WAAR JESUS LEEFDE I Nachtelijke tocht den Olijf hof in I aan het kruis Christus’ Lijdensweg I i- Hof van Gethsemane I DE LIJDENSWEG De Wil des Vaders Ons extranummer' Gethsemane op De Olijfberg, met den hof van Naar Veronese Hier bloeide Jesus* liefde open in het wonder der Eucharistie Hoe de hof van Gethsemane, waar Christus gevangen genomen werd, er tegenwoordig uitziet ra rn rt. I Heer, indien het mogelijk is, i dan dezen lijdenskelk aan voorbijgaan Mijn ziel is be- i droefd tot aan den dood Naar Anton van Welie M Vaders" en waarvan UJ I ..Een groote welingerichte bovenzaal", zegt Lucas in zün Evangelie. „Doch neen, t en is geen berg, geen wangedrocht, voorwaar; 1 zijn takken stijf en stomp, t is schorse, die 'k ontwaar; die. dikke en dlepgegroefd, geborsten en gescheurd, van uit den ouden grond heure oude bonken beurt; t zijn spanders overal, ’t zijn spillen, die "k aanschouw, en loof, dat kroont alom een steenoud boomgebouw.” slechter, heel en al aanstoots." Pelgrims sl ER oor net ■ia I Ijlde om Jezus te verraden? Wat ging er om In de ziel van dien man? Was hjj er zich wel van bewust, da/ hij daad ging plegen, die zijn naam tot, aan i Is die een het van |n naam 'n Sombere wachters in dezen hof van smarten, wat zjjt gij een sprekend beeld van den heiligen ernst dezer plaats! Staat er in uw gescheurde, gebarsten, door weer en wind gebeukte basten niets geschreven over Gods rechtvaardigheid en onze zonden? Zijn de diepe groeven in uw stem niet als rimpels van leed en uw verwron gen takken als geboren van hulpelooze verla tenheid?Toch draagt uw breede kruin elk Jaar het nieuwe, frlssche groen der eeuwige jeugd, als om aan te toonen. dat uit het goed gedragen leed nieuwe kracht ontspruit. Wanneer deze oude boomen spreken konden, zouden zij ons iets weten te verhalen van den Goddelüken Zaligmaker? Zijn deze boomen de zwijgende getuigen geweest van de vernedering van den Godmensch en zijn het de mysteriën van dien heiligen nacht, die ook nu nog rul- schen in hun machtige kruinen? Wij weten het niet. Reeds de oude pelgrims spreken van de oude boomen van Gethsemane. In elk geval zijn zij de afstammelin gen van de oljjfboo- men. die er stonden ten tjjde van Christus. „Ach, hoe is het goud verdonkerd, het edelste goud verdoo/d! Hoe liggen de edelsteenen verstrooid op de hoeken aller straten. f (Klaagl. 4, 1). ÜllHIHIIIIUIHI mensch. die bukt en vracht van heel de wereld. Bloedig zweet perst zich uit zijn lichaam en stroomt van zijn aan gezicht en druppel voor druppel tikt het op den rotssteen. om onze zonden, o menschenkin- deren. En zoo hard als de rots, waarop het bloed van zijn doodsangst neerdruppelt, zoo staalhard blijft de hemel voor zijn kreunend: „Laat het aan Mij voorbijgegaanDe Sterke ligt nu op den grond als een worm, die vertrapt wordt, en HU voelt zich zoo hulpeloos, zoo eenzaam met zijn ontzettend lijden. De Apostelen slapen met de meedoogenloosheld van kinderen, die niets be grijpen, en het eenlge wat daarboven, in het harde Jeruzalem, klaarwakker is, is.... de haat. Jezus, wjj danken U. dat Gij in uw grooten lijdensnacht sterk genoeg waart om alles te aan vaarden met dat sublieme: „Vader, uw wil ge schiede!” Naast de basiliek ligt de tuin der Francisca nen. HU omvat slechts een klein gedeelte van den ouden OUjfhof en geeft door zijn keu- rigen aanleg een heel ongetrouw beeld van den toestand ten tUde van Christus. Maar daar staan nog de acht olufboomen, de oudste en eerbied waardigste van heel de wereld. Het zun reuzen, met een omtrek van S tot S meter. Te midden aschen. n zijn mooie boek „Waar Jezus leefde” geeft de Zeereerw. heer Dr. Joa. Keulers. de vol gende besehrUving van een nachtelüken tocht naar den OlUfbof. Wat kunnen wjj op Witten Donderdag beter doen, dan denzelfden weg gaan, dien Christus den avond vóór zün dood aflegde: van het Ce nakel naar den OUjfhof en van den OUjfhof naar het paleis van Caïphas? Om die droeve herinneringen sterker