Op zijn zestigsten verjaardag t 4 Mr J Z. H. Exc. Monseigneur Joannes Dominicus Joseph Aengenent 1 f Bij een zestigsten verjaardag w 1 ..r P tl 4*1 - pil 'f? MAANDAG 13 MAART - t SOCIAAL BISSCHOP 1873 - 14 Maart- 1933 Haarlems beminde Kerkvorst, Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent Docent en echryver a i ,vi Baloeran f I Een pertoonlykheid, die niet alleen behoort aan het Haarlemech Diocee», doch aan geheel Katholiek Nederland K Mgr. Aengenent tijdens de consacratie van een nieuw altaar aan boord van het m.s. „Baloeran Graal en Stille Omgang Zyn eerete Bitechoppelyk vermaan 14 Maart 1873 Voor heel Nederland Krachtig en edelmoedig f IV eer-cocio/po? k l xin, 8>. W'7 i- als deze I kt to Dr. O. C. VAN NOORT, Deken van Amsterdam. i doende. Willen wy werkelijk trachten te berei ken een maatschappij waarin wonen rechtvaar digheid en vrede. Justitia et pax, dan zullen wjj ver over de grenzen der rechtvaardigheid moe ten heengaan, wijl de vrede alleen dan zal heer- schen, wanneer de naastenliefde zetelt op een troon, welke rust op een fundament van recht vaardigheid. Is het niet ten hoogste merkwaar dig. dat Paus Leo XII zijn Encycliek „Rerum Novarum" besluit met een vurige aanmaning om toch vooral de naastenliefde in beoefening te brengen....” .....De vermaning van den Apostel Johan nes om elkander lief te hebben is dus bij uit stek een vermaning voor onzen tjjd. „Doch niet alleen in de sociale verhoudingen, maar ook in de verhoudingen van individu tot individu moet de naastenliefde heerschen En nu bedoel ik niet in de allereerste plaats, dat wij verplicht zijn om aan de armen aalmoezen uit te deelen. Neen, veel meer heb ik het oog op den plicht om in den omgang met onze even naasten zachtmoedig en liefdevol te zijn.” f Sn’ - p Morgen 14 Maart viert onze Blsschop zUH zestigsten verjaardag! Toen op den feest- 1 dag van St. Petrus en Paulus in het jaar 1928 bekend werd, dat prof. Aengenent tot Blsschop van Haarlem benoemd was, ging er een juich kreet op bij de Geestelijkheid van het bisdom en bij de talrijke leeken, die hem in zijn ver schillende bemoeiingen buiten het Warmond- sche Seminarie hadden leeren kennen. Hij zelf aanvaardde de zware taak, die hem werd op gelegd, met rustig vertrouwen op Gods bij stand: „Als God nu eenmaal wil, dat ik dat worden moet, dan zal Hij mij ook wel helpen”. Een .geboren blsschop” noemde hem de Inter nuntius. Nog enkele maanden en het eerste lustrum van zijn Episcopaat zal zich sluiten. Het zou ons slecht passen en het zou hem allerminst aangenaam zijn, zoo we hier de loftrompet gingen steken over zijn bisschoppelijk bestuur. We achten het zelfs beter, geen enkel deel zij ner herderlijke bemoeiingen in het bijzonder naar voren te brengen. Maar we mogen toch dankbaar erkennen wat allen weten dat hij zich met heel zijn persoon, volledig en on verdeeld gegeven heeft aan de veelzijdige zor gen van zijn hoog ambt, ,4a, maar. zoo dacht hl) tijdens de overstelpende drukte en het nieu we der eerste maanden, als 't winter wordt, komen mijn boeken wel weer voor den dag.” Die boeken, althans de studieboeken, zullen wel rustig op hun plaats gebleven zijn, want men schen en zaken van allerlei aard, menschen vooral, vragen gestadig den heelen man. En de persoonlijke belangstelling voor allen en alles, wat aan zijn zorgen is toevertrouwd, eet al den tijd op, die van den eigenlijken arbeid kan worden uitgespaard. Waarbij we met groote erkentelijkheid vermelden, dat in die persoon- lijte belangstelling, in dat persoonlijk mee leven. de hoofdstad ruim haar aandeel kreeg. 