DE HERBOUW VAN EGMOND Prikkeldraad Het eerste gevolg DINSDAG 9 MEI Zijn oudste geschiedenis Zaandam in angst Politiek uit den aether HET CONFLICT BIJ DE K. L M. Een verklaring der directie De politieke toestand „ANNO SANCTO” ANONIEME BRIEVEN Mededeeling van exporteur* Machinisten-examen Stuurlieden-examen NATIONALE BEDEVAART NAAR LOURDES UITVOER NAAR DUITSCH- LAND De plaag te Winterswijk opgehouden? Hulp voor de zieken gevraagd Extra en goedkoope treinen ERNSTIG VLIEGONGELUK IN JOHANNlStlIAL i? Wering van bepaalde gedachten tuf- 1 J. J. HENNEMAN ge- Nog et eed s fractie-vergaderingen haar Het een wijst I jaar voor ▼ast te 's GRAVENHAGE. len stuurman J. J. Groot - veld, D O. Spuuman, H. D. de Jager en K. Sperling. hij con- *s GRAVENHAGE. Dipl. A de heeren T. J. W. H. Ka ijzer te Utrecht, H Maarse te Am sterdam en Ch C. Grevenitz te Rotterdam. By K. B. van 22 April 1933 (Staatsblad 223) zijn thans de regelen vastgesteld, welke gelden ten aanzien van de z.g. „politieke" radio-ultaen- dingen. Deze regelen zijn opgenomen in een wijziging van het Radio-reglement 1930. Bepaald is. dat de uitzendingen niet mogen inhouden een rechtstreeksche dan wel een zij- dellngsche of bedekte ondermijning van gods dienst. zedelijkheid, gezag en volkskracht, noch kennelijk bestemd mogen zijn voor het buiten land, indien bekend is. dat zij in een bevrlenden staat niet zijn toegelaten. Mededaellngen van polltleken aard mogen bovendien niet anders Inhouden dan een stellige uiteenzetting of toe lichting van politieke beginselen. In bepaalde gevallen en omstandigheden kan door den Minister van Waterstaat worden toe gestaan dat mededeelingen van politieken aard welke niet aan deze elschen voldoen, worden uitgezonden. t Het Comité tot samenstelling van Nederland- sche Bedevaarten (Nationale Bedevaart) heeft besloten in het „Jubeljaar” 1933, waarin te Lourdes plechtig herdacht wordt dat vóór 75 jaar Onze Lieve Vrouw aan "de gelukzalige Ber nadette verscheen, de veertigste Nationale Ne derlandsche bedevaart te doen plaats hebben van 25 Juli tot en met 3 Augustus. De H.W. Excellenties Mgr. Jansen, Aartsbis schop van Utrecht, en Mgr. Diepen. Bisschop van Den Bosch, zullen dit Jaar onze bedevaart vergezellen. Het plan is, om evenals vorige jaren een 300- tal zieken de reis naar het genadeoord van Onze Lieve Vrouw te laten meemaken. Tijdens de heen- en terugreis is de verzor ging van deze zieken toevertrouwd aan de leden van de Broederschap der Ziekenverpleging van Onze Lieve Vrouw van Lourdes van de Natio nale Nederlandsche Bedevaart en de zich daar voor aanmeldende gediplomeerde verpleegsters. Voor den tijd van het verblijf te Lourdes wordt echter dringend hulp gevraagd aan da mes en heeren van eiken leeftijd, die zich hier toe uit den geest van naastenliefde en ter eere van de Moeder Maagd bereidwillig beschikbaar stellen. Het deelnemen aan dc verpleging der zieken is een offer van tijd en kracht, waar door men persoonlijk zijn bedevaart bijzonder vruchtbaar kan maken en zijn lijdende mede- menschen de bezwaren van de bedevaart helpt verlichten. Er is véél hulp noodlg. Niemand meene dus. dat zijn medewerking overbodig zal zijn. Gedi plomeerde verpleegsters zijn bijzonder welkom, even welkom ook zij die zich nimmer aan zie kenverpleging wadden Met wenschen omtrent lichtere of zwaardere werkzaamheden wordt rekening gehouden. Bovengenoemde ziekenverpleging is uitslui tend liefdewerk, er wordt dan ook noch aan in- flrmières, noch aan brancardiers reductie ge geven op reis- en verblijfkosten. Wie bereid is tot medewerking geven zich zoo spoedig mogelijk op. liefst vóór 15 Met. doch uiterlijk vóór 1 Juni. De gediplomeerde verpleegsters bij de secre taresse mej. A. Tilman, Vuchterdijk nr. 24. s Hertogenbosch. De infimiéres bij mej. A. Loeft, Hlnthamer- straat nr. 141, 's Hertogenbosch. De brancardiers bij den heer v. d. Camp. Lindeplein nr. 17. Heerlen, waarna verdere in lichtingen worden verstrekt. Moge