Het Sneeuwkasteel
De Geluksvogels
Samen op stap
Van alles wat
Pim’p tooverfluit
Merkwaardige vondst
Handenarbeid
l
h
n
r-
Verborgen plaatsnamen
De B. L. N. S.
Glazen beschilderen
Oplossing: Verborgen plaatsnamen
s
n
n
Een sprookje van
Oom Jan
I
f i
X/ vj
■^55
I
to
y
n
i-
rt
ry
1-
F.
n
R. VAN DAM.
tf
Jan! Hoor nu goed wat Ik seg.
a
lijn
een keurig bloemenglas Terrassen.
West-Pruisen
Nieuwendiep.
Enschede.
Winterswijk.
Arnhem.
Den Helder.
Balk.
1
3
4.
HET UURTJE VOOR ONZE JEUGO
■miniiHiiiiiiiiiiiiiiiiHiiif
Hoorn. Elburg.
gnomen
hadden.
Er was een auto-dief gevlucht. Men heeft
eerst In Baarn hem weten te achterhalen.
Deze sluizen zijn nieuw en dieper dan
de Torlgen.
HU viel van de trap; een schedelbreuk
werd geconstateerd.
het
uit.
Ja, dat is alemaal wel waar, Piet,
maar dat bedoel ik toch niet. Zie je
dit stuk chocola? Ken lekkere hazel-
noot-melkreep. rijn hit
Trekvogels zijn die vogels, welke *s win
ters wijken naar het zuiden.
If aar opeens, o, wat een schrot.
Zagen zij het hondje Fik,
Van den baar aan <T overkant,
O, wat hadden *V het landt
negertje en Beertje.
Zjjn eens voor een keertje.
Samen op den loop gegaan.
Naar de groote Torenlaan.
O, het was een pretje.
Stiekem uit hun bedje,
Zoo maar in hun ponnetje,
In het morgenzonnetje
Beertje keek genoeglijk rond,
Daar hjj *f ook wel aardig vond,
Sn hij zet heel zachtjes nog:
„Heerlijk is het leven toch."
Fikkie kwam gauw naar ze toe.
Zei: „Dat weet niet eene je moe.
Daarom zal ik als een man.
Heel hard roepen wat ik kan."
Beiden ploften van den schrik.
Zoo maar naast het hondje Fik,
Sn ze riepen «*k weet geen raad,
«Na is moesje zeker kwaad."
Neger zei tot Beertje:
„Wat een heerlijk weertje.
Hoor die bijtjes zoemen,
Zie toch sens die bloemen!"
Kven later kwam dat moesje,
Kn 'k moet zeggen, X was een snoesje.
Toen bracht zij de beiden snel.
Naar hun bed, dat snap je wel.
Nogal moeilijk even denken
O, ja nou jij bent natuurlijk wit
of blank en ik zwart, en jij bent dik
en ik mager!
I-
n
a
e
I-
z
n
1:
t-
mS
V
De stad was belegerd. Ieder oogenbUk
kon de stadspoort bezwijken. De comman
dant sprak; Snel, burgers, doet uw plicht.
TT-nip den vlinder uit en plak hem aan
L\ den binnenkant van een waterglas.
Nu heb Je noodlg wat verschillende
kleuren olieverf of Ripolin-lak en een pen
seeltje en daarmee kun je met een beetje
voorzichtigheid en handigheid den vlinder
mooi gekleurd op het glas schilderen. Als
de verf goed droog is, week je het papier
van den binnenkant af en Je kunt Moeder
met
Het huls werd afgebroken; het balkon
stortte echter voor zjjn tijd in.
Het volk heeft dien wielrijder als den
held erkend en bejubeld hoewel hij den
laatsten rit verloor.
Maar.... X waren niet alleen Mammie
en Pappie, die bewondering hadden voor *t
prachtige sneeuwkasteel!! Dien nacht, toen
Loetje al in haar eersten slaap was, gleed
een elfje in een sneeuwwit kleedje met be
hulp van een vrlendelljken manestraal
naar beneden en kwam terecht op Loet-
je’s kussentje.
«Loetje.... Loetje!” stootte ze haar aan,
Jtom, word eens wakker!"
