Aan de oevers van I Het Erfdeel wbfaaL «on efen iaq M Schoonmaak MANCHESTER GUARDIAN WEEKLY I I I I s aiiiiiiiiHiiinnni ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN If you READ THE ROBINSON! Een Hollandsche schoen Alle abonné’s GUARDIAN BUILDING - MANCHESTER - ENGLAND voor Hollandsche jongens I I I ZOMERSCHEDAGi DONDERDAG 30 MAART De oude hoofdstad der Mayans ontdekt wat! Wie is Pir Pawalon? I De rotsen van Hids Autoriteit tegen vrijheid De tyd stond stil Vrouwelijke rechters Pir Pawalon Langdurige ski-tocht interested in England are Kogelvrij glas I Oude schilderingen WAAR DE TIJD HEEFT STILGESTAAN Lichten van gezonken onderzeeërs Send your subscription to the Publisher Eertyds leefde hier de laatste Mongoolsche Khan The Manchester Guardian Weekly is published every Friday and is sent to any address post free for 12 months for 13s. Od. and the paper will reach you every Saturday morning Specimen copies will be sent on request. It gives a summary of the week’s news combined with such expression of liberal thought on British and International affairs as has made the Man chester Guardian so highly regarded in contemporary journalism. V Nieuwe oorlogsfilm i I I I --- AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I Hij is er niet bij geweest i I 4 I te doen. Zelf nam ae zes hard ge kookte eieren mede en wat groen. Na de eieren gepeld te hebben, bemerkte Ivy, dat ae een mes vergeten had mede te nemen. „Wij zullen de eieren wel door mid den snijden," riepen Loetje en Loutje. „Maar Ik zeg toch, dat Ik geen mes heb,” zei Ivy. s snijden,” lachte Ivy. „Daar trekken we ons niets van aan, (Morgenavond vervolg). weer beter wist Wordt vervolgd. k y verrassing haalde een der tweelingen een stuk garen uit zijn zak. Ze leg- ,Jk wilde de eieren intwsn snij den, maar Ik heb geen mes,” zei ae. „Dat hebben we ook niet noodlg,” zeiden de tweelingen en zeer tot Ivy’s den nu de eieren netjes op een rijtje, spanden het garen er over en meden de eitjes keurig door. „Wat een rare manier, om eieren te zoolang we het samen kunnen doen," antwoordden de tweelingen. (Ingezonden Mededelingen) bidden eerst Pir van het land is de eerste De regeering van Bengalen heeft, naar Reu ter meldt, aan tien Engelsche en Bengaalsche vrouwen bevoegdheid verleend zitting te hebben in de rechtbank, In gevallen waar kinderen bij betrokken zijn. Dit is de eerste maal, dat aan vrouwen zulk een bevoegdheid wordt verleend. De rechtbank mag echter niet uitsluitend uit vrouwen bestaan en ingeval er verschil Van meening 13 over het uitspreken van een vonnis legt de opinie van het manlijk deel het meeste gewicht In de schaal. denken.... over hém? Haar stem ze veegde haastig een paar tranen len.al boord, terden met naar, I poosje met rust laten,' lieveling? Ik ben zoo moe.ik wil rusten. Ben minuut later sliep hij zoo rustig als een kind. Een detachement van 34 manschappen van het Roode Leger, die een tocht van 5 weken op q£l’s gemaakt hebben, is te Moskou aange komen. ZU hebben In dezen tijd ruim 1600 K.M. af gelegd in hevige koude en sneeuwstormen, waarbij zij bergen hebben moeten beklimmen en twee rivieren oversteken. Deze manschappen zijn einde Januari uit Sverdlowsk vertrokken met de opdracht rijt weken later te Moskou te moeten zijn. ZU bereikten allen op tyd hun doel en waren in uitstekende conditie. Een jonge schilder had opdracht ontvangen de muren van de 700 Jaar oude kerk van St, Katharina te Schoenemoer in Oldenburg te beschilderen Toen hü echter aan het werk wilde gaan bleek, dat onder een dikke laag kalk een aantal middeleeuwsche schilderingen ver borgen waren, voorstellende: Het laatste Oor deel, de Marteling van de Heilige Katharina en de Verdoemden In de Hel, In de middeleeuwen was „Scooemore” een bekend pelgrimsoord. Ivy wilde