Op zijn zestigsten verjaardag
t
4
Mr
J
Z. H. Exc. Monseigneur Joannes Dominicus Joseph Aengenent
1
f
Bij een zestigsten
verjaardag
w
1
..r
P
tl
4*1
- pil
'f?
MAANDAG 13 MAART
-
t
SOCIAAL BISSCHOP
1873 - 14 Maart- 1933
Haarlems beminde Kerkvorst, Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent
Docent en echryver
a
i
,vi
Baloeran
f
I
Een pertoonlykheid, die niet alleen
behoort aan het Haarlemech
Diocee», doch aan geheel
Katholiek Nederland
K
Mgr. Aengenent tijdens de consacratie van een nieuw
altaar aan boord van het m.s. „Baloeran
Graal en Stille Omgang
Zyn eerete Bitechoppelyk
vermaan
14 Maart 1873
Voor heel Nederland
Krachtig en edelmoedig
f
IV eer-cocio/po?
k
l
xin, 8>.
W'7 i-
als
deze
I
kt
to
Dr. O. C. VAN NOORT,
Deken van Amsterdam.
i
doende. Willen wy werkelijk trachten te berei
ken een maatschappij waarin wonen rechtvaar
digheid en vrede. Justitia et pax, dan zullen wjj
ver over de grenzen der rechtvaardigheid moe
ten heengaan, wijl de vrede alleen dan zal heer-
schen, wanneer de naastenliefde zetelt op een
troon, welke rust op een fundament van recht
vaardigheid. Is het niet ten hoogste merkwaar
dig. dat Paus Leo XII zijn Encycliek „Rerum
Novarum" besluit met een vurige aanmaning
om toch vooral de naastenliefde in beoefening
te brengen....”
.....De vermaning van den Apostel Johan
nes om elkander lief te hebben is dus bij uit
stek een vermaning voor onzen tjjd.
„Doch niet alleen in de sociale verhoudingen,
maar ook in de verhoudingen van individu tot
individu moet de naastenliefde heerschen En
nu bedoel ik niet in de allereerste plaats, dat wij
verplicht zijn om aan de armen aalmoezen uit
te deelen. Neen, veel meer heb ik het oog op
den plicht om in den omgang met onze even
naasten zachtmoedig en liefdevol te zijn.”
f
Sn’
- p
Morgen 14 Maart viert onze Blsschop
zUH zestigsten verjaardag! Toen op den feest- 1
dag van St. Petrus en Paulus in het jaar 1928
bekend werd, dat prof. Aengenent tot Blsschop
van Haarlem benoemd was, ging er een juich
kreet op bij de Geestelijkheid van het bisdom
en bij de talrijke leeken, die hem in zijn ver
schillende bemoeiingen buiten het Warmond-
sche Seminarie hadden leeren kennen. Hij zelf
aanvaardde de zware taak, die hem werd op
gelegd, met rustig vertrouwen op Gods bij
stand: „Als God nu eenmaal wil, dat ik dat
worden moet, dan zal Hij mij ook wel helpen”.
Een .geboren blsschop” noemde hem de Inter
nuntius.
Nog enkele maanden en het eerste lustrum
van zijn Episcopaat zal zich sluiten. Het zou
ons slecht passen en het zou hem allerminst
aangenaam zijn, zoo we hier de loftrompet
gingen steken over zijn bisschoppelijk bestuur.
We achten het zelfs beter, geen enkel deel zij
ner herderlijke bemoeiingen in het bijzonder
naar voren te brengen. Maar we mogen toch
dankbaar erkennen wat allen weten dat
hij zich met heel zijn persoon, volledig en on
verdeeld gegeven heeft aan de veelzijdige zor
gen van zijn hoog ambt, ,4a, maar. zoo dacht
hl) tijdens de overstelpende drukte en het nieu
we der eerste maanden, als 't winter wordt,
komen mijn boeken wel weer voor den dag.”
Die boeken, althans de studieboeken, zullen wel
rustig op hun plaats gebleven zijn, want men
schen en zaken van allerlei aard, menschen
vooral, vragen gestadig den heelen man. En de
persoonlijke belangstelling voor allen en alles,
wat aan zijn zorgen is toevertrouwd, eet al den
tijd op, die van den eigenlijken arbeid kan
worden uitgespaard. Waarbij we met groote
erkentelijkheid vermelden, dat in die persoon-
lijte belangstelling, in dat persoonlijk mee
leven. de hoofdstad ruim haar aandeel kreeg.
