E
I
wïAaal uan efen dag
w r evrouw Sanders zou overmorgen haar
IYZ] 30sten verjaardag vieren, en toen ze. op
-*■ de vraag van d’r man. wat ze van hem
Vlucht van Maria van Schotland
Zonnebrand
I
DE MOT
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Alle jongens op school dragen
Het Geheim
van
Sir Carew
I
Kiekjes TunbionKkl!
Neem dan steeds
ROBINSONschoenen
Alle abonné’s ff750.- f250.- T“ f 125.-fSO.-^T f 40.-
I De zijden
VRIJDAG 9 JUNI
I
T egenspoed
Arme Jackie Cooper
Gevangenis-hutten
Troonafstand
ALTIJD RHEUMATIEK
De vlucht
Verraad
Xa een eerste mislukking slaagt
Maria Staart erin te ontkomen
VOOR- EN TEGEN
SPOED
Tot zij het juiste middel vond
Op raad van een vriendin
fa de handen van Elisa
beth
s.
de volmaakte
snelle rolfllm
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
--
1
i
mig
▼lucht
zeide
een
(Morgenavond vervolg).
HOOFDSTUK IV
zü, met verpletterenden blik rijn
duurt,
hU.
„Misschien
Wordt vervolgd.
Als Iemand deze vrouw eerder over Kruschen
gesproken had, had zij niet haar halve leven
aan rheumatiek behoeven te lijden. Haar erva
ringen beschrijvend zegt zij:
„Een paar jaar geleden was ik bijna kreupel
(Ingezonden Mededeeling'
maar
u wel gelooven?.... Dat hij u nu
gebracht, in plaats van naar Ca-
Stukloopen van Huid en Voeten
en Doorzitten bij Wielrijder»
PUROL
verzacht en geneest
Dook 30. Tube 80 et. Bq ApoA- 6 Pi np—m
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiin
Hft vlasblonde meisje, dat met een kom met
en handdoeken en verbandartikelen was
1 aandragen, verdween nu weer, met een
is VOOR VISCH.T ALLERFIJNSTE WAT ER IS.
Zij schreef naar Elisabeth van Engeland en
vroeg haar thans om de bescherming, die Eli
sabeth enkele dagen tevoren zoo gul had aan
geboden en nu eerst toonde deze perfide ko
ningin, die de plaats van Maria op den En-
gelschen troon innam, haar vollen haat tegen
Stuart. Zij beloofde nl. bescherming en zelfs
verovering van Schotland, zoodra Maria zou
bewezen hebben onschuldig te zijn aan den
moord ,op haar vroegeren echtgenoot graaf
Durnlaj^ Zelfs meende zij, dat zij Maria gevan
gen moest nemen om zich tegenover het bui
tenland te kunnen verantwoorden en weer
moest Maria, vluchten en kwam zij terecht in
een oud klooster op Schotsch gebied, waar zij
korten tijd veilig was voor haar vijanden. Doch
lang duurde ook dit verblijf niet en in weer
wil van de smeeklngen van den ouden abt.
vertrok Ma^ia weer naar Engeland, nog steeds
De pas tien jaar oude filmster Jackie Cooper
is ook crisisslachtoffer geworden. Hij zal dit
jaar slechts 1300 dollar per week verdienen, of
schoon er in het contract stond, dat hij iedere
week salarisverhooglng zou krijgen tot een
maximum van 3000 dollar per week. Dit con
tract is nu vervallen en Jackie moet zich te
vreden stellen met 1300 dollar.
(United Press)
Miss Carew trok zich terug in den groeten
stoel en sprak vastberaden:
.Mr. Rutland, zoudt u zoo vriendelijk willen
zijn. Josua hier te halen?”
Wat hij nu ook verwacht had. dit zeker niet,
en met verbazing antwoordde hl):
„Zeker, als u dat verlangt, met genoegen.
Miss Carew. Maar waarom eigenlijk?"
„Omdat het mij goed zou doen, als ik eens
evpn tegenover hein mijn gemoed kon luchten;
want, o. het is zijn schuld! Alles zUn schuld! Hij
heeft mij hier gebracht en dat heeft hij met
opzet gedaan, die ezel!"
,ja, een ezel is hij en ik wil hem ook wel een
standje geven, als u denkt, dat hU dit verdiend
heeft. Maar gaat u toch zitten. U zult vreese-
lijk moe zijn, als u vandaag heelemaal van
Londen hierheen gekomen Is. Wacht, laat ik u
even helpen". En eer zij het verhinderen kon,
had hij haar zachtjes en voorzichtig op den
stoel getild. „Ik moest mijn zuster ook altijd
zoo helpen", zei hij, bij wijze van verontschul
diging, zoodat het in haar oog in het geheel
niet een te groote vrijheid, maar een vanzelf
sprekend iets geleek. ,£n zij was langer dan u,
Miss Carew, maar met die stoelen kon zij toch
ook niet terecht. Vertelt u mij nu eens, waar
om u zoo ontevreden bent over Josua”.
