STANDARD
MOTOR OIL
4
3^ w^Aaal wuv den daf
pen nieuwe kloosterstichting*
^iDoorziffen
Wij gaan
overal mee
wani Wij "Akkertieg" rijn trouwe
reig-makkertjes die U dadelijk af-
helpen van hoofdpijn, kiespijn, spier-
Het Geheim
van
Sir Carew
H
die aan mün verblüf aan de schilderachtige
kust van Normandlë een büzondere aantrek-
kelükheld verleenden. Ik had reeds besloten te
vertrekken, maar ik wilde vóóraf nog eens een
heelen dag ronddolen ln dit wonderschoone
land van de zee, waar ik zooveel genoeglüke
dagen had doorgebracht. Nadat ik ongeveer *n
uur lang langs de steenachtige, nu door een on
stuimige zee bestookte kuststrook gezworven
had, ontmoette ik den ouden vlsscher Jacques
Vélard. Deze man was. ondanks z’n eenvoudige
kleedlng, toch een imposante figuur met s’n
forsche gestalte en lange golvende witte haren.
Hü had me vaak gezelschap gehouden op m’n
zwerftochten en me veel merkwaardige dingen
verteld over het leven der vlsschersbevolking.
Van anderen had ik gehoord, dat zich in het
leven van dezen man een zeer tragisch voor
val had afgespeeld.
n
ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN
Uw eigen winkelier verkoopt
het hartje van
FRIESLAND
ROBINSONschoenen
STANDARD
WOENSDAG 19 JULI
nuinu
Oude kloostertraditie
hersteld
Doos 30 en 60cl
Herdenkingszakdoekje
I a
Akker-
per 12 «tukt. Overal virkrijgba^l'
Het mysterie
tusschen
de klippen
PtjmtiUerg ensmaakloos.
---j"Cacnels korten slee hls 50 ct.
Dt vestiging der patere Minder
broeder» te Drachten
illeabonné’sSSTo^ 750.-f250.- f 125.-°^^^ fSO.-'&Ff40.-
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
hand
sterk
mü
dag In de liturgie tegenkomen
Drachten, 9 Juli 1933.
tr. EGIDIU8 BRUNA OFM.
eerst
delük geloof."
(Morgenavond vervolg)
o
(Wordt vervolg.)
9
Maar
dicht,
81a-
r 1*
Aaa-
'•ran-
(Ingezonden Mededeellng)
-1 l
KA
Drts-
40—
8U-
MIS
roer
lem
idel
de schulden en nooden der menschen.
„Frysk heitelan” „kann ruhlg sein", om eens
een vreemde combinatie te gebruiken. De volge
lingen van den ook door protestanten zoohoog-
geachten Franclscus zün heusch nog ongevaar-
HJker en gemoedelüker. dan ze er uitaten. En 8t.
Bonlfatius zal hun vanuit den hemel zijn bls-
schopszegen schenken, gedachtig de aloude ver-
eering, die hü In deze streken heeft genoten en
die vanaf het jaar 1933 weer zal worden voort-
geaet. Als bewijs en onderpand van dezen he-
melachen zegen heeft onze stoere Aartsbisschop,
zelf een rasechte Fries en een vurig vereerder
van den grooten apostel-martelaar, aan de nieu
we stichting reeds den zijnen geschonken.
Robbie en Topsy keerden met Willy
Woensdag naar het kamp terug en ae
sagen Benjamin, den baviaan, uit de
Artlskeuken komen. HU was gekleed In
Willy's kleeren en hü had Willy’s muts
op HU droeg een pan in zUn hand.
„Nou lUkt hU toch werkelijk een ech
te kok, vinden jullie niet?" zeide Wil
ly
„Dat kan wel, maar óf JU. óf Ivy
noet toch het eten voor ons koken,"
.seide Topsy.
et zal In *t midden van October geweest
zün.” vertelde mü m’n vriend, „toen ik
ie merkwaardige gebeurtenissen beleefde,
meld
uiSel
zou
hebben
om
zou
en
1ST
i OM
p*r
r**id
wtL
>M
lub-
per
100
34,
Jlee
een
roer
1J0
11—
rte-
teen
Zang.
>P het
veree-
weder
iweren
leuze.
>g van
Laten
ng en
n ▼an
teo
wor-
d een
•ren-
u<e-
30—
40-
elrn:
0 20
H*u-
P»
oode
00-
r 10
ikool
iade
▼ette
-OM,
wicht.
440
0.40
irkat»
f*-
0 K G.
110
>rtel«n
3000
Witte
4.40—
linten
stuks
i Jo
ta,
o.w.
).?*-
IjOO
Jf.lA
I.O.
10 00
0000
Gele
«a
00.
«en
ven
0—
0—
00,
100
ór-
m-
noipan van nooiapijn, kiespijn spier*
pijn, zenuwpijn, kou, griep of "kater".