1 Zestig jaren! Maar de frischheid van zijn
aangezicht en de veerkracht van zijn tred en
de kracht van zijn gestel schijnen te beloven,
dat de tijd nog verre is, waarop hij zich zelven
zal moeten gaan sparen. Moge Gods goedheid
hem nog een lange reeks van jaren doen blij
ven sterk van lichaam en jeugdig van geest,
blijmoedig en onvermoeid werkend voor de be
langen van zijn bisdom.
In dien zin stijgt morgen uit veler harten de
liturgische bede ten hemel: .Moge hij stand
houden en besturen in Uwe kracht, o Heer, en
in de hoogheid van Uwen Naam!”
In deze dagen van het Amsterdamsche Mi-
rakelfeest herdenken we Haarlems Blsschop in
het bijzonder als de groote beoefenaar en be
schermheer van den Stillen Omgang en van de
Graal, die in Amsterdam zulke triomfen vierde.
Het was hem niet te veel om met de Haar
lemmers te voet naar Amsterdam te trekken en
daar in den nacht den Stillen Omgang te doen.
Met de Stille Omgangers wilde hij het gouden
feest in het Concertgebouw meevieren en met
de Haarlemmers hun zilver feest. Naar Amster
dam blijft de blsschop optrekken in den nacht.
Van de Graal is hij mede de groote bescher
mer. De schrijver van „De sociale taak der
Roomsche Vrouw in onze dagen” was een der
eersten, die het belang der medewerking van
de katholieke vrouwen aan de sociale actie
inzag. „De herleving van onzen godsdienst in
de toekomst zal voor een groot gedeelte van den
arbeid der vrouw afhangen” zoo schreef hij in
dertijd. Opkomst, groei en huldigen bloei, heeft
de Graalbeweging der vrouwen van Nazareth
aan Mgr. Angenent te dankslf. Hij is bescherm
heer der vrouwen, directeur der Graal.
Tot de moderne jeugdbeweging gaf
Blsschop een groote stuwing.
Hoeveel deed hij ook niet voor de Relnllda-
Stlchtlng van Bethanië?! „Zijn prlesterhart
aldus dr. L. de Jonge S.J. dat op Christus’
voorbeeld t meest getrokken wordt naar armen
en kleinen, moest wel een zekere voorliefde
hebben voor het apostolaat der Reinildahuizen,
en zijn rechtsgevoel drong hem. ten koste van
tijd en moeite, op te komen voor Bethanie, tegen
onbillijke beoordeellng en behandeling, die nu
en dan in volmaakt goede trouw de beste in
stellingen treffen. Geen priester heeft in dit
opzicht meer voor haar gedaan dan hij.”
Zoo staat hij midden in de Katholieke mo
derne beweging onzer dagen, onzen tijd begrij
pend en naar de toekomst ziende. Met moderne
middelen wil hij het kwaad bestrijden en het
goede verbreiden met geloof in de toekomst.
Moge hij het diocees Haarlem, moge hij heel
Katholiek Nederland nog vele jaren te zegen zijn.
De geloovigen bidden God hiervoor op deae
dagen.
Vier en twintig Jaren heeft hij de wysgeerige
Sociologie gedoceerd aan de aanstaande pries
ters van het Bisdom Haarlem. „Zoo is thans
de overgroote meerderheid der geestelijke advi
seurs van katholieke sociale vereenigtngen in
dit Bisdom zijn leerlingen”, mocht Mr. Aalberse
getuigen. „Zijn rustige, klare ideeën zijn de
voorbereiders geweest van hun werkzaamheid
in de praktijk. In hun aller harten is levend
zijn grondgedachte: door gerechtigheid tot
vrede”.
.Krachtig en edelmoedig, dit zijn de twee
overheerschende karakter eigenschappen, waar
door prof. Aengenent zich in de sociale bewe
ging een even zeldzame als mooie positie heeft
veroverd,” aldus dezelfde mr. Aalberse bij de
bisschopsbenoeming.