Patty begon te vertellen, hoe zij op den och
tend al afscheid had genomen van haar vader;
hoe zij het aan het station te Motteridge ein
delijk niet langer in den trein had kunnen ult-
ik mijn been bijna niet gebruiken kon. Ik kon
niet slapen of ik moest in een dergelijke moei
lijke houding gaan liggen om mijn been te
ontzien, dat alle andere ledematen pijn deden.
Ik ben over de 55 maar ik heb mijn leven lang,
met tusschenpoozen, aanvallen van rheumatiek
gehad. Toen vroeg een vriendin mH. of ik al
eens Kruschen Salts bad geprobeerd. Nu moet
ik u vertellen, dat ik al alles geprobeerd had.
maar met bedroevende resultaten. Gedurende
korten tijd probeerde ik toen de kleine dosis
Kruschen Salts en kreeg werkelijk verlichting
van pijn. Ik voelde me algemeen zoo veel beter,
dat ik steeds met de doses ben doorgegaan, en
ik heb daarna nooit meer een aanval van rheu
matiek gehad. Als ik het voel aankomen, neem
ik direct de gewone dosis een halve thee
lepel in een half glas water een paar dagen
lang en het is weer verdwenen."
(Mevr.) A. G.
U moet de rheumatiek overwinnen voor zij
U overwonnen heeft. Wacht niet tot de rheu
matiek haar mes dieper en dieper in U ge
drongen heeft. Zoek direct naar de hoofdoor
zaak van Uw pijnen en neem afdoende maat
regelen. Rheumatische toestanden kunnen ont
staan, wanneer het organisme een teveel aan
urinezuur heeft. Dit is het gevolg van slechte
werking der afvoerorganen. De zes zouten in
Kruschen nu zullen Uw inwendige organen
aansporen tot geregelde, gezonde werking, zoo-
dat schadelijke afvalstoffen en het kwaadaar
dig urinezuur regelmatig en volkomen uit het
lichaam worden verwijderd. Begin morgen met.
Kruschen. Houd U aan ..de kleine dagelijksche
dosis" en U zult spoedig met duizenden anderen
instemmen, die verklaren dat de rheumatiek
voor Kruschen moest wijken.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bU
alle apothekers en drogiMen A 0.90 en 1.60
per flacon. Stralende gezondheid voor één cent
per dag. (Adv.)
„Wat ben ik begonnen?” zuefitte hij. „hoe
heb ik gisteravond zoo dwaas kunnen zijn, om
te zeggen dat ik ze zelf koopen zou?”
HU sukkelde verder. Daar werden z’n oogjes
weer een winkel gewaar, waar ze. zijden kousen
verkochten. Er was op dit oogenblik niemand
in den winkel en zonder aarzelen liep hij op de
deur toe en trad den winkel binnen. Twee jonge
meisjes kwamen direct na hem. Verschrikt keek
hij om; ze giebelden luid en voor hij nog zelf
goed begreep wat hij gedaan had. had hjj tegen
de juffrouw, die
met een lief glim- f
lachje achte: de j
toonbank
Wijzend i
sjaal die
haar
zegd:
Mijnheer Sanders sloot de oogen en mom
pelde: .gered!"
Toen zocht hU een paar kousen uit.
Mevrouw Sanders was den volgenden mot
gen een en al verrukking.
.Je bent een echte schat, hoor, om me zoo
te verwennen," zei ze tegen haar man. „Geen
wonder, dat je niet wjlde. dat m’n zuster die
kousen ging koopen. Maar ik had er ook geen
idee van. dat je al die mooie dingen voor mij
zou meebrengen wat een snoes van een
sjaal en.... zoon lekker warm wollen vest; en
dan. zoo n prachttasch. Je wist zeker dat de
mijne oud werd. En dan nog die parapluie
O. je bent heusch veel te goed voor me ge
weest!"
.Jajamompelde mijnheer Sanders
en dacht aan al dat geloop en gedraaf van gis
teren, en aan al het geld dat hij uitgegeven
had. omdat hij per se zelf die zijden kousen had
willen koopen.
„O, Gerrit,” riep z’n vrouw, „wil ik je eens
wat zeggen? Je mag in ’t vervolg a 11 ij d m'n
zijden kousen koopen!"
i wel heel erg moe. Mrs....? o.
Ik zal bljj zyn, als u ons wat te
„Plaag dien inktvisch toch niet
zoo, Robbie!” zei Ivy op zekeren dag
tegen Robbie, die het dier met een
bamboestok zat te plagen.
