De wereld wil bedrogen zijn
I
f 73.355.
f 50-
I
1
den doj
H
’n Migraine op komst?
D
Det/bcfieSlaolie
KWALITEITEN.
ONZE 22 5e UITKEERING
a
keerden wij heden uit
ONS FABRIKAAT
i
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Alle abonné’s
HET
GROOTE
AVONTUUR
Rijst
In ROBINSONschoenen is plaats
voor 5 teenen
WO
SDAG 15 MAART
^WENDELAFFAIRES
Frappante staaltjes
1
Wetenschap
Miskende dichters
cent
Circusgevecht
19
VAN
BEDRAG
WAARMEDE
TOTAAL
THANS
EEN
KAR
FEUILLETON
i
Scheiding tusschen Kerk
en Staat
'Jacht naar geld of roem maakte
TKenig talent tot zwendelaar
324
IEK
LAT
f. 435
titen
AKKERTJES"
Zucht naar roem
t
^Slachtoffers vam
He waarheide
ii
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis ongevallen verzekering aan den Heer
W. VAN HELMOND - DAHLIASTRAAT 22 - KUILENBURG
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH» PERS
t.
•j
IIIIIIIIHIII
I
Boote liefde
„Uitvinders”
jullie
geen
te
nu
(Ingezonden Mededeeling)
iMiiaiHiiiiiiiiiHMMMWiaaiHMMiiaiiiiiMiiiMiiirz
iiiiiiiiiiiiiiaaiiiiaiiaiaii
dorst zich opnieuw te
en
s
gedaan wat ik kon; laten we nu
Wordt rsrvoigd).
kat,
met
NMinuHfiniiiiMHiiiuwiiiitmwitmm
een poging
1 den kant
de
tijd
altijd
i en
was
van
De Turkse he minister van Onderwijs heeft
den onderwijzers verboden In het vervolg nog
een kerkeljjke functie te vervullen.
Tot nu toe waren vele onderwijzers tegelijk
Muezzin. Zij moesten dus de geloovlgen op de
vastgestelde uren van de minarets naar de mos
keeën oproepen voor het gebed.
De regeering wenscht echter den staat geheel
los te maken van de kerk.
toen
zich
den
van
I
öiiiiiniiiiiiimiiiiiuuiiimmiiiiiiiiiiiiiiiimniiiimniimiinniiiinmii
iden
hem
tweelingen
naar boven
kat er af”
een testament van den grootvader van den
schrijver, dat eveneens onthullingen over At
lantis bevatte. Uitvoerig werd daarin verteld
van tochten door oerwouden, gevaren en ont
dekkingen, die tenslotte leidden tot de groote
ontdekking van de verzonken stad Atlantis. Het
heimwee naar Atlantis schijnt maar niet tot
bedaren te kunnen komen. Telkens en telkens
weer duiken berichten op, dat een of andere
ontdekkingsreiziger de geheimrinnlge stad op
het spoor zou zijn, maar nog nooit werd zij
gevonden. Er zijn films gemaakt, die zich bezig
hielden met het groote vraagstuk, maar geschie
denis is het nog niet geworden. Men vraagt zich
af. of de legende van Atlantis niet de grootste
zwendel is onder alle bedriegerijen. Als ze dit
Is, dan moet men de uitvinder hiervan toe
geven. dat hij minstens een enorme fantasie
heeft gehad, die reeds ontelbare menschen ge
vangen heeft.
Nog een Engelschman! Thomas Chatterton
was klerk op een kantoor In Bristol. Hij was
zestien Jaar, toen hij plotseling, door de liefde
gedreven, aan t dichten sloeg. Nachten lang
schreef hij en de tijdschriften werden bestormd
door zijn gedichten. Dit was in 1788 en toen
ook was het voor een beginnend poëet even
moeilijk de wereld voor de schoonheid van zijn
verzen te winnen, als dit tegenwoordig het ge
val is. Toen maakte de jeugdige dichter enkele
ouderwetsche balladen en gaf voor deze ge
vonden te hebben in een oud archief. Hij ken
de ze toe aan een monnik uit de vijftiende
eeuw en zie. het wonder geschiedde, want de
verzen werden aangenomen en gepubliceerd.
