DE HERBOUW VAN EGMOND N I D Q 4et Erfdeel I L... j venaal wuv den dag I I Vaseline, J Gie^ebrough HET STATION Zijn oudste geschiedenis Na ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Geen robbedoes ravot Alle ahonné's Zijn ROBINSONS kapot I nieuwe” DINSDAG 9 MEI Hv Int DE ZOMERDIENST TS Zachte handen” „Blanke huid. .1 1 Hu (met Haarli 30069, 1 Hu fli leeftn ken keer burea Éei r f I Vergiftiging op groots school Het wemelde op zolder en deel van den landbouwer P. te Aaltea van de ratten en daar ze voldoende voedsel konden vinden, meende hij dat daartegen niets gedaan kon worden. Eenigen tijd later schreel bij: .Teneinderaad probeerden we Rodent met dit schitterende resultaat: 80 doode ratten, DU resultaat bereikten we met slechts één doosje Rodent van 50* cent" Of U last hebt van één of van honderd ratten. Rodent zal ze absoluut uitroeien. Het trekt dit onge dierte onweerstaanbaar aan en leidt ze zeker naar hun verderf. Ook muizen ontkomen niet aan Rodent Koop nog heden een enkele doos i 50 ct of een dubbele doos i 90 ct en morgen zult U van rat en muis bevrijd zijn. O.a. bij alle drogisten. Imp.: Fa B. Meindersma - Den Haag. B 48 I „WERKHANDEN” AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG ÜÜR NA HET ONGEVAL f cv niiiiiiifiiiiiiiiiiiitiiiiii heeft Warmond. 3- 3. HENNEMAN ge- In 'l wijl hJJ het zoover in de hoogte hield. om het Robbie en Topsy te laten zien. Een n X geven” Er Jk ruik visch”, zeide hij, terwijl hij Jut te B. 1 Am lUr AZ HOOFDSTUK XVIII DE JONGE JACK BEEL... Blo Van de Nederlandtche Spoorwegen .U 19 liefst DE Ft een abdij terrein gd af Willie Woensdag was gestuurd om te zien, of hü wat visch kon vangen en de zeeman was zeer kwaad, toen hij den luien Willie vast *1 U Utl heeft ter be O 298 by Hi geneg. letter GEI Ontwi beslot, geduu hU con- slaap vond, terwijl hij dacht dat deze aan het visschen was. Twee llaalh zaam branc ten 1< als k rijden weg Bs. UK. zelfst kan z den. burea Er b. Ilagm In de letter «et Dan» den. et Br. let gaapte. Toen zag hy de zeester op zijn jas. „Wat beteekent dat?" vroeg hij. De Nadoli pende werp-< wordei lijke i Alge confer en dal wordei om di waard, scheer Nad> tracht Duitse sabote. Duitse zeggen in eer tieve 1 conver standp schen Tenr van d der d« den oi stond komen voorna Deze voor omtre A, Bo (Ingezonden Mededeellngen.) Amst. Uit het Engelsch van Joseph Hocking Bza. Juffr. prima letter iiiniiiniiiiiiiiir; De Beeman spelde de zeester op Willies jas en bet leelyke geurtje van het zeeproduct, dat In Willie’s neus terecht kwam, deed hem ontwaken- „Kijk eens, dat Is al de visch, welke hij gevangen heeft," nel Freddy, ter- „Het is mn zeester”, zeide de zee man, „en ik zal hem daarmee een lesje Biedt bezit curlui Br, le Er I biedt bezig) of kl Br oi Ullllllllllllllll s .Dat is een medaille, die ik je op je borst heb gespeld, omdat je de lui ste vlsscher bent op bet Artis-eiland”. telde Freddy. (Morgenavond vervolg). irmMEatles uit; bespre- rhTlft en dan de slot- zUn Egmonder stichting bedacht. De hou ten kerk verving hij door een steenen ba siliek een in dien tijd zeer kostbare on derneming uit eigen middelen schonk hj den monniken voldoende inkomsten voor hun levensonderhoud, de kerk verrijkte hij als een in de berus- De „Officieele Reisgidsen der Nederlandsche Spoorwegen”, zoowel de groote als de kleine uitgave, zullen van heden 9 Mei af verkrijgbaar zijn aan de stations en bij den Stationsboek- handel en van 10 Mei af bjj den particulieren boekhandel De nieuwe dienstregeling brengt vele verbe teringen. Enkele nieuwe treinen worden inge legd, terwijl een aantal slecht bezette treinen komen te vervallen. Evenals in de dienstregeling van 15 Mei 1932 zijn wederom waar mogelijk de treinen versneld. In