„Wel, ik plaag hem niet",
Robbie, Jk geef hem den stok, om
dat hij mi) laat zien, hoe je
rekstok kunt maken, en dan ga ik
er straks aan zwaaien.”
.Maar wees voorzichtig, hoor”, riep
Ivy. „Ik zou er niet aan denken, om
met een inktvisch. te gaan spelen; hij
ziet er mij te kwaad uit."
Miss Carew zat recht overeind en keek vol
verbazing en verontwaardiging. Wie ter wereld
kon die man zijn! Bjj den gloed van het vuur
kon zij heel duidelijk onderscheiden, dat het
een man was, heel breed in de schouders en
met dik, borstelig haar.
Ineens maakte hij een voorwaartsche bewe
ging, zoo dat zij dacht, dat hij haar gezien
had. maar in plaats van naderbij te komen,
struikelde hij over een kussen bij den haard,
mompelde een verwensching, schoof den an
deren grooten stoel op zij en tastte naar iets
in de nis daarachter, maar scheen niets te vin
den en mompelde toen weer:
.Maar, Mrs. Glossop, wat hebt u toch gedaan
met de lucifers?”
een rooversbende, een troep verraders met wie
zij niets te maken wilde hebben. Doch de ko
ningin voelde al de machteloosheid van haar
oprechte verontwaardiging en aan het einde
barstte zij in tranen uit.
Tenslotte vroeg zij of zij na onderteekenlng
▼rij zou zijn en toen Lyndsay antwoordde, dat
hij zulks op eerewoord beloofde, verklaarde
Maria aan dat „eerewoord" niet voldoende te
hebben. Toen toonde de ridder zich wederom
in zijn ware gedaante en greep met zijn ijze
ren handschoen den pols der koningin, om haar
te dwingen tot teekenen. Dit was voldoende
▼oor den jongen Douglas, die zich onder de
ridders bevond, om Lindsay bij den kraag te
grijpen en hem van zijn plaats weg te ruk
ken. En Maria keek bleek maar waardig den
kring rond alsof zij allen tot getuigen wilde
maken van wat zoo juist voorgevallen was.
Daarna teekende zij de documenten.
Op 29 Juli 1597 werd de kleine prins Jacob
VI door, de lords tot koning uitgeroepen. Dit
geschiedde met groote pracht en praal en op
het onschuldig hoofd van het katholieke kind
legde graaf Morton den plechtlgen eed af, dat
de nieuwe koningden presbyteriaanschen
godsdienst in Schotland steeds zou beschermen.
En deze hemeltergende huichelarij werd door
een groot aantal mannen, die zich ridders
noemden, bijgewoond en toegejuicht.
Nu de zomer
Warmte meebrengt
Wat ons altijd
Blij verrast.
Gaat wat wol is
Sn wat bont is
Tot het najaar
In de kast!
Maar wat wij niet
Prefereeren,
Vindt genade
Bij de mot.
Want" ondanks de
Groote hitte
Is zij juist op
Bont verzot.
Zachtjes komt ze
Door het venster.
Nu dit wagen
wijd staat uit.
Zilver achtig
Hoogst onschuldig.
Net alsof ze
Niets beduidt.
Maar wij blijven
Onverschillig,
Daar de jachttijd
Serst begint.
Als men Idter
Wel de gaten,
Doch de motten
Niet meer vindt!
MARTIN BSRDEN
(Nadruk verboden)
De gevangenls-autoriteiten in Finland heb
ben besloten de gevangenen te werk te stellen
bij de wegenbouw-constructies en het aanleg
gen van kanalen. Het doel hiervan is niet al
leen de gevangenen productieven arbeid te doen
verrichten, doch bovendien om hen de zomer
maanden in een meer aangename en gezonde
omgeving te laten doorbrengen.
Speciale verplaatsbare gevangenls-hutten zijn
hiervoor geconstrueerd, die elk 20 gevangenen
kunnen huisvesten. De gevangenen zullen ge
durende de zomermaanden steeds naar de
plaatsen gebracht worden, waar men hun hulp
gebruiken kan.
„De inktvisch tilde den bamboestok
met twee ran zijn sterke armen bo
ven zijn kop, en Robbie ging aan het
rek werken, precies alsof hl) op school
in het gymnastieklokaal was.
„O, kijk Robbie eens”, riep Topsy
uit, „maar dat is véél te gevaarlijk."
En ook Ivy was bang, dat Robbie
iets zou overkomen, want zij riep
Robbie toe: „Ga dan veel liever Je
kunsten bulten het water vertoonen!"
„O, neen, dit is veel spannender.”
Maar ook de vijanden zaten niet stil en een
leger van 4000 man was reeds op weg om de
koningin te bestrijden. Er volgde een verwoed
gevecht, waarbij Maria aanwezig was en dat
eindigde in een volkomen nederlaag van de
ongelukkige koningin. Zij vluchtte weer en
kwam ditmaal terecht op Engelsch grondgebied.