<**n en terug zijn."
I -Neen. dank je, daar waalt het mü
Jtachs
Ju.
r
oe-
Uttotx
«T*-
Pniit-
pken".
xkom-
Wem
lalade
t 100
31.00
oonen
>00—
r'lS
den herfst tusschen de
waterzuil uit de see op-
bedrlegelUk veel leek op
De zilverachtige nevels
bolster! Weet Wyckam het al?*
van u... ---
het hem vertellen wil.”
dan Is hU dtérom zeker zoo extra onge-
Bet tegel van Smallinger-
tout Mst het Lam Gods
Charley, of Iemand anders, hem
van Garth en de schrik sloeg
het hart, voor hetgeen hü nu mis
doen of zeggen. ZU had zeer goed
begrepen, dat hü ééns toch van haar verloving
moest hooren en dat hem dit natuurlük zeer
onaangenaam zou aandoen, maar zij had ge
hoopt. dat hü het verstandig aanvaarden sou
als iedere andere onherroepelUke beschikking.
Een huivering voer haar echter door de leden,
toen ae zün radelooaen blik zag.
„Ik kan niet wachten, Mr. Wyckam." zei ze
met onvaste stem, kunt nu niet met mü
spreken; Ik ga naar binnen
„Neen. wacht I Ik moet u een vraag doen,
Mn vraag maar U heeft laatst gezegd, dat
u meelUden met mü had. Als u dit meende,
dan zult u mü antwoorden."
„Wat Is die vraag?"
„U leest de vraag op mün gelaat, evenals Ik
het antwoord lees op het üwe.... Ik heb vüf
minuten geleden gehoord dat u de verloofde la
ven Mr. Rutland? Is dat waar?"
.Ja. het is waar"
„O meent dus. dat u met hem trouwen zult,
- of beter gezegd, dat hü met trouwen zal?"
zün selfbeheerschlng te herwinnen, op het
oogenbllk, dat ze hem zag, en trad op haar toe
met een gelaat, zoo wit als marmer. Eer hü een
woord kon zeggen, yrondde zü zich om. om te
gaan, maar hü hield haar bil de hand vast.
„Wachtl" riep hü- ,4k moet u spreken!"
„Neen," antwoordde zü. „Ik kan niet wach
ten."
Zeker
verteld
haar
schlen
N B Voor de samenstelling van dit artikel
moet Ik vooral dank zeggen aan den burgemees
ter van Bmalllngerland, den Edelachttr’heer J
Wulte. voor de welwillendheid, waarmee hü ons
direct toestond gebruik te maken van foto’s en
gegevens uit den door *t gemeentebestuur uit
gegeven. zeer mooien „Gids voor Drachten en
omstreken".
Verder aan prof. P. Titus Brandsma O.Carm.
en Dom. H. Scheerman, O.8.B.. die ons geheel
belangeloos hebben voorgelicht Inzake de ge.
schledenis van Smalle Ee. aan den heer A.
Barendsen te Drachten, die ons vergezeld heeft
naar den htetortechen kloosterkamp en kostbare
aanwüzlngen gegeven, aan den heer J. Jansema,
die ons de juiste plek van de voormalige Bonl-
fatluskapel heeft aangeduld.
Zulderkerkhof liggen, tot db gereformeerde re
ligie overgegaan Ook heeft aan een nu grooten-
deels verdwenen ouden weg van Smalle Ee over
Drachten-Zuid naar Ureterp tot In de vorige
eeuw nog een kapel gestaan, die aan 8t. Bonl-
facius is toegewjjd geweest. We hebben een pel
grimage ondernomen ook naar deze historische
plek, die misschien nog een oude herinnering
vasthield aan de prediking van den grooten
Apostel in deze streek. Slechts enkele Drachte
naren weten de juiste plaats nog aan te wüsen
aan den rand van een kilometerlange weide.
De laatste pastoors van Drachten. Albertus
en Bartholomaeus Nlcolal werden met pensioen
heengestuurd. Maar yiog lang hebben, naar de
overlevering zegt, de aan het Geloof der vade
ren trouw geblevenen gekerkt In een boerderütje
aan de Ureterper-Verlaat, dat nu nog „de Paap-
ache leer" heet. Nog steeds staat het huisje er
zeer schilderachtig aan de vaartook hierheen
hebben wü met devotie een tocht ondernomen.
Dat de tegenwoordige bewoners niet eenk meer
eenige heugenis hebben aan wat er zich In
duistere dagen in hun huls heeft afgespeeld,
bleek wel utt de Ietwat verschrikte gezichten,
waarmee wü bU onze komst werden begroet.
Toch was onderget., zooals uit t verslag zal blü-
ken. misschien niet de eerste minderbroeder, die
de „Paapache leer" bezien kwam. Het Is niet
onmogelük. dat In dit huisje eertüds door min
derbroeders-missionarissen de Paapache leer is
onderwezen.
