STANDARD MOTOR OIL 4 3^ w^Aaal wuv den daf pen nieuwe kloosterstichting* ^iDoorziffen Wij gaan overal mee wani Wij "Akkertieg" rijn trouwe reig-makkertjes die U dadelijk af- helpen van hoofdpijn, kiespijn, spier- Het Geheim van Sir Carew H die aan mün verblüf aan de schilderachtige kust van Normandlë een büzondere aantrek- kelükheld verleenden. Ik had reeds besloten te vertrekken, maar ik wilde vóóraf nog eens een heelen dag ronddolen ln dit wonderschoone land van de zee, waar ik zooveel genoeglüke dagen had doorgebracht. Nadat ik ongeveer *n uur lang langs de steenachtige, nu door een on stuimige zee bestookte kuststrook gezworven had, ontmoette ik den ouden vlsscher Jacques Vélard. Deze man was. ondanks z’n eenvoudige kleedlng, toch een imposante figuur met s’n forsche gestalte en lange golvende witte haren. Hü had me vaak gezelschap gehouden op m’n zwerftochten en me veel merkwaardige dingen verteld over het leven der vlsschersbevolking. Van anderen had ik gehoord, dat zich in het leven van dezen man een zeer tragisch voor val had afgespeeld. n ROBINSON CRUSOE’S AVONTUREN Uw eigen winkelier verkoopt het hartje van FRIESLAND ROBINSONschoenen STANDARD WOENSDAG 19 JULI nuinu Oude kloostertraditie hersteld Doos 30 en 60cl Herdenkingszakdoekje I a Akker- per 12 «tukt. Overal virkrijgba^l' Het mysterie tusschen de klippen PtjmtiUerg ensmaakloos. ---j"Cacnels korten slee hls 50 ct. Dt vestiging der patere Minder broeder» te Drachten illeabonné’sSSTo^ 750.-f250.- f 125.-°^^^ fSO.-'&Ff40.- AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL hand sterk mü dag In de liturgie tegenkomen Drachten, 9 Juli 1933. tr. EGIDIU8 BRUNA OFM. eerst delük geloof." (Morgenavond vervolg) o (Wordt vervolg.) 9 Maar dicht, 81a- r 1* Aaa- '•ran- (Ingezonden Mededeellng) -1 l KA Drts- 40— 8U- MIS roer lem idel de schulden en nooden der menschen. „Frysk heitelan” „kann ruhlg sein", om eens een vreemde combinatie te gebruiken. De volge lingen van den ook door protestanten zoohoog- geachten Franclscus zün heusch nog ongevaar- HJker en gemoedelüker. dan ze er uitaten. En 8t. Bonlfatius zal hun vanuit den hemel zijn bls- schopszegen schenken, gedachtig de aloude ver- eering, die hü In deze streken heeft genoten en die vanaf het jaar 1933 weer zal worden voort- geaet. Als bewijs en onderpand van dezen he- melachen zegen heeft onze stoere Aartsbisschop, zelf een rasechte Fries en een vurig vereerder van den grooten apostel-martelaar, aan de nieu we stichting reeds den zijnen geschonken. Robbie en Topsy keerden met Willy Woensdag naar het kamp terug en ae sagen Benjamin, den baviaan, uit de Artlskeuken komen. HU was gekleed In Willy's kleeren en hü had Willy’s muts op HU droeg een pan in zUn hand. „Nou lUkt hU toch werkelijk een ech te kok, vinden jullie niet?" zeide Wil ly „Dat kan wel, maar óf JU. óf Ivy noet toch het eten voor ons koken," .seide Topsy. et zal In *t midden van October geweest zün.” vertelde mü m’n vriend, „toen ik ie merkwaardige gebeurtenissen beleefde, meld uiSel zou hebben om zou en 1ST i OM p*r r**id wtL >M lub- per 100 34, Jlee een roer 1J0 11— rte- teen Zang. >P het veree- weder iweren leuze. >g van Laten ng en n ▼an teo wor- d een •ren- u<e- 30— 40- elrn: 0 20 H*u- P» oode 00- r 10 ikool iade ▼ette -OM, wicht. 440 0.40 irkat» f*- 0 K G. 110 >rtel«n 3000 Witte 4.40— linten stuks i Jo ta, o.w. ).?*- IjOO Jf.lA I.O. 10 00 0000 Gele «a 00. «en ven 0— 0— 00, 100 ór- m- noipan van nooiapijn, kiespijn spier* pijn, zenuwpijn, kou, griep of "kater". <**n en terug zijn." I -Neen. dank je, daar waalt het mü Jtachs Ju. r oe- Uttotx «T*- Pniit- pken". xkom- Wem lalade t 100 31.00 oonen >00— r'lS den herfst tusschen de waterzuil uit de see op- bedrlegelUk veel leek op De zilverachtige nevels bolster! Weet Wyckam het al?