een salade maken en liet daarom de tweelingen een kist naar het strand brengen, om als tafel dienst De Japansche troepen In MandsjoerUe ge bruiken met goed gevolg kogelproof glas en <ie automobielen van de ministers en leden van het hof zün eveneens met deze soort glas uit gerust. Dit kogelvrije glas, uitgevonden door twee Japanners, heeft onlangs voor een' officieel geze’schap een zware proef doorstaan. Op een afstand van slechts enkele 'meters, werden een twaalftal revolverschoten op het glas gelost, zonder dit te doorbaren. Een van de groote filmmaatschappijen te Los Angelos is een groote oorlogsfilm aan het ma ken, waarvoor een vyftlgtal oude gevechtsvlieg tuigen zün aangezocht: Fokkers, de Havlllands, Spads en Nleuports. BU deze film zullen verscheidene van deze .machines neerstorten en onherstelbaar worden beschadigd. Thans zoekt de maatschappij nog een vUftig- tal stoutmoedige piloten, welke deze toestellen zulle" besturen. 1 Maar de domper, ach die domper, voorkomend tegen Iedereen was. kon hij toch nooit vergeten, dat hij een Trevanion was. Ik geloof, dat het een soort obsessie voor hem ge weest is; vooral de laatste jaren van zUn teven. Dat was dan ook. geloof Ik. de reden, waarom hy Adam Trebllcock altijd als butler beeft aangehouden, ofschoon hij hem heelemaal niet noodlg had. Eigenlijk was hü ook niet in staat om hem te Houden, maar hü dead het toch. Hy was een echte Trevanion. Er heeft nooit een rechtschapener en eeriyker man geleefd dan hy, maar men zou kunnen zeggen, dat hij in zekeren zin onrechtvaardig en niet heelemaal nobel heeft gehandeld. In plaats dat hy ge zorgd heeft, dat je behoorlijk leven kon, ben ik bang, dat je zonder één cent achterblijft. Het is allemaal zijn familietrots geweest. Er zal toch genoeg overblüven om ieder een het zyne te geven, nietwaar? vroeg het het meisje met iets angstigs in haar stem. Ja. Iedereen zal zoo goed als zeker tot de laatste shilling kunnen worden betaald. Het is mogelyk. dat er een paar pond overbUjft, maar veel zal het in elk geval niet zijn. Dat Iedereen zyn geld krijgt is bet eenige wat me scheten kan, antwoordde het meisje. Maar Je vader heeft zUn doel voorbü ge schoten, ging de oude heer voort. Deze oude plaats, waar hy zoo aan verknocht was, zal je moeten opgeven; hy wilde Trevanion Court in de famlhe houden en heeft het door zyn eigen manier van doen onmogeiyk gemaakt. Op aanwyzlng van tot het Carnegie-lnstituut i behoorende geleerden, die aan de Mexlcaansche regeering mededeellng hadden gedaan van I. >de ontdekking der 1200 Jaar oude hoofdstad i van het ryk der Mayans, Calakmul, heeft de i oudheidkundige Palacios rich, naar Reuter ver- i neemt, naar de ruinen begeven, die beschreven worden als een fabelachtige rijkdom. Palacios zegt, dat Calakmul een der oudste en wellicht grootste der oude Mayansteden is, i die gevonden zyn. Het dichte oerwoud is een groote belemmering bü het onderzoekingswerk en maakt het ónmogelijk den waren omvang der ruïnes vast te stellen, doch Palacios zelde 15 pyramldes gezien te hebben en een groot aan- tal obelisken, alsmede honderden pilaren en i steenen bouwwerken. Op een der zuilen stond als datum, omgere- kend In moderne tijdrekening. Maart 731. De op de pyramiden en obllsken aangebrachte i figuren gaven biyk van groote kundigheid. De ruïnes zUn gelegen 231 mUl ten Zuiden van i Campeche in een volkomen onbewoond gebied. Palacios Is van meening dat dit de stad is, i die kolonel Lindbergh drie Jaar geleden is over- gevlogen. De Mayans waren een nomadenvolk, die vaak goedgebouwde steden weer verlieten, om zich verderop te vestigen. Uit het Engelsch van I Joseph Hocking Aan de Pamlr, staar de oorlog eeuwenlang heeft gewoed en rassen van den meest ulteen- loopenden aard door elkaar zün gemengd, is de tyd vrijwel