De Gouden Eeuw was de tijd, dat de belde
Drachtens «nel In stoffelUke welvaart vooruit
gingen, voor de katholieken, in zoo ver ze er
nog waren, was het een minder gelukkig tüd-
perk Deze historie is ons te overbekend uit
andere streken, dan dat we er nog lang over
hoeven uit te welden.
De oude stabiele agrarische orden hadden dus
voorloopig afgedaan In ’t land der vrüe Frie
zen; de meer mobiele bedelorden daarentegen
lieten zich de kaas niet zonder meer van t
brood eten Onder de vele mlss.onarlssen. die
In dezen tüd de verstrooide kudden trachtten
te sterken en nieuwe moed In te blazen, maken
Pater Aug. de Hart OTM., overste der
Pranciskaner-vestiging te Drachten.
zag.... de verschüning. Vélard had niet ovér-
dreven. Op gerlngen afstand van ons zag Ik
de gestalte van een vrouw, die op het water
scheen te zweven. Het gezicht van de myste
rieuze gedaante was betooverend en verblin
dend. Het moet een onbewuste nawerking van
het geheimzinnig verhaal van den vlsscher op
mün fantasie geweest zün. die mü In extase
bracht over het beeld, dat in een tooverachtlge
schittering van
zilverwitte schUn-
sels op de bewo
gen golven toef
de. te midden van
een transparan
ten, wazlgen ne
vel, als drupten
duizend fonteinen
ten. dat het al een uitgemaakte zaak Is, dat ze
verloofd zün? Anders zal Charley het hem wel
verteld hebben. Ik heb nu genoeg van al het
leed, dat Ik steeds heb moeten dragen. Het zou
mü een verlichting zün, als ik dan nu eens an
deren zag hjden. Als hü niet afweet van het
engagement, dan zal Ik het hem vertellen."
Ze verliet het vertrek en ging regelrecht naar
de bibliotheek, waar zü zeker was. Anthony
Wyckam op dat oogenbllk alleen te vinden.
Terwül zü binnentrad zonder kloppen, zag zü
hem voor het vuur staan.
Hü <ag en hoorde haar niet, maar leek wel
een tien jaar ouder geworden: Zeker wist hü
het, dacht zü.
,js u zoo in gepeins verzonken. Mr. Wyckam.
dat u mü niet hoorde?"
„Neen, ik hoorde u niet,** zei hü verstrooid.
„Heeft u onze overeenkomst vergeten, dat u
mü hebt overgehaald, om ieder, met een doel
voor oogen, samen te werken? Me dunkt, dan
zult u mü nu toch wel wat te zeggen hebben."
.Heen. Ik heb u niets te zeggen; nMtsl"
,X>an zal Ik mededeelzamer zün. Ik heb Iets
te vertellen, dat u persoonlijk raakt. Maar
daar het sinds gisteren algemeen geweten
mocht worden, zult u het waarzchUnlUk toch
ook wel gehoord hebben."
„Wit gehoord hebben?"
„Wel. van de verloving van Miss Caiew met
Mr. Rutland."
liegt!" riep hü-
„ZU was niet verschrikt door den üzeren greep,
waarmee hü haar bü den pols vatte; se was
Patty, die opzettelUk wat onder de boomen
was gaan loopen, om eenlgszins beschut te zün
tegen den feilen wind, hoorde het geluld van
voetstappen, die snel naderbUkwamen. en keer
de zich om, in afwachting van dengehe, die
daar komen zou Was Charley al terug uit Bas-
zenthwalte?.Zeker wel. want wie zou er nu
anders zoo hollen?
Daar zag zü. op een tiental schreden afstand.
Antony Wyckam met een wanhopige uitdruk
king op het gelaat. Hü 4eed zün uiterste best.
vooral de mlnderbroeders-observanten een goe
de figuur. Van P. Adrianus van Renesse weten
wü. dat hü pl m. 1650 te Heerenveen en om
streken gewerkt heeft; van P. Joannes Goemas.
dat hü de dorpen van Sneek heeft bezocht. Een
van de grootste jagers voor den Heer, P. Lau-
rentlus Simon is zelfs tot Beets, Beetsterzwaag
en Boomebergum doorgedrongen. De laatste
plaats ligt In Bmalllngerland, zoodat ook hier
de laatst overgebleven katholieken In die donke
re tUden niet geheel aan hun lot zün overge
laten.
En zoo zün we gekomen aan het derde tüd-
vak van het Katholicisme in mldden-Frtesland.
Drachten is onderhand uitgegroeid tot een wel
varende plaats met groote-stadsallures en is
daarmee ook het middelpunt van de gemeente
Bmalllngerland geworden. Als men nu een lün
trekt langs de om Drachten liggende parochies,
dan vindt men nu nog. In den jare negentien
honderd drie en dertig, een over de drie noorde-
lüke provincies verdeeld gebied, büna zoo groot
als geheel Friesland, waarin geen enkele paro
chie meer te vinden is, zelfs ter nauwemood
Mn katholiek. En in het middelpunt van die
geheel protestantsche streek hebben na sooveel
eeuwen de katholieken weer een vast steunpunt
gevonden.
