Sovjet-onderdanen in 1920 N TtetfLufieStaotie KWALITEITEN Het Erfdeel Man en vrouw zijn één in hun lof over „ZU’’-crème. Zij Is Inderdaad even onmisbaar voor de verzorging van huid en teint der vrouw, als voor den man. die pijnloos, spiegelglad en onberispelijk :ren gesteld is. In prijzen van 2075 ct. wuAaal win den day d r ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn prima Nederlandsch fabrikaat (Ingezonden Mededeellng) f WOENSDAG 10 MEI De trek van de boeren zwaluw ONTWRICHTE LEVENS Van kinderen en huwelijk I, De aanval op i kapitein Baker ■mMimmmmmmwmmmnmmmmimmmmmmm Oudheidkundige vondst EN PASS M Een nieuw boek van de Russische studente A. Rachmanowa 124 ER tr. >te Het resultaat der enquête van de Ned. Phaenologische vereeniging De waarheid over Rusland AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL het een komen kapitein Baker I we natuurlük op i i’ MARTIN BERDEN Juffrouw „Het te „Willen jullie een ritje doen op het oude nijlpaard?” vroeg de zeeman. Robbie „GW, zeide begeerig. „maar Topsy moet achteraan gitten”. „Nee, Ik wil niet", eel Topey, Jk ben Xt bang, dat hij mü bijt". „Hjj zal jou niet buten”, zei Freddy, „maar ik zal hem beletten te buten, ook al zou hU het willen". dus De M M en de jonge Jack Wordt vervolgd. I De algemeene medewerking van Pers, gevoegd bü de even algemeene stelling voor onze populaire zwaluw, heeft ge leld tot het bUeenbrengen van een zeer uitge breid waarnerTiingsmaterlaalniet minder dan ruim 1112 berichten kwamen in; zü betreffen tneer dan 4600 vogels. Het resultaat van de en quête wordt in het volgende kort weergegeven: leg 35. ld ds QP schei als het wat je Nu oaas aan rebus. Haal gemakkelijki OP: PASS: EN - OPPASSEN. Dankt U daar aan achter het stuur van auto, motor of Hots? Uit hol Engolsch va* Joseph Hocking Op den bodem van de rivier Amu-Darja, nabij Termes te een steenen fries gevonden, voorstellend drie menschelUke figuren met mu ziekinstrumenten. Naar de meening van oudheidkundigen da teert het voorwerp uit den tüd van Alexander den Groote. Naar dit gebied te thans een archaeologteche expeditie vertrokken. unmitiiiiinHiHiMM KIEKJES kocht haar omdat u zoo van haar Jack. en niemand heeft (Nadruk verboden) iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii Freddy maakte aan een zwemgordel een touw vast en deed den gordel om den snuit van het nUlpaard. HU zette toen Robbie en Topsy op zUn rug en gaf Robbie bet touw als leidsel in de hand. „HU kan zUn bek nou niet openen”, zeide de zeeman glimlachend. „Houd het touw stevig vast, Rob bie”, raadde Topsy. Een aardmannetje kwam voorbU en lachte hen uit. „WU hebben geen zwemgordel noo- dlg, om ons tegen meneer Hippo te beschermen", zeide hü- (Morgenavond vervolg). wilt. Jack Beel was een gevaarlüke tegenpartij op Dit boek, dat levenservarenen heeft misschien indruk niet heelemaal objectief te zUn. Deze In druk wordt trouwens ook gewekt door den sa menhang van het boek, dat weliswaar In den vorm van een argeloos dagboek werd uitgegeven, maar dat de sporen draagt van een nauwkeurige voorbereiding en een goed-opgezetten roman. Thans Is, wederom In Nederlandsche vertaling bU de firma Teulings te ’s Hertogenbosch, het tweede boek van Aljè Rachmanowa verschenen, eveneens in den vorm van een dagboek en ge titeld ,MUn huwelUk In rooden Storm'.’. Dit tweede boek te veel minder op effecten berekend en maakt daarom een veel betrouwbaarder In druk. Het lUkt wel, of de achrUfster aan haar eerste boek geleerd heeft hoe het had moeten zUn. ZU te dan ook in het tweede beheerschter van toon en van schildering. Maar ook hier geldt de waarschuwing, dat deze lectuur alleen voor levenservarenen geschikt te. Voor hen ech ter is het boek Interessant genoeg en daarom willen wU mede aan de hand van dit boek enkele episoden schetsen uit het leven In den rooden staat. Dit tweede dagboek begint op 13 September 1920 De schrUfster heeft een Dultscher ont moet, die met haar wil trouwen. In weerwil van haar overstelpend geluk, temidden van de al gemeene ellende, te zü bedroefd, omdat