In deze dagenontving Maria in haar ge-
nngenis een geheimzinnige boodschap, waar
in de koningin er op gewezen werd, dat alles
vat zij tusschen de gevangenismuren onder
dvang zou teekenen. van nul en geener waarde
vis. Wat deze waarschuwing beteekende, zou
Maria spoedig genoeg ervaren, toen zy met
haar dames over het meer turend, een roei
boot zag naderen, die blijkbaar met eenlge
plechtigheid op het slot werd ontvangen. De
inzittenden bleken de lords Lyndsay en Melvil
te lijn, die op bevel van den hoogen raad
naar Lochleven waren gekomen. Toen de ko
ningin vernam, wie de inzittenden waren,
•ebrok zij hevig, want deze namen beteekenden
voor haar voor de zooveeiste maal verraad en
vijandschap. En zij, een vier en twintigjarige
vrouw, stond weerloos en alleen tegenover deze
ruwe ridders.
Even later klonken zware schreden op de
trappen, die naar de kamers van de koningin
voerden. Een ruwe stem aan de andere zijde
van de deur beval, dat men zou openmaken en
toen lady Seaton tegen zooveel ruwheid aan de
deur van haar koningin protesteerde, brak lord
Lyndsay aan de andere zijde uit in scheld
partijen, tot de hofdame op een teeken van de
koningin de deur opende. De lord stormde naar
binnen met stof bedekt, gevolgd door drie an
dere ridders, die beter toonden te weten, dat
hj voor hun koningin verschenen en er be-
hoorljjker verzorgd uitzagen.
De koningin verscheen met een kruis aan
haar hals en een rozenkrans aan den gordel
om tegenover de presbyterlaansche vijanden
duidelijk haar katholiek geloof te demonstree-
ren.
Daarna vroeg Maria naar het doel ran het
bezoek en Lyndsay trachtte haar op bedrieg
lijke Wijze ervan te overtuigen, dat zü goed
zou doen in het belang van haar zoon afstand
te doen van den troon. Toen de koningin daar
op bleet zwijgen, vroeg de lord welk antwoord
aan den hoogen raad wilde geven, maar
dit deed Maria in woede ontvlammen en zon
der zich te remmen, liet Maria de bezoekers
eenlge «ogenblikken luisteren naar al den
•maad en schande, die zij haar hadden berok
kend. zy maakte den hoogen raad uit voor
Vol ongeduld wachtten de vrouwen den
avond af en direct na het eten toen de slot-
vrouwe met haar personeel, die steeds na de
koningin aan tafel gingen, in de eetzaal was.
verwisselde de page den sleutelbos van lady
Douglas en liet de koningin met haar dames
de kronkeltrap naar buiten af. Zij bereikten
veilig den oever van het meer en stegen in
een gereedliggende roeiboot. Nauwelijks had
den zü enkele meters geroeid of de stem van
een schildwacht weerklonk, gevolgd door een
schot, dat over het meer lichtte. Tegelijk za
gen de vluchtelingen lichten in het slot en
loopende schaduwen. Men begon reeds te vree-
zen, dat de vlucht zou mislukken, toen de
jonge Douglas mededeelde, dat hjj alle roei-
booten stevig met een slot had vastgelegd en
de sleutels had meegenomen. Hjj hield toen
een sleutelbos in de hoogte en wierp hem met
een grooten zwaai in het meer. Meer dan 250
jaar later zouden deze sleutels door een vis-
scher van den bodem van het meer worden
opgehaald.
Aan den anderen oever van het meer ston
den vrienden van de koningin om haar te be
groeten en in allerijl werd uren lang doorgere
den om een zoo groot mogelijken voorsprong
op de achtervolgers te kunnen behalen. Zoo
kwam zij in het slot Hamilton, van waar uit zij
een oproep richtte tot haar getrouwen, met het
gevolg, dat rij binnen een week 6000 man tot
haar beschikking had. Zij herriep onmiddellijk
haar troonsafstand, dien zij onder dwang had
onderteekend en Elisabeth van Engeland, die
haar kort daarna wederom zou verraden, zond
haar een vriéndelijk schrijven en een ring als
blijk van haar zusterlijke liefde.
gehad, dan is het nü.... Mijn Hemel, is me
dat een dagje geweest! Het lijkt wel een maand
dat ik afscheid nam van pops Kon ik die
zware schoenen maar uitdoen, want die doen
mij zoo’n zeer. Maar waar is de bagage en
waar zou Tompson zijn? Waarom is die niet
komen opdagen, want hij zal nu toch wel we
ten, dat we er zijn?”
