Aan de
oevers van
I
Het Erfdeel
wbfaaL «on efen iaq
M
Schoonmaak
MANCHESTER GUARDIAN WEEKLY
I
I
I
I
s
aiiiiiiiiHiiinnni
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
If you
READ THE
ROBINSON! Een Hollandsche schoen
Alle abonné’s
GUARDIAN BUILDING - MANCHESTER - ENGLAND
voor Hollandsche jongens
I
I
I
ZOMERSCHEDAGi
DONDERDAG 30 MAART
De oude hoofdstad der
Mayans ontdekt
wat!
Wie is Pir Pawalon?
I
De rotsen van Hids
Autoriteit tegen vrijheid
De tyd stond stil
Vrouwelijke rechters
Pir Pawalon
Langdurige ski-tocht
interested in England
are
Kogelvrij glas
I
Oude schilderingen
WAAR DE TIJD HEEFT
STILGESTAAN
Lichten van gezonken
onderzeeërs
Send your subscription to the Publisher
Eertyds leefde hier de laatste
Mongoolsche Khan
The Manchester Guardian Weekly is published
every Friday and is sent to any address post free
for 12 months for 13s. Od.
and the paper will reach you every Saturday morning
Specimen copies will be sent on request.
It gives a summary of the week’s news combined
with such expression of liberal thought on British
and International affairs as has made the Man
chester Guardian so highly regarded in contemporary
journalism.
V
Nieuwe oorlogsfilm
i
I
I
I
---
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I Hij is er niet
bij geweest i
I
4
I
te doen. Zelf nam ae zes hard ge
kookte eieren mede en wat groen. Na
de eieren gepeld te hebben, bemerkte
Ivy, dat ae een mes vergeten had mede
te nemen.
„Wij zullen de eieren wel door mid
den snijden," riepen Loetje en Loutje.
„Maar Ik zeg toch, dat Ik geen mes
heb,” zei Ivy.
s
snijden,” lachte Ivy.
„Daar trekken we ons niets van aan,
(Morgenavond vervolg).
weer beter
wist
Wordt vervolgd.
k
y
verrassing haalde een der tweelingen
een stuk garen uit zijn zak. Ze leg-
,Jk wilde de eieren intwsn snij
den, maar Ik heb geen mes,” zei ae.
„Dat hebben we ook niet noodlg,”
zeiden de tweelingen en zeer tot Ivy’s
den nu de eieren netjes op een rijtje,
spanden het garen er over en meden
de eitjes keurig door.
„Wat een rare manier, om eieren te
zoolang we het samen kunnen doen,"
antwoordden de tweelingen.
(Ingezonden Mededelingen)
bidden eerst Pir
van het land
is de eerste
De regeering van Bengalen heeft, naar Reu
ter meldt, aan tien Engelsche en Bengaalsche
vrouwen bevoegdheid verleend zitting te hebben
in de rechtbank, In gevallen waar kinderen bij
betrokken zijn.
Dit is de eerste maal, dat aan vrouwen zulk
een bevoegdheid wordt verleend.
De rechtbank mag echter niet uitsluitend
uit vrouwen bestaan en ingeval er verschil Van
meening 13 over het uitspreken van een vonnis
legt de opinie van het manlijk deel het meeste
gewicht In de schaal.
denken.... over hém? Haar stem
ze veegde haastig een paar tranen
len.al
boord,
terden
met
naar,
I
poosje met rust laten,' lieveling? Ik ben zoo
moe.ik wil rusten.
Ben minuut later sliep hij zoo rustig als een
kind.
Een detachement van 34 manschappen van
het Roode Leger, die een tocht van 5 weken
op q£l’s gemaakt hebben, is te Moskou aange
komen.
ZU hebben In dezen tijd ruim 1600 K.M. af
gelegd in hevige koude en sneeuwstormen,
waarbij zij bergen hebben moeten beklimmen en
twee rivieren oversteken.
Deze manschappen zijn einde Januari uit
Sverdlowsk vertrokken met de opdracht rijt
weken later te Moskou te moeten zijn.
ZU bereikten allen op tyd hun doel en waren
in uitstekende conditie.
Een jonge schilder had opdracht ontvangen
de muren van de 700 Jaar oude kerk van St,
Katharina te Schoenemoer in Oldenburg te
beschilderen Toen hü echter aan het werk
wilde gaan bleek, dat onder een dikke laag kalk
een aantal middeleeuwsche schilderingen ver
borgen waren, voorstellende: Het laatste Oor
deel, de Marteling van de Heilige Katharina
en de Verdoemden In de Hel,
In de middeleeuwen was „Scooemore” een
bekend pelgrimsoord.
