Sovjet-onderdanen in 1920
N
TtetfLufieStaotie
KWALITEITEN
Het Erfdeel
Man en vrouw zijn één
in hun lof over „ZU’’-crème. Zij Is Inderdaad
even onmisbaar voor de verzorging van huid
en teint der vrouw, als voor den man. die
pijnloos, spiegelglad en onberispelijk
:ren gesteld is. In prijzen van 2075 ct.
wuAaal win den day
d
r
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
ROBINSONschoenen zijn prima
Nederlandsch fabrikaat
(Ingezonden Mededeellng)
f
WOENSDAG 10 MEI
De trek van de boeren
zwaluw
ONTWRICHTE LEVENS
Van kinderen en
huwelijk
I,
De aanval op
i kapitein Baker
■mMimmmmmmwmmmnmmmmimmmmmmm
Oudheidkundige vondst
EN
PASS
M
Een nieuw boek van de Russische
studente A. Rachmanowa
124
ER
tr.
>te
Het resultaat der enquête van de
Ned. Phaenologische
vereeniging
De waarheid over
Rusland
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
het een komen kapitein Baker I
we natuurlük op i
i’
MARTIN BERDEN
Juffrouw
„Het
te
„Willen jullie een ritje doen op het
oude nijlpaard?” vroeg de zeeman.
Robbie
„GW,
zeide
begeerig.
„maar Topsy moet achteraan gitten”.
„Nee, Ik wil niet", eel Topey, Jk ben
Xt
bang, dat hij mü bijt".
„Hjj zal jou niet buten”, zei Freddy,
„maar ik zal hem beletten te buten,
ook al zou hU het willen".
dus
De
M
M
en de jonge Jack
Wordt vervolgd.
I
De algemeene medewerking van
Pers, gevoegd bü de even algemeene
stelling voor onze populaire zwaluw, heeft ge
leld tot het bUeenbrengen van een zeer uitge
breid waarnerTiingsmaterlaalniet minder dan
ruim 1112 berichten kwamen in; zü betreffen
tneer dan 4600 vogels. Het resultaat van de en
quête wordt in het volgende kort weergegeven:
leg
35.
ld
ds
QP
schei
als het
wat je
Nu oaas aan rebus.
Haal gemakkelijki
OP: PASS: EN -
OPPASSEN. Dankt
U daar aan achter
het stuur van auto,
motor of Hots?
Uit hol Engolsch va*
Joseph Hocking
Op den bodem van de rivier Amu-Darja,
nabij Termes te een steenen fries gevonden,
voorstellend drie menschelUke figuren met mu
ziekinstrumenten.
Naar de meening van oudheidkundigen da
teert het voorwerp uit den tüd van Alexander
den Groote.
Naar dit gebied te thans een archaeologteche
expeditie vertrokken.
unmitiiiiinHiHiMM KIEKJES
kocht haar omdat u zoo van haar
Jack. en niemand heeft
(Nadruk verboden)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii
Freddy maakte aan een zwemgordel
een touw vast en deed den gordel om
den snuit van het nUlpaard. HU zette
toen Robbie en Topsy op zUn rug en
gaf Robbie bet touw als leidsel in de
hand.
„HU kan zUn bek nou niet openen”,
zeide de zeeman glimlachend.
„Houd het touw stevig vast, Rob
bie”, raadde Topsy.
Een aardmannetje kwam voorbU en
lachte hen uit.
„WU hebben geen zwemgordel noo-
dlg, om ons tegen meneer Hippo te
beschermen", zeide hü-
(Morgenavond vervolg).
wilt.
Jack Beel was een gevaarlüke tegenpartij op
Dit boek, dat
levenservarenen
heeft misschien
indruk niet heelemaal objectief te zUn. Deze In
druk wordt trouwens ook gewekt door den sa
menhang van het boek, dat weliswaar In den
vorm van een argeloos dagboek werd uitgegeven,
maar dat de sporen draagt van een nauwkeurige
voorbereiding en een goed-opgezetten roman.
Thans Is, wederom In Nederlandsche vertaling
bU de firma Teulings te ’s Hertogenbosch, het
tweede boek van Aljè Rachmanowa verschenen,
eveneens in den vorm van een dagboek en ge
titeld ,MUn huwelUk In rooden Storm'.’. Dit
tweede boek te veel minder op effecten berekend
en maakt daarom een veel betrouwbaarder In
druk. Het lUkt wel, of de achrUfster aan haar
eerste boek geleerd heeft hoe het had moeten
zUn. ZU te dan ook in het tweede beheerschter
van toon en van schildering. Maar ook hier
geldt de waarschuwing, dat deze lectuur alleen
voor levenservarenen geschikt te. Voor hen ech
ter is het boek Interessant genoeg en daarom
willen wU mede aan de hand van dit boek enkele
episoden schetsen uit het leven In den rooden
staat.