Pater mr. dr. Arn. Borret 8. J. voegde hier
aan toe: .Dit is de onloochenbaar groote zegen
geweest, die van Aengenent’s leerboek is uitge
gaan: het heeft de katholieke beginselen der
sociologie tot gemeengoed gemaakt onder ons
volk. Alles, wat verspreid lag in voor onont-
wikkelden nauwelijks toegangbare geschriften,
zooals de Encyclieken van Paus Leo XIII en
buitenlandsche schrijvers als Antoine, Pesch,
Cathrein, Bieoerlack ex heeft het gecommen
tarieerd, uiteengezet, bevattelijk uitgewerkt en
op Nederlandsche omstandigheden tcegepast."
„Voeg daarbij dat het Mgr. Aengenent ge
geven is geweest, gedurende een bijna vijf en
twintigjarig professoraat aan het Groot Semi
narie te Warmqpd tientallen van geestelijken,
aan de hand van zijn Leerboek, op te leiden en
voor te bereiden tot het geestelijk adviseurschap
van veelsoortige sociale vereenigingen, dan zal
wel zonder vrees voor tegenspraak kunnen wor
den vastgesteld, dat in het bloeiend sociaal le
ven, waarin de katholieken van Nederland zich
mogen verheugen, de socioloog Aengenent nog
langen tijd zal blijven voortleven.”
Thyssen bij de bisschopsbenoeming. Er waren op
politiek terrein destijds plannen van afscheiding.
„Het bestuur van den Algemeenen Bond van
R. K. Klesvereenlglngen, en speciaal de voor
zitter. Mr. A. Baron van Wijnbergen, was zich
het gevaar bewust, en gevoelde behoefte aan
de tusschenkomst van een buitenstaander, in
wien iedereen vertrouwen zou hebben, ten einde
het opkomende gevaar te bezweren. Toen viel
het oog op den beminneiyken Wannondschen
professor, en men behoefde niet langer te zoe
ken, want aanstonds was deze, die ook gevoel
de, dat spoedig ingrijpen noodzakelijk was, be
reid tot bemiddelend optreden.
„Wat heb ik hem toen bewonderd in zijn hel
der betoog te midden van menschen. die hjj
wellicht overal ontmoet had, behalve op dit
terrein, waarin hjj zich nimmer bewoog; hoe
hfj, na alle grieven te hebben aangehoord, wist
te wijzen op de noodlottige gevolgen van een
scheuring in het politieke, katholieke kamp,
wist te wijzen op het groote goed, dat allen
gemeenschappelijk bezaten en dat niet verloren
mocht gaan, wist te wijzen op de noodzakelijk
heid om de bezwaren te overbruggen langs den
weg van hervorming der Party, waar nu een
maal plaats moet kunnen zijn voor menschen
van de meest uiteenloopende maatschappelijke
begrippen.
„Men hoorde hem aan, men mopperde, men
opponeerde tot laat in den nacht, maar men
ging uiteen in de overtuiging, dat een wijs man
een wijs woord had gesproken, dat niet ver
vliegen mocht, en men toog aan den arbeid
en vond ten slotte na veel arbeid een resultaat,
dat de gevreesde splitsing voorkwam."
Ja, deze zestigjarige behoort aan heel katho
liek Nederland 1
Geene kende, zooals hij, alle toestanden, alle
organisaties, alle leiders, toen hij geroepen
werd het bisdom Haarlem te besturen.
En treffend is het na te gaan hoe hij
bisschep straf de lijn doortrok van zijn sociale
doceerende bemoeiingen. Vrede wilde hij door
rechtvaardigheid.
En hij wendde zich als blsschop dan tot zijn
volk en schreef deze regels die gelezen en her
lezen moeten worden:
„Wanneer ik dit alles (het groot, diep geloof
bjj zijn dlocesanen) overweeg, dan mag ik wel
uitroepen: Wat beleven wij toch een heerlijken
tijd! Want is het niet om te stemmen tot blijd
schap en vreugde, is het niet om te juichen, dat
zulk een geloof bet bezit is van u, mijne dier
bare kinderen, die voortaan aan mijne zorg zyt
toevertrouwd. Ja ik gevoel in mijn leven die
zelfde vreugde, waarmede de Apostel Paulus
schreef aan de geloovigen van Ephese: „Nu ik
gehoord heb van uw geloof, houd ik niet op
God te danken*....