stil blijven staan. Het zou moeite kosten een land ter wereld op te noemen, waar de beschaving zooverre Is gebleven als aan de oevers van deze rivier. De Kirglsen, die daar reeds eeuwenlang wonen, heelen hun wonden nog steeds met een gloelenden spüker en speek sel en rij drinken het bedwelmend water uit de opiumbronnen als middel tegen ziekten. De Basmatschi, een stam van rooversnocnaden, houden nog een oud en wreed gebruik Jn eere” door hun gevangenen de oogen uit te steken of hen te verbranden. De vrouwen van deze stam men hebben nog nooit een schaar gezien en weten niets van het bestaan van glas. Er zyn aan de West-Pamir zelfs dorpen, die niet eens den smaak van groenten of koren kennen. Geen wiel heeft ooit langs de Pamlr gerold, of het moest zijn het wiel van vreemde expedltie- auto’y. Niet lang geleden heeft een Europeesche ex peditie dit oord bezocht en deze vreemde ka ravaan was het eenlg menscheiyke, dat gerul- men tyd lang langs de Pamlr viel te ontdek ken. Geen menach, geen vogel, geen tent of geen wagen was te rien. Plotseling, aldus luidt het verhaal van den leider der expeditie, ver schijnen zes ruiters in de verte. Vermoedelyk roovers. De karavaan was reeds dertien uur op stap en kon leder oogenbllk een overval ver wachten. Maar de ruiters verdwijnen plotseling en terwijl wy een heuvel bestygen. rien we in het zand een voorwerp liggen, dat het nader bekUken waard schijnt te zyn. Het Is.... een ïllmcellulold. Het ongelooflijke geschiedde. Een moderner vondst In deze achteriyke streek ts nauweiyks denkbaar en het wees op Europeesch bezoek, dat reeds had plaats gehad. We waren geneigd, aldus gaat de leider verder, dit sim pele stuk film te beschouwen als een Fata mor gana. zoo vreemd leek het ons. We hielden het stuk film tegen de lucht en zagen dat de beel den voorstelden een Europeesche vrouw In avondtoilet. We kenden de vrouw. Het was de Ach, "die eerste zomerdagen, Zoodls Maart ze altijd kent. Daaraan zijn we, 't is natuurlijk. Niet zoo een, twee, drie gewend. Voor het éérst de ramen open, Want de kachel is te heet En ook zonder jas de straat op, In je beste pak gekleed. En de zon, de zon, die weet Want die werkt als alcohol. Zij benevelt ook je hersens En je hart loopt boordevol.' ’4 Is dan doorgaans je positie Of je leeftijd, dat je ’t laat. Anders ging je loopen zingen Of je danste over straat! Of je poogt aldus te doen! In je hart.mijn lieve hemel, Op zoo’n mooien zomerdag, Als je deed wat in je hart zong, Nam je daad’lijk je ontslag! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Die heet werken en kantoor! Want de cijfers in de boeken Stellen kleine duivels voor. En je loert maar door het venster, Naar de zon en ’t jonge groen, Doch een deur kraakt en je werkt weer, er niet over, vader, zei het meisje zal werkeiyk allemaal in orde ko- Bovendlen, u zult wel gauw -- Vóór de zon dien dag onderging, was Felix Trevanion gestorven. Hy was rustig, byna ge- lükkig heengegaan. De laatste bewuste blik in zyn oogen was op Nancy gericht geweest; zyn laatste woorden waren vrijwel onverstaanbaar, maar Nancy had ze toch nog kunnen hooren. MUn kleine meld.... mün kleine meid, hadden zyn trillende lippen gefluisterd, ze is alles wat ik nalaat.... maar zy zal het doen., zy zal het doen.... Eenige uren tevoren had hy getracht haar zyn toestand uiteen te zetten en zijn wenschen kenbaar te maken, maar behalve dat hy haar gezegd had waar de papieren, die betrekking hadden op het huis, lagen, had hy haar niet veel meer kunnen vertellen. Gedurende de dagen, óie verliepen tusschen het overiyden van haar vader en de begrafe nis, had Nancy geleefd als In een droom; niets drong in zijn wezenlyke gestalte tot haar door. Ze wist dat er een groote, donkere schaduw over haar leven was gevallen, omdat haar va