Dit tweede dagboek begint op 13 September
1920 De schrUfster heeft een Dultscher ont
moet, die met haar wil trouwen. In weerwil van
haar overstelpend geluk, temidden van de al
gemeene ellende, te zü bedroefd, omdat de
vreemdeling immers zoo spoedig mogelük Rus
tend zal verlaten om zich in eigen vaderland
veilig te stellen. Aljk woont met haar moeder,
die voortdurend ziek te en haar twee zusters in
een vlezen treinwagon In de nabUheld van
Omsk In Siberië. Het eten te verschrikkelUk
slecht en schaarsch. De vrees, door de bolsje
wieken te worden gevangen, groeit dagelüks. Het
meisje werkt op een bibliotheek en verdient
niet eens genoeg om voor zichzelf, laat staan
voor het gezin, voedsel te kunnen koopen. Het
is Uskoud In den wagen en meermalen komt
bet voor, dat ’s nachts de slapers wakker wor
den van pUn, omdat bü een wending van het
hoofd enkele haren worden uitgetrokken die aan
de planken zUn vastgevroren. Aan stoken valt
nauwelUks te denken. Het weinige hout, dat de
bourgeois kunnen krUgen is zoo kletsnat, dat
men wel aan opzet moet denken. De bolsjewiek,
die voor de houtverdeellng heeft te zorgen, heeft
waarlUk wel Iets anders te doen. HU houdt zich
nog al eens onledig met het loopen achter bour-
geoismelsjes, die immers geen kik durven geven,
omdat zU wel weten, dat haar leven In de han
den van dien eenen jongeling ligt. De dochter
van dokter Rachmanof ging eens naar dezen
man toe om hout te vragen. ZU trof hem aan
in de nabUheld van een schuur, terwUl hU bezig
was een jeugdige typiste voor zich uit te drUven
met de bedoeling haar te straffen, omdat zü
fouten had getikt In een brief, waarbU het feit,
dat hU zelf geen brief kon schrijven, niet mee
telde. Op verzoek van de bezoekster, liet hü het
meisje vrU en werd op de vraagster verliefd.
Tot tien maal toe liet hU haar terugkomen, ont
ving haar telkens hartelUk, liet haar plaats
nemen op zün kantoor, verklaarde zün liefde,
beloofde hout en zei nu en dan terloops, dat hü
haar kon laten doodschieten als hU wilde. Ten
slotte bleef de vereerde weg, er werd niettemin
een behoorlUke voorraad hout gebracht.... Een
teekenend tafereel!
Intusschen werd tusschen Al ja en haar Dult-
echer een grootsche strUd in edelmoedigheid ge
voerd, waarvan *t slot was een huwelijk tusschen
twee overgelukkige meAschen, een stuk geluk In
een wereld van misère. Want nergens is de
ellende grooter dan in de „wagonstad", die im
mers bewoond wordt door menschen, die ge
vlucht zün voor de Rooden en die dus als het
ware vogelvrU zün en lederen dag door den
dood kunnen achterhaald worden.
De, Rooden, die een of ander gezaghebbend
baantje bekleeden, maken daar duchtig gebruik
van en doen dit met te grooter grofheid, naar
mate zU minder ontwikkeld zUn. Een Tsjeklst
(lid van de Tbjèka) kan zich daarom de weel
de veroorloven bü een vroegere doktersfamilie op
bezoek te gaan In een van die vieze woonwagens,
waar de menschen als ratten leven. HU komt
binnen, groet joviaal, valt in een luien stoel en
laat zich een sigaret aanbieden, terwUl de vrouw
„des huizes” en de dochters met begrüpelüken
angst hem zooveel In hun armoe mogelük Is,
van alle gemakken voorzien. HU praat luchtig
over de nieuwe toestanden en beweert langs
zUn neus weg, dat hü over de levens van alle
bourgeois uit de omgeving kan beschikken.
„Het heeft zUn bekoring,” aldus de man, „te
weten, dat men met andere menschen kan doen
wat men wil. En die bekoring wordt niet wei
nig verhoogd door het feit, dat al die bour
geois ineens zoo onderworpen zün geworden.
den tUd. wanneer ze uw eigendom zal zün. Ik
heb dezelfde box voor haar bewaard en er is
geen paard in Cornwall, dat beter verzorgd
wordt. Wilt u niet meegaan om te zien of ze u
herkent?
Jonge Jack had een verstandlgen set gedaan:
hU zou
haar in
brengen,
haar op
Aan de redactie van een blad, dat door Rus
sische ballingen gedreven wordt, heeft men het
bewüs gekregen, d^t de Russische boeren gre
tig luisteren naar lezingen over Rusland, die
door bultenlandsche radio-stations worden uit
gezonden.
De redactie ontving een brief van een ano
niem luisteraar in Rusland, die een radio
lezing gehoord had uit Praag. HU schreef. WU
stonden versteld gisteravond, toen wü naar de
lezing luisterden van een uitgeweken Russl-
achen professor te Praag over den werkelUken
stand van zaken In Sovjet-Rusland.
De schrUver verzoekt de redactie den pro
fessor te bedanken, dat hU aan de arme Rus
sische boeren de waarheid vertelt, aangezien
zU gaarne zaken vernemen, waarover zU In
Rusland zelfs niet mogen nadenken.