Na eeuwen geduldig wachten en werken heb
ben weer kloosterlingen hun bivak opgeslagen
In Bmalllngerland. Een viertal minderbroeders
hebben zich een eenvoudig maar vreedzaam helm
Ingericht in een reeds jaren leegstaande villa
met grooten tuin erachter. Zoo is niet alleen
de „oude katholieke traditie, maar ook de oude
kloostertraditie in het gebied van de Smalle
Ee hersteld.
„Geen woorden", schrijft pastoor Overmeer
van Heeg In het huisarchief, „kunnen beschrij
ven het roerende oogenbllk, dat na drie en een
halve eeuw voor t eerst .het H. Misoffer werd
opgedragen. Geen missionaris, die voor het
eerst de H MIs leest in streken, waar het chris
tendom tot dan toe onbekend was, maakt mee,
wat hier werd beleefd. Want hier kwam de
Christus terug, vanwaar Hü eenmaal werd ver
jaagd”. Inderdaad het Lana Gods; dat nog
steeds prükt op. het zegel van Bmalllngerland
la weer na zoovele jaren neergedaald op het al
taar, om weer zoen- en smeekoffer te zün voor
Robbie en Topsy vonden Willy
Woensdag zittende in zün hemds
mouwen. bezig een krant te lezen, ter
wül het büna tüd was om te middag-
malen.
„Heb je niet het diner klaarge-
xasp. op da- plaatsen, .waar, nu het Nporder. en maaktf’ viosg Topsy.
„Nee, ik ben lult de keuken wegge
gaan, omdat er een nieuwe kok is,"
aelde Willy
„Een nieuwe kok, je bedoelt toch niet
Ivy?" zeide Robbie.
„Nee, ik meen Ivy niet,” zeide Willy,
„die is ook uit de keuken weggeloopen;
ik zal Jullie den nieuwen kok laten
zien.”
die den heuvel aan t afgraven te, juist met een
oude gouden munt kwam aandragen, die hU op
het terrein had gevonden. Het eene randschrift
ln lAat-Bothlsche letters was ook voor een nlet-
muntkundlge duidelijk te lezen: ,jBlt nomen Do
mini bensdlctum”.
Die geheel katholieke bede, die we nog eiken
dag in de liturgie tegenkomen aan te treffen
in die geheel verprotestantlzeerde streek, deed
ons even warm worden.
Want om den draad van het verhaal weer te
hervatten, na een wisselend bestaan van op-
bloel en verval, te ook de luister van dit huls
Gods in den storm der Hervorming totaal ten
onder gegaan.
In 1580 waren er volgens offlcleele opgaven
in de abdü Smelna nog maar te vinden: de
prior, de priorin, vüf koorzusters, veertien leeke-
rusters. een novice („en heeft haer wel eerlück
ln t Convent ghedraegen een paar leekebroe-
ders (provinciers), een paar ouden van dagen en
een vondeling. De laatste kloosterlingen hebben
van de Staten van Friesland waarschünlük een
jaarwedde gekregen; %et strekt ons tot troost
dat men van den prior leest dat hü in balling
schap" is begraven bü de predlkheeren te Gro
ningen. In 1581 zün de gebouwen gesloopt „op
dat de Spanjaarden er geen roofnest van zouden
maken". En daarmee was een brok middel-
eeuwsche geschiedenis afgebroken, het middel
punt van Bmalllngerland werd verlegd naar
Oudega. waar nu nog een oud Romaansch kerk
je staat, dat door de monniken van Smelna
moet zün gebouwd en dat naar de overeenkom-
stlge afmetingen te oordeelen, ongeveer een
cople te van de voormalige kloosterkerk.
In „neutrale" geschiedenisboeken beeft men
het steeds zeer welwillend over den cultureelen
arbeid, dien de monniken gepresteerd hebben.
Wü vergeten daardoor wel eens te veel de nog
belangrükere successen die zü op bovennatuur-
lük terrein door gebed, boete en zielzorg hebben
behaald, al ontveinzen we ons niet, dat speciaal
ln deze streken het oude Evangelische Ideaal
wel eens wat erg op den achtergrond is ge
raakt.
Dat het met het verdwünen van het klooster
leven ln Bmalllngerland ook gedaan was met het
katholicisme in deze grietenü, te natuurlük zeer
onwaarschUnlUk. Wel zün omtrent denzelfden
tüd de belde parochiekerkjes van Drachten, die
al dateerden van de 13e eeuw en die stonden
De N. V. P. F. van Vltestngen Ss Cos Ka-
toenfabrieken te Helmond heeft in opdracht
van H. de Koningin een herdenkingszak
doekje vervaardigd, dat dezer dagen te ultge-
relkt aan de kinderen, die bü het laatste be
zoek van H. M aan Amsterdam aan de daar
plaats gevonden aubade hebben deelgenomen.