het bijzonder geldt dit voor de stoptreinen, waarbij in de noordelijke pro vincies belangrijke versnellingen tot stand ko men. Tengevolge van de afsluiting van de Zuider zee, wordt de vaarttijd van de booten Enkhuizen Stavoren v.v. over het Usselmeer met zeven minuten bekort. Op de knooppunten komen verschillende nieu we aansluitingen tot stand. Te Amsterdam CS. b.v. een twintlg-taL Het station is de sensatie, Die men ’t eerste ondergaat. Als men voor een prettig reisje Opgeruimd de stad verlaat. Het station.... het ligt daar voor u Dus u haast zich dan vooruit, Want het is de steenen sleutel, Die voor u de reis ontsluit.' Het station is iets opluchtends. Dat g’als een oase ziet En de zwaarte uwer koffers Voelt ge in uw geestdrift niet! Want vandaar uit gaan uw reizen, Bijkans naar uti luchtkasteel! ’t Is de ingang, dien ge door moet. Onverschillig 1 werelddeel! Reizen, trekken, uw vacantie, Echt zoo zorgloos in ’t getouw.... Het symbool der ware vrijheid Ziet ge in dit zwaar gebouw! Doch wanneer de- reis voorbij is, Dan ontloopt ge ’t wei niet vlug. Maar ge zijt zoo enthousiast niet Want ge toont het.slechts uw rug! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) ■IIHIIUIItlIllU Verzorgt Uw handen goed. Ieder een ziet ze en waardeert goed verzorgde handen. Wat voor werk ge ook doet, met Vaseline Chesebrough bereikt ge alles. want sinds „dé nieuwe” in huls is, hoeft absoluut niet meer te werken Na twee maanden, op een moolen avond, wil mijnheer Franssen juist zijn huis Ingaan, als hij wordt aangesproken door een heer. Deze reis. Ze wenschte haar vriendin goeden nacht en ging de deur uit. De wereld scheen hier anders dan in Leeds en toen ze de heerlijke zeelucht inademde; geleken de twee jaren in Yorkshire haar een booze droom. Ze werd wakker na twee afschu velijke jaren, wakker in haar eigen landstreek. En toch wist ze, dat het oucle leven nooit zou terugkomen. Ze her innerde zich de voorwaarden van den koop en hoe de oude Jack Beel haar er om had uitge lachen. Tien duizend pond! Ónmogelijk? Als ze met Ben Briggs wilde trouwen, zou het niet ónmogelijk zijn. Ze had hem nog geen week geleden gezien, en aan de uitdrukking van zijn oogen bemerkt, dat hij de hoop niet had opgegeven. Wat was ’t hier prachtig! De maan scheen helder aan den wolkeloozen hemel Ze hoorde de golven breken tegen de mooiste kust van •de wereld. Honderd keer had ze hier een bad genomen; het strand was zoo hard, dat men er tennis kon spelen. Ze hoorde de vogels in de boomen van de oprijlaan, de bladeren rit selden. Mooier land bestond er niet op de aardeI Ze snikte als een kind, terwijl de tranen langs haar wangen drupten. Maar het waren geen tranen van verdriet; ze had zich nooit zoo gelukkig gevoeld als dezen avond.... Uren later lag ze nog In bed te droomen en te denken. Eigenlijk speet het bsar dat Mary Judson meegekomen was. Hoe lief en hartelijk die ook was. begrijpen deed ze Nancy niet. Eindelijk viel ze in slaap, maar ze droomde gerept over „de nieuwe”. En mevrouw, die ondertusschen Inspectie was gaan houden, sprak ook niet over de verdwenen cassette zilver, haar verdwenen nieuwe bont en de zoek geraakte gouden broche. Ze zei alleen: Man, we zullen weer een „omroeper” moeten plaatsen Een ondeugende glimlach speelde om de lip pen van mijnheer, die dikke rookwolken van een versche Havanna verweg stootten.... FRED en Scarborough gewoonweg een gat. Maar toch ben ik doodmoe; Ik zou bet liefst naar bed willen na een kop thee. Je bent toch niet meer zoo vermoeid als in den trein, hè? Neen, die autorit heeft me opgefiischt. M&sr het Is toch een lange dag „eweest. Morgen blijf Je den heelen dag In bed, zei Nancy. En wat ga jij doen? Nancy gal geen antwoord, maar Mary be greep heel