.Maar bij dit woord van dank en vreugde mag
ik het niet laten. Ik ben overtuigd, dat gij allen
op dit oogenblik van mij nog verwacht een
Klaar docent en helder schrijver is hij steeds
genoemd. En terecht. Wie het voorrecht mocht
genieten onder het gehoor van dezen zoo zéér
bijzonderen docent te hebben gezeten op de
Sociale Weken, op een Katholiekendag als die
te Maastricht ot elders wie de vele door
wrochte en toch ook voor de eenvoudigen
van geest zoo begrijpelijke geschriften van den
productleven leeraar mocht lezen zal getroffen
zijn door de concreetheid, den logischen ont
wikkelingsgang en de argumentatie van zijn
betoog. Welk een productiviteit tevens. Daar
zjjn eerst zijn genoemde grootere werken.
En dan zijn kleinere geschriften vaak in
brochure-vorm uitgegeven voordrachten en
praeadviezen, over het Eigendomsrecht. Socia
lisatie, Moederschapszorg, Salarisregeling en
Katholieke Sociologie, Klassenstrijd. Sociale
taak der Roomsche Vrouw, Bedrijfsradenstel-
sel, De Acht-urendag, enz., zijn Jaarlljksche
voordrachten op de Sociale Weken, in dezer
uitvoerige Verslagboeken opgenomen, zijn
redevoeringen over de verhouding tusschen de
sociale organisaties en de politiek, gehouden
in 1918 in de R. K. Werkgeversvereenlging
over de verbindendverklaring der collectieve
arbeidsovereenkomsten, gehouden in 1927 in
den R. K. Ned. Boeren- en Tulndersbond
over den Middenstand, gehouden evenzeer in
1927 in de feestvergadering bij het 4e Lustrum
14 Maart 1873 te Rotterdam geboren, April
1897 priester gewijd werd de jonge godsgezant
op den dag zijner wijding zelf benoemd tot
kapelaan te Roelofarendsveen, om reeds 30 Sep
tember 1898 tot leeraar aan het Klein-Semi-
narie „Hageveld” te worden aangesteld.
De sociologie trok hem alreeds vroeg aan.
In 1903 verscheen onder redactie van mr. P.
J. M. Aalberse de eerste aflevering van het
Katholiek Sociaal Weekblad". De golfslag van
den tijd openbaarde zich in dit belangrijke werk
van de toen katholieke jongeren en werd oogen-
blikkelyk begrepen door mgr. dr. Schaepman.
In een zijner laatste „Chronica” wenschte hij
hun een welkom toe maar maakte tevens deze
aanmerking: hij miste in de rij der medewerkers
professor Aengenent, waarvan hij een bijdrage
over het .Eigendomsrecht” in „De Katholiek”
had gelezen hetwelk hem zeer had getroffen.
Zoo vonden professor J. D. J. Aengenent en
prof. mr. P. J. M. Aalberse elkander. Twee na
turen die elkaar begrepen en aanvulden. Zij
derden de stichters der Katholieke Sociale Ac
tie, in 19031905 door Aalberse opgericht.
ander woord, een herderlijk en vaderlijk woord
van leering en opwekking. Ik heb mij afge
vraagd: wat zal het eerste woord van dien aard
zijn dat ik u, geliefde kinderen, toespreek? Wel
nu, dat eerste woord ontleen ik *n mijn groo-
ten Patroon, den heiligen Joannes den Evange
list, den Apostel der liefde, van wien wij bij
den H. Hieronymus lezen, dat hij op zijn hoo-
gën ouderdom, toen hij bijna niet meer kon
spreken, telkens en telkens wanneer hij zich
naar de godsdienstige bijeenkomsten der Chris
tenen had laten brengen, deze woorden her
haalde: .Kinderen, bemint elkander”. Toen dit
de aanwezigen begon te vervelen, vroegen zij
hem: .Meester, waarom herhaalt gij dit toch
voortdurend?” En toen antwoordde hij: „omdat
het is het gebod des Heeren; en als dit uitge
voerd wordt, is het voldoende".
,Dat woord van mijn grooten heiligen Pa
troon, beminde geloovigen, is een woord van
bijzondere beteekenls voor onzen tijd. Het ge
bod der naastenliefde is het gebod van onzen
Goddeiyken Zaligmaker bij uitstek. „Hieraan
zullen allen erkennen, zoo verklaarde Hij uit
drukkelijk, dat gij Mijne leerlingen zijt, als gij
elkander liefhebt! (Joes XIII, 35). En daar
om zeide ook de H. Paulus in zijn brief aan
de Romeinen: „Hjj. die zjjn naaste liefheeft,
heeft de wet vervuld". (Rom. XIII, 8). En
daarom nader ik thans voor de eerste maal tot
U met het woord van den H. Joannes op de
lippen: .Kinderen, bemint elkander, hebt el
kander lief." In dat woord ligt de oplossing
van alle nooden en kwalen van den tijd, waar
in wij thans leven. Indien dat gebod der naas
tenliefde in zjjn volheid wordt opgevolgd, dan
zal zoowel in het sociale als in het particu
liere leven een toestand worden geboren, die
aan de wereld als het ware een heel ander
aanschijn zal geven.