de vreemdeling immers zoo spoedig mogelük Rus tend zal verlaten om zich in eigen vaderland veilig te stellen. Aljk woont met haar moeder, die voortdurend ziek te en haar twee zusters in een vlezen treinwagon In de nabUheld van Omsk In Siberië. Het eten te verschrikkelUk slecht en schaarsch. De vrees, door de bolsje wieken te worden gevangen, groeit dagelüks. Het meisje werkt op een bibliotheek en verdient niet eens genoeg om voor zichzelf, laat staan voor het gezin, voedsel te kunnen koopen. Het is Uskoud In den wagen en meermalen komt bet voor, dat ’s nachts de slapers wakker wor den van pUn, omdat bü een wending van het hoofd enkele haren worden uitgetrokken die aan de planken zUn vastgevroren. Aan stoken valt nauwelUks te denken. Het weinige hout, dat de bourgeois kunnen krUgen is zoo kletsnat, dat men wel aan opzet moet denken. De bolsjewiek, die voor de houtverdeellng heeft te zorgen, heeft waarlUk wel Iets anders te doen. HU houdt zich nog al eens onledig met het loopen achter bour- geoismelsjes, die immers geen kik durven geven, omdat zU wel weten, dat haar leven In de han den van dien eenen jongeling ligt. De dochter van dokter Rachmanof ging eens naar dezen man toe om hout te vragen. ZU trof hem aan in de nabUheld van een schuur, terwUl hU bezig was een jeugdige typiste voor zich uit te drUven met de bedoeling haar te straffen, omdat zü fouten had getikt In een brief, waarbU het feit, dat hU zelf geen brief kon schrijven, niet mee telde. Op verzoek van de bezoekster, liet hü het meisje vrU en werd op de vraagster verliefd. Tot tien maal toe liet hU haar terugkomen, ont ving haar telkens hartelUk, liet haar plaats nemen op zün kantoor, verklaarde zün liefde, beloofde hout en zei nu en dan terloops, dat hü haar kon laten doodschieten als hU wilde. Ten slotte bleef de vereerde weg, er werd niettemin een behoorlUke voorraad hout gebracht.... Een teekenend tafereel! Intusschen werd tusschen Al ja en haar Dult- echer een grootsche strUd in edelmoedigheid ge voerd, waarvan *t slot was een huwelijk tusschen twee overgelukkige meAschen, een stuk geluk In een wereld van misère. Want nergens is de ellende grooter dan in de „wagonstad", die im mers bewoond wordt door menschen, die ge vlucht zün voor de Rooden en die dus als het ware vogelvrU zün en lederen dag door den dood kunnen achterhaald worden. De, Rooden, die een of ander gezaghebbend baantje bekleeden, maken daar duchtig gebruik van en doen dit met te grooter grofheid, naar mate zU minder ontwikkeld zUn. Een Tsjeklst (lid van de Tbjèka) kan zich daarom de weel de veroorloven bü een vroegere doktersfamilie op bezoek te gaan In een van die vieze woonwagens, waar de menschen als ratten leven. HU komt binnen, groet joviaal, valt in een luien stoel en laat zich een sigaret aanbieden, terwUl de vrouw „des huizes” en de dochters met begrüpelüken angst hem zooveel In hun armoe mogelük Is, van alle gemakken voorzien. HU praat luchtig over de nieuwe toestanden en beweert langs zUn neus weg, dat hü over de levens van alle bourgeois uit de omgeving kan beschikken. „Het heeft zUn bekoring,” aldus de man, „te weten, dat men met andere menschen kan doen wat men wil. En die bekoring wordt niet wei nig verhoogd door het feit, dat al die bour geois ineens zoo onderworpen zün geworden. den tUd. wanneer ze uw eigendom zal zün. Ik heb dezelfde box voor haar bewaard en er is geen paard in Cornwall, dat beter verzorgd wordt. Wilt u niet meegaan om te zien of ze u herkent? Jonge Jack had een verstandlgen set gedaan: hU zou haar in brengen, haar op Aan de redactie van een blad, dat door Rus sische ballingen gedreven wordt, heeft men het bewüs gekregen, d^t de Russische boeren gre tig luisteren naar lezingen over Rusland, die door bultenlandsche radio-stations worden uit gezonden. De redactie ontving een brief van een ano niem luisteraar in Rusland, die een radio lezing gehoord had uit Praag. HU schreef. WU stonden versteld gisteravond, toen wü naar de lezing luisterden van een uitgeweken Russl- achen professor te