goed, wat ze van plan was. M Ook John Trefry had geschreven, maar zijn brieven waren zooals hijzelf, kortaf en een beetje teruggetrokken. Verder had ze niets ge hoord. Ze voelde niets voor de meisjes die ze daar had gekend: de meesten waren getrouwd. Dit alles stemde haar mistroostig. Ze had een gevoel of de goedé dagen van vroegei nooit meer zouden komen. En tegelijkertijd voeld? ae zich opgewonden en gelukkig. Leeds, met zijn stampende machines met zijn berookte huizen en mistige lucht, had ze achter zich gelaten en ze kwam terug In het land van schoonheid en zon. Zijn we al in Cornwall? vroeg Mary, toen de trein Plymouth passeerde. Nog niet, antwoordde het meisje. Eerst komt Saltash Bridge. De trein stopte bij Devonport en bereikte eindelijk Saltash Bridge, en het kleine stadje aan de overzijde. We zijn in Cornwall! riep Nancy uit. Het is erg mooi, antwoordde Mary. Moot! riep het meisje uit. Het is thuis. Nu voel Ik pas weer, dat ik leef! "w abdij van Monte-Casslno, het stam- ^2 Wooster der Benedictijner Orde. voert in haar wapen, een afgekapten boom, waaruit hleuwe loten omhoog schieten. De wapenspreuk luidt: „Succls- sa virescit: omgehouwen herleeft zij.” In deze woorden ligt de geschiedenis der geheele Benedictijner orde, die na tijden van inzinking en vervolging telkens weer tot hernieuwden bl<*i mocht geraken. Ook op de abdij van Egmond zijn deze woorden van toepassing. Zes eeuwen lang was deze stichting het grootste en meest invloedrijke mannenklooster in Holland geweest, toen in 1573 de troepen van Sonoy de abdij in brand staken en zoo op ge welddadige .wijze aan- het monastieke leven in Kennemerland een einde werd gemaakt. Nu, 360 jaar later, gaat de lang gekoes terde wensch in vervulling: Holland krijgt zijn monniken terug; het hernieuwde Eg- mondsche klooster zal als centrum van ge bedsleven stellig In hooge mate bijdragen tot de bevruchting van het werk der ziel zorgers. Bij dit herstel rijst vanzelf de vraag: wat weten wij van de oudste geschiedenis van Egmond in verband met de vereering 2_ -j het graafschap laat hem zijn penning zien en zegt kortaf „re cherche” Mag Ik u even spreken. En terwijl Franssen bleek wordt, terwijl zijn vrouw, die hij Inmiddels geroepen heeft, een bezwijming nabij is, vertelt de rechercheur, dat ze een beruchte dievegge in huls hebben gehaald en toont hun het portret van de „nieuwe”. Den volgenden morgen werd de nieuwe tus schen twee agenten in weggevoerd uit hét huls van mijnheer Franssen naar j de - 1 den heelen nacht van haar kinderjaren. Ze zag haar vader terug, zooals ze hem vroeger gezien had. Ze zag hem glimlachend en toch ernstig kijkend, toen hij haar, op haar 19den verjaar dag. een nieuw rijpaard had gegeven. Wat had haar vader toch veel van haar gehouden! DsA in haar droom, zag ze hem op zijn doodsbed liggen en ze hoorde hem smeeken om het oude tehuis terug te koopen voor de Trevanions. Toen ze eindelijk ontwaakte, wist ze niet direct waar ze was. De zon scheen de kamer binnen, buiten floten de vogels. En zoodra het tot haar doordrong waar ze was, sprong ze uit bed. Eenlge minuten later liep ze het pad naar de zee. Ze lachte van geluk, toen ze de golven voor zich zag. en toen ze, van een voor uitstekende rots, in zee sprong en onderdook. Ze had in geen twee jaar een zeebad geno men en ze lachte opnieuw «van geluk, toen «e weer in haar geliefkoosd element was. Ik heb razenden honger, Mrs. Urenl riep ze, toen ze terug kwam naar het landhuis je, is het ontbijt al klaar? Direct kun je ontbijten. Wat wil Je heb ben dat ik klaar maak? Alles is goed, als er maar veel van ia De vrouw lachte opgeruimd. Dit was n» kind van vroeger! BUI Boskiddy heeft vanmorgen sardine» gevangen. WU je die eten? Sardines! Daar ben