Onze Boeken
H
5
Catalogus van St. J an
A
m
Een mooi bezit
Roomsche Boeken
fidraitt
toflórta taitra aDljur ttladnro'-üra
hiffi nuDff inlaad. prim? apuö tos
liba-uuar bnfittcqut nos nmrfini
tóün*. fettia rifcTniottj: qui tpiDue
flflidlaf.Iaiiuo uagaranii c taiintf.
Oiian^nagiüata: quf nunmj uota>
le-Cuir9 rfkautatariui'4 tturoiw»
jpnnrat.ijijff quxqjlitiri ntopG:
jBjprii rtjoiartj jD-fkjK afliflar.
fettinypfiaij tnDinr feriut: tt niopi-
t a Hni filio nauEqin apuD i Uxra
infui bmnuin Iriai. fcfliiür fubrrgüt
üjpdjnu iö iftiuDirii litojitr in futen
capmgüt ntttj-atria in Ditto iutóni
&5 a» narrat tjiEtoria. Itraua ftquï.
tm non rerun n nnni i
fidnt Dramt tJnartf raalMtra iD i
sint; Agnes
minui
E
NI
De zorg voor onze boeken
1
-03
iTriï
iuiiiF.Ï
iih;liii:ir;iï
nu
L’l’L'
hum
- «3
Titelprent uit een bundel van Stalpart v. d. Wiele
L
R
uw
N.’
Oudste drukkerij in Nederland
Sint
en
=3
De Middeleeuws cc he boekvertaler
a
lil
"i
mil
1111
it II
iliu
i tul 11r<
DE BOEKENGEK
Carricatuur der lie eeuw
je
ie
E
D
D
2
Lipslus. dat hij Nederlandsche boeken koopen
zou en daarom vraagt de Boekenweek-commls-
sle thans hetzelfde van u.
IN
EZ
TV
Dl
VI
VI
ZE
ZE
in
d<
Pri>
Dit i
touch
Doste
dlnge
deren
in dll
van e
wUee
maal,
dm 1
Ni
In
pb
er
«e
de
Hl
cu
ds
g«
lei
D
H
ri
hi
er
D
den katholieken geest? Legt het zelfs
belangstelling aan den dag? In dat ge-. men ook desa gedachten beschouwen na den
met zijn uitsluitend Nederlandsche schoonheid,
die den Nederlandschen geest beïnvloedt en
door den Nederlandschen geest beïnvloed te.
ZUt gij meer een liefhebber van bet grillige
en fantastische, daar zijn gestalten, die gU vol
gen kunt naar droomenland, ook In de Neder
landsche letterkunde. De oude sproken van
Relnaart en de Heemskinderen, van Beatrijs,
van Karei en Elegast, van Parcival zijn er om
u een wijsheid te leeren, die aan het alledaag-
sche leven ontstijgt en de nieuwe sproken van
droomers en zwervers, een gansche stoet, waar
onder ik den kleinen Joannes we! mag noemen
en den kleinen Rudolf en Manus Peet, al ware
het slechte om hulde te brengen aan drie
groote Nederlandsche schrijvers, die onlangs
gestorven zijn.
Zulk een hulde Immers is in den stijl van
de as. Boekenweek, waarin leder, die een be
paald bedrag-aan boeken besteedt een geschenk
krijgt toebedeeld met persoonlijke herinneringen
van levende schrijvers aan ontslapen kunst
broeder».
Droom en werkelijkheid, schoonheid en wijs
heid te brengen In gestadige harmonie maakt
ons leven edel en mooi. Maar dit leeren ons de
boeken, onze vrienden. Zij leeren het niet bu
een slordige, vluchtige lectuur die terecht een
verslinden genoemd wordt, ze leeren het ons
bij de diepe vertrouwdheid van het duurzame
bezit.
Want boeken te lezen niet alleen, maar boe
ken te bezitten te een bewijs »an geestelijken
adel, omdat slechte het bezit ons den geregel
de» omgang leert. Daarom vroeg Puteanus aan
stemt
kunnen bet
bespreken
loeg aan. Want niet alleen het
bezitten van boeken
non tantum sed
Verin
1
vn
Haar
Plaats. Nu worden Vondel's drama’s ■'ook een
beetje uw eigen drama's. Er zijn tonelen, die
uw bijlandere voorkeur hebben. ■stoSknder had
■e nauwgHjka..opgemerkt, ntofaMl^hebben ze
altijd geweldig getroffen. Die tooneelen zijn
van u. Gij Weet, waar ze staan In het boek.