I
hem vertellen.
binnen een
dochter, tot In het diepst vj
dlgd, moeten rustig zUn get
hem vrlendelUk bejegenen.
Hoe zag het er met de kinderen uit om
streeks dezen tUd? Ziehier een tafereel, 'dat
niet eens betrekking heeft op de tienduizenden
kleine zwervers, die het platteland onveil g ma
ken. Hier is een zg. kinderbewaarschool, waar
ouderlooze kinderen of stakkerds, die door hun
ouders In den steek werden gelaten, worden
opgenomen. Aan het hoofd staat Llpa Udlnt-
zena, een gewezen gymnasiaste, even ellendig
gekleed en gevoed als alle andere bourgeois. Ook
zU werkt dag in dag Uit. VrUwel voor niets. In
een hoek zitten drie kinderen op een stroozak.
in smerige lompen, bleeke gezichten, onrustig
brandende oogen, bloote armpjes, die als vuile
staakjes uit de mouwen hangen. Het jongetje Is
acht, maar lükt elf. Het antwoordt niet op vra
gen. maar kUkt ah een booze zieke hond. Oele
haren plakken op zUn voorhoofd. HU hield zUn
kleine zusje bü de hand, een vies kindje met een
onnoozel lachje op het gezicht. Nog een vUf-
jarig jongetje met een door ondervoeding op
gezet buikje! De trekken op het gezicht zün niet
te onderscheiden, omdat zü door vuil bedekt zUn.
Plotseling geeft de oudste jongen zUn broer
tje een slag met de vuist op het hoofd. Dan
haalt hU een leeren riem voor den dag en wil
daarmede de kleine te lUf gaan. „Waarom doe
je dat?" werd hem gevraagd. „Waarom jankt-
le?" vroeg de knaap terug en dit leek hem vol
doende uitleg. HU vond dit heel gewoon. Z’n
korte leven had hü dit gezien van zün vader
De kleeren van de drie kleinen waren aan el
kaar genaaid. Waarom? Dit was gewoonte, om
den vader te beletten de kleinste weg te pikken
uit hun slaaphok. HU had zoodoende te kiezen
tusschen geen of drie. Juist den dag tevoren was
hü doodgeschoten. „Gelukkig maar.” voegde de
jongen er aan toe. „Een hond moet maar ah
een hond sterven. HU heeft moeder ook dood
geranseld.” Even begon het mehje te schreien
en weer kreeg zü met den leeren riem.
Ziedaar een beeld van kinderellende.
Een ander beeld! Een jonge voqgt, ziek en
afgemarteld zoekt vergeefs een betrekking. Ah
vorst heeft hü meer kans op den kogel. Daarom
heeft hU zUn papieren vervalscht, waardoor hü
zUn vader kan upgeven ah een lakei, zoodat hü
tot de proletariërs kan gerekend worden. Maar
zUn fUne handen, zUn manieren en zün talen
kennis maken hem verdacht. HU krijgt geen be
trekking. HU schildert en is een vrü goed ar
tist. Maar voor de schilderkunst voelt een hon
gerig volk niet veel. Nu maakt hü teekenlngen
van Lenin en Trotzkl en verkoopt die aan kan
toren, die behoefte hebben aan de beeltenis der
leiders. Zoo moet dus een vroegere vorst bestaan
van teekenlngen zUner onderdrukkers. Maan
denlang weigert hU dit bestaan, maar de honger
dwingt hem en zün vrouw daarbij. Men moet
immers leven.
Dokter Rachmanof, die een half jaar tevoren
uit den woonwagen Is weggesleurd en naar het
koortsdistrict In Siberië werd gezonden, komt
terug in zün familie. HU Is oud geworden to
taal versleten. HU heeft doffe oogen en spreekt
geen woord. ZUn komst heeft droefheid verwekt
Inplaats van vreugde. Men kan niet meer blü
zün In dit land, waar de kerken leeg staan en
waar de honger allen verwoest, waar het huwe
lUk een experiment is. Het huwelük? Een com
muniste is aan t woord en zegt: „Het heeft ab
soluut geen zin een gezin te stichten. Een gezin
is eenvoudig een treurig overblUfsel uit den
CzarentUd. Kinderen kan men toch wel hebben
en ah men er niet voor kan zorgen, geeft men
ze aan den Staat. We hebben geen tüd voor
kinderen noch voor een huwelük, noch voor de
sentimenteele liefde. We moeten den nieuwen
staat bouwen. Het beste Is telkens wat nieuws
te zoeken, een nieuwen man, een nieuwe Heide!