het aantal Nederlandsche Katholieken, dat in dit jubeljaar met de Nationale Bede vaart naar Lourdes gaat om aan Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen dank te brengen voor de vele gunsten welke Zij in de verloopen 75 Jaren aan de menschheid mocht geven, het getal der vorige jaren verre overtreffen. •W—e door de krisis afgedwongen loonsver- 1 1 aging heeft velen sociaal-democratlschen autoriteiten heel wat zorg berokkend en haar tot de zotste sprongen gedresseerd. Degenen onder de roode regeerders, die ka rakter en overtuigingsdurf genoeg bezaten om manmoedig de consequenties van de- krisis en van hun verantwoordelijkheid te aanvaarden, hadden in de partij een allesbehalve prettig 'leven: hun karakter en hun durf kwamen hun veelal te staan op verdachtmaking en verguizing, zoo niet op ontzetting uit hun functie in over heidslichaam of partij. Tegen iedere loonsverlaging stemmen! zoo luidde het parool; tegen iedere loonsverla ging! al moest je den ondersten steen bóven noemen! Vanwaar dit hevig verzet tegen iedere loons verlaging? Vonden de heeren, dat t met de krisis soon vaart niet liep en dat de arbeiders zich nog geen loonsverlaging behoefden te laten welgevallen? Handelden zij uit liefde tot den arbeider? Of....? Een heel versch gevalletje te Zaandam ver spreidt daarover een onbescheiden-helder licht: zooals men onder de nieuwsberichten heeft kunnen ervaren, is er in Georganiseerd Overleg te Zaandam eenige onverkwikkelijkheid ontstaan naar aanleiding van het nü pas aan het licht gekomen feit, dat B en W. van Zaandam, in verband met een per 5 Maart U. Van de regee ring ontvangen bevel tot sluitendmaken der begroeting reeds geruimen tijd geleden unaniem besloten, een korting van 3 pCt, op alle salaris sen en loonen en lijdelijke inhouding van den vacantietoeslag aan de orde te stellen, met te- ruga^rkende kracht tot 1 Januari 1933. (Dit zou een bezuiniging beteekenen van onderschei denlijk 30.000 en 15.000) en dat de heeren met de bekendmaking van deze sinistere plan nen stiekumpjes gewacht hebben tot.... na de verkiezingen Zonder den Raad in deze aangelegenheid te kennen, hebben zij de zaak nu enkele dagen geleden eerst plotseling In Georganiseerd Overleg aanhangig gemaakt, waarbij bleek, dat alleen de sociaal-demokratische raadsleden van het geval op de hoogte waren; de mode heeren te Zaandam hebben dus onder één hoedje ge speeld om voor den kiezer te verbergen, dat B. en W. den arbeider met loonsverlaging en nog meer onprettigs belaagden!-! Zaandam In angst! -.4' In angst voor den kiezer! Zouden sommige kiezers zich daar nu niet beetje bedrogen voelen? De voorzitter van den S. D. A. P. te Zaandam heeft voor zijn baantje bedankt. Wjj kunnen daar in komen,... In het gebouw der Tweede Kamer vergaderden gisterenmiddag de Liberale en C.H. Tweede Kamerfracties, ter bespreking van het steunen, voorgelegde ontwerp regeerlngsprogram. De R. K. fractie, die naar wij vernemen, reeds Zaterdagochtend en -middag langdurig heeft beraadslaagd, zette haar vergadering voort. De A. R. en V. D.-fracties zijn eenige dagen geleden bijeengekomen, om haar standpunt te bepalen. Het is nu duidelijk, dat de dezer dagen ont vangen kaarten in gewoon schuin schrift ver band houden met het ingezonden stuk in de Amersfoortsche en Winterswyksche Courant van dr. Hesselink. waarin deze zijn bevreem ding had uit gedrukt, waarom anonymus uit sluitend in blok- en niet In het vroegere ge wone schrift had geschreven. Er zijn namelijk door ds. Roobal nog weer enkele kaarten ont vangen. waarop de bijvoeging: „En heb je nu je zin. dr Hesselink?” Ook nu. Voorin* moet nog eenige levenatee- kenen van anonymus ontvangen hebben, om. ook een kaart, waarop de medeoeeluig, dat die de laatste zou zijn. Mocht anonymus zich daaraan houden, dan zou de bevolking gelukkig verlost zjjn van een plaag, die twee Jaren Winterswijk en Amersfoort verontrust heeft. Een stroom van kaarten met allerlei onzm is aan