* van u... --- het hem vertellen wil.” dan Is hU dtérom zeker zoo extra onge- Bet tegel van Smallinger- tout Mst het Lam Gods Charley, of Iemand anders, hem van Garth en de schrik sloeg het hart, voor hetgeen hü nu mis doen of zeggen. ZU had zeer goed begrepen, dat hü ééns toch van haar verloving moest hooren en dat hem dit natuurlük zeer onaangenaam zou aandoen, maar zij had ge hoopt. dat hü het verstandig aanvaarden sou als iedere andere onherroepelUke beschikking. Een huivering voer haar echter door de leden, toen ae zün radelooaen blik zag. „Ik kan niet wachten, Mr. Wyckam." zei ze met onvaste stem, kunt nu niet met mü spreken; Ik ga naar binnen „Neen. wacht I Ik moet u een vraag doen, Mn vraag maar U heeft laatst gezegd, dat u meelUden met mü had. Als u dit meende, dan zult u mü antwoorden." „Wat Is die vraag?" „U leest de vraag op mün gelaat, evenals Ik het antwoord lees op het üwe.... Ik heb vüf minuten geleden gehoord dat u de verloofde la ven Mr. Rutland? Is dat waar?" .Ja. het is waar" „O meent dus. dat u met hem trouwen zult, - of beter gezegd, dat hü met trouwen zal?" zün selfbeheerschlng te herwinnen, op het oogenbllk, dat ze hem zag, en trad op haar toe met een gelaat, zoo wit als marmer. Eer hü een woord kon zeggen, yrondde zü zich om. om te gaan, maar hü hield haar bil de hand vast. „Wachtl" riep hü- ,4k moet u spreken!" „Neen," antwoordde zü. „Ik kan niet wach ten." Zeker verteld haar schlen N B Voor de samenstelling van dit artikel moet Ik vooral dank zeggen aan den burgemees ter van Bmalllngerland, den Edelachttr’heer J Wulte. voor de welwillendheid, waarmee hü ons direct toestond gebruik te maken van foto’s en gegevens uit den door *t gemeentebestuur uit gegeven. zeer mooien „Gids voor Drachten en omstreken". Verder aan prof. P. Titus Brandsma O.Carm. en Dom. H. Scheerman, O.8.B.. die ons geheel belangeloos hebben voorgelicht Inzake de ge. schledenis van Smalle Ee. aan den heer A. Barendsen te Drachten, die ons vergezeld heeft naar den htetortechen kloosterkamp en kostbare aanwüzlngen gegeven, aan den heer J. Jansema, die ons de juiste plek van de voormalige Bonl- fatluskapel heeft aangeduld. Zulderkerkhof liggen, tot db gereformeerde re ligie overgegaan Ook heeft aan een nu grooten- deels verdwenen ouden weg van Smalle Ee over Drachten-Zuid naar Ureterp tot In de vorige eeuw nog een kapel gestaan, die aan 8t. Bonl- facius is toegewjjd geweest. We hebben een pel grimage ondernomen ook naar deze historische plek, die misschien nog een oude herinnering vasthield aan de prediking van den grooten Apostel in deze streek. Slechts enkele Drachte naren weten de juiste plaats nog aan te wüsen aan den rand van een kilometerlange weide. De laatste pastoors van Drachten. Albertus en Bartholomaeus Nlcolal werden met pensioen heengestuurd. Maar yiog lang hebben, naar de overlevering zegt, de aan het Geloof der vade ren trouw geblevenen gekerkt In een boerderütje aan de Ureterper-Verlaat, dat nu nog „de Paap- ache leer" heet. Nog steeds staat het huisje er zeer schilderachtig aan de vaartook hierheen hebben wü met devotie een tocht ondernomen. Dat de tegenwoordige bewoners niet eenk meer eenige heugenis hebben aan wat er zich In duistere dagen in hun huls heeft afgespeeld, bleek wel utt de Ietwat verschrikte gezichten, waarmee wü bU onze komst werden begroet. Toch was onderget., zooals uit t verslag zal blü- ken. misschien niet de eerste minderbroeder, die de „Paapache leer" bezien kwam. Het Is niet onmogelük. dat In dit huisje eertüds door min derbroeders-missionarissen de Paapache leer is onderwezen. De Gouden Eeuw was de tijd, dat de belde Drachtens «nel In stoffelUke welvaart vooruit gingen, voor de katholieken, in zoo ver ze er nog waren, was het een minder gelukkig tüd- perk Deze historie is ons te overbekend uit andere streken, dan dat we er nog lang over hoeven uit te welden. De oude stabiele agrarische orden hadden dus voorloopig afgedaan In ’t land der vrüe Frie zen; de meer mobiele bedelorden daarentegen lieten zich de