DE HERBOUW VAN EGMOND
Prikkeldraad
Het eerste gevolg
DINSDAG 9 MEI
Zijn oudste geschiedenis
Zaandam in angst
Politiek uit den aether
HET CONFLICT BIJ DE K. L M.
Een verklaring der directie
De politieke toestand
„ANNO SANCTO”
ANONIEME BRIEVEN
Mededeeling van exporteur*
Machinisten-examen
Stuurlieden-examen
NATIONALE BEDEVAART
NAAR LOURDES
UITVOER NAAR DUITSCH-
LAND
De plaag te Winterswijk
opgehouden?
Hulp voor de zieken gevraagd
Extra en goedkoope treinen
ERNSTIG VLIEGONGELUK IN JOHANNlStlIAL
i?
Wering van bepaalde gedachten
tuf-
1
J. J. HENNEMAN
ge-
Nog et eed s fractie-vergaderingen
haar
Het
een
wijst
I
jaar
voor
▼ast
te
's GRAVENHAGE. len stuurman J. J. Groot -
veld, D O. Spuuman, H. D. de Jager en K.
Sperling.
hij
con-
*s GRAVENHAGE. Dipl. A de heeren T. J.
W. H. Ka ijzer te Utrecht, H Maarse te Am
sterdam en Ch C. Grevenitz te Rotterdam.
By K. B. van 22 April 1933 (Staatsblad 223)
zijn thans de regelen vastgesteld, welke gelden
ten aanzien van de z.g. „politieke" radio-ultaen-
dingen. Deze regelen zijn opgenomen in een
wijziging van het Radio-reglement 1930.
Bepaald is. dat de uitzendingen niet mogen
inhouden een rechtstreeksche dan wel een zij-
dellngsche of bedekte ondermijning van gods
dienst. zedelijkheid, gezag en volkskracht, noch
kennelijk bestemd mogen zijn voor het buiten
land, indien bekend is. dat zij in een bevrlenden
staat niet zijn toegelaten. Mededaellngen van
polltleken aard mogen bovendien niet anders
Inhouden dan een stellige uiteenzetting of toe
lichting van politieke beginselen.
In bepaalde gevallen en omstandigheden kan
door den Minister van Waterstaat worden toe
gestaan dat mededeelingen van politieken aard
welke niet aan deze elschen voldoen, worden
uitgezonden. t
Het Comité tot samenstelling van Nederland-
sche Bedevaarten (Nationale Bedevaart) heeft
besloten in het „Jubeljaar” 1933, waarin te
Lourdes plechtig herdacht wordt dat vóór 75
jaar Onze Lieve Vrouw aan "de gelukzalige Ber
nadette verscheen, de veertigste Nationale Ne
derlandsche bedevaart te doen plaats hebben
van 25 Juli tot en met 3 Augustus.
De H.W. Excellenties Mgr. Jansen, Aartsbis
schop van Utrecht, en Mgr. Diepen. Bisschop
van Den Bosch, zullen dit Jaar onze bedevaart
vergezellen.
Het plan is, om evenals vorige jaren een 300-
tal zieken de reis naar het genadeoord van
Onze Lieve Vrouw te laten meemaken.
Tijdens de heen- en terugreis is de verzor
ging van deze zieken toevertrouwd aan de leden
van de Broederschap der Ziekenverpleging van
Onze Lieve Vrouw van Lourdes van de Natio
nale Nederlandsche Bedevaart en de zich daar
voor aanmeldende gediplomeerde verpleegsters.
Voor den tijd van het verblijf te Lourdes
wordt echter dringend hulp gevraagd aan da
mes en heeren van eiken leeftijd, die zich hier
toe uit den geest van naastenliefde en ter eere
van de Moeder Maagd bereidwillig beschikbaar
stellen. Het deelnemen aan dc verpleging der
zieken is een offer van tijd en kracht, waar
door men persoonlijk zijn bedevaart bijzonder
vruchtbaar kan maken en zijn lijdende mede-
menschen de bezwaren van de bedevaart helpt
verlichten.
Er is véél hulp noodlg. Niemand meene dus.
dat zijn medewerking overbodig zal zijn. Gedi
plomeerde verpleegsters zijn bijzonder welkom,
even welkom ook zij die zich nimmer aan zie
kenverpleging wadden
Met wenschen omtrent lichtere of zwaardere
werkzaamheden wordt rekening gehouden.
Bovengenoemde ziekenverpleging is uitslui
tend liefdewerk, er wordt dan ook noch aan in-
flrmières, noch aan brancardiers reductie ge
geven op reis- en verblijfkosten.
Wie bereid is tot medewerking geven zich
zoo spoedig mogelijk op. liefst vóór 15 Met. doch
uiterlijk vóór 1 Juni.