de adressen* die in den telefoongids ver meld staan, in die jaren uitgestort, zoodat anonymus er een kapitaaltje aan ten koste gelegd moet hebben. Ds. R. heeft de gevangenis verlaten en is bij zijn thuiskomst met bloemen en vele vriend schapsbetuigingen verwelkomd. Na zijn voor- loopige schorsing wordt dezer dagen In de pro vinciale synode zijn zaak kerkelijk verder be handeld. Op grond van de tijdens de gevangenschap van ds. K. ontvangen kaarten, zal naar de ,,N. R. Crt.” weet, revisie van het rechterlijk von- nis worden gevraagd. In eep uitvoerig communiqué heeft de direc tie der K. L. M heden geantwoord op den brief van de Nederlandsche Vereeniging van Verkeersvliegers, betreffend^ het collectief ont slag der piloten, waarin allereerst uiteengezet wordt dat de vereeniging van Vllegtulgbestuur- ders niet den reglementalren weg bewandeld heeft, voorgeschreven in het reglement betref fende de dienstvoorwaarden. Wat de eischen der piloten betreft merkt de directie het vol gende op: De vliegtuigbestuurders zijn van oordeel, dat het eenlg juiste betalingssysteem is een salaris zonder vliegpremie. De directie gaf kennen, dat men uiteindelijk tot een vast sala ris zal komen, doch dat zij den tijd daartoe nog niet rijp acht. Zij heeft de Vereeniging reeds eerder verzocht een voorstel ter zake te ontwer pen. dat dan door de directie bestudeerd zal worden. Hoewel de vereeniging destijds toezeg de aan dit verzoek gevolg te geven, is zulks tot heden nog niet geschied. De daggelden voor verblijf te Bandoeng wenschte men voorts op 15.instede van op 12.te zien vastge steld. De vermindering van daggelden te Ban doeng is destijds voor advies bij de Commissie van Advies geweest, die 12.noodlg en billijk vond. Daarbij werd tevens in aanmerking geno men, dat de hoogste regeeringsambtenaren in Ned. Indlé een daggeld van 12.genieten. In 1932 zijn nieuwe vliegtuigbestuurders in dienst genomen op lagere voorwaarden dan het regle ment vliegtuigbestuurders aangeeft. - megen. Arnhem, Hilversum, Amsterdam. Bedoelde bestuurders waren met hun aanstel- llngsvoorwaarden volkomen tevreden, terwijl die voorwaarden vanzelfsprekend der reeds in dienst zijnde bestuurders niet raakten. Men. wenscht ook de verplichte deelneming in het spaarfonds te doen vervallen, aangezien men dit voor alle deelnemers zeer ongewenscht acht. Hiertegenover merkt de directie op. dat verplicht moet gespaard worden, de helft van de vliegpremie, waarop de K.L.M. een behoor lijke rente vergoedt. Deze verplichting bedoelt natuurlijk een bescherming te zijn voor de pi loten zelve. Afschaffing daarvan acht de direc tie dus niet in hun belang, vooral niet voor de jongere piloten. Men verlangt 100 pet. meer vlleggeU voor nachtvluchten. Het reglement voorziet in een verhooglng van de vliegpremie voor nachtvluchten van 33 1/3 pCt waarmede de piloten zich blijkens de door hen geteekende arbeidsovereenkomst destijds vereenlgd hebben. De directie acht zoowel dit percentage als de wijze van berekening der werkelijk 's nachts gevlogen uren ook thans nog billijk. De elschen van de vereeniging. die bovendien geweigerd heeft den reglementalren weg te volgen om de wenschen der piloten aan het oordeel der commissie van advies te onder werpen en de houding van den Raad van Be stuur en van de directie der K. L. M. daarte genover blijken voldoende redenen te zijn voor de vliegtuigbestuurders om de verantwoorde lijkheid op zich te nemen van de gevolgen van een collectief ontslag. zoek ingesteld; het resultaat dezer ringen zullen wij trachten hier kort weer te geven. De oude opvatting, dat de oorsprong van het Hollandsche graafschap gelegen zou z(jn in de schenking der «gmondsche kerk in 922 door Karei den Eenvoudigen aan Dirk I gedaan is wel niet meer vol te houden. Immers reeds in 389 schonk koning Ar nulf aan een zekeren graaf Gerulf een ge bied, dat ongeveer het tegenwoordige Kennemerland omvat. Ook een later ais oud-grafelijk erkend recht, nl. het