Ivy wilde een salade maken en liet
daarom de tweelingen een kist naar
het strand brengen, om als tafel dienst
De Japansche troepen In MandsjoerUe ge
bruiken met goed gevolg kogelproof glas en <ie
automobielen van de ministers en leden van
het hof zün eveneens met deze soort glas uit
gerust.
Dit kogelvrije glas, uitgevonden door twee
Japanners, heeft onlangs voor een' officieel
geze’schap een zware proef doorstaan.
Op een afstand van slechts enkele 'meters,
werden een twaalftal revolverschoten op het
glas gelost, zonder dit te doorbaren.
Een van de groote filmmaatschappijen te Los
Angelos is een groote oorlogsfilm aan het ma
ken, waarvoor een vyftlgtal oude gevechtsvlieg
tuigen zün aangezocht: Fokkers, de Havlllands,
Spads en Nleuports.
BU deze film zullen verscheidene van deze
.machines neerstorten en onherstelbaar worden
beschadigd.
Thans zoekt de maatschappij nog een vUftig-
tal stoutmoedige piloten, welke deze toestellen
zulle" besturen.
1
Maar de domper, ach die domper,
voorkomend tegen Iedereen was. kon hij toch
nooit vergeten, dat hij een Trevanion was. Ik
geloof, dat het een soort obsessie voor hem ge
weest is; vooral de laatste jaren van zUn teven.
Dat was dan ook. geloof Ik. de reden, waarom
hy Adam Trebllcock altijd als butler beeft
aangehouden, ofschoon hij hem heelemaal niet
noodlg had. Eigenlijk was hü ook niet in staat
om hem te Houden, maar hü dead het toch. Hy
was een echte Trevanion. Er heeft nooit een
rechtschapener en eeriyker man geleefd dan
hy, maar men zou kunnen zeggen, dat hij in
zekeren zin onrechtvaardig en niet heelemaal
nobel heeft gehandeld. In plaats dat hy ge
zorgd heeft, dat je behoorlijk leven kon, ben ik
bang, dat je zonder één cent achterblijft. Het
is allemaal zijn familietrots geweest.
Er zal toch genoeg overblüven om ieder
een het zyne te geven, nietwaar? vroeg het
het meisje met iets angstigs in haar stem.
Ja. Iedereen zal zoo goed als zeker tot de
laatste shilling kunnen worden betaald. Het is
mogelyk. dat er een paar pond overbUjft, maar
veel zal het in elk geval niet zijn.
Dat Iedereen zyn geld krijgt is bet eenige
wat me scheten kan, antwoordde het meisje.
Maar Je vader heeft zUn doel voorbü ge
schoten, ging de oude heer voort. Deze oude
plaats, waar hy zoo aan verknocht was, zal je
moeten opgeven; hy wilde Trevanion Court in
de famlhe houden en heeft het door zyn eigen
manier van doen onmogeiyk gemaakt.
Op aanwyzlng van tot het Carnegie-lnstituut
i behoorende geleerden, die aan de Mexlcaansche
regeering mededeellng hadden gedaan van
I. >de ontdekking der 1200 Jaar oude hoofdstad
i van het ryk der Mayans, Calakmul, heeft de
i oudheidkundige Palacios rich, naar Reuter ver-
i neemt, naar de ruinen begeven, die beschreven
worden als een fabelachtige rijkdom.
Palacios zegt, dat Calakmul een der oudste
en wellicht grootste der oude Mayansteden is,
i die gevonden zyn. Het dichte oerwoud is een
groote belemmering bü het onderzoekingswerk
en maakt het ónmogelijk den waren omvang der
ruïnes vast te stellen, doch Palacios zelde 15
pyramldes gezien te hebben en een groot aan-
tal obelisken, alsmede honderden pilaren en
i steenen bouwwerken.
Op een der zuilen stond als datum, omgere-
kend In moderne tijdrekening. Maart 731.
De op de pyramiden en obllsken aangebrachte
i figuren gaven biyk van groote kundigheid. De
ruïnes zUn gelegen 231 mUl ten Zuiden van
i Campeche in een volkomen onbewoond gebied.
Palacios Is van meening dat dit de stad is,
i die kolonel Lindbergh drie Jaar geleden is over-
gevlogen.
De Mayans waren een nomadenvolk, die vaak
goedgebouwde steden weer verlieten, om zich
verderop te vestigen.