te beleven kiezen wü het stille avonduur. Biddend verlaten wü ..Notre Dame de Prance” en, trekken zuidwaarts door de stad, in de richting van het CenakeL Bü de poort van Jaffa staat als een oude roo- versburcht de massale citadel ..El Qalaah” met haar forsche. vierkante torens. Rondom rumoe ren moderne klanken, toeteren auto’s en krü- schen phonographen. maar in den ouden burcht woont de eeuwenheugende stilte en pit de zwarte schietgaten gluurt het grauwe verleden. Bier huisde Immers Herodes de Groote de ge kroonde moordenaar, en Indien deze muren spreken konden, zouden zü ons heel wat gruwe len weten te verhalen.... Bü deze poort bonden de drie Wijzen uit het Oosten hun kameelen vast, toen zü het paleis binnentreden om hun hulde aan den nieuwgeboren Koning der Joden te bewijzen. Zü konden toen nog niet vermoe den, dat Deze niet in een paleis maar in een stal moest gezocht worden. Wü komen in *n stille straat. Hier sloop eens in de schaduw der hul zen. de H. Petrus voort, toen hü door den engel ui: de gevangenis ver- lost was. en hier stond hü te. wachten voor het buis van Maria, de moeder van Marcus, omdat de goede Rhode, j^trpqps van alle vergeetach- tlie'dlenstbdMn.* vergat open te doen.... Voor Ofk blt gaat een waterdrager. het blinkend tonnetje op den rug en rinkelend met zün ko peren schoteltjes? of het kastanjetten zün Zoo liep ook de man met de waterkruik voor Petrus en Joannes uit, toen zü den weg zochten naar de Bovenzaal Wü verlaten de stad door de poort van David en zün nu spoedig bü de gebouwen, waarin zich het Cenakel bevindt. Een echt oostersch tafe reeltje stoort onze vrome overpeinzingen. Be delaars en gidsen wie kan deze categorieën onderscheiden? zün het oneens geworden over de vraag, wie het meeste recht heeft, om ons af te zetten. Van woorden komt het tot daden en spoedig weerklinken er strijdkreten en vallen er klappen. Als wü voorbügaan. is het slagveld wel niet bekaaid met dooden. maar toch met hoe den, petten, tulbanden en krukken, welke laat ste blükbaar door hun eigenaars goed kunnen gemist worden.... Langs een buitentrap stügen wü op een plat form en staan voor de deur van de Bovenzaal Hier doet zich een laatste moellükheld voor. Een bedelaar heeft zich, steunend op een of ander ongeschreven recht, met wüd uitgestrek te armen voor den ingang geposteerd en eischt .bakschisch”, maar een pootlge broeder der As- sumptionisten pakt het arrogante heerschap bü den kraag en zet hem met al zün Arabische welsprekendheid enkele meters verder. Wü treden binnen. Hier is de plaats, waar Jezus met zün leerlingen het laatste Avondmaal door een hekje o die hekjes In het H. Land hield, maar de tegenwoordige zaal stamt uit de 14e eeuw. Twee derden hebben de Moslims afgesloten, met tapüten bedekt en tot mos kee gemaakt. In bet vrije gedeelte mogen de 3 van diep berouw en deelen stompen uit aan hun buurman, om ten slotte met tranen in de oogen den heiligen rotssteen te kussen. Over het dei nend menschengewoel heen zien wü boven het hoofdaltaar de meer dan levensgroote afbeel ding van den Verlosser in doodsstrüd. Het kost ons heel wat moeite de heilige rots, die zich vlak voor het hoofdaltaar bevindt, te bereiken. Deze is ruw gelaten en steekt onge veer 50 c M. boven den vloer der kerk uit. Daar de basiliek gebopwd is op de plaats van de kerk uit de 4de eeuw, bezitten wü in deze rots met groote waarechünlükheid de plek, waar Jezus in doodsstrüd verkeerde. Eerbiedig knielen wü neer en kussen den steen, hard en ruw, als de smart, die hier geleden werd. Met heiligen hui ver beschoawen wü deze plaats.. Wü hooren ge reutel als van *n mensen in doodsnood, van een boet onder de zonden- kromme, vergroeide stammen, bedekt met een grüze schors, waarin de tüd diepe groeven sneed, hun knoestige tronken en takken hebben veel van grillig gevormde rotsen. Van deze boo men had Guldo Gezelle kunnen dichten: ook Judas niet langs dezen weg gegaan, toen hü naar de priesters