GU behoeft den tekst maar op te slaan en daar
hebt gU weer die rijke toespraak van Mozes
vriend1 tot jZUn schapen in het „Pascha” dat prachtige
godenverhaal uit de „Palamedes”. die twee
spraak tusschen Gysbregt en Badeloch. die
mooie reizang uit .Jltóeghden”, dat klemmend
twistgesprek tusschen de moeders der „gebroe
ders” en hun beulen, dat onovertroffen gebed
van Maria Stuart tot haren hartekenner. de
zang over den sterrendans uit „Adam in Bal
lingschap". zoo vol van zoete verleiding, die
twUfel van Ruben in „Josef in Dothan", waarin
gU zoo' vaak uw eigep tweestrUd zaagt weer
spiegeld. of de opstandige rede van Lucifer,
wiens hoogmoed u boeit en verschrikt, of eln-
delUk dg^zwanenzang utt Noach. Welk een on
eindige weelde. En uit elk dier tafereelen hebt
gU de regels opgezocht, die gU de schoonste
vindt, die u het diepst ontroeren, die het meest
en het Innigst uw eigen bezit geworden zUn
GU zoudt Vondel niet meer kunnen missen Het
zou voor u zUn, alsof gU een stuk van u zelven
moest afstaan. Op een lange reis neemt gU
iets van hem mee. om onderweg u zelf terug
te vinden tusschen de veelheid van het vreemde
Ik noemde Vondel maar als een voorbeeld
voor de wijze, waarop gU u met een schrijver
kunt verstaan tot vereenzelviging toe.
Misschien houdt gU niet van klassieke schrij
vers en ofschoon Ik u dan eenigermate betreur,
gun ik u toch uw liefde voor den hedendaag-
schen roman, voor het familieverhaal met zUn
hutekamer-sfeer en zUn vertrouwde figuren,
wier woorden gU soms plotseling terugvindt in
den mond van uw kennissen of voor den lan-
deHjken roman met de gulheid van het Zulde-
lUke landschap en de weelde van den Zuide-
Ujken lach of met den adem daarin van den
wUden wind, die over de Peel waalt, of met
de strenge rechtlUnlgheid van Hollandache
dUken in heel den opzet en de uitwerking pf
met de sterke oerkracht van den taaien Noord-
Hollandschen en' Frieschen boer. Welk een
schat van boeken openbaren u het eigen land
zonnlgen indruk, dien de catalogus van
Jan op ons maakte.
NatuurlUk te de vereeniging van katholieke
uitgevers niet op de eerste plaats aansprake-
lUk voor de tekortkomingen in de katholieke
publiciteit. Men kan au eenmaal geen boeken
uitgeven, die er niet njn.
Maar van de uitgevers kan een stimuleeren-
de werking uitgaan op de schrijvers Menig
groot auteur, menachen ate Dickens en Dos-
toyefski bijvoorbeeld, nebben dat ondervonden
en toch zal niemand nen beschuldigen, dat ri)
de pennealaven van hun uitgevers waren. De
boekenweek te een mooie gelegenheid tot na
dere kennismaking tusschen schrijvers, uitge
vers en publiek. De uitgevers en het publiek
zullen in deze week elkander wel vinden en
bet te te hopen, dat geen enkel katholiek ver
zuimt, rijn belangstelling te laten blijken voor
het katholieke boek. Wanneer men niet thuis
blijft van de verkiezingen, omdat men zjjn
geestdrift wil toonen voor een katholieke poli
tiek. moet men ook niet thuisblijven van de
boekenweek. Men moet toonen. dat men iets
voelt voor een katholieke cultuur. In dese week
een boek koopen is een manifestatie. En het
is van belang, dat men weet, boe gU mani
festeert 1
Bladzijde uit den oudsten Wiégedruk.
‘T—'v Nederlandsche humanist Eryciué Pu-
t*anus' Professar aan de Unlverritelt te
Leuven, schreef op het einde der 18de
eeuw een brief naar zijn leermeester en
Justus Llpriua, hoogleeraar te Leiden, waarin
hjj dezen verzoekt, de nieuwste Nederlandsche
boeken te koopen en hem toe te wenden, want
door de Staatkundige troebelen van den tach-
tlgjarigen oorlog werd het geestelijk verkeer be
lemmerd. zoodat Hollandsche werken te Leuven
niet onmlddellUk verkrijgbaar waren Ze dron
gen slechts langzaam door naar het Zuiden,
meestal op de wijze, die Puteanin hier zjjn
vriend in practUk liet brengen. Ge zoudt ze nu
ook kunnen uitleenen, schrijft hjj, maar daar
heb ik niet
lezen doch vooral het
schijnt ml) edeL Libros legere
possi dere.