De gediplomeerde verpleegsters bij de secre
taresse mej. A. Tilman, Vuchterdijk nr. 24.
s Hertogenbosch.
De infimiéres bij mej. A. Loeft, Hlnthamer-
straat nr. 141, 's Hertogenbosch.
De brancardiers bij den heer v. d. Camp.
Lindeplein nr. 17. Heerlen, waarna verdere in
lichtingen worden verstrekt.
Moge het aantal Nederlandsche Katholieken,
dat in dit jubeljaar met de Nationale Bede
vaart naar Lourdes gaat om aan Onze Lieve
Vrouw Onbevlekt Ontvangen dank te brengen
voor de vele gunsten welke Zij in de verloopen
75 Jaren aan de menschheid mocht geven, het
getal der vorige jaren verre overtreffen.
•W—e door de krisis afgedwongen loonsver-
1 1 aging heeft velen sociaal-democratlschen
autoriteiten heel wat zorg berokkend en
haar tot de zotste sprongen gedresseerd.
Degenen onder de roode regeerders, die ka
rakter en overtuigingsdurf genoeg bezaten om
manmoedig de consequenties van de- krisis en
van hun verantwoordelijkheid te aanvaarden,
hadden in de partij een allesbehalve prettig
'leven: hun karakter en hun durf kwamen hun
veelal te staan op verdachtmaking en verguizing,
zoo niet op ontzetting uit hun functie in over
heidslichaam of partij.
Tegen iedere loonsverlaging stemmen! zoo
luidde het parool; tegen iedere loonsverla
ging! al moest je den ondersten steen bóven
noemen!
Vanwaar dit hevig verzet tegen iedere loons
verlaging?
Vonden de heeren, dat t met de krisis soon
vaart niet liep en dat de arbeiders zich nog geen
loonsverlaging behoefden te laten welgevallen?
Handelden zij uit liefde tot den arbeider?
Of....?
Een heel versch gevalletje te Zaandam ver
spreidt daarover een onbescheiden-helder licht:
zooals men onder de nieuwsberichten heeft
kunnen ervaren, is er in Georganiseerd Overleg
te Zaandam eenige onverkwikkelijkheid ontstaan
naar aanleiding van het nü pas aan het licht
gekomen feit, dat B en W. van Zaandam, in
verband met een per 5 Maart U. Van de regee
ring ontvangen bevel tot sluitendmaken der
begroeting reeds geruimen tijd geleden unaniem
besloten, een korting van 3 pCt, op alle salaris
sen en loonen en lijdelijke inhouding van den
vacantietoeslag aan de orde te stellen, met te-
ruga^rkende kracht tot 1 Januari 1933. (Dit
zou een bezuiniging beteekenen van onderschei
denlijk 30.000 en 15.000) en dat de heeren
met de bekendmaking van deze sinistere plan
nen stiekumpjes gewacht hebben tot.... na de
verkiezingen
Zonder den Raad in deze aangelegenheid te
kennen, hebben zij de zaak nu enkele dagen
geleden eerst plotseling In Georganiseerd
Overleg aanhangig gemaakt, waarbij bleek, dat
alleen de sociaal-demokratische raadsleden van
het geval op de hoogte waren; de mode heeren
te Zaandam hebben dus onder één hoedje ge
speeld om voor den kiezer te verbergen, dat B.
en W. den arbeider met loonsverlaging en nog
meer onprettigs belaagden!-!
Zaandam In angst! -.4'
In angst voor den kiezer!
Zouden sommige kiezers zich daar nu niet
beetje bedrogen voelen?
De voorzitter van den S. D. A. P. te Zaandam
heeft voor zijn baantje bedankt.
Wjj kunnen daar in komen,...
In het gebouw der Tweede Kamer vergaderden
gisterenmiddag de Liberale en C.H. Tweede
Kamerfracties, ter bespreking van het
steunen, voorgelegde ontwerp regeerlngsprogram.
De R. K. fractie, die naar wij vernemen, reeds
Zaterdagochtend en -middag langdurig heeft
beraadslaagd, zette haar vergadering voort.
De A. R. en V. D.-fracties zijn eenige dagen
geleden bijeengekomen, om haar standpunt te
bepalen.
Het is nu duidelijk, dat de dezer dagen ont
vangen kaarten in gewoon schuin schrift ver
band houden met het ingezonden stuk in de
Amersfoortsche en Winterswyksche Courant
van dr. Hesselink. waarin deze zijn bevreem
ding had uit gedrukt, waarom anonymus uit
sluitend in blok- en niet In het vroegere ge
wone schrift had geschreven. Er zijn namelijk
door ds. Roobal nog weer enkele kaarten ont
vangen. waarop de bijvoeging: „En heb je nu
je zin. dr Hesselink?”