Uit het Engelsch van
I Joseph Hocking
Aan de Pamlr, staar de oorlog eeuwenlang
heeft gewoed en rassen van den meest ulteen-
loopenden aard door elkaar zün gemengd, is
de tyd vrijwel stil blijven staan. Het zou moeite
kosten een land ter wereld op te noemen, waar
de beschaving zooverre Is gebleven als aan de
oevers van deze rivier. De Kirglsen, die daar
reeds eeuwenlang wonen, heelen hun wonden
nog steeds met een gloelenden spüker en speek
sel en rij drinken het bedwelmend water uit de
opiumbronnen als middel tegen ziekten. De
Basmatschi, een stam van rooversnocnaden,
houden nog een oud en wreed gebruik Jn eere”
door hun gevangenen de oogen uit te steken of
hen te verbranden. De vrouwen van deze stam
men hebben nog nooit een schaar gezien en
weten niets van het bestaan van glas. Er zyn
aan de West-Pamir zelfs dorpen, die niet eens
den smaak van groenten of koren kennen. Geen
wiel heeft ooit langs de Pamlr gerold, of het
moest zijn het wiel van vreemde expedltie-
auto’y.
Niet lang geleden heeft een Europeesche ex
peditie dit oord bezocht en deze vreemde ka
ravaan was het eenlg menscheiyke, dat gerul-
men tyd lang langs de Pamlr viel te ontdek
ken. Geen menach, geen vogel, geen tent of
geen wagen was te rien. Plotseling, aldus luidt
het verhaal van den leider der expeditie, ver
schijnen zes ruiters in de verte. Vermoedelyk
roovers. De karavaan was reeds dertien uur op
stap en kon leder oogenbllk een overval ver
wachten. Maar de ruiters verdwijnen plotseling
en terwijl wy een heuvel bestygen. rien we in
het zand een voorwerp liggen, dat het nader
bekUken waard schijnt te zyn. Het Is.... een
ïllmcellulold. Het ongelooflijke geschiedde. Een
moderner vondst In deze achteriyke streek ts
nauweiyks denkbaar en het wees op Europeesch
bezoek, dat reeds had plaats gehad. We waren
geneigd, aldus gaat de leider verder, dit sim
pele stuk film te beschouwen als een Fata mor
gana. zoo vreemd leek het ons. We hielden het
stuk film tegen de lucht en zagen dat de beel
den voorstelden een Europeesche vrouw In
avondtoilet. We kenden de vrouw. Het was de
Ach, "die eerste zomerdagen,
Zoodls Maart ze altijd kent.
Daaraan zijn we, 't is natuurlijk.
Niet zoo een, twee, drie gewend.
Voor het éérst de ramen open,
Want de kachel is te heet
En ook zonder jas de straat op,
In je beste pak gekleed.
En de zon, de zon, die weet
Want die werkt als alcohol.
Zij benevelt ook je hersens
En je hart loopt boordevol.'
’4 Is dan doorgaans je positie
Of je leeftijd, dat je ’t laat.
Anders ging je loopen zingen
Of je danste over straat!
Of je poogt aldus te doen!
In je hart.mijn lieve hemel,
Op zoo’n mooien zomerdag,
Als je deed wat in je hart zong,
Nam je daad’lijk je ontslag!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Die heet werken en kantoor!
Want de cijfers in de boeken
Stellen kleine duivels voor.
En je loert maar door het venster,
Naar de zon en ’t jonge groen,
Doch een deur kraakt en je werkt
weer,
er niet over, vader, zei het meisje
zal werkeiyk allemaal in orde ko-
Bovendlen, u zult wel gauw --
Vóór de zon dien dag onderging, was Felix
Trevanion gestorven. Hy was rustig, byna ge-
lükkig heengegaan. De laatste bewuste blik in
zyn oogen was op Nancy gericht geweest; zyn
laatste woorden waren vrijwel onverstaanbaar,
maar Nancy had ze toch nog kunnen hooren.
MUn kleine meld.... mün kleine meid,
hadden zyn trillende lippen gefluisterd, ze is
alles wat ik nalaat.... maar zy zal het doen.,
zy zal het doen....
Eenige uren tevoren had hy getracht haar
zyn toestand uiteen te zetten en zijn wenschen
kenbaar te maken, maar behalve dat hy haar
gezegd had waar de papieren, die betrekking
hadden op het huis, lagen, had hy haar niet
veel meer kunnen vertellen.