Dat houdt ons frisch. In het huwelUk ligt alleen
verschrompeling.'’ Maar daarmee verklaart een
juffrouw van een bibliotheek, dat alle men
schen, ook die vurige comunlsten, bü voorkeur
die boeken lezen, die betrekking hebben op de
liefde en een gelukkig huwelUk. De opbouw van
den staat, de politiek, de landbouwproblemen,
waarover eveneens boeken geschreven zün, laat
95 pCt. koud. Men kletst wel veel over Marx en
Lenin, men beschimpt het huwelük en de men
schelUke ziel en prijst het systeem en de statis
tiek, maar men hunkert naar de warme ge
negenheid van mensch tot mensch. Een com
muniste, die de vrije liefde predikt en In prac-
tUk brengt, liegt door woord en daad, zelfs zon
der bet te weten. Alles hangt scheef In den
Sovjet-staat! Een mehje, dat er aardig uitziet,
kan overal een betrekking vinden, mits zü aan
bepaalde scpandelUke voorwaarden voldoet. Doet
zü dit niet, dan werkt het hongersysteem tame-
lUk onfeilbaar. En hoe onschuldiger, hoe hulp
behoevender het meisje h, des te hardvochtiger
de mannen, die macht over haar hebben. Lee-
lüke meisjes komen niet In aanmerking, tenzü
ze door en door communist zün en daarvan
doorslaande bewüzen hebben gegeven.
Zü. die nog in God gelooven en niet afgeval
len zün uit angst en moedeloosheid, durven dit
niet te uiten. Zü huichelen ongeloof of onver
schilligheid. Zü weten de spionnen van de
Tsjèka voortdurend om zich heen en de vrees
h te grooter naarmate de Tsjèka geheimzinni
ger gaat werken....
Zoo was de toestand In Rusland in Novem
ber 1920.
De eerste zwaluw h gemeld op 28 Maart <te
Wlnterswük. vervolgens telkens één op 3. 4 en
5 April, zes op 7 April en 15 op 18 April. Deze
27 voorloopers wezen merkwaardigerwüze reeds
direct de banen aan, die de groote massa’s wou
den volgen. De eigenlüke trek begon op 9 April,
toen de zwaluw van 67 plaatsen werd gemeld.
De volgende acht dagen 1017 April hadden
reep. 83. 125, 155, 125, 58, 52, 37 en 48 meldin
gen, daarna In de week van 1824 April nog 72
en ook toen was de trek nog niet geheel voor-
bü- Het hoogtepunt was dus op 1113 Aijril.
maar de geheele trek nam dit jaar ongeveer
een maand In beslag.
Het resultaat met betrekking tot de gevolgde
wegen is zeer frappant en weergegeven op het
hierbü afgedrukte kaartje.
de Ned.
belang-
Vooral die jonge dametjes, die vroeger niet voor
de poes waren, en die nu kwispelstaarten als
Jonge hondjes”. De jongeman rookt, drinkt,
zingt en maakt grapjes. Zün gastvrouw en haar
ran haar ziel belee-
aanhooren en
een,” au juilrouw Mlggs, die zaoMu*
verhuurde, mismoedig, „het viel me hee
lemaal niet mee. Ik legde m'n hand on
verwachts op m'n hart en riep uit alle macht
„O hemeltje, o hemeltje!" net zooals JU het me
gezegd had, en toen deed Ik alsof ik flauw viel.
Ik Het me voorover vallen, zoodat hü me In z’n
armen moest opvangen, maar, morgen brengen,
boor; hü Het me rakelings langs zich heen sUÜ-
ken en ik kwam met een smak op den grond
terecht en bezeerde m'n elleboog.”
Juffrouw Mlggs voelde het nog en wreef met
baar hand over de gevoelig; plek.
,JEn raapte hü je op?” vroeg juffrouw Benton,
vol belangstelling.
„Neen, hoor! HU keek naar me alsof hü van
lotje getikt was en liep toen nasu' juffrouw
Brown, naast de deur. En.... en....”
„Nou. en? Oa toch door mensch,” drong juf
frouw Benton nieuwsgierig aan.
„Enen Ik hoorde, hoe hü Juffrouw Brown
vertelde, dat hü geloofde dat Ik tegen den grond
geslagen was omdat ik het zuur had."
„De kapitein Is al geen haar beter dan andere
mannen.' mopperde Juffrouw Benton, spütlg.
„Maar, In leder geval, hü mag zoo hard achynen
als hü Wil, hu moet toch hier of daar een
zwakke plek hebben, en als
„Ik heb al van alles geprobeerd. Maar Ik kan
hem niet naioopen als een hond en hem smee-
ken met mü te trouwen. Ik voel me anders zóó
Wanhopig dat Ik tot atlles In staat ben.”
„Nou mensch. Ik ben, zooals je weet, tweemaal
getrouwd.” zei Juffrouw Benton. .M'n eerste
man kreeg Ik, zooals ze dat noemen, door z'n
maag; hü was gek op een goed leventje en op
kalfslever en ham, nou. daar kon je hem wel In
begraven. Een week lang kwam hü eiken avond
bü me en je weet dat ik koken kan! Hü wist
het ook. en nadat ik hem een gebakken kalfs
lever had voorgezet, hebben we een poosje ge
praat en het zaakje was voor mekaar. Twaalf
maanden na z'n dood trouwde Ik Benton. Ik
kreeg hem door z'n hoofd. HÜ w*ou een ver
standige vrouw, die hem helpen kon in z’n za
ken. Enfin, om kort te gaan, kapitein Bakei
moet ook een zwakke plek hebben. Zie te weten
te komen, wat het Is, en je hèbt hem, mensen!