Waarschijnlijk zou ze veel gauwer uit dan in
den stoel geklommen zijn, als ze niet in haar
eerste poging tot daling geremd werd, doordat
de groote buitendeur met energieke beweging
werd opengeworpen, ook even gauw weer dlcht-
viel en d» binnentredende „reus” iets op tafel
Je zult ook wel ultsenut wezen, wlern.
heer Sanders, terwijl hij zich op een stoel liet
vallen; Jk beloofde mijn vrouw een paar kou
sen voor haar te koopen. maar ik heb den
moed niet om een dameswinkel binnen te gaan
en er om te vragen
„Dat is ook niet noodig, mijnheer, want ik
verkoop ze ook..."
het
van
r. van
gevangenschap in eigen land. Nadat zij
SCh onder den drang van haar vijanden, de
opstandige lords, die eigenlijk haar onderda
nen moesten zijn, doch die haar om haar ka
tholiek geloof belaagden, zich van haar ge
maal Bothwell had verwijderd, werd Maria
door de verraderlijke kuiperijen van haar half
broer James Murray, naar het slot Lochleven
in Schotland gevoerd en daar gevangen ge
houden in gezelschap van een tweetal hof
dames.
Het sombere slot stond midden in het meer
teven, een van de mooiste Schotsche meren
en was als gevangenis veiliger dan met de
venschen van de koningin overeen kwpm.
Daar werd Maria bewaakt door de slotvrou-
we lady Douglas, die verre van een goede
vriendin der koningin was, en die streng toe-
acht hield op haar doen en laten. En zoo
bracht de gevangene haar tijd door met het
bespreken van de gebeurtenissen der laatste
dagen met haar dames lady Fleming en lady
Seaton.
De rebellen waren thans meester van de re-
geering en, de lords vormden een genootschap,
genaamd de ..Lords van den hoogen raad”.
Men begon te overleggen wat er met de konin
gin gebeuren moest. Sommigen waren vrij
dement, doch de fanatieksten vroegen niet
meer of minder dan de doodstraf, zoogenaamd
omdat Maria haar vroegeren gemaal Durnlay
nu hebben vermoord, hetgeen in werkelijk
heid geschiedde door Bothwell, die thans haar
echtgenoot was. De party van den verrader
Murray triumfeerde en men besloot, dat eenl
ge leden van den hoogen raad naar de ko
ningin zouden gaan om haar een acte te
laten teekenen, waarin rij verklaarde, ten eer-
«e dat zü van den troon zou afzien, ten twee
de dat rij haar zoon tot troonopvolger zou
benoemen, ten derde dat de graaf ran Murray
tydens de minderjarigheid van den prins de
regeering zou voeren. Zou de koningin wei
geren deze acte te onderteekenen, dan zouden
de lords haar tegenstand breken met de mid
delen, die zy daartoe dienstbaar achtten. O.a.
■ou men haar bedreigen met levenslange ker
kerstraf.
en ran de droevigste episoden uit
L even van de ongelukkige koningin
Li Schotland. Maria Stuart, is de tyd
i achter kousen
hing, ge- -
„Mag ik
deze sjaal van u hebben?”
Natuuriyk mocht hy dit. Het meisje pakte
haar voor hem in en vóór er twee minuten ver
streken waren, stond mynheer Sanders weer
op straat, ditmaal een roodzijden sjaal rijker
en twaalf gulden vyftlg armer.
Het was nu vyf uur en in den regel ging hij
met den trein van half zes naar huls. Hy moest
dus voortmaken, als hU met zyden kousen thuis
wilde komen. Hy liep en liep, maar om half
zes had hy nog geen kousen. Wel was zijn serie
cadeaux uitgebreid met een wollen vest van
achl gulden.
Maar om kwart vóór zes schoot hem eens
klaps iets te binnen. HU zou naar den winkel
gaan, waar hy altyd z’n overhemden en das
sen kocht. Die zou hem misschien wel kunnen
helpen. HU riep een taxi aan en bereikte den
winkel, net toen de eigenaar al bezig was te
sluiten.
„Wat is er van uw verlangen?" deed de win
kelier beleefd.
„Ik heb uw hulp noodig." antwoordde mUn-
hebben wilde, zei, dat ze erg blU zou zUn met
een paar mooie beige zyden kousen, had hU
haar verwonderd aangezien.
„Zoo”.... zei hy aarzelend, „weet je niet iets
anders, iets luxe? Kousen die moet je tóch
hebben."
,Ja," lachte z’n vrouw, .jnaar ik bedoel ook
geen gewone kousen. Het moeten echte mooie
zUn.... Heele dure, rie je...."
„Nu, als je niets anders weet en als je per se
kousen wilt hebben, dan leg ik me er by neer.
Dus: zyden kousen en beige. Afgesproken.”
„WH ik ze m’n zuster laten koopen. die moet
toch morgen naar de stad."
