Onze Mode A H o, KNIPPATROON WIT EN ROSE BREIWERK AVONDTASSCHEN ONZE WONING ONZE KEUKEN o yi a’n cl’S>] f kanten Dit seizoen geen revolutie EN t Wanneer de kachel weg is Voordeelige soepen 4 ADRIANA KNUIST—POLLKFEI. Gebreide baret voor ’n meisje van ongeveer vijf jaar Manteltje voor meisjes van anderhalf tot twee jaar Waar eieren voor worden gebruikt l =- - T - -== i f G het- iiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin DINY AD INTERIM 3 toeren over- ETA TANGELDER over- ANEMOON ETA I I aakt aken Laid: zal iedereen wel iets naar vinden. kleurige hechten No. I vertoont een chemise van wit ba tist, versierd met enkele bloempjes van rose D. M. C.-garen. ïgen 3 en i en I. igen 933; tot alle SM «A art ult- voor in 3 pro- 933; lept, pro- out- t 28 *Pt. be- 1 24 and cd ren iar en, en. «a o soep- zijn en beide bree- end: pro- i en L igen 934; i tot en nas yn- i in 17 en 133 les, 1e- ?nl ant ud- 5de slag i 24 ten. rin- eer- t 11 van be. 24 md 134. 24 ie- Se- de :ren: root, lacob slden imon Ot- van aep- i W. der Wor- n 7 ter- za! het an- Tg- 24 T. er- ran in de de ia- No. 5 heeft lange mouwen met een bree- de, omgeslagen manchet van effen stof; de schouderkraag en de ceintuur zijn van dezelfde stof. De sluiting van voren met drie knoopen loopt door in den naad mid den-voor. No. 6 heeft effen poefmouwen en een ef fen ingezet rond stuk aan den hals. De rok heeft voor en achter een ingezet stuk, ein digend in plooien. O1IE VROUW HAAR 1HPUMSHO1LJO1MG uu.i.illlllll(llllllllllHllllllllllllllllllUUI(«aUai<aiaa.u>...... -lllllllll,llllll,mm«H«MIIIIIIIIIIUIIIIHIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII|||||||||||UHIIIIIIII|||||||||||||||||HIIII||||||||lHIIIIIIII|||HIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIHIIHIIIUHIIIIIIIIIIIHIIIIUnilNHnmiHin No. V is wit, heeft een gekartelden bo venrand en de versiering bestaat uit een bloemmotiefje in Engelsch borduurwerk. *t Garnituur, bestaan de uit chemise broekje en nachthemd is bizonder fraai. Hiervoor werd wit te tricoline gebruikt, ver sierd met rose kant. De bewerking vraagt wel een beetje tijd, maar voor een apart garnituur hebben wjj dit wel over, nietwaar? Nadat de kant op de gewone wijze aan gezet is, werken wij om den geheelen omtrek breede schulpen van een kleur rose, lets dieper No. 7. Deze zomer] apon staat gekleed en is iets langer dan de voorgaande sportieve modellen. De schouderkraag en ruches op de mouwen kunnen van crêpe organdi zijn. In den rok zijn twee klokkende zijstukken ingezet, hoog in de taille beginnend. U kunt de japon ook zonder de schouder- pelerine dragen, daar deze los omgestrikt wordt. Model IV Is gedacht van rose tricoline met witten, opgefestonneerden, geschulp- ten rand, waarop dan weer rose bloempjes geborduurd worden. TTTinneer de kachel eindelijk opgebor- yy gen kan worden, wordt de nis in den schoorsteenmantel weer voor zien met het traditioneele gordijntje. Om daar nu eens van af te wijken, geven we U hier verschillende ideeën om de nis af te sluiten en om er tevens een goed geheel van te maken. Een en ander zal wel iets duurder komen dan wanneer we een een voudig stukje stof gebruiken, doch beden ken we daarbij, dat de schoorsteenmantel een opvallend stuk is in een kamer, een midden- of hoekstuk, waarvan werkelijk iets te maken Is. Het eerste, tweede en derde idee zal U niet eens zooveel duurder komen dan een lapje satinet. U sluit nl de opening af met beaver-bord, verkrijgbaar in groote stukken van 1 X 1 M. of stukken van 1X2 M., welke laatste ongeveer 1.25 