der van haar was weggenomen, maar alle din gen waren verward en vaag voor haar. Maar toen de begrafenis voorbü was, moest ze toch de realiteit onder de oogen rien. Nota ris Hendy, die zijn leven lang een vriend van den ouden Felix was geweest, kwam by haar en opende het testament. Het was maar een kort document; alles was aan Nancy nagela- Daarom is het voor een rechtzinnig jager, die nog wel aan den eerbied vor de godheid recht laat wedervaren nog altyd een groote moeiiykheld In welke omstandigheden hy op een steenbok of geit zal schieten. Ook de ex peditie ontmoette een kudde geiten, die alle achter elkaar langs de rotsen liepen. De gids der expeditie vertelde de geschiedenis van den machtigen Pir Pawalon, terwyi de geiten na derden. Plotseling verhief zich een korte sterke wind en de geiten stoven uit elkaar. Maar op hetzelfde oogenbllk loste de gids een schot, ter- wul hy den naam van Pir Pawalon uitsprak. De jagers doen dat, in de hoop, dat hy de mach tige eerste jager, vergetend hoe zyn nakome lingen de wetten niet ontzien, toch zyn hulp zal verleenen en het schot naar het doel zal lelden. „Waar Is nu je Pir Pawalon?" vroeg de lei der boenend. Maar de gids deed een omstandig verhaal, waaruit moest biyken, dat, wanneer hy niet getroffen had, dit niet te wijten was aan Pir Pawalon, maar aan den wind. De wind n.l. brengt den geur van menschen over. De geiten zelf kunnen dien geur niet op vangen, maar in hun horens hebben zU een worm, die voor dezen wind zeer gevoelig is. Zoo- dra deze worm den geur gewaar wordt, begint hy rich te bewegen en dit veroorzaakt hevige Pijn by de geiten, die dan op de vlucht slaan om de pyn te vergeten. Zoo waarschuwt de wind den worm en de worm de geit. Overigens was Pir Pawalon niet onvrlendelUk geweest, want de gids betoogde, dat hü wel degeiyk raak geschoten had. Zy gingen op zoek en na twee uur over de rotsen te hebben ge klauterd. vonden zy een enorme doode geit. De horens vertoonden vierentwintig kringen, waaruit de gids wist af te lelden, dat de geit twaalf jaar oud was. Een prachtexemplaar dus, dat iedere goede Jager hem zou benyden. Uit de horens van deze geiten. Klik genaamd, worden door de inboorlingen ringen en stüg- beugels gemaakt en messenheften en allerlei versieringen voor de huizen. Ook bekers en drlnkkoppen leveren de horens. Het vel van den Klik, vooral van de groote geiten, dient als een soort riJdeken voor de ruiters en men zegt, dat Iedere ruiter, die op zulk een rydeken zit, door Pir Pawalon wordt beschermd en nooit den dood In de rotsen zal vinden. Vooral de hulden van de Kliks, die in de lente worden geschoten, zyn zeer gezocht en alleen de rijken kunnen zich deze uitgave permitteeren. Uit dit relaas valt op te maken, dat de be wering. als zou de beschaving aan deze oorden zyn voorbygegaan, niet overdreven Is. De oevers van de Pamlr hebben glorie gekend, maar de herinnering daaraan Is by de inboorlingen niet meer te vinden. geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en roode werkhanden. Deze worden weder om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol Hoe verder men het gebied van de Pamlr In trekt, des te onherbergzamer wordt de streek. Zoo is de rotsachtige nederzetting Hlds. waar de hutten tegen de kale bergwanden aange kleefd zitten. Hier groeit geen enkele groente. Koelen kunnen er niet leven. Wel hebben de bewoners eenmaal getracht de koelen naar de rotstoppen te brengen, doch de dieren konden onmogeiyk boven komen. Toen hebben zy de koeten gedood en de kalveren in hun handen naar boven gedragen. Om de melk naar beneden te brengen moeten de vrouwen een halven dag langs de onbegaanbare rotsen naar beneden klauteren. K De groententulnen hebben de Inwoners aan gelegd op de platte daken van hun woningen. Daar oogsten zy