„Wel neen, waarom?" vroeg mynheer San
ders, een beetje gepikeerd; „ik ben toch zeker
wel in staat een paar kousen te koopen. laat
dat maar gerust aan mi) over. Je hebt over
morgen je zyden kousen."
Het zal zoo wat tegen twee uur van den vol
genden dag geweest zUn, dat mUnheer Sanders
heen en weer liep voor de met allerhande da-
mesgoederen gevulde étalages van het groote
warenhuis. In z’n verbeelding zag hU zich zelf
al over de toonbank leunen, terwyi aardige
Jonge dames allerlei soorten van kousen in al
lerlei kleuren voor hem uitspreidden. Reeds
verschillende keeren had hU zich dit tafereeltje
voorgesteld, maar telkens als hy op het punt
stond de deur naar de betreffende afdeeling
binnen te gaan, had hy een zonderling wee
gevoel beneden z’n maag gevoeld en was hy
weer doorgeloopen HU vond niet den moed
binnen te gaan. Een soort valsche schaamte
voor-ik-weet-niet-wat, hield hem er van te
rug, een soort verlegenheid, waarvan hy het
bestaan den vorigen avond zelfs niet had dur
ven gissen.
Toen kreeg hU eensklaps een idee: hU zou de
afdeellng Uzerwaren binnengaan en zyn weg
naar de damesafdeeling binnen door nemen.
Resoluut opende hy de deur naar de afdeellng
potten en pannen, doorkruiste dit rayon, zon
der acht te slaan op de verlokkingen van een
heer, die hem wilde wyzen op de voortreffe-
lykheden van een gasfornuis en bevond zich
weldra voor de gezochte afdeellng. HU verza
melde al z’n moed en trad binnen. Een heer
kwam op hem af en vroeg wat hU zocht
„Eh ik wilde een paar....”
„O juist.... de heerenafdeeling is op de der
de étage, mUnheer. Wilt u me maar even vol
gen?’
En voordat mijnheer Sanders eigenlyk wist
wat er gebeurd was. voelde hU rich in een lift
naar boven gaanEven daarna stond hU
in de afdeellng ondergoederen. HU haalde ver
licht adem, nu hU weer op bekend terrein
stond, voelde eens of z’n das recht zat en be
sloot toen weer tot een aanval op de dames
afdeeling. HU daalde de trap af en liet Intus-
schen z’n blikken van uit de verte welden over
de afdeellng van de zyden kousen.
Eensklaps hoorde hy naast zich een verlel-
deiyke stem zeggen: .Heeft u misschien inte
resse voor een van deze handtaschjes, mynheer?"
Als uit een droom ontwakend, greep mUnheer
heer Sanders in eens dat hU onbewust een
oogenblik had staan kijken naar een collectie
peau de suède damestaschjes.
Daar kwam de gedachte bU hem op: „Als ik.
in plaats van de kousen, eens zoo’n taschje
meenam?"
Twee minuten later vertrok hU met een
taschje. keurig in vloei gewikkeld; onder z’n
arm. En terwyi hU wegliep, hoorde mUnheer
Sanders hoe zy z’n 6.50 in haar kassa liet rin
kelen.
HU was echter nog niet halverwege de trap
naar beneden, of het drong tot hem door dat
hy toch eigenlyk zonder zyden kousen niet by
z’n vrouw kon aankomen. Wat moest hy zeg
gen. als ze vroeg waarom hy ze niet gekocht
had?
„Ik zal dus nog moeten zien, dat ik ze krUg," door rheumatiek. Eén knie was zóó pjjniyk dat
zuchtte hU, „maar ik ga naar een gewonen win-
kei; die groote zaken maken me altyd een
beetje confuus."
Toen de deur van het warenhuis achter hem
dichtzwiepte en hy op z’n horloge keek, zag hU
dat het kwart voor drieën was. HU repte zich
voort en bereikte een winkel, waar in de étalage
een massa damesbeenen van was waren uitge
stald, bekleed met keurige zyden kousen. HU
was waar hy wezen moest. Een paar maal liep
hy voorby en wierp onderwyi steelsche blikken
naar binnen. Juist wilde hU weer eens voorbU-
gaan, toen hij een poli tie-agent gewaar werd,
die hem nieuwsgierig gade sloeg. By z’n poging
om net te doen of hy er geen erg in had, stelde
hy zich zóó zonderling aan, dat de agent hem
vroeg: „Zoekt u lets, mynheer?”
Waarschyniyk dacht de man dat hy met een
individu te doen had, dat de lade in den win
kel wilde lichten.
„Ik.... ik.... o neen.... ik moet iets koo
pen," antwoordde mynheer Sanders, met een
idioot glimlachje.
HU loosde een diepen zucht en stapte den
winkel binnen. De agent bleef voor den winkel
staan.