Gedurende de dagen, óie verliepen tusschen
het overiyden van haar vader en de begrafe
nis, had Nancy geleefd als In een droom; niets
drong in zijn wezenlyke gestalte tot haar door.
Ze wist dat er een groote, donkere schaduw
over haar leven was gevallen, omdat haar va
der van haar was weggenomen, maar alle din
gen waren verward en vaag voor haar.
Maar toen de begrafenis voorbü was, moest
ze toch de realiteit onder de oogen rien. Nota
ris Hendy, die zijn leven lang een vriend van
den ouden Felix was geweest, kwam by haar
en opende het testament. Het was maar een
kort document; alles was aan Nancy nagela-
Daarom is het voor een rechtzinnig jager,
die nog wel aan den eerbied vor de godheid
recht laat wedervaren nog altyd een groote
moeiiykheld In welke omstandigheden hy op
een steenbok of geit zal schieten. Ook de ex
peditie ontmoette een kudde geiten, die alle
achter elkaar langs de rotsen liepen. De gids
der expeditie vertelde de geschiedenis van den
machtigen Pir Pawalon, terwyi de geiten na
derden. Plotseling verhief zich een korte sterke
wind en de geiten stoven uit elkaar. Maar op
hetzelfde oogenbllk loste de gids een schot, ter-
wul hy den naam van Pir Pawalon uitsprak.
De jagers doen dat, in de hoop, dat hy de mach
tige eerste jager, vergetend hoe zyn nakome
lingen de wetten niet ontzien, toch zyn hulp zal
verleenen en het schot naar het doel zal lelden.
„Waar Is nu je Pir Pawalon?" vroeg de lei
der boenend. Maar de gids deed een omstandig
verhaal, waaruit moest biyken, dat, wanneer
hy niet getroffen had, dit niet te wijten was
aan Pir Pawalon, maar aan den wind.
De wind n.l. brengt den geur van menschen
over. De geiten zelf kunnen dien geur niet op
vangen, maar in hun horens hebben zU een
worm, die voor dezen wind zeer gevoelig is. Zoo-
dra deze worm den geur gewaar wordt, begint
hy rich te bewegen en dit veroorzaakt hevige
Pijn by de geiten, die dan op de vlucht slaan
om de pyn te vergeten. Zoo waarschuwt de
wind den worm en de worm de geit.
Overigens was Pir Pawalon niet onvrlendelUk
geweest, want de gids betoogde, dat hü wel
degeiyk raak geschoten had. Zy gingen op zoek
en na twee uur over de rotsen te hebben ge
klauterd. vonden zy een enorme doode geit.
De horens vertoonden vierentwintig kringen,
waaruit de gids wist af te lelden, dat de geit
twaalf jaar oud was. Een prachtexemplaar dus,
dat iedere goede Jager hem zou benyden.
Uit de horens van deze geiten. Klik genaamd,
worden door de inboorlingen ringen en stüg-
beugels gemaakt en messenheften en allerlei
versieringen voor de huizen. Ook bekers en
drlnkkoppen leveren de horens. Het vel van den
Klik, vooral van de groote geiten, dient als een
soort riJdeken voor de ruiters en men zegt, dat
Iedere ruiter, die op zulk een rydeken zit, door
Pir Pawalon wordt beschermd en nooit den
dood In de rotsen zal vinden. Vooral de hulden
van de Kliks, die in de lente worden geschoten,
zyn zeer gezocht en alleen de rijken kunnen
zich deze uitgave permitteeren.
Uit dit relaas valt op te maken, dat de be
wering. als zou de beschaving aan deze oorden
zyn voorbygegaan, niet overdreven Is. De oevers
van de Pamlr hebben glorie gekend, maar de
herinnering daaraan Is by de inboorlingen niet
meer te vinden.
geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en
roode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol
Hoe verder men het gebied van de Pamlr In
trekt, des te onherbergzamer wordt de streek.
Zoo is de rotsachtige nederzetting Hlds. waar
de hutten tegen de kale bergwanden aange
kleefd zitten. Hier groeit geen enkele groente.
Koelen kunnen er niet leven. Wel hebben de
bewoners eenmaal getracht de koelen naar de
rotstoppen te brengen, doch de dieren konden
onmogeiyk boven komen. Toen hebben zy de
koeten gedood en de kalveren in hun handen
naar boven gedragen. Om de melk naar beneden
te brengen moeten de vrouwen een halven dag
langs de onbegaanbare rotsen naar beneden
klauteren. K
De groententulnen hebben de Inwoners aan
gelegd op de platte daken van hun woningen.