Loetje werd wasker, en vroeg, eerst nog
wat slaperig natuurlijk:
„Wie.... wie bent U?.... Waar.... waar
komt vandaan?!**
«Ik ben de Sneeuwster, de elf van de
sneeuw!'* was X zachte, melodieuze ant
woord. «We zouden vanavond een feestje
hebben en nou kwam ik je vragen uit
naam van al de elfjes, of we dpt mogen
vieren in t prachtige sneeuwkasteel, dat
Je vandaag gebouwd hebt!”
„Nou natuurlijk!** stemde Loetje direct
toe, „mogen Jullie dat, maar.... eh....
maare.
„Ik weet al wat je vragen wil. Of JU er
dan ook eens bij mag zijn, niet? Natuur
lijk! Als iemand zijn huis afstaat voor *n
feestje, mag hij er toch self ook wel bij
zijn!‘Wat dacht je nou!!”
„Cl heerlijk!" juichte Loetje, nu Ineens
heelemaal wakker.
Sneeuwster sprong op en spreidde
Whrme, witte schitterende manteltje
dat ze over haar arm had gedragen,
„Trek dit nou maar aan. Want X is koud
bulten, en geef me maar een hand!" sprak
se.
Hoe t allemaal eigenlijk gebeurde, sou
Loetje later nooit meer kunnen vertellen,
maar een oogenbllk later had ze het glin
sterende witte manteltje om zich heen ge
slagen en haar nachthemdje veranderde
direct in een prachtig wit kleedje en....
se werd precies zoo klein als *t elfje. Hand
in hand met Sneeuwster vloog ze van haar
bedje door X kamertje.... X raam uit naar
den door heldere maan verlichten tuin.
Het was een prachtig heldere vriesnacht,
maar Loetje voelde niets van de koude, t
Was alsof die heerlijk warme kleertjes, die
ze van Sneeuwster had gekregen, alles te
genhielden.
Ze was zeer verbaasd, dat ze heelemaal
geen grond onder haar voetjes voelde en
aan de hand van haar lieve begeleidster
Weet je nou n
verschil tusschen
staat. Ha-ha-ha!
Nou nogal eenvoudig; ik eet die
reep op en jij niet.
plasjes begon te staan, en ijlde naar een
van de venstertjes. i
«Vader Vorst!! Vader Vorst!!" schreeuw
de se in wanhoop. ,JCom toch eens gauw!!**
„Ha, ha! Je denkt seker, dat Vader Vorst
Je zal hooren I lachten de gnomen haar uit.
Maar, daar hadden ze toch mis aan ge
rekend, want op X zelfde oogenbllk brojnde
een zware stem van bulten:
«Wie riep me daar? Wat is hier aan de
hand??"
Kn direct daarop werd een lange, dunne
figuur zichtbaar met een grooten verfpot
over den arm.
„O, Vader Vorst!” riepen al de elfjes te
gelijk, „zend toch die akelige gnomen di
rect weg! Ze maken het heele sneeuwkas
teel van Loetje kapot, en die heeft daar
nog wel soo hard op gewerkt. Kijk maar,
de wanden beginnen al te scheuren!”
Vader Vorst zette een heel donker ge
zicht, en vseerh.illende vamde gnomen had
den tusscheb a*n beenen door al X hazen
pad gekozen.
«Zoo, soo! Zijn Jullie, nijdassen, weer aan
den gang!” riep Vader Vorst met donde
rende stem, terwijl hij met z*n kwast de
dlchtstbij staande gnomen al een flinken
veeg gaf. „Altijd die elfjes plagen, dat
kunnen jullie! Vooruit, als de weerga hier
vandaan, of ik stop Jullie allemaal in m’n
verfpot!”
Jullie kunt begrijpen, dat de
geen tweede aanmaning noodlg
Wit van schrik buitelden se over en door
wat.”
voor,
„we verbergen hier
den vogel in het
gras tot we terug
komen en nemen
hem straks mede.
Dan Kunnen we thuis zien wat het er voor
een Is.’
Zoo gezegd, zoo gedaan. De mooie vogel,
die blijkbaar nog niet lang geleden in zijn
poot geschoten was, werd met gras en
bladeren bedekt en daarna werd de tocht
voortgezet. Bijzondere dingen werden niet
meer gevonden en op den terugtocht werd
de vogel weer opgezocht en in den zakdoek
van Bram meegedragen. Om beurten hiel
den Jan, Kees, Bram en Gerrit het dier
over den grond scheen te sweven nssr baar
mooie sneeuwkasteel. Maar nog veel meer
verrast was se. toen se zag dat al de ven
stertjes van haar kasteelverlicht wa
ren. Helder, warm rood straalde het naar
bulten, zooals men wel van Kerst-kerkjes
ziet afgedeeld. En X leukste vond ze wel,
*n heele troep elfjes aan den ingang van
X sneeuwkasteeltje haar stonden op te
wachten....