kosten. Dit dikke, witte bordpapier kunnen we met wa terverf in elke gewenschte kleur beschilde ren. U kiest b.v. beige, zandkleur, licht blauw, licht-groen, of een anderen lichten ondergrond, passend bij de overige kleuren in de kamer. Het bordpapier moet aan beide zijden geschilderd, worden, anders trekt het krom. Van een eenvoudig bloemmotief maakt U een schabloon of U koopt er een (geolied) voor weinig geld en schabloneert er met een stomp, hard kwastje en waterverf de bloemranden op. U kunt Hoem en blad in een andere kleur maken, door beide apart uit te snij den en te schabloneeren. De randjes beplakt U met goud of zilver plakpapier of andere gekleurde reepen. De tweede teekening gelijkt veel op de voorgaande: weer een geschilderd bord, waarop een uitgeknipte reep behangsel ge plakt is. No. 3 laat U een bord zien geschilderd in licht-blauw, waarop vanaf den onderkant een uitgeknipte bloemengarneering van cretonne of van behangsel geplakt wordt. De zonnestralen plakt U met smal plak band, goud of geel. Achter de bloemen worden met zwarte of donkerbruine wa terverf drie boomen geteekend; de blade ren worden met groene waterverf met een schabloneerkwastje opgetikt. Een artistiek geheel bereikt U met no. 4. dan de kant zelf. Dit geschiedt met den festonsteek. Langé hals en armsgaten van t nachthemd naaien wij een rose picotje. Chemise en broekjfe wordt op dezelfde wij ze vervaardigd. Ten slotte worden groote hoeveelheden eieren gebruikt bij de samenstelling van de smakelijke eierlikeur, meer bekend on der den naam van „advokaat”. Daartoe maakt men in de nis een crème, chamois, licht-groen of beige schild en maakt een half-clrkelvormige verhooging van hout ervoor. Om den ronden voorkant dicht te maken, neemt U goed buigzaam triplex, met de nerf rechtop, anders buigt het niet goed. U kan deze verhooging nog extra ver sterken door tusschen den boven- en den onderkant, meeloopend met de ronding, latjes te slaan, ter dikte van het afslult- blad, naar binnen toe. De verhooging kan in mahonie- of eiken- kleur gebeitst worden of met olieverf in ‘n mooie tint geschilderd. Men kan zoo’n verhooging ook heel goed maken van het dikke bordpapier, dat U gebruikt voor het afsluiten van de ni». Wanneer U zoo’n groote plaat voor 1.25 koopt, dan houdt U er nog genoeg voor over. Dit materiaal is ongelooflijk sterk en U kunt de deelen ook heel gewoon op el kaar spijkeren, terwijl ge de kanten later bijschuurt. Zulke kartonnen voorzetstuk- ken worden bespannen met goedkoop fla nel in beige-, groene of zandkleur en kun nen ook bespannen worden met moderne ribetof. Een koperen kan of steenen pul, artistiek gerangschikt met bloemen, kan er op geplaatst worden. No. 5 laat U een arrangeering met blok ken zien, die op dezelfde manier gemaakt wordt. De achtergrond wordt licht gehou den. No. 1 is gedacht van rose zijde, versierd met zwarte kralen en een zwart-zijden bloem in applicatiewerk. De eigenlijke tasch bestaat uit acht punten, welke men met *n smal naadje aan elkaar zet. Indien men een groote lap zijde ter beschikking heeft kan men de tasch ook uit één stuk knip pen en alleen de punten dichtnaaien. De uiteinden der punten vertoonen een ronde zwarte kraal. Ook de aanzetnaden, die van bloem tot punt loopen, worden met kralen bedekt. Het hart van de gefestonneerde bloem bestaat uit kleine goud- en zilver- kraaltjes. Aan den bovenkant wij een ruime strook zijde met een schuifje en hierdoor komt een koordje met drie kralen in afloopende grootte. No. n is van rose ba tist en vertoont open