Praag over den werkelUken stand van zaken In Sovjet-Rusland. De schrUver verzoekt de redactie den pro fessor te bedanken, dat hU aan de arme Rus sische boeren de waarheid vertelt, aangezien zU gaarne zaken vernemen, waarover zU In Rusland zelfs niet mogen nadenken. I hem vertellen. binnen een dochter, tot In het diepst vj dlgd, moeten rustig zUn get hem vrlendelUk bejegenen. Hoe zag het er met de kinderen uit om streeks dezen tUd? Ziehier een tafereel, 'dat niet eens betrekking heeft op de tienduizenden kleine zwervers, die het platteland onveil g ma ken. Hier is een zg. kinderbewaarschool, waar ouderlooze kinderen of stakkerds, die door hun ouders In den steek werden gelaten, worden opgenomen. Aan het hoofd staat Llpa Udlnt- zena, een gewezen gymnasiaste, even ellendig gekleed en gevoed als alle andere bourgeois. Ook zU werkt dag in dag Uit. VrUwel voor niets. In een hoek zitten drie kinderen op een stroozak. in smerige lompen, bleeke gezichten, onrustig brandende oogen, bloote armpjes, die als vuile staakjes uit de mouwen hangen. Het jongetje Is acht, maar lükt elf. Het antwoordt niet op vra gen. maar kUkt ah een booze zieke hond. Oele haren plakken op zUn voorhoofd. HU hield zUn kleine zusje bü de hand, een vies kindje met een onnoozel lachje op het gezicht. Nog een vUf- jarig jongetje met een door ondervoeding op gezet buikje! De trekken op het gezicht zün niet te onderscheiden, omdat zü door vuil bedekt zUn. Plotseling geeft de oudste jongen zUn broer tje een slag met de vuist op het hoofd. Dan haalt hU een leeren riem voor den dag en wil daarmede de kleine te lUf gaan. „Waarom doe je dat?" werd hem gevraagd. „Waarom jankt- le?" vroeg de knaap terug en dit leek hem vol doende uitleg. HU vond dit heel gewoon. Z’n korte leven had hü dit gezien van zün vader De kleeren van de drie kleinen waren aan el kaar genaaid. Waarom? Dit was gewoonte, om den vader te beletten de kleinste weg te pikken uit hun slaaphok. HU had zoodoende te kiezen tusschen geen of drie. Juist den dag tevoren was hü doodgeschoten. „Gelukkig maar.” voegde de jongen er aan toe. „Een hond moet maar ah een hond sterven. HU heeft moeder ook dood geranseld.” Even begon het mehje te schreien en weer kreeg zü met den leeren riem. Ziedaar een beeld van kinderellende. Een ander beeld! Een jonge voqgt, ziek en afgemarteld zoekt vergeefs een betrekking. Ah vorst heeft hü meer kans op den kogel. Daarom heeft hU zUn papieren vervalscht, waardoor hü zUn vader kan upgeven ah een lakei, zoodat hü tot de proletariërs kan gerekend worden. Maar zUn fUne handen, zUn manieren en zün talen kennis maken hem verdacht. HU krijgt geen be trekking. HU schildert en is een vrü goed ar tist. Maar voor de schilderkunst voelt een hon gerig volk niet veel. Nu maakt hü teekenlngen van Lenin en Trotzkl en verkoopt die aan kan toren, die behoefte hebben aan de beeltenis der leiders. Zoo moet dus een vroegere vorst bestaan van teekenlngen zUner onderdrukkers. Maan denlang weigert hU dit bestaan, maar de honger dwingt hem en zün vrouw daarbij. Men moet immers leven. Dokter Rachmanof, die een half jaar tevoren uit den woonwagen Is weggesleurd en naar het koortsdistrict In Siberië werd gezonden, komt terug in zün familie. HU Is oud geworden to taal versleten. HU heeft doffe oogen en spreekt geen woord. ZUn komst heeft droefheid verwekt Inplaats van vreugde. Men kan niet meer blü zün In dit land, waar de kerken leeg staan en waar de honger allen verwoest, waar het huwe lUk een experiment is. Het huwelük? Een com muniste is aan t woord en zegt: „Het heeft ab soluut geen zin een gezin te stichten. Een gezin is eenvoudig een treurig overblUfsel uit den CzarentUd. Kinderen kan men toch wel hebben en ah men er niet voor kan zorgen, geeft men ze aan den Staat. We hebben geen tüd voor kinderen noch voor een huwelük, noch voor de sentimenteele liefde. We moeten den nieuwen staat bouwen. Het beste Is telkens wat nieuws te zoeken, een nieuwen man, een nieuwe Heide! Dat houdt ons frisch. In het huwelUk ligt alleen verschrompeling.'’ Maar daarmee verklaart een juffrouw van een bibliotheek, dat alle men schen, ook die vurige comunlsten, bü voorkeur die boeken lezen, die betrekking hebben op de liefde en een gelukkig huwelUk. De opbouw van den staat, de politiek, de landbouwproblemen, waarover eveneens boeken geschreven zün, laat 95 pCt. koud. Men kletst wel veel over Marx en Lenin, men beschimpt het huwelük en de men schelUke ziel en prijst het systeem en de statis tiek, maar men hunkert naar de warme ge negenheid van mensch tot mensch. Een com muniste, die de vrije liefde predikt en In prac- tUk brengt, liegt door woord en daad, zelfs zon der bet te weten. Alles hangt scheef In den Sovjet-staat! Een mehje, dat er aardig uitziet, kan overal een betrekking vinden, mits zü aan bepaalde scpandelUke voorwaarden voldoet. Doet zü dit niet, dan werkt het hongersysteem tame- lUk onfeilbaar. En hoe onschuldiger, hoe hulp behoevender het meisje h, des te hardvochtiger de mannen, die macht over haar hebben. Lee- lüke meisjes komen niet In aanmerking, tenzü ze door en door communist zün en daarvan doorslaande bewüzen hebben gegeven. Zü. die nog in God gelooven en niet afgeval len zün uit angst en moedeloosheid, durven dit niet te uiten. Zü huichelen ongeloof of onver schilligheid. Zü weten de spionnen van de Tsjèka voortdurend om zich heen en de vrees h te grooter naarmate de Tsjèka geheimzinni ger gaat werken.... Zoo was de toestand In Rusland in Novem ber 1920. De eerste zwaluw h gemeld op 28 Maart <te Wlnterswük. vervolgens telkens één op 3. 4 en 5 April, zes op 7 April en 15 op 18 April. Deze 27 voorloopers wezen merkwaardigerwüze reeds direct de banen aan, die de groote massa’s wou den volgen. De eigenlüke trek begon op 9 April, toen de zwaluw van 67 plaatsen werd gemeld. De volgende acht dagen 1017 April hadden reep. 83. 125, 155, 125, 58, 52, 37 en 48 meldin gen, daarna In de week van 1824 April nog 72 en ook toen was de trek nog niet geheel voor- bü- Het hoogtepunt was dus op 1113 Aijril. maar de geheele trek nam dit jaar ongeveer een maand In beslag. Het resultaat met betrekking tot de gevolgde wegen is zeer frappant en weergegeven op het hierbü afgedrukte kaartje. de Ned. belang- Vooral die jonge dametjes, die vroeger niet voor de poes waren, en die nu kwispelstaarten als Jonge hondjes”. De jongeman rookt, drinkt, zingt en maakt grapjes. Zün gastvrouw en haar ran haar ziel belee- aanhooren en een,” au juilrouw Mlggs, die zaoMu* verhuurde, mismoedig, „het viel me hee lemaal niet mee. Ik legde m'n hand on verwachts op m'n hart en riep uit alle macht „O hemeltje, o hemeltje!" net zooals JU het me gezegd had, en toen deed Ik alsof ik flauw viel. Ik Het me voorover vallen, zoodat hü me In z’n armen moest opvangen, maar, morgen brengen, boor; hü Het me rakelings langs zich heen sUÜ- ken en ik kwam met een smak op den grond terecht en bezeerde m'n elleboog.” Juffrouw Mlggs voelde het nog en wreef met baar hand over de gevoelig; plek. ,JEn raapte hü je op?” vroeg juffrouw Benton, vol belangstelling. „Neen, hoor! HU keek naar me alsof hü van lotje getikt was en liep toen nasu' juffrouw Brown, naast de deur. En.... en....” „Nou. en? Oa toch door mensch,” drong juf frouw Benton nieuwsgierig aan. „Enen Ik hoorde, hoe hü Juffrouw Brown vertelde, dat hü geloofde dat Ik tegen den grond geslagen was omdat ik het zuur had." „De kapitein Is al geen haar beter dan andere mannen.' mopperde Juffrouw Benton, spütlg. „Maar, In leder geval, hü mag zoo hard achynen als hü Wil, hu moet toch hier of daar een zwakke plek hebben, en als „Ik heb al van alles geprobeerd. Maar Ik kan hem niet naioopen als een hond en hem smee- ken met mü te trouwen. Ik voel me anders zóó Wanhopig dat Ik tot atlles In staat ben.” „Nou mensch. Ik ben, zooals je weet, tweemaal getrouwd.” zei Juffrouw Benton. .M'n eerste man kreeg Ik, zooals ze dat noemen, door z'n maag; hü was gek op een goed leventje en op kalfslever en ham, nou. daar kon je hem wel In begraven. Een week lang kwam hü eiken avond bü me en je weet dat ik koken kan! Hü wist