Het bracht hem echter niet veel op. Op zijn
achttiende Jaar kon hij het legen niet meer
aan en nam vergif in. Pas na zijn dood werd
hjj bekend als de dichter van de weemoedige
Aan het einde der negentiende eeuw leefde
in Parijs een jongeman, Brain-Lucas genaamd,
die een ongehoord staaltje van wetenschappe
lijke zwendelarü heeft uitgehaaid. Hjj was het
die een boek had samengesteld, dat hij toe
schreef aan Pascal, die de wetten der zwaarte
kracht eer zou ontdekt hebben dan Newton, op
wiens naam de ontdekking stond. Zijn boek
werd zelfs in de Fransche Académie voorgelezen
en was het begin van een hevlgen pennestrjjd
tusschen Fransche en Engelsche geleerden. Toen
de zwendel eindelijk ontdekt werd, en de zwen
delaar tot twee jaar gevangenisstraf en een
boete van 500 francs werd veroordeeld, was hij
verontwaardigd en verklaarde, dat zulk een
straf veel te hoog was voor de moeite die hij
met zijn „uitvinding” had gehad.
Tenslotte een zwendelaar na den dood. In
1912, dus nog niet zoo heel lang geleden, liet
een zekere dr. Paul Schliemann een testament
na, waarbij een manuscript was, dat tot titel
droeg ..Hoe ik Atlantis ontdekte, de bron van
alle beschaving." Hierin was weer sprake van
- Patrik was de eerste die
hond bezig vond met het nijdig ultruk-
der pauwenveeren. Marius kon *n kreet
verbazing en van.... eetlust niet onder-
.Jiiner eerste-klasse!" riep hU uit.
ouds gerenommeerd restaurant! Kapl-
u krijgt hier een gebraad om van te
Als 'smorgens dat onbehaaglijke
gevoel weer zoo’n ellendige
aanval van migraine aankondigt,
voorkom dan cue misère mat 1 of S
AKKER.OCHETS W'
Volg.., .«..p, Spo,
■aeseesssssessaeseseeeeeeeesassseeooeeeeeeeeeMee
Er zijn overigens nog tal van bedriegerütjes,
groote en kleine, die om aandacht vragen soms
door de ongehoorde brutaliteit en onbeschaamd
heid, waarmede ze worden losgelaten. Zoo is
daar de man. die beroemd wil worden en daar
toe de meest dwaze pogingen aanwendt. Een
jonge Engelsche verslaggever. Locke genaamd,
was sinds lang tot de ontdekking gekomen, dat
het publiek graag gelooft, wat volstrekt onge
loofwaardig is. Locke wachtte op een gelegen
heid om daar gebruik van te maken en deze
gelegenheid deed zich voor, toen de sterrenkun
dige Herschel een observatorium ging Inrichten
op Kaap de Goede Hoop. Locke publiceerde dc
ongehoordste verhalen, vertelde van een teles
coop. die in staat was de maan tot een paar
honderd meter bij te halen en schreef honderd
uif over de kleinste planten en dieren, die Her
schel op de maan zou ontdekt hebben.
Hij riep de maanwezens op. die sterk op men
schen gelijken, doch die van vleermuisachtige
vleugels voorzien waren. Deze maanmenschen
waren de clou van zijn verhalen. Locke’s naam
kreeg zoowaar een goeden klank in Engeland
en zelfs toen hjj, door woedende geleerden
daartoe gedreven, zijn zwendel toegaf. had
hij zijn doel bereikt: bü was een bekend jour
nalist geworden.
Ja, men maakt wel propaganda
Voor het Neerlandsch fabrikaat,
Doch men schijnt niet te bedenken,'
Dat de zaak iets anders staat!
Waar het fabrikaat vandaan komt,
Dat is bijzaak, doch men eischt.
Zuiver op beschdèfde gronden,
Dat de naam wordt ver-PariJs-t
Een tailleur, een cloche, ensemble,
Of een robe draagt de vrouw.
Ook al komt de stof uit Tilburg,
Want dat neemt ze niet zoo nauw.
Crêpe georgette, echte shantung,
Cripe satin of cripe de Chine
Wórdt gedragen ook al heeft dan
China nooit die zij gezien!
Quelques fleurs, oeillet sur roses,
Le jardin of perle noire
Als het etiket maar Fransch is,
Is de herkomst geen bezwaar.
Neen, de heele oppositie
Gaat niet tegen ‘t fabrikaat,
Maar met mooie Fransche namen
Wordt de koopwaar aangepraat!
Nu de Vijzelgracht gedempt wordt
Brengt me dit op een idee
Noem parfum, die Holland, voortbrengt
Eau canal mortier cfombU!
Kaas uit Gouda klinkt wat burg1 lijk.
Niet fromage d’un a d’or.
Zeer beslist zegt dan de smaller:
Deze kaas, ah, je Tadore!
Vruchten ook op eigen sap zijn
Niet zoo fijn en dus zegt u:
Ik ben allemachtig dol, zeg.
Op die fruits de propre jus!
Ga de namen dus verfranschen,
En, als niemand ze verstaat,
Dèn beslist, met vlag en wimpel,
Overwint óns fabrikaat!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Maar In het nest lagen ook ’n twaalftal
eieren en Bob achtte deze voor zich zelf uit
stekend geschikt als voorgerecht.