appelen, peren, pruimen, per ziken, abrikozen, die alle gevoed worden door water, dat in bakken wordt bewaard. Maar voortdurend gaat de stryd tusschen de men schen en de rotsen door, onvermoeibaar en fel. Als de inboorlingen een rots hebben verwijderd, trachten zy op de vrij gekbtnen plaats een tuin aan te leggen en soms lukt dit wel, maar dan neemt een grootere berg wraak en laat op een boezen nacht een andere rots neerploffen de plaats waar de zwoegende menach het re sultaat van zyn arbeid begint te rien. Zoo strydt men verder en meermalen is 1 gebeurd, dat de menschen, die hun huizen bouwden op de plaats waar eens de rots stond, In den nacht worden getroffen door neerstortend gesteente Dan worden zy allen verpletterd en het schreeu wen en kermen is niet van de lucht. In ang stige spanning wacht men den morgen af en gaat men op zoek naar een plaats om de dooden te begraven, een plaats die wederom aan de rotsen moet worden ontwoekerd. En weer gaat de strijd verder, een strijd op teven en dood. De zorg heeft mijn dood verhaast, klaag de de oude man Ik voelde het voortdurend, maar Ik wilde het mezelf niet bekennen. Ik wilde het niet inzien zoolang er nog een grein tje teven In me was. Het zal beslist in orde komen, trachtte ze Dultsche fllmactrice Lla de Putti, sinds enkele jaren overleden en thans oji. voortlevend op een onnoozel stukje film aan den oever van de Pamlr. Maar waar kwam deze film vandaan? Zoover wy konden nagaan, waren voor ons slechts twee expedities hier geweest, die een klno-apparaat hadden meegenomen. Maar waarom? Zouden die juist een oude film mee naar het hart van Mongolië hebben genomen? Pas later zouden we alles vernemen, zooals het werkelUk gebeurd was. In 1929 waren reisbioscopen opgericht, die In de binnenlanden voorstellingen zouden geven. Een deel van de karavaan werd overvallen en beroofd. De roovers begrepen natuuriyk niets van het zonderling apparaat, noch van den fllm- band, maar een nieuwsgierice onder hen onder zocht de strook, legde die In ’t water en meende ze op deze wUze tot h soort pruimtabak te kun nen bereiden. Het viel tegen en ten einde raad wierp de man de film In het vuur, dat hoog oplaaide en het bewijs leverde dat een film voor niets beters kon dienen dan om vuur aan te wakkeren. ZU verdeelden nu de films onder elkaar en stichtten daarmee de enorme boech- branden, waarvan deStUds heel Kaschgar heeft kunnen genieten. ■J—V oor het geheimzinnig gebied van Tibet en I Mongolië, in het hart van Azië, stroomt de groote rivier Pamlr, daar waar In de zestiende eeuw de laatste der Mongoolsche Khans, sultan Abdu Said regeerde. Deze Khan veroverde Tibet, Kaschgar en alle vorstendom- dommen aan de Pamlr. HU had een leger aanvoerder, genaamd Halder-Mirza, die rich In de geschiedenis een naam heeft veroverd door de verovering van Kaschmlr, door het schrijven van een boek „Tarlhl Raschidi” en tenslotte door zUn merkwaardlgen dood, die een gevolg was van de gevleesde „bergriekte" In de nabUheid van den Karakorum In zUn boek spreekt hU met groote waar- deering over den laatsten Khan, die allerlei schitterende eigenschappen in zich vereenigde. De Khan was zoozeer verzot op pracht en praal, dat zUn uitgaven steeds zyn inkomsten overtroffen. HU schoot met den boog als geen ander en schreef een prachtig handschrift. HU beheerschte evengoed de Turksche als de Ar- meensche en de Perzische taal, en bespeelde verschillende muziekinstrumenten met groot talent. Bovendien verstond hy de kunst der „waarzeggerij". De bewoners van naburige landen, die in deze streken verzeild raken, Pawalon, voor zU in het binnenste durven doordringeq. Pir Pawaldh heilige jager, die Jacht maakte op steengelten. HU ging eens op jacht en zag een groote kud de bokken slapend, neerliggen. Telkens stond een geit