ülde om Jezus te verreden? Wat ging er toen einde der tüden zou brandmerken een vuigen en laffen verrader? Dat scheldwoord zou worden, dat zelfs de grootste booswicht voelt als een kaakslag? Beneden in het dal. waar de duisternis alles reeds donker en zwart maakt, ligt als een lugubere herinne ring de Bloedakker, gekocht voor het Judasloon. Wü bestogen den Ophel en onze blik valt den Olijfberg. Op de heil! even de witte hulzen van een zwarte vlek, de Olijfb tusschen twee muren en'wordt hoe langer hoe ekt met .steenen des elen en vallen, maar niemand moppert, wstnt oude en heilige wegen, als de vla captivitatls, worden niet geasphal- teerd. Wü volgen Jezus stap voor stap. Heel de omgeving is dezelfde gebleven en het kost ons weinig moeite, de oude gebeurtenissen te doen herleven. Jezus en zjjti leerlingen waren nu buiten de ving, zooals zü was ten tüde van Christus. Ginds ligt nog. beschenen door het witte maanlicht, het ontrouwe Jeruzalem, daar is de Olüfberg, daar het dal van Cedron; dezelfde sterren, die eens Jezus’ lüdensnacht verlichtten, zien ook op ons neer. Hoe goed kunnen wü ons nu het dra- rriatisch verloop van Jezus' gevangenneming voorstellen! De Apostelen waren ingeslapen; droefheid en ’vermoeienis hadden hun oogen gesloten. Ook Petrus, de pocher van zooeven, was Ingesluimerd met de hand aan de greep vaij' zün zwaard. Plotseling schrokken zü wakker. Zü hoorden het gekletter van wapenen en tusschen het donkere geboommte zagen zü fakkellicht en spookachtige gestalten. Nu werd het ernst! Pe trus sprong recht en met het zwaard in de vuist trad hü aap de züde züns Meesters. Petrus, de tüd om u<v wouw te bewijzen is gekomen! Dap pere Gallleër. verdedig uw Meester! Petrus had geen aanmoediging noodig. HU zou Malchus het hoofd gekloofd hebben, indien deze niet snel was uitgeweken. Alleen het oor van den knecht lag op den grond als teeken van Petrus' helden daad. Deed het zien van bloed hem terugdein zen? Of het strenge woord van Jezus? Het zwaard ontviel zün hand, en toen hü zün rnede- apostelen zag vluchten, sloeg ook hem de schrik om het hart en hü zocht een goed heenkomen tusschen het geboomte. op onderscheiden wü loë en beneden ligt De weg loopt nu Die buitengewone teederheld maakte hen blu en gelukkig, maar dan sprak Je zus weer van lijden en dood, van verloo chening en verraad. Een somber voorge voelen viel als een zwarte schaduw op de lichte vreugde van dit samenzün eo deed de brokken van het paaschmaal wringen in hun keel Zü stelden schuch- ere vragen, die klon ken gelijk noodkre ten van kleine, ban ge menschen. Zü voelden iets naderen, er ging iets gebeu ren, iets verschrik- kelüks. tets onaf wendbaarswat Christus had aange duld als „de wil des niets gegrepen. Deze welingerichte Bovenzaal is de eerste en de moeder aller kerken. Er is ter wereld geen zaal zoo heilig als deze, en wü kussen de oude tegels, terwül de Moslims achter ons grtnneken. Hier bloeide Jezus’ liefde open in het wonder der Eucharistie. Feiten en herinneringen laten zich niet verdrüven zooals de menschen. en het wükt voor geen eeuwen en voor geen Moslims, dat in deze heilige ruimte Jezus de arme men schen liefhad tot het uiterste Was het ook niet in deze zaal, dat de Apos telen samenscholen na Jezus' dood? Jezus, het middelpunt en de liefde van den kleinen kring, was van hen heengegaan. Jezus was dood. Nu was alles voorbü. Maar op den Paaschmorgen Dat men deze prachtige boomen door een omheining vrüwaarde tegen bet vandalisme der Mo hammedanen en de vrome roofzucht der pelgrims, is begrüpe- lÜk, maar waarom die fün verzorgde paadjes, die kleurige bloemperken? Is het niet, alsof wü ons bevinden in den tuin van 'n eerzaam ren tenier, liefhebber van tulpen en gera niums? Deze oude, verweerde reuzen, die de stormen der eeuwen trotseerden en hun wortels door de steenblokken In den grond boorden, had men moeten la ten in een wilde om geving. Men had den hof van Gethsemane met zün