Ook nu. Voorin* moet nog eenige levenatee-
kenen van anonymus ontvangen hebben, om.
ook een kaart, waarop de medeoeeluig, dat die
de laatste zou zijn. Mocht anonymus zich
daaraan houden, dan zou de bevolking gelukkig
verlost zjjn van een plaag, die twee Jaren
Winterswijk en Amersfoort verontrust heeft.
Een stroom van kaarten met allerlei onzm
is aan de adressen* die in den telefoongids ver
meld staan, in die jaren uitgestort, zoodat
anonymus er een kapitaaltje aan ten koste
gelegd moet hebben.
Ds. R. heeft de gevangenis verlaten en is bij
zijn thuiskomst met bloemen en vele vriend
schapsbetuigingen verwelkomd. Na zijn voor-
loopige schorsing wordt dezer dagen In de pro
vinciale synode zijn zaak kerkelijk verder be
handeld.
Op grond van de tijdens de gevangenschap
van ds. K. ontvangen kaarten, zal naar de ,,N.
R. Crt.” weet, revisie van het rechterlijk von-
nis worden gevraagd.
In eep uitvoerig communiqué heeft de direc
tie der K. L. M heden geantwoord op den
brief van de Nederlandsche Vereeniging van
Verkeersvliegers, betreffend^ het collectief ont
slag der piloten, waarin allereerst uiteengezet
wordt dat de vereeniging van Vllegtulgbestuur-
ders niet den reglementalren weg bewandeld
heeft, voorgeschreven in het reglement betref
fende de dienstvoorwaarden. Wat de eischen
der piloten betreft merkt de directie het vol
gende op:
De vliegtuigbestuurders zijn van oordeel, dat
het eenlg juiste betalingssysteem is een
salaris zonder vliegpremie. De directie gaf
kennen, dat men uiteindelijk tot een vast sala
ris zal komen, doch dat zij den tijd daartoe nog
niet rijp acht. Zij heeft de Vereeniging reeds
eerder verzocht een voorstel ter zake te ontwer
pen. dat dan door de directie bestudeerd zal
worden. Hoewel de vereeniging destijds toezeg
de aan dit verzoek gevolg te geven, is zulks tot
heden nog niet geschied. De daggelden voor
verblijf te Bandoeng wenschte men voorts op
15.instede van op 12.te zien vastge
steld. De vermindering van daggelden te Ban
doeng is destijds voor advies bij de Commissie
van Advies geweest, die 12.noodlg en billijk
vond. Daarbij werd tevens in aanmerking geno
men, dat de hoogste regeeringsambtenaren in
Ned. Indlé een daggeld van 12.genieten. In
1932 zijn nieuwe vliegtuigbestuurders in dienst
genomen op lagere voorwaarden dan het regle
ment vliegtuigbestuurders aangeeft. - megen. Arnhem, Hilversum, Amsterdam.
Bedoelde bestuurders waren met hun aanstel-
llngsvoorwaarden volkomen tevreden, terwijl
die voorwaarden vanzelfsprekend der reeds in
dienst zijnde bestuurders niet raakten.
Men. wenscht ook de verplichte deelneming
in het spaarfonds te doen vervallen, aangezien
men dit voor alle deelnemers zeer ongewenscht
acht. Hiertegenover merkt de directie op. dat
verplicht moet gespaard worden, de helft van
de vliegpremie, waarop de K.L.M. een behoor
lijke rente vergoedt. Deze verplichting bedoelt
natuurlijk een bescherming te zijn voor de pi
loten zelve. Afschaffing daarvan acht de direc
tie dus niet in hun belang, vooral niet voor de
jongere piloten.
Men verlangt 100 pet. meer vlleggeU voor
nachtvluchten.
Het reglement voorziet in een verhooglng van
de vliegpremie voor nachtvluchten van 33 1/3
pCt waarmede de piloten zich blijkens de door
hen geteekende arbeidsovereenkomst destijds
vereenlgd hebben. De directie acht zoowel dit
percentage als de wijze van berekening der
werkelijk 's nachts gevlogen uren ook thans
nog billijk. De elschen van de vereeniging. die
bovendien geweigerd heeft den reglementalren
weg te volgen om de wenschen der piloten aan
het oordeel der commissie van advies te onder
werpen en de houding van den Raad van Be
stuur en van de directie der K. L. M. daarte
genover blijken voldoende redenen te zijn voor
de vliegtuigbestuurders om de verantwoorde
lijkheid op zich te nemen van de gevolgen van
een collectief ontslag.
zoek ingesteld; het resultaat dezer
ringen zullen wij trachten hier
kort weer te geven.
De oude opvatting, dat de oorsprong van
het Hollandsche graafschap gelegen zou
z(jn in de schenking der «gmondsche kerk
in 922 door Karei den Eenvoudigen aan Dirk
I gedaan is wel niet meer vol te houden.