Weldra kringelde er een vroolUk vlammetje
omhoog, ontstoken door Berar en werden de
ontpluimde pauwen langzaam gebraden boven
een door Marius geïmproviseerd fornuisje van
takkenbossen.
Er begon onder de vluchtelingen weer wat
leven en opgewektheid te komen en zij zouden
zich volmaakt gelukkig hebben gevoeld. Indien
mistress Claudia en Mary maar bij hen waren
geweest.
Deze beiden waren, men kan het begrijpen,
voortdurend en onafgebroken het onderwerp
der gedachten van kapitein Penny less en zijn
metgezellen.
Men geloofde nog maar altijd aan
tot schrikaanjaging of chantage van
van den Petroleumkoning. een daad welke, ten
slotte, den bedrijver ervan duur zou komen te
staan. Men dacht aan het moedige karakter
der gravin, aan haar uithoudingsvermogen,
aan haar vernuft en vastberadenheid, en aan
zoovele eigenschappen welke tel van mannen
haar zouden hebben kunnen benijden. Maar
telkens gevoelde Pennyless den angst in zich
herleven, zoodat hij het zou hebben uitge
schreeuwd, indien zijn geestkracht hem daar
van niet had weerhouden.
Berar had op de hem eigene handige wijze
den bodem gezuiverd van kruipdieren en ge
vaarlijke insecten.
Patrick was, na het nuttigen van een stuk
lekker gebraden pauwenvleeach in slaap ge-
„En nu: vertrekken!” beval Berar, „zoo
gauw mogelijk en zoo ver weg als het maar
kan.’
Patrick was niet in staat een voet te verzet
ten. Marius verzamelde zijn laatste krachten,
nam het ventje in zijn armen, heesch het op
«ün rug en zelde:
.Moed houden, m’n jongen! Mijn oud karkas
kan nog wel ergens voor dienen!”
opziener, die hem welwillend op den schouder
klopte en vroeg: „JU leert zeker vlijtig hè, dat
je zoo goed antwoordt," toe te voegen: „Ik voer
zoowat niks uit, maar meneer heeft ons vaste
vragen geleerd voor het geval u komen mocht.”
Treesje, de zachte, welopgevoede, ten eten ge
vraagd bü haar vriendinnetje Lien, de dochter
van den president-commissaris der kistenfa
briek, ontzag zich niet aan tafel toen de
gastheer schertsend informeerde of papa z’n
betrekking nogal aangenaam vond te ver
klaren, dat haar vader die zeker met nog meer
animo zou waarnemen, wanneer de prestdent-
oommlssaris niet soo’n halve gare, zoo’n ijdele
kwast was, die absoluut geen verstand van za
ken had.
Van het een kwam het andere. Grietje, de
meid, zei haar dienst op; de pianojuffrouw
bleef weg; mevrouw De. Gooier schoonmoeder
liet zich niet meer bjj haar zien; Frits werd van
de school verwijderd; de familie De Gooier werd
door haar oom Dirk onterfd; Treesje was voor
goed gebrouilleerd met Llentje en mijnheer
De Gooier werd na een stormachtige vergade
ring, als directeur ontslagen.
De huisarts der waarheidlievende familie, een
kundig psychiater, vroeg zich ernstig af, of de
vier patiënten niet, als lijdende aan collectieve
geestesverstoring, uit de gemeenschap behoor
den verwijderd te worden.
Maar voor dit gebeurde, hakten zü zelf de
knoop door. Op zekeren dag verliet het gezin
De Gooier de plaats hunner inwoning, om
koers te zetten naar een klein, onbewoond eiland
In de Stille Zuidzee, waar ae zich voor goed
vestigden en elkaar de waarheid konden zeg
gen, zonder met de buitenwereld overhoop te
raken.
vallen naast Bob. Marius en Johnny hadden
gedaan evenals Patrick, terwijl de kapitein,
meer ongerust dan ooit, wakker bleef bü het
schijnsel der vlam dat de enorme massa van
den olifant verlichtte.
Ook Berar waakte en werkte natuurlijk zon
der ophouden.
HU had *n menigte kleine en soepele rotting-
twijgjes gesneden en maakte daar, ongeloofe-
vemuftig en behendig, een soort tentje
Tijdens een circusvoorstelling te Marseille
ontstond in de arena een verwoed gevecht tus
schen een groep van 15 ijsbeeren. Een beer
werd door de anderen aan stukken gescheurd.
Twee man van het circuspersoneel, die tracht
ten de dieren tot kalmte te brengen, werden ge
wond.
Na verloop van een half uur stond het ge
bouwtje overeind op den rug van den olifant
die altijd door sluimerde met half-gesloten
oogen en ópstaande ooren, als een wakende
schildwacht wlen geen geluld kan ontgaan.