.Hoera!Daar komt se aan ons bouw-
stertje!" riepen ae opgewonden uit, op X
zien van Loetje aan de hand van Sneeuw
ster. „Wat een héérlijk kasteel heb je voor
ons gebouwd!!"
En een oogenbllk later hadden se Loetje
al overgenomen van Sneeuwster en begon
nen met haar de stoepjes van X kasteeltje
op te rennen en de deur in.
Daar stonden nog veel meer elfjes In de
witte hal van X kasteeltje, en toen Loetje
met de andere elfjes binnentraden begod-
nen ze een vroolijken rondedans van ple
zier te dansen.’"*'
Al die elfjes droegen, net als Loetje, glin
sterende witte kleertjes, maar geen enkele
had, als Loetje, een wit manteltje aan, zoo-
dat Loetje al aanstalten begon te maken,
ook het hare uit te trekken, maar Sneeuw
ster was er vlug bij.
„Nee-nee! Dat mag niet! Als Je dit doet,
dan ben je direct weer tot je gewone groot
te teruggekeerd en zijn wij direct verdwe
nen!"
En daar Loetje natuurlijk voor geen geld
van de wereld iets van X feestje wilde mis
sen, kunnen jullie begrijpen, dat ze haar
manteltje nog wat vaster om zich heen
sloot!
„En wat sullen we nu eens gaan spelen?”
vroeg Sneeuwster. «Weet Je wat? We
moesten onze gast maar de keus laten!
Vinden jullie dat ook niet?!"
„Natuurlijk!” riepen allen in Jroor.
Loetje vond dat natuurlijk wat fijn,
na even nagedacht te hebben.
niet waar het
s en mjj in be-
sneeuwkoekjes met vanille en heerlijk
vruchtenijs, en daarna speelden ze allerlei
spelletjes, waarvan Loetje de meeste nog
nooit had gespeeld.
X Leukste was wel de „sledevaart". Daar
bij moesten telkens drie elfjes achter el
kaar trachten, wie X verst van den eenen
wand van c|p hal naar den anderen konden
glijden. Verschillende stelletjes van drie
elfjes hadden dat al geprobeerd, en toen
kwam ook Loetje aan de beurt, die als
makkertjes Sneeuwster en Kristalletje uit
koos. Ze namen een flink aanloopje, en
toen... rrrtschwat een vaart! Ze kwa
men veel en veel verder dan de anderen.
Maar Juist, toen ae bijna uitgegleden wa
ren, daar gebeurde het ongelukLoetje,
die achter gleed, raakte een klein beetje
den koers kwijt en botste tegen een ander
elfje, Vrlesbloempje genaamd, aan, die
haar bijbaar witte glinsterende man
teltje vasthield, om niet tegen den vloer
geworpen te worden. Maar daar kon de
sluiting van X manteltje niet tegen, en
nitsch, Vrlesbloempje had X manteltje in
haar handjes
Loetje probeerde nog het gevaar te koe
ren, door nog snel X manteltje weer om
te willen slaan, maar X was al te laat.
Enkel hoorde se nog heel zwakjes zeggen:
„Och, Loetje, wat spijt me dat!” en dat
was het laatsteDe hal van X sneeuw
kasteeltje verdween en ook de elfjes.en
Loetje merkte, dat ze weer in haar bedje
lag, terwijl de fijne glinsterende straaltjes
van X schuchter winterzonnetje door haar
venstertje in haar oogjes schenen, door de
mooie glinsterende bloemen, die Vader
Vorst dien nacht, terwijl ze bij de elfjes
soo*n Y>ret hadden gemaakt, ijverig op haar
raampje had geschilderd.
vast. Bij het huls van Jan en Gerrit aan
gekomen, gingen ze eerst naar de kamer
van Jan. Daar werd de groote vogel op een
krant neergelegd om hem nog eens goed
te bekijken. Het was werkelijk een pracht
stuk. De vlekken op de veeren deden het
verschil met een sperwer duidelijk zien,
zelfs de veertjes bij de pooten vertoonden
vlekjes. Jan zat al In zijn boeken te snuf
felen. „Een zeearend!” riep hij eensklaps
uit. „Het Is een zeearend!”