droeve her inneringen zooveel mogelük moeten a ten. zooals hü was ten tüde van Christus; men had de diepe melancho lie, de stille een zaamheid van dere plaats, die Jezus uit koos voor zün nacli- telük gebed, niet moeten verjagen door knutselwerk. Hoeveel dieper zou de indruk geweest zün. wanneer wü. in plaats van deze mooie paadjes te volgen, in plaats van deze sierlüke bloemperken te bewonderen, vrü hadden kunnen ronddwalen onder de oude olüfboomen en zoeken naar de stille plekjes, waar eens de Zaligmaker zün nachtelüke ge beden stortte. Ofschoon maan en sterren een helder licht verspreiden, is het toch donker onder de breed- getakte olüfboomen. Wü begrüpen nu, waarom de knechten, die Jezus gevangen namen, fak kels bü zich hadden. Bü het licht eener kaars leest Père Joseph, een oude, eerbiedwaardige Assumptionlst, met plechtige stem het verhaal van Jezus’ doodsstrüd en gevangenneming voor. Welk een geheel nieuwen indruk maakt dit eenvoudige verhaal op deze plaats, in deze om standigheden! Enkele bükomstlgheden mogen veranderd zün, over t algemeen is deze otnge- giaurs, de ongeloovige honden, even neerknie len. Hardop bidden is verbodenNergens hebben wü de miskenning onzer rechten dieper gevoeld dan hier. Waar Jezus het eerste H Mis offer opdroeg en de eerste priesters wüdde. mo gen wü. zün priesters, maar even neerknielen. met een paar grimmige bewakers achter ons. die ongeduldig rammelen -met hun sleutels! Hun oogen branden op onzen rug. als van tü- gers. die ons leder oogenblik kunnen bespringen en verscheuren. was Maria Magdalena komen binnenstormen, geheel ademloos, en had uitgeroepen: .Zü heb ben den Heer uit het graf weggehaald en wü weten niet, waar zü Hem gelegd hebben.” En daarna was het eene bericht na het andere deze ruimte komen vullen met verwondering, ver wachting en blüde hoop, totdat op den avond van denzelfden dag de Heer midden onder hen verscheen en zü wederom de bekende, dierbare stem hoorden: „Vrede zü met u.” Hier wachtten de Apostelen op de vervulling van Jezus' laatste belofte, de komst van den H. Geest. In vurig gebed en heete begeerte hadden zü gesmeekt om de groote Godsgave, die hen zou bekleeden met kracht uit den Hooge. Ook Maria die allen voorging In heilige geestdrift en allen vereenlgde door haar warme moederliefde, had medegebeden, totdat elndelük als een bliksem straal uit den schoot der Godheid de Geest neersloeg 11. de Opperzaal, dat heel het gebouw dreunde tot in zün grondvesten. Dat was de ge boortedag der Kerk en hier kreeg zü het pink stervuur. dat heel de wereld moest In vlam staan en branden zou tot aan het einde der tüden. „Staat op, laat ons van hier gaan.” Met deze woorden van Jezus verlaten wü de zaal, terwül de bewakers ons nasluipen als grommen de doggen, die ons ten afscheid dolgraag'in de beenen zouden büten. Het begint reeds te sche meren. Wü keeren terug naar de poort van Da vid en dalen langs den zuidkant van den stads muur af In het dal Tyropoeon. Ten tüde van Christus lag dit terrein in de stad, maar nu voert de hobbelige, met dikke Êeien bezaaide weg langs enkele armoedige hutten. Hier en daar ziet men een tuintje, maar voor *t overige niets dan een woeste, rotsachtige bodem, bedekt met het puin en het stof van vergane grootheid Scherven en steenen uit de alleroudste tüden liggen er vermengd met weggeworpen conserve- blikjes en benzinebus- sen Wü strompelen moeizaam voort over de edele ruinen van het oude Slon. Allerlei gedachten dringen zich op. Was hen het dal van Cedron met den hof. Uit de stad drong alleen nog een gedempt geluld tot hen door. Zwügend daalde de kleine groep af in het dal. Nu de vüandige stad achter hen lag, keerde moed en zelfvertrouwen terug en zü be gonnen vrüer te ademen. Onderwül ging Jezus voor hen uit als een her der. die 's avonds met zün schaapjes huiswaarts keert. Wat zou er met zün arme kleine kudde gebeuren? In den geest zag Hü hen reeds vluch ten in alle richtingen langs