BU den zachten gloed van het houtvuur
stond de kapitein met bewondering naar Bo-
rar’s werk te kUken.
„Wat ge daar gemaakt hebt Is een „hoedah”,
zelde hü:
„„Ja, meester. *n „boedah”. die plaats biedt
aan u allen.”
,Xn gU dan?’
„Ik, ik ga zitten op de plaats van den ,jna-
hoet”. op den hals van mUn vriend Rama. En
nu. Sahib, moet u gelooven wat ik u zeg: gU
hebt slaap noodig. probeer te slapen, want de
komende dag zal veel van u vergen.”
..Maar ik kan niet slapen.... neen, dat is
me ónmogelijk."
„Welnu dan. slaap! zeg ik u. Slaap. Sahib!..
Slaap!.... Ik gebied het u! GU hebt het noo
dig om weer op kracht te komen.... Juist!....
slapen! Goed zoo, slapen!.... Dèèr, onder de
hoede van Rama....”
En eigenaardig verachUnsel, evenals dat
bU Mary het geval was geweest de kapitein
ging loom maar gewillig op den grand zitten..
zUn oogen vielen dicht, hU strekte rich uit op
het gras en sliep weldra in als ’n kind.
BU het opkomen der zon maakte de fakir
allen wakker. HU zelf voltooide zUn in den
nacht begonnen werk, vervaardigde van dikke
bladeren een voor zonnebrand en regenstroom
ondoordringbaar dak boven de „hoedah”, en
Berar ging, aan het hoofd van de groep, het
dichte rottlngbosch in en riep Rama.
De olifant volgde den fakir goedig, en ach
ter hem kwamen de anderen. Men liep zoo on
geveer een uur voort totdat het boech eindig
de en de Jungle” begon gemakkelijker om
erdoor te komen, maar ook gevaarlUker we
gens mogelUke hinderlagen.
Het begon nacht te worden en de vluchte-
Hngen konden nu niet verder. Daarenboven
Van nu af werd de waarheid in het huis
gezin van de De Coolers epidemisch.
Men zei elkaar over en weer de waarste din
gen, gevraagd en ongevraagd; men wond zich
vol vreugde op tot de waarheid.
Alles ging best, zoolang Frits dingen zei als:
„Och, vader, dat komt, omdat u zoo verschrik
kelijk over kleine dingen zeuren kunt.’
Of Treesje: „Als u eens wist moeder, boe
lang die flauwe grappen van u me al lang de
keel uithangen; u moet heusch niet denken,
dat u zoo geestig bent."
De harmonie verflauwde niet, toen de heer
De Gooier bekende, dat het piano-spel züner
echtgenoote hem op den duur harder viel om
aan te hooren dan buurman’» nachtelUk kat-
tengegrol in den tuin.
Het deerde volstrekt niet de verheven waar-
heldsstemmlng. als mevrouw De Gooier haar
man te kennen gaf, dat ze zich in haar Jeugd
een schooner mannelijk Ideaal gedroomd had.
dan zoo’n onromantisch mensch als een sigaren
kist jesmak er.
Het werd echter
bedenkelUker.
de epidemie
ook buiten
engen kring
het gezin begon te
verspreidentoen
de zoon des huizee. Grietje, de eerzame dienst
maagd. strak aankeek en op haar vraag: „Wat
zit Je toch te koekeloeren. Jongen; heb ik soms
wat van je aan?” argeloos antwoordde: ..Ne»,
maar je hebt zulke vleze, rooie slep-oogen; net
’n zieke rot.”
Een openhartigheid, die slechts geëvenaard
werd door een uiting van z’n zuster tegenover
de muzlekonderwUzeres. welke hard-slovende
dame moest hooren. dat haar vakkennis met
den inderdaad zuur verdienden gulden per uur
veel te duur betaald was.
En het werd erg, heel erg, toen de riekte-
klemen de wontngdeur werden uitgedragen Als
een lawine vielen de bittere gevolgen over de
hoofden der vier idealisten.
Mevrouw De Gooier ontmoette op een lente
dag haar schoonmoeder, wier eefste vraag
luidde: „En hoe vind je m’n nieuwe voorjaars
hoed Je?" waarop de behuwde dochter, naar de
strikte waarheid, getuigde: „MonsterlUk. Een
dik mensch met zulke uitpuilende oogen en
zoo’n rood hoofd als u, moest niet zoo’n smal
ding met hardblauwe bloemen dragen.”
MUnheer De Gooier moest een nieuwen aan
val van z’n ouden erfoom Dirk, om te komen
logeeren, weerstaan. „Ik hoop, schreef deze,
„dat Jullie *t prettig vindt.”