1 Zestig jaren! Maar de frischheid van zijn aangezicht en de veerkracht van zijn tred en de kracht van zijn gestel schijnen te beloven, dat de tijd nog verre is, waarop hij zich zelven zal moeten gaan sparen. Moge Gods goedheid hem nog een lange reeks van jaren doen blij ven sterk van lichaam en jeugdig van geest, blijmoedig en onvermoeid werkend voor de be langen van zijn bisdom. In dien zin stijgt morgen uit veler harten de liturgische bede ten hemel: .Moge hij stand houden en besturen in Uwe kracht, o Heer, en in de hoogheid van Uwen Naam!” In deze dagen van het Amsterdamsche Mi- rakelfeest herdenken we Haarlems Blsschop in het bijzonder als de groote beoefenaar en be schermheer van den Stillen Omgang en van de Graal, die in Amsterdam zulke triomfen vierde. Het was hem niet te veel om met de Haar lemmers te voet naar Amsterdam te trekken en daar in den nacht den Stillen Omgang te doen. Met de Stille Omgangers wilde hij het gouden feest in het Concertgebouw meevieren en met de Haarlemmers hun zilver feest. Naar Amster dam blijft de blsschop optrekken in den nacht. Van de Graal is hij mede de groote bescher mer. De schrijver van „De sociale taak der Roomsche Vrouw in onze dagen” was een der eersten, die het belang der medewerking van de katholieke vrouwen aan de sociale actie inzag. „De herleving van onzen godsdienst in de toekomst zal voor een groot gedeelte van den arbeid der vrouw afhangen” zoo schreef hij in dertijd. Opkomst, groei en huldigen bloei, heeft de Graalbeweging der vrouwen van Nazareth aan Mgr. Angenent te dankslf. Hij is bescherm heer der vrouwen, directeur der Graal. Tot de moderne jeugdbeweging gaf Blsschop een groote stuwing. Hoeveel deed hij ook niet voor de Relnllda- Stlchtlng van Bethanië?! „Zijn prlesterhart aldus dr. L. de Jonge S.J. dat op Christus’ voorbeeld t meest getrokken wordt naar armen en kleinen, moest wel een zekere voorliefde hebben voor het apostolaat der Reinildahuizen, en zijn rechtsgevoel drong hem. ten koste van tijd en moeite, op te komen voor Bethanie, tegen onbillijke beoordeellng en behandeling, die nu en dan in volmaakt goede trouw de beste in stellingen treffen. Geen priester heeft in dit opzicht meer voor haar gedaan dan hij.” Zoo staat hij midden in de Katholieke mo derne beweging onzer dagen, onzen tijd begrij pend en naar de toekomst ziende. Met moderne middelen wil hij het kwaad bestrijden en het goede verbreiden met geloof in de toekomst. Moge hij het diocees Haarlem, moge hij heel Katholiek Nederland nog vele jaren te zegen zijn. De geloovigen bidden God hiervoor op deae dagen. Vier en twintig Jaren heeft hij de wysgeerige Sociologie gedoceerd aan de aanstaande pries ters van het Bisdom Haarlem. „Zoo is thans de overgroote meerderheid der geestelijke advi seurs van katholieke sociale vereenigtngen in dit Bisdom zijn leerlingen”, mocht Mr. Aalberse getuigen. „Zijn rustige, klare ideeën zijn de voorbereiders geweest van hun werkzaamheid in de praktijk. In hun aller harten is levend zijn grondgedachte: door gerechtigheid tot vrede”. .Krachtig en edelmoedig, dit zijn de twee overheerschende karakter eigenschappen, waar door prof. Aengenent zich in de sociale bewe ging een even zeldzame als mooie positie heeft veroverd,” aldus dezelfde mr. Aalberse bij de bisschopsbenoeming. Pater mr. dr. Arn. Borret 8. J. voegde hier aan toe: .Dit is de onloochenbaar groote zegen geweest, die van Aengenent’s leerboek is uitge gaan: het heeft de katholieke beginselen der sociologie tot gemeengoed gemaakt onder ons volk. Alles, wat verspreid lag in voor onont- wikkelden nauwelijks toegangbare geschriften, zooals de Encyclieken van Paus Leo XIII en buitenlandsche schrijvers als