kaas niet zonder meer van t brood eten Onder de vele mlss.onarlssen. die In dezen tüd de verstrooide kudden trachtten te sterken en nieuwe moed In te blazen, maken Pater Aug. de Hart OTM., overste der Pranciskaner-vestiging te Drachten. zag.... de verschüning. Vélard had niet ovér- dreven. Op gerlngen afstand van ons zag Ik de gestalte van een vrouw, die op het water scheen te zweven. Het gezicht van de myste rieuze gedaante was betooverend en verblin dend. Het moet een onbewuste nawerking van het geheimzinnig verhaal van den vlsscher op mün fantasie geweest zün. die mü In extase bracht over het beeld, dat in een tooverachtlge schittering van zilverwitte schUn- sels op de bewo gen golven toef de. te midden van een transparan ten, wazlgen ne vel, als drupten duizend fonteinen ten. dat het al een uitgemaakte zaak Is, dat ze verloofd zün? Anders zal Charley het hem wel verteld hebben. Ik heb nu genoeg van al het leed, dat Ik steeds heb moeten dragen. Het zou mü een verlichting zün, als ik dan nu eens an deren zag hjden. Als hü niet afweet van het engagement, dan zal Ik het hem vertellen." Ze verliet het vertrek en ging regelrecht naar de bibliotheek, waar zü zeker was. Anthony Wyckam op dat oogenbllk alleen te vinden. Terwül zü binnentrad zonder kloppen, zag zü hem voor het vuur staan. Hü <ag en hoorde haar niet, maar leek wel een tien jaar ouder geworden: Zeker wist hü het, dacht zü. ,js u zoo in gepeins verzonken. Mr. Wyckam. dat u mü niet hoorde?" „Neen, ik hoorde u niet,** zei hü verstrooid. „Heeft u onze overeenkomst vergeten, dat u mü hebt overgehaald, om ieder, met een doel voor oogen, samen te werken? Me dunkt, dan zult u mü nu toch wel wat te zeggen hebben." .Heen. Ik heb u niets te zeggen; nMtsl" ,X>an zal Ik mededeelzamer zün. Ik heb Iets te vertellen, dat u persoonlijk raakt. Maar daar het sinds gisteren algemeen geweten mocht worden, zult u het waarzchUnlUk toch ook wel gehoord hebben." „Wit gehoord hebben?" „Wel. van de verloving van Miss Caiew met Mr. Rutland." liegt!" riep hü- „ZU was niet verschrikt door den üzeren greep, waarmee hü haar bü den pols vatte; se was Patty, die opzettelUk wat onder de boomen was gaan loopen, om eenlgszins beschut te zün tegen den feilen wind, hoorde het geluld van voetstappen, die snel naderbUkwamen. en keer de zich om, in afwachting van dengehe, die daar komen zou Was Charley al terug uit Bas- zenthwalte?.Zeker wel. want wie zou er nu anders zoo hollen? Daar zag zü. op een tiental schreden afstand. Antony Wyckam met een wanhopige uitdruk king op het gelaat. Hü 4eed zün uiterste best. vooral de mlnderbroeders-observanten een goe de figuur. Van P. Adrianus van Renesse weten wü. dat hü pl m. 1650 te Heerenveen en om streken gewerkt heeft; van P. Joannes Goemas. dat hü de dorpen van Sneek heeft bezocht. Een van de grootste jagers voor den Heer, P. Lau- rentlus Simon is zelfs tot Beets, Beetsterzwaag en Boomebergum doorgedrongen. De laatste plaats ligt In Bmalllngerland, zoodat ook hier de laatst overgebleven katholieken In die donke re tUden niet geheel aan hun lot zün overge laten. En zoo zün we gekomen aan het derde tüd- vak van het Katholicisme in mldden-Frtesland. Drachten is onderhand uitgegroeid tot een wel varende plaats met groote-stadsallures en is daarmee ook het middelpunt van de gemeente Bmalllngerland geworden. Als men nu een lün trekt langs de om Drachten liggende parochies, dan vindt men nu nog. In den jare negentien honderd drie en dertig, een over de drie noorde- lüke provincies verdeeld gebied, büna zoo groot als geheel Friesland, waarin geen enkele paro chie meer te vinden is, zelfs ter nauwemood Mn katholiek. En in het middelpunt van die geheel protestantsche streek hebben na sooveel eeuwen de katholieken weer een vast steunpunt gevonden. Na eeuwen geduldig wachten en werken heb ben weer kloosterlingen hun bivak opgeslagen In Bmalllngerland. Een viertal