Heb je al eens geprobeerd om 's nachts te hul
len. zoo, dat hü je hooren kon, zooals ik jc
zei?"
„Ja.... en toen zei hü den volgenden morgen
dat ik hem moest laten trekken.”
„Laten trekken?" vroeg juffrouw Benton ver
baasd.
„Ja, hü dacht, dat ik kiespün had."
Benton wreef met haar magere
hand langs d'r voorhoofd en dacht na.
duldelUk genoeg,” meende ze ten
slotte; „hü heeft geen hart en geen gevoeL En
r is wat je zegt, dat hü alles eet
voorzet en dat hü nooit een aan
merking'op het eten msuütt, dsm krüg je hem
niet door z’n maag.”
Dat Is nu Juist het ontbüt waarnaar Ik
beb verlangd, lachte Nancy.
Ja, maar Ik ben ook zoo blü om u terug
*e zien, miss Nancy Komt uw vriendin ook
ontbüten? ,z
Neen, vandaag moet ze in bed blüven. Ze
gisteravond erg vermoeid.
Ze zag er slecht uit, maar over een week
Ml ze wel opgeknapt zün. Ik was zoo vrü even
ta haar slaapkamer te küken en ze sliep zoo
gerust als een pas-geboren kind.
Wat gaat u na het ontbüt doen? vroeg de
oude vrouw vrlendelUk
Nancy gaf geen antwoord, maar de vrouw
raadde haar gedachten.
negen uur verUet Nancy opnieuw het
huls en ging op weg naar Trevanlon Court. Ze
was er büna bang voor om het weer te zien en
bxih trok het haar als een magneet.
Ze sloeg een pad In, midden door de velden;
■e kon zich niet beheerschen en ze zette het
°P een loopen, tot ze, op den top van den heu-
*el gekomen, haar oude tehuis zag liggen. Een
Op dat oogenblik haatte ze Jack Beel.
Neem dan even een kukje In de stallen
drong hü aan.
Liever niet, dank je.
Doe het maar, vroeg hü, Ik zal u wat
laten zien, voegde hü er geheimzinnig aan toe.
Wat dan?
Herinnert u zich uw paard? Phoebe, be
doel ik. Die uw vader voor u kocht?
Phoebe! riep het meisje. Is die daar?
Ja. wist u dat niet? Ik heb haar gekocht.
Ik wist hoeveel u van haar hield, en daarom
heb ik haar gekocht, hoewel er veel Hefheb-
bers voor waren.
De Hppen van het meisje beefden. Ze her
innerde zich, hoeveel tranen haar het afscheid
van Phoebe had gekost.
Ik
hield, fluisterde
haar bereden sinds -j weg was.
Is dat werkelük waar?
De zuivere waarheid.
Haar stem werd week
merkte het direct
Phoebe was uw paard, zei hü, hoe kon
Ik Iemand anders toestaan haar te berüden?
Vader heeft het mü kwalük genomen, maar
dat kan me niet schelen. Ik heb haar eiken
dag laten loopen, maar niemand mocht er op
rüden. Uw zadel heb Ik ook gekocht. Wilt u
vanmorgen niet een eindje mee gaan rüden.
Miss Nancy? Ik zou het heerlijk vinden. Het
zou weer zün als vroeger, want Ik noem haar
nooit mün paard, vervolgde hü. maar altijd:
het paard van miss Nancy, en ik verlang naar
Een trekbaan is hier breeder geteekend wan
neer er meer meldingen in verwerkt zün. De
grenzen zün in werkelükheld niet zoo scherp
als men misschien uit deze schematische voor
stelling zou opmaken. Zoo is b.v. Zuid-Holland
benoorden de Nieuwe Maas èèn groot trekge-
bied. evenals West-Utrecht en Noord-Holland
bezuiden Alkmaar. In het Zuiden van Noord-
Brabant, en in het geheele N.O. van het land
liggen daarentegen vrü groote gebieden, die
buiten den trek blüven.
Er blüken dus drie Invalsporten te zijn, de
voornaamste bü Eysden. Deze baan volgt de
Maas tot Venlo, gaat dan door Duitschland
naar het N N O. en brengt daarna weer zeer
veel vogels In den OostelUken Achterhoek en
Twente.
De tweede belangrüke baan komt binnen bü
Oostburg In Zeeuwsch-Vlaanderen, gaat eerst
langs de kust en brengt dan vla Noord-Holland
het grootste deel van zün vogels naar Fries
land.
De derde Invalspoort ligt bü Temeuzen, dus
eveneens In Zeeuwsch-Vlaanderen. De vogels,
die deze baan volgen trekken regelrecht vla
Dordrecht, Amersfoort, Kampen naar den Dol
lard. Deze baan is, reeds bekend'uit vroegere
onderzoekingen omtrent andere vogels.