„Maar dat is toch onmogelijk,” meende
Bram, „daarvoor zit je hier toch veel te
ver van de zee af.”
„Toch is het er een," verzekerde Jan.
„Hij zal wel verdwaald zijn. Jammer, dat
het dier geschoten Is. Het schijnt nu een
maal zoo te zijn, dat de menschen groote
vreemde vogels altijd moeten neerschieten."
„Maar is een arend dan niet gevaarlijk?"
vroeg Ada.
..Sommige soorten, soo-
als de steenarend, kunnen
voor kinderen wel ge
vaarlijk wezen (fig. 3).
Maar de steenarend Is
bijna uitgeroeid. En de
vischarend b.v. is heele
maal niet voor menschen
gevaarlijk. Ik lees daar,
dat de zeeadelaar In heel
Europa wel wordt aange
troffen, maar vooral in
Oost-Dultschland, Oost- en
en Pommeren niet zeldzaam is. Daar staat
ook bij, dat de zeearend voor menschen,
ten minste voor kinderen, wel gevaarlijk
kan worden.”
„Weet Je wat we doen moesten.” stelde
Kees voor. „We laten den vogel opzetten
voor onze gemeenschappelijke rekening en
geven hem aan Henk als geschenk.”
„Dat rijmt," merkte Bram op.
Allen waren het over eens, dat dit de
beste oplossing was. Kees had wel een kist
waar het dier in passen zou en hij wilde
zorgen, dat het bij een bekende firma
kwam, die goed kon opzetten. HIJ zou er
bij schrijven, dat hij aan het adres van
Henk moest gestuurd worden en vragen of
ze zoo vlug mogelijk de zaak wilden af
werken.
Het was weer tijd om naar huls te gaan
en zeer tevreden weer eens Iets heel bij
zonders gevonden te hebben, namen de
clubleden van elkaar afscheid.
Zeg Piet jij bent nogal sterk in
het raden; kun jij mij mischien zeg
gen welk verschil er tusschen mU en
jou op het oogenbUk bestaat.
en
stelde ze
voor blindemannetje te gaan spelen. Juist
toen ze dat wilde zeggen, keek ze plotseling
omhoog naar het dak van X kasteeltje.
„Ik geloof heusch, dat ik een druppel wa
ter op mijn handje voeldel" sprak ze met
een benauwd gezichtje.
„Ja, Ik ookl” viel Sneeuwster haar bij.
Jk ook! Ik ook!!” klonk het nu van alle
kanten. „Kijk, er druppelt water van de
wanden!!”
„Wat jammer! X Kasteeltje begint te
smelten!” klaagde een van de kleinste elf
jes met tranen in de oogen. Jlu kan X
feestje niet doorgaan!"
Vader Vorst had me beloofd, dat hij
vannacht bij de hand sou zijn!” hernam
Sneeuwster nu, en rende al naar de deur
om eens poolshoogte te gaan nemen. Juist
liep ze daar een van de andere groote elf
jes, Kristal, tegen *J lijf, die net naar bin
nen wilde gaan.
„X Zijn natuurlijk die vervelende gno
men, Nlkkle en Strlkkle en hun kornuiten
weer,” riep Kristalletje uit. „Die naarlin
gen! Die gunnen ons X pretje natuurlijk
weer niet, en zitten hun warmen wind naar
X kasteel te blazen. Zij zeggen, dat Vader
Vorst toch niet kan komen, omdat die veel
te druk In de weer is om alle ramen in de
stad met bloemen beschilderd te krijgen.
En ze willen maar niet weg gaan!”
Op dat oogenbllk waren zelfs twee gno
men, in X rood gekleed, zoo brutaal om in
den ingang van X kasteeltje te komen.
.Heels!” riepen'ze uit. Jullie hebt ons
wel niet ultgenoodigd vannacht maar we
zijn toch maar gekomen!"
Kristalletje en de andere elfjes weken
verschrikt terug, maar de nare gnomen
kwamen steeds verder naar binnen, terwijl
ook htfh makkers zich bij hen aansloten.
Het water begon nu bij straaltjes van de
wanden te loopen.
„Och, was Vader Vorst maar in de buurt,
dan zouden se X wel laten ons soo te pla
gen. Als se nog langer hier blijven, zakt
X heele kasteel in elkaar!” weende een van
de kleine elfjes.