„Heelemaal niet.” zoo luidde het tegenoffen
sief van den neef; „we hebben ’t veel liever
niet. U bent zoo humeurig, ziet u, en ook hin
deren ons uw ordinaire manieren aan tafel."
Frits, de hoop en de trots van ’t gezin, ver
en zwendel
balladen en hü werd een der bekendste dich
ters van zün tUd.
Deze methode is ook later en zelfs in ons
eigen land toegepast. Met name heeft Herman
Heyermans, nadat zün eerste tooneelstuk in de
1*™ was afgebroken, een tweede geschreven,
dat hU zelde vertaald te hebben uit het Rus
sisch. Het stuk had bijzonder groot succes en
daarna openbaarde Heyermans, dat hü de
schrijver was. Het toeval wil echter, dat dit
tweede stuk van den schrijver inderdaad veel
beter was dan het eerste, zoodat er tenslotte
geen verwijt mocht gemaakt worden aan de
critici, maar hier staat tegenover, dat verschil
lende critici deden alsof zU den Russischen
auteur kenden en zelfs bewonderend over diens
leven schreven. Om misverstanden te voorko
men, voegen wjj hieraan toe, dat het Heyer
mans allerminst te doen was om de aandacht
op zjjn naam te vestigen, maar om de onmacht
die hij In de critiek meende te ontdekken, te
signaleer en.
iiuiiiiinMtiimiiiimHiiuiiiiiiniiiiiinmHiiiiiiiitiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiinuiniiiiiHniiiiiiHij:
Ook de uitvindingen zün nog al eens het
onderwerp geweest van een zwendelaffaire. In
het begin van de achttiende eeuw heeft een Duit
se he boerenjongen zoo’n uitvinding willen aan
wenden om zijn geldzak te spekken. HU reisde
met zUn familie het land rond en gaf zich uit
voor een wonderdokter, werktuigkundige enz.
en maakte het destijds zeer omstreden perpe
tuum mobile, een machine, die zonder kracht
van buitenaf, steeds In beweging bluft, hetgeen
natuurlijk onbestaanbaar is. Zoo’n machine ver
vaardigde hU voor den Landgraaf Karie van
Hessen. Telkens als de Landgraaf zich wilde
overtuigen van de juistheid der uitvinding, liep
Loetje en Loutje toonden den
zeeman, hoe ae op hun hoofd kon
den staan met de beenen in de lucht.
„Pas op, dat jullie het geld niet uit
je zakken laat vallen," zei Freddy,
„denk er aan, dat jullie onderste
boven staat.”
„We hebben geen geld, dat uit
onze zakken kan rollen," zelden de
tweelingen.
„Hoe lang kunnen jullie zoo blU-
ven staan?” vroeg Robbie, toen hU
zag, dat de tweelingen erg rood In
het gezicht werden.
„Niet erg lang meer," antwoord
den de tweelingen tegeUjk.
Vaak heeft de liefde de verantwoordelijkheid
voor geruchtmakende zwendelaffalres. Zoo had
de doctor In de filosofie, Johan Bertnger, een
stokpaardje, dat bestond In het verzamelen van
kiezelsteenen. Voor lederen kiezel, dien hU op
zijn wandelingen ontmoette, bleef hU staan om
hem van nabU te-onderzoeken. Op een goeden
dag komt hij thuis, sluit zich op in zijn kamer
en zet zich aan de bestudeering van een zeer
merkwaardige vondst, die hU voor rich op tafel
heeft liggen. HU had nJ. opgegraven een ver
steende menschenhand, bloemen, vogels en an
dere kostbare fossielen. HU schreef een boek,
geïllustreerd met prachtige koperdrukken en gaf
het uit. Maar de wereld heeft benfjders In over
vloed en zoo duurde het niet lang, of hU moest
ervaren, dat velen niet In zUn ontdekking ge
loofden. HU werd ook door zijn collega’s met een
medelijdend glimlachje bejegend. Wat bleek
echter, toen hU het boek zag? Dat het niet van
hem was, maar dat het onder zijn naam was
geschreven door een zekeren Rodrik, die hem
ónmogelijk wilde maken en hem op deze wijze
onsympathiek wilde maken In de oogen van zijn
vrouw.
Een van de grootste opscheppers is geweest
de Marselllaansche journalist Léon TaxlL Van
af het jaar 1886 overstroomde hij de wereld met
onthullingen over de vrijmetselaarsloge, die hU
naar zijn zeggen zou hebben aangehangen.
Iedere nieuwe onthulling sprak van gruwelen,
die de vrijmetselaars zouden hebben bedreven.