Antoine, Pesch, Cathrein, Bieoerlack ex heeft het gecommen tarieerd, uiteengezet, bevattelijk uitgewerkt en op Nederlandsche omstandigheden tcegepast." „Voeg daarbij dat het Mgr. Aengenent ge geven is geweest, gedurende een bijna vijf en twintigjarig professoraat aan het Groot Semi narie te Warmqpd tientallen van geestelijken, aan de hand van zijn Leerboek, op te leiden en voor te bereiden tot het geestelijk adviseurschap van veelsoortige sociale vereenigingen, dan zal wel zonder vrees voor tegenspraak kunnen wor den vastgesteld, dat in het bloeiend sociaal le ven, waarin de katholieken van Nederland zich mogen verheugen, de socioloog Aengenent nog langen tijd zal blijven voortleven.” Thyssen bij de bisschopsbenoeming. Er waren op politiek terrein destijds plannen van afscheiding. „Het bestuur van den Algemeenen Bond van R. K. Klesvereenlglngen, en speciaal de voor zitter. Mr. A. Baron van Wijnbergen, was zich het gevaar bewust, en gevoelde behoefte aan de tusschenkomst van een buitenstaander, in wien iedereen vertrouwen zou hebben, ten einde het opkomende gevaar te bezweren. Toen viel het oog op den beminneiyken Wannondschen professor, en men behoefde niet langer te zoe ken, want aanstonds was deze, die ook gevoel de, dat spoedig ingrijpen noodzakelijk was, be reid tot bemiddelend optreden. „Wat heb ik hem toen bewonderd in zijn hel der betoog te midden van menschen. die hjj wellicht overal ontmoet had, behalve op dit terrein, waarin hjj zich nimmer bewoog; hoe hfj, na alle grieven te hebben aangehoord, wist te wijzen op de noodlottige gevolgen van een scheuring in het politieke, katholieke kamp, wist te wijzen op het groote goed, dat allen gemeenschappelijk bezaten en dat niet verloren mocht gaan, wist te wijzen op de noodzakelijk heid om de bezwaren te overbruggen langs den weg van hervorming der Party, waar nu een maal plaats moet kunnen zijn voor menschen van de meest uiteenloopende maatschappelijke begrippen. „Men hoorde hem aan, men mopperde, men opponeerde tot laat in den nacht, maar men ging uiteen in de overtuiging, dat een wijs man een wijs woord had gesproken, dat niet ver vliegen mocht, en men toog aan den arbeid en vond ten slotte na veel arbeid een resultaat, dat de gevreesde splitsing voorkwam." Ja, deze zestigjarige behoort aan heel katho liek Nederland 1 Geene kende, zooals hij, alle toestanden, alle organisaties, alle leiders, toen hij geroepen werd het bisdom Haarlem te besturen. En treffend is het na te gaan hoe hij bisschep straf de lijn doortrok van zijn sociale doceerende bemoeiingen. Vrede wilde hij door rechtvaardigheid. En hij wendde zich als blsschop dan tot zijn volk en schreef deze regels die gelezen en her lezen moeten worden: „Wanneer ik dit alles (het groot, diep geloof bjj zijn dlocesanen) overweeg, dan mag ik wel uitroepen: Wat beleven wij toch een heerlijken tijd! Want is het niet om te stemmen tot blijd schap en vreugde, is het niet om te juichen, dat zulk een geloof bet bezit is van u, mijne dier bare kinderen, die voortaan aan mijne zorg zyt toevertrouwd. Ja ik gevoel in mijn leven die zelfde vreugde, waarmede de Apostel Paulus schreef aan de geloovigen van Ephese: „Nu ik gehoord heb van uw geloof, houd ik niet op God te danken*.... .Maar bij dit woord van dank en vreugde mag ik het niet laten. Ik ben overtuigd, dat gij allen op dit oogenblik van mij nog verwacht een Klaar docent en helder schrijver is hij steeds genoemd. En terecht. Wie het voorrecht mocht genieten onder het gehoor van dezen zoo zéér bijzonderen docent te hebben gezeten op de Sociale Weken, op een Katholiekendag als die te Maastricht ot elders wie de vele door wrochte