Van de Maasgroep gaat een belangrük deel
benoorden Roermond naar het N.W. naar Dor
drecht. Een ander gedeelte volgt de Maas tot
Mook, trekt naar het IJseldal en volgt deze ri
vier tot Kampen. Sommige vogels echter trek
ken over de Veluwe naar het Noorden.
In Zuld-Holland komen de zwaluwen
van drie kanten en zü maken deze provincie,
zooals reeds is opgemerkt, tot één groot trek-
gebied. Hieruit concentreeren de vogels zich
weer In Holland’s Noorderkwartier, omdat de
exemplaren, die aan het IJselmeer terechtko
men, dit meer niet direct oversteken. doch
eerst de kust naar hef N.W. volgen. Het pas-
seeren van bet IJselmeer geschiedt dus waar-
schljnlük alleen via EnkhuizenStavoren.
Binnenkort zal een uitvoeriger verslag met
vier kaarten In druk verschUnen en ook voor
belangstellende niet-leden der Ned. Phaenolo
gische Vereeniging tegen geringe vergoeding
(30 cent) verkrijgbaar worden gesteld (post
giro 193322, G. Wolda, Wagenlngen).
De door een aantel medewerkenden aan de
enquête gestelde vragen zullen afzonderlijk
worden beantwoord.
Voor het lidmaatschap der Ned. Phaenologi
sche Vereeniging kan men zich aanmelden bü
den secretaris J. D. Vis, Assendelft.
Reizen, maakt je niet veel rijker,
Hoogeten» maar een beetje w(j»,
Waar de centje», die je uitgaj
Z(jn gebleven op de rei»!
Wat je meebrengtz(jn de kiekjes
Van het mooiste, dat u zag.
Daarom haalt men ze zoo gaarne
En met geestdrift voor (ten dag!
Alles wat een beetje opviel,
Waar je Idter zoo aan hecht,
Is beknopt, in zes bij negen,
Met één knipje vastgelegd!
Eerst nog geur je met de kiekjes
En ’t voldoet je wel het meest.
Anderen te laten kijken,
Waar je zelf bent heen geweest!
Doch het spreekt, de interesse
Qaat voor anderen vlug heen,
En dan blijven ze, wat later,
Inderdaad voor u alleen!
Maar de heerlijke herinn’ring.
Die daarmee wordt opgehaald,
Doet u zeggen: zelfs met reisgeld
Zijn ze niet te duur betaald!
nleta hebben kunnen bedenken, dat
een mildere stemming had kunnen
Phoebe, het paard dat haar vader
haar verjaardag had gegeven, het
paard, waarvan ae hield of het een menscheHjk
wezen was!
Voor het goed tot haar doordrong, was ae
den jongen Jack al gevolgd naar de stallen.
Wat is dat? vroeg ae, toen ze bü de deur
kwamen.
Phoebe hinnikt, antwoordde Jack, ae
heeft uw stem herkend.
Phoebe, schat, herken je me?
Het was een overbodige vraag. Het lichaam
ven het dier trilde, toen het haar hand langs
zün kop voelde.
Mün schat, mün schat, herhaalde het
meisje, ik ben aoo blü. dat Je me niet verge
ten bent!
Vergeten! Het hinniken van het paard was
zoo veelzeggend als een menschelUke stem.
Ze ziet er goed-verzorgd uit, niet? vroeg
de jonge Jack. Ik zelf heb haar veroorgd.
Ik kon niet toestaan dat een van de stalknechts
het deed. En de box heb ik zelf schoon gehou
den. Weet u waarom ik dat gedaan heb? In
de hoop dat u het eens te weten sou komen
en er vrlendelUk door gestemd zou zün.
Maar ik bèn vrlendelUk gestemd, zei Nan-
„Ik kwam een half uurtje geleden hier bin
nen om een praatje te maken met juffrouw
Mlggs,” sel juffrouw Benton een kwartiertje
later, toen de kapitein, z’n oogen wrüvend. de
keuken binnenkwam. ,j£e was niet thuis en
daarom bleef ik op haar wachten in de kamer.
Omdat ik’ in de voorkamer hoorde praten, ging
ik eens küken wie er was. U was het. kapitein
Baker, u praatte In uw slaapEn ik zal u
maar direct ronduit zeggen, dat ik alles weet
U vertelde alles. Het was verschrikkelUk; mün
bloed stolde en mün hart stond er bü stil. Ja,
u mag wel bleek worden! Wat? U gelooft niet
dat ik alles hoorde? Nou” vervolgde ze
trlomfantelUk „al is het dan niet een dui
zendste deel zoo erg ais de andere dingen die
U zei. dan zal ik u dat èène vragen: wat heeft
u In Felbrldge uitgehaald? Ja, ja, In Felbrldge!
Nou boort u meteen, dat ik het weet...."
De kapitein deed een stap achteruit als had
juffrouw Benton een revolver op hem gericht.