Daar oogsten zy appelen, peren, pruimen, per
ziken, abrikozen, die alle gevoed worden door
water, dat in bakken wordt bewaard. Maar
voortdurend gaat de stryd tusschen de men
schen en de rotsen door, onvermoeibaar en fel.
Als de inboorlingen een rots hebben verwijderd,
trachten zy op de vrij gekbtnen plaats een tuin
aan te leggen en soms lukt dit wel, maar dan
neemt een grootere berg wraak en laat op een
boezen nacht een andere rots neerploffen
de plaats waar de zwoegende menach het re
sultaat van zyn arbeid begint te rien. Zoo strydt
men verder en meermalen is 1 gebeurd, dat de
menschen, die hun huizen bouwden op de
plaats waar eens de rots stond, In den nacht
worden getroffen door neerstortend gesteente
Dan worden zy allen verpletterd en het schreeu
wen en kermen is niet van de lucht. In ang
stige spanning wacht men den morgen af en
gaat men op zoek naar een plaats om de
dooden te begraven, een plaats die wederom aan
de rotsen moet worden ontwoekerd. En weer
gaat de strijd verder, een strijd op teven en
dood.
De zorg heeft mijn dood verhaast, klaag
de de oude man Ik voelde het voortdurend,
maar Ik wilde het mezelf niet bekennen. Ik
wilde het niet inzien zoolang er nog een grein
tje teven In me was.
Het zal beslist in orde komen, trachtte ze
Dultsche fllmactrice Lla de Putti, sinds enkele
jaren overleden en thans oji. voortlevend op
een onnoozel stukje film aan den oever van de
Pamlr. Maar waar kwam deze film vandaan?
Zoover wy konden nagaan, waren voor ons
slechts twee expedities hier geweest, die een
klno-apparaat hadden meegenomen. Maar
waarom? Zouden die juist een oude film mee
naar het hart van Mongolië hebben genomen?
Pas later zouden we alles vernemen, zooals het
werkelUk gebeurd was.
In 1929 waren reisbioscopen opgericht, die In
de binnenlanden voorstellingen zouden geven.
Een deel van de karavaan werd overvallen en
beroofd. De roovers begrepen natuuriyk niets
van het zonderling apparaat, noch van den fllm-
band, maar een nieuwsgierice onder hen onder
zocht de strook, legde die In ’t water en meende
ze op deze wUze tot h soort pruimtabak te kun
nen bereiden. Het viel tegen en ten einde raad
wierp de man de film In het vuur, dat hoog
oplaaide en het bewijs leverde dat een film
voor niets beters kon dienen dan om vuur aan
te wakkeren. ZU verdeelden nu de films onder
elkaar en stichtten daarmee de enorme boech-
branden, waarvan deStUds heel Kaschgar heeft
kunnen genieten.
■J—V oor het geheimzinnig gebied van Tibet en
I Mongolië, in het hart van Azië, stroomt
de groote rivier Pamlr, daar waar In de
zestiende eeuw de laatste der Mongoolsche
Khans, sultan Abdu Said regeerde. Deze Khan
veroverde Tibet, Kaschgar en alle vorstendom-
dommen aan de Pamlr. HU had een leger
aanvoerder, genaamd Halder-Mirza, die rich In
de geschiedenis een naam heeft veroverd door
de verovering van Kaschmlr, door het schrijven
van een boek „Tarlhl Raschidi” en tenslotte door
zUn merkwaardlgen dood, die een gevolg was
van de gevleesde „bergriekte" In de nabUheid
van den Karakorum
In zUn boek spreekt hU met groote waar-
deering over den laatsten Khan, die allerlei
schitterende eigenschappen in zich vereenigde.
De Khan was zoozeer verzot op pracht en
praal, dat zUn uitgaven steeds zyn inkomsten
overtroffen. HU schoot met den boog als geen
ander en schreef een prachtig handschrift. HU
beheerschte evengoed de Turksche als de Ar-
meensche en de Perzische taal, en bespeelde
verschillende muziekinstrumenten met groot
talent. Bovendien verstond hy de kunst der
„waarzeggerij".
De bewoners van naburige landen, die in
deze streken verzeild raken,
Pawalon, voor zU in het binnenste
durven doordringeq. Pir Pawaldh
heilige jager, die Jacht maakte op steengelten.