en toch ook voor de eenvoudigen van geest zoo begrijpelijke geschriften van den productleven leeraar mocht lezen zal getroffen zijn door de concreetheid, den logischen ont wikkelingsgang en de argumentatie van zijn betoog. Welk een productiviteit tevens. Daar zjjn eerst zijn genoemde grootere werken. En dan zijn kleinere geschriften vaak in brochure-vorm uitgegeven voordrachten en praeadviezen, over het Eigendomsrecht. Socia lisatie, Moederschapszorg, Salarisregeling en Katholieke Sociologie, Klassenstrijd. Sociale taak der Roomsche Vrouw, Bedrijfsradenstel- sel, De Acht-urendag, enz., zijn Jaarlljksche voordrachten op de Sociale Weken, in dezer uitvoerige Verslagboeken opgenomen, zijn redevoeringen over de verhouding tusschen de sociale organisaties en de politiek, gehouden in 1918 in de R. K. Werkgeversvereenlging over de verbindendverklaring der collectieve arbeidsovereenkomsten, gehouden in 1927 in den R. K. Ned. Boeren- en Tulndersbond over den Middenstand, gehouden evenzeer in 1927 in de feestvergadering bij het 4e Lustrum 14 Maart 1873 te Rotterdam geboren, April 1897 priester gewijd werd de jonge godsgezant op den dag zijner wijding zelf benoemd tot kapelaan te Roelofarendsveen, om reeds 30 Sep tember 1898 tot leeraar aan het Klein-Semi- narie „Hageveld” te worden aangesteld. De sociologie trok hem alreeds vroeg aan. In 1903 verscheen onder redactie van mr. P. J. M. Aalberse de eerste aflevering van het Katholiek Sociaal Weekblad". De golfslag van den tijd openbaarde zich in dit belangrijke werk van de toen katholieke jongeren en werd oogen- blikkelyk begrepen door mgr. dr. Schaepman. In een zijner laatste „Chronica” wenschte hij hun een welkom toe maar maakte tevens deze aanmerking: hij miste in de rij der medewerkers professor Aengenent, waarvan hij een bijdrage over het .Eigendomsrecht” in „De Katholiek” had gelezen hetwelk hem zeer had getroffen. Zoo vonden professor J. D. J. Aengenent en prof. mr. P. J. M. Aalberse elkander. Twee na turen die elkaar begrepen en aanvulden. Zij derden de stichters der Katholieke Sociale Ac tie, in 19031905 door Aalberse opgericht. ander woord, een herderlijk en vaderlijk woord van leering en opwekking. Ik heb mij afge vraagd: wat zal het eerste woord van dien aard zijn dat ik u, geliefde kinderen, toespreek? Wel nu, dat eerste woord ontleen ik *n mijn groo- ten Patroon, den heiligen Joannes den Evange list, den Apostel der liefde, van wien wij bij den H. Hieronymus lezen, dat hij op zijn hoo- gën ouderdom, toen hij bijna niet meer kon spreken, telkens en telkens wanneer hij zich naar de godsdienstige bijeenkomsten der Chris tenen had laten brengen, deze woorden her haalde: .Kinderen, bemint elkander”. Toen dit de aanwezigen begon te vervelen, vroegen zij hem: .Meester, waarom herhaalt gij dit toch voortdurend?” En toen antwoordde hij: „omdat het is het gebod des Heeren; en als dit uitge voerd wordt, is het voldoende". ,Dat woord van mijn grooten heiligen Pa troon, beminde geloovigen, is een woord van bijzondere beteekenls voor onzen tijd. Het ge bod der naastenliefde is het gebod van onzen Goddeiyken Zaligmaker bij uitstek. „Hieraan zullen allen erkennen, zoo verklaarde Hij uit drukkelijk, dat gij Mijne leerlingen zijt, als gij elkander liefhebt! (Joes XIII, 35). En daar om zeide ook de H. Paulus in zijn brief aan de Romeinen: „Hjj. die zjjn naaste liefheeft, heeft de wet vervuld". (Rom. XIII, 8). En daarom nader ik thans voor de eerste maal tot U met het woord van den H. Joannes op de lippen: .Kinderen, bemint elkander, hebt el kander lief." In dat woord ligt de oplossing van alle nooden en kwalen van den tijd, waar