Het zakboekje draagt de beeltenis van Willem
den Zwüger, de Koningin, de Konlngin-Moe-
der. Prins Hendrik en de Prinses. De beelte
nissen zün vervat ln prachtige kleurencom
binatie.
Het ontwerp dat voor uitvoering diende, werd
gekozen uit een aantal teekenlngan. gemaakt
door dan beer Jac. Rükse, verbonden aan de
Academie te Den Haag, waarbü er naar ge
streefd te. de afgebeelde figuren van de leden
van het Koninklük Huis zoo juist mogelük
weer te geven. De fünheid van druk kon alleen
worden verkregen door het toepaazen van een
speciale fotografische gravure.
Dat de fabrieken der N. V. P. F. van Vltesln-
gen en Co. met deze moellüke opdracht wer
den veraard, geeft haar ln deze sorglüke tU
den een groote voldoening vooral ook door het
voorbeeld, dat onze Koningin hier heeft ge
geven door een Nederiandsche fabriek daarvoor
uit te kiezen.
Haar verontwaardiging kende geen greuaen.
„Hoe durft u zoo iets zeggen?"
„Ik seg het, omdat u nooit zün vrouw suit
worden
Zü antwoordde niets hierop, maar sag nu
zeer bleek, en dezelfde gedachte was bü haar
opgekomen, die Vashtl Dugarre, even te «oren,
halfluide had uitgesproken: „HU te zeker gek!"
En tot haar niet geringe ontsteltenis ant
woordde hü, of hü precies haar gedachten las:
.Jteen, ik ben niet gekt.... Of ik het soms
nog worden aal, hangt van af; maar op het
oogenbllk ben Ik het nog niét. U ziet, ik spreek
kalm, weet müzelven volkomen te beheer-
schenMaar ik voorspel, dat u nooit de
vrouw zult worden van uw verloofde. Zou ik u
de reden meedeelen U het geheim ont
hullen van het leven van uw vader en tegelük
van het üwe? Weet u wel. dat ik het tn mün
macht heb, als u er mü toe dwingt om u
te doen verliezen, al wat u bezit en u als zoo
danig bakead te maken dat uw verloofde liever
een van zün dienstmeiden zou trouwen dan u?"
„Gek, stapelgek,” dacht zü weer, terwül zü
eeh wanhopige poging deed, om langs hem been
te ontvluchten.
Hü hield haar bü de hand terug, overdekt o
die met de vurigste kussen en barstte uit ln een
niet te stelpen woordenvloed:
verwege de les wkggestuurd; niet omdat ik mü
zoo onbehoorlük gr??r«M<._hoor. dat moet je
niet denken! Maar hü «et er'erg slecht uit.
En nu moet ik weg, of ik zou het bü Lucinda
verbruid hebben!"
Binnen enkele minuten volgde Patty hem en
verscheen even daarna weer aan de deur, ter
wül SÜ nu met gemak den gesp dichtdeed, die
r,... in de „Jockeypet" sooveel moeite had ge-
geven.
Ik ga een beetje uit, Vashtl?’ riep zü. „Op
hrt moment regent het niet. Als moeder of Lu
cinda naar mü vragen, dan wil je het haar ze
ker wel zeggen? Ik blüf natuurlük hier in den
„Goed, ik zal het zeggen." antwoordde Vashtl
weer even loom.
nauwelüks was de deur achter haar
of se sprong op. Ze was dien ochtend
verbazend bleek; haar groote oogen schitterden
en half-lulde mompelde zü:
HU «i«t «r geweldig slecht uit Vanochtend
en” gisterenavond wilde hU mü haast niet aan-
küken Waarom elgenlük? Hoe vreemd toch!
Ik geloof soms, dat hü half-gek te. Ofschoon
ik zelf toch ook wel gek leek, toen ik naar hem
luisterde, in de gedachte, dat er eenige bedoe
ling school ln den onzin dien hü praatte. Hü
heeft mü natuurlük in s’n vuistje uitgelachen,
dat ik mU <J°°r hem 100 om den tuln Uet let'
den Die het laatst lacht, lacht het best, zal ik
maar zeggen en de beurt komt zeker nu aan
mil Ik heb hem nog nooit zoo zien küken als
teatst. toen hü die twee bespiedde! Zou MJ w«-
rondom de verschüning neer.
Eensklaps overviel mü een onweerstaanbare
aandrang om de verschüning te naderen. Het
was me als trok het beeld me magnetisch aan.