minderbroeders hebben zich een eenvoudig maar vreedzaam helm Ingericht in een reeds jaren leegstaande villa met grooten tuin erachter. Zoo is niet alleen de „oude katholieke traditie, maar ook de oude kloostertraditie in het gebied van de Smalle Ee hersteld. „Geen woorden", schrijft pastoor Overmeer van Heeg In het huisarchief, „kunnen beschrij ven het roerende oogenbllk, dat na drie en een halve eeuw voor t eerst .het H. Misoffer werd opgedragen. Geen missionaris, die voor het eerst de H MIs leest in streken, waar het chris tendom tot dan toe onbekend was, maakt mee, wat hier werd beleefd. Want hier kwam de Christus terug, vanwaar Hü eenmaal werd ver jaagd”. Inderdaad het Lana Gods; dat nog steeds prükt op. het zegel van Bmalllngerland la weer na zoovele jaren neergedaald op het al taar, om weer zoen- en smeekoffer te zün voor Robbie en Topsy vonden Willy Woensdag zittende in zün hemds mouwen. bezig een krant te lezen, ter wül het büna tüd was om te middag- malen. „Heb je niet het diner klaarge- xasp. op da- plaatsen, .waar, nu het Nporder. en maaktf’ viosg Topsy. „Nee, ik ben lult de keuken wegge gaan, omdat er een nieuwe kok is," aelde Willy „Een nieuwe kok, je bedoelt toch niet Ivy?" zeide Robbie. „Nee, ik meen Ivy niet,” zeide Willy, „die is ook uit de keuken weggeloopen; ik zal Jullie den nieuwen kok laten zien.” die den heuvel aan t afgraven te, juist met een oude gouden munt kwam aandragen, die hU op het terrein had gevonden. Het eene randschrift ln lAat-Bothlsche letters was ook voor een nlet- muntkundlge duidelijk te lezen: ,jBlt nomen Do mini bensdlctum”. Die geheel katholieke bede, die we nog eiken dag in de liturgie tegenkomen aan te treffen in die geheel verprotestantlzeerde streek, deed ons even warm worden. Want om den draad van het verhaal weer te hervatten, na een wisselend bestaan van op- bloel en verval, te ook de luister van dit huls Gods in den storm der Hervorming totaal ten onder gegaan. In 1580 waren er volgens offlcleele opgaven in de abdü Smelna nog maar te vinden: de prior, de priorin, vüf koorzusters, veertien leeke- rusters. een novice („en heeft haer wel eerlück ln t Convent ghedraegen een paar leekebroe- ders (provinciers), een paar ouden van dagen en een vondeling. De laatste kloosterlingen hebben van de Staten van Friesland waarschünlük een jaarwedde gekregen; %et strekt ons tot troost dat men van den prior leest dat hü in balling schap" is begraven bü de predlkheeren te Gro ningen. In 1581 zün de gebouwen gesloopt „op dat de Spanjaarden er geen roofnest van zouden maken". En daarmee was een brok middel- eeuwsche geschiedenis afgebroken, het middel punt van Bmalllngerland werd verlegd naar Oudega. waar nu nog een oud Romaansch kerk je staat, dat door de monniken van Smelna moet zün gebouwd en dat naar de overeenkom- stlge afmetingen te oordeelen, ongeveer een cople te van de voormalige kloosterkerk. In „neutrale" geschiedenisboeken beeft men het steeds zeer welwillend over den cultureelen arbeid, dien de monniken gepresteerd hebben. Wü vergeten daardoor wel eens te veel de nog belangrükere successen die zü op bovennatuur- lük terrein door gebed, boete en zielzorg hebben behaald, al ontveinzen we ons niet, dat speciaal ln deze streken het oude Evangelische Ideaal wel eens wat erg op den achtergrond is ge raakt. Dat het met het verdwünen van het klooster leven ln Bmalllngerland ook gedaan was met het katholicisme in deze grietenü, te natuurlük zeer onwaarschUnlUk. Wel zün omtrent denzelfden tüd de belde parochiekerkjes van Drachten, die al dateerden van de 13e eeuw en die stonden De N. V. P. F. van Vltestngen Ss Cos Ka- toenfabrieken te Helmond heeft in opdracht van H. de Koningin een herdenkingszak doekje vervaardigd, dat dezer dagen te ultge- relkt aan de kinderen, die bü het laatste be zoek van H. M aan Amsterdam aan de daar plaats gevonden aubade hebben deelgenomen. Het zakboekje draagt