Deze woorden van Puteanus zjjn een passende
gedachte voor de Boekenweek, die beoogt nader
bekendheid te geven aan het Nederlandsche
boek en die In dit opzicht een sulver cultureele
onderneming te, maar die natuurlijk ook een
commercleele bijbedoeling heeft.
Boeken moet men niet alleen lezen, men
moet ook boeken bezitten. Men moet ze altijd
bjj de hand hebben. Men moet met hen kunnen
omgaan, men moet ze meenemen op reis en
zoolang men vrijgezel te, die op kamers
woont, moet ze naast zich leggen op de
tafel van de hospita, wanneer men eet, ja.
moet men zorgvuldig de schrijvers uitkiezen
die men lezen zal in zijn bed om rustig te
slapen. Geleende boeken leenen zich niet tot
dit gebruik, ge moet ze teruggeven en dan doet
gij allicht een van de twéé: gjj geeft ze wer
kelijk terug, in welk geval ge nooit mser die
prachtige passage^ bjj de band hebt, waann
mevrouw Micawber de groote verwachtingen
uiteenzet, die ze koestert betreffende naren
echtvriend of waarin Passepartout met vleugels
booid-kom^van het schip, dat Flllass Fogg
1 voeren. Of gij geeft de ge-
terug en dan lijdt gij aan
Mvjjt, Indien gij niet een
voudt zijn. Koopt gij het
Mui u^ooate de leunstoel,
-keur zit
niet. Er zijn er, die uw geest en uw ziel op een
gedeeltelijk verkeerde manier beïnvloeden, en
dese zijn veel en veel gevaarlijker. Het verschil
met de vorige categorie te, dat het sleleverglf
In het eerste geval meer openlijk waar te ne
men te dan bjj die van de andere soort. Er zjjn
in de boekenwereld veel vlaggen, die verkeerde
ladingen dekken
Maar, lezer, er zijn toch zoo veel goede boe
ken. Goede boeken. Doch die moet ge kun
nen vinden, en dan moet ge hebben leeren
lezen. Ik geloof niet, dat ge voor het „leien"
dat Ik bedoel, meer dan Lager Onderwijs be
hoeft. In zekeren zin zelfs kan een meerder
onderwijs nadeelig zijn voor het goed lezen van
een boek. Doch hoewel dit meer te dan een per
soonlijke kwestie kan ik hierop in dit korte
bestek niet ingaan. In leder geval, gü leest, en
tracht uw geest te verrijken door middel van
lectuur.
Gjj leest inderdaad, en stelt zooveel belang
in de letterkundige voortbrengselen van de ta
len die gij machtig zljt, dat ge u een reeks
boeken hebt aangeschaft, niettegenstaande
daarmede uw reputatie eenigszins in bet ge
drang kwam bU sommige menachen. Doch hebt
ge u wel eens rekenschap gegeven, hoe het
mogelUk werd, dat ge aan dit uw verlangen
naar meerder geestesvoedsel kondt vol
doen? Daar waren toch tijden en in de his
torie onzer beschaving, die liefst met vUftallen
van eeuwen tegelijk rekent, liggen ze niet eens
zoo héél ver achter ons dat deze mogelijkheid
nog niet bestond. M. a.w. ds periode, dat onze
beschaving het zonder „boeken" stellen moest,
ligt nog tamelijk dicht aan de oppervlakte van
de cultuurhistorie. Er zijn zelfs beschavingen
geweest, die het „boek" niet hebben gekend,
(zonder daarom minder te zijn dan de ome
mét het boek). En zeker niet in zijn tegen
woordige gedaante van een bundel saam ge
bonden papieren, die met letterteekens bedrukt
zUn. De ttjd, dat de gebruiksboeken werden ge
schreven ligt minder ver terug In de historie
dan de datum waarop het eerste boek gedrukt
werd. Ofschoon bet gedrukte boek sinds ruim
drie eeuwen volstrekt alleenheerscher te ge
worden op wat we noemen: de „boekenmarkt".