HU reisde rond, hield voordrachten, werd be
roemd en werd door de vijanden der vrijmetse
laars met groote praal ontvangen. Enkele col
lega’s hielpen hem daarbij en een groote strijd
tusschen de vrijmetselaars en de journalisten
ontstond. Na een kamp van tien jaar publiceer
de hU de mededeeling, dat hij nieuw bewijs
materiaal zou publiceeren, dat al het vorige
overtrof. Een stampvolle zaal zat te wachten
tot de spreker het woord zou nemen. Taxil ver
scheen, begon te spreken en verklaarde, dat
alles wat hU in de afgeloopen jaren had ge
schreven. gefantaseerd was. Een storm van hoon
en bedreigingen trof hem. Maar hü ging verder
en openbaarde, dat die strUd voor hem een bui
tengewoon groote vreugde was geweest, over
tuigd als hU was, dat zUn zwendel nog nooit
was overtroffen. Tenslotte werd hU zoodanig
uitgescholden, dat hU moest vluchten. Dit- ge
schiedde in Parijs, waar hU niet langer durfde
blijven. Hü trok naar het Zuiden van Frank
rijk, waar hü nog leeft.
middagmaal.
De heer De Gooier wis directeur van een
kleine fabriek, waar alleen kisten werden ver
vaardigd: pakkisten, sigarenkistjes, kistjes voor
handelaars In allerlei artikelen geneesmidde
len, bonbons, eieren en hU deed zijn werk
tot tevredenheid der aandeelhouders. Z’n vrouw
was een degeUJke en ijverige huisvrouw en moe
der; z’n kinderen leerden goed en haalden
nooit leelUke streken uit. Ofschoon het huis
gezin De Gooier eenvoudig moest leven, behoef
den zü zich over niets zorgen te maken. Ze
waren gezond en stevig, hadden voorbeeldige
humeuren en stonden met de buurt en al hun
kennissen op uitstekenden voet.
Het was een lust ze zoo bü elkaar te zien
ritten.
Het eten smaakte hun en de ste
als altüd opgewekt. De kinderen ve
hun wederwaardigheden op school.
Frits zei: .Meneer Kaap, de aardrükskunde-
frlk...."
.Ho ho," vermaande z’n vader, „dat zegt men
niet,’
„Nou Ja.’ zei Frits, ,^oo noemen we
Immers allemaal"
„Dat Is geen reden!
woord."
„Nou ja," zei Frits weer, maar hü vervolgde
gehoorzaamjneneer Kaap sneed weer zoo
verschrikkelijk op van z’n reizen, en toen zei
ik dat mUn vader nog veel meer gereisd had,
dat-ie door heel Spanje gezworven had. Nou.
toen hadt u z’n lange gericht moeten zien.”
Treesje trok haar neus op. „Die bluffer.” zei
ze verachtelijk, „hü is nooit verder geweest dan
Maastricht"
„Nu, nu, kinderen!" protesteerde de moeder.
Meneer De Gooier had even geglimlacht, maar
zei toen ernstig: .Je wist toch heel goed, dat
’t niet waar is, Frits, van dat zwerven door
Spanje.”
„En u bent toch toen met de boot....’
Ja. dien keer dat ik hout moest gaan koopen,
ben Ik op de Portugeesche kust geweest, een
dag, op een klein plaatsje waar veel houtkoopers
waren. Maar dat ts ook alles.”
,Nou ja,” vond Frits, „Spanje of Portugal....” oorzaakte een paniek op school, door den school-
„In elk geval is het toch niet waar wat Je
zei en je weet wel: wat niet waar is is een leu
gen; daar gaat niets van af.”
„O zoo,” bevestigde moeder, terwUl ze de vier
bordjes griesmeel van bessensap voorzag. „Dat
weet onze Frits heel goed."
„Net of u en vader altüd de waarheid spre
ken,’’ wijs neusde Treesje.
MUnheer De Gooier ging rechtop zitten: ,ÏHoe
heb ik het nu!” riep hü zacht-verwUtend; „heb
je dan moeder of mU ooit een leugen hooren
zeggen?”
„Nou en laatst dan?” vroeg Treesje, „toen oom
Dirk wou komen logeeren? Toen zei vader: la
ten we maar schrijven dat ik op reis moet?”
De heer en mevrouw De Gooier keken elkaar
een beetje beteuterd aan.
„Nu ja soms is het ook wel moeilijk; oom
Dirk wordt zoo oud, en ook wel een beetje
lastig, en
Triomfantelük riep Frits: .Maar in elk geval
was het toch niet waar wat u schreef."
,Ja, ja”; münheer De Gooier zat er een
beetje mee in. Maar hU wilde er toch zichzelf
niet uitpraten en bekende eerlük: „Nu, het was
misschien niet heel erg mooi van me. En ik
neem me dan ook voor, dat zoo iets niet nog
eens gebeurt.”