Immers reeds in 389 schonk koning Ar
nulf aan een zekeren graaf Gerulf een ge
bied, dat ongeveer het tegenwoordige
Kennemerland omvat. Ook een later ais
oud-grafelijk erkend recht, nl. het vlssche-
rij recht tusschen Haarlem en Leiden was
reeds in het bezit van Gerulf. Diens zoon,
Dirk I. heeft goed en waardigheid van zijn
vader geërfd.
Voor het eerst wordt over Egmond ge
sproken in een oorkonde van 922. De Eg
mondsche kerk werd toen belangrijk
noeg geacht, om bij cfficieele en afzonder
lijke schenkingsacte te worden vergeven
Karei de Eenvoudige begiftigde door dit
document graaf Dirk I met de „ecclesiam
Ekmunde cum omnltus ad earn jure per-
tinentibus” etc.; de kerk van Egmond met
al hetgeen rechtens daartoe behoort.”
Men heeft gemeend in deze kerk reeds
de abdjj te mogen zien; doch daar staat
tegenover, dat alle oude Egmondsche
handschriften Dirk I pas als stichter
van het klooster aanwijzen, terwijl ook het
woord „ecclesia” in Middeleéuwsch Latijn
op de eerste plaats kerk en niet klooster
beteekent.
Is er dan misschien te Egmond een an
dere belangrijke kerk aan te wijzen, wel
ke als object van deze schenking heeft
kunnen gelden?
Over een veel oudere kerk, die in 740,
onmiddellijk na den dood van St. Adelbert,
te Egmond gesticht zou zijn, wordt reeds
gesproken in de otftste „Vita Sancti Adai-
berti”.
Dit geschrift dient even nader bezien te
worden.
Deze oudste „Vita” is samengesteld rond
980 op verzoek van uen aartsbisschop van
Trier, Egbert, een zoon van onzen Hol-
landschen graaf Dirk n. Deze Egbert had
in zijn jeugdjaren dc bevrijding van he
vige koortsaanvallen aan de voorspraak van
St. Adelbert te danken gehad.
Aan de monniken van de abdij Mettlach
bij Trier gaf Egbert opdracht, om dit ge
schrift samen te stellen. Een hunner, de
monnik Ruopertus (Rupert) ging zelf naar
Egmond, om daar inlichtingen te verzame
len. Het resultaat van zijn onderzoekingen
is de bovengenoemde „Vita S. Adalbert!”
In dit werk zijn twee deelen te onderschei
den. Het eerste deel omvat het leven van
St. Adelbert tot en met diens begrafenis.
Hierin vinden wij slechts weinig feiten ver
meld. Dit pleit voor dc waarheidsliefde van
den schrijver.
Te Egmond kon hij het was Immers
reeds ruim twee eeuwen na den dood van
den heilige niet veei bijzonderheden over
diens leven en daden meer vernemen. Hij'
vulde het ontbrekende niet uit zijn fanta
sie aan, maar beperkte zich tot algemeen
heden en enkele treffende gebeurtenissen,
waarvan de herinnering nog niet vervaagd
was. bijv, de eerbiedige zorg aan het. graf
van St. Adelbert bewezen.
Het tweede deel behandelt de feiten, wel
ke slechts kort geleden hadden plaats ge
had, zooals de verheffing van St. Adelberts
relieken, de stichting der abdij en wonderen
welke in dien tijd geschied waren. Van de
ze feiten waren er verschillende aan aarts
bisschop Egbert goed bekend, omdat diens
grootvader en vader Dirk I en Dirk II daar
bij betrokken waren. Persoonlijk kon
dus het verhaal dier gebeurtenissen
troleeren.
De betrouwbaarheid van dit tweede deel
Is door de latere geschiedkundigen dan ook
algemeen aanvaard; tegenover het eerste
deel was hun houding meer gereserveerd.
Zoo is het verklaarbaar, dat er weinig
waarde werd gehecht aan een bericht,
voorkomend op het einde van bet eerste
deel, waar Ruopertus over de tljdgenooten
van 8t. Adelbert vermeldt: „Boven zijn graf
bouwden zij een kerk, zoo goed en zoo kwaad
als zij, die nog onbedreven waren in zulke
zaken, dat konden. Maar door de invallen
der Noormannen werd de kerk herhaaldelijk
verwoest, terwijl de omstreken nog meer
hadden te lijden.”
Een „herhaaldelijke” verwoesting
®r op, dat men na den aftocht der roovers-
benden telkens weer getracht heeft de
kerk te herstellen.
Mogen wij Het Handelsblad beleefd her
inneren aan het» artikel „De Legkaart”,
opgenomen in zijn avondblad van 2 Mei?