Uit respect voor den gedachtenlnhoud van
het boek heeft men het reeds vroeg nuttig en
noodlg geoordeeld, het materiaal waaruit het
was samengesteld, zoo goed mogelUk te conser-
veeren. Zoodoende kon het boek beter beant
woorden aan bet doel, waartoe zijn makers het
hadden samengesteld: nJ.den gedachten-inhoud
in een zoo wijd mogeljjken kring van plaats en
tyd verspreiden Men begon hierom, den bundel
perkamenten of papieren vellen, waarop de let
terteekens waren geplaatst, te beschutten met
een omslag, dat de beschadiging door verschil
lende Invloeden van buitenaf kon weren. Deze
val zou het niet overbodig zUn. te vragen, in
hoeverre wU zelf hieraan schuldig staan. Ze
ker zUn er-groote moeilijkheden, die vooral ds
uitgever ondervindt bü de propaganda voor het
katholieke boek in den neutralen boekhandel,
maar wie regelmatig de boekbeoordelingen
der groote tijdschriften inkljkt. zal toch ontwa
ren. dat het katholieke boek daar meestel ern
stig wordt besproken, wanneer er aanleiding
toe te. Ligt bet niet aan ons eigen kathollece
publiek, dat nog steeds zUn taak tegenóver het
katholieke boek niet voldoende begrUpt? De
cultuur te geen beschermelinge der philanthro
pic gelukkig, maar ze is wel een dochter der
belangstelling. En ieder, die cultureele belang
stelling aankweekt bij het katholieke volks
deel van Nederland, doet daarom een goed
werk. Wie zulke belangstelling aan wakkert en
ondersteunt, dient een goede zaak. HU sterkt
den cultureelen levenswil van het katholieke
volk.
Ook bü de Spinoza-herdenking ontbrak bet
katholieke boek, ofschoon het aantel publica
ties groot genoeg was. Er te voor zulke onder
werpen klaarbUjkelUk véél belangstelling m
Nederland. Maar er te weinig belangstelling
voor in katholiek Nederland. En met alleen
geldt dit voor de „klassieken" der moderne be
schaving In het algemeen. Het te belaas ook
waar voor de klassieke schrijvers der katho
lieke levensbeschouwingen. Vergeleken bU de
aandacht, die het Nederlandsche publiek heeft
voor Nederlandsche grooten van den geest, te
de katholieke aandacht nog te diep in Slui
mering verzonken.
Een andere gedachte te deze: wat hebben
we betrekkelUk weinig blUe boeken, weinig hu
mor, weinig glimlachende schrijvers, weinig
van dierr mlddeleeuwseiien geest van goedmoe
diger) spot en rake satyre. De catalogus van Bint
Jan te een dood-ernstig boek. Nu is er niets
tegen den ernst, maar alles wat dood-ernstig
te, maakt een groote kans, weldra ernstig
dood te zullen zjjn en zoolets wenschen wU
het katholieke geestesleven niet toe!
De gedachten, waaraan wij een vrijen loop
lieten, hebben eenigermate het karakter van
een gewetens-onderzoek en kunnen dus den
indruk wekken, dat wU onbevredigd zouden
ztjn. Zoo is het toch heusch niet. Maar juist
wanneer er reden is tot tevredenheid, wordt
een gewetensonderzoek dubbel noodlg. Als al
les slecht gaat, welt vanzelf het zelfverwijt op.
maar na oen zonnlgen dag te het gewetens
onderzoek een noodzakelijke Inkeer. Zoo moet
omslagen kregen de noodlge stevigheid, waar
door mechanische beschadigingen konden voor
komen worden; er ontstond de eenvoudigste
vorm van een boekband, louter ter bevordering
van een langeren levensduur van het boek zelf.