ik dol op. Daarna zal ik je wat ham bakken dessert krijg Je brood en boschbessen room. Is dat goed? Wordt verww8. Zwijgend hoorde mijnheer 's avonds het ver haal over „de nieuwe” aan. „Heb je wel gezien, hoe netjes je eruit ziet? Wat een snoezige jurk hé? En ze 'ia zóó voor komend en behulpzaam! Moet je het koperwerk eens bekijken. Het glimt tegen je aan. Nog nooit heb Ik zóó’n dienstbode gehad.” Mijnheer zei niets, maar vroeg zich alleen af, waarom hij in ’s hemels naam zooveel moeite had moeten doen, als het vinden van een model meid zoo weinig moeite kost Het leven ging zjjn gewone gangetje. Eiken morgen stapt mijnheer Franssen de deur uit en tegelijkertijd komt „de nieuwe” erin. Mijnheer kan haar niet uitstaan en beantwoordt nauwe lijks haar groet, ’s Avonds komt mijnheer weer thuis en hoort het verhaal van zijn wederhelft aan. Dan gaat hij zijn krant lezen, terwijl me vrouw beweert, dat ze nu nooit meer moe la, want sinds „dé nieuwe” In huls is, hoeft ae 1 van St. Adelbert en met Holland? Naar dit deel onzer Vaderlandsche ge schiedenis Is in de laatste decennia van verschillende zijden een hernieuwd onder zoek Ingesteld; het resultaat dezer naspo- ringen zullen wij trachten hier in het kort weer te geven. De oude opvatting, dat dé oorsprong van het Hollandsche graafschap giggen zou zijn in de schenking der Egmondsche kerk in 922 door Karei den Eenvoudlgen aan Dirk I gedaan Is wel niet meer vol te houden. Immers reeds in 389 schonk konlng Ar nulf aan een zekeren graaf Gerulf een ge bied, dat ongeveer het tegenwoordige Kennemerland omvat Ook een later als oud-grafelljk erkend recht, nl. het vissche- r 1^recht tusschen Haarlem en Lelden was reeds In het bezit van Gerulf. Diens zoon. Dirk L heeft goed en waardigheid van zijn vader geërfd. Voor het eerst wordt over Egmond ge sproken in een oorkonde van 922. De Eg mondsche kerk werd toen belangrijk noeg geacht, om bij cfficieele en afzonder lijke schenklngsacte te worden vergeven. Karei de Eenvoudige begiftigde door dit document graaf Dirk I met de „ecclesiam Ekmunde cum omnibus ad earn Jure per- tlnentlbus” etc.; de kerk van Egmond met al hetgeen réchtens daartoe behoort.” Men heeft gemeend in deze kerk reeds de abdij te mogen zien; doch daar staat tegenover, dat alle oude Egmondsche handschriften Dirk I pas als stichter van het klooster aan wij zen, terwijl ook het woord „ecclesia" in Mlddeleeuwsch Latijn op de eerste plaats kerk en niet klooster beteekent. Is er dan misschien te Egmond een an dere belangrijke kerk aan te wijzen, wel ke als object van deze schenking heeft kunnen gelden? Over een veel oudere kerk, die in 740, onmiddellijk na den dood van St. Adelbert, te Egmond gesticht zou zijn, wordt reeds gesproken In de oudste „Vlta Sanctl Adai- bertl”. Dit geschrift dient even pader bezien te worden. Deze oudste „Vlta” Is samengesteld rond 980 op verzoek van oen aartsbisschop van Trier, Egbert, een zoon van onzen Hol- landschen graaf Dirk n. Deze fcgbert had in zijn Jeugdjaren de bevrijdlng van he vige koortsaanvallen aan de voorspraak van St. Adelbert te danken gehad. Aan de monniken van de abdij Mettlach bij Trier gaf Egbert opdracht, om dit ge schrift samen te stellen. Een hunner, de monnik Ruopertus (Rupert) ging zelf naar Egmond, om daar Inlichtingen te verzame len. Het resultaat van zijn onderzoekingen Is de bovengenoemde „Vlta S. Adalbertl” In dit werk zijn twee deelen te onderschei den. Het eerste deel omvat het leven van St. Adelbert tot en met diens begrafenis. Hierin vinden wij slechte weinig feiten ver meld. Dit pleit voor de waarheidsliefde van den schrijver. Te Egmond kon hij het was immers reeds ruim twee eeuwen na den dood van den heilige niet veei bijzonderheden over het kader van