Opeens nam Sneeuwrter een kloek be
sluit. Ze liep weg van de zijde van Loetje,
plaste door X water dat in X halletje al in
yxen geheelen morgen was Loetje
j_J haar tuintje bezig geweest met haar
rooder zandemmertje en houten
schopje, waar ze dien zomer soo*n pret mee
had gehad aan X strand, toen se wel drie
weken achtereen van de heerlijke see had
kunnen genieten! Maar nu was zij geen
zandkasteel aan X bouwen, nee, Iets veel fij
nen, dat je niet altijd kan maken: een
sneeuwkasteel! En een mooi hoor! Niet
slechts een hoop sneeuw zonder maar een
enkelen toren, waardoor X niets van een
werkelijk kasteel weg had. Nee! Loetje had
er werkelijk Iets keurigs van weten te ma
ken! Nu had se dat niet van een vreemde,
want haar vader was een beroemd beeld
houwer!
Het kasteel had torens en ultkljkraam-
pjes, waar boven het licht door kon drin
gen, net als het kasteel, dat In Loetje’s
sprookjesboek stond bij X mooie verhaal
van de Schoone Slaapster.
Moesje was wit verrast, toen Loetje haar
na een paar uur aan X werk te zijn geweest
bulten riep, om eens te komen kijken!
Jdaar kind." riep ze vol ongeveinsde be
wondering uit: .Hoe heb je dat zoo keurig
voor elkaar gekregen?! X Is warempel, of
je soo een sprookjeskasteel zletll"
En ook Pappie, die toch werkelijk wel
mooie kunststukken gewend was, sloeg zijn
handen In elkaar. Hij vond X zelfs soo
mooi, dat hij direct z*n fototoestel voor den
dag haalde en het kasteel met Loetje er
naast, kiekte, om X toch vooral nog altijd
te bezitten, ook wanneer de zon X weer had
doen wegsmelten.
-r^lm." nel moeder muls tot haar soontje
sot het ontbijt, „je moet vanmorgen
niet zoo zeuren met je ochtendboter-
ham, want we gaan straks naar tante Mir
ra op de boerderij en dat Is hier wel twee
uur vandaan. Ik wilde er voor de middag-
pap wijn, -Je wwh téch, dat niemand die aoo
heerlijk klaar kan maken als je beroemde
tante? Dus, ópschieten jongetje!”
JXJn moeder, da's een echte verrassing,"
riep Plm en hij buitelde driemaal over s*n
kopje van plezier.
„Mag ik dan ook m’n tooverfluit mee
nemen, want die heeft tante nog nooit ge
hoord."
„Zeker Plm, als je maar voorzichtig bent
en geen gevaarlijke domme dingen uithaalt
want het is op een boerderij lang niet rus
tig voor een mulzeklnd en ik weet hoe je
bent.”
Natuurlijk zal ik heel verstandig
moeder.”
Dat zei Plm maar.... Plm zat wel vol
goede beloften, doch hij vergat se zoo gauw
en dat is erg vervelend, luister maar.
Je moet dan weten, dat die tooverfluit
van Plm wel een heel bijzondere was, want
als hij speelde van Tierelierelier, dan had
elk pleizier, hoe somber of vol kwade be
doelingen hij ook gestemd was.
Eens op een keer, toen Plm in de keuken
van een kaas snoepte, kwam er plotseling
een-grbote, grijze kater aansluipen; geluk
kig had Plm hem nog bijtijds in de gaten
en zoo snel hij kon begon ie van „Tiere
lierelier" te spelen. In een ommezien ver
anderde nu het booze dier in een lief zacht
aardig poesje; het ging op zijn achterste
pootjes staan en danste heel lustig een
walsje. Van die gelegenheid maakte Plm
gebruik om soo gauw mogelijk de beenen te
nemen, terwijl hij nog vlug een grooten
hap kaas inslikte. Dat was eigenlijk heel
onverstandig en Pirn’s moeder had dus wel
gelijk, dat se haar zoontje vooruit waar
schuwde, want een waaghals kan dikwijls
leelljk in de val loopen.
Dus gingen moeder muis en Plm naar
tante Mlrra, waar se allerhartelijkst wer
den ontvangen. Het duurde niet lang of se
kregen van de beroemde pap te proeven en
beiden aten daarvan hun buikje gezellig
rond. Tante Mlrra en Pirn’s moeder gingen
na de pap een slaapje doen en Plm mocht
hier en daar een kijkje nemen, mits hij
heel voorzichtig was.