Het spreekt vanzelf, dat men in een tijd, die aan
den Inhoud een echoonen vorm gaf, door den
tekst te voorzien van illustraties, ook de ban
den in overeenstemming zocht te brengen met
den Inhoud. De eenvoudigste „versiering” be.
stond dan uit den titel, liever het „inclpit" (de
aanvangswoorden) van den tekst. Spoedig daar
op vond men een geëigende versieringsmanler
voor de banden. Leder, 1 meest gebruikte ban-
denmateriaal, leent zich bUzonder goed voor het
Inperaen van versierende lijnen met een even
aangewarmd U«er. Ook perkament laat zich op
deze manier behandelen. Zoo bezat men in
deze technieken, die later werden uitgebreid
met kleur- en gouddruk een nieuw element in
de versiering van den boekrand. louter, om de
belangrUkheid van den inhoud reeds van buiten
af kenbaar te maken. Ook het doel waarvoor
het boek gebruikt moest worden, had invloed op
de uitvoering'van band en versiering. Boeken,
die alleen dienden om de wetenschap te ver
breiden, kregen 'n soliden. eenvoudigen. met wei
nig versiering bewerkten band. Doch de boeken,
die dienst moesten doen bU het openbaar en
plechtig gebed der Kerk, werden met een bU-
zondere zorg en vaak zeer waardevol versierd.
Altaarmissalen, Evangeliaria, Lectionaria, de
groote Antlphonaria en de boeken, waaruit het
Graduale gezongen wsgd, droegen banden, die
de eeuwen konden trotte-eren niet alleen, maar
vooral op het voorplat werden ze bewerkt met
goudfiligraln, edelgesteenten en Ivoren reliefs,
die van zulk een boek een pronkstuk maakten.
In groote bibliotheken liggen hier en daar nog
overgebleven schatten uit dien vroegeren tUd.
toen het handwerk hoog In aanzien was, en ter
eere Gods door vlUtlge monnikenhanden deze
boeken werden afgeschreven, gebonden en ver
sierd met de gaven van rUke vromen.
Dese zorg voor het boek te door latere ge
slachten overgenomen, en nu nog worden de
liturgische boeken met een zeer verzorgd ulter-
lijk vervaardigd. Maar ook hier heeft de me
chanisatie van het bedruf veel schoons doen
verloren gaan. Het machinale bindwerk kan in
schoonheid niet opwegen tegen een goeden hand-
werksband. Onze oude bibliotheken bezitten vaak
boeken, die honderden jaren geleden gemaakt
zUn. en die op den dag van vandaag nog juist
zoo goed gebruikt kunnen worden, als toen sjj
bonden werden.
Het spreekt vanzelf, dat in een tUd, toen de
boeken nog niet die verspreiding hadden ge
vonden als de onze tegenwoordig, dat men op
zijn kostbaar bezit wat zuiniger was: Het boek
was niet alleen In de kast opgeborgen, bet was
er ook nog aan vastgemaaktiïtet een ket
ting. Onder aan den band zat de ketting vast;
met het andere einde, zoo, dat het boek nog
gemakkelUk te hanteeren was en neergelegd
kon worden op den lessenaar vóór aan de kast,
was deze bevestigd aan een zware Uzeren stang,
die langs de kast liep Zoo stonden, zelfs In de
bibliotheken van de Leidache en Amsterdamsche
Univexaitelten, de boeken aap dgi^kg(ting Desa
zorg voor bet boek zal Wel geen nadere toellch-
ting behoeven. Grappig echter te het. dat on-
historische en nogal partijdige propaganda voor
eigen richting uit dezen veiligheidsmaatregel, die
bestemd «as, om het boek zooveel mogelijk aan
zijn doel te laten beantwoorden <n± gelezen te
worden), de legende te ontstaan van. „de
BUbel aan den ketting".
In zün „Beschrijving van de Stad Leyden"
verhaalt Frans van Mieris van zulk een ge-
ketenden BUbel, Willem Heerman had .doen
maken ende geset in Sinte Pieters Kercke
op 't Choer een nuwe schoen lectryn lesse
naar) in welcke <hU> gemalct ende geleit
heeft, gevestlchtmetysere kete
ne n die bible in Duytach Nederlandach)
die hy nut «yn eigen hant gescreven heeft,
om alle goede eerbare mannen onder ge
legen tyden ende onbehlndert ten dienste Gods
dair inne te mogen lesen ende wat goeds te stu-
deeren Dit geschiedde „In 1 jair ons He
ren duysent vierhondert twie ende tsestich,
opten zevenden dach in Aprille”.
Deze zorg voor het boek bU onze voorouders
getuigt dus van een zeer groote belangstel-
11 ng In het boek. Een belangstelling, die
wU bU den enormen boekenrljkdom onzer dagen
helaas missen. Zeker, er te in onze dagen een
opleving in die belangstelling waar te nemen,
maar deze houdt jammer genoeg geen gelUken
tred met het meerder onderwijs wat in onze
ijpgen door nagenoeg iedereen wordt genoten.