Het bloed stroomde terug naar z'n gezicht.
„Elndelük! Elndelük!" riep hü uit. „Elndelük
weet Ik het toch! Felbrldge is hét!"
En In z'n opgewondenheid greep hü Juffrouw
Benton’s magere handen en schudde ze allebei
wel honderd maal. „U heeft me zoo’n grooten
dienst bewezen, dat ik u m'n heele leven dank
baar zal zün!" verklaarde hü-
Jlè? Hoe dzs?" luidde de verwonderde vraag.
„Omdat m’n vrouw in Felbrldge woont. Ik
heb haar in geen vijftien maanden gezien.
Ze moet wel denken dat ik dood ben U
moet weten dat ik bü kaap Flnlstere over boord
geslagen ben. Ze dachten, dat Ik verdronken was,
maar een vrachtboot pikte me op. Ik was m’n
geheugen kwüt en kon me niets meer herinne
ren. Nleta meer. Niet eens waar ik woonde. De
vrachtboot was onderweg naar Frankrük. Daar
heb ik maanden in een hospitaal gelegen en
toen kwam ik weer in Engeland. Ik wist niet
eens hoe ik heette, want ik heet eigenlük geen
Baker. Maar ik moest me zelf toch een naam
geven en daarom nam ik dien; en ik kon me
met geen mogelükheid herinneren waar ik
woonde. Maar God zü dank, nou weet ik het en
Ik ga naar Felbrldge. Met een beetje geluk kan
ik den trein van drie uur twintig nog halen.”
HU rende naar boven, pakte z’n handvalles en
was in een ommezien weer benedep.
„Zeg maar aan juffrouw Mlggs hoe het
kwaml” riep hü buiten adem. „Ik heb twee
pond achtergelaten om haar te betalen. Dat Is
meer dan ik haar schuldig ben. Goeden dag en
duizendmaal dank! Als dat nu niet zoo wezen
moest dat U hier kwam en mü In den slaap
hoorde praten, dan weet ik het niet....
complimenten aan Juffrouw Mlggs!”
cy. Ik wist niet dat JU Phoebe had gekocht
en honderd keer heb ik me afgevraagd wat er
van haar geworden was.
Zü wacht op u. riep de Jonge Jack uit,
en ze zal altüd van u zün. tot u haar komt
opelscben. Weet u zeker, dat u het huis niet
wilt zien, miss Nancy?
Neen, neen.... ik zou bet niet kunnen
Waarom niet? Het is van u. zoodra u
minuut later wandelde ze de oprijlaan door,
die toegang gaf tot de groote poort. Toen ze
nog een kind was, werd die laan goed onder
houden, nu liepen er diepe voren in. als van
zware wagens. Voor ze het wist, stond ze loor
den hoofdingang. Ze was büna bang geweest
het huls veranderd te vinden, maar ze wist al
gauw, dat alles was gebleven als vroeger. Al
leen stonden twee karren onder het granieten
portiek gestald. Verder was alles hetzelfde ge
bleven. Ze zag den vleugel van het huls, waar
Konlng Karel I had geslapen, ze zag de ra
men van baar eigen kamers terug alles was
onveranderd! Een paar minuten stond ze tn
gedachten verzonken. Iedere herinnering aan
vroeger kwam terug, in haar verbeelding zag
ze het oude leven, dacht ze aan de woorden
van haar vader en haar haar belofte....
Miss Nancy! U?
De stem die deze woorden uitriep, klonk
heesch van vreugde. Ze keerde zich om en zag
den Jongen Jack Beel. Het was niet te ontken
nen: hü was er op vooruit gegaan. Of het door
het verblüf ir. Trevanlon Court was. kon ze
niet zeggen, maar ze merkte op, dat hü meer
savolr vivre had dan vroeger. Hü was ook be
ter gekleed. Hü droeg een goed-zlttend rüpak
en een mooie overjas. De waarheid was echter
dat Jack zün beste plunje had aangetrokken,
toen hü boorde, dat Nancy in Cornwall was
aangekomen
Ik ben blü u te™» te zien, miss Nancy,
xel hü. niemand weet hoè blü. U woont
bü Dorcas Uren In. nietwaar? Vader en ik
kwamen er gisteren voorbü en zü vertelde het
dat oogenbHk. Onder gewone omstandigheden
zou Nancy zelfs niet aan hem denken, maar
nu was hü een middel om het oude huls terug
te krijgen. En meer dan dat: hü was goed ge
weest voor Phoebe, had haar verzorgd, gevoed,
haar laten rijden, dlles. omdat zü van het
paard gehouden had.
Laten we een ritje maken, drong Jack
aan. Ik heb zelf een goed rijpaard en we
kunnen gaan waarheen u wilt. Hier Is uw oud
zadel ook terug.
Nee. nee.... ik zou het aoo graag willen,
maar ik durf niet, ik durf niet.... en ae storm
de de box uit, terwUl Phoebe verwütend hin-
nlkte.
NauwelUks was ae buiten, of ze hoorde een
hond blaffen en het rennen van pooten In het
zand. Eenlge seconden later blafte bet dier van.
vreugde.