het ook. en nadat ik hem een gebakken kalfs lever had voorgezet, hebben we een poosje ge praat en het zaakje was voor mekaar. Twaalf maanden na z'n dood trouwde Ik Benton. Ik kreeg hem door z'n hoofd. HÜ w*ou een ver standige vrouw, die hem helpen kon in z’n za ken. Enfin, om kort te gaan, kapitein Bakei moet ook een zwakke plek hebben. Zie te weten te komen, wat het Is, en je hèbt hem, mensen! Heb je al eens geprobeerd om 's nachts te hul len. zoo, dat hü je hooren kon, zooals ik jc zei?" „Ja.... en toen zei hü den volgenden morgen dat ik hem moest laten trekken.” „Laten trekken?" vroeg juffrouw Benton ver baasd. „Ja, hü dacht, dat ik kiespün had." Benton wreef met haar magere hand langs d'r voorhoofd en dacht na. duldelUk genoeg,” meende ze ten slotte; „hü heeft geen hart en geen gevoeL En r is wat je zegt, dat hü alles eet voorzet en dat hü nooit een aan merking'op het eten msuütt, dsm krüg je hem niet door z’n maag.” Dat Is nu Juist het ontbüt waarnaar Ik beb verlangd, lachte Nancy. Ja, maar Ik ben ook zoo blü om u terug *e zien, miss Nancy Komt uw vriendin ook ontbüten? ,z Neen, vandaag moet ze in bed blüven. Ze gisteravond erg vermoeid. Ze zag er slecht uit, maar over een week Ml ze wel opgeknapt zün. Ik was zoo vrü even ta haar slaapkamer te küken en ze sliep zoo gerust als een pas-geboren kind. Wat gaat u na het ontbüt doen? vroeg de oude vrouw vrlendelUk Nancy gaf geen antwoord, maar de vrouw raadde haar gedachten. negen uur verUet Nancy opnieuw het huls en ging op weg naar Trevanlon Court. Ze was er büna bang voor om het weer te zien en bxih trok het haar als een magneet. Ze sloeg een pad In, midden door de velden; ■e kon zich niet beheerschen en ze zette het °P een loopen, tot ze, op den top van den heu- *el gekomen, haar oude tehuis zag liggen. Een Op dat oogenblik haatte ze Jack Beel. Neem dan even een kukje In de stallen drong hü aan. Liever niet, dank je. Doe het maar, vroeg hü, Ik zal u wat laten zien, voegde hü er geheimzinnig aan toe. Wat dan? Herinnert u zich uw paard? Phoebe, be doel ik. Die uw vader voor u kocht? Phoebe! riep het meisje. Is die daar? Ja. wist u dat niet? Ik heb haar gekocht. Ik wist hoeveel u van haar hield, en daarom heb ik haar gekocht, hoewel er veel Hefheb- bers voor waren. De Hppen van het meisje beefden. Ze her innerde zich, hoeveel tranen haar het afscheid van Phoebe had gekost. Ik hield, fluisterde haar bereden sinds -j weg was. Is dat werkelük waar? De zuivere waarheid. Haar stem werd week merkte het direct Phoebe was uw paard, zei hü, hoe kon Ik Iemand anders toestaan haar te berüden? Vader heeft het mü kwalük genomen, maar dat kan me niet schelen. Ik heb haar eiken dag laten loopen, maar niemand mocht er op rüden. Uw zadel heb Ik ook gekocht. Wilt u vanmorgen niet een eindje mee gaan rüden. Miss Nancy? Ik zou het heerlijk vinden. Het zou weer zün als vroeger, want Ik noem haar nooit mün paard, vervolgde hü. maar altijd: het paard van miss Nancy, en ik verlang naar Een trekbaan is hier breeder geteekend wan neer er meer meldingen in verwerkt zün. De grenzen zün in werkelükheld niet zoo scherp als men misschien uit deze schematische voor stelling zou opmaken. Zoo is b.v. Zuid-Holland benoorden de Nieuwe Maas èèn groot trekge- bied. evenals West-Utrecht en Noord-Holland bezuiden Alkmaar. In het Zuiden van Noord- Brabant, en in het geheele N.O. van het land liggen daarentegen vrü groote gebieden, die buiten den trek blüven. Er blüken dus drie Invalsporten te zijn, de voornaamste bü Eysden. Deze baan volgt de Maas tot Venlo, gaat dan door Duitschland naar het N N O. en brengt daarna weer zeer veel vogels In den OostelUken Achterhoek en Twente. De tweede belangrüke baan komt binnen bü Oostburg In Zeeuwsch-Vlaanderen, gaat eerst langs de kust en brengt dan vla Noord-Holland het grootste deel van zün vogels naar Fries land. De derde Invalspoort ligt bü Temeuzen, dus eveneens In Zeeuwsch-Vlaanderen. De vogels, die deze baan volgen trekken regelrecht vla Dordrecht, Amersfoort, Kampen naar den Dol lard. Deze baan