vlssche- rij recht tusschen Haarlem en Leiden was reeds in het bezit van Gerulf. Diens zoon, Dirk I. heeft goed en waardigheid van zijn vader geërfd. Voor het eerst wordt over Egmond ge sproken in een oorkonde van 922. De Eg mondsche kerk werd toen belangrijk noeg geacht, om bij cfficieele en afzonder lijke schenkingsacte te worden vergeven Karei de Eenvoudige begiftigde door dit document graaf Dirk I met de „ecclesiam Ekmunde cum omnltus ad earn jure per- tinentibus” etc.; de kerk van Egmond met al hetgeen rechtens daartoe behoort.” Men heeft gemeend in deze kerk reeds de abdjj te mogen zien; doch daar staat tegenover, dat alle oude Egmondsche handschriften Dirk I pas als stichter van het klooster aanwijzen, terwijl ook het woord „ecclesia” in Middeleéuwsch Latijn op de eerste plaats kerk en niet klooster beteekent. Is er dan misschien te Egmond een an dere belangrijke kerk aan te wijzen, wel ke als object van deze schenking heeft kunnen gelden? Over een veel oudere kerk, die in 740, onmiddellijk na den dood van St. Adelbert, te Egmond gesticht zou zijn, wordt reeds gesproken in de otftste „Vita Sancti Adai- berti”. Dit geschrift dient even nader bezien te worden. Deze oudste „Vita” is samengesteld rond 980 op verzoek van uen aartsbisschop van Trier, Egbert, een zoon van onzen Hol- landschen graaf Dirk n. Deze Egbert had in zijn jeugdjaren dc bevrijding van he vige koortsaanvallen aan de voorspraak van St. Adelbert te danken gehad. Aan de monniken van de abdij Mettlach bij Trier gaf Egbert opdracht, om dit ge schrift samen te stellen. Een hunner, de monnik Ruopertus (Rupert) ging zelf naar Egmond, om daar inlichtingen te verzame len. Het resultaat van zijn onderzoekingen is de bovengenoemde „Vita S. Adalbert!” In dit werk zijn twee deelen te onderschei den. Het eerste deel omvat het leven van St. Adelbert tot en met diens begrafenis. Hierin vinden wij slechts weinig feiten ver meld. Dit pleit voor dc waarheidsliefde van den schrijver. Te Egmond kon hij het was Immers reeds ruim twee eeuwen na den dood van den heilige niet veei bijzonderheden over diens leven en daden meer vernemen. Hij' vulde het ontbrekende niet uit zijn fanta sie aan, maar beperkte zich tot algemeen heden en enkele treffende gebeurtenissen, waarvan de herinnering nog niet vervaagd was. bijv, de eerbiedige zorg aan het. graf van St. Adelbert bewezen. Het tweede deel behandelt de feiten, wel ke slechts kort geleden hadden plaats ge had, zooals de verheffing van St. Adelberts relieken, de stichting der abdij en wonderen welke in dien tijd geschied waren. Van de ze feiten waren er verschillende aan aarts bisschop Egbert goed bekend, omdat diens grootvader en vader Dirk I en Dirk II daar bij betrokken waren. Persoonlijk kon dus het verhaal dier gebeurtenissen troleeren. De betrouwbaarheid van dit tweede deel Is door de latere geschiedkundigen dan ook algemeen aanvaard; tegenover het eerste deel was hun houding meer gereserveerd. Zoo is het verklaarbaar, dat er weinig waarde werd gehecht aan een bericht, voorkomend op het einde van bet eerste deel, waar Ruopertus over de tljdgenooten van 8t. Adelbert vermeldt: „Boven zijn graf bouwden zij een kerk, zoo goed en zoo kwaad als zij, die nog onbedreven waren in zulke zaken, dat konden. Maar door de invallen der Noormannen werd de kerk herhaaldelijk verwoest, terwijl de omstreken nog meer hadden te lijden.” Een „herhaaldelijke” verwoesting ®r op, dat men na den aftocht der roovers- benden telkens weer getracht heeft de kerk te herstellen. Mogen wij Het Handelsblad beleefd her inneren aan het» artikel „De Legkaart”, opgenomen in zijn avondblad van 2 Mei? Daarin wordt gepolemiseerd tegen de mogelijkheid van een coalitie-kabinet, zon der de liberalen, maar waarbij toch op hun steun gerekend wordt. Daarvan wordt dan letterlijk gezegd: „Zulk een regeering zou, op prlncipl- eele gronden, door de liberalen bij dc eerste de beste gelegenheid ten val moe ten worden