Daarin wordt gepolemiseerd tegen de
mogelijkheid van een coalitie-kabinet, zon
der de liberalen, maar waarbij toch op hun
steun gerekend wordt. Daarvan wordt dan
letterlijk gezegd:
„Zulk een regeering zou, op prlncipl-
eele gronden, door de liberalen bij dc
eerste de beste gelegenheid ten val moe
ten worden gebracht, terwllle van de
politieke moraliteit. Een regeering. die
niet op loyale wijze is samengesteld, kan
geen loyale oppositie eischen.”
Precies wat wjj geciteerd hebben: „geen
loyale oppositie”.
Blijkbaar was Het Handelsblad dit ver
geten
Hoe dit zij, wij zijn benieuwd, wat het
resultaat van deze onderhandelingen zal
zijn.
Veel goeds verwachten wij er, na dit
begin, niet *van.
Naar onze meenlng zou de positie van
den kablnets-fortnateur het sterkst zijn
geweest, als hij aanstonds en rechtstreeks
had aangestuurd op het kabinet, dat hij
wilde, en met reden ook verwachten kon
dat hij het zou kunnen, formeeren.
Nu wekt hij onnoodlg ontstemming en
wantrouwen, terwijl hij juist noodlg heeft
medewerking con amore, en volledig ver
trouwen. JL
Met de Nederlandsche Spoorwegen wórden
onderhandelingen gevoerd over het inlasschen
van extra-treinen op 18 Juni, den dag, waarop
het Heilig Jaar te Amsterdam gevierd zal wor
den door het Sacramentsspel „Anno Sancto”
wy kunnen mededeelen, dat het in de bedoeling
ligt om alvast op de volgende routen extra-
treinen in te lasschen:
1. Maastricht, Sittard. Roermond, Venlo, Nij-
2. Weert, Eindhoven, Boxtel, Den Bosch, Gel-
dermalsen. Utrecht, Amsterdam 3. Middelburg,
Goes, Bergen op Zoom, Breda, Den Haag, Lei
den. Haarlem, Amsterdam.
4. Groningen, Assen. Meppel, Zwolle, Apel
doorn. Hilversum, Amsterdam.
Tevens zal zorg worden gedragen, dat uit
andere plaatsen goede aansluiting bestaat aan
de bovengenoemde routen.
WU wijzen erop, dat het voor alle bezoekers
van het Sacramentsspel mogeluk zal zijn om
na afloop van het Sacramentsspel nog hun
woonplaats te bereiken.
Verder zal voor deze extra-treineh het goed
koope extra-treintarief gelden, zoodat dus het
bezoeken van het Sacramentsspel voor personen
buiten Amsterdam zoo weinig mogelijk kosten
behoeft mede te brengen.
Personen, die buiten Amsterdam wonen, wordt
in hun eigen belang dringend aangeraden om
zich ten spoedigste van toegangskaarten te
voorzien: anders loopen ze kans, dat zij niet
precies die plaatsen of hun kaarten niet op die
wijze krijgen toegewezen als zij zelf wel wen
schen Het centraal kaartverkoopbureau is ge
vestigd by den heer H. B. J. van Bossum, Tol
straat 114 Amsterdam.
Het tydlg nemen van toegangskaar
ten is ook dringend gewenscht met het oog op
de definitieve beslissing omtrent het al of niet
inlasschen van extra-treinen op sommige
routen.
Op het vliegveld te Johannisthal stortte Dr. Abraham met zijn vliegtuig naar bene
den. De ongelukkige werd onmiddellijk ge dood. Het vliegtuig werd geheel versplinterd
In verband met het in werking treden van
het met Duitschland gesloten verdrag, zullen
met ingang van 10 dezer o.a. voor den uitvoer
naar Duitschland van zout, superfosfaat en
kunstboom regelingen worden getroffen op
grond der crisis-ultvoerwet.
De desbetreffende ministerieele beschikkin
gen zullen eerstdaags worden afgekondigd.
In verband met de richtige uitvoering dezer
maatregelen en mede ten einde stagnatie te
voorkomen, wdrden exporteurs der boven
genoemde artikelen naar Duitschland ver
zocht zich ten spoedigste te wenden tot het
Crisis In- en Uitvoerbureau, Laan van Meer-
dervoort 84. 's-Gravenhage. waarbij voor de
artikelen zout en kunstboom dient te worden
opgegeven hetgeen door hen gedurende het
1932 van die artikelen is geïmporteerd;
superfosfaat dienen deze gegevens ook
voor het jaar 1930 te worden verstrekt. Tevens
zal moeten worden opgegeven, hetgeen van
1 Januari 1933 af tot 10 Mei door hen is uit
gevoerd. Exporteurs, die zich niet vóór 15 Mei
as. hebben aangemeld, kunnen voor uitvoer-
certiflcaten niet meer In aanmerking komen.
y-w e ietwat verrassende, doch blijkbaar
I J officleele, mededeeling, dat dr. Colijn
aan vijf Kamerfracties zijn ontwerp
Regeerlngsprogram heeft toegezonden, met
de vraag, of zij bereid zijn een kabinet, op
dezen grondslag optredende, te
heeft in Vaderland en Handelsblad tot zeer
verschillende beschouwingen aanleiding
gegeven.