Wanneer we tenminste de weaenlUke belangstel
ling voor het boek onzer dagen als maatstaf
moeten aanleggen voor het peil der bescha
ving. of ook maar voor de „ontwikkeling", wat
nog weer geheel iets anders te, dan zal een
vergelUklng met een minder boekenrUken tijd
voor onze dagen niet op alle punten even gun
stig uitvallen Meen niet, dat wU in den stand
en den aard van iemands boekenkast geen sul
veren maatstaf zouden hebben voor rijn bescha
vingspeil! „Toon mU uw boeken, en ik zal uw
zeggen wie gij zUt en wat gjj sljt."
aan^
rotfrd de *«Mrid
leende
een gedurig J
schurk van na!
boek, dan te h
waarop gU bU fcorkeur rit>n dien gU zelfs niet
afslaat aan Vie irNeae^lfea^aa^enals de klok
op uwfsciio^stcen. aankoop geleerd
heeft, thuis te tikken, sooate het klokje nergens
anders tikken kan.
De onervaren lezer, die nog niet den adel der
echte boeken vriendschap kent, maakt gewoon-
lijk een beswaar tegen het koopen van boeken
Ais ik het uitgelezen heb, zoo zegt hjj. staat
het daar In mUn kast, renteloos. Ik heb er
niets meer aan.
Welk een dwaling I Welk een onkunde van
de practUk! En welk een zwak argument!
Voor zoover het zichzelf niet weerlegt, wat
het ongetwijfeld doen zal, zoodra gU boeken be
zit, wordt dit bewUsstuk toch weersproken door
heel de handelwUze van dengene, die bet ge
bruikt!
Koopt hij geen sigaren, omdat hU de asch
niet gebruiken kan. wanneer nU ze opgerookt
beeft, of omdat hij geen raad weet met het
geledigde kistje? En gjj mevrouw, zoudt gij uw
bonbons willen missen, omdat ze na een kort
stondig genot daar niet meer zijn? Maar boe
ken, die gij genoten hebt, blijven precies de
zelfde. Qlj kunt ven hen nog eens hetzelfde
genot verwachten en nog eens en nog eens en
dese onvermoeibare vrienden wUken slechts
langzaam voor het proces der stofwisseling
wanneer geslachten en geslachten ze beduimeld
en genoten hebben. Het ledige sigarenkistje te
geen bezwaar tegen den aankoop van het volle
sigarenkistje, maar het uitgelezen boek zou een
bezwaar sljn tegen het leesbare boek? Dit ge
looft gU zelf niet, die het beweert!
GU moet alleen nog probeeren. u met boeken
vertrouwd te maken. Als gU boeken leent, krijgt
gij onbekenden te gast, maar boeken, die gu
koopt, worden uw huisgenooten en op den duur
leert gU bun gewoonten kennen, zooate zij
rich ook leeren voegen naar uw karakter. Ze
zijn zoo gewillig. Laten wU veronderstellen, dat
gU gaarne klassieke schrijvers leest, de drama's
van Vondel of de htetorieén van Hooft of de
kluchten van Breeroo. Ze komen in uw huls
dese werken, verpakt in boeken, zooate sigaren
verpakt zUn in kistjes. GU haalt ze uit hun
verpakking, maar dit te een geestelUk werk,
want se blUven tegelUkertUd netjes op hun
GU hebt boeken. Lezer!
Ge hebt ze netjes in een kastje, of zelfs in
een kast! De ruggen zUn sierlUk, en vertoonen
geen sporen van beschadiging. GU zUt zuinig
op uw boeken. Leest er niet te veel in. Ja, er
zUn enkele, die ge vaak hebt gelezen. Doch ge
waart dan zoo verstandig, het door uw zuster,
verloofde of uw vrouw sierlUk bewerkte
boekomslag te gebruiken, teneinde vlekken en
beschadigen te voorkomen. Uw boeken die ge
veel gelezen hebt staan weer op hun plaats
tusschen de andere. Ge zUt aan ze gehecht,
want er zUn er. die u in stille uren veel troost
en veel bemoediging en veel levenswU^tejd
hebben geschonken. Nietwaar, daar sUn de
boeken toch voor. Ze zUn tenminste geschreven
met een doel, dat hiervan niet veraf ligt. Er
zUn er geschreven, louter met het doel, om door
hun inhoud te behagen; er zUn er, die dit zoe
ken te bereiken door hun vorm. Wel te ver
staan hun litterairen, hun inwendlgen
vorm. Er zUn boeken, die u trachten te leeren.
te stichten, of u een aangename tUdpasseerlng
te bezorgen. Ik spreek hier alleen over goede
boeken! Want er bestaan ook nlet-goede
boeken. Er bestaan helaas veel slechte boeken.