HU ging eens op jacht en zag een groote kud
de bokken slapend, neerliggen. Telkens stond
een geit op, bleef enkele oogenblikken staan
en ging weer liggen. Dit déden zy, omdat zü
In die oogenbUkken werden gemolken door Bobo
Adams, de eerste vrouw onder de menschen
Toen herkende Pir Pawalon hierin de hand
der godheid en hU schoot niet, maar thans is
het geloof In de godheid minder sterk en In
hun ongeloof breken de jagers de wetten en
schieten maar raak. Maar zy voelen zich niet
schuldig, want zy hebben die slechte gewoonte
van hun voorvaderen geleerd.
De vrooiyke sneed op, tegenover ons, vreem
delingen, sprak over alles en nog wat. En toe
vallig kwam het onderwerp „oorlog” op bet ta-
pUt. HU vertelde van de gevechten, van het
lUden van soldaten en dieren, van de tochten
door bosschen, van aanvallen op den vijand,
van honger en dorst, van koude en ontbering,
vier lange jaren.
Al hadden wU
dergelUke verha-
meer ge-
wU luls-
er toch
aandacht
al begre
pen wij niet de
luchthartigheid, waarmede de man over den
oorlog en zUn gevolgen sprak.
Behoorde hy tot hen, die nog niet hadden
geleerd? Kon hü het In zUn vaderlandlievend
gemoed niet verdragen, dat zyn land de neder
laag had geleden, stak bet hem niet, dat
Duitschland, dat In 1870 zoo schitterend had
overwonnen, nu niet als overwinnaar was terug
gekeerd? WU begrepen het niet. WU keken den
kleinen kring rond en zagen naar zyn broer,
die voor zich heen zag en nu en dan met een
flikkering van haat In zyn oogen naar zyn broer
keek. En terwyi rijn broer verder sprak over
den veldtocht in België en allerlei namen
noemde, nu weer bijna vergeten, maar die toch
telkens de herinnering aan den oorlog opwek
ken. bleef zfin broer, bleek, rustig vóór zich
heen kUken. nu en dan een blik werpende op
zyn broer, die dorstig, weer telkens een nieuw
glas bier bestelde.
Het werd tyd om op te stappen. Het was laat
geworden, later dan wy gewoon waren naar bed
te gaan op onze wandeling door SauerlanA Ook
de sociëteitsleden maakten aanstalten om naar
huls te gaan, omdat de arbeid al vroeg In den
morgen riep. WU besloten het vertrek van de
anderen af te wachten en dan onze koot op te
zoeken.
Terwyi de anderen betaalden en heengingen,
bleef de stille, bleeke broer nog wat zitten. Toen
de ahderen de zaal hadden verlaten, stond ook
hü op en dicht bU ons komende, zei hü, met
haat In zyn stem en terwyi hy met den vinger
naar de deur wees:
„HU Is er niet bU geweest, hy is achter het
front gebleven. Ik ben er wel bU geweest en heb
er myn zaak door verloren. Nu ben ik knecht
bü hem en ik moet zwygen. als hy opsnjjdt.
HU was er niet bU; ik weL”
Toen boog hy rustig het hoofd, nam afscheid
en ging heen. En wy begrepen, waarom de an
dere zoo luchthartig over den oorlog had ge
sproken: HU was er niet by geweest I
et den knapzak op den rug waren wy
door Sauerland getrokken. Heuvel op.
heuvel af, den nacht in kleine slaap
gelegenheden, eigenlijk meer herbergen door
brengende.
Als de zon was ondergegaan, als de scheme
ring over berg en dal viel, dan meakten wU
halt en zochten een nachtverbiyf, net zooals
het viel. We waren niet kieskeurig, als het bed
maar helder, de nacht maar rustig was. En in
de gelagkamer van het hotel of van de her
berg namen wy ons avondmaal, eenvoudig, maar
goed en stevig en in staat onzen honger te be
vredigen. En dan bleven wU wat toeven In de
kleine zaal met den met zand bestrooiden bo
dem; dan luisterden wy naar de gesprekken
van de gasten, die een glas bier kwamen drin
ken en over de politiek van den dag, over de
kleine gebeurtenissen van de plaats spraken,
voor ons van weinig Interesse. Vaak werd ever
lieden gesproken, voor wie onze belangstelling
niet groot kon zyn, omdat wy ze niet kenden.
Soms werden wU In het gesprek gemengd, soms
gaven wij ook onze meening ten beste, werk
tuiglijk vaak, omdat wy, van de lange wande
ling vermoeid, begonnen te suffen, misschien
ook wel door het goede en overvloedige maal.