dradenwerk in witte kleur. Het derde model letje is wit met een rosen in schulpen gewerkten bovenkant. Tevens is het versierd in rosen, even eens geschulpten medail lon. Het zesde en laatste model heeft een aan- gezetten pas met geborduurde moezen. In enkele verloren oogenblikken kan men deze snoezige dingetjes vervaardigen; ze vragen maar een klein gedeelte van onzen kostbaren tijd. En het is niet alleen prettig en behaaglijk om werkelijk mooie, zelf ver vaardigde lingerie te dragen, maar ook veel en veel goedkooper, daar men heden rose en witte couponnetjes tegen zeer matigen prijs kan machtig worden. WIJ behoeven geen rekening meer te houden met een en kel stelletje elegant ondergoed, maar onze linnenkast kan rijkelijk voorzien zijn van al dat fleurige, teere goedje, waar wij vrou wen geen enkele uitgezonderd zoo dol op zijn. plooi op het kapje gestikt. Het kraagje wordt op vorm geknipt. Alvorens dit te doen, meet ge even of de halswijdte (26 c.M.) goed is, daar ge anders ook de hals wijdte van het kraagje moet vergrooten. Het kraagje wordt langs den buitenomtrek gestikt, omgehaald, waarna het door mid del van een schuin biesje op het manteltje wordt gezet tot precies middenvoor. De 3 cM. van den overslag, welke overblijven, naait ge tegen elkaar in. Onderaan het mouwtje zet ge een manchetje, dat ge 25 cM. lang en 6 cM. breed knipt en ook aan den verkeerden kant met voering afwerkt. Het voeringmanteltje wordt in elkaar ge stikt, waarna t langs het halsje, de beide voorkanten, den onderkant en aan de mouwtjes wordt tegengezoomd. De knoops gaten maakt ge in op 6 cM., 10 c.M. en 14 cM. vanaf het halsje, terwijl onder bet krasgje een drukknoop wordt aangezet. No. 2 is een langwerpig taschje van licht groene zijde. De overslag is gefestonneerd met zwarte borduurzljde. De bloemen zijn uit goudbrocaat geknipt en opgefeston neerd. Het hart en de uitloopende stralen zijn gewerkt met heel kleine, goud-glinste- rende kralen. De groote kwast werd ver vaardigd uit perlé-zijde en goud-kralen. De sluiting wordt verkregen door twee met brocaat overtrokken knoopen. Het laatste model werd vervaardigd uit donker-blauwe zijde. Het loopt onder in een punt uit, wel ke afgewerkt wordt met een kralen kwast, waartusschen twee zwarte ronde kralen. De versiering bestaat uit roze roode lange strass-kralen, welke waaiervormig opge naaid worden. Hier is treksluittig aange bracht. En nu nog een goede wenk voor t aanrijgen der kraaltjes voor de kwasten. Als men het uiteinde van den draad even in gesmolten kaarsvet houdt, vergemakke lijkt dit het werk zeer, daar de punt dan heel hard is. noodig wezen het kooknat met water of melk te verdunnen, daar de soeptabletten reeds het benoodigde zout bevatten. Door het kooknat, dat we tot onze be schikking hebben en dat dus al eenlgen smaak beeft, behoeven we minder tabletten dan anders bet geval zou geweest. We dienen er echter steeds op te letten dat we een soepsoort nemen welke goed te gebruiken is bij bet kooknat dat we ervoor hebben. Groentenat kan het beste verwerkt wor den in groentesoepen; aardappelwater, dat we het beste kunnen verdunnen met melk, is geschikt voor allerlei lichtgekleurde soe pen, zooals seldery-, koninginne-, familie- of Londonderry-soep. Het kooknat van witte boonen kan ook voor al dergelijke soepen worden gebruikt, terwijl men van het nat van asperges ook een heerlijke soep kan bereiden door er *n pakje vennlceUl-soep bij te voegen. Het kooknat van bruine boonen, waar van ook met prei, seldery, *n gefruit uitje en wat aardappelen