dien tijd, waarin ernstige pogingen werden aangewend om de ver woestingen, door de Noormannen aange richt, te herstellen. In 920 begint het herstel te Utrecht. Bisschop Balderik, vroeger voor de over weldigers gevlucht, keert dan naar zijn ver woeste zetelstad terug en begint met den herbouw. In denzelfden tijd wordt het herstel in het Noorden en het bezit van het kerkfort toevertrouwd aan den machthebber daar, onzen graaf Dirk I. Hoelang het kerkfort, als zoodanig, na de schenking nog bestaan heeft is onbekend Ruopertus spreekt na de wonderbare gene zing van Egbert, den zoon van Dirk n, nog over een mirakel, waarbij de plaateelijke bevelhebber „wiens verblijf niet ver van het klooster was gelegen” betrokken was. Sinds 1160 is er zeker een andere vesting te Eg mond nX het kasteel te Egmond op den Hoef. Het kerkfort was toen overbodig. La ter, waarschijnlijk In de 15de eeuw, heeft men op den akker en binnen de fundeering der oude kerk een klein, van steen ge bouwd kapelletje opgericht. De sporen hier van werden ook door Dr. Holwerda terug gevonden. Deze kapel Is wel In 1573 tegelijk met de abdij verwoest. In 1662 waren de puinen nog te zien. Wat nu de verhef/lng der relieken van St. Adelbert en de stichting van het vrou wenklooster betreft: Ruopertus plaatst bel de gebeurtenissen onder de regeering van Dirk I. Alle kroniekschrijvers namen dit over. Het Juiste jaar Is onbekend, doch de opgraving der relieken Is zeker na de schenking van 922 geschied, want Ruoper tus vermeldt uitdrukkelijk, dat Dirk I toen reeds eigenaar van die plaats was. Moeilijk is uit te maken wat eerder ge beurd Is: de stichting van het houten vrou wenklooster of de opgraving der relieken. Ruopertus drukt zich op dit punt niet dui delijk uit. Van de latere schrijvers stelt alleen Joannes a Leydls (15e eeuw) den kloosterbouw vóór de verheffing der relie ken. Deze Joannes maakte bij de samen stelling van zijn „Chronlcon Egmundanum” gebruik van de Egmondsche archieven. Het verder verloop der feiten Is voor ons dui delijker, wanneer wij zijn meenlng volgen. Driemaal verscheen St. Adelbert aan een kloostervrouw, Wilfsit genaamd en gelastte dat zijn relieken moesten verheven worden. Zij bracht dit bevel aan graaf Dirk I over Zoo men dit feit stelt vóór de stichting van het Egmondsche vrouwenklooster, zal het zeer bezwaarlijk zijn, om een woonplaats voor deze religieuze aan te wijzen. Het meest nabijgelegen vrouwenklooster in dien tijd bevond zich te Susteren, dat tot het bisdom Luik behoorde. Bij het opgraven van het gebeente ont sprong de nog bestaande bron. De onbedor ven lijkwade van St. Adelbert werd In het kerkfort achtergelaten, het gebeente over gebracht naar een houten kerk, welke Dirk I te Hallem liet bouwen Hallém is dat deei van Egmond, waar ook het houten vrou wenklooster en later de mannenabdij ge staan hebben. - - Waarom is juist fleze plaats voor kerk en klooster bestemd? Met zekerheid is op die vraag nog geen antwoord te geven. Na zijn opgravingen in 1920 op het abdijterrein gedaan, concludeerde Dr.'Holwerda, dat de bevolking van Egmond van oudsher hier woonde; daar kan dan ook het centrum van St. Adelbert’s arbeidsterrein geweest zijn. In alle geval was deze plaats beter ge- ter geschikt voor den bóuw van een vrou wenklooster, dan de onmiddellijke omgeving van een kerkfort met zijn bezetting. Dit klooster heeft geen langdurig bestaan gehad, Ruopertus meldt: „Wegens de ge varen, waaraan zij herhaaldelljk bloot ston den, uit hoofde van Ce woestheid der Frie zen, ontbrak haar geheel en al de moge lijkheid om er haar kloosterleven, zooals ’t behoort te leiden". De langdurige strijd, welken de Hollandscne graven tegen de West-Friezen moesten voeren, Is ons be kend. Dirk n besloot