de beeltenis van Willem den Zwüger, de Koningin, de Konlngin-Moe- der. Prins Hendrik en de Prinses. De beelte nissen zün vervat ln prachtige kleurencom binatie. Het ontwerp dat voor uitvoering diende, werd gekozen uit een aantal teekenlngan. gemaakt door dan beer Jac. Rükse, verbonden aan de Academie te Den Haag, waarbü er naar ge streefd te. de afgebeelde figuren van de leden van het Koninklük Huis zoo juist mogelük weer te geven. De fünheid van druk kon alleen worden verkregen door het toepaazen van een speciale fotografische gravure. Dat de fabrieken der N. V. P. F. van Vltesln- gen en Co. met deze moellüke opdracht wer den veraard, geeft haar ln deze sorglüke tU den een groote voldoening vooral ook door het voorbeeld, dat onze Koningin hier heeft ge geven door een Nederiandsche fabriek daarvoor uit te kiezen. Haar verontwaardiging kende geen greuaen. „Hoe durft u zoo iets zeggen?" „Ik seg het, omdat u nooit zün vrouw suit worden Zü antwoordde niets hierop, maar sag nu zeer bleek, en dezelfde gedachte was bü haar opgekomen, die Vashtl Dugarre, even te «oren, halfluide had uitgesproken: „HU te zeker gek!" En tot haar niet geringe ontsteltenis ant woordde hü, of hü precies haar gedachten las: .Jteen, ik ben niet gekt.... Of ik het soms nog worden aal, hangt van af; maar op het oogenbllk ben Ik het nog niét. U ziet, ik spreek kalm, weet müzelven volkomen te beheer- schenMaar ik voorspel, dat u nooit de vrouw zult worden van uw verloofde. Zou ik u de reden meedeelen U het geheim ont hullen van het leven van uw vader en tegelük van het üwe? Weet u wel. dat ik het tn mün macht heb, als u er mü toe dwingt om u te doen verliezen, al wat u bezit en u als zoo danig bakead te maken dat uw verloofde liever een van zün dienstmeiden zou trouwen dan u?" „Gek, stapelgek,” dacht zü weer, terwül zü eeh wanhopige poging deed, om langs hem been te ontvluchten. Hü hield haar bü de hand terug, overdekt o die met de vurigste kussen en barstte uit ln een niet te stelpen woordenvloed: verwege de les wkggestuurd; niet omdat ik mü zoo onbehoorlük gr??r«M<._hoor. dat moet je niet denken! Maar hü «et er'erg slecht uit. En nu moet ik weg, of ik zou het bü Lucinda verbruid hebben!" Binnen enkele minuten volgde Patty hem en verscheen even daarna weer aan de deur, ter wül SÜ nu met gemak den gesp dichtdeed, die r,... in de „Jockeypet" sooveel moeite had ge- geven. Ik ga een beetje uit, Vashtl?’ riep zü. „Op hrt moment regent het niet. Als moeder of Lu cinda naar mü vragen, dan wil je het haar ze ker wel zeggen? Ik blüf natuurlük hier in den „Goed, ik zal het zeggen." antwoordde Vashtl weer even loom. nauwelüks was de deur achter haar of se sprong op. Ze was dien ochtend verbazend bleek; haar groote oogen schitterden en half-lulde mompelde zü: HU «i«t «r geweldig slecht uit Vanochtend en” gisterenavond wilde hU mü haast niet aan- küken Waarom elgenlük? Hoe vreemd toch! Ik geloof soms, dat hü half-gek te. Ofschoon ik zelf toch ook wel gek leek, toen ik naar hem luisterde, in de gedachte, dat er eenige bedoe ling school ln den onzin dien hü praatte. Hü heeft mü natuurlük in s’n vuistje uitgelachen, dat ik mU <J°°r hem 100 om den tuln Uet let' den Die het laatst lacht, lacht het best, zal ik maar zeggen en de beurt komt zeker nu aan mil Ik heb hem nog nooit zoo zien küken als teatst. toen hü die twee bespiedde! Zou MJ w«- rondom de verschüning neer. Eensklaps overviel mü een onweerstaanbare aandrang om de verschüning te naderen. Het was me als trok het beeld me magnetisch aan. De ruwe stem van den vlsscher ontrukte me aan de betoovertng, die me gevangen hield. Ik stond te waggelen als een dronken man, volgde met onzekeren gang mün ouden vriend, die mü met een forschen greep bü den arm wegtrok uit.... het water. Mün lichaam had. onbewust voor zün geest, gehoorzaamd aan dien onbe- stemden en onbedwlngbaren dwang om het schoone beeld te naderen. Toen de