Een meisje kwam gemarcheerd op hem af en
vroeg met een lieve zachte stem, die mynheer
Sanders heelemaal In verwarring bracht: „Wat
is er van uw verlangen, mUnheer?”
„Ik.... ik.... o ja.... ik wilde graag....
een.... parapluie,” stotterde hy.
vyf minuten later stond hU w^er op straat.,
een parapluie ryker en ongeveer tien gulden
armer.
Terwyl hij den agent paseerde, zoemde het
voortdurend in z’n hoofd: „zyden kousen! zy
den kousen!'
Ja, nu had hU een taschje, een parapluie,
maar de zyden kousen, zonder welke hU niet
durfde thuis komen, die had hy niet.
ïntusschen waren de ridders, die Maria
trouw gebleven waren, In Dubarton, het sterke
slot van Bothwell samengekomèn, om plannen
te smeden ter bevrydlng van de koningin. Ma
ria van haar kant had kans gezien een bood
schap te zenden naar den Franschen koning
Karel IX, wiens hulp zy inriep. Maria's vrien
den voerden een plan uit, dat aanvankeiyk ge
lukte, doch door 'n toevalligen samenloop van
omstandigheden verydeld werd. George Douglas,
dezelfde die Lyndsay by den kraag genomen
had. wist een waschvrouw over te halen, haar
kleeren aan de koningin af te staan en zoo
kon Maria, door een van haar hofdames ver
gezeld den oever van het meer bereiken, waar
een roeiboot gereed lag om haar naar haar
vrienden aan den anderen oever te brengen.
Onderweg echter wilden de roeiers, die de ko
ningin wegens een sluier niet in het gelaat
konden zien, eens nader onderzoeken, welke
charmante vrouw zy overbrachten en toen de
koningin haar handen ophief om haar gelaat
te beschermen, begrepen de roeiers, dat zulke
welverzorgde handen niet van een waschvrouw
konden zyn. zy durfden niet verder te roeien,
zelfs niet met bedreiging van hun koningin en
brachten haar terug naar het slot, waar zy
strenger dan ooit zou bewaakt worden.
Maar ook de vrienden waakten en weer
kreeg de koningin een geheimzinnige bood
schap. die ongeveer als volgt luidde. Houd u
voortdurend tot de vlucht gereed. Let vooral
op het zingen van het refrein van een be
paald lied en doe op het beslissend oogenblik
de deur pas open nadat dit refrein driemaal
heeft weerklonken. Maria en de dames wacht
ten dagen lang ongeduldig op het lied en
reeds wilden zy den moed laten zakken, toen
op een goeden dag het lied onder aan den
toren weerklonk. Daar zat de jonge Douglas,
page in het slot, een vogelval te bouwen en
toen hy er zich van overtuigd had, dat zUn
lied gehoord was, verdween hU om enkele da
gen later terug te komen met zyn lied en in
het zand de boodschap te schrijven, dat op
dienzelfden avbnd de bevrydlng zou plaats
hebben.
hopend op de hulp van de trouwelooce Elisa
beth, die sinds geruimen tyd in verstandhou
ding stond tot den verraderlijken halfbroer van
Maria Stuart, lord James Murray. Nu was het
lot der koningin voor goed in handen van
Elisabeth en deze zou van de gelegenheid ge
bruik maken om zich onder allerlei bedenksels
van haar vUandin te ontdoen.
Zoo eindigde de sensatloneele vlucht ran
Maria, door geheel Europa met deelneming ge
volgd, zonder dat Europa Ingreep, zonder dat
Maria, de onschuldige, van welke zyde ook
rechtvaardiging kon verwachten. Alleen op
God hoopte zy en zy zou dit blyven doen tot
aan het laatste oogenblik vaq haar leven, toen
zy als martelares voor haar "geloof stierf.
houden, hoe zy toen over de heide waren ge
gaan; daar verdwaald waren en tot overmaat
van ramp Lucinda haar voet verstuikt had en
hoe zy toen elndeiyk Josua hadden ontmoet
als een „reddenden engel", hoewel ze hem
allesbehalve „engelachtig” had gevonden. Ze
had hem gevraagd waar Capheaton was en
hem verzocht haar naar huls te brengen. Wat
kon zy daar dan ook anders mee bedoelen dan
Huize Capheaton? Dat hy haar dus naar Rye-
croft had gebracht, nu, dit moest dan wel op
zet wezen, of hy was nog meer dom. dan lomp.
,Ja, juist, maar dat is ook zoo”, viel haar
gastheer in. „Ik heb hem al 100 dikwijls willen
wegsturen maar hy is een curiositeit in zyn
soort, wilt
hiér heeft
pheaton. kan ik nu niet zoo geheel zUn schuld
achten”.
„Maar wie z’n schuld dan wèl?”