dan ook het vrouwen convent te vervangen door een mannen klooster. Volgens een bericht van Joannes a Leydls werden de nonnen overgebracht naar Bennebroel^MJ~Haarl rustig haar kloosterleven k f on dit blad rtln Inuevolre de veraekerlngavoorwaarden tegen f Dfiflfl by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f *7CD f 9C/1 btf verlies van een hand f 1 o|j verlies van een f Cfi bij een breuk van bU verlies van ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen T uvvvt* verllee van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelljken afloop* een voet of een oog Z 1 duim of wijsvinger T 4zCZ«~been of arm f Trt/»” anderen vinger w- Unbeer Franssen, man van middelbaren uitging en met succes. Den volgenden morgen IV leeftijd, kan het met zijn vrouw werke- deed de nieuwe* haar intrede. X’ A lijk coed vinden. Al twintle laar ziin ze Zwlleend hoorde mlinheer 'a avonds Kef Ja, het is mooi, bevestigde Mary. Het Is heel anders dan Yorkshire, maar Ik houd toch meer van Leeds. Wat is hier alles groen I voeg de ze eraan toe. Na een langen rit door een van de mooiste deelen van Engeland, bereikte de trein bet kleine stationnetje. Ze had getelegrafeerd naar den eigenaar van een kleine cottage, die alles voor haar in orde zou brengen. De zon ging onder; Mary gaf blijken van vermoeienis. Zijn we er nog ver vandaan, kind? vroeg ze. Ik ben doodmoe. Nog een kwartiertje, stelde Nancy gerust. Daar staat de auto al te wachten. Ik ben erg blij u terug te zien, miss Nan cy. Toen ik uw telegram ontving, was Ik zoo bljj alsof Ik een cadeau gekregen had. Ik hoop, dat u een goede reis gehad hebt en uw vrien din ook. voegde hij erbij, zich naar Mary wen dend. U bent niet heelemaal gezond op het oogenbllk. nietwaar miss? Mrs. Uren had Nancy heel critlach bekeken. Ze had zich afgevraagd, wat Squire Treva- nlon’s dochter, want zoo noemde het volk haar nog altijd, In die lange afwezigheid had uit gevoerd, en ze keek opmerkzaam naar Nancy's kieeren. Ook Mary moest zich aan een onder zoek onderwerpen, want ze had niet, naar het oordeel van de vrouw, het voorkomen van een échte lady. Want bij het eenvoudige volk van Cornwall bestaat nog altijd het respect voor de .oude diens leven en daden meer vernemen. HU vulde het ontbrekende niet uit zijn fanta sle aan, maar beperkte zich tot algemeen heden en enkele treffende gebeurtenissen, waarvan de herinnering nog niet vervi was. bijv, de eerbiedige zorg aan het van 8t. Adelbert bewezen. Het tweede deel behandelt de feiten, wel ke slechte kort geleden hadden plaats ge had. zooals de verheffing van St. Adelberte relieken, de stichting ner abdij en wonderen welke In dien rijd geschied waren. Van de ze feiten waren er verschillende aan aarts bisschop Egbert goed bekend, omdat diens grootvader en vader Dirk I en Dirk II daar- bU betrokken waren. Persoonlijk kon dus het verhaal dier gebeurtenissen troleeren. De betrouwbaarheid van dit tweede deel is door de latere geschiedkundigen dan ook algemeen aanvaard; tegenover het eerste deel was hun houding meer gereserveerd. Zoo is het verklaarbaar, dat er weinig waarde werd gehecht aan een bericht, voorkomend op het einde van het eerste deel, waar Ruopertus over de tijdgenooten van St. Adelbert vermeldt: „Boven zUn graf bouwden zij een kerk, zoo goed en zoo kwaad als zU. die nog onbedreven waren in zulke zaken, dat konden. Maar door de invallen der Noormannen werd de kerk herhaaldelijk verwoest, terwUl de omstreken nog meer hadden te öjden.” Een „herhaaldeUJke” verwoesting wUst er op, dat men na den aftocht der roovers- benden telkens weer getracht heeft de kerk te herstellen. Uit de opgravingen door Dr. 3. H. Hoi- werda In 1920 en 1924 te Egmond verricht, blUkt de waarheid van deze berichten. Op