is, reeds bekend'uit vroegere onderzoekingen omtrent andere vogels. Van de Maasgroep gaat een belangrük deel benoorden Roermond naar het N.W. naar Dor drecht. Een ander gedeelte volgt de Maas tot Mook, trekt naar het IJseldal en volgt deze ri vier tot Kampen. Sommige vogels echter trek ken over de Veluwe naar het Noorden. In Zuld-Holland komen de zwaluwen van drie kanten en zü maken deze provincie, zooals reeds is opgemerkt, tot één groot trek- gebied. Hieruit concentreeren de vogels zich weer In Holland’s Noorderkwartier, omdat de exemplaren, die aan het IJselmeer terechtko men, dit meer niet direct oversteken. doch eerst de kust naar hef N.W. volgen. Het pas- seeren van bet IJselmeer geschiedt dus waar- schljnlük alleen via EnkhuizenStavoren. Binnenkort zal een uitvoeriger verslag met vier kaarten In druk verschUnen en ook voor belangstellende niet-leden der Ned. Phaenolo gische Vereeniging tegen geringe vergoeding (30 cent) verkrijgbaar worden gesteld (post giro 193322, G. Wolda, Wagenlngen). De door een aantel medewerkenden aan de enquête gestelde vragen zullen afzonderlijk worden beantwoord. Voor het lidmaatschap der Ned. Phaenologi sche Vereeniging kan men zich aanmelden bü den secretaris J. D. Vis, Assendelft. Reizen, maakt je niet veel rijker, Hoogeten» maar een beetje w(j», Waar de centje», die je uitgaj Z(jn gebleven op de rei»! Wat je meebrengtz(jn de kiekjes Van het mooiste, dat u zag. Daarom haalt men ze zoo gaarne En met geestdrift voor (ten dag! Alles wat een beetje opviel, Waar je Idter zoo aan hecht, Is beknopt, in zes bij negen, Met één knipje vastgelegd! Eerst nog geur je met de kiekjes En ’t voldoet je wel het meest. Anderen te laten kijken, Waar je zelf bent heen geweest! Doch het spreekt, de interesse Qaat voor anderen vlug heen, En dan blijven ze, wat later, Inderdaad voor u alleen! Maar de heerlijke herinn’ring. Die daarmee wordt opgehaald, Doet u zeggen: zelfs met reisgeld Zijn ze niet te duur betaald! nleta hebben kunnen bedenken, dat een mildere stemming had kunnen Phoebe, het paard dat haar vader haar verjaardag had gegeven, het paard, waarvan ae hield of het een menscheHjk wezen was! Voor het goed tot haar doordrong, was ae den jongen Jack al gevolgd naar de stallen. Wat is dat? vroeg ae, toen ze bü de deur kwamen. Phoebe hinnikt, antwoordde Jack, ae heeft uw stem herkend. Phoebe, schat, herken je me? Het was een overbodige vraag. Het lichaam ven het dier trilde, toen het haar hand langs zün kop voelde. Mün schat, mün schat, herhaalde het meisje, ik ben aoo blü. dat Je me niet verge ten bent! Vergeten! Het hinniken van het paard was zoo veelzeggend als een menschelUke stem. Ze ziet er goed-verzorgd uit, niet? vroeg de jonge Jack. Ik zelf heb haar veroorgd. Ik kon niet toestaan dat een van de stalknechts het deed. En de box heb ik zelf schoon gehou den. Weet u waarom ik dat gedaan heb? In de hoop dat u het eens te weten sou komen en er vrlendelUk door gestemd zou zün. Maar ik bèn vrlendelUk gestemd, zei Nan- „Ik kwam een half uurtje geleden hier bin nen om een praatje te maken met juffrouw Mlggs,” sel juffrouw Benton een kwartiertje later, toen de kapitein, z’n oogen wrüvend. de keuken binnenkwam. ,j£e was niet thuis en daarom bleef ik op haar wachten in de kamer. Omdat ik’ in de voorkamer hoorde praten, ging ik eens küken wie er was. U was het. kapitein Baker, u praatte In uw slaapEn ik zal u maar direct ronduit zeggen, dat ik alles weet U vertelde alles. Het was verschrikkelUk; mün bloed stolde en mün hart stond er bü stil. Ja, u mag wel bleek worden! Wat? U gelooft niet dat ik alles hoorde? Nou” vervolgde ze trlomfantelUk „al is het dan niet een dui zendste deel zoo erg ais de andere dingen die U zei. dan zal ik u dat èène vragen: wat heeft u In Felbrldge uitgehaald? Ja, ja, In Felbrldge! Nou boort u meteen, dat ik het weet...." De kapitein deed een stap achteruit als had juffrouw Benton een revolver op hem gericht. Het bloed stroomde terug naar z'n gezicht. „Elndelük! Elndelük!" riep hü uit. „Elndelük weet Ik het