een voedzame soep te bereiden is, kan eveneens uitmuntend die nen om met een of meer soeptabletten te worden verwerkt. Dit bruine nat is vooral geschikt voor ossenstaartsoep, schildpad soep en champignonsoep. Zoo kunnen we, met weinig moeite en kosten, variatie brengen in het middag maal door telkens weer *n andere soort soep op te disschen. direct uit den booze is. Hier spreekwoord bewaarheid: schaadt. De modellen op onze teekening toonen hoe wij onze lingerie op de juiste wijze kunnen versleren. z^^pgegeven maten: bovenw. 58 cM., lengte 40 c.M., mouwlengte 28 c.M. Benoodigd: 1 M. stof van 130 c.M. breedte, 1.40 M. voering, JJ knoopen, 1 druk knoop. heid nat en evenveel boter, die men sa men, op *n zacht vuurtje aan de kook brengt, onder voortdurend roeren en waar men dan, langzamerhand, steeds roerende, het nat bij voegt. Een weinig geraspte noot geeft de soep ’n plttigen smaak. Men roert dan een eierdooier met een scheutje melk in de soepterrien en voegt dan, voorzich tig, de heete soep bij. Van het eiwit kan men, met fijn gestampte beschuit, peper, zout en noot nog kleine balletjes maken, die men even meekookt met de soep. Op vleeschdagen kan men de soep, in plaats van met vleesch, ook pittiger maken door er een paar bouillonblokjes bij te voegen. Bloemkoolnat, dat *n eenlgszins scher pen smaak heeft, is vooral geschikt voor kerrysoep. Eventueel overgeschoten stukjes bloemkool en bloemkoolsaus worden er bij- gevoegd. Men fruit dan een fijn gesneden ui lichtbruin in boter met kerry naar smaak en laat het bloemkoolnat hiermee een poosje koken. Dan wrijft men de soep door ’n zeef en bindt ze, ofwel met fijn gemaakte overgeschoten aardappelen, of wel, zooals de aspergesoep met bloem en boter. BIJ deze soep presenteert men dob belsteentjes of soldaatjes van gefruit brood. Een uitstekend hulpmiddel voor het klaar maken van soep zijn de Maggi’s soep tabletten, die in velerlei soorten verkrijg baar zijn. Ook hierbij kan allerlei kooknat met succes worden verwerkt. Rekent men hier tevoren op, dan zorgt men er voor niet te veel zout te gebruiken bij het koken, doch in elk geval zal het dan toch nog wel ring, zoowel strikken, ruches en strooken, enz. Voor avondjaponnen wordt gecombi neerd, niet gecontrasteerd, en keus ge maakt uit de kleuren mauve, zacht lila, cy- clame-petunia-rood, marine- en zacht- blauw, mosgroen en lindegroen. De sportieve mantels (men ziet bijna niets anders) wisselen door schuine slui tingen naar den schouder, doorsteekkraag, strikken of vlinders af. Op sommige shows brengt men de lak- garneering sterk naar voren op het spor tieve mantelpak, den hoed, de handschoe nen (zwart lak). We geven deze week zomermodellen van cretonne-, tobralco-, frisco- of andere zo merstof. et is natuurlijk wel bekend, dat het nat waarin groente gekookt is, nog veel voedzame bestanddeelen bevat, maar over het algemeen wordt er van die wetenschap nog te weinig partij getrokken. En toch kunnen we zulk nat en zelfs het water waarin de aardap pelen zijn gekookt, stekend gebruiken allerlei soepen. Ik denk hier, bijvoor beeld, aan het nat waar in asperges zijn gekookt. Het zou zonde zijn dit water, waaraan de asper ges zoo’n fijnen smaak hebben gegeven, eenvou dig weg te gooien. We kunnen er met *n beetje poulet of gehaktballetjes een heerlijke soep van koken en ook zonder vleesch is er een vastendagsche soep van te maken. De onderste stukjes van de as perges, die te hard en te houterig zijn om zóó te eten, laten we in het nat nog een poosje koken en wrijven ze dan door een