den z.g. Adelbertsakzer ongeveer Kilometer westeUJk van het gelegen vond hjj de sporen terug der tuf- steenfundeerlng van een vrij groote, In drie schepen verdeelde kerk, welke naar het Oosten met een absis was afgesloten. Het ligt voor de hand, dat de geloovigen bij het bouwen van een kerk boven het ge beente van een heilige de eereplaate. dat is onder het altaar of in de onmlddelUJke omgeving daarvan, aan het graf hebben gegeven. Nu bevindt zich de nog bestaande St. Adelbertsput, als bron bij de verhef fing der relieken uit het graf van den hei lige ontstaan, in het hart van de absis, dair dus, waar vroeger het altaar gestaan heeft. Het materiaal en de geringe diepte der fundeering hebben slechte een lichten hou ten bovenbouw toegeiaten. Een dergelijke kerk, dikwUls door de Noormannen ver woest, kon dan ook telkens weer vrij ge makkelijk herbouwd worden. Zoo heeft de bodem de bevestiging be waard van hetgeen Ruopertus en na hem ook de kronieken hadden overgeleverd. Door de goede zorgen van het comité wor den thans door natuursteenmuurtjes, vol gens de Ujnen der fundeering op den ak ker opgemetseld, de om trekken van deze oude 8t. Adelbertskerk nauwkeurig aange geven. Er Is echter nog meer. De eigenaardige rechthoekige vorm van den akker was aan leiding, om ook de begrenzing ervan na der te onderzoeken. Het bleek nu, dat hier een wal gelegen had van hetzelfde tuf steenmateriaal als de kerkfundeering. Een .breede gracht had bUJkbaar vroeger dezen wal omsloten. Er zijn geen sporen gevonden van andere gebouwen, behalve de kerk, binnen deze omwalling. WU heb ben dus hier te doen met een oud-Frankl- sche castrumkerk, da: Is een omwalde kerk of kerkfort. De aanleg en afmetingen van het terrein stemïnen hierme overeen. Wanneer het oude St. Adelberteheiligdom de gedaante van een kerkfort gekregen heeft is niet nauwkeurig uit te maken. Ge vonden scherven wijzen op een periode lang vóór onzen gravenMJd. Dergelijke kerkforten bestonden ook Utrecht en te Tlel en werden als belang- rUke bezittingen beschouwd. Egmond, aan de Noordpunt van Kenne merland en In de nabUheld der vUandeUjke West-Frlezen gelegen, was als strategisch punt van het grootste gewicht voor den Hollandschen graaf. Het bezit van deze Egmondsche kerk bood een aanmerkehjke versterking aan de positie van Dirk I, en was volkomen waard om in een afzonderlU- ke en plechtige oorkonde In 922 aan hem te worden overgedragen. Een dusdanige schenking past geheel In mijnheer i naar gevangenis, j 's Avonds za- ter\ mijnheer en mevrouw over elkaar, maar geen woord werd lijk goed vinden. Al twintig jaar zijn ze getrouwd en nog zijn ze „gek” op elkaar. Huise lijke twisten komen zelden voor. Dat Komt eensdeels, omdat ze zooveel van elkaar houoen, anderdeels, omdat mijnheer toch geen kans ziet, den woordenvloed van zijn vrouw te stel pen. Als ze eens verschil van meenlng hebben, dan gaat het over de dienstbode. Mevrouw kan wel dienstboden krijgen, zooveel zjj wil, maai ze kan ze niet houden. En al zoo vaak heeft mijn heer het meegemaakt, daté zijn vrouw hem, als hU van zijn vrij drukken werkkring huiswaarts komt, verrast met de mededeeling: „Man, we zullen weer een „omroeper” moeten plaatsen. Onze meid gaat eind van deze week weg. Dan zet mijnheer geen verwonderd gezicht, maar er komt een smartelijke trek om zijn mond. En niet zonder reden. Het wegaenden van de dienstboden is het werk van mevrouw, maar het zoeken dat van mijnheer. En mijnheer voorziet weer al de ellende aan het zoeken van zóó’n dienstbode verbonden. Avond op avond op 1 klngen met zUn weder! opmerking: „Je moest piorgen nog eens naar die of die gaan, want ik durf bet met deze heusch niet aan.” Maar nu Is het mijnheer Franssen toch mooi genoeg