De ruwe stem van den vlsscher ontrukte me
aan de betoovertng, die me gevangen hield. Ik
stond te waggelen als een dronken man, volgde
met onzekeren gang mün ouden vriend, die mü
met een forschen greep bü den arm wegtrok
uit.... het water. Mün lichaam had. onbewust
voor zün geest, gehoorzaamd aan dien onbe-
stemden en onbedwlngbaren dwang om het
schoone beeld te naderen.
Toen de oude vlsscher mü haastig met zich
verder meevoerde, keek ik nog even om: de
verschüning was Verdwenen.
„Het was juist bütüds. dat ik u terugtrok."
zei Vélard, met bevende stem. Z*n gelaat was
lükbleek.
„Was het gevaar dan zóó groot?” vroeg ik
glimlachend.
„Ernstiger dan u wel dacht. Eenige Jaren
geleden was er iemand, even jong, even onge-
loovig en nóg roekelooser dan u. De ongeluk
kige had de verschüning reeds in z'n jeugd ge
zien. Hü vertrok uit deze streek en keerde, man
geworden, terug. HU ging met mü de vreemde
verschüning weer eens zien, doch voor ik hem
kon tegenhouden was hü in zee gesprongen. Het
snelle gebeuren overrompelde ,mü en toen ik
m’n tegenwoordigheid van geest herwonnen
had. had het drama zich reeds voltrokken. Vlak
bü de plaats waar de verschüning zich vertoorn
had. zonk hü ln de diepte....
„Wie was die man?" vroeg ik achteloos.
„MUn zoon!” klonk het naast mü en toen be
greep Ik welke ramp de levenszon van dezen
ouden man verduisterd had.
Later heb ik nagevorscht, wat dit geheim
van de zee elgenlük beteekende. Men vertelde
mü. dat de verschüning der vrouw een optisch
bedrog was en dat ln
klippen een geweldige
spoot, die ln de verte
een vrouwe-gedaante.
moesten toegeschreven worden aan de werking
van het daglicht op het uiteenspattend water.
—en klein berichtje in de dagbladen der
I L „Vereenigde Katholieke Pers” van eenige
I LS maanden geleden zal door menigeen over
I bet hoofd liever gezegd: over den kop
I djn gezien, hoewel het een feit inhield van
I neer dan gewone beteekente voor de ge-
I ghiedenls van het Katholicisme in ons Va-
I derland, meer speciaal voor die van Friesland.
I ft stond daar Iets over de vestiging der Pa
ters MlnderbroeCters te Drachten (Pr). Het
I geval is voor IngewUden al merkwaardig ge-
I noeg en zal het ongetwüfeld voor vele ande-
I ren ook worden, ate we hier even een kort
II resumé geven van de kerkelüke historie van
deze plaats ln deze streek.
U kent het land, waar Indertüd alles op z’n
gf en dertlgs ging of u kent het niet. Kent
i het niet, dan wordt het hoog tüd, dat u
I bet leert kennen. Kent u het, dan leert u bet
I wk al gauw liefhebben en wel om vele rede-
I zen. Om zün weergaloos strakke en sobere.
I maar grootsche Landschep met hier en daar
I eau groote boerderü als een burcht op een
I rerhooglng en met een gracht omgraven.
Om zUn bevolking, die nog steeds de heb-
I belijkheden van een geheel eigen en sterk ras
I niet heeft verloochend, wat zich op de eerste
plaats uit ln het taaie uithoudingsvermogen,
I dat de Frleache taal geniet.
De elf steden kent u. omdat men er eiken
I strengen winter mülpalen van maakt op de van-
I rads bekende route der kamploen-schaatsen-
I rijden De dertig grietenijen herinnert u zich
I nog wel vu: de schoolkaart: het zün nu de 30
ynesche gemeenten. Een van die dertig nu
I beet Bmalllngerland Het ugt ln bet hartje van
Friesland en te tegenwoordig een gemeente
I van beteekente in het hooge Noorden Smsü-
kngertend ontleent zün naam aan een gehucht.