Het Vaderland is verheugd, en consta
teert, dat de kabinetsformateur voorloopig
de goede richting uitgaat. Natuurlijk wordt
dan na deze uiting van kwalijk verholen
blijdschap, nog eens verklaard, dat de
liberalen er heusch niet op gebrand zijn in
het komende ministerie te treden. En dan
wordt, in angstige vrees, dat de Kath. Ka
merfractie nog wel eens een spaak in dit
wiel zou kunnen steken, het niet ónmoge
lijk geacht, „dat b.v. de R.K. Staatspartij,
ook waneer zij het program zou kunnen
onderschrijven, uit zwakheid tegenover haar
radicalen vleugel en uit vrees voor de dema
gogie der buiten de regeering gehouden
S.D.AP., onzakelijke bedenkingen zou op
peren tegen een liberaal bondgenootschap.
Die partij zou ook, om dezelfde redenen,
kunnen aandringen op de inlijving liï het
program van bepaalde punten, met het
eenige doel, een hinderpaal op te werpen
tegen het meegaan van de liberalen.”
En het blad hoopt dan, dat dr. Colijn zich
opnieuw den sterken man zal betoonen.
WU signaleeren dit, omdat er zoo duide
lijk' uit blijkt, hoe zwak in werkelijkheid
een dergelijk „nationaal kabinet”, steunend
op wat de sociaal-democraten plegen te
noemen een „burgerlijk blok” zou zijn.
Er is gemis aan homogeniteit, erger nog
het blijkt overduidelijk er is gemis aan
onderling vertrouwen, tusschen de aldus
tot samenwerking geforceerde groepen.
Wij begrijpen niet, dat een man met zoo
helder inzicht als dr. Colijn dit blijkbaar
niet Inziet.
Of was dit aanbod slechts een gebaar, en
verwacht de formateur, dat de R.K. Kamer
fractie, zonder wier 28 leden hij onmogelijk
een meerderheid of zelfs maar een drage
lijke minderheid kan vormen, evenals on
getwijfeld de Vrijzinnig-democratische
fractie, voor de eer zal bedanken, en dat
hij dan. op grond daarvan, van het vormen
van dit ..nationaal” kabinet kan afzien?
Als hij dit verwacht heeft, ware deze bij
voorbaat tot mislukking gedoemde poging
zeker beter achterwege gebleven.
Een eenigszins ander geluid laat
Handelsblad hooren.
Het acht de positie niet helder.
Is het alleen de bedoeling steun te vra
gen. of ook mede-verantwoordelijkheid?
Bovendien maakt dit blad de zeer juiste
opmerking, dat het, vooral bij een zeer
vaag program, meer aankomt op de samen
stelling van het kabinet, dat het moet uit
voeren. dan op den inhoud ervan.
Worden de Liberalen alleen om steun,
niet om mede-verantwoordelijkheid, dus
tot zittingneming in het kabinet, gevraagd,
dan is dit onvoldoende, en zal de Vrijhelds-
bondsche Kamerfractie tot de „loyale op
positie” moeten behooren.
In dit verband beschuldigt Het Handels
blad ons van een onjuistheid, daar wij zou
den gezegd hebben, dat het in dat geval
met „deloyale oppositie” had gedreigd. Het
ontkent dit.
Uit de opgravingen door Dr. J. H. Hoi-
werda in 1920 en 1924 te Egmond verricht,
bljjkt de waarheid van deze berichten. Op
den z.g. Adelbertsakker ongeveer een
Kilometer westelijk van het abdijterrein
gelegen vond hij de sporen terug der tuf-
steenfundeering van-een vrij groote, in drie
schepen verdeelde kerk, welke naar het
Oosten met een absts was afgesloten. Het
ligt voor de hand, dat de geloovigen bij
het bouwen van een kerk boven het ge
beente van een heilige de eereplaats, dat
is onder het altaar of In de onmlddellljke
omgeving daarvan, aan het graf hebben
gegeven. Nu bevindt zich de nog bestaande
St. Adelbertsput, als bron bij de verhef
fing der relieken uit het graf van den hei
lige ontstaan, in het hart van de absls,
daar dus, waar vroeger het altaar gestaan
heeft.
Het materiaal en de geringe diepte der
fundeering hebben slechts een lichten hou
ten bovenbouw toegeiaten. Een dergelijke
kerk, dikwijls door de Noormannen ver
woest, kon dan ook telkens weer vrij ge
makkelijk herbouwd worden.