Mevrouw zag kans op dit oogenblik de aan
dacht af te lelden door met schrik op de klok
te kUken: „Al zóó laat! Gauw kinderen, aan
je huiswerk!”
Maar dien avond zaten de ouders bijeen cn
hielden raad. Het leek hun of er een scheur in
de eenheid van het gezin ontstaan was sedert
het tafelgesprek van dien middag. Frits had
een onwaarheid gezegd en zich daarbU beroe
pen op het slechte voorbeeld van zün vader. De
eenheid, de gave naam, het levensgeluk van
de vier De Gooier» rustten op hun eerUjken
handel en wandel. Nooit hadden zü rich met
foefjes afgegeven, nooit zich een afwüklng van
den rechten weg veroorloofd. En nu....!”
„Gelukkig, dat we er tüdlg bü zUn, man,” zei
mevrouw De Gooier, diep rit bet kwaad
nog niet."
,Ja,” knikte de vader nadenkend, „dat troost
me ook. Maar nu moeten we ook zorgen dat
zoo iets nooit meer voorkomt. Geloof JU, dat
het heusch zoo moellük is, altüd de waarheid te
spreken?”
„Heb ik je ooit voorgelogen?” vroeg zTi echt
genoote, met haar liefsten glimlach.
Hü antwoordde hartelljk en gelukkig: „neen,
nooit.”
„Welnu,” besloot z’n vrouw, „dan zullen we
van nu af dat beginsel krachtig handhaven
Wat er ook gebeure.”
Ze keken elkaar dankbaar aan en de vader
zei: „Ik zal morgen met de kinderen spreken.
En ons voorbeeld zal hun de kracht geven al
tijd en onder alle omstandigheden de waarheid
te dienen.”
Aldus werd plechtig overeengekomen.
begonnen honger
doen gevoelen.
Berar trachtte, btj gebrek aan meer solide
voedingsstoffen, hier en daar wat ongevaar-
lüke krulden te vinden, waarmede zü zich al
thans konden verbeelden een maaltüd te doen.
Rama wist zich beter te helpen met twijgen,
bladeren en wilde vruchten.
Men bleet ten slotte halt houden op een
open plek en leder meende daar met uitgehon
gerde maag den nacht te zullen moeten door
brengen, toen.... Bob geheel onverwacht red
ding bracht.
De hond was in z’n eentje op avontuur uit
gegaan en had daarbij een prachtige wilde
pauw ontmoet en doodgebeten. De doodskreet
van den vogel en het daarmede gepaard gaan
de wilde vleugelgeklepper deden allen werk
tuiglijk opspringen.
zün
ken
van
drukken.
„Van
te In.
smullen!.
TerwUl hU den vogél ontdeed van diens
schitterende veerenpracht, had Bob alweer *n
nieuwe vangst gedaan. HU had het vrouwtje
van de pauw overvallen in het nest en ook dit
beest met zün moorddadige tanden doen ken
nismaken.
Patrick nam hem dit tweede slachtoffer af
en beloofde hem daarbü sUn portie aan den
maaltijd, zoodra deze gereed sou sUn.
et Amerikaansche blad .New York
Herald” bevatte op 9 November 1874 het
volgende sensationeel bericht:
„In den afgeloopen nacht zün uit de dier
gaarde een aantal roofdieren uitgebroken Ver-
achillende personen werden door de uitgebroken
leeuwen en tijgers verscheurd!"
Het gevolg van dit bericht in het ochtend
blad was een panische schrik onder de inwoners
van New York, die natuurlük in de heilige ver
onderstelling leefden, dat het bericht juist was.
Het was echter heelemaal onwaar, doch het
was gelanceerd met een büzondere bedoeling.
De kooien nJ. waarin de roofdieren verbluf
t hielden, waren in een onhoudbaren toestand
gekomen, zoodat gevaar voor ontsnapping In
derdaad bestond. Het goede gevolg van dezen
canard was dan ook. dat de kooien binnen en
kele weken volkomen vernieuwd waren en daar
had de bevolking gaarne haar schrik voor
over Nog vaak genoeg worden dergelüke grap
pen in de krantenwereld uitgehaald, zü het dan
ook met minder angstaanjagend effect. Den
ken we slechts aan de beroemde zeeslang en
aan de Aprilmoppen, die nog ieder jaar opgeld
doen.
oo dit blad zl!n Ingevolge de verzekeringevoorwaarden tegen f bij levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door f by een ongeval met f verlies van een hand t 1 o|J verUee van oen C/l bij een breuk van bU verlies van *n
ongevallen veraekenl voor een der volgende ultkeerlngen I sJU verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelijken afloop f Aoen voet of een oog A A«Z.-duim of wysvinger J been of anderen vinger
de machine. Eenmaal liet hü de kamer, waarin
de machine stond verzegelen en toen na weken
de deur werd geopend. Jlep de machine nog
Edoch, de wonderdoener had een dienstmaagd,
Anna Roslna Mauersbergen, die hem aan de
galg zou brengen. Op een goeden dag weigerde
zü nog langer voor een paar groechen per uur
de machine in een nevenkamer aan den gang
te houden en daar liep de boel nils. Bovendien
was het in bedoelde kamer ijskoud en Anna
Roslna staakte, waar ze groot gelük In had. Uit
was het lied van dezen zwendelaar.