I plegen asm de Smalle Eester Zsmdlng. een
I ten deele drooggelegd langwerpig meer Die
I piek we hebben ze bezocht, te een voorbeeld
I vu een Frieach Veenlandachap, waarin hier
«i daar een zandrug vooruitgeschoven te. Eenl-
I n boerderijen en oude huisjes van kolonisten
I winte geboomte, veel vlak welland met een
vilde wolkenlucht erboven. Een kwartiertje
vu den Sllngeweg af, rechts ate men van
Drachten komt, achter een kleine boerenhoeve
vindt u een stuk opvallend hoog-oploopende
I grond. Daarop was, toen wü er kwamen, een
nu aan t wieden tusschen de aardappels Dat
I booge stuk land wordt tn 't vierkant ongeveer
I door een droge greppel, met elzenhout en
vilde Noemen volgegroeld. De boer, die aan
I 1 rieden was, bukte zich ongeveer op de plek,
vaar eens eeuwen Ismg een altaar heeft ge-
I man. Over dat altaar heen kromde zich van-
I sf de vroege middeleeuwen het Romaansche
I gewelf van een kloosterkerk. Naast dl*
kerk waarvsm men de ligging in 1923
nauwkeurig hgert bepaald, lag een wm dwvele
Fnesche Benedictünen-sbdUen uit de mlddel-
I eeuwen, O. L. Vrouw van Smalle E Het was
I om van de pl.m 27 groote kloosters, die Fries-
I land ln vroeger eeuwen te rijk geweest een van
I de nes abdüen en priorijen, die de Orde van St
I Beoedictus er gesticht haul. Men heeft wel eens
I wmeend. dat Smelna een dubbelklooster te ge
weest. Ten deele
is dat waar, ten
deele niet. Op
de plek. die
iteeds aangewe-
ten wordt als
djnde de oude
kloosterkamp
heeft een groot
zusterconvent
gestaan Een
aalf uurtje -ten
westen hiervan
ag de prlorü
Vllerbosch. het
monnlkencon-
rent, van waar-
lit het zuster-
Nauwelüks had hü me gezien, of hü kwam
naar me toe.
„Het treft prachtig, dat Ik u nu ontmoetl”
riep hü me al uit de verte toe.
„Dat zal dan ook wel voor de laatste maal
zün." antwoordde ik. toen we elkaar de
gedrukt hadden. .Morgen vertrek Ik.”
„Dan kunt u nog een mooie herinnering
naar uw land meenemen, als we gelukkig zün.
Het te nu begin October en ik moet me
vergissen, als „zü” straks niet verschünt.”
Z'n geheimzinnige woorden maakten
nieuwsgierig, vooral, waar hü de aanduiding
„zU" met kennelüken eerbied uitgesproken had.
Lachend vroeg ik hem. zich een beetje dul-
delüker uit te spreken.
Hü schudde mismoedig het hoofd en ant
woordde: „Wat ik u nu ga vertellen, moet eigen-
lük een geheim blüven van de oude bevolking
van deze streek, die er nooit tegen vreemden
van gewaagt, maar u te voor ons geen vreemde
en daarom wil ik het u wel toevertrouwen
„Toen ik nog een kind was. hechtte ik al
büzonder waarde aan de Intrede van de maand
October. Jaar in, jaar uit was Ik ln die maand
aan de kust te vinden, nadat mün ouders mü
verteld hadden van een wonderlüke verschü
ning, waardoor onze kinderlüke fantasie zeer
geprikkeld werd. Ik bedoel." ging de oude Vé
lard voort, en hier ging z’n spreken in fluiste
ren over, ..het door mü zelf en anderen on
telbare malen geconstateerde feit, dat op een
half uur afstand van deze plek, waar de kust
doorgroefd te van spelonken en de zee bezaaid
te met gevaarlüke klippen en rotsen, op som
mige dagen een vrouwelük wezen uit de zee
oprüst Dat gebeurt steeds en alleen, zoodra de
maand October is aangebroken. Die vrouw Is
gekleed ln een schitterend wit gewaad en zoo
lang ze boven water te, lükt ze omgeven door
een doorschünende wolk van verblindend witte
droppels. We noemen dat de zilveren regen.
Haar verschüning duurt büna zoo kort als een
bliksemflits. Dan komt het ons voor, alsof zü
even met hevig verlangen naar de kust staart,
maar voor we ons daar elgenlük goed reken
schap van hebben gegeven Is zü reeds verdwe
nen
De vlsscher zweeg en keek me vol verwach
ting aan Hü moet twüfel ln m’n oogen gelezen
hebben, want hü hernam mln of meer veront
waardigd: „U gelooft me natuurlük niet! Er
zün er meer geweest zooals U, die me uitlach
ten. doch hMl anders spraken, toen ze het zelf
gezien hadden. Maar, u moet het dan ook zelf
maar ondervinden.”
Dit zeggend, verscheen er een droeve trek op
z'n markant gezicht.
„Ooed, Vélard.’ zei ik, „laat me het
zien, want je kunt toch niet van me vergen, dat
ik dat vreemde verhaal zoo maar onvoorwaar-
delük geloof." F
We wandelden langzaam naar de door den
vlsscher aangewezen plaats. Dit gedeelte van
de kust zag er precies zoo uit als hü me be
schreven had. We hadden eenige minuten zwü-
gend naast elkaar gezeten op een van de rots
blokken bü den zeerand. toen het me inviel hem
te vragen, of de verschüning van die vrouw ln
October geen büzondere beteekente had
.«Natuurlük heeft ze die.” luidde het ietwat
ongeduldige antwoord. Dit zeggend wees hü me
op de ruïne van een trotsch kasteel, dat op
eenige kilometers van ons op een bergtop stond
en ln die üle ruimte veel op een adelaarsnest
geleek.