in wij thans leven. Indien dat gebod der naas tenliefde in zjjn volheid wordt opgevolgd, dan zal zoowel in het sociale als in het particu liere leven een toestand worden geboren, die aan de wereld als het ware een heel ander aanschijn zal geven. „In het sociale leven. Ja, beminde geloovigen, alleen van de volledige vervulling van het ge bod der naastenliefde Is de vrede in de maat schappelijke verhoudingen te verwachten. Ik weet het, allereerst moet aan de eischen der strikte rechtvaardigheid worden voldaan. Al lereerst moeten de verschillende maatschappe lijke klassen wederzijds elkanders rechten weten te waardeeren en in vervulling doen gaan. Maar het strikte recht alleen is niet in staat den geschokten maatschappeiyken vrede te herstellen. De rechtvaardigheid is slechts de grondslag, het fundament waarop de maat schappij selve nog moet worden opgetrokken. Justitia fundamentum regnorum. Bestaat die grondslag niet, dan is een ordelijke opbouw van de maatschappelijke samenleving onmogelijk. Maar de grondslag is de bouw zelf nog niet. Bij den bouw der maatschappelijke samenle ving is de naastenliefde de allervoomaam factor, die alles moet leiden en beheerschen. Is zij niet de stuwkracht b{J al ons sociaal denken en handelen, dan zal de zoo gewenschte vrede in de maatschappelijke verhoudingen ver te zoeken lijn. De rechtvaardigheid alleen is dus cnvol- Zijn figuur groeide ook in het openbare leven en hem werd advies gevraagd als lid van den Hoogen Raad van Arbeid, mede-bestuurs- der van de Apologetische Vereenlglng „Petrus Caniaius", voorzitter der Commissie van Beroep voor het Onderwijs in verschelden dekenaten, secretaris van het hoofdbestuur der Neder landsche Katholiekendagen, voorlichter van middenstanders en werklieden, lid van het Hoofdbestuur van den Katholieken Vredes- bcnd, voorzitter van den Gemengden Bedrjjfs- raad voor de Metaal-lndustrie. voorzitter van de Commissie tot bestudeering van het rente- vraagstuk, gevormd uit den Centralen Raad van Bedrijven, voorzitter van de Commissie tot bestudeering van een Consumentenraad enz. Begrijpelijkerwijze werd deze geleerde nog be stormd voor alerlci persoonlijke adviezen. Toen hij 3 April 1922 zijn zilveren priester feest vierde kwam wijlen Mgr. A. J. Callier den jubilaris persoonlijk voor zijn onvermoeide werkzaamheid danken en benoemde hem tot eere-kanunnik van het Kathedrale Kapittel van Haarlem. In het jaar daarop, in 1933, werd hij door den Paus benoemd tot Kanunnik- Theologaal van het Kapittel. Ook de Nederlandsche Regeering erkende zijn verdiensten door hem te benoemen tot of ficier in de OranJe-Nasau-orde. welke onder scheiding den jubilaris door den Ministerpresi dent. Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck en den toenmallgen Minister van Arbeid. Han del en Nijverheid, Mr. P. J. M. Aalberse, werd overhandigd. .Krachtig en edelmoedig, dit zijn de twee overheerschende karaktereigenschappen, waar door prof. Aengenent dit in de soctaie^beweging 'een even zeldzame als mooie positie heeft ver overd” aldus teekende mr. Aalberse hem bjj de bisschopsbenoeming. „Justitia et Pax” schreef dan ook deze so ciale blsschop in zijn wapenspreuk. „Rechtvaar digheid en vrede” wil hij. Vrede door recht vaardigheid. Een treffend'staaltje hoe hij steeds zich veel moeite gaf voor deirvrede met name onder de katholieken gat mr. J. N. Heerlens orgen viert Zijne Hoogwaardige Excel- |W| lentie Mgr. Joannes Dominicus Joseph •I-’A Aengenent. Blsschop van Haarlem, zijn zestigsten verjaardag. Het is een goede gewoonte om onze groote mannen bjj het bereiken van dien leeftijd, ter wijl zij nog in de volle kracht