toch! Felbrldge is hét!" En In z'n opgewondenheid greep hü Juffrouw Benton’s magere handen en schudde ze allebei wel honderd maal. „U heeft me zoo’n grooten dienst bewezen, dat ik u m'n heele leven dank baar zal zün!" verklaarde hü- Jlè? Hoe dzs?" luidde de verwonderde vraag. „Omdat m’n vrouw in Felbrldge woont. Ik heb haar in geen vijftien maanden gezien. Ze moet wel denken dat ik dood ben U moet weten dat ik bü kaap Flnlstere over boord geslagen ben. Ze dachten, dat Ik verdronken was, maar een vrachtboot pikte me op. Ik was m’n geheugen kwüt en kon me niets meer herinne ren. Nleta meer. Niet eens waar ik woonde. De vrachtboot was onderweg naar Frankrük. Daar heb ik maanden in een hospitaal gelegen en toen kwam ik weer in Engeland. Ik wist niet eens hoe ik heette, want ik heet eigenlük geen Baker. Maar ik moest me zelf toch een naam geven en daarom nam ik dien; en ik kon me met geen mogelükheid herinneren waar ik woonde. Maar God zü dank, nou weet ik het en Ik ga naar Felbrldge. Met een beetje geluk kan ik den trein van drie uur twintig nog halen.” HU rende naar boven, pakte z’n handvalles en was in een ommezien weer benedep. „Zeg maar aan juffrouw Mlggs hoe het kwaml” riep hü buiten adem. „Ik heb twee pond achtergelaten om haar te betalen. Dat Is meer dan ik haar schuldig ben. Goeden dag en duizendmaal dank! Als dat nu niet zoo wezen moest dat U hier kwam en mü In den slaap hoorde praten, dan weet ik het niet.... complimenten aan Juffrouw Mlggs!” cy. Ik wist niet dat JU Phoebe had gekocht en honderd keer heb ik me afgevraagd wat er van haar geworden was. Zü wacht op u. riep de Jonge Jack uit, en ze zal altüd van u zün. tot u haar komt opelscben. Weet u zeker, dat u het huis niet wilt zien, miss Nancy? Neen, neen.... ik zou bet niet kunnen Waarom niet? Het is van u. zoodra u minuut later wandelde ze de oprijlaan door, die toegang gaf tot de groote poort. Toen ze nog een kind was, werd die laan goed onder houden, nu liepen er diepe voren in. als van zware wagens. Voor ze het wist, stond ze loor den hoofdingang. Ze was büna bang geweest het huls veranderd te vinden, maar ze wist al gauw, dat alles was gebleven als vroeger. Al leen stonden twee karren onder het granieten portiek gestald. Verder was alles hetzelfde ge bleven. Ze zag den vleugel van het huls, waar Konlng Karel I had geslapen, ze zag de ra men van baar eigen kamers terug alles was onveranderd! Een paar minuten stond ze tn gedachten verzonken. Iedere herinnering aan vroeger kwam terug, in haar verbeelding zag ze het oude leven, dacht ze aan de woorden van haar vader en haar haar belofte.... Miss Nancy! U? De stem die deze woorden uitriep, klonk heesch van vreugde. Ze keerde zich om en zag den Jongen Jack Beel. Het was niet te ontken nen: hü was er op vooruit gegaan. Of het door het verblüf ir. Trevanlon Court was. kon ze niet zeggen, maar ze merkte op, dat hü meer savolr vivre had dan vroeger. Hü was ook be ter gekleed. Hü droeg een goed-zlttend rüpak en een mooie overjas. De waarheid was echter dat Jack zün beste plunje had aangetrokken, toen hü boorde, dat Nancy in Cornwall was aangekomen Ik ben blü u te™» te zien, miss Nancy, xel hü. niemand weet hoè blü. U woont bü Dorcas Uren In. nietwaar? Vader en ik kwamen er gisteren voorbü en zü vertelde het dat oogenbHk. Onder gewone omstandigheden zou Nancy zelfs niet aan hem denken, maar nu was hü een middel om het oude huls terug te krijgen. En meer dan dat: hü was goed ge weest voor Phoebe, had haar verzorgd, gevoed, haar laten rijden, dlles. omdat zü van het paard gehouden had. Laten we een ritje maken, drong Jack aan. Ik heb zelf een goed rijpaard en we kunnen gaan waarheen u wilt. Hier Is uw oud zadel ook terug. Nee. nee.... ik zou het aoo graag willen, maar ik durf niet, ik durf niet.... en ae storm de de box uit, terwUl Phoebe verwütend hin- nlkte. NauwelUks was ae buiten, of ze hoorde een hond blaffen en het rennen van pooten In het zand. Eenlge seconden later blafte bet dier van. vreugde. Het is Johnriep het meisje uit. John, brave hond, ken je