Dan zochten wU onze legerstede op, om den
volgenden morgen weer vroeg onzen wandelstaf
ter hand te nemen.
Eens moesten wy een onderdak zoeken in
een klein stadje, In het zadel van twee kleine
bergen gelegen, een industrieplaatsje, waar
kleine Uzerwaren werden gemaakt. Een stadje
met kleine fabrieken, waarvan de een zich op
dit, de andere o^~«dftt_ vooryerp specialiseerde.
Kleina fabrikanten waïFir'net, die elkaar hiel
pen, omdat ze elgenlUk geen concurrenten wa
ren. om den moeiiyken strijd om het bestaan
te kunnen voeren.
En In het hotel ,JJer Kalser”, waar wü een
groote, ruime slaapkamer hadden gevonden,
welker ramen uitzagen op het achtererf, waar
kippen en hanen rondtippelden en varkens hun
voedsel zochten, was ook de „sociëteit", waar
eiken avond de notabelen byeen kwamen en
de gesprekken gaande hielden onder het drin
ken van een glas bier of onder het leggen van
een kaartje. De namen van de leden der so
ciëteit stonden calligraflsch op een mooi ge-
teekend papier, dat In een vergulde lUst was
gevat
In een clubje van een zes. zeven man raakten
wU verzeild als vreemdelingen werden wU
gaarne geïntroduceerd en namen deel aan
het gesprek, zoo goed en zoo kwaad als het ging.
Onder de mannen waren twee broeders, de
eene was fabrikant, de andere was by hem In
dienst. De laatste sprak weinig, keek voor zich
heen, scheen rich voor weinig of niets te Inte-
resseeren. ZUn broer, de fabrikant, was leven
dig, spraak graag en was goedlachsch. ZUn lach
klonk luid en harteiyk en als hü lachte, nam
zyn gelaat een bedenkelUk roode kleur aan. Zyn
broer was bleek en lachte niet
hem opnieuw op te beuren; we zullen een weg
vinden om het huis te houden.
Zul je? riep hy opgewonden. Zeg het
nog eens!
Natuurlijk zal Ik. zei ze, met een vaag ge
voel dat ze woorden zonder inhoud sprak.
Maar ze kwamen haar over de lippen in de
hevige behoefte van haar hart om haar ster
venden vader troost te geven.
Beloof het me, Nancy I zei hU wild, terwijl
hy koortsachtig haar hand kneep.
Beloof het me, lieveling! Het is het huls
van de Trevanions, het is het land van de Tre-
vanlons! Het Is het eenige wat ons uit het ver
leden gebleven Is. Laat het niet uit de familie
gaan, lieveling! Je bent jong en Intelligent....
en mooi. Als het verkocht moet worden, koop
het terug, koop het terug terwille van onzen
ouden naam.
Ja vader. Ik zal het doen.
Beloof je het?
Ik beloof het u. vader.
Een oogenbllk zweeg hy en ofschoon er een
iiepe zucht over zyn lippen kwam, glansde er
een licht van vreugde In zyn oogen.
Maar een paar seconden later zei hy:
Heb niet te veel verwachting van Je zelf! Het
zal niet zoo gemakkelyk zyn.... neen. Je kunt
het niet. Ik heb het geprobeerd en het Is me
niet gelukt; hoe zou het Jou wél kunnen geluk
ken. Bovendien: het komt er niets op aan....
het is allemaal ydelheld en wind! Wat bette
kenen naam en familie? Wat wy zUn. daar
komt t op aan, niet hoe we heete* Dat weet
t-
In de „Comedie Francalse" te Parijs is de
eerste opvoering gegeven van .Francerie”, een
stuk van Paul Raynal, waarin de Fransch-
Dultsche tegenstellingen ten tooneel worden
gevoerd.
De schrijver ziet het conflict tusschen Frank
rijk en Duitschland minder als een conflict
van twee landen, dan wel van twee regimes, n.l.
autoriteit tegen vrijheid.
Het stuk speelt in een dorp aan de Mame,
ten tyde van den beroemden veldslag.
Kapitein Kart, een Flnsch marine-offlcier,
heeft, naar Reuter uit Helsingfors bericht, een
apparaat uitgevonden voor het lichten van ge
zonken onderzeeërs, dat naar beweerd wordt
een omwenteling zal teweegbrengen in de be-
staande llchtingsmethoden.
De Uchtlngscapacitelt van het toestel be-
draagt 800 ton en de koeten bedragen slechts
200.000 gulden.