gebracht, terwllle van de politieke moraliteit. Een regeering. die niet op loyale wijze is samengesteld, kan geen loyale oppositie eischen.” Precies wat wjj geciteerd hebben: „geen loyale oppositie”. Blijkbaar was Het Handelsblad dit ver geten Hoe dit zij, wij zijn benieuwd, wat het resultaat van deze onderhandelingen zal zijn. Veel goeds verwachten wij er, na dit begin, niet *van. Naar onze meenlng zou de positie van den kablnets-fortnateur het sterkst zijn geweest, als hij aanstonds en rechtstreeks had aangestuurd op het kabinet, dat hij wilde, en met reden ook verwachten kon dat hij het zou kunnen, formeeren. Nu wekt hij onnoodlg ontstemming en wantrouwen, terwijl hij juist noodlg heeft medewerking con amore, en volledig ver trouwen. JL Met de Nederlandsche Spoorwegen wórden onderhandelingen gevoerd over het inlasschen van extra-treinen op 18 Juni, den dag, waarop het Heilig Jaar te Amsterdam gevierd zal wor den door het Sacramentsspel „Anno Sancto” wy kunnen mededeelen, dat het in de bedoeling ligt om alvast op de volgende routen extra- treinen in te lasschen: 1. Maastricht, Sittard. Roermond, Venlo, Nij- 2. Weert, Eindhoven, Boxtel, Den Bosch, Gel- dermalsen. Utrecht, Amsterdam 3. Middelburg, Goes, Bergen op Zoom, Breda, Den Haag, Lei den. Haarlem, Amsterdam. 4. Groningen, Assen. Meppel, Zwolle, Apel doorn. Hilversum, Amsterdam. Tevens zal zorg worden gedragen, dat uit andere plaatsen goede aansluiting bestaat aan de bovengenoemde routen. WU wijzen erop, dat het voor alle bezoekers van het Sacramentsspel mogeluk zal zijn om na afloop van het Sacramentsspel nog hun woonplaats te bereiken. Verder zal voor deze extra-treineh het goed koope extra-treintarief gelden, zoodat dus het bezoeken van het Sacramentsspel voor personen buiten Amsterdam zoo weinig mogelijk kosten behoeft mede te brengen. Personen, die buiten Amsterdam wonen, wordt in hun eigen belang dringend aangeraden om zich ten spoedigste van toegangskaarten te voorzien: anders loopen ze kans, dat zij niet precies die plaatsen of hun kaarten niet op die wijze krijgen toegewezen als zij zelf wel wen schen Het centraal kaartverkoopbureau is ge vestigd by den heer H. B. J. van Bossum, Tol straat 114 Amsterdam. Het tydlg nemen van toegangskaar ten is ook dringend gewenscht met het oog op de definitieve beslissing omtrent het al of niet inlasschen van extra-treinen op sommige routen. Op het vliegveld te Johannisthal stortte Dr. Abraham met zijn vliegtuig naar bene den. De ongelukkige werd onmiddellijk ge dood. Het vliegtuig werd geheel versplinterd In verband met het in werking treden van het met Duitschland gesloten verdrag, zullen met ingang van 10 dezer o.a. voor den uitvoer naar Duitschland van zout, superfosfaat en kunstboom regelingen worden getroffen op grond der crisis-ultvoerwet. De desbetreffende ministerieele beschikkin gen zullen eerstdaags worden afgekondigd. In verband met de richtige uitvoering dezer maatregelen en mede ten einde stagnatie te voorkomen, wdrden exporteurs der boven genoemde artikelen naar Duitschland ver zocht zich ten spoedigste te wenden tot het Crisis In- en Uitvoerbureau, Laan van Meer- dervoort 84. 's-Gravenhage. waarbij voor de artikelen zout en kunstboom dient te worden opgegeven hetgeen door hen gedurende het 1932 van die artikelen is geïmporteerd; superfosfaat dienen deze gegevens ook voor het jaar 1930 te worden verstrekt. Tevens zal moeten worden opgegeven, hetgeen van 1 Januari 1933 af tot 10 Mei door hen is uit gevoerd. Exporteurs, die zich niet vóór 15 Mei as. hebben aangemeld, kunnen voor uitvoer- certiflcaten niet meer In aanmerking komen. y-w e ietwat verrassende, doch blijkbaar I J officleele, mededeeling, dat dr. Colijn aan vijf Kamerfracties zijn ontwerp Regeerlngsprogram heeft toegezonden, met de vraag, of zij bereid zijn een kabinet, op dezen grondslag optredende, te heeft in Vaderland en Handelsblad tot zeer verschillende beschouwingen aanleiding gegeven. Het