me nog? ons. U ziet er lang zoo goed niet uit als toen u van ons wegging. Leeds is een benauwde, rookerige stad, antwoordde het meisje, en ik heb hard moe ten werken. Werken? U, werken? Waarom.... Ik ben daar in betrekking. U.... In betrekking? stotterde hü- Wat doet u dan? Ik ben ontwerpster aan een fabriek, ant woordde ze. Ik hoop dat u het daar naar uw zin hebt, zei bü verlegen. Wat een beerlüke morgen, vindt u niet? Wilt u niet even binnen komen? Nancy schudde het hoofd. Alles Is gebleven zooals u bet liet, voegde hü er bü, dat wil zeggen, zooveel als mogelUk was. Dat was ook de afspraak, nietwaar! De stem van het meisje werd plotseling hard en onaangenaam Vindt u dat zoo natuurlük? hield de jonge Jack vol. Het is heülgschennis, viel Nancy plotse ling uit. Wat is heiligschennis? Die zware karren onder het portiek te stallen. Je moet weten, dat Maar ze eindigde haar zin niet. Welk recht had ze eigenlük om aanmerkingen te maken? Ik zal die karren weg laten halen, zei Jack deemoedig. Ik wist niet, dat het u onaan genaam was en het was zoo’n gemakkelüke plaats. Wilt u niet even binnen gaan? Nancy schudde opnieuw van neen. A 11 t rf op dit blad Zün Ingevolge de versekerlngvvoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bü een ongeval met f OCfl bu verlies van een band f 1 °U verlies van een f CA bü een breuk van jtfï bü verlies van "n AHC (lOOfltie t ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeer Ingen f aJ V» verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelUken afloop f een voet of een oog f 1 duim of vrüavlnger «zVe"besn at wnal anderen vinger w- en zal zich herinneren, dat het boek ^/l ..Liefde, Tsjèka en Dood" van het A V-*- Russische kathoUeke meisje Aljk Rach manowa nogal opzien heeft gebaard door de schildering van de rauwe werkelükheden In Sovjet-Rusland. Dit boek, dat wel degelUk voor rijpe levenservarenen moet voorbehouden worden, heeft misschien wat al te sterk den nadruk gelegd op bepaalde Sov- jet-practUken en maakt daarom nu en dan den Een paar minuten was bet sin; toen riep juf frouw Benton plotseling uit: „Ik weet het! We zullen hem bang maken! Negen van de tien mannen hebben in hun leven wel eens Iets ge daan, wat ze voor geen sterveling weten willen. En je kunt aêel op je duimpje nagaan, dat ka pitein Baker, al doet hü zich nog zoo mooi voor, geen haar beter Is dan de rest.” „Ik denk toch niet, dat...." viel juffrouw Mlggs tegen. „Laat mü maar denken." viel juffrouw Ben ton haar In de rede. „Je hebt me verteld, dat de kapitein in z'n slaap praat en dat JU en je nicht daar vaak wakker van bent geworden. En hü praat ook. heb je mü gezegd, als hü in de voorkamer z’n middagdutje doet. Nou. ik kom morgenmiddag om half twee bü Je. Dan zorg JU. dat je niet thuis bent en dan wacht ik op Je. Afgesproken? En dan zal Ik eens goed luis teren. wat voor vreeselijks hü vertelt. Nader hand zal Ik dan eens onder vier oogen met hem spreken en hem vertellen dat Ik alles weet. Als hü kwaad wordt, dan Is er een of ander niet in orde en zal Ik hem vertellen, dat Ik m’n mond alleen maar zal houden als hü een nette vrouw trouwt en z'n le ven betert. Van s dan zal ik zoo terloops Jouw naam noemen en hem vertellenEnfin, onthou wat ik je zeg. binnen een maand ben JU juffrouw Baker!” En juffrouw Benton richtte zich fier op en keek trlomfantelUk op juffrouw Mlggs neer. .Mensch. je bent een kraan! Ik krijg een beving, als Ik er aan denk. Mün hart klopt com pleet hier.en juffrouw Mlggs wees op haar keel. Den volgenden dag, precies half twee, kwam juffrouw Benton. Tien minuten over half twee was ze In de voorkamer en luisterde. In 't eerst hoorde ze niets dan snurken en woorden zon der zin, Bü sommige er van spitste zü haar ooren. Dat was als de kapitein het over z'n rei zen had. DuldelUk sprak hU daarna het woord: „Felbrldge” uit. Ze hoorde het niet ééns, maar wel twee, drie keer. En telkens als de kapitein dat woordje zei, bracht hü z'n hand naar z’n voorhoofd en trok hü met z’n oogleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 9