O, wat vond die Plm bet fijn op de boer
derij. Er waren ook sooveel dingen te zien
die je op een doodgewoon bovenhuis niet
tegenkomt. Hij zou juist een kijkje op de
deel gaan nemen, toen ie voor de tweede
maal in zijn muizenleventje verrast werd
door een akelige witte poes. Plm schrok
geweldig, hij kon zichzelf wel een draai om
z*n ooren geven, dat ie aoo slecht had uit
gekeken. Zijn eenlge redmiddel was nu de
tooverfluit, dacht Plm en hij begon haastig
van „Tierelierelier” te spelen.
Arme Plm, de poes was doof en langzaam
sloop ze op bet muisje toe. Ze stak een
grooten, witten poot uit, doch net toen ae
de bevende Plm sou grijpen, viel ae over *n
bananenschil.... Zoo word de onvoorzich
tige Plm nog gered.
Trillend over z’n heele lijfje kwam Plm
bij moeder staan en beloofde nooit, nooit
weer haar raad In den wind -te slaan, want
nu begreep hij, dat zelfs een tooverfluit
hem niet altijd redden kon.
R. VAN DAM.
De clubleden hadden besloten een flinke
wandeling te maken. De zon scheen helder
en de lucht was blauw. Wat hindert het
dan. dat het een beetje koud was? Ze had
den wanne jassen en voelden de kou niet.
De blaadjes en struiken waren nog voch-
tig van den Ijzel, die door de zon gesmolten
was. In de tuinen van de villa’s, waar ze
eerst langs kwamen, stonden prachtige
herfstchrysanthen (Fig. 1), bruine en
paarse.
Nadat ze de villa’s achter
zich gelaten hadden, kwa
men se een klein riviertje
langs met helder water en
daarna gingen ze den groo
ten weg op. Kees liep voorop
met Bram, dan volgden Jan
en Gerrit en ten slotte kwa
men de meisjes: Tooe en Tilly, Ada en
Mientje. Eensklaps bleef Jan staan.
.Kijk eens, wat jullie over het hoofd
gezien hebt.” Met die woorden hield Jan
een grooten vogel omhoog, dien hij uit het
gras had opgeraapt.
„Wat een prachtstuk," riep Bram uit.
„Dat dier is toch zeker geen sperwer?”
„Welneen," antwoordde Jan. „Een sper
wer (Fig. 3) is veel kleiner en beeft niet
zoo*n grooten snavel. Ook heeft een sperwer
niet de pooten tot vlak bij de teenen be-
veerd, zooals deze vogel."
„Weet je
stelde Kees
elkaar X kasteel uit, en waren in tijd van
een oogwenk verdwenen.
En toen tenslotte de laatste weg was, be
gon Vader Vorst met s*n vrieskwast de mu
ren weer op te kalefateren. Sjonge, sjonge,
daar keek Loetje van op! Wat handig en
mooi ging dat! Geen stukje werd overge
slagen, en overal in een streep kwamen'de
mooiste vorstbloemen te voorschijn! Ook
de vloer kreeg een beurt, zoodat die in tijd
van een oogwenk in een gladde, gepolijste
vlakte was herschapen.
„Dank UI Dank UI Vader Vorst!I’ riepen
de elfjes, en ook Loetje, dankbaar uit,
.maar nu moogt ge nog niet weggaan!”
voegden Sneeuwbloem en Kristalletje eraan
toe. Nu moet U toch werkelijk een poosje
op ons feestje blijven!”
Maar daar wilde Vader Vorst niets van
weten!
„Oh neen!! Daar kan ik niet asm den
ken, lieve elfjes!*” sprak*Mj met «*n hoofd
schuddend, „Ik heb vannacht nog zooveel
te doen! Mkar ik zal wel In de buurt blij
ven voor net geval die brutale gnomen
weer eens terug mochten komen. En nu
ga ik weer aan den gang, want ik moet de
ruiten van Loetje’s kamertje nog beschil
deren met bloemen.”
Nu Vader Vorst zoo dicht in de buurt
bleef durfden de laffe gnomen natuurlijk
niet meer te komen in X sneeuwkasteel en
kon X feestje dus rustig voortgang vinden.
Loetje had een pret voor twee! Eerst
werd een heerlijk feestje gevierd met