„In het sociale leven. Ja, beminde geloovigen,
alleen van de volledige vervulling van het ge
bod der naastenliefde Is de vrede in de maat
schappelijke verhoudingen te verwachten. Ik
weet het, allereerst moet aan de eischen der
strikte rechtvaardigheid worden voldaan. Al
lereerst moeten de verschillende maatschappe
lijke klassen wederzijds elkanders rechten
weten te waardeeren en in vervulling doen
gaan. Maar het strikte recht alleen is niet in
staat den geschokten maatschappeiyken vrede
te herstellen. De rechtvaardigheid is slechts
de grondslag, het fundament waarop de maat
schappij selve nog moet worden opgetrokken.
Justitia fundamentum regnorum. Bestaat die
grondslag niet, dan is een ordelijke opbouw van
de maatschappelijke samenleving onmogelijk.
Maar de grondslag is de bouw zelf nog niet.
Bij den bouw der maatschappelijke samenle
ving is de naastenliefde de allervoomaam
factor, die alles moet leiden en beheerschen. Is
zij niet de stuwkracht b{J al ons sociaal denken en
handelen, dan zal de zoo gewenschte vrede in
de maatschappelijke verhoudingen ver te zoeken
lijn. De rechtvaardigheid alleen is dus cnvol-
Zijn figuur groeide ook in het openbare
leven en hem werd advies gevraagd als lid van
den Hoogen Raad van Arbeid, mede-bestuurs-
der van de Apologetische Vereenlglng „Petrus
Caniaius", voorzitter der Commissie van Beroep
voor het Onderwijs in verschelden dekenaten,
secretaris van het hoofdbestuur der Neder
landsche Katholiekendagen, voorlichter van
middenstanders en werklieden, lid van het
Hoofdbestuur van den Katholieken Vredes-
bcnd, voorzitter van den Gemengden Bedrjjfs-
raad voor de Metaal-lndustrie. voorzitter van
de Commissie tot bestudeering van het rente-
vraagstuk, gevormd uit den Centralen Raad
van Bedrijven, voorzitter van de Commissie tot
bestudeering van een Consumentenraad enz.
Begrijpelijkerwijze werd deze geleerde nog be
stormd voor alerlci persoonlijke adviezen.
Toen hij 3 April 1922 zijn zilveren priester
feest vierde kwam wijlen Mgr. A. J. Callier
den jubilaris persoonlijk voor zijn onvermoeide
werkzaamheid danken en benoemde hem tot
eere-kanunnik van het Kathedrale Kapittel
van Haarlem. In het jaar daarop, in 1933, werd
hij door den Paus benoemd tot Kanunnik-
Theologaal van het Kapittel.
Ook de Nederlandsche Regeering erkende
zijn verdiensten door hem te benoemen tot of
ficier in de OranJe-Nasau-orde. welke onder
scheiding den jubilaris door den Ministerpresi
dent. Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck
en den toenmallgen Minister van Arbeid. Han
del en Nijverheid, Mr. P. J. M. Aalberse, werd
overhandigd.
.Krachtig en edelmoedig, dit zijn de twee
overheerschende karaktereigenschappen, waar
door prof. Aengenent dit in de soctaie^beweging
'een even zeldzame als mooie positie heeft ver
overd” aldus teekende mr. Aalberse hem bjj de
bisschopsbenoeming.
„Justitia et Pax” schreef dan ook deze so
ciale blsschop in zijn wapenspreuk. „Rechtvaar
digheid en vrede” wil hij. Vrede door recht
vaardigheid. Een treffend'staaltje hoe hij steeds
zich veel moeite gaf voor deirvrede met name
onder de katholieken gat mr. J. N. Heerlens
orgen viert Zijne Hoogwaardige Excel-
|W| lentie Mgr. Joannes Dominicus Joseph
•I-’A Aengenent. Blsschop van Haarlem, zijn
zestigsten verjaardag.