op, bleef enkele oogenblikken staan en ging weer liggen. Dit déden zy, omdat zü In die oogenbUkken werden gemolken door Bobo Adams, de eerste vrouw onder de menschen Toen herkende Pir Pawalon hierin de hand der godheid en hU schoot niet, maar thans is het geloof In de godheid minder sterk en In hun ongeloof breken de jagers de wetten en schieten maar raak. Maar zy voelen zich niet schuldig, want zy hebben die slechte gewoonte van hun voorvaderen geleerd. De vrooiyke sneed op, tegenover ons, vreem delingen, sprak over alles en nog wat. En toe vallig kwam het onderwerp „oorlog” op bet ta- pUt. HU vertelde van de gevechten, van het lUden van soldaten en dieren, van de tochten door bosschen, van aanvallen op den vijand, van honger en dorst, van koude en ontbering, vier lange jaren. Al hadden wU dergelUke verha- meer ge- wU luls- er toch aandacht al begre pen wij niet de luchthartigheid, waarmede de man over den oorlog en zUn gevolgen sprak. Behoorde hy tot hen, die nog niet hadden geleerd? Kon hü het In zUn vaderlandlievend gemoed niet verdragen, dat zyn land de neder laag had geleden, stak bet hem niet, dat Duitschland, dat In 1870 zoo schitterend had overwonnen, nu niet als overwinnaar was terug gekeerd? WU begrepen het niet. WU keken den kleinen kring rond en zagen naar zyn broer, die voor zich heen zag en nu en dan met een flikkering van haat In zyn oogen naar zyn broer keek. En terwyi rijn broer verder sprak over den veldtocht in België en allerlei namen noemde, nu weer bijna vergeten, maar die toch telkens de herinnering aan den oorlog opwek ken. bleef zfin broer, bleek, rustig vóór zich heen kUken. nu en dan een blik werpende op zyn broer, die dorstig, weer telkens een nieuw glas bier bestelde. Het werd tyd om op te stappen. Het was laat geworden, later dan wy gewoon waren naar bed te gaan op onze wandeling door SauerlanA Ook de sociëteitsleden maakten aanstalten om naar huls te gaan, omdat de arbeid al vroeg In den morgen riep. WU besloten het vertrek van de anderen af te wachten en dan onze koot op te zoeken. Terwyi de anderen betaalden en heengingen, bleef de stille, bleeke broer nog wat zitten. Toen de ahderen de zaal hadden verlaten, stond ook hü op en dicht bU ons komende, zei hü, met haat In zyn stem en terwyi hy met den vinger naar de deur wees: „HU Is er niet bU geweest, hy is achter het front gebleven. Ik ben er wel bU geweest en heb er myn zaak door verloren. Nu ben ik knecht bü hem en ik moet zwygen. als hy opsnjjdt. HU was er niet bU; ik weL” Toen boog hy rustig het hoofd, nam afscheid en ging heen. En wy begrepen, waarom de an dere zoo luchthartig over den oorlog had ge sproken: HU was er niet by geweest I et den knapzak op den rug waren wy door Sauerland getrokken. Heuvel op. heuvel af, den nacht in kleine slaap gelegenheden, eigenlijk meer herbergen door brengende. Als de zon was ondergegaan, als de scheme ring over berg en dal viel, dan meakten wU halt en zochten een nachtverbiyf, net zooals het viel. We waren niet kieskeurig, als het bed maar helder, de nacht maar rustig was. En in de gelagkamer van het hotel of van de her berg namen wy ons avondmaal, eenvoudig, maar goed en stevig en in staat onzen honger te be vredigen. En dan bleven wU wat toeven In de kleine zaal met den met zand bestrooiden bo dem; dan luisterden wy naar de gesprekken van de gasten, die een glas bier kwamen drin ken en over de politiek van den dag, over de kleine gebeurtenissen van de plaats spraken, voor ons van weinig Interesse. Vaak werd ever lieden gesproken, voor wie onze belangstelling niet groot kon zyn, omdat wy ze niet kenden. Soms werden wU In het gesprek gemengd, soms gaven wij ook onze meening ten beste, werk tuiglijk vaak, omdat wy, van de lange wande ling vermoeid, begonnen te suffen, misschien ook wel