oude vlsscher mü haastig met zich verder meevoerde, keek ik nog even om: de verschüning was Verdwenen. „Het was juist bütüds. dat ik u terugtrok." zei Vélard, met bevende stem. Z*n gelaat was lükbleek. „Was het gevaar dan zóó groot?” vroeg ik glimlachend. „Ernstiger dan u wel dacht. Eenige Jaren geleden was er iemand, even jong, even onge- loovig en nóg roekelooser dan u. De ongeluk kige had de verschüning reeds in z'n jeugd ge zien. Hü vertrok uit deze streek en keerde, man geworden, terug. HU ging met mü de vreemde verschüning weer eens zien, doch voor ik hem kon tegenhouden was hü in zee gesprongen. Het snelle gebeuren overrompelde ,mü en toen ik m’n tegenwoordigheid van geest herwonnen had. had het drama zich reeds voltrokken. Vlak bü de plaats waar de verschüning zich vertoorn had. zonk hü ln de diepte.... „Wie was die man?" vroeg ik achteloos. „MUn zoon!” klonk het naast mü en toen be greep Ik welke ramp de levenszon van dezen ouden man verduisterd had. Later heb ik nagevorscht, wat dit geheim van de zee elgenlük beteekende. Men vertelde mü. dat de verschüning der vrouw een optisch bedrog was en dat ln klippen een geweldige spoot, die ln de verte een vrouwe-gedaante. moesten toegeschreven worden aan de werking van het daglicht op het uiteenspattend water. —en klein berichtje in de dagbladen der I L „Vereenigde Katholieke Pers” van eenige I LS maanden geleden zal door menigeen over I bet hoofd liever gezegd: over den kop I djn gezien, hoewel het een feit inhield van I neer dan gewone beteekente voor de ge- I ghiedenls van het Katholicisme in ons Va- I derland, meer speciaal voor die van Friesland. I ft stond daar Iets over de vestiging der Pa ters MlnderbroeCters te Drachten (Pr). Het I geval is voor IngewUden al merkwaardig ge- I noeg en zal het ongetwüfeld voor vele ande- I ren ook worden, ate we hier even een kort II resumé geven van de kerkelüke historie van deze plaats ln deze streek. U kent het land, waar Indertüd alles op z’n gf en dertlgs ging of u kent het niet. Kent i het niet, dan wordt het hoog tüd, dat u I bet leert kennen. Kent u het, dan leert u bet I wk al gauw liefhebben en wel om vele rede- I zen. Om zün weergaloos strakke en sobere. I maar grootsche Landschep met hier en daar I eau groote boerderü als een burcht op een I rerhooglng en met een gracht omgraven. Om zUn bevolking, die nog steeds de heb- I belijkheden van een geheel eigen en sterk ras I niet heeft verloochend, wat zich op de eerste plaats uit ln het taaie uithoudingsvermogen, I dat de Frleache taal geniet. De elf steden kent u. omdat men er eiken I strengen winter mülpalen van maakt op de van- I rads bekende route der kamploen-schaatsen- I rijden De dertig grietenijen herinnert u zich I nog wel vu: de schoolkaart: het zün nu de 30 ynesche gemeenten. Een van die dertig nu I beet Bmalllngerland Het ugt ln bet hartje van Friesland en te tegenwoordig een gemeente I van beteekente in het hooge Noorden Smsü- kngertend ontleent zün naam aan een gehucht. I plegen asm de Smalle Eester Zsmdlng. een I ten deele drooggelegd langwerpig meer Die I piek we hebben ze bezocht, te een voorbeeld I vu een Frieach Veenlandachap, waarin hier «i daar een zandrug vooruitgeschoven te. Eenl- I n boerderijen en oude huisjes van kolonisten I winte geboomte, veel vlak welland met een vilde wolkenlucht erboven. Een kwartiertje vu den Sllngeweg af, rechts ate men van Drachten komt, achter een kleine boerenhoeve vindt u een stuk opvallend hoog-oploopende I grond. Daarop was, toen wü er kwamen, een nu aan t wieden tusschen de aardappels Dat I booge stuk land wordt tn 't vierkant ongeveer I door een droge greppel, met elzenhout en vilde Noemen volgegroeld. De boer, die aan I 1 rieden was, bukte zich ongeveer op de plek, vaar eens eeuwen Ismg een altaar heeft ge- I man. Over dat altaar heen kromde zich van- I sf de vroege middeleeuwen het Romaansche I gewelf van een