Zoo heeft de bodem de bevestiging be
waard van hetgeen Ruopertus en na hem
ook de kronieken hadden overgeleverd.
Door de goede zorgen van het comité wor
den thans door natuursteenmuurtjes, vol
gens de lijnen der fundeering op den ak
ker opgemétseld, de omtrekken van deze
oude 8t. Adelbertskerk nauwkeurig aange
geven.
Er is echter nog meer. De eigenaardige
rechthoekige vorm van den akker was aan
leiding, om ook de begrenzing ervan na
der te onderzoeken. Het bleek nu, dat hier
een wal gelegen had van hetzelfde
steenmateriaal als de kerkfundeering.
Een breede gracht had blijkbaar vroegó^
dezen wal omsloten. Er zijn geen sporen
gevonden van andere gebouwen, behalve
de kerk, binnen deze omwalling. Wij heb
ben dus hier te doen met een oud-Franki-
sche castrumkerk, dat is een omwalde kerk
of kerkfort. De aanleg en afmetingen van
het terrein stemmen hierme overeen.
Wanneer het oude St. Adelbertsheiligdom
de gedaante van een kerkfort gekregen
heeft is niet nauwkeurig uit te maken. Ge
vonden scherven wijzen op een periode lang
vóór onzen graventijd.
Dergelijke kerkforten bestonden ook te
Utrecht en te Tiel en werden als belang
rijke bezittingen beschouwd.
Egmond, aan de Noordpunt van Kenne
merland en in de nabijheid der vijandelijke
West-Friezen gelegen, was als strategisch
punt van het grootste gewicht voor den
Hollandschen graaf. Het bezit van deze
Egmondsche kerk bood een aanmerkelijke
versterking aan de positie van Dirk I, en
was volkomen waard om in een afzonderlij
ke en plechtige oorkonde in 922 aan hem
te worden overgedragen.
Een dusdanige schenking past geheel in
het kader van dien tijd, waarin ernstige
pogingen werden aangewend om de ver
woestingen, door de Noormannen aange
richt, te herstellen.
In 920 begint het herstel te Utrecht.
Bisschop Balderik, vroeger voor de over
weldigers gevlucht, keert dan naar zijn ver
woeste zetelstad terug en begint met den
herbouw.
In denzelfden tijd wordt het herstel in
het Noorden en heit bezit van het kerkfort
toevertrouwd aan den machthebber daar,
onzen graaf Dirk I.
Hoelang het kerkfort, als zoodanig, na de
schenking nog bestaan heeft is onbekend^
Ruopertus spreekt na de wonderbare gene
zing van Egbert, den zoon van Dirk II, nog
over een miralel, waarbij de plaatselijke
bevelhebber „wiens verblijf niet ver van het
klooster was gelegen” betrokken was. Sinds
1160 is er zeker een andere vesting te Eg-
mond nl het kasteel te Egmond op den
Hoef. Het kerkfort was toen overbodig. La
ter, waarschijnlijk in de 15de eeuw, heeft
men op den akker en binnen de fundeering
der oude kerk een klein, van steen ge
bouwd kapelletje opgericht. De sporen hier
van werden ook door Dr. Holwerda terug
gevonden. Deze kapel is wel in 1573 tegelijk
met de abdij verwoest. In 1662 waren de
puinen iy>g te zien.
Wat nu de verheffing der relieken van
SL Adelbert en de stichting van het vrou
wenklooster betreft: Ruopertus plaatst bei
de gebeurtenissen onder de regeering van
Dirk L Alle kroniekschrijvers namen dit
over. Het juiste jaar is onbekend, doch de
opgraving der relieken is zeker na de
schenking van 922 geschied, want Ruoper
tus vermeldt uitdrukkelijk, dat Dirk I toen
reeds eigenaar van die plaats was.
Moeilijk is uit te maken wat eerder ge
beurd is: de stichtin^van het houten vrou
wenklooster of de opgraving der relieken.
Huopertus drukt zich op dit punt niet dui
delijk uit. Van de latere schrijvers stelt
alleen Joannes a Leydis (15e eeuw) den
kloosterbouw vóór de verheffing der relie
ken. Deze Joannes maakte bij de samen
stelling van zijn „Chronicon Egmundanum”
gebruik van de Egmondsche archieven. Het
verder verloop der feitin Is voor ons dui
delijker, wanneer wij zijn meening volgen
Driemaal verscheen 8t. Adelbert aan een
kloostervrouw, Wllfsit genaamd en gelastte
dat zijn relieken moesten verheven worden.
Zij bracht dit bevel aan graaf Dirk I over
Zoo men dit feit stelt vóór de stichting van
het Egmondsche vrouwenklooster, zal het
zeer bezwaarlijk zijn, om een woonplaats
voor deze religieuze aan te wijzen. Het
meest nabijgelegen vrouwenklooster in dien
tijd bevond zich te Susteren, dat tot het
bisdom Luik behoorde.