Vaderland is verheugd, en consta teert, dat de kabinetsformateur voorloopig de goede richting uitgaat. Natuurlijk wordt dan na deze uiting van kwalijk verholen blijdschap, nog eens verklaard, dat de liberalen er heusch niet op gebrand zijn in het komende ministerie te treden. En dan wordt, in angstige vrees, dat de Kath. Ka merfractie nog wel eens een spaak in dit wiel zou kunnen steken, het niet ónmoge lijk geacht, „dat b.v. de R.K. Staatspartij, ook waneer zij het program zou kunnen onderschrijven, uit zwakheid tegenover haar radicalen vleugel en uit vrees voor de dema gogie der buiten de regeering gehouden S.D.AP., onzakelijke bedenkingen zou op peren tegen een liberaal bondgenootschap. Die partij zou ook, om dezelfde redenen, kunnen aandringen op de inlijving liï het program van bepaalde punten, met het eenige doel, een hinderpaal op te werpen tegen het meegaan van de liberalen.” En het blad hoopt dan, dat dr. Colijn zich opnieuw den sterken man zal betoonen. WU signaleeren dit, omdat er zoo duide lijk' uit blijkt, hoe zwak in werkelijkheid een dergelijk „nationaal kabinet”, steunend op wat de sociaal-democraten plegen te noemen een „burgerlijk blok” zou zijn. Er is gemis aan homogeniteit, erger nog het blijkt overduidelijk er is gemis aan onderling vertrouwen, tusschen de aldus tot samenwerking geforceerde groepen. Wij begrijpen niet, dat een man met zoo helder inzicht als dr. Colijn dit blijkbaar niet Inziet. Of was dit aanbod slechts een gebaar, en verwacht de formateur, dat de R.K. Kamer fractie, zonder wier 28 leden hij onmogelijk een meerderheid of zelfs maar een drage lijke minderheid kan vormen, evenals on getwijfeld de Vrijzinnig-democratische fractie, voor de eer zal bedanken, en dat hij dan. op grond daarvan, van het vormen van dit ..nationaal” kabinet kan afzien? Als hij dit verwacht heeft, ware deze bij voorbaat tot mislukking gedoemde poging zeker beter achterwege gebleven. Een eenigszins ander geluid laat Handelsblad hooren. Het acht de positie niet helder. Is het alleen de bedoeling steun te vra gen. of ook mede-verantwoordelijkheid? Bovendien maakt dit blad de zeer juiste opmerking, dat het, vooral bij een zeer vaag program, meer aankomt op de samen stelling van het kabinet, dat het moet uit voeren. dan op den inhoud ervan. Worden de Liberalen alleen om steun, niet om mede-verantwoordelijkheid, dus tot zittingneming in het kabinet, gevraagd, dan is dit onvoldoende, en zal de Vrijhelds- bondsche Kamerfractie tot de „loyale op positie” moeten behooren. In dit verband beschuldigt Het Handels blad ons van een onjuistheid, daar wij zou den gezegd hebben, dat het in dat geval met „deloyale oppositie” had gedreigd. Het ontkent dit. Uit de opgravingen door Dr. J. H. Hoi- werda in 1920 en 1924 te Egmond verricht, bljjkt de waarheid van deze berichten. Op den z.g. Adelbertsakker ongeveer een Kilometer westelijk van het abdijterrein gelegen vond hij de sporen terug der tuf- steenfundeering van-een vrij groote, in drie schepen verdeelde kerk, welke naar het Oosten met een absts was afgesloten. Het ligt voor de hand, dat de geloovigen bij het bouwen van een kerk boven het ge beente van een heilige de eereplaats, dat is onder het altaar of In de onmlddellljke omgeving daarvan, aan het graf hebben gegeven. Nu bevindt zich de nog bestaande St. Adelbertsput, als bron bij de verhef fing der relieken uit het graf van den hei lige ontstaan, in het hart van de absls, daar dus, waar vroeger het altaar gestaan heeft. Het materiaal en de geringe diepte der fundeering hebben slechts een lichten hou ten bovenbouw toegeiaten. Een dergelijke kerk, dikwijls door de Noormannen ver woest, kon dan ook telkens weer vrij ge makkelijk herbouwd worden. Zoo heeft de bodem de bevestiging be waard van hetgeen Ruopertus en na hem ook de kronieken hadden overgeleverd. Door de goede zorgen van het comité wor den thans door natuursteenmuurtjes, vol gens de lijnen der fundeering op