de helling van den Olüfberg. En zich tot hen omkeerend. zelde Hü: .Allen zult gü in dezen nacht aan Mü geërgerd" worden, want er staat geschreven: Ik zal den herder slaan en zün schapen zullen verstrooid worden." Dat was Petrus te veel. Heete toorn steeg hem naar het hoofd. Hü plaatste zün breede. stoere gestalte midden op den weg te genover zün Meester en met heftige gebaren en harde stem schreeuwde hü het uit. dat het door heel het stille dal weerklonk: ..Laat allen in U geërgerd worden, ik toch niet!" Jezus hernam kalm en goedig: „Voordat de haan kraalt, zult gü Mü driemaal verloochenen.” Maar Petrus verstond geen rede meer. Het was voor Jezus ge- makkelüker den storm te bedaren op het meer van Genesareth. dan het warme bloed van de zen onstulmlgen Gallleër. Koppig hield hü vol: ..Al moest ik ook met U sterven, verloochenen zal ik U niet.” Elndelük staan wü voor de nieuwe basiliek, welke de Franciscanen in den Olüfhof gebouwd hebben. Groote menschenmassa’s stroomen in en uit. Binnen is het een drukte van belang Te oordeelen naar de benauwde atmosfeer en de echt oostersche geuren, die het kerkgebouw vul len. zün er heel den dag door veel bezoekers ge weest. Orlgineele menschen die Oosterlingen, ook in hun devotie! Allen dringen tegelük voor uit, bidden en schelden, slaan zich op de borst het feest der wederopstanding! Lente, de tüd van hernieuwden bloei! Vol hoop gaan wü het verdere deel van het jaar tegemoet; vol hoop zijn wü ook. dat nu elndelük de nood van onzen tüd in een be tere toekomst verkeeren zal. De grooten dezer aarde schünen niet bü machte te zün de wereld weer in evenwicht te brengen; des te meer moeten wü het prü- zen als de particulieren zelf den moed er in houden en pogen het leven zün normalen loop te hergeven. Wü vad onzen kant willen daar het onze toe büdragen en wü vragen onzen lezers dit num mer goed, door te lezen. In het büzonder willen wü hun aandacht vestigen op de vele zakenmenschen, die in dit nummer hun veerkracht toonen en aanbiedin gen doen, die tot koopen lokken, neen dwingen. Immer heeft de Middenstand zich een stut en steun van de samenleving getoond, een bron waaruit steeds nieuwe kracht en gezond heid vloeide. Wü zün er van overtuigd, dat dit ook weer in dezen crisistüd het geval zal zün. Lazen wü niet, dat zich in Amerika een nieu we Industrie ontwikkelt? Werklooee inge nieurs, eertüds op groote fabrieken werkzaam, fabriceeren allerlei nuttige dingen in het klein en trachten ze te verkoopen tegen kleine winst en goedkoopen prüs. Zü schünen daar wonder wel in te slagen. Waar de fabricatie in het groot te veel onkosten met zich meebrengt, blükt de kleln-lndustrie zich te redden. Zoo dringt de herleving van onder op. Ook in ons land kan de Middenstand red ding brengen. Laten allen de helpende hand reiken. Het feest van Paschen, het feest der Op standing; het feest der Lente, verzinnebeeld in de duizenden hectaren bloeiende velden, moge ons daarbü een prikkel zün! Ook de middeleeuwsche meester heeft er een mooie zaal gebouwd met gothlsche pülers en ge welven, plechtig en stemmig als de refter van een klooster. Je ver*acht ieder oogenblik. dat ’n statige rü monniken, hoofden in de kappen en handen in de mouwen, binnentreden om hun maaltüd te gebruiken. Het avondlicht vult de zaal met een stemming van heiligen vrede Wü vergeten Mohammed, bewakers en moskee, wü vergeten alles, en deze intieme ruimte is weer vol van Hem en van zün goede, zachte woorden, die klinken van heel ver spreken van zün hei lige dingen. Den avond vóór zün dood was Jezus hier komen aanlig-' gen met zün leerlin gen. Er heerschte een Innige, maar te vens o! zoo droevige stemming. De leer lingen voelden zich niet op hun gemak in die groote deftige zaal en de anders zoo eenvoudige Meester sprak zoo vreemd. Waarom betuigde Hü hun telkens zün lief de. als wilde Hü de zekerheid daarvan branden in hun ziel?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 20