van hun geestelijk kunnen staan, dankend te eeren voor hetgeen zjj deden ten bate der gemeenschap. Zoo eene dan heeft de sociale priester bij uit nemendheid, die Mgr. Aengenent steeds is ge weest, zich met al den ijver van zijn priesterlijke geroepenheld en met al de Wettenschap zijner sociologische studiën aan de gemeenschap ge wijd welke hem daarvoor groote erkentelijkheid verschuldigd blijft. Een uiting daarvan, spon taan en algemeen zal ongetwijfeld Haarlems Kerkvorst op den £ag van morgen geworden. Uit heel Nederland. Want deze Blsschop van het Haarlemsche diocees is door zjjn leeraarschap der sociologie, door zijn leiderschap in tal van algemeen Neder landsche katholieke belangen denken we maar even aan zijn geestelijk adviseurschap der Katholieke Sociale Actie, waarvan hij met mr. Aalberse de medestichter was, alsmede aan zijn secretariaat van de Algemeene Nederlandsche Katholiekendagen een priester geworden die aan. héél ons volk behoort. Tijdens de 8t. Aman- dusfeesteb te Gent bleek bovendien hoe de sociale leeraar óók bij het Vlaamsche broeder volk gevierd wordt, dat voor 40pCt. deel had aan ‘de afname van zijn sociologisch leerboek. Nog heugt ons de enthousiaste ontvangst door Mff. Coppieters van Gent en de zijnen den Haarlemschen Blsschop bereid, een ontvangst die tijdens de kathedraalfeesten te Aterlem reflex vond in de begroeting van Gents Kerk vorst te Haarlem. Mgr. Aengenent heeft voor een goed deel de sociale beweging der laatste dertig jaren onder de katholieken ten onzent gestuwd. Hij was de wetenschappelijke mentor en de bezielende geest kracht ervan. De Sociale Weken van eertijds, in 1906 te Utrecht begonnen waaraan de overrijke verslagboeken de kostbare herinnering in nog voor dezen onzen dag geldend studie-materiaal bewaren een volksuniversiteit voor de socio logie trokken zich vooral in drie personen samen: den priesterlijken socialen denker en klaren docent Aengenent, het juridisch-sociale geweten Aalberse en den socialen leider, den toen maals „Jongen” Ruys de Beerenbrouck. Drie man nen die nu nog de eerste plaatsen in den lande Innemen. Ruys Is onze minister-president geworden Aalberse onze politieke leider der Katholieke Staatsparty Aengenent de „Sociale Blsschop" van Haarlem. van de Haarlemsche Diocesane Hanze zyn praeadviezen over de Zondagsheiliging In 1907 voor het Nationaal Congres voor Zondagsrust over de factoren der loonbepaling. voor de Vereenlglng voor Staatshuishoudkunde en Sta tistiek enz. enz. Sinds 1919 strekten zyn bemoeiingen zich uit tot het geven van een cursus in de wysbe- geerte voor de Leidsche studenten. Op deze colleges verwierf hy zich door zUn kristalhel- deren betoogtrant groote vermaardheid. Voor de Katholieke pers gevoelde de sociale werker veel en hy werd o.a. gedelegeerd commissaris der Leidsche Courant. Al in 1904 was de geleerde priester tot pro fessor aan het Oroot-Semlnarie te Warmond benoemd om de philosophic te doceeren. Om een duideiyk beeld te geven van de beoefening dezer wetenschap schreef hy zyn „Handboek van de geschiedenis der Wysbegeerte” en (in samenwerking met den paedagoog Chr. Wesse ling) een „Handboek der Zielkunde”. Profes sor in de Wysbegeerte en benoemd voor den nieuw opgerichten leerstoel der maatschappy- leer. De stroomlngen en omwentelingen in de maatschappeiyke orde deden zyn geesteiyke overheid en hem besluiten den theologanten, wilden zy in de praktyk niet vreemd hier tegen over staan, kennis der sociologie by te brengen. Grondig kenner der moderne sociologie, schreef hy zelf een leidraad, het „Handboek der So ciologie”.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5