kloosterkerk. Naast dl* kerk waarvsm men de ligging in 1923 nauwkeurig hgert bepaald, lag een wm dwvele Fnesche Benedictünen-sbdUen uit de mlddel- I eeuwen, O. L. Vrouw van Smalle E Het was I om van de pl.m 27 groote kloosters, die Fries- I land ln vroeger eeuwen te rijk geweest een van I de nes abdüen en priorijen, die de Orde van St I Beoedictus er gesticht haul. Men heeft wel eens I wmeend. dat Smelna een dubbelklooster te ge weest. Ten deele is dat waar, ten deele niet. Op de plek. die iteeds aangewe- ten wordt als djnde de oude kloosterkamp heeft een groot zusterconvent gestaan Een aalf uurtje -ten westen hiervan ag de prlorü Vllerbosch. het monnlkencon- rent, van waar- lit het zuster- Nauwelüks had hü me gezien, of hü kwam naar me toe. „Het treft prachtig, dat Ik u nu ontmoetl” riep hü me al uit de verte toe. „Dat zal dan ook wel voor de laatste maal zün." antwoordde ik. toen we elkaar de gedrukt hadden. .Morgen vertrek Ik.” „Dan kunt u nog een mooie herinnering naar uw land meenemen, als we gelukkig zün. Het te nu begin October en ik moet me vergissen, als „zü” straks niet verschünt.” Z'n geheimzinnige woorden maakten nieuwsgierig, vooral, waar hü de aanduiding „zU" met kennelüken eerbied uitgesproken had. Lachend vroeg ik hem. zich een beetje dul- delüker uit te spreken. Hü schudde mismoedig het hoofd en ant woordde: „Wat ik u nu ga vertellen, moet eigen- lük een geheim blüven van de oude bevolking van deze streek, die er nooit tegen vreemden van gewaagt, maar u te voor ons geen vreemde en daarom wil ik het u wel toevertrouwen „Toen ik nog een kind was. hechtte ik al büzonder waarde aan de Intrede van de maand October. Jaar in, jaar uit was Ik ln die maand aan de kust te vinden, nadat mün ouders mü verteld hadden van een wonderlüke verschü ning, waardoor onze kinderlüke fantasie zeer geprikkeld werd. Ik bedoel." ging de oude Vé lard voort, en hier ging z’n spreken in fluiste ren over, ..het door mü zelf en anderen on telbare malen geconstateerde feit, dat op een half uur afstand van deze plek, waar de kust doorgroefd te van spelonken en de zee bezaaid te met gevaarlüke klippen en rotsen, op som mige dagen een vrouwelük wezen uit de zee oprüst Dat gebeurt steeds en alleen, zoodra de maand October is aangebroken. Die vrouw Is gekleed ln een schitterend wit gewaad en zoo lang ze boven water te, lükt ze omgeven door een doorschünende wolk van verblindend witte droppels. We noemen dat de zilveren regen. Haar verschüning duurt büna zoo kort als een bliksemflits. Dan komt het ons voor, alsof zü even met hevig verlangen naar de kust staart, maar voor we ons daar elgenlük goed reken schap van hebben gegeven Is zü reeds verdwe nen De vlsscher zweeg en keek me vol verwach ting aan Hü moet twüfel ln m’n oogen gelezen hebben, want hü hernam mln of meer veront waardigd: „U gelooft me natuurlük niet! Er zün er meer geweest zooals U, die me uitlach ten. doch hMl anders spraken, toen ze het zelf gezien hadden. Maar, u moet het dan ook zelf maar ondervinden.” Dit zeggend, verscheen er een droeve trek op z'n markant gezicht. „Ooed, Vélard.’ zei ik, „laat me het zien, want je kunt toch niet van me vergen, dat ik dat vreemde verhaal zoo maar onvoorwaar- delük geloof." F We wandelden langzaam naar de door den vlsscher aangewezen plaats. Dit gedeelte van de kust zag er precies zoo uit als hü me be schreven had. We hadden eenige minuten zwü- gend naast elkaar gezeten op een van de rots blokken bü den zeerand. toen het me inviel hem te vragen, of de verschüning van die vrouw ln October geen büzondere beteekente had .