Het is Johnriep het meisje uit. John,
brave hond, ken je me nog?
ons. U ziet er lang zoo goed niet uit als toen
u van ons wegging.
Leeds is een benauwde, rookerige stad,
antwoordde het meisje, en ik heb hard moe
ten werken.
Werken? U, werken? Waarom....
Ik ben daar in betrekking.
U.... In betrekking? stotterde hü- Wat
doet u dan?
Ik ben ontwerpster aan een fabriek, ant
woordde ze.
Ik hoop dat u het daar naar uw zin hebt,
zei bü verlegen. Wat een beerlüke morgen,
vindt u niet? Wilt u niet even binnen komen?
Nancy schudde het hoofd.
Alles Is gebleven zooals u bet liet, voegde
hü er bü, dat wil zeggen, zooveel als mogelUk
was.
Dat was ook de afspraak, nietwaar!
De stem van het meisje werd plotseling hard
en onaangenaam
Vindt u dat zoo natuurlük? hield de jonge
Jack vol.
Het is heülgschennis, viel Nancy plotse
ling uit.
Wat is heiligschennis?
Die zware karren onder het portiek te
stallen. Je moet weten, dat
Maar ze eindigde haar zin niet. Welk recht
had ze eigenlük om aanmerkingen te maken?
Ik zal die karren weg laten halen, zei Jack
deemoedig. Ik wist niet, dat het u onaan
genaam was en het was zoo’n gemakkelüke
plaats. Wilt u niet even binnen gaan?
Nancy schudde opnieuw van neen.
A 11 t rf op dit blad Zün Ingevolge de versekerlngvvoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f bü een ongeval met f OCfl bu verlies van een band f 1 °U verlies van een f CA bü een breuk van jtfï bü verlies van "n
AHC (lOOfltie t ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeer Ingen f aJ V» verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelUken afloop f een voet of een oog f 1 duim of vrüavlnger «zVe"besn at wnal anderen vinger
w- en zal zich herinneren, dat het boek
^/l ..Liefde, Tsjèka en Dood" van het
A V-*- Russische kathoUeke meisje Aljk Rach
manowa nogal opzien heeft gebaard door
de schildering van de rauwe werkelükheden
In Sovjet-Rusland. Dit boek, dat wel
degelUk voor rijpe levenservarenen moet
voorbehouden worden, heeft misschien wat
al te sterk den nadruk gelegd op bepaalde Sov-
jet-practUken en maakt daarom nu en dan den
Een paar minuten was bet sin; toen riep juf
frouw Benton plotseling uit: „Ik weet het! We
zullen hem bang maken! Negen van de tien
mannen hebben in hun leven wel eens Iets ge
daan, wat ze voor geen sterveling weten willen.
En je kunt aêel op je duimpje nagaan, dat ka
pitein Baker, al doet hü zich nog zoo mooi voor,
geen haar beter Is dan de rest.”
„Ik denk toch niet, dat...." viel juffrouw
Mlggs tegen.
„Laat mü maar denken." viel juffrouw Ben
ton haar In de rede. „Je hebt me verteld, dat
de kapitein in z'n slaap praat en dat JU en je
nicht daar vaak wakker van bent geworden. En
hü praat ook. heb je mü gezegd, als hü in de
voorkamer z’n middagdutje doet. Nou. ik kom
morgenmiddag om half twee bü Je. Dan zorg
JU. dat je niet thuis bent en dan wacht ik op
Je. Afgesproken? En dan zal Ik eens goed luis
teren. wat voor vreeselijks hü vertelt. Nader
hand zal Ik dan eens onder vier oogen met hem
spreken en hem vertellen dat Ik alles weet. Als
hü kwaad wordt, dan Is er een of ander niet
in orde en zal Ik hem vertellen, dat Ik m’n mond
alleen maar zal
houden als hü
een nette vrouw
trouwt en z'n le
ven betert. Van s
dan zal ik zoo terloops Jouw naam noemen
en hem vertellenEnfin, onthou wat ik
je zeg. binnen een maand ben JU juffrouw
Baker!”
En juffrouw Benton richtte zich fier op en
keek trlomfantelUk op juffrouw Mlggs neer.
.Mensch. je bent een kraan! Ik krijg een
beving, als Ik er aan denk. Mün hart klopt com
pleet hier.en juffrouw Mlggs wees op haar
keel.
Den volgenden dag, precies half twee, kwam
juffrouw Benton. Tien minuten over half twee
was ze In de voorkamer en luisterde. In 't eerst
hoorde ze niets dan snurken en woorden zon
der zin, Bü sommige er van spitste zü haar
ooren. Dat was als de kapitein het over z'n rei
zen had. DuldelUk sprak hU daarna het woord:
„Felbrldge” uit. Ze hoorde het niet ééns, maar
wel twee, drie keer. En telkens als de kapitein
dat woordje zei, bracht hü z'n hand naar z’n
voorhoofd en trok hü met z’n oogleden.