Boeken, die uw geest op een totaal verkeerde
wijze beïnvloeden. Doch dit zUn oog de ergste
De eerste gedachte deze: wat hebben wU
Nederlandsche jcatholleken. toch weinig „klas
sieken"! Het aantal moderne boeken is groot
genoeg, maar daartegenover is bet aantal her
drukken van katholieke klassieken zeer klem.
Nu bedoelen wU niet dat er te weinig Vóh-
del-ultgaven zouden ocstaan. We denken aan
heel iets anders. Willem nvan Oranje is lil
jaar herdacht. De nationale en plaatselUke
huldigingen zijn begeleic door stapels papier,
die men In een heel herdenkingsjaar niet
doorworstelen kan. Nieuwe levensbeschrijvin
gen van den Prins, gedenkboeken met bedra
gen van verschillende deskundigen, waarin al
lerlei richting (ook de katholieke) vertegen
woordigd zUn. geschriften over de familiele
den van „den Zwijger'romans, waarin zUn
zuster, zUn dochter, zijn neef de hoofdpersoon
zUn en eindelUk een groot aantal Jongensboe
ken, die de Jeugd prikkelen tot geestdrift over
den vaderlandschen he’d Eten specifiek katho
liek boek van eenlgen omvang Is bU deze ge
legenheid niet verschenen. Waren er geen
schrUvers te vindenof durfde geen enkel
uitgever het initiatief aan? WU vreezen bet
laatste en hebben daai eenlge reden toe Ver
leden jaar waren het Goethe en Spinoza, die
herdacht werden. Goethe heeft zoo weinig
met Nederland te maken, dat er niet eens een
Dultsch geleerde is geweest, die een boes
schreef over „Goethe en Nederland". Wel s
er een over Goethe en Engeland, ook over
Goethe en de politie, zelfs over Goethe en
het nationaal-soclalisme. maar Goethe en Ne
derland. dat schUnt trots den „Egmont"
geen denkbare combinatie te zijn. Toch w«s
het den boekbeoordeelaar volslagen ónmoge
lijk, ernstig kennis te nemen van alle Neder
landsche geschriften betreffende Goethe
Het waren er te veel. Levensbeechrijvingen.
vertalingen, verhandelingen Wederom was er
geen enkel specifiek katholiek werk over den
men, die toch aan het moderne leven zekere
vormen heeft bUgebracht. waarover wU een
vast omschreven oordeel hebben. Een katholiek
boek over Goethe zou toch debiet moeten heb
ben, wanneer er wel tbeosophlsche Goethe-be
schouwingen worden verkocht! Of staat het
neutrale publiek nog steeds totaal afwüzend te
genover
geen L_
anrienlUk is de werkdadigheid van
katholieken in de wetenschap en In
letterkunde gevorderd sedert de dagen
van ThUm; op de Nederlandsche boekenmarkt
leggen rij niet den minst gewichtigen stapel
belangwekkende uitgaven neder. De R. K. Ver
eeniging van Uitgevers en Boekhandelaren,
Sint Jan. stelt het publiek in de gelegenheid
tot een overricht over den heelen voorraad en
in het algemeen kan
men zeggen dat dese
bevredigend is, al zou
men eenlge vakken
van kundigheid ruimer
vertegenwoordigt* Wil
len zien en al voelt
men elders de bezwa
ren wegen, die ’n klei
ne natie door haar
uiterst beperkt taal
gebied meebrengt On
der de vele redenen,
waarom te weinig
Nederlandsche boeken
verkocht worden, is t
een doorslaande ra
den.. dat er zoo wei
nig Nederlanders zijn
De consequentie daar
van merkt men heel
goed bU de doorbla-
dering van dezen uit
stekenden, veel-om-
vattenden en over-
zichteUjken catalogus
Het is een boek, dat
lot nadenken
En wU
niet beter
dan door eenlge van
onze gedachten den
vrijen k»p te laten
in de marge der goed-
verzorgde bladzUden
van dit werk.
vrjuiociivk cicair
vau