geweest. Eenigszins kortaf zegt nij: „Hoor eens hier lieve mensch, nu begint me dat gezeur vreeselük te vervelen. Vanavond ga Ik er voor het laatst op uit en zal de dienstbode meteen aannemen, zonder dat we er nog verder over spreken.” Eenlge tranen bij mevrouw, dan een boos ge zicht. „Doe maar geen moeite meer. Al vier keer heb je een dienstbode in mijn huis <als me vrouw boos wordt, spreekt ze van m ij n huls) gehaald en het was geen enkelen keer goed. Ik zal nu zelf er op uit trekken. <.En zoo kwam het, dat mevrouw Franssen den volgenden avond zelf op haar „ondergeschikte" met verschillende kunstwerken, gouden altaarretabel en een, nog Kon. bibliotheek te 's-Gravenhage tend, kostbaar Evangeliarium. De Innige band tusschen Egmond en het Hollandsche gravenhuis Is bUjven bestaan. BU voorkeur kozen de leden van dat ge slacht daar hun laatste rustplaats. In 1903 werd nog een dergeHjk graf met de over- blUfselen van gr; if Floris I en van diens gemalin en kind teruggevonden. De kans op verdere vondsten op het abdUterreln is thans, helaas wel uitgesloten. Door afgra vingen is het maalvela twee en een halven meter verlaagd, de fundamenten zUn radl-v caal opgeruimd. De wagen reed door de bekende dreven. Nancy hoorde in de verte al het rulschen van de zee. De heggen waren bedekt met bloemen, de vogels tjilpten in de boomen. de lammetjes sprongen rond In de wel. Eindelijk was ze te rug In haar land! Aan den anderen kant der heuvels lag tTrevanion Court. Ze vergat bijna Mary's bestaan, ze vergat alles behalve de ge dachte, dat ae „thuis” was, en haar hart bonsde. Eh.... eb.... maar dat is werkelijk prachtig, stamelde Mary Judson eindelijk. De auto stopte voor een klein granletstee- nen landhuisje: In de verte waren de ruwe rotskust en de wijde zee zichtbaar. Zelfs voor Nancy, die dit honderden keeren gezien had, scheen het een openbaring. Is het niet prachtig? Blackpool is er niets bU, gaf Mary toe. •lem, waar zU konden voortzet ten. Door het verbod om nieuwe novicen aan te nemen, Is dit convent langzaam uitgestorven. Met de komst der monniken te Egmond was de stichting der abdU een feit gewor den. Vanwaar deze Benedicüjnen afkom stlg zijn, is nleV met zekerheid te zeggen; waarschUnlUk uit het St. Pieterklooster te Gent, waarmee Dirk n relaties onderhield. Met vorsteUjke mildheid heeft Dirk 11 families”. En al was Squire Trevanion een eenvoudige farmer geweest ep zonder een cent gestorven, zoodat het oude huis verkocht moest worden om zijn schulden te betalen, hi) was en bleef een Trevanion, terwijl Jack Beel, die het huls gekocht had. zonder eenlge on derscheiding werd behandeld en altijd Jack Beel gebleven was. Geld of geen geld, een Tre vanion was een Trevanion en een Jack Beel, al bezat hij mlliloenen, bleef Jack Beet Mary Judson begreep niet, waarom de vrouw Nancy met zooveel onderscheiding behandel de. In Leeds was er maar één begrip: geld ma ken. Hier gold een andere maatstaf. Daarom kwam het, dat Mary zich een beetje veronge lijkt voelde. Is Mrs. Uren geen schat? vroeg Nancy zoodra ze alleen waren. Als je de koningin van Engeland was, zou ze je niet met meer onderscheiding behande len. zei Mary. —Wat bedoel je? Wel te maakt mij te veel buigingen en complimenten. Daar houd Ik niet van. Ze is een schat, hield Nancy vol. Ze diende bU ons, toen Ik nog een baby was en daarom houdt ze zooveel van me. Je zou denken dat je van ander vleesch en bloed gemaakt was, als je héér hoorde praten. Maar ik ben blij dat je Je gelukkig voelt en het zal me hier best bevallen, dat voel ik nu al. Direct na het eenvoudige eten ging Mary naar bed, maar Nancy voelde, dat ze geen oog zou kunnen dichtdoen in weerwil van de lange

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 10