door het goede en overvloedige maal. Dan zochten wU onze legerstede op, om den volgenden morgen weer vroeg onzen wandelstaf ter hand te nemen. Eens moesten wy een onderdak zoeken in een klein stadje, In het zadel van twee kleine bergen gelegen, een industrieplaatsje, waar kleine Uzerwaren werden gemaakt. Een stadje met kleine fabrieken, waarvan de een zich op dit, de andere o^~«dftt_ vooryerp specialiseerde. Kleina fabrikanten waïFir'net, die elkaar hiel pen, omdat ze elgenlUk geen concurrenten wa ren. om den moeiiyken strijd om het bestaan te kunnen voeren. En In het hotel ,JJer Kalser”, waar wü een groote, ruime slaapkamer hadden gevonden, welker ramen uitzagen op het achtererf, waar kippen en hanen rondtippelden en varkens hun voedsel zochten, was ook de „sociëteit", waar eiken avond de notabelen byeen kwamen en de gesprekken gaande hielden onder het drin ken van een glas bier of onder het leggen van een kaartje. De namen van de leden der so ciëteit stonden calligraflsch op een mooi ge- teekend papier, dat In een vergulde lUst was gevat In een clubje van een zes. zeven man raakten wU verzeild als vreemdelingen werden wU gaarne geïntroduceerd en namen deel aan het gesprek, zoo goed en zoo kwaad als het ging. Onder de mannen waren twee broeders, de eene was fabrikant, de andere was by hem In dienst. De laatste sprak weinig, keek voor zich heen, scheen rich voor weinig of niets te Inte- resseeren. ZUn broer, de fabrikant, was leven dig, spraak graag en was goedlachsch. ZUn lach klonk luid en harteiyk en als hü lachte, nam zyn gelaat een bedenkelUk roode kleur aan. Zyn broer was bleek en lachte niet hem opnieuw op te beuren; we zullen een weg vinden om het huis te houden. Zul je? riep hy opgewonden. Zeg het nog eens! Natuurlijk zal Ik. zei ze, met een vaag ge voel dat ze woorden zonder inhoud sprak. Maar ze kwamen haar over de lippen in de hevige behoefte van haar hart om haar ster venden vader troost te geven. Beloof het me, Nancy I zei hU wild, terwijl hy koortsachtig haar hand kneep. Beloof het me, lieveling! Het is het huls van de Trevanions, het is het land van de Tre- vanlons! Het Is het eenige wat ons uit het ver leden gebleven Is. Laat het niet uit de familie gaan, lieveling! Je bent jong en Intelligent.... en mooi. Als het verkocht moet worden, koop het terug, koop het terug terwille van onzen ouden naam. Ja vader. Ik zal het doen. Beloof je het? Ik beloof het u. vader. Een oogenbllk zweeg hy en ofschoon er een iiepe zucht over zyn lippen kwam, glansde er een licht van vreugde In zyn oogen. Maar een paar seconden later zei hy: Heb niet te veel verwachting van Je zelf! Het zal niet zoo gemakkelyk zyn.... neen. Je kunt het niet. Ik heb het geprobeerd en het Is me niet gelukt; hoe zou het Jou wél kunnen geluk ken. Bovendien: het komt er niets op aan.... het is allemaal ydelheld en wind! Wat bette kenen naam en familie? Wat wy zUn. daar komt t op aan, niet hoe we heete* Dat weet t- In de „Comedie Francalse" te Parijs is de eerste opvoering gegeven van .Francerie”, een stuk van Paul Raynal, waarin de Fransch- Dultsche tegenstellingen ten tooneel worden gevoerd. De schrijver ziet het conflict tusschen Frank rijk en Duitschland minder als een conflict van twee landen, dan wel van twee regimes, n.l. autoriteit tegen vrijheid. Het stuk speelt in een dorp aan de Mame, ten tyde van den beroemden veldslag. Kapitein Kart, een Flnsch marine-offlcier, heeft, naar Reuter uit Helsingfors bericht, een apparaat uitgevonden voor het lichten van ge zonken onderzeeërs, dat naar beweerd wordt een omwenteling zal teweegbrengen in de be- staande llchtingsmethoden. De Uchtlngscapacitelt van het toestel be- draagt 800 ton en de koeten bedragen slechts 200.000 gulden. De grootste onderzeeër die op het oogenbllk bestaat weegt 