„Op dit kasteel”, vertelde hü plechtig, „leefde
tn lang vervlogen eeuwen een ridder, die een
schoone vrouw de züne mocht noemen. Hun
leven was zonnig en gelukkig. De ridder
ging veel zwemmen tusschen de klippen en z’n
vrouw sloeg hem dan van uit de hoogte van
’t kasteel gade met angst ln ’t hart. Eens ge
beurde het ln den herfst dat de ridder zich
roekeloos te ver In zee gewaagd had en bü
z’n terugkeer tevergeefs door de geweldige
branding van de kust trachtte te komen. Hü
verdween in de diepte. De edelvrouw, die hem
had alen zinken, ülde radeloos naar beneden en
stortte zich ln zee om haar gemaal te redden
Na een hevlgen strijd in de woeste branding,
volgde zü den ridder naar de diepte. In de jaren
die volgden op deze ramp, zagen de kustbewo
ners ongeveer op denzelfden dag waarop *t on
heil had plaats gevonden, een vrouwengestalte
uit de zee oprüzen, die zoekend de wüde water
vlakte aftuurde en dan plotseling weer ver
dween. Dan zelden zü. die de verschüning had
den gezien: de edelvrouw te er weer geweest om
den ridder te zoeken."
De vlsscher zweeg en staarde peinzend over
de elndelooze watervlakte Ook ik zweeg, ont
roerd over deze sobere en sombere legende.
Eensklaps stiet m’n metgezel een kreet uit.
Z'n zwarte oogen staarden in verbüstertng naar
de zee Een schok doortrilde z’n leden. Ik volg
de de richting van ’n oogen en meende het
slachtoffer te zün van een gezichtsbedrog. Ik
sterk en maakte zich los, terwül ze kalm voort
ging:
„Ik spreek de waarheid. Waarom ook niet?
Ik herinner mü nog. hoe ik u gewaarschuwd
heb, dat u geheel verzuimde, rekening te hou
den met den man, dien zü lief heeft. En ate u
mü niet gzlooven wilt, gaat u het haar dan
zelf vragen."
„Waar te zü?" bracht hü met moeite er utt.
Een beweging van de hand naar het venster
was haar eenlg antwoord.
Hü wierp de glazen deuren open en liep het
tuinpad af, ln de richting naar het struikge
was.
„Och, hü 1» gek!" zei Vashtl met een onver
schillig schouderophalen. „Zou hü haar vin
den?.... Het zou de moeite waard zün. om te
hooren, hoe hü zün zaak nu ten tweeden male
bepleit Zal ik hem volgen?" Maar een hef-
tlgen windstoot deed haar UUngs de deuren slui
ten en zü nam zich voor: „Neen, ik zal maar
wachten, tot hü terugkomt."
Ag, Pats, ga je mee? Ze zitten ln de keuken
het een of ander voor de lunch;
**t niet precies wkt, maar ik heb het op
Papiertje geschreven. Wyckam heeft mij
in den steek gelaten en ate ik nu met
I y? en het dogkarretje ga, zal ik ln een uur
en terug zün."
I Aen. dank je, daar waait het mü nu wel
te veel voor! Ik houd ml) liever goed voor
Wmaiddag, ate Garth komt.”
dan moet Je t weten. Hpe kwam het,
vanochtend niet voor Je Dultsch bent
R»test?"
Jk hoef geen Dultsch meer te leeren; moe-
l *»Jtodt het goed"
een botster! Weet Wyckam het al?
floof van wel Ik heb moeder gevraagd.
f W h** hem vertellen wil.”
dan te hü déirom zeker zoo extra onge-
P Vanochtend heeft hü mü zelfs hal-
kboster werd bediend
De abt, later prior, die toch abt van Smelna
*rtt genoemd, en misschien toch ook hier
"•Meerde), zwaaide zün staf over de heele
tnetenü Bmalllngerland en we mogen veron-
>kr»tellen, dat het goed wonen te geweest on
to dien kromstaf. Op de merkwaardige, mooi
(tobde steenen doodkisten uit één stuk, die
■en tn deze streken hier en daar heeft opge-
irsven. staat vaak die staf ate teeken der juris-
totie van den abt ultgebelteld. Overigens te 1
tor jammer, dat een groot deel van de terrel-
toi op het oogenbllk zonder oordeelkundige
kkllng wordt afgegraven. Wil men nog enkele
tottere overblüfselen der voormalige gebou-
Men, dan heeft men die ln de groote roode
**k»teenen (Frleache kloostermoppen), die in
tal achtermuur van de dlchtetbüzünde boeren
hoeve verwerkt zitten Bü ons bezoek op de hls-
•tosche plek op 30 Juni LI. mochten wü de ver-
tosing beleven, dat het zoontje van den man.
U kunt «en groot risico loopen
door willekeurige olie te
gebruiken. Neemt en houdt U aan_