zeef. De soep wordt gebonden door "n paar lepels bloemnaarmate van de hoeveel- ■r—v eze twee kleuren zijn het wel, die voor I J ons tegenwoordige, rag-fijne onder goed het meest in aanmerking ko men en hoewel de laatste tint mooi en lief staat, verdient de eerste toch ook onze volle aandacht. Wit ondergoed -was, is, en blijft altijd apart en elegant en voor bizondere gelegenheden onontbeerlijk. Maar hoe denkt U over een combinatie wit en rose? Ze is eenig mooi hoor. Ons ondergoed kan hierdoor zoo’n apart cachet verkrijgen en bizonder zij, die de moeite nemen het met handwerk te versieren kunnen er iets bui tengewoons van maken. Een enkel rose bloempje op witten ondergrond, of een wit versiersel op rose fond kan het prachtig doen als het op de juiste wijze aangebracht wordt. Angstvallig wake men voor een te veel, daar dit voor werkelijk fijn ondergoed wordt het Overdaad Ge teekent het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Hierna wordt het patroon op de stof gelegd. Alvorens dit te doen, wordt *t patroon aan den voor- en aan den achter kant op de aangegeven lijn ook doorge knipt, zoodat ge het patroon op de stof uit elkaar kunt leggen voor de plooi. Dit is aan de bovenkanten 10 cM., terwijl het aan de onderkanten 8 cM. is. Is de plooi ingeregen, dan is zij boveenaan 5 M. en onderaan 4 c.M. diep. Aan den voorkant knipt ge 6 cM. aan voor de knoop- en knoopsgaatjes, onderaan het jasje en de mouwtjes 5 cM., zoodat ge dit kimt verlengen. Wanneer alles geknipt is, begint ge de vier plooien In te rijgen op de eerder aangegeven plaatsen maten. Hierna kunt ge aan de voorkanten de 6 centimeter de terugslagen Inrijgen, waarna ge schou der-, zij- en mouwnaden kunt stik ken en open strijken. Bij het Inzetten der mouwtjes neemt ge den mouwnaad 2 cM. meer naar voren dan den zijnaad, waarna ge den onderkant van de mouwtjes en het manteltje op lengte af kunt rijgen. De schouderkap]es, welke aan den verkeerden met voering worden afgewerkt, wordem ónder de plooi geschoven, waarvoor ge op: het midden een knipje geeft, dat op derj schoudemaad komt. Hierna wordt de ■k vlet alleen onze avondjaponnen zijn met prachtige motieven van strass of kralen versierd, neen, ook onze avondtasschen. In de modehuizen kunnen we ze bewonderen, deze schitterende exemplaren. Eenig mooi zijn ze, maar toch kunnen wij *t wel verantwoorden in dezen moeilijken tijd zóó’n bedrag te be steden enkel en alleen voor een a vond- tasch. Want peperduur zijn ze, omdat de bewerking geheel handwerk is. Dan maar afzien van dit mode-nleuwtje? Niet noodig hoor! Handige vingers kunnen heel goed zelf zoo’n luxe-dingetje in elkaar tooveren, dat voor de duurste winkel-exemplaren niet onder hoeft te doen. Integendeel, men kan aan zoon zelfvervaardigde tasch een origineel, persoonlijk cachet geven, of haar in overeenstemming brengen met ons avondtoilet,' wat. de charme van het laat ste ten zeerste verhoogt. Een restje zjjde, voor enkele dubbeltjes kralen, en een groo te portie geduld, ziedaar wat er voor noo dig is. In de modellen op onze teekening eigen smaak Een ei bestaat uit 66 pet. water, 10 pet. vet, 13 pet. eiwit en 11 pet. mineralen. In de Amerikaansche pers vonden we de me- dedeeling, dat eieren niet alleen als voe-» dingsmiddelen, doch ook voor andere doel einden worden gebruikt. Bij de samenstelling van haarwaschmld- delen en haarzeep worden eierdooiers ge bruikt. Ook In fijne zeepsoorten worden eierdooiers gebruikt. Eieren worden ook aangewend bij het prepareeren van foto grafisch papier en bij het looien van leer. In sommige chocoladesoorten en in ver schillende geneesmiddelen worden even eens eieren gebruikt. 