den ak ker opgemétseld, de omtrekken van deze oude 8t. Adelbertskerk nauwkeurig aange geven. Er is echter nog meer. De eigenaardige rechthoekige vorm van den akker was aan leiding, om ook de begrenzing ervan na der te onderzoeken. Het bleek nu, dat hier een wal gelegen had van hetzelfde steenmateriaal als de kerkfundeering. Een breede gracht had blijkbaar vroegó^ dezen wal omsloten. Er zijn geen sporen gevonden van andere gebouwen, behalve de kerk, binnen deze omwalling. Wij heb ben dus hier te doen met een oud-Franki- sche castrumkerk, dat is een omwalde kerk of kerkfort. De aanleg en afmetingen van het terrein stemmen hierme overeen. Wanneer het oude St. Adelbertsheiligdom de gedaante van een kerkfort gekregen heeft is niet nauwkeurig uit te maken. Ge vonden scherven wijzen op een periode lang vóór onzen graventijd. Dergelijke kerkforten bestonden ook te Utrecht en te Tiel en werden als belang rijke bezittingen beschouwd. Egmond, aan de Noordpunt van Kenne merland en in de nabijheid der vijandelijke West-Friezen gelegen, was als strategisch punt van het grootste gewicht voor den Hollandschen graaf. Het bezit van deze Egmondsche kerk bood een aanmerkelijke versterking aan de positie van Dirk I, en was volkomen waard om in een afzonderlij ke en plechtige oorkonde in 922 aan hem te worden overgedragen. Een dusdanige schenking past geheel in het kader van dien tijd, waarin ernstige pogingen werden aangewend om de ver woestingen, door de Noormannen aange richt, te herstellen. In 920 begint het herstel te Utrecht. Bisschop Balderik, vroeger voor de over weldigers gevlucht, keert dan naar zijn ver woeste zetelstad terug en begint met den herbouw. In denzelfden tijd wordt het herstel in het Noorden en heit bezit van het kerkfort toevertrouwd aan den machthebber daar, onzen graaf Dirk I. Hoelang het kerkfort, als zoodanig, na de schenking nog bestaan heeft is onbekend^ Ruopertus spreekt na de wonderbare gene zing van Egbert, den zoon van Dirk II, nog over een miralel, waarbij de plaatselijke bevelhebber „wiens verblijf niet ver van het klooster was gelegen” betrokken was. Sinds 1160 is er zeker een andere vesting te Eg- mond nl het kasteel te Egmond op den Hoef. Het kerkfort was toen overbodig. La ter, waarschijnlijk in de 15de eeuw, heeft men op den akker en binnen de fundeering der oude kerk een klein, van steen ge bouwd kapelletje opgericht. De sporen hier van werden ook door Dr. Holwerda terug gevonden. Deze kapel is wel in 1573 tegelijk met de abdij verwoest. In 1662 waren de puinen iy>g te zien. Wat nu de verheffing der relieken van SL Adelbert en de stichting van het vrou wenklooster betreft: Ruopertus plaatst bei de gebeurtenissen onder de regeering van Dirk L Alle kroniekschrijvers namen dit over. Het juiste jaar is onbekend, doch de opgraving der relieken is zeker na de schenking van 922 geschied, want Ruoper tus vermeldt uitdrukkelijk, dat Dirk I toen reeds eigenaar van die plaats was. Moeilijk is uit te maken wat eerder ge beurd is: de stichtin^van het houten vrou wenklooster of de opgraving der relieken. Huopertus drukt zich op dit punt niet dui delijk uit. Van de latere schrijvers stelt alleen Joannes a Leydis (15e eeuw) den kloosterbouw vóór de verheffing der relie ken. Deze Joannes maakte bij de samen stelling van zijn „Chronicon Egmundanum” gebruik van de Egmondsche archieven. Het verder verloop der feitin Is voor ons dui delijker, wanneer wij zijn meening volgen Driemaal verscheen 8t. Adelbert aan een kloostervrouw, Wllfsit genaamd en gelastte dat zijn relieken moesten verheven worden. Zij bracht dit bevel aan graaf Dirk I over Zoo men dit feit stelt vóór de stichting van het Egmondsche vrouwenklooster, zal het zeer bezwaarlijk zijn, om een woonplaats voor deze religieuze aan te wijzen. Het meest nabijgelegen vrouwenklooster in dien tijd bevond zich te Susteren, dat tot het bisdom Luik behoorde. Bij het opgraven van het gebeente ont sprong de nog bestaande