«Natuurlük heeft ze die.” luidde het ietwat ongeduldige antwoord. Dit zeggend wees hü me op de ruïne van een trotsch kasteel, dat op eenige kilometers van ons op een bergtop stond en ln die üle ruimte veel op een adelaarsnest geleek. „Op dit kasteel”, vertelde hü plechtig, „leefde tn lang vervlogen eeuwen een ridder, die een schoone vrouw de züne mocht noemen. Hun leven was zonnig en gelukkig. De ridder ging veel zwemmen tusschen de klippen en z’n vrouw sloeg hem dan van uit de hoogte van ’t kasteel gade met angst ln ’t hart. Eens ge beurde het ln den herfst dat de ridder zich roekeloos te ver In zee gewaagd had en bü z’n terugkeer tevergeefs door de geweldige branding van de kust trachtte te komen. Hü verdween in de diepte. De edelvrouw, die hem had alen zinken, ülde radeloos naar beneden en stortte zich ln zee om haar gemaal te redden Na een hevlgen strijd in de woeste branding, volgde zü den ridder naar de diepte. In de jaren die volgden op deze ramp, zagen de kustbewo ners ongeveer op denzelfden dag waarop *t on heil had plaats gevonden, een vrouwengestalte uit de zee oprüzen, die zoekend de wüde water vlakte aftuurde en dan plotseling weer ver dween. Dan zelden zü. die de verschüning had den gezien: de edelvrouw te er weer geweest om den ridder te zoeken." De vlsscher zweeg en staarde peinzend over de elndelooze watervlakte Ook ik zweeg, ont roerd over deze sobere en sombere legende. Eensklaps stiet m’n metgezel een kreet uit. Z'n zwarte oogen staarden in verbüstertng naar de zee Een schok doortrilde z’n leden. Ik volg de de richting van ’n oogen en meende het slachtoffer te zün van een gezichtsbedrog. Ik sterk en maakte zich los, terwül ze kalm voort ging: „Ik spreek de waarheid. Waarom ook niet? Ik herinner mü nog. hoe ik u gewaarschuwd heb, dat u geheel verzuimde, rekening te hou den met den man, dien zü lief heeft. En ate u mü niet gzlooven wilt, gaat u het haar dan zelf vragen." „Waar te zü?" bracht hü met moeite er utt. Een beweging van de hand naar het venster was haar eenlg antwoord. Hü wierp de glazen deuren open en liep het tuinpad af, ln de richting naar het struikge was. „Och, hü 1» gek!" zei Vashtl met een onver schillig schouderophalen. „Zou hü haar vin den?.... Het zou de moeite waard zün. om te hooren, hoe hü zün zaak nu ten tweeden male bepleit Zal ik hem volgen?" Maar een hef- tlgen windstoot deed haar UUngs de deuren slui ten en zü nam zich voor: „Neen, ik zal maar wachten, tot hü terugkomt." Ag, Pats, ga je mee? Ze zitten ln de keuken het een of ander voor de lunch; **t niet precies wkt, maar ik heb het op Papiertje geschreven. Wyckam heeft mij in den steek gelaten en ate ik nu met I y? en het dogkarretje ga, zal ik ln een uur en terug zün." I Aen. dank je, daar waait het mü nu wel te veel voor! Ik houd ml) liever goed voor Wmaiddag, ate Garth komt.” dan moet Je t weten. Hpe kwam het, vanochtend niet voor Je Dultsch bent R»test?" Jk hoef geen Dultsch meer te leeren; moe- l *»Jtodt het goed" een botster! Weet Wyckam het al? floof van wel Ik heb moeder gevraagd. f W h** hem vertellen wil.” dan te hü déirom zeker zoo extra onge- P Vanochtend heeft hü mü zelfs hal- kboster werd bediend De abt, later prior, die toch abt van Smelna *rtt genoemd, en misschien toch ook hier "•Meerde), zwaaide zün staf over de heele tnetenü Bmalllngerland en we mogen veron- >kr»tellen, dat het goed wonen te geweest on to dien kromstaf. Op de merkwaardige, mooi (tobde steenen doodkisten uit één stuk, die ■en tn deze streken hier en daar heeft opge- irsven. staat vaak die staf ate teeken der juris- totie van den abt ultgebelteld. Overigens te 1 tor jammer, dat een groot deel van de terrel- toi op het oogenbllk zonder oordeelkundige kkllng wordt afgegraven. Wil men nog enkele tottere overblüfselen der voormalige gebou- Men, dan heeft men die ln de groote roode **k»teenen (Frleache kloostermoppen), die in tal achtermuur van de dlchtetbüzünde boeren hoeve verwerkt zitten Bü ons bezoek op de hls- •tosche plek op 30 Juni LI. mochten wü de ver- tosing beleven, dat het zoontje van den man. U kunt «en groot risico loopen door willekeurige olie te gebruiken. Neemt en houdt U aan_

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1933 | | pagina 3