Een veel slimmere uitvinder was de Ame-
rlkaansche Ingenieur Keeley, die In de vorige
eeuw een machine had uitgevonden, welke door
aether-energie werd gedreven. HU was een
knappe kerel en gaf een voorstelling van zün
uitvinding, die iedereen moest overrompelen en
zoo slaagde hü erin enkele geldmannen' te over
reden zich voor zün uitvinding te interesseeren.
Jarenlang, büna zün leven lang zag hü kans
nieuwe gelden te verkrügen voor de steeds toe
gepaste verbeteringen van zün machine en voor
den steeds leegen geldzak. Eerst na zün dood
leerde men zün dienstmaagd kennen, in den
H vorm van een geperst lucht-apparaat, die de
energie voor de machine leverde. Deze dienst
maagd was minder gevaarlük dan Anna Roslna.
daar zü althans tüdens het leven van den
meester geen gelegenheid had tot spreken.
Polly, de kat, die het tweetal
eenigen tüd met aandacht had
gadegeslagen, besloot mee te gaan
doen. Ze deed een Hinken sprong en
op de voeten
kwam ze terecht,
wezen. „Neem de kat er af,” rie
pen de tweelingen, „we kunnen zoo
niet blüven staan, geen minuut lan
ger.”
„Nog een halve minuut, alleen
even om te zien, wat Polly van plan
is,” zei de ycmftn,
Doch Loetje en Loutje hadden er
genoeg van, ze lieten zich omvallen,
terwUl Polly op hen terecht kwam.
(Morgenavond vervolg,.
lük
van.
Toen hü. midden In den nacht, daarmede
gereed was. vervaardigde hü. ook van rotting-
stengels, een buigzame ladder, als van koorden,
een ladder, die geen vier pond woog, maar er
wel vüfhonderd kon dragen.
Rama sliep vastgebonden aan een boom, met
den koffer uit den „Toren der Stilte” nog al
tüd op zün rug. Berar wierp het dunne ladder
tje omhoog, zoodat het zich vasthaakte tn een
der hengsels van den koffer.
Vervolgens klom hü een eindje de ladder op
en zelde tot den kapitein die. zooals hU zag.
wakker was: „Zou de Sahlb zün slaaf de eer
willen aandoen hem te helpen?"
„Zeker, Berar; wat moet er gedaan worden?”
„Als de Sah!b mij dat toestelletje van rot
ting wilde aangeven...."
De kapitein deed het, en. na een diepe bui
ging te hebben gemaakt ala bewijs van dank
betuiging, ging Berar deze nieuwe soort kool
vastmaken boven op den koffer.
Pennyless gaf hem daarbü de koorden aan
en liet den fakir ongestoord zün kunstwerk
verrichten.
van de
die
antwoordde, toen de vluchtelingen hem met
geestdriftige lofprijzingen vanwege zün arbeid
overlaadden:
„Ik heb
vertrekken!"
Langs het laddertje kon iedereen gemakke-
lük boven op den rug van Rama komen ook
Bob, die van bet eene paar armen in het an
dere ging en men nam plaats in de „hoe-
dah”, helaas met leege magen!
Rama zette er aanstonds een Hinken draf tn
en nam de richting, hem door Berar aange
geven. Hü liep zoo büna zes uur aan één stuk.
De vluchtelingen begonnen opnieuw pünlük
honger en dorst te gevoelen, toen de fakir
eenlge hutten ontdekte en bliksemsel naar be
deden klom.
HU bekeek zorgvuldig de eerste van deze zeer
primitieve woonsteden en bemerkte dat aan de
deur een kleine zwarte driehoek geteekend
was met in het midden een eveneens zwarten
cirkel.
Een en ander trouwens bUna onmerkbaar
voor iemand, die daarvan niet op de hoogte
was.
Berar, blükbaar zeer voldaan, riep uit:
„Als de Sahlbe nu maar believen af te stap
pen! WU sün hier in veiligheid."
TegelUkertjJd bracht hü de snede van zün
mes aan de lippen en deed een scherp, eigen
aardig gemoduleerd jeHult hooren.
e heer en mevrouw De Gooier zaten met
hun acht-Jarig zoontje Frits en diens
twee jaar ouder zusje Treesje aan het
Het is een Ongepast