bron. De onbedor ven lijkwade van St. Adelbert werd in het kerkfort achtergelaten, het gebeente over gebracht naar een houten kerk, welke Dirk I te Hallem liet bouwen Hallem is dat deel vnn Egmond, waar ook het houten vrou wenklooster en later de mannenabdij ge staan hebben. Waarom is juist deze plaats voor kerk en e abdij van Monte-Cassino, het stam- 1 klooster der Benedictijner Orde, voert in haar wapen een afgekapten boom, waaruit nieuwe loten omhoog schieten. De wapenspreuk luidt: .JBuccis- sa vlresclt: omgehouwen herleeft zij." In deze woorden ligt de geschiedenis der geheele Benedictijner orde, die na tijden van inzinking en vei volging telkens weer tot hernieuwden bloei mocht geraken- Ook op de abdij van Egmond zijn deze woorden van toepassing. Zes eeuwen lang was deze stichting Tiet grootste en meest invloedrijke mannenklooster In Holland geweest, toen in 1573 de troepen van Sonoy de abdij in brand staken en zoo op ge welddadige wijze aan het monastieke leven in Kennemerland een einde werd gemaakt. Nu, 360 Jaar lateï, gaat de lang gekoes terde wensch In vervulling: Holland krijgt zijn monniken terug; het hernieuwde Eg mondsche klooster zal als centrum van ge bedsleven stellig in hooge mate bijdragen tot de bevruchting van het werk der ziel zorgers. Bij dit herstel rijst vanzelf de vraag: wat weten wij van de oudste geschiedenis van Egmond In verband met de vereerlng van St. Adelbert en met het graafschap Holland? Naar dit deel onzer Vaderlandsche ge schiedenis is in de laatste decennia van verschillende zijden een hernieuwd onder - naspo- In het klooster bestemd? Met zekerheid is op die vraag nog geen antwoord te geven. Na zijn opgravingen in 1920 op het abdijterrein gedaan, concludeerde Dr. Holwerda, dat de bevolking van Egmond van oudsher hier woonde; daar kan dan ook het centrum van St. Adelbert’s arbeidsterrein geweest zijn. In alle geval was deze plaats beter ge- ter geschikt voor den bouw van een vrou wenklooster. dan de onmlddellljke omgeving van een kerkfort met zijn bezetting. Dit klooster heeft geen langdurig bestaan gehad, Ruopertus meldt: „Wegens de ge varen, waaraan zij heihaaldelljk bloot ston den, uit hoofde van ee woestheid der Frie zen, ontbrak haar geheel en al de moge lijkheid om er haar kloosterleven, zooals *t behoort te leiden”. De langdurige strijd, welken de Hollandscne graven, tegen de West-Friezen moesten voeren, is ons be kend. Dirk II besloot dan ook het vrouwen convent te vervangen door een mannen klooster. Volgens een bericht van Joannes a Leydis werden de nonnen overgebracht naar Bennebroek bij Haarlem, waar zij rustig haar kloosterleven konden voortzet ten. Door het verbod om nieuwe novicen aan te nemen, is dit convent langzaam uitgestorven. Met de komst der monniken te Egmond was de stichting der abdij een feit gewor den. Vanwaar deze Benedictijnen afkom stig zijn, is niet met zekerheid te zeggen, waarschijnlijk uit het St. Pieterklooster te Gent, waarmee Dirk II relaties onderhield. Met vorstelijke mildheid heeft Dirk II zijn Egmonder stichting bedacht. De hou ten kerk verving hij door een steenen ba siliek een in dien tijd zeer kostbare on derneming uit eigen middelen schonk hij den monniken voldoende inkomsten voor hun levensonderhoud de kerk verrijkte hij mei verschillende kunstwerken, als een gouden altaarretabel en een, nog in de Kon. bibliotheek te 's-Gravenhage berus tend, kostbaar Evangeliarium. De Innige band tusschen Egmond en het Hollandsche gravenhuis is blijven bestaan. Bij voorkeur kozen de leden van dat ge slacht daar hun laatste rustplaats. In 1903 werd nog een dergelijk graf met de over blijfselen van gr: af Floris I en van diens gemalin en kind teruggevonden. De kans op verdere vondsten op het abdijterrein is thans, helaas wel uitgesloten. Door afgra vingen is het maaivela twee en een halven meter verlaagd, de fundamenten zijn radi caal opgeruimd. Warmond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 5