Bij het opgraven van het gebeente ont
sprong de nog bestaande bron. De onbedor
ven lijkwade van St. Adelbert werd in het
kerkfort achtergelaten, het gebeente over
gebracht naar een houten kerk, welke Dirk I
te Hallem liet bouwen Hallem is dat deel
vnn Egmond, waar ook het houten vrou
wenklooster en later de mannenabdij ge
staan hebben.
Waarom is juist deze plaats voor kerk en
e abdij van Monte-Cassino, het stam-
1 klooster der Benedictijner Orde,
voert in haar wapen een afgekapten
boom, waaruit nieuwe loten omhoog
schieten. De wapenspreuk luidt: .JBuccis-
sa vlresclt: omgehouwen herleeft zij."
In deze woorden ligt de geschiedenis der
geheele Benedictijner orde, die na tijden
van inzinking en vei volging telkens weer
tot hernieuwden bloei mocht geraken-
Ook op de abdij van Egmond zijn deze
woorden van toepassing. Zes eeuwen lang
was deze stichting Tiet grootste en meest
invloedrijke mannenklooster In Holland
geweest, toen in 1573 de troepen van Sonoy
de abdij in brand staken en zoo op ge
welddadige wijze aan het monastieke leven
in Kennemerland een einde werd gemaakt.
Nu, 360 Jaar lateï, gaat de lang gekoes
terde wensch In vervulling: Holland krijgt
zijn monniken terug; het hernieuwde Eg
mondsche klooster zal als centrum van ge
bedsleven stellig in hooge mate bijdragen
tot de bevruchting van het werk der ziel
zorgers.
Bij dit herstel rijst vanzelf de vraag:
wat weten wij van de oudste geschiedenis
van Egmond In verband met de vereerlng
van St. Adelbert en met het graafschap
Holland?
Naar dit deel onzer Vaderlandsche ge
schiedenis is in de laatste decennia van
verschillende zijden een hernieuwd onder -
naspo-
In het
klooster bestemd? Met zekerheid is op die
vraag nog geen antwoord te geven. Na zijn
opgravingen in 1920 op het abdijterrein
gedaan, concludeerde Dr. Holwerda, dat de
bevolking van Egmond van oudsher hier
woonde; daar kan dan ook het centrum
van St. Adelbert’s arbeidsterrein geweest
zijn. In alle geval was deze plaats beter ge-
ter geschikt voor den bouw van een vrou
wenklooster. dan de onmlddellljke omgeving
van een kerkfort met zijn bezetting.
Dit klooster heeft geen langdurig bestaan
gehad, Ruopertus meldt: „Wegens de ge
varen, waaraan zij heihaaldelljk bloot ston
den, uit hoofde van ee woestheid der Frie
zen, ontbrak haar geheel en al de moge
lijkheid om er haar kloosterleven, zooals *t
behoort te leiden”. De langdurige strijd,
welken de Hollandscne graven, tegen de
West-Friezen moesten voeren, is ons be
kend.
Dirk II besloot dan ook het vrouwen
convent te vervangen door een mannen
klooster. Volgens een bericht van Joannes
a Leydis werden de nonnen overgebracht
naar Bennebroek bij Haarlem, waar zij
rustig haar kloosterleven konden voortzet
ten. Door het verbod om nieuwe novicen
aan te nemen, is dit convent langzaam
uitgestorven.
Met de komst der monniken te Egmond
was de stichting der abdij een feit gewor
den. Vanwaar deze Benedictijnen afkom
stig zijn, is niet met zekerheid te zeggen,
waarschijnlijk uit het St. Pieterklooster te
Gent, waarmee Dirk II relaties onderhield.
Met vorstelijke mildheid heeft Dirk II
zijn Egmonder stichting bedacht. De hou
ten kerk verving hij door een steenen ba
siliek een in dien tijd zeer kostbare on
derneming uit eigen middelen schonk hij
den monniken voldoende inkomsten voor
hun levensonderhoud de kerk verrijkte hij
mei verschillende kunstwerken, als een
gouden altaarretabel en een, nog in de
Kon. bibliotheek te 's-Gravenhage berus
tend, kostbaar Evangeliarium.
De Innige band tusschen Egmond en het
Hollandsche gravenhuis is blijven bestaan.
Bij voorkeur kozen de leden van dat ge
slacht daar hun laatste rustplaats. In 1903
werd nog een dergelijk graf met de over
blijfselen van gr: af Floris I en van diens
gemalin en kind teruggevonden. De kans
op verdere vondsten op het abdijterrein is
thans, helaas wel uitgesloten. Door afgra
vingen is het maaivela twee en een halven
meter verlaagd, de fundamenten zijn radi
caal opgeruimd.
Warmond.