,Jk zal hem te woord staan!” En ze verzamelde al haar moed en die was noodig om Livingstone te ont moeten. „Waar is Mary," vroeg Mark, zoo- dra hjj haar zag, ,Jk sprak met haar af, dat ik haar binnen een kwartier zou ont moeten; zé is nu al een half uur ruim bij u. Of is u soms weer aan 't stoken geweest?” „Ja”, zei mevrouw Armstrong, en haar stem klonk absoluut moedig en dvertulgd, ,4k heb haar de heele waarheid verteld. En dat ga ik jou nu ook doen. Ik wantrouwde allang die vrouwenbrieven van Je. en tenslotte opende ik er een om me te overtuigen. Tot mijn verbijs tering ontdekte ik dat je in Amerika onder een anderen naam gezocht wordt wegens moord! En om Mary niet alles te zeggen, loog ik maar, dat je al getrouwd was...." „Ik. gezocht wegens moord?” riep Mark uit, en plotseling schoot hjj in een geweldigen scha terlach. Toen bedaarde hij opeens, en zei woe dend: „En dót heeft u Mary nu verteld?” ,4a”. zei mevrouw Armstrong, en ze deed een stap achteruit, want hef scheen, dat Mark wilde slaan. Maar hij begon opnieuw te lachen. „Dat komt ervan, als men brieven van een ander openmaakt.” zei Mark. „Dat biljet was niets anders dan een strooibiljet voor theaters. In de rotsstreken, waar mijn schoonzuster haar farm heeft, kwam een filmmaatschappij om een film op te nemen, en doordat ik den regisseur toevallig bleek te kennen, uitstekend paard reed en in die streek thuis was, nam ik aan een rol in zijn film te spelen. Als reclame werden deze biljetten b(j de film uitgegeven, en om het eigenaardige ervan vroeg ik aan mijn schoonzuster er een op te sturen. Ik vond zoo- iets wel een curieuze herinnering. En in uw zenuwachtigheid hebt u natuurlijk het biljet slechts aan één zijde gelezen. Hier, kijkt u ’ns op den achterkant’^ en Mark hield haar het biljet onder den neus, waar op de achterzijde gedrukt stond: interesseert u deze zaak? Gaat u dan de spannende film „Opsporing ver zocht” zien in het Capitol-Theatré, waar ze vanaf de volgende week wordt vertoond." Mevrouw Armstrong zei niets, ze kleurde alleen hevig. „En nu zegt u me onmiddellijk waar Mary is”, eischte Mark. „Boven in mijn zit-kamer”, antwoordde me vrouw Armstrong, en wilde hem voorgaan, maar Mark was reeds de trappen opgesneld. WiiseHjkUUJ volgde Mevrouw Armstrong hem niet, doch toen ze een tien minuten later haar kamer binnen kwam, zag ze Mary zoo stralend en gelukkig als nooit tevoren. Mary ging op haar toe: „AHes is weer in orde! Iedereen zou er zoo iugevlogen zijn, en tenslotte deed u alles alleen om voor mij te zorgen en omdat u niet wilde dat ik on gelukkig zou worden. Dat was toch ook heel lief van u.” .Maar zoolang ik leef,” getuigde mevrouw Armstrong, ,jml1 ik nool meer een brief van een ander openen; dat is me té slecht bekomen. Doch heuschik dacht werkelijk dat zijn aanhouding verzocht werd!” „Maar dat is ook zoo!” lachte Mary, terwijl ze gelukkig lachend haar echtgenoot bij den arm hield, „en ik houd hem in arrest.... mijn heele leven lang!” smak, zonder een kreet te slaken, zwaar ge wond aan belde beenen. HU betastte koelbloedig zijn instrument, constateerde dat het niet beschadigd was en riep uit: „De doedelzak is ongeschonden.... Vooruit kameraden, leve het oude Schotland!” Op handen en knieën, de bloedende beenen meesleepende, kroop hU zoo goed mogelijk vooruit en slaagde erin een rotspunt te berei ken en daarop te gaan zitten. En onder een helsch vuur bleef hij doorspe len zUn: „Cock the North". De Gordon-Hooglanders juichten hem toe: .Hoera voor Kildare!.... Hoera!.... Hoera voor Kildare!" De majoor en zUn luitenant rennen in vol len galop aan het hoofd hunner manschappen den vijand tegemoet, nog meer denkende aan den verschrikkeUjken inhoud der brieven wel ke zjj in hun handen samenknijpen, dan aan het hen bedreigende doodsgevaar. „Voor waarts!” klink het telkens weer, terwijl de vU- andelijke kogels hun aan alle kanten om de ooren fluiten. Met ’n geweldigen sprong „neemt” het paard van den majoor de eerste verschansing, onmiddellijk gevolgd door dat van den luitenant, zoodat de belde officieren reeds naar de tweede linie galoppeeren, terwijl hun mannen zelfs nog niet de eerste heben bereikt. Achter hen wordt een verwoed gevecht met de bajonet geleverd. Dat is het werk van een oogenblik. De Afridi’s zijn weldra onder den voet ge- I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 10