,Jn zekeren zin de üwe. ofschoon be* geen
wonder is, dat u wat overstuur was en hem
dezen kant uitzond".
„En ik heb hem duideUjk gezegd, dat hy ons
naar huis moest brengen?”
.Jawel, maar „naar huls" beteekent voor
hem naar „Ryecroft”. U had hem nu wel van
te voren gevraagd, of hy Capheaton kende,
maar iemand van zUn mentaliteit heeft zich
dit, óf niet meer herinnerd. óf in het
minst geen verband weten te brengen”.
Lucinda Dat is de hall daarginds, niet
waar? Ik heb er nog nooit zoo’n groote gezien.
HU is grooter dan de salon in dat vervallen
paleis in Verona, waar wU van den zomer gelo
geerd hebben. Daar ik er u toch niet by hel
pen kan, Mrs. Glossop. zal ik zoo lang bU het
vuur gaan ritten in een van die groote stoelen
daar in de hall. Als je mij dan hoort rchreu-
wen, Lucinda, begrijp Je wel, dat de reus mU
te pakken heeft gekregen!”
Lachende liep zU weer naar de hall terug,
want ze was eenmaal een zieltje zonder zorgen,
hoe had dit ook anders kunnen zyn en
klom in een van die hooge stoeien daar, tot ze
tusschen de breede armen zat, waar ze bUna
geheel In verzonk.
TY hoop maar, dat het nu niet lang meer
duurt, tot we wat te eten krijgen”, dacht zU.
„want als ik ooit van mUn leven honger heb
*ater i
komen
AXVl WUC1, UJLV WH
uitdrukking van de grootste verbazing.
Té»yi de oudere vrouw den gezwollen voet
m keek rij op naar Patty, die er by stond
“«bedrukt gezichtje.
arm ding, wat riet zU bleek I” zei ze
Mk.I(le<5el^den' "Is U moe? Oa b0** wat
eten'-’ 311(161:5 zult u n°8 geen hapje kunnen
Om joo toegesproken te worden
een heel onbeduidend persoontje, was
*'l“i'»Xx“na aardig 09 ,-U tUd’ ZeUs Luclnda
8611 vreemde man moet oom Batchford
dlenrt n geweest- otn er zulke eigenaardige be-
hardoptlzelOP houden!” dacht Patty, en
Ut ben
en
•ten geeft.
ford sprak
kant uit:
,Jk weet niet, wie u is. maar wilt u wel zoo
goed zyn. dit vertrek voor mU alleen te laten?
Ik ben vermoeid na mUn reis en. daar vader
niet bU mU is, zou ik wel eens willen weten,
wat u hier eigenlyk doet?”
,Jïè?....” HU had moeite zün lachen te be
dwingen en begon aarzelend: „Neem mU niet
kwalyk ik meen er in het geheel geen be-
leediging mee u is uitermate welkom....
Maar felteiyk wilde Ik Juist vragen, wat
hier deed?"
„Ik?.Nog ééns zoo fier richtte PStty zich
op. ,Jk ben Miss Carew, sir. Me dunkt: mUn
naam verklaart voldoende mUn aanwezigheid
op Capheaton”.
„Miss Carew? Is u Miss Carew?.... Maar
hoe ter wereld is u dan hier gekomen?"
„Hoe ik h ie r gekomen ben?"
,Ja, er moet een vergissing in het spel zün;
dat kan niet anders, en het spüt mU zeer voor
u, maar dit Is niet Capheaton. riet u".
„Niet Capheaton?.... In ’s hemelsnaam,
waar ben ik dan?"
,jcykt u eens. Miss Carew”, sprak hU kal-
meerend, want hy had innig te doen met het
hulpelooze figuurtje, dat daar vóór hem stond.
„Capheaton is een paar mUlen verder op de
heide. En waar u nu is ik denk niet, dat u
colt mUn naam gehoord heeft: Rutland, of
schoon uw oom dien aeer goed kende en dit
is mün goed; „Ryecroft".
Na een grondig, doorzoeken ran zün zakken
alde hü een doosje waslucifer» te voorschün
en stak hiermee de koperen lamp aan, die op
de groote, eikenhouten tafel stond.
„Waarom moet t hier toch overal even stik
donker zyn? En waar hangt Josua toch uit?”
.Misschien is hy. net als u ook wel eens
mócht doen, een lesje In goede manieren gaan
nemen”, klonk het vinnig.
Toen hy die stem ineens hoorde; „sprong hy
byna uit zUn vel”, zooals Patty later tegen Lu
clnda zei, toen ze het incident oververtelde.
In waarheid was hy dan ook zoodanig ont-
teld, dat hü slechts bU machte was, haar aan
te staren. Van die gelegenheid maakte zü ge
bruik, om te „dalen” en in haar volle waardig
heid van erfgename van Christopher Batoh-