1 is er dV seizoen geen revolutie in de mode zooals in 1929, toen de lengte van de modellen plotseling over ging van de knie tot aan den grond, toch zijn zooms altijd veranderingen merkbaar. Er bestaat een zeker contrast in kleur en lijn voor dag en avond. De dagkleedlng is opmerkelijk slank, recht en niet te lang en bijna Z6*ider uitzondering sportief. Door de rechte nauwheid van de japon nen en mantels krijgen we als zuiver ge volg de kortere modellen. Aan het bovenste gedeelte, hals en schou der, wordt de meeste aandacht besteed. De schouders zijn ruim, kimono of rag- lan, hebben aangezette korte poefs, soms nog overdekt door een of meer schouder kap) es. De poefmouw gaat veelal vergezeld '■van een strakke ondermouw zonder eenl- ge gameering. Jumpers en blouses komen uit In strepen met aparte puntstukken er tusschen ge bracht, terwijl de strepen In andere rich ting loopen. De V-vormige halsuitsnijding ziet men met een schuine sluiting afge werkt, met een strik in soepele plooien of stijf als een vleugel. Deze gameering her haalt zich veel in de taille. Jabots en strik ken gameeren ook de hooggesloten mo dellen. Voor de avondtoiletten zijn de modellen scherp getailleerd sluitend om de dijbee- nen en uitloopend verder naar onderen. We zien schouderversieringen van tule, Aele ruime schouderkapjes boven elkaar Vks één golvende schuiming De korte poefmouw, veel bloemengamee- ,t men door, In eiken 4den toer minderend, tot men nog slechts 4 st. over houdt tusschen 2 minderingen. Dan breit men 1 toer aver. In den daaropvolgenden toer breit men telkens 3 st., waarna men telkens 2 st. samenbreit; 1 toer overbreien. Volgende toer: 2 st. breien, 2 st. samenbr^ den ge heelen toer. In den daaropvolgenden toer breit men, den geheelen toer door, telkens 2 st. samen. Dan breekt men den draad af, rijgt hem met ’n stopnaald of borduur naald door alle steken, haalt den draad aan en naait hem stevig af. Dan wordt de zijnaad van het mutsje aan den linkerkant dichtgenaaid en maakt men van het overgeschoten materiaal nog een kwast voor versiering. Eerst haakt men een eindje koord van losse steken met 12 dubbele draden wol, katoen of zijde (het zelfde materiaal als men voor de baret heeft gebruikt), maakt eeïi kwast, die men aan dit koord vastnaait en naait het an dere uiteinde van ’t koord dan stevig vast, midden op den bol van het mutsje. DORA 1 J en begint aan den rand om t hoofd, j_Vj. waarvoor men 120 st. opzet en breit 1 r. 1 aver, tot men 2H cM. heeft gebreid. De eerste toer breit men in den achterkant der steken om een stevig rand je te krijgen. Na den rand breit men ver der in tricotsteek, dus r. aan den rechter- en aver, aan den linkerkant. In den len toer rechts begint men te meerderen door in eiken lOden steek 2 st. te breien. Men breit dan 3 toeren zonder meerderen en breit in den daaropvolgen den toer 2 st. in eiken llden steek; 3 toeren overbreien. In den volgenden toer 2 st. breien in eiken 12den steek, 3 toeren over breien; in den daaropvolgenden toer 2 st. breien in eiken 13den steek. Na deze meerderingen breit men 3 3*4 c.M. recht door, eindigend met ’n aver, toer, waarna men begint te minderen voor den bol op de volgende wijze: le toer: 12 st. breien, 2 st. samenbreien, den geheelen toer door;0 breien. 5e toer: 11 st. breien, 2 st. samenbreien, den geheelen toer door; 3 toeren breien. Zoo gaal rend /■f n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 11