De grootste onderzeeër die op het oogenbllk
bestaat weegt 500 ton, arxxiat het nieuwe toe
stel inderdaad van groot nut kan zUn.
on dit blad zUn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 'TCfl bij een ongeval met f t>U verlies van een hand f 1 9C verllee van een f C/i by een breuk van f dfl by vertlea van
nng» wellen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verlies van belde annen/oelde beenen of belde oogen f t VV»” doodeiyken afloop f een voet of een oog t A AiJs~dulm ot wijsvinger f been of arms WtSe" anderen vinger
Toen ben Ik gaan speculeeren en heb verto-
tn» alles verloren. Het huis, de boerderij,
het zal allemaal verkocht moeten worden, om
hem te betalen. Er zal geen penny voor je over-
biyven, arm kind. Ik heb het Je nooit willen
zeggen.... Ik kón het niet.... bovendien: ik
heb nog altyd gehoopt en gehoopt....
Er kwam een trek van pUn op het gericht
van Felix Trevanion en hy hUgde naar adem.
Tob
weer. Het
men.
xyn.
Ze wist wel dat dit laatste niet waar kon
«Un, maar In haar behoefte om hem te troos
ten, ontsnapten de woorden haar.
Ik allemaal en toch.... het is samengeweven
met lederen vezel van mUn lichaam.... het
gaat zoo ver terug! Eeuwen achtereen hebben
Trevanlon’s In dit huls gewoond en ik kan er
niets aan doen.... het is altUd mün harte-
wensch geweest, dat ze hier zouden blijven wo
nen, altUd en altyd en dat geen vreemde dit
huis zou bezitten, maaar tob er niet over, lie
veling, tob er niet over....
Maar ik wil het, vadertje; Ik wil het, en
wéér zag ze die lichtende vreugde in zün oogen.
Maar iedereen moet betaald worden! Er
kwam een strenge klank in zün stem.
Er zal nooit mogen gezegd worden, dat
-een Trevanion ooit iemand iets is schuldig ge
bleven.
Iedereen zal betaald worden.
Weer sloot hy zün oogen en zün lippen tril
den.
God vergeve me als Ik verkeerd gedaan
heb, hoorde ze hem mompelen, maar ik hou
zooveel van het oude huls,het is het huls
van mün geslacht.... En opnieuw verviel hü
in stilzwygen.
Er gingen minuten voorbü zonder dat een
van beiden iets zei. Ze hield maar steeds de
hand van den zieken man in de hare geklemd
en keek met oneindige teederheld op hem neer.
Het lykt zoo weinig, zoo’n paar woorden,
zei hU. maar je hebt me toch zoo onultspreke-
lük gelukkig gemaakt. Ik dank je, lieveling, Ik
dank Je.... misschien is het verkeerd van me,
maar ik had t gevoel, dat ik niet rustig kon
sterven als ik moest denken, dat het huis In
vreemde handen kwam. Wil je me nu een
ten. Het huis, 'de 200 acres land, die er by
hoorden, de inventaris, de oogst.... alles was
voor haar.... nadat de schulden betaald wa
ren!
Zal er nog een pennny over zün, nadat
aDes betaald is? vroeg ze veelbeteekenend aan
den ouden rechtsgeleerde.
De notaris wachtte even voor hij antwoord
gaf en schudde toen langzaam het hoofd.
Ik ben bang van niet. Je vader schijnt je
op de hoogte te hebben gebracht.
Inderdaad, was bet rustige antwoord.
Het iykt wreed om het te zeggen nu hy
overleden is, zei de oude notaris, maar hü heeft
nooit naar mijn raadgevingen willen luisteren.
Ik heb hem gezegd, dat als hy er by bleef, dat
JU naar St. Andrews en naar Cambridge moest,
dat het mis zou gaan. Toen hü een rijpaard
voor Je kocht, heb Ik hem gezegd, dat hy Je
ruïneerde inplaats dat hy je een plelzier deed,
maar t gaf allemaal niets. HU hield vol. dat
JU, als een Trevanion. misschien de laatste van
Je geslacht, moest worden groot gebracht in
overeenstemming met Je ouden naam Zonder
eenlgen twyfel had hü het bü het verkeerde
eind, maar *t is zeker, dat hy alles deed uit
onbegrensde liefde voor jou. Hy heeft geen
penny voor zichzelf uitgegeven; het was altyd
aUes voor Jou. Je denkt toch niet hard over
hem, kind?
Hard
trilde en
weg.
HU was een trotsch man, ging de notaris
voort, en ofschoon hy altUd vriéndelijk en