500 ton, arxxiat het nieuwe toe stel inderdaad van groot nut kan zUn. on dit blad zUn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 'TCfl bij een ongeval met f t>U verlies van een hand f 1 9C verllee van een f C/i by een breuk van f dfl by vertlea van nng» wellen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verlies van belde annen/oelde beenen of belde oogen f t VV»” doodeiyken afloop f een voet of een oog t A AiJs~dulm ot wijsvinger f been of arms WtSe" anderen vinger Toen ben Ik gaan speculeeren en heb verto- tn» alles verloren. Het huis, de boerderij, het zal allemaal verkocht moeten worden, om hem te betalen. Er zal geen penny voor je over- biyven, arm kind. Ik heb het Je nooit willen zeggen.... Ik kón het niet.... bovendien: ik heb nog altyd gehoopt en gehoopt.... Er kwam een trek van pUn op het gericht van Felix Trevanion en hy hUgde naar adem. Tob weer. Het men. xyn. Ze wist wel dat dit laatste niet waar kon «Un, maar In haar behoefte om hem te troos ten, ontsnapten de woorden haar. Ik allemaal en toch.... het is samengeweven met lederen vezel van mUn lichaam.... het gaat zoo ver terug! Eeuwen achtereen hebben Trevanlon’s In dit huls gewoond en ik kan er niets aan doen.... het is altUd mün harte- wensch geweest, dat ze hier zouden blijven wo nen, altUd en altyd en dat geen vreemde dit huis zou bezitten, maaar tob er niet over, lie veling, tob er niet over.... Maar ik wil het, vadertje; Ik wil het, en wéér zag ze die lichtende vreugde in zün oogen. Maar iedereen moet betaald worden! Er kwam een strenge klank in zün stem. Er zal nooit mogen gezegd worden, dat -een Trevanion ooit iemand iets is schuldig ge bleven. Iedereen zal betaald worden. Weer sloot hy zün oogen en zün lippen tril den. God vergeve me als Ik verkeerd gedaan heb, hoorde ze hem mompelen, maar ik hou zooveel van het oude huls,het is het huls van mün geslacht.... En opnieuw verviel hü in stilzwygen. Er gingen minuten voorbü zonder dat een van beiden iets zei. Ze hield maar steeds de hand van den zieken man in de hare geklemd en keek met oneindige teederheld op hem neer. Het lykt zoo weinig, zoo’n paar woorden, zei hU. maar je hebt me toch zoo onultspreke- lük gelukkig gemaakt. Ik dank je, lieveling, Ik dank Je.... misschien is het verkeerd van me, maar ik had t gevoel, dat ik niet rustig kon sterven als ik moest denken, dat het huis In vreemde handen kwam. Wil je me nu een ten. Het huis, 'de 200 acres land, die er by hoorden, de inventaris, de oogst.... alles was voor haar.... nadat de schulden betaald wa ren! Zal er nog een pennny over zün, nadat aDes betaald is? vroeg ze veelbeteekenend aan den ouden rechtsgeleerde. De notaris wachtte even voor hij antwoord gaf en schudde toen langzaam het hoofd. Ik ben bang van niet. Je vader schijnt je op de hoogte te hebben gebracht. Inderdaad, was bet rustige antwoord. Het iykt wreed om het te zeggen nu hy overleden is, zei de oude notaris, maar hü heeft nooit naar mijn raadgevingen willen luisteren. Ik heb hem gezegd, dat als hy er by bleef, dat JU naar St. Andrews en naar Cambridge moest, dat het mis zou gaan. Toen hü een rijpaard voor Je kocht, heb Ik hem gezegd, dat hy Je ruïneerde inplaats dat hy je een plelzier deed, maar t gaf allemaal niets. HU hield vol. dat JU, als een Trevanion. misschien de laatste van Je geslacht, moest worden groot gebracht in overeenstemming met Je ouden naam Zonder eenlgen twyfel had hü het bü het verkeerde eind, maar *t is zeker, dat hy alles deed uit onbegrensde liefde voor jou. Hy heeft geen penny voor zichzelf uitgegeven; het was altyd aUes voor Jou. Je denkt toch niet hard over hem, kind? Hard trilde en weg. HU was een trotsch man, ging de notaris voort, en ofschoon hy altUd vriéndelijk en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5