Het is een goede gewoonte om onze groote
mannen bjj het bereiken van dien leeftijd, ter
wijl zij nog in de volle kracht van hun geestelijk
kunnen staan, dankend te eeren voor hetgeen
zjj deden ten bate der gemeenschap.
Zoo eene dan heeft de sociale priester bij uit
nemendheid, die Mgr. Aengenent steeds is ge
weest, zich met al den ijver van zijn priesterlijke
geroepenheld en met al de Wettenschap zijner
sociologische studiën aan de gemeenschap ge
wijd welke hem daarvoor groote erkentelijkheid
verschuldigd blijft. Een uiting daarvan, spon
taan en algemeen zal ongetwijfeld Haarlems
Kerkvorst op den £ag van morgen geworden.
Uit heel Nederland.
Want deze Blsschop van het Haarlemsche
diocees is door zjjn leeraarschap der sociologie,
door zijn leiderschap in tal van algemeen Neder
landsche katholieke belangen denken we
maar even aan zijn geestelijk adviseurschap der
Katholieke Sociale Actie, waarvan hij met mr.
Aalberse de medestichter was, alsmede aan zijn
secretariaat van de Algemeene Nederlandsche
Katholiekendagen een priester geworden die
aan. héél ons volk behoort. Tijdens de 8t. Aman-
dusfeesteb te Gent bleek bovendien hoe de
sociale leeraar óók bij het Vlaamsche broeder
volk gevierd wordt, dat voor 40pCt. deel had
aan ‘de afname van zijn sociologisch leerboek.
Nog heugt ons de enthousiaste ontvangst door
Mff. Coppieters van Gent en de zijnen den
Haarlemschen Blsschop bereid, een ontvangst
die tijdens de kathedraalfeesten te Aterlem
reflex vond in de begroeting van Gents Kerk
vorst te Haarlem.
Mgr. Aengenent heeft voor een goed deel de
sociale beweging der laatste dertig jaren onder
de katholieken ten onzent gestuwd. Hij was de
wetenschappelijke mentor en de bezielende geest
kracht ervan. De Sociale Weken van eertijds, in
1906 te Utrecht begonnen waaraan de overrijke
verslagboeken de kostbare herinnering in nog
voor dezen onzen dag geldend studie-materiaal
bewaren een volksuniversiteit voor de socio
logie trokken zich vooral in drie personen
samen: den priesterlijken socialen denker en
klaren docent Aengenent, het juridisch-sociale
geweten Aalberse en den socialen leider, den toen
maals „Jongen” Ruys de Beerenbrouck. Drie man
nen die nu nog de eerste plaatsen in den lande
Innemen.
Ruys Is onze minister-president geworden
Aalberse onze politieke leider der Katholieke
Staatsparty Aengenent de „Sociale Blsschop"
van Haarlem.
van de Haarlemsche Diocesane Hanze zyn
praeadviezen over de Zondagsheiliging In 1907
voor het Nationaal Congres voor Zondagsrust
over de factoren der loonbepaling. voor de
Vereenlglng voor Staatshuishoudkunde en Sta
tistiek enz. enz.
Sinds 1919 strekten zyn bemoeiingen zich uit
tot het geven van een cursus in de wysbe-
geerte voor de Leidsche studenten. Op deze
colleges verwierf hy zich door zUn kristalhel-
deren betoogtrant groote vermaardheid. Voor
de Katholieke pers gevoelde de sociale werker
veel en hy werd o.a. gedelegeerd commissaris
der Leidsche Courant.
Al in 1904 was de geleerde priester tot pro
fessor aan het Oroot-Semlnarie te Warmond
benoemd om de philosophic te doceeren. Om
een duideiyk beeld te geven van de beoefening
dezer wetenschap schreef hy zyn „Handboek
van de geschiedenis der Wysbegeerte” en (in
samenwerking met den paedagoog Chr. Wesse
ling) een „Handboek der Zielkunde”. Profes
sor in de Wysbegeerte en benoemd voor den
nieuw opgerichten leerstoel der maatschappy-
leer.
De stroomlngen en omwentelingen in de
maatschappeiyke orde deden zyn geesteiyke
overheid en hem besluiten den theologanten,
wilden zy in de praktyk niet vreemd hier tegen
over staan, kennis der sociologie by te brengen.
Grondig kenner der moderne sociologie, schreef
hy zelf een leidraad, het „Handboek der So
ciologie”.